BE1024294B1 - Ventilation unit - Google Patents

Ventilation unit Download PDF

Info

Publication number
BE1024294B1
BE1024294B1 BE2016/0105A BE201600105A BE1024294B1 BE 1024294 B1 BE1024294 B1 BE 1024294B1 BE 2016/0105 A BE2016/0105 A BE 2016/0105A BE 201600105 A BE201600105 A BE 201600105A BE 1024294 B1 BE1024294 B1 BE 1024294B1
Authority
BE
Belgium
Prior art keywords
wall
ventilation unit
opening
window
channel
Prior art date
Application number
BE2016/0105A
Other languages
Dutch (nl)
Other versions
BE1024294A1 (en
Inventor
Erik Wilms
Original Assignee
Erik Wilms
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by Erik Wilms filed Critical Erik Wilms
Priority to BE2016/0105A priority Critical patent/BE1024294B1/en
Publication of BE1024294A1 publication Critical patent/BE1024294A1/en
Application granted granted Critical
Publication of BE1024294B1 publication Critical patent/BE1024294B1/en

Links

Classifications

    • FMECHANICAL ENGINEERING; LIGHTING; HEATING; WEAPONS; BLASTING
    • F24HEATING; RANGES; VENTILATING
    • F24FAIR-CONDITIONING; AIR-HUMIDIFICATION; VENTILATION; USE OF AIR CURRENTS FOR SCREENING
    • F24F13/00Details common to, or for air-conditioning, air-humidification, ventilation or use of air currents for screening
    • F24F13/28Arrangement or mounting of filters
    • FMECHANICAL ENGINEERING; LIGHTING; HEATING; WEAPONS; BLASTING
    • F24HEATING; RANGES; VENTILATING
    • F24FAIR-CONDITIONING; AIR-HUMIDIFICATION; VENTILATION; USE OF AIR CURRENTS FOR SCREENING
    • F24F1/00Room units for air-conditioning, e.g. separate or self-contained units or units receiving primary air from a central station
    • F24F1/02Self-contained room units for air-conditioning, i.e. with all apparatus for treatment installed in a common casing
    • F24F1/03Self-contained room units for air-conditioning, i.e. with all apparatus for treatment installed in a common casing characterised by mounting arrangements
    • F24F1/031Self-contained room units for air-conditioning, i.e. with all apparatus for treatment installed in a common casing characterised by mounting arrangements penetrating a wall or window
    • FMECHANICAL ENGINEERING; LIGHTING; HEATING; WEAPONS; BLASTING
    • F24HEATING; RANGES; VENTILATING
    • F24FAIR-CONDITIONING; AIR-HUMIDIFICATION; VENTILATION; USE OF AIR CURRENTS FOR SCREENING
    • F24F1/00Room units for air-conditioning, e.g. separate or self-contained units or units receiving primary air from a central station
    • F24F1/02Self-contained room units for air-conditioning, i.e. with all apparatus for treatment installed in a common casing
    • F24F1/032Self-contained room units for air-conditioning, i.e. with all apparatus for treatment installed in a common casing characterised by heat exchangers
    • F24F1/0323Self-contained room units for air-conditioning, i.e. with all apparatus for treatment installed in a common casing characterised by heat exchangers by the mounting or arrangement of the heat exchangers
    • FMECHANICAL ENGINEERING; LIGHTING; HEATING; WEAPONS; BLASTING
    • F24HEATING; RANGES; VENTILATING
    • F24FAIR-CONDITIONING; AIR-HUMIDIFICATION; VENTILATION; USE OF AIR CURRENTS FOR SCREENING
    • F24F1/00Room units for air-conditioning, e.g. separate or self-contained units or units receiving primary air from a central station
    • F24F1/02Self-contained room units for air-conditioning, i.e. with all apparatus for treatment installed in a common casing
    • F24F1/0328Self-contained room units for air-conditioning, i.e. with all apparatus for treatment installed in a common casing with means for purifying supplied air
    • F24F1/035Self-contained room units for air-conditioning, i.e. with all apparatus for treatment installed in a common casing with means for purifying supplied air characterised by the mounting or arrangement of filters
    • FMECHANICAL ENGINEERING; LIGHTING; HEATING; WEAPONS; BLASTING
    • F24HEATING; RANGES; VENTILATING
    • F24FAIR-CONDITIONING; AIR-HUMIDIFICATION; VENTILATION; USE OF AIR CURRENTS FOR SCREENING
    • F24F12/00Use of energy recovery systems in air conditioning, ventilation or screening
    • F24F12/001Use of energy recovery systems in air conditioning, ventilation or screening with heat-exchange between supplied and exhausted air
    • F24F12/006Use of energy recovery systems in air conditioning, ventilation or screening with heat-exchange between supplied and exhausted air using an air-to-air heat exchanger
    • YGENERAL TAGGING OF NEW TECHNOLOGICAL DEVELOPMENTS; GENERAL TAGGING OF CROSS-SECTIONAL TECHNOLOGIES SPANNING OVER SEVERAL SECTIONS OF THE IPC; TECHNICAL SUBJECTS COVERED BY FORMER USPC CROSS-REFERENCE ART COLLECTIONS [XRACs] AND DIGESTS
    • Y02TECHNOLOGIES OR APPLICATIONS FOR MITIGATION OR ADAPTATION AGAINST CLIMATE CHANGE
    • Y02BCLIMATE CHANGE MITIGATION TECHNOLOGIES RELATED TO BUILDINGS, e.g. HOUSING, HOUSE APPLIANCES OR RELATED END-USER APPLICATIONS
    • Y02B30/00Energy efficient heating, ventilation or air conditioning [HVAC]
    • Y02B30/56Heat recovery units

Landscapes

  • Engineering & Computer Science (AREA)
  • Chemical & Material Sciences (AREA)
  • Combustion & Propulsion (AREA)
  • Mechanical Engineering (AREA)
  • General Engineering & Computer Science (AREA)
  • Physics & Mathematics (AREA)
  • Thermal Sciences (AREA)
  • Building Environments (AREA)

Abstract

Ventilatie-unit bevattende een behuizing die voorzien is om ingebouwd te worden in een muur van een gebouw, waarbij de behuizing een eerste zijwand en een tweede zijwand heeft die, wanneer de ventilatie-unit ingebouwd is, gerelateerd is aan een binnenzijde en een buitenzijde van de muur, respectievelijk, waarbij in de behuizing een eerste kanaal voorzien is voor het laten stromen van lucht van buiten het gebouw naar binnen en een tweede kanaal voorzien is voor het laten stromen van lucht van binnen het gebouw naar buiten, waarbij twee kanalen voorzien zijn tussen de tweede zijwand en de eerste zijwand, waarbij de twee kanalen elkaar kruisen via een warmtewisselaar en waarbij verder een vijfde opening voorzien is, in de eerste zijwand, die toegang geeft tot een filterelement in het eerste kanaal tussen de eerste opening en de warmtewisselaar.Ventilation unit comprising a housing that is provided to be built into a wall of a building, the housing having a first side wall and a second side wall which, when the ventilation unit is built in, is related to an inside and an outside of the wall, respectively, wherein in the housing a first channel is provided for allowing air to flow from outside the building to the inside and a second channel is provided for allowing air to flow from inside the building to the outside, two channels being provided between the second side wall and the first side wall, the two channels intersecting each other via a heat exchanger and furthermore a fifth opening is provided, in the first side wall, which gives access to a filter element in the first channel between the first opening and the heat exchanger.

Description

(73) Houder(s) :(73) Holder (s):

WILMS Erik 2400, MOL België (72) Uitvinder(s) :WILMS Erik 2400, MOL Belgium (72) Inventor (s):

WILMS Erik 2400 MOL België (54) Ventilatie-unit (57) Ventilatie-unit bevattende een behuizing die voorzien is om ingebouwd te worden in een muur van een gebouw, waarbij de behuizing een eerste zijwand en een tweede zijwand heeft die, wanneer de ventilatie-unit ingebouwd is, gerelateerd is aan een binnenzijde en een buitenzijde van de muur, respectievelijk, waarbij in de behuizing een eerste kanaal voorzien is voor het laten strömen van lucht van buiten het gebouw naar binnen en een tweede kanaal voorzien is voor het laten strömen van lucht van binnen het gebouw naar buiten, waarbij twee kanalen voorzien zijn tussen de tweede zijwand en de eerste zijwand, waarbij de twee kanalen elkaar kruisen via een warmtewisselaar en waarbij verder een vijfde opening voorzien is, in de eerste zijwand die toegang geeft tot een filterelement in het eerste kanaal tussen de eerste opening en deWILMS Erik 2400 MOL Belgium (54) Ventilation unit (57) Ventilation unit containing a housing which is designed to be built into a wall of a building, the housing having a first side wall and a second side wall which, when the ventilation -unit is built-in, is related to an inside and an outside of the wall, respectively, where in the housing a first channel is provided for streaming air from outside the building and a second channel is provided for streaming of air from inside the building to the outside, with two channels provided between the second side wall and the first side wall, the two channels intersecting via a heat exchanger and further having a fifth opening provided in the first side wall giving access to a filter element in the first channel between the first opening and the

Figure BE1024294B1_D0001

FIG. 6 warmtewisselaar.FIG. 6 heat exchanger.

BELGISCH UITVINDINGSOCTROOIBELGIAN INVENTION PATENT

FOD Economie, K.M.O., Middenstand & EnergieFPS Economy, K.M.O., Self-employed & Energy

Publicatienummer: 1024294 Nummer van indiening: BE2016/0105Publication number: 1024294 Filing number: BE2016 / 0105

Dienst voor de Intellectuele EigendomIntellectual Property Office

Internationale classificatie: F24F 1/02 F24F 12/00 F24F 13/28 Datum van verlening: 23/01/2018International classification: F24F 1/02 F24F 12/00 F24F 13/28 Date of issue: 23/01/2018

De Minister van Economie,The Minister of Economy,

Gelet op het Verdrag van Parijs van 20 maart 1883 tot Bescherming van de industriële Eigendom;Having regard to the Paris Convention of 20 March 1883 for the Protection of Industrial Property;

Gelet op de wet van 28 maart 1984 op de uitvindingsoctrooien, artikel 22, voor de voor 22 September 2014 ingediende octrooiaanvragen ;Having regard to the Law of March 28, 1984 on inventive patents, Article 22, for patent applications filed before September 22, 2014;

Gelet op Titel 1 Uitvindingsoctrooien van Boek XI van het Wetboek van economisch recht, artikel XI.24, voor de vanaf 22 September 2014 ingediende octrooiaanvragen ;Having regard to Title 1 Invention Patents of Book XI of the Economic Law Code, Article XI.24, for patent applications filed from September 22, 2014;

Gelet op het koninklijk besluit van 2 december 1986 betreffende het aanvragen, verlenen en in stand houden van uitvindingsoctrooien, artikel 28;Having regard to the Royal Decree of 2 December 1986 on the filing, granting and maintenance of inventive patents, Article 28;

Gelet op de aanvraag voor een uitvindingsoctrooi ontvangen door de Dienst voor de Intellectuele Eigendom op datum van 14/06/2016.Having regard to the application for an invention patent received by the Intellectual Property Office on 14/06/2016.

Overwegende dat voor de octrooiaanvragen die binnen het toepassingsgebied van Titel 1, Boek XI, van het Wetboek van economisch recht (hierna WER) vallen, overeenkomstig artikel XI.19, § 4, tweede lid, van het WER, het verleende octrooi beperkt zal zijn tot de octrooiconclusies waarvoor het verslag van nieuwheidsonderzoek werd opgesteld, wanneer de octrooiaanvraag het voorwerp uitmaakt van een verslag van nieuwheidsonderzoek dat een gebrek aan eenheid van uitvinding als bedoeld in paragraaf 1, vermeldt, en wanneer de aanvrager zijn aanvraag niet beperkt en geen afgesplitste aanvraag indient overeenkomstig het verslag van nieuwheidsonderzoek.Whereas for patent applications that fall within the scope of Title 1, Book XI, of the Code of Economic Law (hereinafter WER), in accordance with Article XI.19, § 4, second paragraph, of the WER, the granted patent will be limited. to the patent claims for which the novelty search report was prepared, when the patent application is the subject of a novelty search report indicating a lack of unity of invention as referred to in paragraph 1, and when the applicant does not limit his filing and does not file a divisional application in accordance with the search report.

Besluit:Decision:

Artikel 1. - Er wordt aanArticle 1

WILMS Erik, Volderstraat 6, 2400 MOL België;WILMS Erik, Volderstraat 6, 2400 MOL Belgium;

vertegenwoordigd doorrepresented by

PHILIPPAERTS Yannick, Meir 24 bus 17, 2000, ANTWERPEN;PHILIPPAERTS Yannick, Meir 24 box 17, 2000, ANTWERP;

een Belgisch uitvindingsoctrooi met een looptijd van 20 jaar toegekend, onder voorbehoud van betaling van de jaartaksen zoals bedoeld in artikel XI.48, § 1 van het Wetboek van economisch recht, voor: Ventilatie-unit.a Belgian invention patent with a term of 20 years, subject to payment of the annual fees as referred to in Article XI.48, § 1 of the Code of Economic Law, for: Ventilation unit.

UITVINDER(S):INVENTOR (S):

WILMS Erik, Volderstraat 6, 2400, MOL;WILMS Erik, Volderstraat 6, 2400, MOL;

VOORRANG:PRIORITY:

AFSPLITSING :BREAKDOWN:

Afgesplitst van basisaanvraag : Indieningsdatum van de basisaanvraag :Split from basic application: Filing date of the basic application:

Artikel 2. - Dit octrooi wordt verleend zonder voorafgaand onderzoek naar de octrooieerbaarheid van de uitvinding, zonder garantie van de Verdienste van de uitvinding noch van de nauwkeurigheid van de beschrijving ervan en voor risico van de aanvrager(s).Article 2. - This patent is granted without prior investigation into the patentability of the invention, without warranty of the Merit of the invention, nor of the accuracy of its description and at the risk of the applicant (s).

Brussel, 23/01/2018,Brussels, 23/01/2018,

Bij bijzondere machtiging:With special authorization:

BE2016/0105BE2016 / 0105

Ventilatie-unitVentilation unit

De uitvinding heeft betrekking op een ventilatie-unit met een behuizing die voorzien is om ingebouwd te worden in een gebouw.The invention relates to a ventilation unit with a housing which is designed to be built into a building.

Nieuwe inzichten en normeringen betreffende energie-, isolatie- en ventilatietechnieken in gebouwen maken het noodzakelijk om actieve ventilatie te voorzien in een gebouw. Doordat gebouwen, in het bijzonder nieuwbouwwoningen, meer en meer luchtdicht gebouwd worden, wordt verhinderd dat wärmte kan ontsnappen doorheen kieren en openingen van het gebouw. Echter in een dergelijk luchtdicht gebouw moet een ventilatiesysteem voorzien worden om de lucht in het gebouw te verversen. Recente normen, technieken en ontwikkelingen zijn er op gericht om bij het verversen van de lucht zo weinig mogelijk energie te verliezen. Hiervoor wordt vaak een warmterecuperatiesysteem, typisch door middel van warmtewisselaars, voorzien.New insights and standards regarding energy, insulation and ventilation techniques in buildings make it necessary to provide active ventilation in a building. Because buildings, in particular new-build homes, are built more and more airtight, heat is prevented from escaping through cracks and openings in the building. However, in such an airtight building, a ventilation system must be provided to refresh the air in the building. Recent standards, techniques and developments are aimed at losing as little energy as possible when changing the air. A heat recovery system, typically by means of heat exchangers, is often provided for this.

Bekende Systemen bevatten de zogenaamde centrale balansventilatiesystemen met warmterecuperatie. Daarbij wordt een buizennetwerk voorzien in het gebouw om via de buizen lucht in en uit kamers van het gebouw te laten strömen, en wordt typisch één, mogelijk ook enkele centrale balansventilatie-units geplaatst die ingericht zijn om actief lucht aan en af te voeren. In een dergelijk balansventilatiesysteem wordt dan typisch de instromende lucht door middel van een warmtewisselaar met de uitstromende lucht gekruist zodat de inkomende lucht voorverwarmd wordt, of afgekoeld wordt, met de wannte of koude van de uitgaande lucht. Op die manier kan instromende lucht op een eenvoudige en energie-efïïciënte manier op temperatuur gebracht worden zodat energie gerecupereerd wordt.Known systems contain the so-called central balance ventilation systems with heat recovery. In addition, a pipe network is provided in the building to let air flow in and out of the rooms of the building via the pipes, and typically one, possibly also some central balance ventilation units are installed which are arranged to actively supply and extract air. In such a balance ventilation system, the inflowing air is then typically crossed with the outflowing air by means of a heat exchanger, so that the incoming air is preheated, or cooled, with the heat or cold of the outgoing air. In this way, incoming air can be warmed up in a simple and energy-efficient way, so that energy is recovered.

Het voorzien van een centraal ventilatiesysteem met warmterecuperatie is duur en niet in alle omstandigheden toepasbaar omdat een buizennetwerk in het gebouw moet voorzien worden. Vooral bij renovatieprojecten blijkt dit problematisch.The provision of a central ventilation system with heat recovery is expensive and not applicable in all circumstances because a pipe network must be provided in the building. This is particularly problematic with renovation projects.

Het is een doel van de uitvinding om een ventilatiesysteem met energierecuperatie te voorzien dat goedkoop is, eenvoudig plaatsbaar, en gemakkelijk te onderhouden is.It is an object of the invention to provide a ventilation system with energy recovery that is inexpensive, easy to install, and easy to maintain.

Hiertoe voorziet de uitvinding in een ventilatie-unit bevattende een behuizing die voorzien is om ingebouwd te worden in een muur van een gebouw, waarbij de behuizing een eerste zijwand en een tweede zijwand heeft die, wanneer de ventilatie-unit ingebouwd is, terzijde van een binnenzijde en een buitenzijde van de muur ligt, respectievelijk, waarbij in de behuizing een eerste kanaal voorzien is voor het laten strömen van lucht van buiten het gebouw naar binnen en een tweede kanaal voorzien is voor het laten strömen van lucht van binnen het gebouw naar buiten, waarbij het eerste kanaal zieh uitstrekt tussen een eerste opening, in de tweede zijwand, en een tweede opening, in de eerste zijwand, en waarbij het tweede kanaal zieh uitstrekt tussen eenTo this end, the invention provides a ventilation unit comprising a housing which is provided to be built into a wall of a building, the housing having a first side wall and a second side wall which, when the ventilation unit is built in, aside from a inside and an outside of the wall, respectively, wherein a first channel is provided in the housing for allowing air to flow from outside the building to the inside and a second channel is provided for streaming air from inside the building to the outside the first channel extending between a first opening in the second side wall and a second opening in the first side wall and the second channel extending between a

BE2016/0105 derde opening in de eerste zijwand, en een vierde opening, in de tweede zijwand, waarbij het eerste kanaal en het tweede kanaal elkaar kruisen via een warmtewisselaar en waarbij verder een vijfde opening voorzien is, in de eerste zijwand, die toegang geeft tot een filterelement in het eerste kanaal tussen de eerste opening en de warmtewisselaar.BE2016 / 0105 third opening in the first side wall, and a fourth opening in the second side wall, wherein the first channel and the second channel cross each other via a heat exchanger and wherein a fifth opening is further provided in the first side wall, which provides access to a filter element in the first channel between the first opening and the heat exchanger.

