BE1024108B1 - Mechanisme voor het vastnemen van een object en voor het positioneren van het object, evenals microscoop die zulk mechanisme bevat. - Google Patents
Mechanisme voor het vastnemen van een object en voor het positioneren van het object, evenals microscoop die zulk mechanisme bevat. Download PDFInfo
- Publication number
- BE1024108B1 BE1024108B1 BE2016/5587A BE201605587A BE1024108B1 BE 1024108 B1 BE1024108 B1 BE 1024108B1 BE 2016/5587 A BE2016/5587 A BE 2016/5587A BE 201605587 A BE201605587 A BE 201605587A BE 1024108 B1 BE1024108 B1 BE 1024108B1
- Authority
- BE
- Belgium
- Prior art keywords
- microscope
- aforementioned
- center
- atmospheric
- diamond
- Prior art date
Links
Classifications
-
- G—PHYSICS
- G02—OPTICS
- G02B—OPTICAL ELEMENTS, SYSTEMS OR APPARATUS
- G02B21/00—Microscopes
- G02B21/24—Base structure
- G02B21/26—Stages; Adjusting means therefor
-
- B—PERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
- B25—HAND TOOLS; PORTABLE POWER-DRIVEN TOOLS; MANIPULATORS
- B25B—TOOLS OR BENCH DEVICES NOT OTHERWISE PROVIDED FOR, FOR FASTENING, CONNECTING, DISENGAGING OR HOLDING
- B25B1/00—Vices
- B25B1/22—Arrangements for turning or tilting vices
-
- G—PHYSICS
- G01—MEASURING; TESTING
- G01N—INVESTIGATING OR ANALYSING MATERIALS BY DETERMINING THEIR CHEMICAL OR PHYSICAL PROPERTIES
- G01N21/00—Investigating or analysing materials by the use of optical means, i.e. using sub-millimetre waves, infrared, visible or ultraviolet light
- G01N21/84—Systems specially adapted for particular applications
- G01N21/87—Investigating jewels
-
- G—PHYSICS
- G02—OPTICS
- G02B—OPTICAL ELEMENTS, SYSTEMS OR APPARATUS
- G02B21/00—Microscopes
- G02B21/0004—Microscopes specially adapted for specific applications
- G02B21/0016—Technical microscopes, e.g. for inspection or measuring in industrial production processes
Landscapes
- Physics & Mathematics (AREA)
- Chemical & Material Sciences (AREA)
- Analytical Chemistry (AREA)
- General Physics & Mathematics (AREA)
- Optics & Photonics (AREA)
- Life Sciences & Earth Sciences (AREA)
- Health & Medical Sciences (AREA)
- Biochemistry (AREA)
- General Health & Medical Sciences (AREA)
- Immunology (AREA)
- Pathology (AREA)
- Engineering & Computer Science (AREA)
- Mechanical Engineering (AREA)
- Microscoopes, Condenser (AREA)
Abstract
Mechanisme (1) met een eerste gedeelte (7) en een tweede gedeelte (8) die ten opzichte van elkaar geroteerd kunnen worden rondom een gemeenschappelijk rotatiecentrum (A), waarbij het eerste gedeelte (7) voorzien is van bevestigingsmiddelen (12) voor het positioneren en voor het losmaakbaar bevestigen van een vastneemmiddel (4-6) aan het eerste gedeelte (7), waarbij één gedeelte (7,8) een sfeervormig, bol oppervlak (13) omvat dat beweegbaar is ten opzichte van een sfeervormige holte (14) voorzien in het andere gedeelte (7,8) en waarbij het sfeervormig, bol oppervlak (13) en de sfeervormige holte (14) samenwerken zoals een kogelgewricht of bolscharnier.
Description
Mechanisme voor het vastnemen van een object en voor het positioneren van het object, evenals microscoop die zulk mechanisme bevat.
De huidige uitvinding heeft eerst en vooral betrekking op een mechanisme voor het vastnemen van een object en voor het positioneren van het object.
De huidige uitvinding heeft tevens betrekking op een microscoop die zulk mechanisme bevat.
