BE1024274B1 - Werkwijze voor het lossen van balen uit een rondebalenpers op een veld - Google Patents

Abstract

Werkwijze voor het lossen van een eerste en een tweede baal uit een rondebalenpers op een veld, waarbij de rondebalenpers een baalkamer en een baalhouder bevat, en de werkwijze uit de volgende stappen bestaat: - het produceren van de tweede baal in de baalkamer, terwijl de eerste baal door de baalhouder wordt gedragen; - het lossen van de eerste baal uit de baalhouder op het veld gedurende een tijdsbestek vooraleer de productie van de tweede baal te beëindigen, waarbij de eerste baal een eerste positie op het veld definieert; - het beëindigen van de productie van de tweede baal, het transporteren van de tweede baal vanuit de baalkamer naar de baalhouder, en het lossen van de tweede baal van de baalhouder op het veld, waarbij de tweede baal een tweede positie op het veld definieert; en waarbij het tijdsbestek zo bepaald is dat een afstand tussen de eerste positie en de tweede positie kleiner is dan een som van de diameters van de eerste baal en de tweede baal.

Description

(73) Houder(s) :

CNH INDUSTRIAL BELGIUM NV

8210, ZEDELGEM

België (72) Uitvinder(s) :

MONTEYNE Niklaas 8370 BLANKENBERGE België

LAMMERANT Eddy Roland 8670 OOSTDUINKERKE België (54) Werkwijze voor het lossen van balen uit een rondebalenpers op een veld (57) Werkwijze voor het lossen van een eerste en een tweede baal uit een rondebalenpers op een veld, waarbij de rondebalenpers een baalkamer en een baalhouder bevat, en de werkwijze uit de volgende stappen bestaat: - het produceren van de tweede baal in de baalkamer, terwijl de eerste baal door de baalhouder wordt gedragen; - het lossen van de eerste baal uit de baalhouder op het veld gedurende een tijdsbestek vooraleer de productie van de tweede baal te beëindigen, waarbij de eerste baal een eerste positie op het veld definieert; - het beëindigen van de productie van de tweede baal, het transporteren van de tweede baal vanuit de baalkamer naar de baalhouder, en het lossen van de tweede baal van de baalhouder op het veld, waarbij de tweede baal een tweede positie op het veld definieert; en waarbij het tijdsbestek zo bepaald is dat een afstand tussen de eerste positie en de tweede positie kleiner is dan een som van de diameters van de eerste baal en de tweede baal.

BELGISCH UITVINDINGSOCTROOI

FOD Economie, K.M.O., Middenstand & Energie

Publicatienummer: 1024274 Nummer van indiening: BE2016/5709

Dienst voor de Intellectuele Eigendom

Internationale classificatie: A01F 15/08 A01F 15/07 A01D 85/00 Datum van verlening: 11/01/2018

De Minister van Economie,

Gelet op het Verdrag van Parijs van 20 maart 1883 tot Bescherming van de industriële Eigendom;

Gelet op de wet van 28 maart 1984 op de uitvindingsoctrooien, artikel 22, voor de voor 22 September 2014 ingediende octrooiaanvragen ;

Gelet op Titel 1 Uitvindingsoctrooien van Boek XI van het Wetboek van economisch recht, artikel XI.24, voor de vanaf 22 September 2014 ingediende octrooiaanvragen ;

Gelet op het koninklijk besluit van 2 december 1986 betreffende het aanvragen, verlenen en in stand houden van uitvindingsoctrooien, artikel 28;

Gelet op de aanvraag voor een uitvindingsoctrooi ontvangen door de Dienst voor de Intellectuele Eigendom op datum van 21/09/2016.

Overwegende dat voor de octrooiaanvragen die binnen het toepassingsgebied van Titel 1, Boek XI, van het Wetboek van economisch recht (hierna WER) vallen, overeenkomstig artikel XI.19, § 4, tweede lid, van het WER, het verleende octrooi beperkt zal zijn tot de octrooiconclusies waarvoor het verslag van nieuwheidsonderzoek werd opgesteld, wanneer de octrooiaanvraag het voorwerp uitmaakt van een verslag van nieuwheidsonderzoek dat een gebrek aan eenheid van uitvinding als bedoeld in paragraaf 1, vermeldt, en wanneer de aanvrager zijn aanvraag niet beperkt en geen afgesplitste aanvraag indient overeenkomstig het verslag van nieuwheidsonderzoek.

Besluit:

Artikel 1. - Er wordt aan

CNH INDUSTRIAL BELGIUM NV, Leon Claeysstraat 3A, 8210 ZEDELGEM België;

vertegenwoordigd door

AMEYE Dirk C. A„ Leon Claeysstraat 3A, 8210, ZEDELGEM;

een Belgisch uitvindingsoctrooi met een looptijd van 20 jaar toegekend, onder voorbehoud van betaling van de jaartaksen zoals bedoeld in artikel XI.48, § 1 van het Wetboek van economisch recht, voor: Werkwijze voor het lossen van balen uit een rondebalenpers op een veld.

UITVINDER(S):

MONTEYNE Niklaas, Zinderdreef 15, 8370, BLANKENBERGE;

LAMMERANT Eddy Roland, Stijn Streuvelstraat 19, 8670, OOSTDUINKERKE;

VOORRANG:

AFSPLITSING :

Afgesplitst van basisaanvraag : Indieningsdatum van de basisaanvraag :

Artikel 2. - Dit octrooi wordt verleend zonder voorafgaand onderzoek naar de octrooieerbaarheid van de uitvinding, zonder garantie van de Verdienste van de uitvinding noch van de nauwkeurigheid van de beschrijving ervan en voor risico van de aanvrager(s).

Brussel, 11/01/2018,

Bij bijzondere machtiging:

BE2016/5709

Werkwijze voor het lossen van balen uit een rondebalenpers op een veld

ACHTERGROND VAN DE UITVINDING

Deze uitvinding heeft betrekking op een werkwijze voor het iossen van balen uit een rondebalenpers op een veld. Meer bepaald heeft deze uitvinding betrekking op een verbeterde werkwijze voor het lossen van een eerste baal en een tweede baa I uit een rondebalenpers op een veld via een baalhouder.

Werkwijzen volgens de stand van de techniek voor het iossen van balers op het veld vanuit een rondebalenpers bevatten gewoonlijk het produceren van een baal door deze in diameter te laten toenemen in de baalkamer van de rondebalenpers, optionee! het transporteren van een volledig gevormde baal vanuit de baalkamer naar een baaiomwikkelaar van de rondebalenpers, optioneel het omwikkelen van de baal door de baaiomwikkelaar en het iossen van de (omwikkeide) baal op het veld. Deze werkwijze wordt herhaald voor alle andere balen die gevormd, omwikkeld ers gelost moeten worden. De positie waar een baal gelost wordt uit de rondebalenpers hangt af van verschillende factoren zoals: hoeveel gewas aan de baienpers toegevoerd wordt, met welke sneiheid dit gebeurt, is deze snelheid constant, hoe lang het duurt om een volledige baal te produceren in de baalkamer, hoe lang duurt het voor een baal om omwikkeld te worden door de baaiomwikkelaar, hoe snel de rondebalenpers beweegt enz. Deze afhankelijkheid van zoveel verschillende variabelen leidt gewoonlijk tot baien die op schijnbaar willekeurige posities vanuit de rondebalenpers op het veld gelost worden. Met andere woorden leiden werkwijzen volgens de stand van de techniek voor het lossen van balen uit rondebalenpersen gewoonlijk tot het verspreid liggen over het veld van de geloste balen. Meer bepaald kan het ophalen of verzamelen van de verspreide balen van het veld tijdrovend en inefficient zijn.