De ventilatie-unit volgens de uitvinding voorziet in een decentrale ventilatie-unit met warmterecuperatie. De behuizing heeft tweede zijwanden, waarbij in gemonteerde toestand één zijwand gelegen is parallel aan en richting de buitenmuur van het gebouw, en de andere zijwand parallel aan en richting de binnenmuur van het gebouw. Daarbij zijn openingen voorzien in de zijwanden, en zijn kanalen voorzien in de behuizing, om lucht doorheen de behuizing van buiten het gebouw naar binnen en van binnen het gebouw naar buiten te laten strömen. De kanalen kruisen via een warmtewisselaar zodat energie recupereerbaar is. Om een ventilatie-unit te bekomen dat eenvoudig plaatsbaar en onderhoudsvriendelijk is, zijn ter plaatse van de binnenste wand van de behuizing, dit is de wand die naar de binnenmuur gericht is, in conclusie de eerste zijwand genoemd, drie openingen voorzien. Een eerste opening is voorzien om lucht naar binnen te laten strömen, een tweede opening is voorzien om lucht naar buiten te laten strömen, en een derde opening is voorzien om eenvoudig toegang te geven tot een filterelement dat in de behuizing geplaatst is om de lucht, die van buiten het gebouw naar binnen stroomt, te filteren. Door het voorzien van deze opening aan een binnenzijde, kan de filter steeds zonder noemenswaardige moeite vervangen worden, ook als de ventilatie-unit langs buiten niet toegankelijk is, bijvoorbeeld wanneer het op hoogte en op een afstand van een raam of balkon geplaatst is. Op die manier wordt een ventilatie-unit bekomen dat decentraal is, en dat gemakkelijk te plaatsen en te onderhouden is.The ventilation unit according to the invention provides a decentralized ventilation unit with heat recovery. The housing has second side walls, one side wall being mounted parallel to and towards the outer wall of the building, and the other side wall parallel to and towards the inner wall of the building. In addition, openings are provided in the side walls, and channels are provided in the housing to allow air to flow through the housing from outside the building in and from inside the building. The channels cross via a heat exchanger so that energy is recoverable. In order to obtain a ventilation unit that is easy to install and easy to maintain, three openings are provided at the location of the inner wall of the housing, which is the wall that faces the inner wall, in claim the first side wall. A first opening is provided to let air flow in, a second opening is provided to let air flow out, and a third opening is provided to provide easy access to a filter element placed in the housing to allow air to flow, that flows in from outside the building. By providing this opening on the inside, the filter can always be replaced without significant effort, even if the ventilation unit is not accessible from the outside, for example when it is placed at a height and at a distance from a window or balcony. In this way, a ventilation unit is obtained which is decentralized, and which is easy to install and maintain.

Bij voorkeur bevat de ventilatie-unit verder een eerste luchtpomp die geplaatst is in het eerste kanaal, en een tweede luchtpomp die geplaatst is in het tweede kanaal. Een luchtpomp kan op verschillende manieren uitgevoerd worden, waarvan de meeste bekende manier een ventilator is. De ventilator kan radiaal of axiaai georiënteerde schoepen hebben. Door in elk van het eerste en tweede kanaal een luchtpomp te plaatsen, kan de luchtstroom doorheen elk kanaal afzonderlijk geregeld worden. Hierdoor kan instroom en uitstroom gebalanceerd worden. Verder is het mogelijk om warmte-uitwisseling in de warmtewisselaar te monitoren en de ingaande en uitgaande luchtstroom op basis hiervan te optimaliseren.Preferably, the ventilation unit further includes a first air pump placed in the first channel, and a second air pump placed in the second channel. An air pump can be designed in various ways, the most known of which is a fan. The fan can have radially or axially oriented blades. By placing an air pump in each of the first and second channels, the air flow through each channel can be controlled separately. This means that inflow and outflow can be balanced. It is also possible to monitor heat exchange in the heat exchanger and to optimize the incoming and outgoing airflow based on this.

Bij voorkeur is de eerste luchtpomp gepositioneerd tussen de warmtewisselaar en de tweede opening. Verder bij voorkeur is de tweede luchtpomp gepositioneerd tussen de warmtewisselaar en de vierde opening. Daarmee zijn de luchtpompen geplaatst aan de uitgangszijden van de respectievelijke kanalen. Hierdoor wordt de lucht doorheen de warmtewisselaar getrokken in beide richtingen, zodat in de warmtewisselaar geen noemenswaardige drukverschillen optreden. Alternatief worden de luchtpompen geplaatst aan dePreferably, the first air pump is positioned between the heat exchanger and the second opening. Furthermore preferably the second air pump is positioned between the heat exchanger and the fourth opening. The air pumps are thus placed on the outlet sides of the respective channels. As a result, the air is drawn through the heat exchanger in both directions, so that no significant pressure differences occur in the heat exchanger. Alternatively, the air pumps are placed on the

BE2016/0105 openingen in de behuizing die aan de buitenmuur grenzen, om de luchtpompen op maximale kanaalafstand van de binnenzijde van het gebouw te positioneren. Hierdoor kan de ventilatie-unit geoptimaliseerd worden om minimaal geluid te produceren binnen in het gebouw.BE2016 / 0105 openings in the housing adjacent to the outer wall, to position the air pumps at maximum duct distance from the inside of the building. This allows the ventilation unit to be optimized to produce minimal noise inside the building.

Bij voorkeur zijn de warmtewisselaar, de eerste luchtpomp en de tweede luchtpomp naast elkaar tussen de eerste zijwand en de tweede zijwand gepositioneerd zodanig dat tussen de eerste en tweede zijwand een minimale afstand is. Daarbij zijn bij voorkeur het eerste en het tweede kanaal zodanig georiënteerd in de behuizing dat ze slechts kruisen ter plaatse van de warmtewisselaar. Het gevolg is dat de behuizing met een minimale dikte kan gevormd worden. De dikte van de behuizing wordt namelijk slechts bepaald door het element met de grootste afmetingen, en wordt niet bepaald door de combinatie of opeenstapeling van elementen in de behuizing. Namelijk, de elementen worden naast elkaar voorzien. Hierdoor kan een ventilatie-unit worden voorzien met een compacte dikte, hetgeen toelaat de ventilatie-unit in een spouwmuur in te bouwen. Daarbij wordt opgemerkt dat in een spouwmuur typisch voldoende hoogte en breedte beschikbaar is voor de ventilatie-unit, zodat het hoger of breder uitvoeren van de behuizing om de elementen naast elkaar te plaatsen geen noemenswaardig nadeel vormt.Preferably, the heat exchanger, the first air pump and the second air pump are positioned side by side between the first side wall and the second side wall such that there is a minimum distance between the first and second side wall. Preferably, the first and second channels are oriented in the housing such that they cross only at the location of the heat exchanger. As a result, the housing can be formed with a minimum thickness. Namely, the thickness of the housing is determined only by the largest-sized element, and is not determined by the combination or stacking of elements in the housing. Namely, the elements are provided side by side. This makes it possible to provide a ventilation unit with a compact thickness, which allows the ventilation unit to be built into a cavity wall. It should be noted that in a cavity wall there is typically sufficient height and width available for the ventilation unit, so that a higher or wider construction of the housing to place the elements next to each other is not a significant drawback.

Bij voorkeur is aan elk van de eerste, tweede, derde, vierde en vijfde opening een buiselement voorzien aan de buitenzijde van de behuizing, hoofdzakelijk haaks op de eerste zijwand en de tweede zijwand. Deze buiselementen strekken zieh dan typisch uit doorheen de buitenmuur en doorheen de binnenmuur. Meer bepaald zal het buiselement dat zieh bevindt ter plaatse van de eerste en de vierde opening voorzien zijn om zieh doorheen de buitenmuur uit te strekken, en zullen de buiselementen die ter plaatse van de tweede, derde en vijfde opening voorzien zijn, zieh uitstrekken doorheen de binnenmuur. De buiselementen Iaten toe om de ventilatie-unit in te bouwen met minimale impact in de buitenmuur en binnenmuur.Preferably, on each of the first, second, third, fourth and fifth openings, a tubular member is provided on the outside of the housing, substantially perpendicular to the first side wall and the second side wall. These tubular elements then typically extend through the outer wall and through the inner wall. More specifically, the tubular member located at the first and fourth openings will be provided to extend through the outer wall, and the tubular members provided at the second, third, and fifth openings will extend through the interior wall. The pipe elements allow to install the ventilation unit with minimal impact in the outer wall and inner wall.

Bij voorkeur hebben de tweede opening, derde opening en vijfde opening elk een maximale diameter van 20 cm, meer bij voorkeur maximaal 15 cm. De ventilatie-unit zal door de beperkte diameter van de buizen een minimale visuele impact hebben, en eenvoudig afgewerkt worden.Preferably, the second opening, third opening and fifth opening each have a maximum diameter of 20 cm, more preferably a maximum of 15 cm. The ventilation unit will have a minimal visual impact due to the limited diameter of the pipes, and will be easily finished.

Bij voorkeur is de derde opening voorzien van een filter voor het filteren van binnenlucht die het tweede kanaal instroomt. De derde opening is voorzien ter plaatse van de binnenmuur en kan dus eenvoudig via de binnenmuur bereikt worden om de filter te vervangen. Dit vereenvoudigt onderhoud van de ventilatie-unit.Preferably, the third opening is provided with a filter for filtering indoor air that flows into the second channel. The third opening is provided at the location of the inner wall and can therefore easily be reached via the inner wall to replace the filter. This simplifies maintenance of the ventilation unit.

Bij voorkeur zijn de luchtpompen voorzien van radiale schoepen die voldoende groot zijn om een gewenste luchtstroom te creëren bij een laag toerental van de luchtpompen. Wanneer de luchtpompen een laag toerental hebben, zullen de luchtpompen ook weinig geluid maken, en een stille, laminaire stroming van lucht doorheen het kanaal kunnen vormen.Preferably, the air pumps are provided with radial blades that are large enough to create a desired airflow at a low speed of the air pumps. When the air pumps have a low speed, the air pumps will also make little noise, and can form a quiet, laminar flow of air through the channel.

BE2016/0105BE2016 / 0105

Bij voorkeur is de ventilatie-unit gevormd uit een kunststof schuim blok waarbij de kanalen gevormd zijn als holtes in het kunststof schuim blok en waarbij caviteiten voorzien zijn in het kunststof schuim blok voor het plaatsen van de warmtewisselaar en de eerste en de tweede luchtpomp. Een kunststof schuim blok, bijvoorbeeld geëxpandeerd polystyreenschuim (EPS), biedt goede isolatie-eigenschappen. Verder is het eenvoudig om in een matrijs een dergelijk schuim blok te vervaardigen waarbij holtes en caviteiten voorzien zijn om de werkingselementen van de ventilatie-unit in te bouwen en de kanalen te vormen. Daarmee wordt een cassette verkregen die de ventilatie-unit vormt.Preferably, the ventilation unit is formed from a plastic foam block, the channels being formed as voids in the plastic foam block and cavities being provided in the plastic foam block for placing the heat exchanger and the first and second air pumps. A plastic foam block, for example expanded polystyrene foam (EPS), offers good insulation properties. Furthermore, it is easy to manufacture such a foam block in a mold, with cavities and cavities being provided to build in the operating elements of the ventilation unit and to form the channels. This produces a cassette that forms the ventilation unit.

Bij voorkeur bevat de ventilatie-unit een deksel waarin luchtgeleiders voorzien zijn die minstens gedeeltelijk geleidingskanalen vormen voor het sturen van de lucht naar een buitenzijde van de muur. De geleidingskanalen kunnen in één uitvoeringsvorm gevormd worden tussen de luchtgeleiders van het deksel en het venstertablet. Deze deksel laat toe om de ventilatieunit op een bedrijfszekere en eenvoudige manier te monteren. Bij voorkeur wordt de tweede zij wand van de behuizing gevormd door een combinatie van de bovenwand en het deksel, waarbij de geleidingskanalen fungeren als verlengstukken van het eerste kanaal en tweede kanaal ter plaatse van de buitenzijde van het gebouw. Dit vereenvoudigt verder de montage van de ventilatieunit in een spouwmuur.Preferably, the ventilation unit contains a cover in which air conductors are provided which at least partly form guide channels for sending the air to an outside of the wall. The guide channels in one embodiment can be formed between the air guides of the lid and the window tablet. This lid allows to mount the ventilation unit in a reliable and simple way. Preferably, the second side wall of the housing is formed by a combination of the top wall and the cover, the guide channels acting as extensions of the first channel and second channel at the exterior of the building. This further simplifies the mounting of the ventilation unit in a cavity wall.

Bij voorkeur bevat de ventilatie-unit verder verbindingsmiddelen voor het bevestigen van de ventilatie-unit in een spouwmuur van een gebouw. De verbindingsmiddelen gevormd worden door twee zijelementen die enerzijds voorzien zijn om de ventilatie-unit te klemmen en anderzijds voorzien zijn om rechtstreeks of onrechtstreeks met een raam te verbinden. Een dergelijke opbouw laat een bedrijfszekere en eenvoudige montage toe van de ventilatie-unit bij een raam.Preferably, the ventilation unit further comprises connecting means for fastening the ventilation unit in a cavity wall of a building. The connecting means are formed by two side elements, which are provided on the one hand for clamping the ventilation unit and on the other hand for connecting directly or indirectly to a window. Such a construction allows a reliable and simple mounting of the ventilation unit near a window.

De uitvinding zal nu nader worden beschreven aan de hand van een in de tekening weergegeven uitvoeringsvoorbeeld.The invention will now be described in more detail with reference to an exemplary embodiment shown in the drawing.

In de tekening laat :In the drawing:

figuur 1 een muur van een gebouw zien met een opening voor een raam;figure 1 shows a wall of a building with an opening for a window;

figuur 2 een ploftekening zien van een samenstel van een raam met verdere elementen volgens een voorkeursuitvoeringsvorm van de uitvinding;Figure 2 shows an exploded view of an assembly of a window with further elements according to a preferred embodiment of the invention;

figuur 3a en 3b uitvoeringsvormen van een verdere opening in de binnenmuur zien;Figures 3a and 3b show embodiments of a further opening in the inner wall;

figuur 4 een doorsnede zien van een muur met samenstel;figure 4 shows a section of a wall with assembly;

figuur 5 een uitvoeringsvorm van een composiet draagprofiel zien;figure 5 shows an embodiment of a composite support profile;

figuur 6 een doorsnede van een behuizing met een ventilatie-unit zien;figure 6 shows a cross-section of a housing with a ventilation unit;

figuur 7 een perspectief aanzicht zien van een behuizing met een ventilatie-unit;figure 7 shows a perspective view of a housing with a ventilation unit;

BE2016/0105 figuur 8 een doorsnede zien van een muur met venstertablet;BE2016 / 0105 figure 8 shows a cross-section of a wall with window tablet;

figuur 9 een zijsegment van een venstertabletsamenstel volgens een voorkeursuitvoeringsvorm zien; en figuur 10 een Iangsdoorsnede zien van een venstertabletsamenstel.Figure 9 shows a side segment of a window tablet assembly according to a preferred embodiment; and Figure 10 shows a longitudinal section of a window tablet assembly.

In de tekening is aan eenzelfde of analoog element eenzelfde verwijzingscijfer toegekend.In the drawing, the same or analogous element is assigned the same reference numeral.

Figuur 1 toont een muur 1 van een gebouw waarin een opening voorzien is voor montage van een raam. Ramen worden typisch voorzien om licht in een gebouw te laten schijnen. De ramen worden dan ook typisch in een muur 1 voorzien die een binnenmuur 2 hebben, grenzend aan een binnenzijde van het gebouw, en een buitenmuur 3 hebben, voorzien aan een buitenzijde van het gebouw. Om warmteverlies te beperken wordt tussen de binnenmuur 2 en de buitenmuur 3 typisch een spouwmuur 4 voorzien. De spouwmuur is gedefinieerd door een afstand tussen de binnenmuur 2 en de buitenmuur 3, welke afstand door lucht of door een isolatiemateriaal gevuld is. Hierdoor wordt een thermische barrière gecreëerd tussen de binnenmuur 2 en de buitenmuur 3 zodat energie in het gebouw kan vastgehouden worden. In deze beschrijving wordt van binnenmuur 2, buitenmuur 3 en spouwmuur 4 gesproken, echter daarbij zal duidelijk zijn dat dit geen traditionele manier van bouwen impliceert. Een buitenmuur 3 is gedefinieerd als de buitenschil van een gebouw. De binnenmuur 4 is gedefinieerd als de elementen die een binnenschil van een gebouw vormen, waarbij de binnenschil thermisch geïsoleerd is van de buitenschil. De spouwmuur 4 is gedefinieerd als de ruimte en/of de elementen die de binnenschil en de buitenschil minstens gedeeltelijk thermisch van elkaar scheiden. De buitenmuur kan gevormd zijn uit steen, metaal, hout, crepie of ander geschikt materiaal om een buitenschil van een gebouw mee te vormen. Spouwmuur kan gevormd zijn door isolatieplaten of schuim die vast verbonden zijn met binnen- en/of buitenmuur. Alternatief kan de spouwmuur gevormd door een luchtlaag.Figure 1 shows a wall 1 of a building in which an opening is provided for mounting a window. Windows are typically provided to shine light into a building. The windows are therefore typically provided in a wall 1 which has an inner wall 2 adjacent to an inner side of the building and an outer wall 3 provided on an outer side of the building. To limit heat loss, a cavity wall 4 is typically provided between the inner wall 2 and the outer wall 3. The cavity wall is defined by a distance between the inner wall 2 and the outer wall 3, which distance is filled by air or by an insulating material. This creates a thermal barrier between the inner wall 2 and the outer wall 3 so that energy can be retained in the building. This description speaks of inner wall 2, outer wall 3 and cavity wall 4, but it will be clear that this does not imply a traditional way of building. An outer wall 3 is defined as the outer shell of a building. The inner wall 4 is defined as the elements forming an inner shell of a building, the inner shell being thermally insulated from the outer shell. The cavity wall 4 is defined as the space and / or the elements that at least partially thermally separate the inner shell and the outer shell. The outer wall can be formed of stone, metal, wood, crepie or other suitable material to form an outer shell of a building. Cavity wall can be formed by insulation plates or foam that are firmly connected to inner and / or outer wall. Alternatively, the cavity wall can be formed by an air layer.

Recente regelgeving en moderne technieken gaan nog een stap verder dan het creëren van thermische onderbreking tussen de buitenmuur 3 en binnenmuur 2 en voorzien ook in een luchtdichte folie in de muur 1 met als theoretisch doel om de binnenruimte luchtdicht in te pakken. Door deze luchtdichte folie kan lucht binnen in het gebouw niet noemenswaardig, of ten minste niet ongecontroleerd en noemenswaardig, uitwisselen met lucht buiten het gebouw. Hierdoor kan energieverlies verder beperkt worden. Deze luchtdichte folie dient aangesloten te worden aan het raam wanneer het raam in de opening geplaatst wordt.Recent regulations and modern techniques go a step further than creating thermal interruption between the outer wall 3 and inner wall 2 and also provide an airtight foil in the wall 1 with the theoretical goal of airtight packing the inner space. Due to this airtight foil, air inside the building cannot exchange noticeably, or at least not uncontrolled and noticeably, with air outside the building. This can further limit energy loss. This airtight foil must be connected to the window when the window is placed in the opening.