Zonder de uitvinding hiertoe te beperken zijn een mechanisme en een microscoop volgens de uitvinding erg interessant voor toepassing in de diamantindustrie bij het slijpen van diamanten en het controleren van de kwaliteit van het slijpwerk.
Zulk mechanisme en zulke microscoop volgens de uitvinding kunnen worden toegepast bij het bewerken en verifiëren van sierdiamanten, maar even goed bij het bewerken en nakijken van industriële diamanten, zoals diamanten die worden verwerkt in instrumenten voor technische doeleinden, zoals bijvoorbeeld industriële diamanten die verwerkt worden in beitels, messen, spiegels, matrijzen, aanbeelden en dergelijke meer.
Tevens is het niet uitgesloten een mechanisme en een microscoop volgens de uitvinding te gebruiken voor het bewerken en nakijken van andere edelstenen, zoals robijnen en dergelijke meer en uiteraard zijn nog andere toepassingen ervan volgens de uitvinding niet uitgesloten.
Tijdens het proces van het slijpen van een diamant wordt volgens de huidige stand van de techniek de diamant in een slijptang geplaatst.
Deze slijptang laat toe om de diamant in verschillende hoekstanden te plaatsten tegenover de slijpschijf.
Er bestaan verschillende soorten slijptangen voor verschillende slijpvormen, maar allemaal hebben ze ongeveer dezelfde basisafmetingen.
Door de toegenomen kwaliteitseisen die worden gesteld aan een afgewerkte diamant, bijvoorbeeld met betrekking tot de vorm en afwerkingsgraad van oppervlakken en ribben van de diamant, zijn er steeds meer controles nodig tijdens het diamantslijpen.
De diamantslijper heeft in eerste instantie een loep ter beschikking om optische controles te doen tijdens het slijpproces.
Wanneer de steen in de slijptang is gefixeerd, is het onmogelijk om alle zijden van de diamant te bekijken en tevens is het met een loep onmogelijk bepaalde details met voldoende precisie waar te nemen, wat echter een vereiste is om de diamant van een correcte afwerking te voorzien, zoals dat thans verwacht wordt.
Daarom zijn additionele controles nodig die doorgaans gebeuren onder een microscoop.
In vergelijking met een loep heeft een microscoop als belangrijke voordelen dat de vergroting ervan kan worden aangepast en dat veel grotere vergrotingen kunnen worden toegepast.
Bij een loep is de vergroting vast en meestal is de vergroting beperkt tot een vergroting van tien maal de originele grootte.
Onder een microscoop kan een diamant of steen tevens vrijer gemanipuleerd worden.
Nog een voordeel van het gebruik van een microscoop is dat er bij het bekijken van een object gemakkelijk verlichtingen kunnen worden toegepast.
De diamant of steen kan onder een microscoop stabiel worden opgesteld.
Fouten niet zichtbaar met de loep, kunnen met een microscoop wel zichtbaar worden gemaakt.
Volgens de stand van de techniek dient de diamant uit de slijptang gehaald te worden om de diamant te kunnen bekijken en te controleren onder de microscoop.
De gebruikte slijptangen zijn immers veel te groot om ze zonder meer onder een microscoop te kunnen plaatsen.
Tijdens zulke controle wordt bijvoorbeeld typisch de zuiverheid van de diamant nagegaan, waarbij er wordt geverifieerd of er eventueel insluitsels of onzuiverheden in de diamant aanwezig zijn.
Een andere controle kan erin bestaan na te gaan of er in de steen of diamant barsten aanwezig zijn, in het vakjargon ook wel "gletsen" genoemd.
Verder wordt tijdens zulke controle onder de microscoop typisch de algemene vorm en oppervlakte nauwkeurigheid nagekeken.
Ook voor het wegen van de steen of diamant dient deze uit de slijptang te worden gehaald.
Zulke weging van het gewicht is belangrijk, aangezien de prijs van diamant aan de hand van het gewicht wordt bepaald.
De hiervoor besproken toegepaste werkwijze die volgens de huidige stand van de techniek wordt toegepast en waarbij een diamant regelmatig uit de slijptang wordt gehaald voor tussentijdse controles, heeft echter belangrijke nadelen.