Het is een oogmerk van deze uitvinding om een verbeterde werkwijze te verschaffen om balen vanuit een rondebalenpers op een veld op een efficiente manier te lossen, wat bij het verzamelen minder werk met zieh meebrengt.

SAMENVATTING VAN DE UITVINDING

Daartoe levert de uitvinding een werkwijze voor het iossen van een eerste baal en een tweede baal uit een rondebalenpers op een veld, waarbij de rondebalenpers een baalkamer en een baalhouder bevat, en waarbij de baalhouder buiten de baalkamer gelegen is, waarbij de werkwijze achtereenvolgens uit de volgende stappen bestaat:

- het produceren van de tweede baal in de baaikamer, terwijl de eerste baal door de baalhouder wordt gedragen;

- het lossen van de eerste baal uit de baalhouder op het veld een tijdsbestek vooraieer de productie van de tweede baal te beëindigen, waarbij de eerste baal een eerste positie bepaalt op het veld wanneer de eerste baal op het veld rust;

BE2016/5709

- het beëindigen van de productie van de tweede baa!, het transporteren van de tweede baa! vanuit de baaikamer naar de baalhouder, en het lossen van de tweede baal uit de baalhouder op het veld, waarbij de tweede baal een tweede positie bepaalt op het veld wanneer de tweede baai op het veld rust;

waarbij het tijdsbestek zo bepaald is dat een afstand tussen de eerste positie en de tweede positie kleiner is dan een som van een diameter van de eerste baa! en een diameter van de tweede baal.

De werkwijze van deze uitvinding bestaat uit een reeks opeenvolgende stappen die het mogeiijk maken de eerste baai en de tweede baal zo te lossen op het veld dat de eerste baal en de tweede baai dichtbij elkaar liggen, bij voorkeur tegen elkaar aan, wanneer ze op het veld rüsten. Op die manier kunnen de eerste en de tweede baal voordelig samen van het veld verwijderd worden. Een ontlaadvoorziening of een vorkheftruck kan bijvoorbeeld in staat zijn zowel de eerste als de tweede baal terzeifder tijd weg te nemen. Bovendien zijn er minder en/of kortere verpiaatsingen op he-t veld vereist om de eerste en de tweede baal voor transport te verzamelen, in vergelijking met de werkwijzen voor het lossen voigens de stand van de techniek.

Volgens de werkwijze van de uitvinding zal de eerste baal gedragen worden door de baalhouder terwijl de tweede baal geproduceerd wordt in de baaikamer. Deze stap staat in contrast met de werkwijzen voigens de stand van de techniek waarbij een baal gewoonlijk rechtstreeks wordt gelost op het veld wanneer de productie en/of hte omwikkeien van de baai beëindigd zijn. Door de eerste baai te laten dragen op de baalhouder, terwijl de tweede baal in de baaikamer nog geproduceerd wordt, wordt het mogeiijk om de eerste baal slechts in een tijdsbestek vooraieer de productie van de tweede baal beëindigd is op het veld te lossen. Op die manier functioneert de baalhouder als een buffer voor de eerste baal. Het tijdsbestek wordt zorgvuidig bepaald zodat, wanneer de tweede baal uiteindelijk gelost wordt op het veld na geproduceerd te zijn in de baaikamer en naar de baalhouder getransporteerd te zijn, de tweede baai viakbij de eerste baai op het veld wordt gelost. Meer bepaald is het tijdsbestek zo bepaald dat de afstand tussen de eerste positie, gedefinieerd door de eerste baal wanneer de eerste baal op het veld rust, en de tweede positie, gedefinieerd door de tweede baai wanneer de tweede baai op het veld rust, kleiner is dan de som van de diameter van de eerste baai en de diameter van de tweede baai.

De werkwijze van de uitvinding maakt het mogeiijk een rendement van de rondebalenpers te verbeteren, aangezien een eerste en een tweede baal in de buurt van elkaar gelost worden zonder tijd te verliezen met het procès van het lossen van de eerste en de tweede baai. Met andere woorden wordt de eerste baal uit de baalhouder op het veld gelost zodra de tweede baai bijna volledig geproduceerd is in de baaikamer. Er gaat dus geen tijd verloren bij het gebruik van de werkwijze volgens de uitvinding. Bovendien maakt de werkwijze van de uitvinding het mogeiijk de rondebalenpers comforts bel te laten bedienen door een menselijke operator waarbij de operator, wegens de efficiente opeenvolging van de voorgestelde stappen, ontiast wordt van bepaalde arbeidsintensieve en concentratievergende bewerkingen die vereist waren voigens de stand van de techniek, zoais het herhaaidelijk stoppen van het voortbewegen van de rondebalenpers en het herstarten van de rondebalenpers om weer voort te bewegen. Bij werkwijzen voigens de stand van de techniek is er risico op

BE2016/5709 beschadiging van de baalkamer of elementen ervan wanneer de rondebaienpers niet tijdig gestopt wordt. Dit risico wordt verminderd door de werkwijze van de uitvinding.

Bij voorkeur bestaat de werkwijze vôôr de stap van de productie van de tweede baal in de baalkamer, uit de volgende stappen:

- het produceren van de eerste baal in de baalkamer, het beëindigen met de productie van de eerste baal en het transporteren van de eerste baai vanuit de baalkamer naar de baaihouder.

Door eerst de eerste baal in de baalkamer te produceren, vervolgens de productie van de eerste baal te beëindigen en de eerste baal naar de baaihouder te transporteren, is de eerste baal beschikbaar op de baaihouder om te worden gelost in het tijdsbestek vooraleer de productie van de tweede baai beëindigd is.

Bij voorkeur bevat de werkwijze voor zowel de eerste baal als de tweede baal vôôr de stap van het transporteren van de respectieve baal van de baalkamer naar de baaihouder, de stap van:

- het omwikkelen van de respectieve baai in de baalkamer met een omwikkelelement.

Door de respectieve baal in de baalkamer te omwikkelen met een omwikkelelement zoals een touw of een net, kan de stevigheid en cohesie van de respectieve baai vergroot worden vooraleer de respectieve baai naar de baaihouder te transporteren en de respectieve baal te lossen.

De stappen van het produceren van de eerste baal in de baalkamer omvatten bij voorkeur het produceren van de tweede baal in de baalkamer, het toevoeren van gewas aan de baalkamer terwijl de rondebaienpers met een eerste snelheid over het veld voortbeweegt; en gaat zowel de stap van het beëindigen van de productie van de eerste baal in de baalkamer als de stap van het beëindigen van de productie van de tweede baai in de baalkamer gepaard met het stoppen van het voortbewegen van de rondebaienpers over het veld.

Door de rondebaienpers met een eerste snelheid over het veld voort te bewegen, kan gewas aan de baalkamer toegevoerd worden en kan met het toegevoerde gewas de respectieve baal geproduceerd worden. Het voortbewegen van de balenpers over het veld stoppen biedt de mogelijkheid om de productie van de respectieve baai in de baalkamer te beëindigen, aangezien er geen gewas meer aan de baalkamer wordt toegevoerd wanneer de rondebaienpers stilstaat, en om de respectieve baai uit de baalkamer naar de baaihouder te transporteren nadat de vorming ervan beëindigd is.