Reeds jaren is bekend om ook raamprofielen, waarmee ramen opgebouwd worden, van een thermische onderbreking te voorzien zodanig dat de profielen een buitendeel en een binnendeel bevatten, waarbij het buitendeel voorzien is om aan de buitenzijde van het gebouw teIt has been known for years to also provide window profiles, with which windows are built, with a thermal break, such that the profiles contain an outer part and an inner part, the outer part being provided for the outside of the building.

BE2016/0105 liggen en het binnendeel voorzien is om aan de binnenzijde van het gebouw te liggen. Dergelijke raamprofïelen worden dan gemonteerd ofwel met hun buitendeel tegen de buitenmuur 3, ofwel met hun binnendeel tegen de binnenmuur 2. Hierdoor kan de thermische onderbreking die tussen de buitenmuur 3 en binnenmuur 2 voorzien is doorgetrokken worden naar het raam. Op die manier kan de thermische onderbreking doorlopend gevormd zijn zodat geen koudebruggen ontstaan die energie-uitwisseling van buiten naar binnen in het gebouw en omgekeerd faciliteren. Daarbij zal voor de vakman duidelijk zijn dat als zowel binnendeel als buitendeel van een raam op één van een buitenmuur 3 of binnenmuur 2 geplaatst wordt, een ongewenste warmte-uitwisseling gefaciliteerd zou worden tussen ofwel buitenmuur en binnendeel van het raamprofiel ofwel binnenmuur en buitendeel van het raamprofiel zodat een koudebrug ontstaat. De luchtdichte folie die in de muur 1 voorzien is wordt tegen een rand van het raamprofiel gekleefd om luchtdicht aan te sluiten tegen het raamprofiel. Door het voorzien van een raam in een opening van een gebouw rekening houdend met de aspecten die hierboven zijn beschreven, kan een gebouw met een raam energetisch geoptimaliseerd worden.BE2016 / 0105 and the inner part is provided to lie on the inside of the building. Such window profiles are then mounted either with their outer part against the outer wall 3, or with their inner part against the inner wall 2. As a result, the thermal break provided between the outer wall 3 and inner wall 2 can be extended to the window. In this way, the thermal break can be formed continuously so that no thermal bridges are created that facilitate energy exchange from the outside to the inside of the building and vice versa. It will be clear to the skilled person that if both the inner part and the outer part of a window are placed on one of an outer wall 3 or inner wall 2, an undesired heat exchange would be facilitated between either the outer wall and the inner part of the window profile or the inner wall and the outer part of the window profile so that a thermal bridge is created. The airtight foil provided in the wall 1 is glued to an edge of the window profile in order to fit airtightly against the window profile. By providing a window in an opening of a building taking into account the aspects described above, a building with a window can be energetically optimized.

Figuur 2 toont een ploftekening van een raam 5 met toegevoegde functionaliteiten, dat voorzien is om ingebouwd te worden in de opening in de muur 1 zoals getoond in figuur 1. Het raam 5 bestaat uit raamprofïelen. De raamprofïelen vormen in gemonteerde toestand het raam, ook wel raamwerk genoemd, waarin glas 6 geplaatst kan worden. Het raam kan star zijn of voorzien zijn van Scharnieren en/of andere elementen die toelaten om het raam te openen waardoor het een multifunctioneel raam is. Dergelijke technieken zijn bekend en worden daarom in deze beschrijving niet verder in detail beschreven. De term raamprofïelen is in deze beschrijving een verzamelnaam voor alle profielen incl. Scharnieren en/of andere elementen die gebruikt worden om een raam, star of multifunctioneel te vervaardigen.Figure 2 shows an exploded view of a window 5 with added functionalities, which is provided to be built into the opening in the wall 1 as shown in figure 1. The window 5 consists of window profiles. When mounted, the window profiles form the window, also referred to as a frame, in which glass 6 can be placed. The window can be rigid or provided with Hinges and / or other elements that allow the window to be opened, making it a multifunctional window. Such techniques are known and are therefore not described in further detail in this description. The term window profiles in this description is a collective name for all profiles incl. Hinges and / or other elements that are used to manufacture a window, rigid or multifunctional.

Figuur 2 toont verder een ventilatiesysteem 7 dat hieronder verder in detail zal besproken worden met verwijzing naar figuren 6 en 7. Het ventilatiesysteem is getoond als een ventilatie-unit en laat toe om een gecontroleerde luchtstroom van binnen naar buiten en van buiten naar binnen, doorheen de muur 1, te forceren. Meerdere ventilatie-units kunnen in meerdere respectievelijke kamers van een gebouw geplaatst worden om samen het ventilatiesysteem van het gebouw te vormen. Omdat elke ventilatie-unit uit het ventilatiesysteem individueel opereert, kan het ventilatiesysteem uitgelegd worden in deze beschrijving door de werking van één ventilatieunit te beschrijven. Het zal daarbij duidelijk zijn dat meerdere ventilatie-units wel onafhankelijk kunnen werken, maar dat de vakman deze operationeel kan koppelen om een vooraf bepaalde werkingsinteractie te krijgen tussen de verschillende ventilatie-units in het ventilatiesysteem. Elke ventilatie-unit uit het ventilatiesysteem is voorzien van een warmtewisselaar voor een energieuitwisseling tussen de instromende en uitstromende lucht. Het ventilatiesysteem kan beschouwdFigure 2 further shows a ventilation system 7 which will be discussed in further detail below with reference to figures 6 and 7. The ventilation system is shown as a ventilation unit and allows controlled airflow from the inside out and from the outside in. to force wall 1. Multiple ventilation units can be placed in multiple respective rooms of a building to form the building's ventilation system. Since each ventilation unit from the ventilation system operates individually, the ventilation system can be explained in this description by describing the operation of one ventilation unit. It will be clear that several ventilation units can work independently, but that the skilled person can link them operationally to get a predetermined interaction between the different ventilation units in the ventilation system. Each ventilation unit from the ventilation system is equipped with a heat exchanger for an energy exchange between the incoming and outgoing air. The ventilation system can be considered

BE2016/0105 worden als een decentraal ventilatiesysteem. Namelijk in een gebouw kunnen meerdere van dergelijke ventilatie-units 7 voorzien worden, bijvoorbeeld bij meerdere raamopeningen in meerdere kamers van het gebouw, waarvan de werking afzonderlijk van elkaar stuurbaar is.BE2016 / 0105 as a decentralized ventilation system. Namely in a building, several such ventilation units 7 can be provided, for instance at several window openings in several rooms of the building, the operation of which can be controlled separately from one another.

Figuur 2 toont verder een composiet draagprofiel 8. Het composiet draagprofiel 8 is voorzien om enerzijds verbonden te worden met het raam 5 om het raam 5 te ondersteunen, en anderzijds om verbonden te worden met de ventilatie-unit 7 om de ventilatie-unit te dragen. Daarmee vormt het composiet draagprofiel 8 een intermediair element tussen het raam 5 en de ventilatie-unit 7. Het composiet draagprofiel zal hieronder in meer detail besproken worden aan de hand van figuur 3 en figuur 5. Het composiet draagprofiel is langwerpig en is aan beide einden voorzien om met de muur 1 te verbinden. Zo kan het raam 5, dat met een gedeelte van zijn periferie verbonden is met het composiet draagprofiel, onrechtstreeks via dit composiet draagprofiel 8 met de muur 1 verbonden worden. Hierdoor zal het raam goed bestand zijn tegen laterale krachten die op het raam aangrijpen, bijvoorbeeld ten gevoige van wind die tegen het glas 6 blaast. Het composiet draagprofiel 8 heeft in een voorkeursuitvoeringsvorm een verdere functie, namelijk het vormen van het achtersegment van het frame voor een venstertabletsamenstel. Dit is hieronder verder toegelicht aan de hand van figuur 8.Figure 2 further shows a composite support profile 8. The composite support profile 8 is provided on the one hand to be connected to the window 5 to support the window 5, and on the other hand to be connected to the ventilation unit 7 to support the ventilation unit . The composite support profile 8 thus forms an intermediate element between the window 5 and the ventilation unit 7. The composite support profile will be discussed in more detail below with reference to figure 3 and figure 5. The composite support profile is elongated and is at both ends provided to connect to wall 1. The window 5, which is connected to the composite support profile with a part of its periphery, can thus be connected indirectly to the wall 1 via this composite support profile 8. As a result, the window will be well resistant to lateral forces acting on the window, for example as a result of wind blowing against the glass 6. In a preferred embodiment, the composite support profile 8 has a further function, which is to form the rear section of the frame for a window tablet assembly. This is further explained below with reference to figure 8.

Figuur 2 toont een verder composiet draagprofiel 9 dat voorzien is voor het monteren van een zonneweringskast 10 boven het raam 5. Het verder composiet draagprofiel 9 is langwerpig en aan beide einden voorzien om met de muur 1 verbonden te worden. Ook kan het verder composiet draagprofiel 9 voorzien zijn om via de zijden die tegen de binnenmuur aanliggen, met de binnenmuur te verbinden. Laterale geleiders 11 worden voorzien ter plaatse van overstaande opstaande profielen van het raam 5 om een zonneweringsscherm of rolluik uit de zonneweringskast 10 te geleiden. Een zonneweringskast en laterale geleiders zijn bekend en worden daarom niet verder beschreven in deze beschrijving. Net zoals het composiet draagprofiel 8, zal ook het verder composiet draagprofiel 9 langwerpig zijn en aan beide einden voorzien zijn om met de muur 1 te verbinden. Zo kan het raam 5, dat met een bovenste periferie verbonden is met het verder composiet draagprofiel, onrechtstreeks via dit verder composiet draagprofiel 9 met de muur 1 verbonden worden. Hierdoor zal het raam goed bestand zijn tegen laterale krachten die op het raam aangrijpen, bijvoorbeeld ten gevoige van wind die tegen het glas 6 blaast.Figure 2 shows a further composite support profile 9, which is provided for mounting a sun protection box 10 above the window 5. The further composite support profile 9 is elongated and is provided at both ends for connection to the wall 1. The further composite support profile 9 can also be provided for connecting to the inner wall via the sides which abut the inner wall. Lateral guides 11 are provided at the location with upright upright profiles of the window 5 to guide a sun protection screen or shutter from the sun protection box 10. A sun protection box and lateral guides are known and are therefore not further described in this description. Just like the composite support profile 8, the further composite support profile 9 will also be elongated and be provided at both ends to connect to the wall 1. Thus, the window 5, which is connected to the further composite support profile with an upper periphery, can be connected indirectly to the wall 1 via this further composite support profile 9. As a result, the window will be well resistant to lateral forces acting on the window, for example as a result of wind blowing against the glass 6.

Figuur 2 toont verder een venstertablet 12 dat samen met een venstertabletframe gevormd door het achtersegment 8 en twee zijsegmenten 13 en 13’ een venstertabletsamenstel vormt om afwatering ter plaatse van de buitenzijde van het raam 5 te optimaliseren. Het venstertabletsamenstel met het venstertablet 12 en de zijsegmenten 13 en 13’ zijn hieronder verder in detail beschreven aan de hand van figuren 8, 9 en 10.Figure 2 further shows a window tablet 12 which, together with a window tablet frame formed by the rear segment 8 and two side segments 13 and 13, forms a window tablet assembly to optimize drainage at the exterior of the window 5. The window tablet assembly with the window tablet 12 and side segments 13 and 13 are described in further detail below with reference to Figures 8, 9 and 10.

BE2016/0105BE2016 / 0105

Figuren 3A en 3B tonen verschillende vormen van openingen in een binnenmuur om een raam 5 met ventilatie-unit 7 en zonneweringskast 10 te monteren. Daarbij wordt uitgegaan van een renovatiesituatie waarbij de buitenmuur 3 maximaal behouden blijft. Door het maximaal behouden van de buitenmuur 3, kan de esthetiek van de buitenmuur behouden blijven, en moet de buitenmuur 3 niet geretoucheerd worden.Figures 3A and 3B show different forms of openings in an inner wall for mounting a window 5 with ventilation unit 7 and sun protection box 10. This is based on a renovation situation in which the outer wall 3 is maximally retained. By maximally preserving the outer wall 3, the aesthetics of the outer wall can be maintained, and the outer wall 3 does not have to be retouched.

Omdat het raam 5 met de zonneweringskast 10 en de ventilatie-unit bij voorkeur als geheel gemonteerd wordt in de opening, zal de binnenmuur 2 van een verdere opening 18 voorzien worden die meerdere secties bevat. Een eerste sectie 14 van de verdere opening stemt hoofdzakelijk overeen met de grootte van het raam 5, en bij voorkeur ook met de opening 17 in de buitenmuur. Daarbij kan de breedte van de eerste sectie 14 van de verdere opening indien gewenst breder gemaakt worden dan de breedte van de opening 17 in de buitenmuur 3 om minstens een gedeelte van de raamprofïelen van het raam 5 aan het oog te onttrekken, kijkend van buiten het gebouw naar de buitenmuur 3.Since the window 5 with the sun protection box 10 and the ventilation unit is preferably mounted as a whole in the opening, the inner wall 2 will be provided with a further opening 18 containing several sections. A first section 14 of the further opening mainly corresponds to the size of the window 5, and preferably also to the opening 17 in the outer wall. In addition, if desired, the width of the first section 14 of the further opening can be made wider than the width of the opening 17 in the outer wall 3 in order to conceal at least a part of the window profiles of the window 5, looking from the outside. building to the outside wall 3.

Ter plaatse van de bovenkant van de eerste sectie 14 van de verdere opening is een derde sectie 16 voorzien van de verdere opening. Door het voorzien van deze derde sectie 16 kan de zonneweringkast 10, via de opening in de binnenmuur 2, tot in de spouwmuur 4 gebracht worden.At the top of the first section 14 of the further opening, a third section 16 is provided with the further opening. By providing this third section 16, the sun protection box 10 can be brought into the cavity wall 4 via the opening in the inner wall 2.

De verdere opening 18 vertoont verder een tweede sectie 15 die aangepast is om de ventilatie-unit 7 via de verdere opening 18 tot in de spouwmuur 4 te brengen. In de uitvoeringsvorm uit figuur 3A is de tweede sectie 15 voorzien onder de eerste sectie 14. De tweede sectie 15 is noemenswaardig minder breed dan de eerste sectie 14 omdat de ventilatie-unit 7 typisch noemenswaardig minder breed is dan het raam 5. In een tweede uitvoeringsvorm, getoond in figuur 3B, is de tweede sectie 15’ gevormd grenzend aan een opstaande rand van de eerste sectie 14. Dit laat toe om de ventilatie-unit 7 naast het raam 5 te positioneren. In het bijzonder wanneer onder het raam 5 niet voldoende, of geen ruimte is voor het plaatsen van de ventilatie-unit 7, wordt deze uitvoeringsvorm toegepast. Voorbeeldsituaties zijn ramen die zieh onderaan tot dichtbij een vloeroppervlak uitstrekken, en ramen waarvan een onderkant hoofdzakelijk gelijk met een vloemiveau geplaatst is, bijvoorbeeld ramen die als doorgang gebruikt worden. Door het voorzien van deze tweede sectie 15 kan de ventilatie-unit 7, via de opening in de binnenmuur 2, tot in de spouwmuur 4 gebracht worden.The further opening 18 further has a second section 15 which is adapted to bring the ventilation unit 7 through the further opening 18 into the cavity wall 4. In the embodiment of Figure 3A, the second section 15 is provided under the first section 14. The second section 15 is noticeably less wide than the first section 14 because the ventilation unit 7 is typically noticeably less wide than the window 5. In a second Embodiment, shown in Figure 3B, the second section 15 'is formed adjacent an upright edge of the first section 14. This allows the ventilation unit 7 to be positioned next to the window 5. In particular, when under the window 5 there is not enough or no space for placing the ventilation unit 7, this embodiment is used. Example situations are windows that extend below to near a floor surface, and windows whose bottom is placed mainly flush with a floor level, for example windows used as a passage. By providing this second section 15, the ventilation unit 7 can be brought into the cavity wall 4 via the opening in the inner wall 2.

Figuur 3A toont de posities 22 waar het verder composiet draagprofiel 9 met de binnenmuur kan verbonden worden. Figuur 3 A toont verder posities 22’ waar het composiet draagprofiel 8 met de binnenmuur verbonden is. Daarbij toont figuur 3A dat het composiet draagprofiel 8 een breedte heeft die noemenswaardig gelijk is aan de breedte van de eerste sectie 14 van de verdere opening, zodanig dat het composiet draagprofiel 8 de tweede sectie 15 van deFigure 3A shows the positions 22 where the further composite support profile 9 can be connected to the inner wall. Figure 3A further shows positions 22 where the composite support profile 8 is connected to the inner wall. Figure 3A shows that the composite support profile 8 has a width which is noticeably equal to the width of the first section 14 of the further opening, such that the composite support profile 8 the second section 15 of the

BE2016/0105 verdere opening overspant. Het composiet draagprofiel 8 kan met andere woorden op de opstaande wanden van de tweede sectie 15 van de verdere opening geiegd worden om zo de tweede sectie 15 af te dekken. Het composiet draagprofiel 8 vormt daarmee hoofdzakelijk de onderzijde van de eerste sectie 14 van de verdere opening. In een alternatieve uitvoeringsvorm waarbij een raam met ventilatie-unit, zonder zonnewering, voorzien wordt, is sectie 16 niet voorzien, en zal de opening in de binnenmuur enkel de secties 14 en 15 bevatten.BE2016 / 0105 further opening spans. In other words, the composite support profile 8 can be placed on the upright walls of the second section 15 of the further opening in order to cover the second section 15. The composite support profile 8 thus forms mainly the bottom side of the first section 14 of the further opening. In an alternative embodiment where a window with a ventilation unit, without sun blinds, is provided, section 16 is not provided, and the opening in the inner wall will only contain sections 14 and 15.

Volgens een altematieve uitvoeringsvorm zoals getoond in figuur 3B, wordt het composiet draagprofiel 19 gepositioneerd in de tweede sectie 15’ van de verdere opening, tussen de posities 22. Met andere woorden wordt het composiet draagprofiel 19 niet onderaan en liggend gepositioneerd, maar wel opstaand en ter plaatse van een zijwand van het raam geplaatst. In deze uitvoeringsvorm wordt de ventilatie-unit ook ter plaatse van deze zijwand van het raam geplaatst. Het verder composiet draagprofiel 9 kan dan bevestigd worden tussen enerzijds het composiet draagprofiel 19 in de tweede sectie 15’ en de positie 22 in de derde sectie 16, die aan de linkerzijde van de opening uit figuur 3B weergegeven is anderzijds. De openingen zoals getoond in figuur 3A en 3B laten toe om een raam dat vooraf verbonden is met de ventilatie-unit en/of zonneweringskast via de binnenmuur te monieren. Hierdoor kan voorbereidend montagewerk maximaal elders, bijvoorbeeld in een raamfabriek, uitgevoerd worden terwijl de montagestappen op de werf, dit is in het gebouw met de muur 1 waarin het raam 5 voorzien moet worden, geminimaliseerd worden. Niet enkel heeft dit een positieve invloed op de constructietijd, maar ook wordt de kans op foutieve montage geminimaliseerd. Verder kan het minimale vaardigheids- en kennisniveau van personen, die het raam in de muur 1 plaatsen, minimaal zijn.According to an alternative embodiment as shown in figure 3B, the composite support profile 19 is positioned in the second section 15 'of the further opening, between the positions 22. In other words, the composite support profile 19 is not positioned at the bottom and in a horizontal position, but instead it is upright and placed at the side of the window. In this embodiment, the ventilation unit is also placed at the location of this side wall of the window. The further composite support profile 9 can then be fixed between, on the one hand, the composite support profile 19 in the second section 15 and the position 22 in the third section 16, which is shown on the left side of the opening of figure 3B on the other. The openings as shown in figure 3A and 3B allow a window that is pre-connected to the ventilation unit and / or sun protection cabinet to be mounted via the inner wall. As a result, preparatory assembly work can be carried out maximally elsewhere, for example in a window factory, while the assembly steps on the construction site, this is in the building with the wall 1 in which the window 5 must be provided, are minimized. Not only does this have a positive influence on the construction time, but it also minimizes the chance of incorrect installation. Furthermore, the minimum skill and knowledge level of people who place the window in the wall 1 can be minimal.