Immers, telkens wanneer de steen of de diamant uit de slijptang wordt genomen voor een controle, moet deze nadien opnieuw weer worden ingeklemd in de slijptang voor het uitvoeren van verdere bewerkingen.
Hierbij is het belangrijk dat de slijper de diamant of steen terug op exact dezelfde manier als voorheen in de slijptang plaatst.
Het is duidelijk dat dit proces voor het positioneren en oriënteren van zulke doorgaans eerder kleine objecten als diamanten in een slijptang erg moeilijk en tijdrovend is.
In praktijk betekent het dat een slijper gemiddeld per dag tweemaal de diamant uit de slijptang dient te halen, waarbij telkens een dertigtal minuten voor het terugplaatsten van de diamant verloren gaat.
Dit betekent dat ongeveer een tiende van de werktijd van de slijper besteed wordt aan deze klus.
Gedurende deze tijd kan de slijper aldus ook geen nuttiger of althans vanuit economisch oogpunt bekeken tevens interessanter slijpwerk uitvoeren.
Bovendien kan elke fout die gemaakt wordt bij het terugplaatsten van de diamant, nefast zijn voor het verdere slijpwerk, wat snel aanleiding geeft tot een belangrijk waardeverlies van de diamant.
Naarmate de steen of diamant dichter de eindafmetingen benadert, zijn de kleinste afwijkingen ten gevolge van het herpositioneren van de diamant des te meer onaanvaardbaar.
Het herplaatsen van de steen of diamant in de slijptang kan ook aanleiding geven tot mechanische defecten aan de steen of diamant.
De diamant of steen wordt immers ingeklemd met metalen spanhulzen, griffen, of klauwen en deze kunnen de reeds afgewerkte facetten en ribben beschadigen.
Het uitnemen van een steen of diamant uit zijn slijptang en het op identieke wijze terugplaatsen ervan in de slijptang, vergt een continue afweging tussen het risico fouten te maken en de nood de diamant toch te kunnen controleren en dit gedurende het ganse slijpproces.
Het risico dat er iets fout kan gaan wordt erg belangrijk voor stenen en diamanten met een waarde van meer dan 2.500 US $.
Een gelijkaardig probleem als wat hierboven werd beschreven met betrekking tot het slijpen van diamanten of het bewerken van andere edelstenen, komt voor in andere toepassingen.
Bijvoorbeeld is het niet evident bepaalde objecten, zoals kleinere elektronische componenten vast te houden in één of ander instrument of vastneemmiddel en het tegelijkertijd te inspecteren of zelfs te bewerken vanuit allerlei hoeken en standen, zonder dat hiertoe zulk object uit het vastneemmiddel dient te worden genomen of op onhandige manieren dient te worden gericht naar het inspectieapparaat of het bewerkingswerktuig.
De huidige uitvinding heeft dan ook als doel een oplossing te bieden aan één of meer van de voornoemde en/of andere nadelen.
Meer bepaald heeft de uitvinding tot doel een oplossing aan te bieden die toelaat op gemakkelijke manier controles uit te voeren op een diamant of op een ander object dat bewerkt dient te worden en dat hiertoe dient te worden ingeklemd in een vastneemmiddel.
Hierbij is het meer bepaald een doel van de uitvinding ervoor te zorgen dat de diamant of gelijk welk ander object niet of minstens veel minder dan thans het geval is, uit het vastneemmiddel dient te worden verwijderd voor tussentijdse controles tijdens het bewerkingsproces.
Nog een doel van de uitvinding bestaat erin de productiviteit van het slijpwerk te doen toenemen en de kwaliteit van het afgeleverde werk te verhogen.
Nog een ander doel van de uitvinding bestaat erin de risico's op het maken van fouten tijdens het slijpen van een diamant tot een minimum te beperken.
Bovendien is het de bedoeling van de uitvinding bewerkingen of controles mogelijk te maken op objecten, op een meer efficiënte manier dan thans het geval is.