De werkwijze bevat bij voorkeur de stap waarin de rondebaienpers voortbeweegt over het veld met een tweede snelheid gedurende ten minste het tijdsbestek tot aan het moment dat de productie van de tweede baal beëindigd is, waarbij de tweede snelheid lager is dan de eerste, zodat de eerste baal vanuit de baaihouder op het veld wordt gelost, terwijl de rondebaienpers met de tweede snelheid over het veld voortbeweegt om de tweede baal te voltooien.

Door de eerste baal op het veld te lossen terwijl de rondebaienpers over het veld voortbeweegt met de tweede snelheid die lager is dan de eerste snelheid, is er

BE2016/5709 minder kans dat de geloste baal breekt op het moment van de inslag op het veld, of op het veld begint te rollen. Bovendien kan. door de eerste baal op het veld te lossen terwijl de rondebalenpers met de tweede snelheid die lager is dan de eerste snelheid over het veld voortbeweegt, de eerste baal voorzichtig op bet veld gelost worden, en gedurende de bovenvermende tijdsbestek vooraleer de productie van de tweede baal te beëindigen, het voortbewegen van de rondebalenpers stopt en de tweede baal gelost wordt.

Bij voorkeur bevat de baalkamer een deur tussen de baaikamer en de baalhouder, waarbij de werkwijze uit de volgende stappen bestaat:

het openen van de baaikamerdeur nadat de rondebalenpers gestopt is met voortbewegen over het veld, om respectievelijk de eerste baal en de tweede baal, van de baaikamer naar de baalhouder te transporteren; en

- het sluiten van de baaikamerdeur, vooraleer de rondebalenpers over het veld voort te bewegen.

Door de baaikamerdeur te openen nadat de rondebalenpers gestopt is met voortbewegen, wordt vermeden dat gewas onopzettelijk aan de baaikamer wordt toegevoerd. Door de baaikamerdeur fe sluiten vooraleer de rondebalenpers verder over het veld voortbeweegt, wordt vermeden dat gewas, dat aan de baaikamer wordt toegevoerd terwijl de rondebalenpers over het veld voortbeweegt, via de geopende baaikamerdeur door de baaikamer passeert.

Bij voorkeur bestaat de werkwijze, tijdens het produceren van de tweede baal in de baaikamer, minstens uit één van de volgende stappen:

- het verkrijgen van gegevens van de baalkamersensor, die representatief zijn voor een toestand van de tweede baal die momenteeel in de baaikamer geproduceerd wordt; en

- het verkrijgen van de gegevens van de verplaatsing van de balenpers, die representatief zijn voor een bewegingstoestand van de rondebalenpers;

waarbij dit tijdsbestek bepaald wordt op basis van de verkregen gegevens.

De werkwijze bestaat verder bij voorkeur uit het verkrijgen van gegevens over het gewasvolume op het veld en op basis daarvan in het bepalen / schatten / berekenen wanneer de tweede baal voltooid zal zijn. Op basis van gegevens van het gewas op het veld (gemeten met allerhande sensors (TBC)), weet het systeem wanneer de balenpers moet stoppen om een volle tweede baal te produceren (fijd & afstand) en dus wanneer de balenpers naar de tweede (lagere) snelheid moet overgaan om de eerste baal te laten vallen. De berekende afstand voor het voltooien van de tweede baal is kleiner dan of gelijk aan de diameter van de baal. De gegevens van de baalkamersensor en/of bewegingsgegevens van de balenpers en de gegevens van het gewas op het veld die verzameld kunnen worden door allerhande sensors zijn nuttig om het tijdsbestek te helpen bepalen voor het beëindigen van de vorming van de tweede baal. Op basis van de verkregen gegevens kan bepaald worden hoelang bet zal duren tot de vorming van de tweede baal beëindigd wordt, zodat de eerste baal op het juiste moment gelost kan worden opdat de afstand tussen de eerste positie en de tweede positie kleiner zou zijn dan de som van de diameter van de eerste baal en de diameter van de tweede baal.

BE2016/5709

Bij voorkeur worden de opeenvoigende stappen van de werkwijze iteratief uitgevoerd, zodat balen zo gelost worden op het veld dat ze paren van een eerste baal en een tweede baal op het veld vormen.

Op die manier kunnen de paren van de eerste baal en de tweede baal voordelig van het veld verwijderd worden. Bijvoorbeeld kan een lader of vorkheftruck in staat zijn om een paar bestaande uit een eerste baal en een tweede baal op één en hetzelfde moment op te halen door in elke baal een tand van de vorkheftruck te drukken.

Aangezien de balen samen geplaatst zijn, zullen de balen elkaar steunen tijdens de verplaatsing op het veld zodat ze niet zullen vallen. Bovendien zijn minder en/of kortere verplaatsingen op het veld vereist om de paren van de eerste en de tweede baal op te halen om ze verder te transporteren, in vergelijking met werkwijzen volgens de stand van de techniek waarbij de individueel geloste balen over het hele veld verspreid liggers.

Een vakman zal begrijpen dat de hierboven beschreven technische overwegingen ers voordelen voor uitvoeringsvormen van de werkwijze mutatis mutandis ook van toepassing zijn op de hieronder beschreven overeenkomstige uitvoeringsvormen van de balenpers.

De uitvinding heeft verder betrekking op een rondebaienpers die een baalkamer, en een baalhouder bevat, en waarbij de baalhouder buiten de baaikamer gelegen is, en de rondebaienpers een controller bevat, die geconflgureerd is om de rondebaienpers te besturen om de werkwijze volgens een uitvoeringsvorm van de uitvinding uit te voeren.

Bij voorkeur bevat de rondebaienpers in de baalkamer een omwikkelaar en is de controller geconflgureerd om de rondebaienpers ertoe te brengen de werkwijze volgens een uitvoeringsvorm van de uitvinding uit te voeren.

Bij voorkeur is de rondebaienpers uitgerust met een operationele verbinding met een slepend voertuig, en is de controller geconflgureerd om regelsignalen te verzenden via de operationele verbinding met het slepende voertuig om de werkwijze volgens een uitvoeringsvorm van de uitvinding uit te voeren.

Bij voorkeur bevat de baaikamer een deur tussen de baaikamer en de baalhouder, en is de controller geconflgureerd om de rondebaienpers ertoe te brengen de werkwijze volgens een uitvoeringsvorm van de uitvinding uit te voeren.

Bij voorkeur bevat de rondebaienpers minstens één baalkamersensor die geconflgureerd is om gegevens van de baalkamersensor te verkrijgen en een bewegingssensor om bewegingsgegevens van de balenpers te verkrijgen, en is de controller geconflgureerd om de rondebaienpers ertoe te brengen de werkwijze volgens een uitvoeringsvorm van de uitvinding uit te voeren.

De gegevens van de baalkamersensor bevatten bij voorkeur minstens één van de volgende elementen: de dichtheid, een beeid, de diameter en het gewicht van de tweede baal die gevormd wordt in de baalkamer, en de gegevens van de beweging van

BE2016/5709 de balenpers bevatten bij voorkeur minstens een snelheid en/of versnelling van de rondebalenpers ten opzichte van het veld.