Figuur 4 toont een opstaande dwarsdoorsnede van een muur met een opening waarin een raam geplaatst is. De figuur toont hoe de muur een binnenmuur 2 en een buitenmuur 3 heeft. In de buitenmuur is een opening 17 voorzien die hoofdzakelijk overeenstemt met de afmetingen van het raam 5. In de binnenmuur 2 is een verdere opening 18 voorzien die groter is dan de afmetingen van het raam 5, nl. de verdere opening 18 heeft, zoals hierboven uitgebreid beschreven, een eerste sectie 14, een tweede sectie 15 en een derde sectie 16 voor het monieren van het raam 5, de ventilatie-unit 7 en de zonneweringskast 10 respectievelijk. De figuur toont ook hoe tussen de binnenmuur 2 en de buitenmuur 3 een spouwmuur gevormd is. Daarbij illustreert figuur 4 hoe de ventilatie-unit 7, de zonneweringskast 10 en de laterale geleiders 11 zieh volledig in de spouwmuur kunnen uitstrekken.Figure 4 shows an upright cross-section of a wall with an opening in which a window is placed. The figure shows how the wall has an inner wall 2 and an outer wall 3. In the outer wall, an opening 17 is provided, which mainly corresponds to the dimensions of the window 5. In the inner wall 2, a further opening 18 is provided which is larger than the dimensions of the window 5, i.e. has the further opening 18, as above described extensively, a first section 14, a second section 15 and a third section 16 for mounting the window 5, the ventilation unit 7 and the sun protection box 10, respectively. The figure also shows how a cavity wall is formed between the inner wall 2 and the outer wall 3. Fig. 4 illustrates how the ventilation unit 7, the sun protection box 10 and the lateral guides 11 can extend completely into the cavity wall.

In de uitvoeringsvorm uit figuur 4 is nagenoeg de volledige spouwmuur, besehouwd in de dwarsrichting daarvan, opgevuld door de ventilatie-unit 7, onder het raam 5, en de zonneweringskast 10 boven het raam 5. Dit is het gevolg van de diepte van de spouwmuur die in de uitvoeringsvorm uit figuur 4 overeenstemt met de inbouwdiepte van de ventilatie-unit 7 enIn the embodiment of figure 4, almost the entire cavity wall, carved in its transverse direction, is filled by the ventilation unit 7, under the window 5, and the sun protection box 10 above the window 5. This is due to the depth of the cavity wall which in the embodiment of figure 4 corresponds to the installation depth of the ventilation unit 7 and

BE2016/0105 van de zonneweringskast 10. Dit is een voorkeurssituatie die in de praktijk niet altijd voorkomt, en die ook niet altijd nodig is. Wanneer de spouwmuur dieper is dan de vereiste inbouwdiepte voor de ventilatie-unit 7 en/of de zonneweringskast 10, zal een spatie ontstaan tussen de buitenmuur 3 en de ventilatie-unit 7 en/of de zonneweringskast 10. Deze spatie kan afgewerkt worden op traditionele wijze door middel van buitenschrijnwerk. Deze spatie ontstaat met name wanneer het raam 5 uitgelijnd wordt ter plaatse van de binnenmuur 2. Alternatief kan het raam 5 dieper in de muur gemonteerd worden op de spatie tussen de buitenmuur 3 en de ventilatie-unit en/of de zonneweringskast 10 te minimaliseren. Hiervoor kunnen steunelementen voorzien worden op de binnenmuur 2 om het raam 5 te dragen wanneer het raam zieh dieper in de muur, dit is dan typisch in de spouwmuur, uitstrekt.BE2016 / 0105 of the sun protection box 10. This is a preferred situation that does not always occur in practice, and is not always necessary. If the cavity wall is deeper than the required installation depth for the ventilation unit 7 and / or the sun protection box 10, a space will be created between the outer wall 3 and the ventilation unit 7 and / or the sun protection box 10. This space can be finished on traditional way through exterior joinery. This space is created in particular when the window 5 is aligned at the location of the inner wall 2. Alternatively, the window 5 can be mounted deeper in the wall to minimize the space between the outer wall 3 and the ventilation unit and / or the sun protection box 10. For this purpose, support elements can be provided on the inner wall 2 to support the window 5 when the window extends deeper into the wall, which is then typically in the cavity wall.

In een andere situatie is de diepte van de spouwmuur kleiner dan de inbouwdiepte van de ventilatie-unit 7 en/of de zonneweringskast. In een dergelijke situatie kan de ventilatie-unit en/of de zonneweringskast partieel in de spouwmuur en partieel in de opening 18 gemonteerd worden. Het raam 5 zal zieh dan, in de dwarsrichting van de muur besehouwd, dichter bij de binnenzijde van de binnenmuur bevinden dan getoond is in de uitvoeringsvorm van figuur 4.In another situation, the depth of the cavity wall is smaller than the installation depth of the ventilation unit 7 and / or the sun protection box. In such a situation, the ventilation unit and / or the sun protection box can be partially mounted in the cavity wall and partially in the opening 18. The window 5 will then, when carved in the transverse direction of the wall, be closer to the inner side of the inner wall than is shown in the embodiment of figure 4.

Figuur 4 toont een optimale situatie voor het monieren van een raam met extra functionaliteiten, die belichaamd zijn door elementen die aan het raam 5 bijgebouwd worden. Zo toont figuur 4 het raam 5, en een ventilatie-unit 7 die voorzien is voor het op gecontroleerde wijze van binnen naar buiten en van buiten naar binnen laten strömen van lucht. Daarbij bevat de ventilatie-unit een warmtewisselaar zodat energie gerecupereerd kan worden. De ventilatie-unit bevat openingen naar een binnenmuur 2, waarvan één opening weergegeven is in de figuur en aangeduid is met referentiecijfer 35. De ventilatie-unit 7 zal hieronder meer in detail besproken worden aan de hand van figuren 6 en 7. De ventilatie-unit 7 is verbonden met een composiet draagprofiel 8, dat verder verbonden is met het raam 5. Op die manier vormt het raam 5 één geheel met de ventilatie-unit 7, en kan het als geheel doorheen de verdere opening 18 ingebouwd worden. De ventilatie-unit 7 wordt voorzien, minstens ter zijde van de binnenmuur 2 en van de onderkant, van een waterdichte laag 75. Omdat in de ventilatie-unit, zoals hieronder in detail toegelicht wordt, ten gevolge van het forceren van een luchtstroom, drukverschillen zullen ontstaan, en omdat in de ventilatie-unit wärmte uitgewisseld wordt, waardoor condens kan ontstaan, is het niet ondenkbaar dat de ventilatie-unit in de praktijk condenswater zal lekken. Dit water wordt door de waterdichte laag 75 verhinderd om naar de binnenmuur te vloeien. Het water wordt door de waterdichte laag 75 richting de buitenmuur 3 geleid, zodat het van daar verder naar buiten kan vloeien. Zo worden vochtplekken aan de binnenmuur voorkomen, en wordt voorkomen dat isolatie nat wordt. De waterdichte laag 75 is bij voorkeur gevormd als een waterdichte folie die zieh uitstrekt vanaf het composiet draagprofiel 8 tot aan de buitenmuur 3, waarbij de ventilatie-unit zieh aan deFigure 4 shows an optimal situation for mounting a window with additional functionalities, which are embodied by elements that are added to the window 5. For example, figure 4 shows the window 5 and a ventilation unit 7 which is provided for the flow of air in a controlled manner from the inside to the outside and from the outside to the inside. In addition, the ventilation unit contains a heat exchanger so that energy can be recovered. The ventilation unit contains openings to an inner wall 2, one opening of which is shown in the figure and is indicated with reference numeral 35. The ventilation unit 7 will be discussed in more detail below with reference to figures 6 and 7. The ventilation unit 7 is connected to a composite support profile 8, which is further connected to the window 5. In this way, the window 5 forms a whole with the ventilation unit 7, and can be built in as a whole through the further opening 18. The ventilation unit 7 is provided, at least on the side of the inner wall 2 and on the bottom, with a waterproof layer 75. Because in the ventilation unit, as explained in detail below, due to the forcing of an air flow, pressure differences and because heat is exchanged in the ventilation unit, which can cause condensation, it is not inconceivable that the ventilation unit will leak condensation in practice. This water is prevented from flowing to the inner wall by the waterproof layer 75. The water is led through the waterproof layer 75 towards the outer wall 3, so that it can flow further out from there. This prevents damp spots on the inner wall and prevents insulation from getting wet. The watertight layer 75 is preferably formed as a watertight film extending from the composite support profile 8 to the outer wall 3, the ventilation unit being on the

BE2016/0105 buitenmuurzijde van de folie bevindt. Als alternatief voor de waterdichte laag 75 kan de ventilatieunit voorzien worden in een behuizing, bijvoorbeeld uit kunststof, waarbij de behuizing hoofdzakelijk waterdicht gevormd is en een uitlaat bevat voor water ter plaatse van de buitenmuurBE2016 / 0105 outside wall side of the foil. As an alternative to the waterproof layer 75, the ventilation unit can be provided in a housing, for instance of plastic, in which the housing is mainly waterproof and contains an outlet for water at the location of the outer wall

3. Verder alternatief wordt de behuizing voorzien van een waterdichte coating zodat een hoofdzakelijk waterdichte bak verkregen is.3. Furthermore, the housing is provided with a waterproof coating, so that a mainly waterproof container is obtained.

Het composiet draagprofiel 8 wordt, wanneer het raam in de muur gemonteerd wordt, verbonden met de binnenmuur 2, bijvoorbeeld ter plaatse van verbindingsposities 22’ zoals getoond in figuur 3A. Daarmee vormt het composiet draagprofiel 8 een onderste steunbalk voor het raam 5 zodat het raam 5 op het composiet draagprofiel 8 kan rüsten en daarmee verbonden is, om zo ter plaatse van een onderste deel van de periferie van het raam onrechtstreeks met de binnenmuur 2 verbonden te worden via het composiet draagprofiel 8. Op die manier kan het raam 5 optimaal laterale krachten opvangen. Het composiet draagprofiel 8 vormt verder een ophangelement voor de ventilatie-unit 7, zodat verdere steunpunten in de muur voor de ventilatieunit 7 onnodig zijn. Dit maakt montage van het geheel van ventilatie-unit, composiet draagprofiel en raam 5 uiterst eenvoudig.When the window is mounted in the wall, the composite support profile 8 is connected to the inner wall 2, for example at the location of connecting positions 22 'as shown in figure 3A. The composite support profile 8 thus forms a lower support beam for the window 5, so that the window 5 can rest on and be connected to the composite support profile 8, so that it can be indirectly connected to the inner wall 2 at the location of a lower part of the periphery of the window. via the composite support profile 8. In this way, the window 5 can optimally absorb lateral forces. The composite support profile 8 further forms a suspension element for the ventilation unit 7, so that further supports in the wall for the ventilation unit 7 are unnecessary. This makes assembly of the whole of the ventilation unit, composite support profile and window 5 extremely easy.

Figuur 4 toont verder een zonneweringskast 10 die in de spouwmuur geplaatst is en vastgehouden wordt door een verder composiet draagprofiel 9. Het verder composiet draagprofiel 9 kan verbonden worden met de binnenmuur 2 ter plaatse van verbindingsposities 22 die aangeduid zijn in figuur 3 A. daarmee kan de zonneweringskast 10 gepositioneerd worden in de spouwmuur. Ook kan de zonneweringskast 10 via het verder composiet draagprofiel met het raam 5 verbonden zijn. Daarmee vormt het verder composiet draagprofiel 9 het verbindingselement tussen enerzijds het raam 5 en anderzijds de zonneweringskast 10. Net zoals bij de ventilatie-unit 7, heeft dit als voordeel dat het raam 5 samen met de zonneweringskast 10 als één geheel gemonteerd kan worden in de opening 18. Verder kan het raam, via het verder composiet draagprofiel, met de muur verbonden zijn ter plaatse van zijn bovenste periferie, om zo optimaal laterale krachten op het raam te kunnen opvangen. Onder de zonneweringskast 10 strekken zieh typisch laterale geleiders 11 uit voor het geleiden van de laterale zijden van de zonnewering. Daarbij kan de zonnewering gevormd worden door een zonneweringseherm of door een rolluik. Dergelijke zonneweringskasten met laterale geleiders en schermen en/of rolluiken zijn bekend en worden daarom niet verder in detail beschreven in deze beschrijving.Figure 4 further shows a sun protection box 10 which is placed in the cavity wall and is held by a further composite support profile 9. The further composite support profile 9 can be connected to the inner wall 2 at the connection positions 22 indicated in Figure 3A. the sun protection box 10 must be positioned in the cavity wall. The sun protection box 10 can also be connected to the window 5 via the further composite support profile. The further composite support profile 9 thus forms the connecting element between the window 5 on the one hand and the sun protection box 10 on the other hand. As with the ventilation unit 7, this has the advantage that the window 5 can be mounted as one unit together with the sun protection box 10. opening 18. Furthermore, the window, via the further composite support profile, can be connected to the wall at its upper periphery, so as to be able to absorb optimal lateral forces on the window. Under the sun protection box 10, typically lateral guides 11 extend to guide the lateral sides of the sun protection. The sun protection can be formed by a sun protection shield or a roller shutter. Such awnings with lateral guides and screens and / or shutters are known and are therefore not described in further detail in this description.

Het raam 5 wordt bij voorkeur verder voorzien van een venstertablet 12 dat water en/of vuil naar een buitenzijde van de buitenmuur 3 kan geleiden. Het venstertablet 12 strekt zieh uit vanaf het raam 5 tot aan de buitenmuur 3. Ter plaatse van het raam 5 is het venstertablet 12 bij voorkeur verbonden met het composiet draagprofiel 8. Het composiet draagprofiel 8 vormt daarmee een achterste segment van een frame dat deel uitmaakt van een venstertabletsamenstel.The window 5 is preferably further provided with a window tablet 12 which can conduct water and / or dirt to an outside of the outer wall 3. The window tablet 12 extends from the window 5 to the outer wall 3. At the window 5 the window tablet 12 is preferably connected to the composite support profile 8. The composite support profile 8 thus forms a rear segment of a frame which forms part of a window tablet assembly.

BE2016/0105BE2016 / 0105

Verder worden twee zijsegmenten 13 voorzien. Het venstertabletsamenstel wordt hieronder verder in detail toegelicht aan de hand van figuren 8, 9 en 10. Het venstertablet 12 heeft ter plaatse van het raam 5 een achterste opwaartse rand die voorzien is om aan te leimen tegen een opstaande steunwand 47 van het composiet draagprofiel 8. Hiermee is de positie van het venstertablet, minstens in de dwarsrichting van de muur, vast bepaald wanneer het venstertablet 12 met zijn achterste rand tegen de steunwand van het draagprofiel 8 ligt. In deze positie rust venstertablet 12 met zijn zijkanten op de zijsegmenten 13, en zijn de zijsegmenten voorzien om water af te voeren naar een buitenzijde van de buitenmuur, zoals hieronder verder toegelicht zal worden. Elk van de zijsegmenten 13 vormt bij voorkeur verder een onderste afwerkingselement van de laterale geleider 11.Furthermore, two side segments 13 are provided. The window tablet assembly is further explained in detail below with reference to Figures 8, 9 and 10. The window tablet 12 has a rear upward edge at the location of the window 5 which is provided to abut against an upright support wall 47 of the composite support profile 8 The position of the window tablet, at least in the transverse direction of the wall, is hereby determined when the window tablet 12 with its rear edge lies against the support wall of the support profile 8. In this position, window tablet 12 rests with its sides on the side segments 13, and the side segments are provided to drain water to an exterior of the exterior wall, as will be further explained below. Each of the side segments 13 preferably further forms a bottom finishing element of the lateral guide 11.

Bij voorkeur hebben de zonneweringskast 10, de laterale geleider 11, het zijsegment 13 en de ventilatie-unit 7 een hoofdzakelijk gelijke inbouwdiepte zodanig dat het geheel van het raam 5 met één of meer van deze voorgenoemde eiementen eenvoudig in te bouwen is in een opening van een muur.Preferably, the sun protection box 10, the lateral guide 11, the side segment 13 and the ventilation unit 7 have a substantially equal installation depth such that the whole of the window 5 with one or more of the aforementioned elements is easy to install in an opening of a wall.

Figuur 4 toont een situatie van een raam met eiementen waarbij de relatieve positie van de eiementen ten opzichte van het raam 5 gekozen is om te passen in een opening zoals weergegeven in figuur 3A. daarbij strekt het composiet draagprofiel 8 zieh uit onder het raam 5 over hoofdzakelijk de volledige breedte daarvan.Figure 4 shows a situation of a window with elements in which the relative position of the elements relative to the window 5 is chosen to fit in an opening as shown in Figure 3A. the composite support profile 8 herein extends under the window 5 over substantially the entire width thereof.

In figuur 4 wordt verder een voorbeeld getoond van een blaasmond 77 die voorzien wordt ter plaatse van de binnenmuur en die kanalen bevat om een luchtstroom 78 hoofdzakelijk parallel met de muur te realiseren. Daarbij kan instroom en uitstroom in een tegenovergestelde richting gerealiseerd worden, bijvoorbeeld uitstroom naar onder en instroom via boven. Zo worden strömen optimaal van elkaar gescheiden. Ook wordt via de blaasmond 77 een directe horizontale luchtstroom loodrecht op de binnenmuur, die voor een gebruiker of bewoner snel als oncomfortabel kan ervaren worden, vermeden worden en omgezet in een luchtstroom hoofdzakelijk parallel met de binnenmuur.Figure 4 further shows an example of a blowing nozzle 77 which is provided at the location of the inner wall and which contains channels to realize an air flow 78 substantially parallel to the wall. Inflow and outflow can be realized in the opposite direction, for example outflow to the bottom and inflow from above. This way streams are optimally separated from each other. Also, a direct horizontal air flow perpendicular to the inner wall, which can quickly be experienced as uncomfortable for a user or resident, is avoided via the blow nozzle 77 and converted into an air flow substantially parallel to the inner wall.