Hiertoe betreft de uitvinding in eerste instantie een mechanisme voor het vastnemen van een object en voor het positioneren van het object, waarbij het mechanisme een vastneemmiddel bevat in de vorm van een grijper, houder of tang voor het vasthouden van het object, waarbij het mechanisme verder minstens een eerste gedeelte en een tweede gedeelte bevat die ten opzichte van elkaar geroteerd kunnen worden rondom een gemeenschappelijk rotatiecentrum, waarbij het eerste gedeelte voorzien is van bevestigingsmiddelen voor het positioneren en voor het losmaakbaar bevestigen van het vastneemmiddel aan het eerste gedeelte van het mechanisme, waarbij één van het voornoemde eerste en tweede gedeelte een sfeervormig, bol oppervlak omvat dat beweegbaar is ten opzichte van een sfeervormige holte voorzien in het andere gedeelte die concentrisch rond het sfeervormig, bol oppervlak is voorzien, waarbij het sfeervormig bol oppervlak en de sfeervormige holte een gemeenschappelijk centrum hebben dat het voornoemde rotatiecentrum vormt en waarbij het sfeervormig, bol oppervlak en de sfeervormige holte samenwerken zoals een kogelgewricht of bolscharnier.
Zulk mechanisme volgens de uitvinding is met andere woorden voorzien van bevestigingsmiddelen die toelaten een vastneemmiddel, zoals een diamantslijptang of een houder van gelijk welk stuk dat dient bewerkt te worden, op een eerste gedeelte van het mechanisme te positioneren en vast te houden.
Voorts is het mechanisme voorzien van een rotatiecentrum waarrond een eerste gedeelte en een tweede gedeelte van het mechanisme ten opzichte van elkaar roterend beweegbaar zijn.
Zulke mechanisme volgens de uitvinding is bijvoorbeeld heel interessant voor gebruik bij het bekijken van een diamant die in een slijptang is gevat, zeker wanneer het centrum van deze diamant met behulp van de bevestigingsmiddelen op de positie van het rotatiecentrum van het mechanisme wordt gebracht.
Immers, in dat geval bevat het mechanisme een eerste gedeelte dat de diamant vasthoudt, evenals de slijptang die tijdens het bewerken ervan gebruikt wordt, terwijl een tweede gedeelte vrij kan roteren rond dit eerste gedeelte en meer bepaald rond het centrum van de diamant, dat in zulk geval samenvalt met het rotatiecentrum van het mechanisme.
Door op het tweede gedeelte van het mechanisme andere middelen te monteren, zoals vergrotingsmiddelen, laserapparatuur voor één of andere bewerking, andere bewerkingswerktuigen en zo meer, kan het object of de diamant vanuit allerlei hoeken en standen worden bekeken of bewerkt, zonder dat hiertoe het object uit het vastneemmiddel dient te worden verwijderd.
Integendeel, het vastneemmiddel helpt bij het oriënteren van het object op het eerste gedeelte van het mechanisme, terwijl het mechanisme zelf toelaat het object in alle mogelijke standen aan andere instrumenten, zoals een microscoop te presenteren en dit meer bepaald door het object te doen roteren rond een bepaald gekozen punt, bijvoorbeeld zijn eigen centrum of een punt dat dit centrum in wording tijdens het bewerkingsproces benadert.
Zulk mechanisme volgens de uitvinding kan op meerdere verschillende manieren verwezenlijkt worden.
In een mogelijke uitvoeringsvorm van een mechanisme overeenkomstig de uitvinding vormt één van het eerste gedeelte en het tweede gedeelte van het mechanisme een statisch gedeelte en is het andere gedeelte een beweegbaar gedeelte.
In een ander mogelijk uitvoeringsvorm zijn beide voornoemde gedeelten, meer bepaald het eerste gedeelte en het tweede gedeelte, van het mechanisme beweegbaar ten opzichte van elkaar in een ander gedeelte dat dan bijvoorbeeld statisch is uitgevoerd.
In nog een andere voorkeurdragende uitvoeringsvorm van een mechanisme volgens de uitvinding is het eerste gedeelte een beweegbaar gedeelte dat de voornoemde bevestigingsmiddelen bevat voor het vastneemmiddel, terwijl het tweede gedeelte een statisch gedeelte is.