De balenpers bevat bij voorkeur een meettoestel aan de voorkant van de balenpers om het volume / gewicht van het gewas te bepalen op het veld en/of gebruikt een detecfiewerkwijze op de balenpers (bv. hoe snel de grootte van de geproduceerde baal toeneemt) om te voorspelîen wanneer de tweede baal zijn volledige diameter bereikt.

KORTE BESCHRIJVING VAN DE TEKENINGEN

Sommige uitvoeringsvormen van toestellen en/of werkwijzen in overeenstemming met uitvoeringsvormen van deze uitvinding worden nu beschreven bij wijze van voorbeeld en met verwijzing naar de bijbehorende tekeningen, waarin:

Figuur 1 schematisch een rondebalenpers en baalhouder toont volgens een uitvoeringsvorm van de uitvinding;

Figuur 2 illustreert hoe een eerste baal en een tweede baal gelost worden op een veld volgens een uitvoeringsvorm van de uitvinding; en

Figuur 3 een tijdsiijn toont die de stappen van de werkwijze volgens een uitvoeringsvorm van de uitvinding illustreert.

GEDETAILLEERDE BESCHRIJVING VAN DE TEKENINGEN

Figuur 1 illustreert een rondebalenpers 1, hierna kortweg ook balenpers genoemd. Deze rondebalenpers 1 is bij voorkeur een balenpers voor landbouwtoepassingen die geschikt is voor het produceren van ronde baîen. Daarbij zal de vakman ter zake over het algemeen inzien dat een zogenaamde ronde baal, wanneer hij voltooid is, een ruwweg ciiindrische vorm heeft met een lengte en een diameter. De lengte van de ciiindrische vorm komt overeen met de breedte van de balenpers 1, en de diameter kan iichtjes variëren afhankelijk van meerdere factoren. De maximumdiameter van de baal komt overeen met de maximumafmetingen van de baalkamer van de balenpers 1. Wanneer de kamer variabel is, kan de gekozen baalgrootte kleiner zijn dan de diameter van de baalkamer.

Het vormen van balen in een rondebalenpers is een discontinu procès, waarbij de balenpers 1 over het veld begint voort te bewegen bij de start van de vorming van een baal in de baalkamer, en de balenpers stopt met voort te bewegen over het veld wanneer de baal in de baalkamer volledig geproduceerd is. De mechanismen en elementen met betrekking tot, en gebruikt voor de vorming van de balen in de baalkamer, die ter voliedigheid hieronder kort beschreven zijn, zijn bekend volgens de stand van de techniek voor het vormen van rondebalenpersen, en worden hier dan ook niet in detail beschreven. Op basis van de onderstaande beschrijving zal een vakman

BE2016/5709 begrijpen, door gebruik te maken van zijn kennis van de stand van de techniek van rondebaienpersen, hoe zuike rondebalenpers met de beschreven functionele mogelijkheden gebouwd kan worden. In deze context zijn de figuren, noch de beschrijving als beperkend bedoeld maar enkel ter illustratie van een voorbeeld van de uitvinding.

De rondebalenpers 1 is verbonden met een baalhouder 2. Volgens de stand van de techniek worden baalhouders gewoonlijk gebruikt als omwikkeltoestellen, waarbij de houder geschikt is om een baal vast te houden nadat deze uit de baalkamer 5 van balenpers 1 getransporteerd werd, en waarbij de baal die gedragen wordt door de baalhouder bijvoorbeeld met een kunststoffolie omwikkeld kan worden.

Deze uitvinding heeft meer bepaald betrekking op het gebruik van een combinatie van een balenpers 1 en een baalhouder 2. In de uitvinding wordt de baalhouder 2 als buffer gebruikt. In deze uitvinding is daarbij, bij voorkeur de omwikkelfunctie van de baalhouder 2 weggelaten of wordt tenminste niet als een essentieei deel van de uitvinding beschouwd. In deze uitvinding werkt de baalhouder 2 hoofdzakelijk als houder van of buffer voor volledig geproduceerde balen. Verdere details over de baalhouder 2 en over het gebruik van de combinatie van de balenpers 1 en de baalhouder 2 zullen hieronder worden beschreven.

De rondebalenpers 1 bevat een verbindingselement (sleepvoorziening) 3 om gesleept te kunnen worden. Deze sleepvoorziening 3 is aangebracht tian een voorste uiteinde van de balenpers 1. Balenpersen zijn gewoonlijk niet zelfrijdend, maar worden gesleept en aangedreven door een landbouwvoertuig zoals een tractor. De tractor wordt verbonden met het sleepverbindingselement 3 zodat hij de balenpers 1 over het veld kan leiden. De tractor is bij voorkeur verder operationeel verbonden met de rondebalenpers 1, bijvoorbeeid via een aftakas, een hydraulische en/of elektrische verbinding, om de mechanische en elektrische onderdelen van rondebalenpers 1 aan te drijven. Verder is bij voorkeur een operationele communicatieverbinding aangebracht tussen de rondebalenpers en het siepende landbouwvoertuig zodat de start- en stopînstructies, en bij voorkeur ook instructîes met betrekking tot de snelheid, door de rondebalenpers gegeven kunnen worden aan het siepende voertuig om het baalvormingsproces maximaal te automatiseren en/of te optimaliseren. Wanneer de rondebalenpers 1 verbonden îs met een slepend landbouwvoertuig en ermee over een veld voortbeweegt, illustreert de pijl Al de voortbewegingsrichting van de balenpers 1.

De rondebalenpers 1 bevat een oprapermechanisme 4 dat schematisch geïllustreerd is in Figuur 1, waarbij het oprapermechanisme 4 geschikt is om oogstmateriaal, bijvoorbeeid een zwad van een veld, op te rapen en om dit materiaal aan de baalkamer 5 toe te voeren. Het toevoeren van oogstmateriaal aan de baalkamer 5 door het oprapermechanisme 4 is schematisch geïllustreerd met pijl A2 in Figuur 1. in deze context zal het duidelijk zijn dat gewas alleen toegevoerd kan worden A2 aan de baalkamer 5 terwijl de rondebalenpers 1 over een veld voortbeweegt. Aangezien er gewoonlijk geen of geen belangrijke buffer met oogstmateriaal voorzien îs ter plaatse van het oprapermechanisme 4, stopt de rondebalenpers 1 met over het veld voort te bewegen wanneer de toevoer A2 van oogstmateriaal aan de baalkamer 5 gestopt wordt. Met andere woorden îs er een proportîoneel verband îs tussen het toevoeren

BE2016/5709 van materiaal aan de baalkamer 5, aangegeven met pijl A2, en het voortbewegen van de balenpers 1 over het veld, aangegeven met pijl Al.

In de baalkamer 5 van rondebalenpers 1 wordt een baai 6 geproduceerd. Het produceren van een baal in een baalkamer 5 is bekend volgens de stand van de techniek, en is in Figuur 1 geïllustreerd met pijl A3. Daarbij zai het duidelijk zijn dat de evenredigheid tussen het toegevoerde gewas A2 en het voortbewegen over het veld 1 ook geldt voor de productie (toename van de diameter) A3 van de baal 6.