Figuur 5 toont een alternatief composiet draagprofiel 19 dat voorzien is voor het verbinden met het raam 5 op een relatieve positie die geoptimaliseerd is om in te bouwen in een opening zoals getoond in figuur 3B. Daarbij strekt het alternatief draagprofiel 19 zieh uit over een gedeelte van een opstaande perifere rand van het raam 5, en is het alternatief composiet draagprofiel 19 voorzien om verbonden te worden met de binnenmuur ter plaatse van verbindingsposities 22 die getoond zijn in figuur 3B. Het verder composiet draagprofiel 9 strekt zieh dan uit tussen de binnenmuur enerzijds en het alternatief composiet draagprofiel 19 anderzijds. In deze uitvoeringsvorm kan de ventilatie-unit 7 via het composiet draagprofiel 19 met het raam 5 verbonden worden. Bij voorkeur zal in deze uitvoeringsvorm de ventilatie-unit 7 met deFigure 5 shows an alternative composite support profile 19 which is provided for connecting to the frame 5 at a relative position optimized to be built into an opening as shown in Figure 3B. Thereby, the alternative support profile 19 extends over a portion of an upright peripheral edge of the window 5, and the alternative composite support profile 19 is provided to be connected to the inner wall at connection positions 22 shown in Figure 3B. The further composite support profile 9 then extends between the inner wall on the one hand and the alternative composite support profile 19 on the other. In this embodiment, the ventilation unit 7 can be connected to the window 5 via the composite support profile 19. In this embodiment, the ventilation unit 7 will preferably be connected to the

BE2016/0105 laterale geleiders 6 verbonden worden, welke laterale geleiders 6 met het raam verbonden zijn zodat de ventilatie-unit 7 via de laterale geleiders 6, onrechtreeks, met het raam verbonden is. Daarbij zal het composiet draagprofiel 9 een stevige verbinding tussen het raam 5 en de binnenmuur verzorgen.BE2016 / 0105 lateral guides 6 are connected, which lateral guides 6 are connected to the window so that the ventilation unit 7 is connected to the window indirectly via the lateral guides 6. The composite support profile 9 will thereby provide a firm connection between the window 5 and the inner wall.

Het alternatief composiet draagprofiel 19 is verder voorzien van openingen om de luchtstroom en toegang tot de filter in de ventilatie-unit toe te laten. De openingen zijn aangeduid in figuur 5 met referentiecijfer 21.The alternative composite support profile 19 is further provided with openings to allow airflow and access to the filter in the ventilation unit. The openings are indicated in figure 5 with reference numeral 21.

Figuur 5 toont hoe de langseinden van het alternatief composiet draagprofiel 19 en het verder composiet draagprofiel 9 voorzien zijn van verbindingselementen 20 voor het verbinden van het composiet draagprofiel met de binnenmuur 2. Deze verbindingselementen 20 zijn in de uitvoeringsvorm gevormd als L-vormige onderdeien, waarbij één deel van de L-vorm met het composiet draagprofiel verbonden wordt, en een ander been van de L-vorm met de muur verbonden kan worden. Verbinden van het verbindingselement met het composiet draagprofiel kan op verschillende manieren, bijvoorbeeld met schroeven, bouten, lijmen of lassen. Alternatief of aanvullend kan het verbindingselement vormcompatibel zijn met het composiet draagprofiel zodat het verbindingselement door zijn vorm verbonden kan worden met het draagprofiel. Daarbij kan het composiet draagprofiel gevormd zijn met een groef, en kan het verbindingselement zo gevormd zijn dat het in de groef kan grijpen om de positie van het verbindingselement ten opzichte van het composiet draagprofiel minstens gedeeltelijk vast te leggen. Volgens een alternatieve uitvoeringsvorm zijn de verbindingselementen 20 integraal en in één stuk gevormd met het composiet draagprofiel.Figure 5 shows how the longitudinal ends of the alternative composite supporting profile 19 and the further composite supporting profile 9 are provided with connecting elements 20 for connecting the composite supporting profile to the inner wall 2. In the embodiment these connecting elements 20 are formed as L-shaped parts, wherein one part of the L-shape can be connected to the composite support profile, and another leg of the L-shape can be connected to the wall. Connecting the connecting element to the composite support profile can be done in various ways, for example with screws, bolts, gluing or welding. Alternatively or additionally, the connecting element can be form compatible with the composite support profile so that the connecting element can be connected to the support profile due to its shape. In addition, the composite support profile can be formed with a groove, and the connecting element can be shaped such that it can engage in the groove to at least partially fix the position of the connecting element relative to the composite support profile. According to an alternative embodiment, the connecting elements 20 are integrally formed in one piece with the composite support profile.

Figuur 6 toont een doorsnede van een ventilatie-unit 7. De ventilatie-unit 7 bevat een warmtewisselaar 24, een eerste kanaal 33 en een tweede kanaal 40 voor het laten strömen van lucht van buiten naar binnen en van binnen naar buiten, respectievelijk, een eerste luchtpomp 34 en een tweede luchtpomp 41, die samen de ventilatie-unit 7 vormen en die in een behuizing 23 gemonteerd zijn. Het eerste kanaal 33 strekt zieh uit tussen een eerste opening 29 en een tweede opening 35. De eerste opening 29 is gevormd in een zijde van de behuizing 23 die grenst, wanneer de behuizing in de muur ingebouwd is, aan een buitenzijde van de muur 1. In het voorbeeld uit figuur 6 is de opening 29 gevormd in een bovenste wand van de behuizing 23 van de ventilatieunit 7. De eerste opening 29 is voorzien voor het laten strömen van buitenlucht naar binnen in het gebouw, hetgeen in figuur 6 geïllustreerd is met pijl 30. In het eerste kanaal 33 is een filter 31 voorzien voor het filteren van de instromende buitenlucht, die bij voorkeur geplaatst is om de lucht te filteren voordat de instromende lucht 30 doorheen de warmtewisselaar 24 vloeit.Figure 6 shows a cross-section of a ventilation unit 7. The ventilation unit 7 comprises a heat exchanger 24, a first channel 33 and a second channel 40 for flowing air from the outside in and from the inside out, respectively. first air pump 34 and a second air pump 41, which together form the ventilation unit 7 and which are mounted in a housing 23. The first channel 33 extends between a first opening 29 and a second opening 35. The first opening 29 is formed in a side of the housing 23 which, when the housing is built into the wall, is adjacent to an outside of the wall 1. In the example of Figure 6, the opening 29 is formed in an upper wall of the housing 23 of the ventilation unit 7. The first opening 29 is provided for allowing outside air to flow into the building, which is illustrated in Figure 6 with arrow 30. In the first channel 33, a filter 31 is provided for filtering the inflowing outside air, which is preferably placed to filter the air before the inflowing air 30 flows through the heat exchanger 24.

De warmtewisselaar 24 is van het type lucht-lucht, zodat een warmte-uitwisseling tussen een eerste en een tweede luchtstroom mogelijk is. Hiertoe bevat de warmtewisselaar 24 eenThe heat exchanger 24 is of the air-air type, so that a heat exchange between a first and a second air flow is possible. To this end, the heat exchanger 24 contains one

BE2016/0105 eerste ingang 25 en een eerste uitgang 26 voor het laten strömen van een eerste luchtstroom, en bevat de warmtewisselaar 24 een tweede ingang 27 en een tweede uitgang 28 voor het laten strömen van een tweede luchtstroom. Daarbij is de warmtewisselaar 24 voorzien voor het kruislings laten vloeien van de luchtstromen ten opzichte van elkaar op zodanige wijze dat warmte-uitwisseling tussen de strömen geoptimaliseerd is. Lucht-lucht warmtewisselaars zijn bekend, en de details van deze warmtewisselaar en zijn daarom niet verder in detail beschreven in deze beschrijving. Elk van de ingangen 25,27 en uitgangen 26,28 kunnen verder voorzien worden van luchtstroomgeleiders (niet weergegeven in figuur 6) om de luchtstroom te begeleiden. De luchtstroomgeleiders zijn verder voorzien, bij voorkeur ter plaatse van de binnenmuur 2, om de ingangen en uitgangen visueel af te werken.BE2016 / 0105 first inlet 25 and a first outlet 26 for steaming a first air stream, and the heat exchanger 24 comprises a second inlet 27 and a second outlet 28 for steaming a second air stream. Thereby, the heat exchanger 24 is provided for the cross-flow of the air flows relative to each other in such a way that heat exchange between the streams is optimized. Air-to-air heat exchangers are known, and the details of this heat exchanger are therefore not described in further detail in this description. Each of the inputs 25,27 and outputs 26,28 can further be provided with air flow guides (not shown in Figure 6) to guide the air flow. The airflow guides are further provided, preferably at the location of the inner wall 2, to visually finish the entrances and exits.

Het eerste kanaal 33 is verbonden met de eerste ingang 25 en eerste uitgang 26 van de warmtewisselaar 24 en het tweede kanaal 40 is verbonden met de tweede ingang 27 en de tweede uitgang 28 van de warmtewisselaar 24, zodanig dat het eerste kanaal 33 en het tweede kanaal 40 elkaar kruisen ter plaatse van de warmtewisselaar 24. In de warmtewisselaar 24 wordt dan energie uitgewisseld tussen enerzijds de lucht die stroomt in het eerste kanaal 33 en anderzijds de lucht die stroomt in het tweede kanaal 40. Zo is wärmte of koelte recupereerbaar.The first channel 33 is connected to the first input 25 and first output 26 of the heat exchanger 24, and the second channel 40 is connected to the second input 27 and the second output 28 of the heat exchanger 24, such that the first channel 33 and the second channel 40 intersect at the location of the heat exchanger 24. In the heat exchanger 24 energy is then exchanged between, on the one hand, the air flowing in the first channel 33 and, on the other hand, the air flowing in the second channel 40. Heat or coolness is thus recoverable.

De stroming van de lucht doorheen het eerste kanaal 33 wordt aangedreven door een eerste luchtpomp 34. De stroming van lucht doorheen het tweede kanaal 40 wordt aangedreven door een tweede luchtpomp 41. De eerste luchtpomp 34 en de tweede luchtpomp 41 zijn bij voorkeur identieke luchtpompen en kunnen synchroon of individueel aangedreven worden, afhankelijk van de werkingsvoorkeuren van de ventilatie-unit 7. Elke luchtpomp 34, 41 is bij voorkeur gevormd middels een luchtpomp die minimaal geluid produceert. Hiervoor is bij voorkeur een luchtpomp gekozen die aan een laag toerental draait. Daarbij is een laag toerental gedefinieerd als een toerental lager dan 1000 toeren per minuut (tr/min), bij voorkeur lager dan 500 tr/min, meer bij voorkeur lager dan 300 tr/min. Luchtpompen 34, 41 kunnen gekozen worden uit luchtpompen die lucht in een axiale richting beweging of in een radiale richting bewegen, axiaal en radiaal beschouwd ten opzichte van de primaire rotatie-as van de ventilator. Bij voorkeur zijn de luchtpompen 34, 41 voorzien voor het radiaal verplaatsen van lucht. Luchtpompen, waaronder Ventilatoren met radiale of axiale schoepen zijn bekend en worden daarom niet verder in detail beschreven in deze beschrijving.The flow of air through the first channel 33 is driven by a first air pump 34. The flow of air through the second channel 40 is driven by a second air pump 41. The first air pump 34 and the second air pump 41 are preferably identical air pumps and can be driven synchronously or individually, depending on the operating preferences of the ventilation unit 7. Each air pump 34, 41 is preferably formed by an air pump that produces minimal noise. For this purpose, an air pump is preferably selected that runs at a low speed. Thereby, a low speed is defined as a speed below 1000 rpm (rpm), preferably below 500 rpm, more preferably below 300 rpm. Air pumps 34, 41 can be selected from air pumps that move air in an axial direction or in a radial direction viewed axially and radially with respect to the primary axis of rotation of the fan. The air pumps 34, 41 are preferably provided for radially displacing air. Air pumps, including fans with radial or axial blades are known and are therefore not described in further detail in this description.

Het eerste kanaal 33 eindigt ter plaatse van een tweede opening 35 die voorzien is in een wand van de behuizing 23 die, wanneer de ventilatie-unit 7 in de muur ingebouwd is, grenst aan een binnenzijde van het gebouw. In het uitvoeringsvoorbeeld uit figuur 6 is de tweede opening 35 voorzien in de wand die parallel ligt met de binnenmuur 2. Doorheen de tweede opening 35 kan lucht de ruimte van het gebouw binnenstromen, hetgeen in de figuur is aangeduid met pijl 36.The first channel 33 terminates at the location of a second opening 35 which is provided in a wall of the housing 23 which, when the ventilation unit 7 is built into the wall, is adjacent to an interior of the building. In the exemplary embodiment from Figure 6, the second opening 35 is provided in the wall which is parallel to the inner wall 2. Air can flow through the second opening 35 into the space of the building, which is indicated in the figure by arrow 36.

BE2016/0105BE2016 / 0105

Het tweede kanaal 40 is analoog opgebouwd aan het eerste kanaal 33. Het tweede kanaal 40 strekt zieh uit tussen derde opening 37 die bij voorkeur gevormd is in dezelfde wand van de behuizing 23 dan de tweede opening 35. Verder bij voorkeur is de derde opening gepositioneerd op een afstand ten opzichte van de tweede opening 35 die groter is dan de som van de diameters van de tweede opening 35 en de derde opening 37, meer bij voorkeur groter is dan tweemaal de som van de diameters van de tweede opening 35 en de derde opening 37. Altematief is de tweede opening 35 geplaatst aan een eerste langszijde van de behuizing 23, in figuur 6 de linkerzijde, en is de derde opening 37 geplaatst aan een overstaande langszijde van de behuizing 23, in de figuur 6 de rechterzijde. Zo is de afstand tussen de tweede opening 35 en de derde opening 37 maximaal, rekening houdend met de grootte van de behuizing 23.The second channel 40 is constructed analogously to the first channel 33. The second channel 40 extends between third opening 37, which is preferably formed in the same wall of housing 23 as the second opening 35. Furthermore, preferably the third opening is positioned spaced from the second opening 35 which is greater than the sum of the diameters of the second opening 35 and the third opening 37, more preferably greater than twice the sum of the diameters of the second opening 35 and the third opening 37. Alternatively, the second opening 35 is placed on a first longitudinal side of the housing 23, in figure 6 the left side, and the third opening 37 is placed on a opposite longitudinal side of the housing 23, in figure 6 the right side. Thus, the distance between the second opening 35 and the third opening 37 is maximum, taking into account the size of the housing 23.

De derde opening 37 is voorzien voor het laten instromen in het tweede kanaal 40 van lucht die van binnen naar buiten stroomt, hetgeen in figuur 6 aangeduid is met pijl 39. De derde opening 37 is verder voorzien van een filter 38 voor het filteren van de instromende lucht. Deze filter 38 is eenvoudig toegankelijk via de opening 37. De lucht die via de derde opening 37 het tweede kanaal 40 instroomt, stroomt doorheen de warmtewisselaar 24, meer bepaald doorheen de tweede ingang 27 en de tweede uitgang 28, via de tweede luchtpomp 41 naar een vierde opening 42 in de behuizing 23. De vierde opening 42 is bij voorkeur geplaatst in een zelfde wand van de behuizing 23 dan de eerste opening 29. Via de vierde opening 42 kan de lucht die van binnen komt naar buiten strömen, hetgeen aangeduid is in figuur 6 met pijl 43.The third opening 37 is provided for inflowing into the second channel 40 of air flowing from the inside to the outside, which is indicated in arrow 6 by arrow 39. The third opening 37 is further provided with a filter 38 for filtering the inflowing air. This filter 38 is easily accessible via the opening 37. The air that flows into the second channel 40 via the third opening 37 flows through the heat exchanger 24, in particular through the second inlet 27 and the second outlet 28, through the second air pump 41 to a fourth opening 42 in the housing 23. The fourth opening 42 is preferably placed in the same wall of the housing 23 as the first opening 29. Via the fourth opening 42 the air coming from the inside can flow out, which is indicated in figure 6 with arrow 43.

De behuizing 23 bevat verder een vijfde opening 32 die bij voorkeur gevormd is in dezelfde wand van de behuizing 23 dan de tweede opening 35 en derde opening 37. Deze vijfde opening 32 is verder gepositioneerd ter plaatse van de filter 31 voor het filteren van de instromende buitenlucht. Als gevolg is deze filter 31 toegankelijk via de vijfde opening 32. De vijfde opening 32 is bij voorkeur gepositioneerd tussen de tweede opening 35 en de derde opening 37. Als gevolg van deze positionering van de openingen, in het bijzonder de positionering van de derde opening 37 en de vijfde opening 32, kunnen alle filters die in de ventilatie-unit 7 aanwezig zijn, meer bepaald de filter voor het filteren van de lucht die van binnen naar buiten stroomt, dit is filter 38, en de filter die voorzien is voor het filteren van de lucht die van buiten naar binnen stroomt, dit is filter 31, via de binnenmuur 2 vervangen worden. Bij voorkeur bevat de filter 31 een koolstoffilter, meer bij voorkeur een actieve koolstoffilter, die inkomende lucht reinigt. Dit maakt onderhoud van de ventilatie-unit 7 zoals getoond in figuur 6 uiterst eenvoudig. Via de vijfde opening 32 is bij voorkeur verder de elektronica en/of sturing in de behuizing 23 toegankelijk. Hiertoe kan een connector voorzien worden in de behuizing 23 ter plaatse van de vijfde opening 32, via welke connector een technieker de elektronica en/of sturing en/of controller van de ventilatie-unit kan verbinden met een extern diagnose en/of programmeertoestel.The housing 23 further includes a fifth opening 32 which is preferably formed in the same wall of the housing 23 than the second opening 35 and third opening 37. This fifth opening 32 is further positioned at the filter 31 for filtering the influx outside air. As a result, this filter 31 is accessible through the fifth opening 32. The fifth opening 32 is preferably positioned between the second opening 35 and the third opening 37. As a result of this positioning of the openings, in particular the positioning of the third opening 37 and the fifth opening 32, all filters present in the ventilation unit 7, in particular the filter for filtering the air flowing from the inside to the outside, this is filter 38, and the filter provided for filtering the air that flows in from the outside, this is filter 31, to be replaced via the inner wall 2. Preferably, the filter 31 contains a carbon filter, more preferably an active carbon filter, which cleans incoming air. This makes maintenance of the ventilation unit 7 as shown in figure 6 extremely easy. Preferably, the electronics and / or control in the housing 23 is further accessible via the fifth opening 32. To this end, a connector can be provided in the housing 23 at the fifth opening 32, via which a technician can connect the electronics and / or control and / or controller of the ventilation unit to an external diagnosis and / or programming device.

BE2016/0105BE2016 / 0105

Figuur 7 toont een perspectiefaanzicht van de ventilatie-unit 7 uit figuur 6. Daarbij toont figuur 7 hoe de eerste opening 29 en de vierde opening 42 in een bovenste wand van de behuizing 23 gevormd zijn. Alternatief kunnen deze openingen in een achterwand gevormd worden, de achterwand zijnde de wand die in de gemonteerde toestand van de ventilatie-unit parallel ligt aan, en grenst aan de buitenwand 3. Figuur 7 toont verder de tweede opening 35, de derde opening 37 en de vijfde opening 32, die zieh in een zelfde wand de behuizing 23 uitstrekken, en die elk voorzien zijn van een buisdeel. Het buisdeel vergemakkelijkt het afwerken van de binnenmuur 2 na het plaatsen van de ventilatie-unit 7. Om esthetische redenen zijn de tweede 35, derde 37 en vijfde 32 opening bij voorkeur hoofdzakelijk symmetrisch gevormd rondom een opstaande symmetrieas.Figure 7 shows a perspective view of the ventilation unit 7 of Figure 6. In addition, Figure 7 shows how the first opening 29 and the fourth opening 42 are formed in an upper wall of the housing 23. Alternatively, these openings can be formed in a rear wall, the rear wall being the wall parallel to the outer wall 3 in the mounted condition of the ventilation unit, and adjacent to the outer wall 3. Figure 7 further shows the second opening 35, the third opening 37 and the fifth opening 32, which extends into the same wall as the housing 23, and which are each provided with a tube part. The pipe section facilitates finishing of the inner wall 2 after placing the ventilation unit 7. For aesthetic reasons, the second 35, third 37 and fifth 32 apertures are preferably formed substantially symmetrically about an upright axis of symmetry.