In de baalkamer 5 kunnen meerdere sensors 7 aangebracht worden om de baalvorming te bewaken en te regelen. In Figuur 1 is de sensor 7 schematisch op één piaats weergegeven, maar het zal het echter duideiijk zijn dat sensor 7 de vorm hebben ktin van een verschillend aantal sensors voor het meten van meerdere aspecten van de baal. De sensors kunnen op verschillende plaatsen in en/of op de balenpers 1 geplaatst worden. Voorbeeiden van aspecten die gemeten kunnen worden zijn de dichtheid, de diameter, het gewicht, de gelijkmatigheid... De sensors die gebruikt kunnen worden zijn dichtheidsvoelers, sneiheidsopnemers diametersensors, camera's, gewichtmeetcelien... Andere sensorgegevens kunnen ook gebruikt worden om de werking van rondebalenpers te regelen, bijvoorbeeld de snelheid waarmee de balenpers voortbeweegt en de vorm en/of de dichtheid van het zwad.

Aan het achterste uifeinde van de baalkamer 5 is een baalkamerdeur 8 aangebracht De baalkamerdeur 8 is draaibaar tussen een open positie, zoals getoond in Figuur 1 en een gesloten positie (niet weergegeven). Het openen en sluiten van de baalkamerdeur 8 is in Figuur 1 geïllustreerd met pijl A4. Het zal voor de vakman duideiijk zijn dat in de gesloten positie van de baalkamerdeur 8 een baal gevormd kan worden binnen de baalkamer 5. Gewoonlijk is vereist dat de baalkamerdeur 8 gesloten is om een baai 6 in de baalkamer 5 te vormen. Een gevolg daarvan is dat de balenpers 1 alleen voort kan bewegen Al over het veld wanneer de baalkamerdeur 8 gesloten is. Vooraleer de baalkamerdeur te openen, moet het voortbewegen Al van de balenpers 1 gestopt zijn.

In de open positie van de baalkamerdeur 8 kan een volledig geproduceerde baal 6 uit de baalkamer 5 tot op de baalhouder 2 getransporteerd worden. Dit is geïllustreerd in Figuur 1 met pijl A5. Aangezien de baalkamerdeur in de open positie staat tijdens het transporteren A5 van de volledig geproduceerde baal vanuit de baalkamer naar de baalhouder, kan deze transportstap A5 alleen uitgevoerd worden in een gestopte toestand van de rondebalenpers, Een gestopte toestand van de rondebalenpers wordt gedefinieerd als een toestand waarbij het voortbewegen Al van de rondebalenpers over het veld gestopt werd zodat de rondebalenpers een vaste positie heeft ten opzichte van het veld.

De baalhouder 2 bevat een steun 9 voor het dragen van een baal 6. De steun 9 is bij voorkeur scharnierbaar. Scharnierbare baaisteunen 9 zijn gekend bij baaiomwikkelaars en worden daarom hier niet meer in detail technisch beschreven. De scharnierbare steun is geschikt om naar een voorste uiteinde van de baalhouder 2 te Scharnieren, zoals geïllustreerd met pijl A6 in Figuur 1, om een baai op te nemen wanneer hij vanuit de baalkamer 5 getransporteerd A5 wordt. De scharnierbare steun 9 is verder geschikt om te Scharnieren naar een achterste uiteinde van de baalhouder 2, zoals geïllustreerd met pijl A7 in Figuur 1, om de baa! op het veld te laten vallen aan een

BE2016/5709 achterste uiteinde van de baalhouder 2. Het laten vallen van een baal op het veld is geïllustreerd in Figuur 1 met piji A8.

Figuur 2 iilustreert een veld 11, en een eerste baal 12 en een tweede baal 13 die op het veld 11 gevallen zijn. Daarbij iilustreert Figuur 2 de voordelige situatie waarbij de eerste baal 12 en de tweede baal 13 dichtbij elkaar op het veld gelegen zijn, wanneer de eerste en de tweede baal op het veld rüsten. Daarbij wordt dicht bij elkaar gedefinieerd als de afstand d3 tussen een eerste positie Pl van de eerste baal 12 op het veld 11 en een tweede positie P2 van de tweede baal 13 op het veld 11 kleiner is dan de som van een diameter dl van de eerste baal 12 en een diameter d2 van de tweede baal 13. De positie van een baal op het veld wordt gedefinieerd als de piek op het veld 11 die vlak onder het zwaartpunt van de baal ligt. Bij voorkeur Is de afstand d3 in wezen gelijk aan de som van de straien van de baien. In zulk geval liggen de balen fegen elkaar en raken elkaar op het veld.

Het voordeel van het dicht bij elkaar positioneren van twee balen 12,13 op het veld 11 is dat daardoor de hoeveelheid werk en de af te leggen afstand nodig voor het oppikken van de baien 12 en 13 van het veld 11 verminderen. Wanneer de baien dicht bij elkaar gelegen zijn, kan met een baaiopneemvoertuig naar de baien 12,13 gereden worden en kan dit de twee baien 12, 13 opnemen zonder zieh te moeten verplaatsen tussen het oppikken van de eerste 12 en de tweede 13 baal. In een verder voordelige uitvoeringsvorm kunnen de twee baien 12, 13 in één vloeiende beweging d.m.v. een vorkheftruck samen opgenomen worden, wanneer de baien 12, 13 dichtbij elkaar gelegen zijn. Een vorkheftruck heeft gewoonlijk twee tanden die zieh in wezen evenwijdig ten opzichte van elkaar uitstrekken. De vorkheftruck kan gepositioneerd worden ten opzichte van de eerste en de tweede baal 12 en 13 zodat één van de tanden in de eerste baal 12 wordt gedrukt terwijl de andere tand in wezen gelijktijdig in de tweede baal 13 wordt gedrukt. Op die manier kunnen de fwee baien 12 en 13 samen, in één enkele beweging, opgetild worden en wordt het verzamelen en oppikken van de baien 12,13 daardoor aanzienlijk vereenvoudigd. Ter voiledigheid dient te worden opgemerkt dat de baien niet perfect rond kunnen zijn zodat de diameter dl, d2 kan verschillen afhankelijk van de richting waarin gemeten wordt. In zulke gevallen is de diameter van de baal gedefinieerd als de gemiddelde diameter volgens de lengte van de cilindrisch gevormde baal en in vele meetrichtingen binnen de cilinder.

In Figuur 2 is de voortbewegingsrichting Al van de balenpers ook geïllustreerd met pijl Al. Deze voortbewegingsrichting bepaalt de oriëntatie van de eerste baal en de tweede baal 12,13 t.o.v. elkaar op het veld 11. Zoals hieronder beschreven zai worden, wordt in eerste instantie de eerste baal 12 op het veld geworpen, tijdens de baalvorming van de tweede baal (zonder Stil te staan om de eerste baal te laten vallen, waarbij enkel stilgestaan wordt om de tweede baal te laten vallen), en in tweede instantie, nadat de balenpers werd voortbewogen over een afstand die verband houdt met de afstand d3 in de richting Al, wordt de tweede baal 13 uitgeworpen. Daarom ligt in de voortbewegingsrichting Al, de eerste baal 12. op het veld 11 achter de tweede baal 13.

Figuur 3 iilustreert een sequentie van stappen om baien optimaal op een veld te laten vallen zoals geïllustreerd in Figuur 2 door gebruik te maken van de balenpers 1 en de baalhouder 2 zoals geïllustreerd in Figuur 1. Figuur 3 toont een bovenste deel,

BE2016/5709 een middelste deel en een onderste deel, gescheiden door een punt-streepiijn. Deze scheiding komt overeen met de fysieke plaats waar de stappen van de werkwijze plaatsvinden. Het bovenste deel bevat de stappen die plaats vinden in de baalkamer 5. Het middelste deel illustreert de stappen die plaats vinden in de baalhouder 2 terwijl het onderste deel de stappen illustreert die plaats vinden op het veld 11. Daarbij zijn de stappen die plaats vinden in de baalkamer 5, in de baalhouder 2 en op het veld 11 gedefinieerd als stappen waarvoor de belangrijkste actie en/of het grootste effect verkregen wordt op die respectieve plaats. interactie tussen de baalkamer 5, de baalhouder 2 en het veld 11 zijn geïllustreerd door pijlen A5 en A8 die tussen de secties door lopen. De figuur is verder getekend als een tijdsiijn waarbij de tijd in de horizontale richting voortbeweegt, zoals duidelijk zal worden uit de verdere beschrijving. Zodoende heeft de afstand in Figuur 3 tussen de eerste baal 12 en de tweede baal 13 op het veld 11 betrekking op een afstand in tijd en niet op een afstand in plaats.

In Figuur 3 illustreert stap Ml het begin van de productie (toenemende diameter) van de eerste baa! 12. Deze stap Ml gaat gepaard met het sluiten van de baalkamerdeur 8 aangezien de productie van een baal alleen gestart kan worden nadat de baalkamer werd gesloten. Deze stap Ml gaat verder gepaard met het begin van het voortbewegen Al van de balenpers over het veld 11. Door met de balenpers 1 verder over het veld voort te bewegen, kan het oogstmateriaai opgeraapt worden door het opraapmiddel 4 en toegevoerd A2 worden aan de baalkamer 5.

Stap M2 illustreert het produceren van de eerste baal 12 in de baalkamer 5. Tijdens deze productiestap M2 beweegt de balenpers Al voort over het veld 11 met een zekere snelheid. Bij voorkeur varieert de snelheid van voortbewegen gedurende het tijdsbestek waarin de stap M2 wordt uitgevoerd. Daarbij kan een eerste snelheid gedefinieerd worden als de snelheid waarmee de balenpers over het veld voortbeweegt tijdens een eerste deel van de stap M2. Een tweede snelheid kan gedefinieerd worden als de snelheid waarmee de balenpers 1 over het veld voortbeweegt tijdens een eropvolgende deel van de stap M2. De tweede snelheid is kleiner dan de eerste snelheid zodat ook het debiet van de gewastoevoer A2 vermindert naarmate stap M2 afloopt. Dit verbetert de werking van de balenpers aan het einde van de baalproductiestap M2. In dit opzicht wordt opgemerkt dat de eerste snelheid en de tweede snelheid niet constant moeten zijn, maar dat ze snelheidsschommelingen kunnen vertonen. Wanneer de eerste snelheid en de tweede snelheid schommelingen vertonen, kan bepaald worden dat de eerste snelheid hoger is dan de tweede snelheid wanneer de gemiddelde snelheid van de eerste snelheidsschommeiing hoger is dan een gemiddelde snelheid van de tweede snelheidsschommeling.

In stap M3 is de productie van de baal 12 beëindigd en wordt het productieproces M2 gestopt. Wanneer de productie gestopt is, in stap M3, wordt ook het voortbewegen van de balenpers over het veld gestopt.

Figuur 3 toont vervolgens een verdere stap M4 die het omwikkeien van de baal in de baalkamer 5 illustreert. Bij voorkeur wordt de baal in deze stap M4 omwikkeld met een net of kunststof of touw zodat het oogstmateriaai in de baal samengehouden wordt en in staat is zijn vorm op zijn minst grotendeels tijdens verdere stappen te behouden. Aan het einde van de stap M4, is de eerste baal 12 in de baalkamer 5 gereed om uit de baalkamer 5 gelost te worden.

BE2016/5709

In stap M5 wordt de volledig geproduceerde eerste baal 12 uit de baalkamer 5 naar de baalhouder 2 overgebracht. Dit is geïllustreerd in Figuur 3 met de pijl A5 die overeenkomt met pijl AS van Figuur 1. Daarom wordt aan het begin van de stap M5 de baalkamerdeur geopend. Dit is mogelijk aangezien de balenpers gestopt is met over het veld voort te bewegen in stap M3, en dus nog altijd stilstaat. Aan het einde van stap MS. wanneer de baal op de baalhouder 2 is aangekomen, wordt de baalkamerdeur 8 gesloten zodat een volgende baal gevormd kan worden.

De volgende stap in de sequentie, stap M6, komt overeen met stap Ml. Het verschil tussen de stap M6 en stap Ml is dat stap M6 begint met de vorming van de tweede baal terwijl de eerste baal nog op de baalhouder 2 ligt. In stap Ml is de baalhouder 2 ieeg. In stap M6 ligt de eerste baal op de baalhouder 2. Verder wordt in stap M6 de baalkamerdeur 8 gesloten en begint de balenpers voort te bewegen over het veld om de tweede baal 13 te vormen.

Tijdens stap M7 wordt de tweede baal gevormd. Stap M7 komt grotendeeis overeen met stap M2. Het verschil tussen stap M7 en stap M2 is dat de baalhouder 2 de eerste baal 12 ten minste over een grootste deel van de stap M7 draagt.

In een tijdsbestek vooraleer de productie van de tweede baal 13 te beëindigen, ni. vôôr het einde van stap M7, wordt stap M8 uitgevoerd. In stap M8 wordt de eerste baal 12 op het veld 11 geworpen, zoals geïllustreerd met pijl A8. Deze pijl A8 komt overeen met pijl A8 uit Figuur 1. De hierboven beschreven eerste sneiheid en tweede sneiheid m.b.t. stap M2 worden bij voorkeur zo gekozen dat stap M8 uitgevoerd wordt wanneer de balenpers met de tweede sneiheid voortbeweegt. Het gevolg is dat de eerste baal 12 uïtgeworpen A8 wordt terwijl de sneiheid waarmee de balenpers voortbeweegt relatief laag is. Het verdere gevolg is dat de afstand tussen de stap M8 van het laten vallen A8 van de eerste baal 12 en het beëindigen van de productiestap M 7 beperkt is. Doordat deze afstand beperkt is, wordt de balenpers gestopt bij M9, overeenkomstig stap M3, dichtbij de plaats waar de eerste baal werd uïtgeworpen.