Figuur 7 toont verder hoe verdere aansluitingen 44 en 45 kunnen voorzien worden voor het aansluiten van bijvoorbeeld een extra te ventileren ruimte. Bijvoorbeeld ruimtes die niet aan een buitenmuur grenzen, bijvoorbeeld een badkamer of berging, kunnen geventileerd worden door deze ruimtes aan te sluiten aan de aansluiting 44 en 45. Op basis van de beschrijving van figuur 6 zal duidelijk zijn dat de aansluiting 44 intern in de behuizing 23 gekoppeld wordt met de opening 37 om lucht aan te zuigen uit een extra ruimte, en dat aansluiting 45 intem gekoppeld wordt met de opening 35 om verse lucht (van buiten) in de ruimte te blazen. Het gebruik van deze extra aansluitingen 44 en 45 is optioneel en biedt de mogelijkheid om de functionaliteit van de ventilatie-unit 7 verder uit te breiden. Via buizen in de spouwmuur kunnen ruimtes die niet rechtstreeks aan een buitenmuur grenzen alsnog geventileerd worden.Figure 7 further shows how further connections 44 and 45 can be provided for connecting, for example, an extra room to be ventilated. For example, spaces that are not adjacent to an outside wall, for example a bathroom or storage room, can be ventilated by connecting these spaces to connection 44 and 45. Based on the description of figure 6, it will be clear that connection 44 is internal in the housing 23 is coupled to the opening 37 to draw air from an additional space, and that port 45 is internally coupled to the opening 35 to blow fresh air (from the outside) into the space. The use of these additional connections 44 and 45 is optional and offers the possibility to further expand the functionality of the ventilation unit 7. Rooms that are not directly adjacent to an outer wall can still be ventilated via pipes in the cavity wall.

Figuur 7 toont verder hoe een deksel 71 voorzien is op de ventilatie-unit 7. Bij voorkeur is de ventilatie-unit gevormd als een cassette die in en uit de betreffende opening kan gemonteerd worden, en is het deksel 71 voorzien om de cassette vast te zetten. Het deksel voorziet daarbij in luchtstroomgeleiders, meer bepaald een instroomgeleider 72 en een uitstroomgeleider 73 die respectievelijk instromende lucht en uitstromende lucht geleiden. De geleiders 72 en 73 houden daarmee de instromende lucht 30 en uitstromende lucht 43 gescheiden en bij voorkeur op maximale afstand 76 van elkaar, zodat geen of slechts een minimale circulatie ontstaat tussen uitstromende lucht en instromende lucht. Het deksel 71 is bij voorkeur voorzien van bevestigingselementen 74 om het deksel 71 vast te zetten. Het deksel is voorzien van aansluitingen om de geleiders 72 en 73 te verbinden met de openingen 29 en 42, respectievelijk, zodat de lucht uit/naar de openingen door de luchtstroomgeleiders kan strömen.Figure 7 further shows how a cover 71 is provided on the ventilation unit 7. Preferably, the ventilation unit is formed as a cassette that can be mounted in and out of the respective opening, and the cover 71 is provided for fixing the cassette put. The cover thereby provides air flow guides, in particular an inflow guide 72 and an outflow guide 73, which conduct inflowing air and outflowing air, respectively. The conductors 72 and 73 thus keep the inflowing air 30 and outflowing air 43 separate and preferably at a maximum distance 76 from each other, so that no or only a minimal circulation is created between outflowing air and inflowing air. The lid 71 is preferably provided with fastening elements 74 for securing the lid 71. The cover is provided with connections to connect the guides 72 and 73 to the openings 29 and 42, respectively, so that the air can flow from / to the openings through the airflow guides.

Figuur 8 toont een doorsnede van de muur ter plaatse van het venstertablet 12. Daarbij toont figuur 8 een gedeelte van de binnenmuur 2 en een gedeelte van de buitenmuur 3. De doorsnede is gesitueerd naast de tweede sectie en in de eerste sectie van de verdere opening, bijvoorbeeld ter plaatse van de verbindingspositie 22’ in figuur 3A. Als gevolg toont figuur 8 hoeFigure 8 shows a section of the wall at the location of the window tablet 12. Figure 8 shows a part of the inner wall 2 and a part of the outer wall 3. The section is situated next to the second section and in the first section of the further opening , for example at the connection position 22 'in figure 3A. As a result, Figure 8 shows how

BE2016/0105 het draagprofiel 8 ter plaatse van het de verbindingspositie 22’ op de binnenmuur 2 ligt. Daarbij kan het draagprofiel 8 verder verbonden worden met de binnenmuur 22’ op verschillende manieren, bijvoorbeeld door schroeven, lijmen of andere technieken (niet weergegeven). De figuur toont verder hoe het raam 5 op het composiet draagprofiel 8 geplaatst is. Daarbij kan het raam 5 zowel met buitendeel als met een binnendeel op het composiet draagprofiel 8 geplaatst zijn, zonder dat dit een noemenswaardig nadelig effect heeft op de isolatie werking. Namelijk een composiet draagprofiel 8 is typisch een siechte geieider van wärmte zodanig dat het composiet draagprofiel 8 geen noemenswaardig koudebrug vormt tussen het binnendeel en het buitendeel van het raam 5 wanneer het binnendeel en het buitendeel beiden op het composiet draagprofiel 8 geplaatst zijn. Alternatief (niet weergegeven) kan het raam 5 slechts met het binnendeel verbonden worden met het composiet draagprofiel 8.BE2016 / 0105 the support profile 8 lies on the inner wall 2 at the location of the connection position 22 '. The supporting profile 8 can further be connected to the inner wall 22 in various ways, for instance by screws, gluing or other techniques (not shown). The figure further shows how the window 5 is placed on the composite support profile 8. In this case, the window 5 can be placed on the composite support profile 8 with both an outer part and an inner part, without this having any appreciable adverse effect on the insulating effect. Namely, a composite support profile 8 is typically a poor heat conductor such that the composite support profile 8 does not form a significant thermal bridge between the inner part and the outer part of the window 5 when the inner part and the outer part are both placed on the composite support profile 8. Alternatively (not shown), the window 5 can only be connected to the composite support profile 8 with the inner part.

De figuur toont verder hoe het composiet draagprofiel 8 een groef 46 heeft voor het verbinden van de ventilatie-unit 7 met het composiet draagprofiel 8. De groef 46 is slechts één uitvoeringsvoorbeeld waarmee de ventilatie-unit 7, in het bijzonder de behuizing 23 daarvan, met het composiet draagprofiel 8 verbonden kan zijn. Alternatief kan de ventilatie-unit 7 door schroeven, lijmen of andere technieken verbonden worden met het composiet draagprofiel 8. Het verbinden door middel van de groef 46 heeft als voordeei dat de positie van de ventilatie-unit 7 in de breedterichting van het raam eenvoudig wijzigbaar is door het verschuiven van de ventilatieunit 7 in de groef 46. Dit laat toe aan de plaatsers van het raam 5 met de ventilatie-unit 7 om de positie van de ventilatie-unit 7 aan te passen aan de positie van de opening zoals getoond in figuur 3A. Verder kan d ventilatie-unit 7 rechtstreeks of onrechtstreeks met de groef 46 verbonden zijn. In één uitvoeringsvorm, zijn twee zij-elementen (niet weergegeven) rechtstreeks met de groef 46 verbonden, en is de ventilatie-unit 7 gevormd als een cassette die tussen de twee zij-elementen past. In een andere uitvoeringsvorm is de ventilatie-unit 7 rechtstreeks verbonden met de groef 46. In een verdere uitvoeringsvorm is de ventilatie-unit 7 via een intermediair element verbonden met de groef 46.The figure further shows how the composite support profile 8 has a groove 46 for connecting the ventilation unit 7 to the composite support profile 8. The groove 46 is only one embodiment with which the ventilation unit 7, in particular the housing 23 thereof, can be connected to the composite support profile 8. Alternatively, the ventilation unit 7 can be connected to the composite support profile 8 by screws, glues or other techniques. The connection by means of the groove 46 has the advantage that the position of the ventilation unit 7 in the width direction of the window can be easily changed. is by sliding the ventilation unit 7 into the groove 46. This allows the positioners of the window 5 with the ventilation unit 7 to adjust the position of the ventilation unit 7 to the position of the opening as shown in figure 3A. Furthermore, the ventilation unit 7 can be directly or indirectly connected to the groove 46. In one embodiment, two side elements (not shown) are directly connected to the groove 46, and the ventilation unit 7 is formed as a cassette that fits between the two side elements. In another embodiment, the ventilation unit 7 is directly connected to the groove 46. In a further embodiment, the ventilation unit 7 is connected to the groove 46 via an intermediate element.

Het venstertablet 12 is in figuur 8 getoond in de werkingspositie, die ook de tweede positie van het venstertablet 12 genoemd wordt. De werkingspositie van het venstertablet 12 is de positie van het venstertablet 12 ten opzichte van het raam 5 en de buitenmuur 3, waarin water en/of vuil door het venstertablet 12 naar een buitenzijde van de buitenmuur 3 geleid wordt. Meer bepaald kan water en/of vuil tegen het raam 5 terechtkomen, en längs het raam 5 naar beneden strömen, en kan water en/of vuil tussen het raam 5 en een buitenzijde van de buitenmuur 3 terechtkomen. Het venstertablet 12 is in zijn werkingspositie voorzien om dergelijk water en vuil naar een buitenzijde van de buitenmuur 3 te geleiden zodat geen noemenswaardige hoeveelheid water en/of vuil in de spouwmuur en ter plaatse van de binnenmuur 2 kan terechtkomen. HiertoeThe window tablet 12 is shown in Figure 8 in the operating position, which is also referred to as the second position of the window tablet 12. The operating position of the window tablet 12 is the position of the window tablet 12 relative to the window 5 and the outer wall 3, in which water and / or dirt is led through the window tablet 12 to an outside of the outer wall 3. More specifically, water and / or dirt can get against the window 5 and flow down the window 5, and water and / or dirt can get between the window 5 and an outside of the outer wall 3. The window tablet 12 is provided in its operating position to direct such water and dirt to an outside of the outer wall 3 so that no appreciable amount of water and / or dirt can enter the cavity wall and at the location of the inner wall 2. To this end

BE2016/0105 heeft het venstertablet 12 een achterste opwaartse rand 48. De achterste opwaartse rand 48 is voorzien om aan te drukken tegen een opstaande steunwand 47 van het composiet draagprofiel 8. Typisch wordt het venstertablet 12 met zijn achterste opwaartse rand 48 aangedrukt tegen de opstaande steunwand 47 door middel van schroeven of bouten 66. Verder wordt tussen de opstaande rand 48 en de opstaande steunwand 47 bij voorkeur een achterste dichting 49 voorzien. De achterste dichting 49 kan bijvoorbeeld gevormd worden door een strook rubber. De vakman zal op basis van de functie en de mechanische opbouw begrijpen welke materialen en vormen geschikt zijn als dichting tussen de opstaande rand 48 en de steunwand 47. Het composiet draagprofiel 8 vormt, door deze opbouw, het achtersegment van het frame van het venstertabletsamenstel. Verder kan een kapje 67 voorzien worden om water dat naar beneden stroomt längs het raam maximaal te verhinderen om achter het venstertablet 12 terecht te komen. Het kapje 67 is bij voorkeur gevormd als een profiel met een flexibele lip die zieh opwaarts uitstrekt om tegen het raam aan te drukken. Verder is het kapje 67 bij voorkeur voorzien om op de één of meerdere koppen van schroeven 66 bevestigd te worden, bijvoorbeeld door klemming.BE2016 / 0105, the window tablet 12 has a rear upward edge 48. The rear upward edge 48 is provided to press against an upright support wall 47 of the composite support profile 8. Typically, the window tablet 12 with its rear upward edge 48 is pressed against the upright support wall 47 by means of screws or bolts 66. Furthermore, a rear seal 49 is preferably provided between the upright edge 48 and the upright support wall 47. The rear seal 49 can be formed, for example, by a strip of rubber. The person skilled in the art will, on the basis of the function and the mechanical construction, understand which materials and shapes are suitable as a seal between the upright edge 48 and the supporting wall 47. The composite support profile 8 forms, through this construction, the rear segment of the frame of the window tablet assembly. Furthermore, a cap 67 can be provided to maximally prevent water flowing down the window from getting behind the window tablet 12. The cap 67 is preferably formed as a profile with a flexible lip that extends upwardly to press against the window. Furthermore, the cap 67 is preferably provided for mounting on the one or more heads of screws 66, for example by clamping.

Het venstertabletsamenstel bevat meerdere elementen, waaronder het venstertablet 12, en een frame dat minstens een achtersegment 8 en tweede zijsegmenten 13 bevat, welke elementen samenwerken om het water en vuil naar een buitenzijde van de buitenmuur 3 te geleiden. Het composiet draagprofiel 8 vormt in het venstertabletsamenstel het achtersegment van het frame. Het composiet draagprofiel 8 is daarom multifunctioneel wanneer zowel de ventilatieunit 7 alsook het venstertablet 12 daarmee verbonden is.The window tablet assembly includes multiple elements, including the window tablet 12, and a frame containing at least one rear segment 8 and second side segments 13, which elements cooperate to conduct the water and debris to an exterior of the outer wall 3. The composite support profile 8 forms the rear segment of the frame in the window tablet assembly. The composite support profile 8 is therefore multifunctional when both the ventilation unit 7 and the window tablet 12 are connected to it.

Het composiet draagprofiel 8 uit de uitvoeringsvorm van figuur 8 vertoont verder een steunvlak of uitsteekstel voor het ondersteunen van een achterste deel van het venstertablet 12. Het steunvlak of uitsteeksel strekt zieh uit, in de gemonteerde toestand van het venstertablet 12, onder de opstaande steunwand 47 zodanig dat, wanneer het venstertablet 12 met zijn opstaande rand 48 tegen de steunwand 47 gedrukt is, het venstertablet 12 niet naar beneden kan vallen, namelijk het venstertablet 12 wordt ter plaatse van zijn achterkant ondersteund door het steunvlak of uitsteeksel. Het venstertablet 12 wordt bij voorkeur gemonteerd door een verschuiving van het venstertablet 12 richting de steunwand 47, en waarbij de verschuiving zieh uitstrekt in een richting die hoofdzakelijk gelijk is aan het vlak van het venstertablet 12. Alternatief kan montage en demontage van het venstertablet 12 gebeuren door een rotatie van het venstertablet 12 rond de achterste opwaartse rand 48. Bij een dergelijke montage kan de voorzijde van het venstertablet 12 opgelicht worden zodanig dat de opwaartse rand 48, door de rotatie van het venstertablet 12 van de opstaande steunwand 47 wegbewogen wordt. Hierdoor kan het venstertablet 12 uit zijn werkingspositie gehaald worden. Deze positie wordt ook de eerste positie van het venstertablet 12 genoemd. Door het halen van het venstertablet 12 uit zijn werkingspositie en in de eerste positie,The composite support profile 8 of the embodiment of figure 8 further has a support surface or projection set for supporting a rear part of the window tablet 12. The support surface or projection extends, in the mounted condition of the window tablet 12, under the upright support wall 47 such that when the window tablet 12 with its upright edge 48 is pressed against the support wall 47, the window tablet 12 cannot fall down, namely the window tablet 12 is supported at its rear side by the support surface or protrusion. The window tablet 12 is preferably mounted by sliding the window tablet 12 towards the support wall 47, and the sliding extending in a direction substantially equal to the plane of the window tablet 12. Alternatively, mounting and dismounting of the window tablet 12 can be done by a rotation of the window tablet 12 about the rear upward edge 48. In such mounting, the front of the window tablet 12 can be lifted such that the upward edge 48 is moved away from the upright support wall 47 by the rotation of the window tablet 12. This allows the window tablet 12 to be released from its operating position. This position is also called the first position of the window tablet 12. By removing the window tablet 12 from its operating position and in the first position,

BE2016/0105 wordt toegang verschaft tot de spouwmuur 4. In het bijzonder wanneer een ventilatie-unit 7 gemonteerd is in de spouwmuur, is het een voordeel om relatief eenvoudig toegang te hebben tot de spouwmuur om onderhouds- of herstellingswerken te kunnen uitvoeren aan de ventilatie-unit.BE2016 / 0105 provides access to the cavity wall 4. In particular when a ventilation unit 7 is mounted in the cavity wall, it is an advantage to have relatively easy access to the cavity wall in order to be able to carry out maintenance or repair work on the ventilation -unit.

De zij Segmenten van het frame van het venstertabletsamenstel zijn geplaatst ter plaatse van de laterale zijden van het venstertablet 12, om het venstertablet 12 te ondersteunen. Het zijsegment 13 bevat een kanaalverlengstuk 52. Het zijsegment 13 is voorzien om geplaatst te worden in de spouwmuur. Omdat water en/of vuil geleid moeten worden tot aan een buitenzijde van de buitenmuur 3, wordt een kanaalverlengstuk 52 voorzien dat zieh uitstrekt doorheen de opening in de buitenmuur 3. Verdere details van het zijsegment 13 zullen gegeven worden aan de hand van de figuren 9 en 10.The side Segments of the frame of the window tablet assembly are positioned at the lateral sides of the window tablet 12 to support the window tablet 12. The side segment 13 includes a channel extension 52. The side segment 13 is provided for placement in the cavity wall. Since water and / or dirt must be led to an outside of the outer wall 3, a channel extension 52 is provided which extends through the opening in the outer wall 3. Further details of the side segment 13 will be given with reference to Figures 9 and 10.