Stap M9 komt overeen met stap M3, in stap M9 wordt het voortbewegen van de balenpers over het veld 11 gestopt zodat de balenpers nog altijd stii staat en geen verder oogstmateriaal aan de baalkamer 5 wordt toegevoerd. Stap MIO komt overeen met stap M4. in stap MIO kan de baal in de baalkamer omwikkeld worden, bijvoorbeeld met een net of kunststof of touw, zodat het oogstmateriaal dat de baal vormt samen kan worden gehouden en de baal grotendeeis zijn vorm kan behouden tijdens de verdere behandeling ervan. In stap Mil wordt de tweede baal uit de baalkamer naar de baalhouder getransporteerd, zoals geïllustreerd met pijl A5. Stap Mil komt daarbij overeen met stap M5. In stap MU wordt de baalkamerdeur geopend, wordt de baal van de baalkamer naar de baalhouder getransporteerd en wordt de baalkamer gesloten. Stap Mil verschilt van stap M5 doordat de baalhouder 2 de tweede baal 13 rechtstreeks op het veld 11 laat vallen, zoals geïllustreerd met pijl A8. Aangezien de balenpers op het veld stii staat dichtbij de plaats waar de eerste baal 12 werd gelost, heeft het laten vallen van de tweede baal 13 rechtstreeks vanaf de baalhouder als gevolg dat de eerste baal 12 en de tweede baal 13 op het veld dichtbij elkaar komen te liggen, zoals geïllustreerd in Figuur 2. Nadat de baalkamer gesloten werd aan het einde van stap Mil, kan een nieuwe stap Ml gestart worden, geïllustreerd in Figuur 3 met

BE2016/5709

Ml' en M2', Dit iilustreert dat de sequentie van de stappen cyclisch kan worden uitgevoerd,

Een bêlangrijk aspect van de uitvinding heeft betrekking op de stap M8. In stap M8 wordt de eerste baal 12 op het veld geworpen A8 in een tijdsbestek tijd vooraleer de productie van de tweede baal 13 in stap M7 beëindigd wordt en is er geen stiistand van de balenpers meer vereist, Het belangrijkste voordeel van het laten vallen van de eerste baal 12 vooraleer de productie van de tweede baal 13 beëindigd is, is dat daardoor het rendement van de werking van de balenpers gemaximaliseerd wordt, doorat de balenpers niet stil moet staan, en de vermoeidheid van de bestuurder vermindert. Zoals duidelijk zal blijken uit Figuur 3 en de beschrijving van de bovenstaande stappen Ml - Mil, wordt de balenpers alleen gestopt wanneer de productie van de baal in de baalkamer beëindigd is, en wordt de balenpers meteen gestart nadat de baal uit de baalkamer verwijderd werd en overgedragen op de baalhouder en de baaîkamerdeur gesloten werd. Er worden geen bijkomende start- en stop-stappen gebruikt om baien uit de baalhouder 2 te laden en fe lossen. Er zijn geen extra wachttijden vereist voor het lossen of omwikkelen, noch voor andere stappen. Starten en stoppen blijken acties te zijn die het meeste eisen van de operator.

Zodoende verbetert het minimaliseren van het aantal start·· en stopbewerkingen de werkvoorwaarden voor de operator, bijvoorbeeld door zijn vermoeidheid te verminderen. Verder maakt het specifieke start- en stopmoment een optimaal gebruik van de balenpers 1 mogelijk. De balenpers wordt alleen gestopt vlak nadat de productie van een baal in de baalkamer beëindigd is, en kan direct gestart worden nadat de baal verwijderd werd uit de baalkamer en de deur 8 van de baalkamer gesloten werd terwijl het is nog altijd mogelijk is om twee baien op een gecontroleerde manier in eikaars buurt te laten vallen. Dit optimaliseert het rendement van de balenpers.

De balenpers bevat bij voorkeur een controller 10 voor het automatisch uitvoeren van de stappen Ml - Mil, often minste grotendeels het automatisch uitvoeren van de stappen Ml - Mil. Meer bepaald bepaalt de controller automatisch het tijdsbestek vooraleer de productie M7 van de tweede baal 13 te beëindigen, waarin stap M8 wordt uitgevoerd. in deze context wordt expliciet vermeid dat het tijdsbestek vooraleer de productie van tweede baal 13 te beëindigen tijdens stap M7 niet bedoeld îs als een voorafbepaalde tijdsgebonden période. Dit tijdsbestek kan bepaald worden op basis van meerdere factoren of individuele combinaties van factoren, bij voorkeur op basis van de gegevens van sensor 7 of op basis van gegevens afkomstig van één of meerdere sensors (niet weergegeven) aan de voorkant van de tractor die het volume en/of de dichtheid van het gewas aan de voorkant van de balenpers bepalen. De kennis van deze gegevens van het gewas op het veld maakt het mogelijk te voorspelien hoe ver de bestuurder vooruit moet rijden vooraleer de tweede baal volledig gevormd zai zijn. Deze voorspeiiing kan ook bepaald worden door de snelheid van de vorming van de baaldiameter te bewaken, bijvoorbeeld via het bewaken van sensor 7. Een vakman zal begrijpen dat het tijdsbestek tussen stap M8 en het einde van stap M7 betrekking heeft op de afstand d3 die zai worden afgelegd door de balenpers op het veld 11 om de productie van de tweede baal 13 te beëindigen. Op basis van deze betrekking kan de vakman het tijdsbestek zo bepalen dat de eerste baal 12 en de tweede baal 13 gepositioneerd worden op het veld, wanneer ze op het veld rüsten, dat ze dichtbij elkaar liggen zoals geïllustreerd in Figuur 2. Dit ontlast de operator van de balenpers van

BE2016/5709 extra start- en stopbewerkingen om balen te laten vallen terwijl de balen zo op bet veld gelegen zijn dat ze efficiënt opgepikt kunnen worden zoals hierboven beschreven m.b.t. Figuur 2.

Op basis van de figuren en de beschrijving zai een vakman in Staat zijn de 5 werking en de voordelen van de uitvinding, alsook van de verschillende uitvoeringsvormen ervan te begrijpen. Er dient evenwei te worden opgemerkt dat de beschrijving en de figuren enkel en alleen bedoeld zijn om de uitvinding te laten begrijpen en niet om de uitvinding te beperken tot bepaalde uitvoeringsvormen of voorbeelden die hierin gebruikt worden. Daarom wordt de nadruk gelegd op het feit dat de reikwijdte van de uitvinding alleen gedefinieerd zal worden in de conclusies.

BE2016/5709

Claims (15)

1. Conclusies

   1. Werkwijze voor bet lossen van een eerste baal (12) en een tweede baal (13) uit een rondebaienpers (1) op een veld (11) waarbij de rondebalenpers (1) een baalkamer (5) en een baaihouder (2) bevat, en waarbij de baalbouder (2) buiten de baalkamer (5) gelegen is, waarbij de werkwijze uit de volgende stappen bestaat:

   - het produceren (M7) van de tweede baal (13) in de baalkamer (5), terwijl de eerste baal (12) door de baalbouder (2) wordt gedragen;

   - het lossen (M8) van de eerste baal (12) uît de baalbouder (2) op het veld (11) gedurende een zeker tijdsbestek vooraleer de productie van de tweede baal (13) te beëindîgen, waarbij de eerste baal (12) een eerste positie (Pl) bepaalt op het veld (11) wanneer de eerste baal (12) op het veld (11) rust;

   - het beëindîgen (M9) van de productie van de tweede baal (13), het transporteren van de tweede baal (13) vanuit de baalkamer (5) naar de baaihouder (2), en het lossen van de tweede baal (13) uît de baalbouder (2) op het veld (11), waarbij de tweede baal (13) een tweede positie (P2) bepaalt op bet veld (11) wanneer de tweede baal (13) op het veld (11) rust;

   waarbij het tijdsbestek zo bepaald is dat een afstand (d3) tussen de eerste positie (Pl) en de tweede positie (P2) kleiner is dan een som van een diameter (dl) van de eerste baal (2) en een diameter (d2) van de tweede baal (13).
2. 2. Werkwijze volgens conclusse 1, bestaande uit de volgende stappen, vôôr de stap van de productie van de tweede baal (13) in de baalkamer (5):