De voorzijde van het venstertablet 12, ook de neus van het venstertablet 12 genoemd, strekt zieh uit over de buitenmuur 3. Daarbij kan het venstertablet 12 zieh rechtstreeks en zonder hulpelementen tot over de buitenmuur 3 uitstrekken. Aiternatief, zoals weergegeven in figuur 8, wordt de buitenmuur 3 van venstertablet neus 68, bijvoorbeeld een metaien profiel, voorzien, dat op de buitenmuur bevestigd is zodanig dat de voorzijde van het venstertablet 12 op de venstertablet neus 68 kan rüsten. De venstertablet neus 68 is verder bij voorkeur voorzien van perforaties 62. De perforaties zijn bij voorkeur gepositioneerd aan een onderzijde ter plaatse van de oversteek over de buitenmuur. Hierdoor zijn de perforaties 62 niet zichtbaar in een frontaal aanzicht van de buitenmuur. De perforaties 62 laten een luchtstroom toe tussen de spouwmuur en de omgevingslucht. Dit is in het bijzonder relevant wanneer een ventilatie-unit 7 voorzien wordt, zoals hierboven uitgebreid beschreven, van openingen in een bovenste wand van de ventilatie-unit, welke openingen dan voorzien zijn om buitenlucht aan en af te voeren. De luchtstroom die hierdoor ontstaat is in figuur 8 aangeduid met pijl 43. Daarbij zal duidelijk zijn dat één of meerdere schotten (niet weergegeven) voorzien kunnen worden tussen de openingen 29 en 42 van de ventilatie-unit 7 en het venstertablet 12 zodanig dat de afgevoerde lucht maximaal gescheiden blijft van de aangevoerde lucht totdat de lucht via de perforaties 62 naar buiten gebracht is. Zo ontstaat in de spouwmuur geen noemenswaardige menging tussen de eerste en de tweede luchtstroom. De venstertablet neus 68 is bij voorkeur via een montagehulpstuk 69 met de buitenmuur bevestigd. Dit montagehulpstuk 69 kan op een vooraf bepaalde hoogte ten opzichte van de opening in de binnenmuur bevestigd worden via een schroef of lijm of ander bevestigingsmechanisme. Eventueel kan een verder montagehulpstuk 70 voorzien zijn als intermediair element om tussen het montagehulpstuk 69 en de venstertablet neus 68 te piaatsen. In een altematieve uitvoeringsvorm, waarbij de ventilatie-unit 7 aan een zijkant van het raam gemonteerd wordt, kan de laterale geleider voorzien worden van openingen voor het laten strömen van lucht ter plaatse van de buitenzijde van de muur. De zijwand van de behuizing van deThe front side of the window tablet 12, also called the nose of the window tablet 12, extends over the outer wall 3. The window tablet 12 can extend directly over the outer wall 3 without auxiliary elements. Alternatively, as shown in Figure 8, the outer wall 3 is provided with window tablet nose 68, for example a metal profile, which is mounted on the outer wall such that the front of window tablet 12 can rest on window tablet nose 68. The window tablet nose 68 is further preferably provided with perforations 62. The perforations are preferably positioned on an underside at the location of the crossing over the outer wall. As a result, the perforations 62 are not visible in a frontal view of the outer wall. The perforations 62 allow an air flow between the cavity wall and the ambient air. This is particularly relevant when a ventilation unit 7 is provided, as described in detail above, with openings in an upper wall of the ventilation unit, which openings are then provided for supplying and extracting outside air. The air flow resulting from this is indicated in figure 8 by arrow 43. It will be clear that one or more partitions (not shown) can be provided between the openings 29 and 42 of the ventilation unit 7 and the window tablet 12 such that the discharged air remains maximally separated from the supplied air until the air has been brought out through the perforations 62. In this way no significant mixing occurs between the first and the second airflow in the cavity wall. The window tablet nose 68 is preferably attached to the outer wall via a mounting aid 69. This mounting aid 69 can be mounted at a predetermined height relative to the opening in the inner wall via a screw or glue or other fastening mechanism. Optionally, a further mounting aid 70 may be provided as an intermediate element to position nose 68 between the mounting aid 69 and the window tablet. In an alternative embodiment, in which the ventilation unit 7 is mounted on a side of the window, the lateral guide can be provided with openings for streaming air at the outside of the wall. The side wall of the housing of the

BE2016/0105 ventilatie-unit ter plaatse van de laterale geleider zal daarom beschouwd worden als de zijde die gerelateerd is aan de buitenzijde van de muur.BE2016 / 0105 ventilation unit at the location of the lateral guide will therefore be considered as the side that is related to the outside of the wall.

Figuur 9 toont het zijsegment 13, bij voorkeur gevormd als een metalen afwerkstuk 51. Het metalen afwerkstuk 51 is bij voorkeur gelakt of voorzien van een afwerkingslaag die hetzeifde is dan de lak of afwerkingslaag van de laterale geleider 11. Alternatief kan het zijsegment 13 uit één stuk gevormd zijn, bijvoorbeeld gefreesd zijn uit een metalen biok.Figure 9 shows the side segment 13, preferably formed as a metal finishing piece 51. The metal finishing piece 51 is preferably lacquered or provided with a finishing layer that is the same as the lacquer or finishing layer of the lateral guide 11. Alternatively, the side segment 13 can be made from one are formed, for example, milled from a metal biok.

Het zijsegment heeft een kanaal 53. Het kanaal 53 is voorzien om water en/of vuil te laten strömen richting een buitenzijde van de buitengevel 3. Hiertoe is het kanaal 53 afwaterend gevormd van het raam richting de buitenzijde van de buitenmuur. Het kanaal 53 wordt dan typisch verlengd, zoals getoond in figuur 9, door een kanaalverlengstuk 52. Het kanaal 53 heeft binnenste opstaande rand 54, en een buitenste opstaande rand 55. De binnenste opstaande rand 54 en buitenste opstaande rand 55 definieren hoofdzakelijk de breedte van het kanaal 53. De binnenste opstaande rand 54 is bij voorkeur minder hoog gevormd dan de buitenste opstaande rand 55. Het gevolg hiervan is, zoals getoond is in figuur 10, dat het venstertablet 12 op de binnenste opstaande randen 54 en 54’ kan gelegd worden, en zieh dan tussen de buitenste opstaande randen 55, 55’ uitstrekt. Dit wordt hieronder verder toegelicht aan de hand van figuur 10. Verder vertoont het zijsegment een wanddeel van de bovenste sectie 56, die zodanig gepositioneerd is om eenvoudig opwaarts röteren van het venstertablet 12 uit zijn werkingspositie toe te laten. De buitenste opstaande randen 55 kunnen, zoals getoond in figuur 9, een inspringing bevatten die als functie heeft om een minimale spatie tussen het venstertablet 12 en de buitenste opstaande randen 55 te creëren. Dit laat toe water van het venstertablet 12 eenvoudig af te voeren naar het kanaal 53. Deze inspringing dient dan als aanslag voor het venstertablet, om het venstertablet in zijn optimale positie te centreren.The side segment has a channel 53. The channel 53 is provided to allow water and / or dirt to flow towards an outside of the outer wall 3. For this purpose the channel 53 is formed draining from the window towards the outside of the outside wall. The channel 53 is then typically extended, as shown in Figure 9, by a channel extension 52. The channel 53 has inner upstanding edge 54, and an outer upstanding edge 55. The inner upstanding edge 54 and outer upstanding edge 55 mainly define the width of the channel 53. The inner upright edge 54 is preferably formed less high than the outer upright edge 55. As a result, as shown in Figure 10, the window tablet 12 can be placed on the inner upright edges 54 and 54 '. and then extends between the outer upright edges 55, 55 '. This is further elucidated below with reference to Figure 10. Furthermore, the side segment has a wall portion of the top section 56, which is positioned to allow simple upward rotation of the window tablet 12 from its operating position. The outer raised edges 55, as shown in Figure 9, may include an indentation which has the function of creating a minimal space between the window tablet 12 and the outer raised edges 55. This allows water to be drained easily from the window tablet 12 to the channel 53. This indentation then serves as a stop for the window tablet, to center the window tablet in its optimal position.

Het zijsegment 13 bevat bij voorkeur een achterwand 60. In gemonteerde toestand ligt de achterwand 60 bij voorkeur in lijn met een opstaande steunwand 47 die in figuur 8 getoond is. Het gevolg hiervan is dat de opwaartse achterste rand 48 van het venstertablet 12 tegen de achterwand 60 aanleunt zodat water en/of vuil optimaal afgevoerd kunnen worden naar een buitenzijde van de buitenwand 3. Daarbij is de binnenste opstaande rand 54 voorzien van een zijdelingse dichting 65, die zieh over de binnenste opstaande rand 54 uitstrekt en die doorloopt over de achterwand 60, in het verlengde van de binnenste opstaande rand 54, tot een bovenzijde van de achterwand 60. Hierdoor zal, wanneer het venstertablet 12 gemonteerd wordt, een overlapping ontstaan tussen de achterste dichting 49, die tegen de opstaande steunwand 47 en de achterwand 60 aanligt, en de zijdelingse dichting 65, die zieh tot een bovenzijde van de achterwand 60 uitstrekt. Door deze overlapping van de zijdelingse dichting 65 met de achtersteThe side segment 13 preferably includes a rear wall 60. When mounted, the rear wall 60 is preferably aligned with an upright support wall 47 shown in Figure 8. The result of this is that the upward rear edge 48 of the window tablet 12 rests against the rear wall 60 so that water and / or dirt can be optimally discharged to an outer side of the outer wall 3. The inner upright edge 54 is provided with a lateral seal 65. which extends over the inner upright edge 54 and which extends over the rear wall 60, in line with the inner upright edge 54, to a top side of the rear wall 60. As a result, when the window tablet 12 is mounted, an overlap will occur between the rear seal 49, which abuts the upright support wall 47 and the rear wall 60, and the side seal 65, which extends to an upper side of the rear wall 60. Due to this overlapping of the side seal 65 with the rear one

BE2016/0105 dichting 49, wordt de aansluiting van het venstertablet met de hoek tussen zijsegment en achtersegment optimaal waterdicht gemaakt. In figuur 9 is de achterste dichting 49 geïllustreerd in stippellijn, zodat de overlapping ter plaatse van de achterwand 60 zichtbaar is.BE2016 / 0105 seal 49, the connection of the window tablet with the angle between side segment and rear segment is made waterproof. In Figure 9, the rear seal 49 is illustrated in dotted line so that the overlap at the rear wall 60 is visible.

Het zijsegment 13 bevat verder een achterste zij wand 61. Verder kan het zijsegment 13 voorzien worden van een zonneweringsgroef 64. In de zonneweringsgroef 64 kan de onderste afwerkingslat van het zonneweringsscherm, of de onderste lamel van een rolluik opgenomen worden wanneer het rolluik of het zonneweringsscherm naar beneden gelaten is. Zo kan het rolluik tot nagenoeg op het venstertablet 12 naar beneden gelaten worden, zodat een esthetisch optimaal geheei verkregen wordt. Het zijsegment bevat verder een lekbakje 63 dat water in het zijsegment 13 afwatert naar het kanaal 53. Wanneer laterale geleiders voorzien worden van roosters ter aanvoer en afvoer van lucht naar en van de ventilatie-unit, zouden deze roosters bij slagregen water in de geleider kunnen toelaten. Door het zijsegment 13 te voorzien van een lekbakje 63 dat afwatert naar het kanaal 53, kan water dat in de laterale geleider terechtkomt via het lekbakje 63 en het kanaal 53 naar een buitenzijde van de buitenmuur geleid worden.The side segment 13 further comprises a rear side wall 61. Furthermore, the side segment 13 can be provided with a sun protection groove 64. In the sun protection groove 64, the bottom finishing slat of the sun protection screen, or the lower slat of a roller shutter can be accommodated when the roller shutter or the sun protection screen has been lowered. Thus, the roller shutter can be lowered almost to the window tablet 12, so that an aesthetically optimal heal is obtained. The side segment further contains a drip tray 63 that drains water in the side segment 13 to the channel 53. When lateral guides are provided with grids for supplying and extracting air to and from the ventilation unit, these grids could get water in the conductor during driving rain to allow. By providing the side segment 13 with a drip tray 63 that drains to the channel 53, water entering the lateral guide can be led via the drip tray 63 and the channel 53 to an outside of the outer wall.

Figuur 9 iliustreert verder hoe het composiet draagprofiel 8 voorzien is van een eindstuk 50. Dit eindstuk kan uit composiet gevormd zijn, maar kan ook uit een kunststof of metaal gevormd zijn. Het eindstuk 50 vormt een stop voor het composiet draagprofiel 8, dat typisch hol gevormd is, zodat geen luchtstroom door het holle composiet draagprofiel 8 kan optreden. Verder kan het eindstuk 50 geoptimaliseerd zijn voor verbinding met het zijsegment 51 zodat het zijsegment via het eindstuk 50 met het composiet draagprofiel 8 verbonden is. Voor het bepalen van de lengte van het composiet draagprofiel 8, wordt het eindstuk 50 bij voorkeur mee in rekening genomen.Figure 9 further illustrates how the composite support profile 8 is provided with an end piece 50. This end piece can be made of composite, but can also be made of a plastic or metal. The end piece 50 forms a stop for the composite support profile 8, which is typically hollow, so that no air flow through the hollow composite support profile 8 can occur. Furthermore, the end piece 50 can be optimized for connection to the side segment 51 so that the side segment is connected to the composite support profile 8 via the end piece 50. For determining the length of the composite support profile 8, the end piece 50 is preferably taken into account.

Figuur 10 toont een linker- en een rechterzijsegment 13, 13’, respectievelijk. De zijsegmenten 13 en 13’ zijn in gemonteerde toestand bij voorkeur symmetrisch, dit wil zeggen vlaksymmetrisch ten opzichte van een vlak dat zieh opwaarts en dwars ten opzichte van de muur uitstrekt tussen de zijsegmenten 13 en 13’. Figuur 10 is een doorsnede A-A waarvan de positie in figuur 8 getoond is.Figure 10 shows a left and right side segment 13, 13 ", respectively. The side segments 13 and 13 "in mounted condition are preferably symmetrical, that is, plane symmetrical with respect to a plane extending upward and transverse to the wall between the side segments 13 and 13". Figure 10 is a section A-A, the position of which is shown in Figure 8.

Figuur 10 toont een alternatieve uitvoeringsvorm waarbij elk zijsegment een basislichaam heeft waarop een afwerkstuk 51 voorzien is. De principes die in figuur 10 getoond zijn, zijn eveneens geldig voor afwerkstukken 51 die (zonder basislichaam) het zijsegment 13 vormen, zoals getoond in figuur 9. Ook toont figuur 10 het kanaal 53 met de binnenste opstaande rand 54 en de buitenste opstaande rand 55. Uit de figuur is duidelijk dat de elementen in het zijsegment aan de linkerzijde van de figuur met referentiecijfers zonder accent aangeduid zijn, terwijl overeenstemmende elementen in het zijsegment dat aan de rechterzijde weergegeven is, met overeenstemmende referentiecijfers met een accent aangeduid zijn.Figure 10 shows an alternative embodiment in which each side segment has a base body on which a finishing piece 51 is provided. The principles shown in figure 10 are also valid for finishing pieces 51 which (without base body) form the side segment 13, as shown in figure 9. Also figure 10 shows the channel 53 with the inner upright edge 54 and the outer upright edge 55 It is clear from the figure that the elements in the side segment on the left side of the figure are indicated with reference figures without accent, while corresponding elements in the side segment shown on the right are indicated with corresponding reference figures with accent.

BE2016/0105BE2016 / 0105

Figuur 10 maakt duidelijk hoe de afstand tussen de binnenste opstaande randen 54 en 54’, welke afstand in de figuur aangeduid is met pijl 57, kleiner is dan de breedte van het venstertablet 12, zodanig dat het venstertablet 12 door de binnenste opstaande randen 54 en 54’ kan ondersteund worden. Het venstertablet ligt dan met zijn zijkanten op deze binnenste opstaande randen 54, 54’. De buitenste opstaande randen 55 strekken zieh hoger uit dan de binnenste opstaande randen 54, en hebben een breedte 58 tussen de buitenste opstaande randen 55, 55’ die hoofdzakelijk gelijk is aan de breedte van het venstertablet 12. Daarmee kan het venstertablet 12 tussen deze buitenste opstaande randen 55 en 55’ gepositioneerd worden. Hierdoor wordt de positie van het venstertablet 12, in het bijzonder in de breedterichting van het raam, vast bepaald. De figuur toont verder hoe de bovenste sectie van de zijsegmenten 13 een wand 56 hebben die zodanig geplaatst is dat de tussenafstand 59 tussen deze wanden 56 en 56’ groter is dan de breedte van het venstertablet 12. Hierdoor krijgt het venstertablet 12 ruimte om op een eenvoudige wijze opwaarts bewogen te worden uit zijn werkingspositie. Dit maakt montage en demontage van het venstertablet 12 noemenswaardig eenvoudiger. Verder worden beschadiging aan het zijsegment 13 of het venstertablet 12 of de laterale geleiders 11 geminimaliseerd omdat bij montage het venstertablet 12 voldoende ruimte heeft en dus niet tegen deze elementen moet schuren.Figure 10 illustrates how the distance between the inner upstanding edges 54 and 54 ', which distance is indicated in the figure by arrow 57, is smaller than the width of the window tablet 12 such that the window tablet 12 passes through the inner upstanding edges 54 and 54 'can be supported. The window tablet then lies with its sides on these inner upright edges 54, 54 ". The outer upright edges 55 extend higher than the inner upright edges 54, and have a width 58 between the outer upright edges 55, 55 'which is substantially equal to the width of the window tablet 12. Thus, the window tablet 12 can be placed between these outer upright edges 55 and 55 'are positioned. The position of the window tablet 12, in particular in the width direction of the window, is hereby determined in a fixed manner. The figure further shows how the top section of the side segments 13 have a wall 56 positioned such that the spacing 59 between these walls 56 and 56 'is greater than the width of the window tablet 12. This gives the window tablet 12 space to fit on a simply be moved upward from its operating position. This makes mounting and dismounting of the window tablet 12 considerably easier. Furthermore, damage to the side segment 13 or the window tablet 12 or the lateral guides 11 is minimized because the window tablet 12 has sufficient space during mounting and thus does not have to rub against these elements.

In het zijsegment 13 kunnen drie secties onderscheiden worden, namelijk een onderste sectie ter piaatse van de onderste opwaartse rand 54, waarbij tussen de overstaande onderste secties een afstand 57 is die kleiner is dan de breedte van het venstertablet 12, een bovenste sectie hoofdzakelijk gedefinieerd door de wanddelen 56 met een tussenafstand 59 tussen de wanden 56 van de bovenste sectie die noemenswaardig groter is dan de breedte van het venstertablet 12, en een intermediaire sectie die ligt tussen de onderste sectie en de bovenste sectie, die gedefinieerd is door minstens een gedeelte van de buitenste opstaande randen 55 van het kanaal 53, en waarbij tussen overstaande intermediaire secties een afstand 58 is die hoofdzakelijk gelijk is aan de breedte van het venstertablet 12. Water en/of vuil dat ter piaatse van een zijkant van het venstertablet 12 terechtkomt, kan ofwel door het venstertablet 12 naar de buitenzijde van de buitenwand geleid worden, ofwel via de zijkant van het venstertablet 12 in het kanaal 53 terechtkomen, waarbij het water dan via het kanaal 53 tot aan een buitenzijde van de buitenwand 3 geleid wordt. Deze opbouw van het venstertabletsamenstel met de voorkeurskenmerk in de figuren en hierboven beschreven, garanderen een optimale werking van het venstertablet waarbij het venstertablet geoptimaliseerd is om toegang te geven op een eenvoudige wijze tot de spouwmuur 4, en waarbij in een werkingspositie van het venstertablet 12 het venstertablet geoptimaliseerd is om water en/of vuil te geleiden naar een buitenzijde van de buitenmuur 3. Daarbij wordt ook water en/of vuil dat ter piaatse van een achterste rand van hetIn the side segment 13, three sections can be distinguished, namely a lower section located in front of the lower upward edge 54, with a distance 57 between the opposite lower sections being less than the width of the window tablet 12, an upper section mainly defined by the wall portions 56 with an intermediate distance 59 between the walls 56 of the top section noticeably greater than the width of the window tablet 12, and an intermediate section intermediate between the bottom section and the top section, which is defined by at least a portion of the outer upright edges 55 of the channel 53, and between opposite intermediate sections is a distance 58 which is substantially equal to the width of the window tablet 12. Water and / or debris entering a side of the window tablet 12 may either guided through the window tablet 12 to the outside of the outside wall, or through the side of the v window tablet 12 enters channel 53, the water then being led via channel 53 to an outer side of outer wall 3. This construction of the window tablet assembly with the preferred feature in the figures and described above, guarantees optimal operation of the window tablet, wherein the window tablet is optimized to provide easy access to the cavity wall 4, and in an operating position of the window tablet 12 the window tablet is optimized to conduct water and / or dirt to an outside of the outside wall 3. In addition, water and / or dirt that is placed near a rear edge of the

BE2016/0105 venstertablet 12 of ter plaatse van een zijkant van het venstertablet 12 terechtkomt correct geleid naar een buitenzijde van de buitenwand 3.BE2016 / 0105 window tablet 12 or at the side of one of the window tablet 12 ends up correctly guided to an outside of the outer wall 3.

Het composiet draagprofiel heeft, in de uitvoeringsvorm waar de ventilatie-unit onder het raam gepositioneerd is, een breedte die hoofdzakelijk gelijk is aan de afstand 57 tussen de overstaande onderste secties. Het venstertablet is dan breder dan het composiet draagprofiel, zodat het venstertablet uitsteekt ten opzichte van het composiet draagprofiel. Dit laat toe om het uitsteeksel van het venstertablet tegen de zij Segmenten, meer bepaald de achterwand daarvan, te drukken, zodat aan weerszijden van het venstertablet een overlapping ontstaat tussen de achterste dichting en de zijdelingse dichting. Bij voorkeur sluit de achterwand 60 nagenoeg naadloos aan tegen het draagprofiel 8, meer bepaald tegen de opstaande stcunwand 47, zodat de achterste dichting 49 water kan verhinderen om ter plaatse van de overgang achter het venstertablet te strömen.The composite support profile, in the embodiment where the ventilation unit is positioned under the window, has a width substantially equal to the distance 57 between the opposite lower sections. The window tablet is then wider than the composite support profile, so that the window tablet protrudes relative to the composite support profile. This allows the projection of the window tablet to be pressed against the side Segments, in particular the back wall thereof, so that an overlap is created on either side of the window tablet between the rear seal and the side seal. Preferably, the back wall 60 connects almost seamlessly to the support profile 8, in particular against the upright wall 47, so that the rear seal 49 can prevent water from steaming behind the window tablet at the location of the transition.

Op basis van de beschrijving hierboven zal de vakman begrijpen dat de uitvinding op verschillende manieren en op basis van verschillende principes kan uitgevoerd worden. Daarbij is de uitvinding niet beperkt tot de hierboven beschreven uitvoeringsvormen. De hierboven beschreven uitvoeringsvormen, alsook de figuren zijn louter illustratief en dienen enkel om het begrip van de uitvinding te vergroten. De uitvinding zal daarom niet beperkt zijn tot de uitvoeringsvormen die hierin beschreven zijn, maar wordt gedefinieerd in de conclusies.Based on the description above, those skilled in the art will understand that the invention can be practiced in different ways and on different principles. In addition, the invention is not limited to the above-described embodiments. The above-described embodiments, as well as the figures, are merely illustrative and serve only to enhance the understanding of the invention. Therefore, the invention will not be limited to the embodiments described herein, but is defined in the claims.

BE2016/0105BE2016 / 0105

Legende van de figurenLegend of the figures

1. muur1. wall

2. binnenmuur2. interior wall

3. buitenmuur3. exterior wall

4. spouwmuur4. cavity wall

5. raam/raamprofielen5. window / window profiles

6. glas6. glass

7. ventilatie-unitVentilation unit

8. composiet draagprofiel + achtersegment van frame8. composite trunking + rear segment of frame

9. verder composiet draagprofiel9. further composite trunking

10. zonneweringskast10. Sun protection cabinet

11. laterale geleider11. lateral guide

12. venstertablet12. window tablet

13. zij segment van frame13. side segment of frame

14. eerste sectie van verdere opening in binnenmuur14. first section of further opening in inner wall

15. tweede sectie van verdere opening in binnenmuur15. second section of further opening in inner wall

16. derde sectie van verdere opening in binnenmuur16. third section of further opening in inner wall

17. opening in buitenmuur17. opening in outer wall

18. verdere opening in binnenmuur18. further opening in inner wall

19. alternatief composiet draagprofiel19. alternative composite trunking

20. verbindingselement20. connecting element

21. openingen21. openings

22. verbindingspositie van verbindingselement22. connection position of connecting element

22’. verbindingspositie van composiet draagprofiel22 ". connection position of composite support profile

23. behuizing23. housing

24. warmtewisselaar24. heat exchanger

25. eerste warmtewisselaar ingang25. first heat exchanger input

26. eerste warmtewisselaar uitgang26. first heat exchanger output

27. tweede warmtewisselaar ingang27. second heat exchanger input

28. tweede warmtewisselaar uitgang28. second heat exchanger output

29. ingang eerste kanaal (eerste opening)29. first channel input (first opening)

30. instromende lucht buiten binnen30. incoming air outside inside

31. filter instromende buitenlucht31. filter inflowing outside air

32. vijfde opening32. fifth opening

BE2016/0105BE2016 / 0105

33. 33. eerste kanaal first channel 34. 34. eerste luchtpomp first air pump 35. 35. tweede opening (uitstroom buiten 3 binnen) second opening (outflow 3 inside) 36. 36. uitstromende lucht buiten -> binnen outflowing air outside -> inside 5 5 37. 37. derde opening (instroom binnen buiten) third opening (intake inside outside) 38. 38. filter instromende binnenlucht filter incoming air 39. 39. instromende binnenlucht inflowing indoor air 40. 40. tweede kanaal second channel 41. 41. tweede luchtpomp second air pump 10 10 42. 42. vierde opening (uitstroom binnen -> buiten) fourth opening (outflow inside -> outside) 43. 43. uitstromende lucht binnen -> buiten outflowing air inside -> outside 44. 44. extra aansluiting binnen buiten extra connection inside outside 45. 45. extra aansluiting buiten -> binnen extra connection outside -> inside 46. 46. groef voor connectie met behuizing van ventilatie-unit groove for connection to housing of ventilation unit 15 15 47. 47. opstaande steunwand upright support wall 48. 48. achterste opwaartse rand rear upward edge 49. 49. achterste dichting rear seal 50. 50. eindstuk composietdraagprofiel end piece composite support profile 51. 51. aluminium afwerkstuk zij segment aluminum finishing piece side segment 20 20 52. 52. kanaalverlengstuk channel extension 53. 53. kanaal channel 54. 54. binnenste opstaande rand inner raised edge 55. 55. buitenste opstaande rand outer raised edge 56. 56. wand bovenste sectie wall top section 25 25 57. 57. afstand tussen zij Segmenten bij onderste sectie distance between side Segments at bottom section 58. 58. afstand tussen zij Segmenten bij intermediaire sectie distance between side Segments at intermediate section 59. 59. afstand tussen zij Segmenten bij bovenste sectie distance between side Segments at top section 60. 60. achterwand back wall 61. 61. achterste zijwand rear side wall 30 30 62. 62. perforaties perforations 63. 63. lekbakje drip tray 64. 64. zonneweringgroef sunshade groove 65. 65. zijdelingse dichting lateral seal 66. 66. schroef screw 35 35 67. 67. kapje cap

BE2016/0105BE2016 / 0105

68. 68. venstertabletneus window tablet nose 69. 69. montagehulpstuk mounting aid 70. 70. verder montagehulpstuk further mounting aid 71. 71. deksel lid 72. 72. instroomgeleider inflow conductor 73. 73. uitstroomgeleider outflow conductor 74. 74. bevestigingselement fastening element 75. 75. folie/waterkering foil / weir 76. 76. afstand tussen in- en uitstroom distance between inflow and outflow 77. 77. blaasmond nozzle 78. 78. luchtstroom airflow 79. 79. inspringing van buitenste opstaande rand indentation of outer raised edge

BE2016/0105BE2016 / 0105

Claims (14)

ConclusiesConclusions 1. Ventilatie-unit bevattende een behuizing die voorzien is om ingebouwd te worden in een muur van een gebouw, waarbij de behuizing een eerste zijwand en een tweede zijwand heeft die, wanneer de ventilatie-unit ingebouwd is, gerelateerd is aan een binnenzijde en een buitenzijde van de muur, respectievelijk, waarbij in de behuizing een eerste kanaal voorzien is voor het laten strömen van lucht van buiten het gebouw naar binnen en een tweede kanaal voorzien is voor het laten strömen van lucht van binnen het gebouw naar buiten, waarbij het eerste kanaal zieh uitstrekt tussen een eerste opening, in de tweede zijwand, en een tweede opening, in de eerste zijwand, en waarbij het tweede kanaal zieh uitstrekt tussen een derde opening, in de eerste zijwand, en een vierde opening, in de tweede zijwand, waarbij het eerste kanaal en het tweede kanaal elkaar kruisen via een warmtewisselaar en waarbij verder een vijfde opening voorzien is, in de eerste zijwand, die toegang geeft tot een filterelement in het eerste kanaal tussen de eerste opening en de warmtewisselaar.Ventilation unit containing a housing which is provided to be built into a wall of a building, the housing having a first side wall and a second side wall which, when the ventilation unit is built in, is related to an interior and a outside of the wall, respectively, wherein in the housing a first channel is provided for streaming air from outside the building inwards and a second channel is provided for streaming air from inside the building, the first channel extending between a first opening, in the second side wall, and a second opening, in the first side wall, and the second channel extending between a third opening, in the first side wall, and a fourth opening, in the second side wall, the first channel and the second channel intersecting via a heat exchanger and a further fifth opening is provided in the first side wall giving access to a filter element nt in the first channel between the first opening and the heat exchanger. 2. Ventilatie-unit volgens conclusie 1, verder bevattende een eerste luchtpomp die geplaatst is in het eerste kanaal en een tweede luchtpomp die geplaatst is in het tweede kanaal.The ventilation unit of claim 1, further comprising a first air pump located in the first channel and a second air pump placed in the second channel. 3. Ventilatie-unit volgens conclusie 2, waarbij de eerste luchtpomp gepositioneerd is tussen de warmtewisselaar en de tweede opening.The ventilation unit according to claim 2, wherein the first air pump is positioned between the heat exchanger and the second opening. 4. Ventilatie-unit volgens conclusie 2 of 3, waarbij de tweede luchtpomp gepositioneerd is tussen de warmtewisselaar en de vierde opening.Ventilation unit according to claim 2 or 3, wherein the second air pump is positioned between the heat exchanger and the fourth opening. 5. Ventilatie-unit volgens één van de voorgaande conclusies 2-4, waarbij de warmtewisselaar, de eerste luchtpomp en de tweede luchtpomp naast elkaar tussen de eerste zijwand en de tweede zijwand gepositioneerd zijn zodanig dat tussen de eerste en de tweede zijwand een minimale afstand is.Ventilation unit according to any one of the preceding claims 2-4, wherein the heat exchanger, the first air pump and the second air pump are positioned side by side between the first side wall and the second side wall such that a minimum distance between the first and the second side wall is. 6. Ventilatie-unit volgens één van de voorgaande conclusies, waarbij minstens aan elk van de tweede, derde en vijfde opening een buiselement voorzien is aan de buitenzijde van de behuizing, hoofdzakelijk haaks op de eerste zijwand en de tweede zijwand.Ventilation unit according to one of the preceding claims, wherein at least one of the second, third and fifth openings has a pipe element on the outside of the housing, substantially perpendicular to the first side wall and the second side wall. 7. Ventilatie-unit volgens één van de voorgaande conclusies, waarbij minstens de tweede opening, derde opening en vijfde opening elk een maximale diameter hebben van 20cm, meer bij voorkeur maximaal 15cm.Ventilation unit according to any of the preceding claims, wherein at least the second opening, third opening and fifth opening each have a maximum diameter of 20 cm, more preferably a maximum of 15 cm. 8. Ventilatie-unit volgens één van de voorgaande conclusies, waarbij de derde opening voorzien is van een filter voor het filteren van binnenlucht die het tweede kanaal instroomt.Ventilation unit according to any of the preceding claims, wherein the third opening is provided with a filter for filtering indoor air flowing into the second channel. BE2016/0105BE2016 / 0105 9. Ventilatie-unit volgens één van de voorgaande conclusies, waarbij het eerste en tweede kanaal zodanig geplaatst zijn tussen de eerste en de tweede zijwand dat het eerste en het tweede kanaal elkaar slechts ter plaatse van de warmtewisselaar kruisen.Ventilation unit according to one of the preceding claims, wherein the first and second duct are placed between the first and the second side wall in such a way that the first and the second duct only cross each other at the location of the heat exchanger. 10. Ventilatie-unit volgens één van de voorgaande conclusies en conclusie 2, 5 waarbij de ventilatie-unit gevormd is uit een kunststof schuim blok waarbij de kanalen gevormd zijn als holtes in het kunststof schuim blok en waarbij caviteiten voorzien zijn in het kunststof schuim blok voor het plaatsen van de warmtewisselaar en de eerste en de tweede luchtpomp.A ventilation unit according to any one of the preceding claims and claim 2, wherein the ventilation unit is formed from a plastic foam block, the channels being formed as cavities in the plastic foam block and cavities being provided in the plastic foam block for installing the heat exchanger and the first and second air pump. 11. Ventilatie-unit volgens één van de voorgaande conclusies, waarbij de ventilatie-unit een deksel bevat waarin luchtgeleiders voorzien zijn die minstens gedeeltelijkVentilation unit according to one of the preceding claims, wherein the ventilation unit contains a cover in which air conductors are provided which are at least partly 10 geleidingskanalen vormen voor het sturen van de lucht naar een buitenzijde van de muur.10 guide channels for directing air to an outside of the wall. 12. Ventilatie-unit volgens conclusie 11, waarbij de tweede zijwand van de behuizing gevormd wordt door een combinatie van de bovenwand en het deksel, waarbij de geleidingskanalen fungeren als verlengstukken van het eerste kanaal en tweede kanaal ter plaatse van de buitenzijde van het gebouw.Ventilation unit according to claim 11, wherein the second side wall of the housing is formed by a combination of the top wall and the cover, the guide channels acting as extensions of the first channel and second channel at the outside of the building. 1515 13. Ventilatie-unit volgens één van de voorgaande conclusies, bevattende verbindingsmiddelen voor het bevestigen van de ventilatie-unit in een spouwmuur van een gebouw.Ventilation unit according to one of the preceding claims, comprising connecting means for mounting the ventilation unit in a cavity wall of a building. 14. Ventilatie-unit volgens conclusie 13, waarbij de verbindingsmiddelen gevormd worden door twee zijelementen die enerzijds voorzien zijn om de ventilatie-unit teVentilation unit according to claim 13, wherein the connecting means are formed by two side elements, which are provided on the one hand for the ventilation unit 20 klemmen en anderzijds voorzien zijn om rechtstreeks of onrechtstreeks met een raam te verbinden.20 clamps and on the other are provided for connecting directly or indirectly to a window. -29BE2016/0105-29BE2016 / 0105 BE2016/0105BE2016 / 0105 -31BE2016/0105-31BE2016 / 0105
BE2016/0105A 2016-06-14 2016-06-14 Ventilation unit BE1024294B1 (en)

Priority Applications (1)

Application Number Priority Date Filing Date Title
BE2016/0105A BE1024294B1 (en) 2016-06-14 2016-06-14 Ventilation unit

Applications Claiming Priority (1)

Application Number Priority Date Filing Date Title
BE2016/0105A BE1024294B1 (en) 2016-06-14 2016-06-14 Ventilation unit

Publications (2)

Publication Number Publication Date
BE1024294A1 BE1024294A1 (en) 2018-01-16
BE1024294B1 true BE1024294B1 (en) 2018-01-23

Family

ID=56344935

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
BE2016/0105A BE1024294B1 (en) 2016-06-14 2016-06-14 Ventilation unit

Country Status (1)

Country Link
BE (1) BE1024294B1 (en)

Families Citing this family (2)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
CN109724171B (en) * 2019-02-03 2024-05-28 广东美的制冷设备有限公司 Sealing assembly of window type air conditioner and window type air conditioner with sealing assembly
BE1030595B1 (en) 2022-06-07 2024-01-15 Wilms N V Wall duct

Citations (5)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
WO2010146553A1 (en) * 2009-06-17 2010-12-23 Meltem Lüftungsgeräte GmbH & Co. KG Device for protecting a recuperative air exchange device against frost and method for operating the device
EP2382425A2 (en) * 2009-01-23 2011-11-02 Swegon AB Low profiled ahu with tilted rotary heat exchange
DE102010042948A1 (en) * 2010-10-26 2012-04-26 Blumartin Gmbh Heat-recovering ventilation device for use in thermal building envelope i.e. outer wall, has supply air flow heating device designed as inclined surface that lies at end of cross-beam of T-shaped configuration of housing
DE202012010671U1 (en) * 2012-05-16 2012-12-17 Ltg Aktiengesellschaft Air-conditioning device for ventilation
DE202012102899U1 (en) * 2012-08-01 2013-11-07 Meltem Wärmerückgewinnung GmbH & Co. KG Distribution box for an air exchange device

Patent Citations (5)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
EP2382425A2 (en) * 2009-01-23 2011-11-02 Swegon AB Low profiled ahu with tilted rotary heat exchange
WO2010146553A1 (en) * 2009-06-17 2010-12-23 Meltem Lüftungsgeräte GmbH & Co. KG Device for protecting a recuperative air exchange device against frost and method for operating the device
DE102010042948A1 (en) * 2010-10-26 2012-04-26 Blumartin Gmbh Heat-recovering ventilation device for use in thermal building envelope i.e. outer wall, has supply air flow heating device designed as inclined surface that lies at end of cross-beam of T-shaped configuration of housing
DE202012010671U1 (en) * 2012-05-16 2012-12-17 Ltg Aktiengesellschaft Air-conditioning device for ventilation
DE202012102899U1 (en) * 2012-08-01 2013-11-07 Meltem Wärmerückgewinnung GmbH & Co. KG Distribution box for an air exchange device

Also Published As

Publication number Publication date
BE1024294A1 (en) 2018-01-16

Similar Documents

Publication Publication Date Title
BE1024294B1 (en) Ventilation unit
DK180102B1 (en) Roof window system with improved transition means between a roof window and a ventilation assembly
RU2449104C2 (en) Double-layer window with function of horizontal ventilation
BE1024295B1 (en) Window with ventilation unit
JP7337000B2 (en) window
JP6605284B2 (en) Window equipment
EA010557B1 (en) Frame, in particular for window, door or facade elements
BE1024296B1 (en) WINDOW TABLET
KR101923600B1 (en) Folding doors of apartment housing for natural lighting
JP2017066753A (en) Ventilation unit for curtain wall and curtain wall
JP2019073963A (en) Fixture
BE1028853A9 (en) Ventilation unit with casing
JP6419014B2 (en) Joinery
KR102202404B1 (en) Ventilation
JP6554543B2 (en) Ventilation system air outlet
NL9002812A (en) GLAZING SYSTEM OF A BUILDING FACADE.
JP4240491B2 (en) Door mounting fixture
SE533397C2 (en) Device for heating air on a glazed balcony
KR20130081810A (en) Structure for installing wood shutter and method thereof
EP2157272A2 (en) Frame for a window, door or the like
JPH0116432Y2 (en)
FI12468U1 (en) Supply air arrangement
JP6839008B2 (en) Ventilation equipment and fittings
JPS6335323Y2 (en)
JP6437326B2 (en) Decorative panel mounting structure and fittings

Legal Events

Date Code Title Description
FG Patent granted

Effective date: 20180123

PD Change of ownership

Owner name: JOS WILMS N.V.; BE

Free format text: DETAILS ASSIGNMENT: CHANGE OF OWNER(S), CESSION, POWER; FORMER OWNER NAME: WILMS ERIK

Effective date: 20180316

HC Change of name of the owners

Owner name: WILMS NV; BE

Free format text: DETAILS ASSIGNMENT: CHANGE OF OWNER(S), CHANGE OF OWNER(S) NAME; FORMER OWNER NAME: JOS WILMS N.V.

Effective date: 20210204