   - het produceren (M2) van de eerste baal (12.) in de baalkamer (5), het beëindîgen van de productie van de eerste baal (12) en het transporteren van de eerste baal (12) vanuit de baalkamer (5) naar de baaihouder (2).
3. 3. Werkwijze volgens de conclusies 1 of 2, bestaande uit, voor zowel de eerste baal (12) als de tweede baal (13): vôôr de stap van het transporteren van de respectieve baal (12, 13) van de baalkamer (5) naar de baaihouder (2), de stap van:

   - het omwikkelen (M4, M10) van de respectieve baal (12, 13) in de baalkamer (5) met een omwikkelelement.
4. 4. Werkwijze volgens een of meerdere van de voorgaande conclusies, waarin:

   zowel de stap van het produceren (M2) van de eerste baal (12) in de baalkamer (5) als de stap van het produceren van de tweede baal (13) in de baalkamer (5), gepaard gaat met het toevoeren van gewas aan de baalkamer (5) terwijl de rondebalenpers (1) met een eerste snelheid over het veld voortbeweegt; en

   - waarbij zowel de stap van bet beëindîgen van de productie (M3) van de eerste baal (12) in de baalkamer (5) als de stap van het beëindîgen van de productie (M9) van de tweede baal (13) in de baalkamer (5) gepaard gaat met het stoppen van het voortbewegen van de rondebalenpers (1) over het veld (11).
5. 5. Werkwijze volgens conclusie 4, bestaande uit de volgende stappen:

   BE2016/5709

   - het voortbewegen van de rondebalenpers (1) over het veld (11) met een tweede snelheid gedurende ten minste het tijdsbestek tot tian het moment dat de productie van de tweede baa! (13) te beëindigen, waarbij de tweede snelheid lager is dan de eerste, zodat de eerste baal (12) vanuit de baalhouder (2) op het veld (11) wordt gelost terwijl de rondebalenpers (1) met de tweede snelheid over het veld (11) voortbeweegt.
6. 6. Werkwijze volgens conclusie 4 of 5, waarbij de baalkamer (5) een deur bevat tussen de baalkamer (8) en de baalhouder (2); en de werkwijze uit de volgende stappen bestaat:

   het openen van de baaikamerdeur (8) nadat de rondebalenpers (1) gestopt is met voortbewegen over het veld (11), om respectievelijk de eerste baal (12) en de tweede baal (18) te transporteren, vanuit de balenkamer (5) naar de baalhouder (2); en

   - het sluiten van de baaikamerdeur (8), vooraleer de rondebalenpers (1) over het veld (11) voort te bewegen,
7. 7. Werkwijze voigens een of meerdere van de voorgaande conclusies, bestaande uit minstens uit één van de volgende stappen, tijdens het produceren van de tweede baal (13) in de baalkamer (5):

   - het verkrijgen van gegevens van de baaikamersensor, die representatief zijn voor een toestand van de tweede baa! (13) die momenteel in de baalkamer (5) geproduceerd wordt;

   - het verkrijgen van gegevens over de verplaatsing van de balenpers, die representatief zijn voor een bewegingstoestand van de rondebalenpers (1); en het verkrijgen van informatie over de zwaden op het veld, die representatief is voor een hoeveelheid zwad verzameld door de balenpers (1);

   waarbij dit tijdsbestek bepaald wordt op basis van de verkregen gegevens.
8. 8. Werkwijze voigens een of meerdere van de voorgaande conclusies en conclusie 2, waarbij de opeenvolgende stappen van de werkwijze iteratief worden uitgevoerd, zodat balen (12, 13) zo gelost worden op het veld dat ze paren van een eerste baal (12) en een tweede baal (13) op het veld (11) vormen.
9. 9. Werkwijze voigens een of meerdere van de voorgaande conclusies, waarbij het tijdsbestek zo bepaald is dat de eerste baal (12) en de tweede baal (13) tegen elkaar aarsliggen wanneer ze op het veld (11) rüsten.
10. 10. Rondebalenpers (1) die een balenkamer (5) en een baalhouder (2) bevat, v/aarbij de baalhouder (2) buiten de baalkamer (5) gelegen is, en de rondebalenpers (1) een controller (10) bevat en waarbij de controller (10) geconfigureerd is om de rondebalenpers (1) te besturen om de 'werkwijze volgens eender welke uitvoeringsvorm van de conclusies 1 of 2 uit te voeren.
11. 11. Rondebalenpers (1) voigens conclusie 10, die een omwikkelaar bevat in de baalkamer (5) waarbij de controller (10) geconfigureerd is om de rondebalenpers (1) ertoe te brengen de werkwijze volgens conciusie 3 uit te voeren.
12. 12. Rondebalenpers (1) volgens conclusie 10 of 11, waarbij de rondebalenpers (1) uitgerust is met een operationeie verbinding (3) met een siepend voertuig, waarbij

    BE2016/5709 de Controller (10) geconfigureerd is om regelsignalen te verzenden via de operatlonele verbinding (3) met het slepende voertuig om de werkwijze voigens de uitvoeringsvorm van een van de twee of van beide conclusies 4 en 5 uit te voeren.
13. 13. Rondebalenpers (1) voigens één of meerdere van de conclusies 10 tot 12,

    5 waarbij de baalkamer (5) een deur bevat tussen de baaikamer (8) en de baalhouder (2), waarbij de controller (10) geconfigureerd is om de rondebalenpers (1) ertoe te brengen de werkwijze volgens conclusie 6 uit te voeren.
14. 14. Rondebalenpers (1) voigens één of meerdere van de conclusies 10 tot 13, die minstens een van de volgende twee sensors bevat: een baalkamersensor (7) die

    10 geconfigureerd is om gegevens van de baalkamersensor te verkrijgen en een bewegingssensor voor het verkrijgen van bewegingsgegevens van de balenpers, waarbij de Controller (10) geconfigureerd is om de rondebalenpers (1) ertoe te brengen de werkwijze voigens conclusie 7 uit te voeren.
15. 15. Rondebalenpers (1) volgens conclusie 14, waarbij de gegevens van de

    15 baalkamersensor minstens één va de volgende zijn: een dichtheid, een beeid, de diameter en het gewicht van de tweede baal (13) die gevormd wordt in de baalkamer (5), en de gegevens van de beweging van de balenpers minstens een snelheid en/of versnelling van de rondebalenpers (1) ten opzichte van het veld (11) bevatten.

    BE2016/5709

    BE2016/5709 be2016/5709

    -iQ

    Î vz

    Werkwijze voor het lossen van een eerste en een tweede haal uit een rondebalenpers op een veld, waarbij de rondebalenpers een baalkamer en een

    5 baalhouder bevat, en de werkwijze uit de volgende stappen bestaat:

    het produceren van de tweede baal in de baalkamer, terwijl de eerste baal door de baalhouder wordt gedragen;

    - het lessen van de eerste baal uit de baalhouder op het veld gedurende een tijdsbestek vooraleer de productie van de tweede baal te beëindigen, waarbij de eerste

    10 baal een eerste positie op het veld definieert;

    - het beëindigen van de productie van de tweede baal, het transporteren van de tweede baal vanuit de baalkamer naar de baalhouder, en het lossen van de tweede baal van de baalhouder op het veld, waarbij de tweede baal een tweede positie op het veld definieert; en waarbij het tijdsbestek zo bepaald is dat een afstand tussen de

    15 eerste positie en de tweede positie kleiner is dan een som van de diameters van de eerste baal en de tweede baal.