Zulke uitvoeringsvorm is bijvoorbeeld bijzonder interessant voor toepassing in een microscoop of een ander vast opgesteld toestel, waarbij het de bedoeling is het te bewerken of te controleren object te kunnen oriënteren ten opzichte van de voornoemde microscoop of het voornoemde toestel.
Desalniettemin is het volgens de uitvinding niet uitgesloten een andere uitvoeringsvorm toe te passen waarbij net het omgekeerde het geval is en waarbij het eerste gedeelte een statisch gedeelte is dat de voornoemde bevestigingsmiddelen bevat voor het vastneemmiddel en waarbij het tweede gedeelte een beweegbaar gedeelte is.
In dit geval wordt ervoor gekozen het object zoveel mogelijk te fixeren in het eerste gedeelte van het mechanisme, terwijl omringende toestellen gekoppeld aan het tweede gedeelte van het mechanisme het object vanuit allerlei hoeken en standen kunnen inspecteren of bewerken door een rotatie van het tweede gedeelte van het mechanisme rond het rotatiecentrum ervan.
In nog een voorkeurdragende uitvoeringsvorm van een mechanisme volgens de uitvinding omvat het eerste gedeelte van het mechanisme het voornoemd sfeervormig, bol oppervlak en omvat het tweede gedeelte de voornoemde sfeervormige holte.
Deze uitvoeringsvorm komt erop neer dat het eerste gedeelte minstens een inwendig gedeelte bevat waarrond het tweede gedeelte is aangebracht.
Bij uitbreiding kan gans dit eerste gedeelte zich inwendig in het tweede gedeelte bevinden, wat een compacte afwerking kan mogelijk maken.
Anderzijds is het volgens de uitvinding tevens niet uitgesloten opnieuw het omgekeerde toe te passen, waarbij het eerste gedeelte de voornoemde sfeervormige holte omvat en het tweede gedeelte het voornoemd sfeervormig, bol oppervlak omvat.
Naargelang de omstandigheden kan de gewenste oplossing worden gekozen en de voornoemde uitvoeringsvorm kan bijvoorbeeld bijdragen aan de stabiliteit van het geheel.
De uitvinding heeft tevens betrekking op een microscoop, die een mechanisme bevat zoals hiervoor uiteengezet.
Zulke microscoop volgens de uitvinding heeft als bijkomend specifiek kenmerk dat de microscoop een optische as heeft, waarbij het voornoemde rotatiecentrum van het mechanisme op deze optische as is gelegen.
Een groot voordeel van zulke microscoop volgens de uitvinding is dat deze erg geschikt is voor het tussentijds controleren van diamanten en andere edelstenen of andere objecten tijdens het bewerken ervan.
Immers, een microscoop uitgerust met zulk mechanisme waarvan het rotatiepunt op de optische as ligt, maakt het mogelijk een diamant of een andere edelsteen of een ander object vanuit vele mogelijke standen te bekijken en eventueel te bewerken zonder de diamant, de edelsteen of het ander object uit het vastneemmiddel te moeten nemen, waarmee het tijdens het slijpen of bewerken wordt vastgenomen.
Bovendien kan de diamant, de edelsteen of gelijk welk ander object met een zekere symmetrie, met zijn centrum op de optische as van de microscoop worden gebracht met behulp van de bevestigingsmiddelen door een beweging ten opzichte van het eerste gedeelte van het mechanisme.
Aldus kan het vrij roteren ten opzichte van de microscoop rondom zijn eigen centrum, waardoor de noodzaak om het object, de diamant of de edelsteen uit het vastneemmiddel te halen niet noodzakelijk volledig wordt uitgesloten, doch alleszins enorm wordt beperkt.
Met het inzicht de kenmerken van de uitvinding beter aan te tonen, zijn hierna als voorbeeld zonder enig beperkend karakter enkele voorkeurdragende uitvoeringsvormen van een mechanisme en een microscoop volgens de uitvinding beschreven, met verwijzing naar bijgaande figuren, waarin: figuren 1 en 2 schematisch een eerste mogelijke uitvoeringsvorm van een mechanisme volgens de uitvinding weergeven, respectievelijk in een eerste stand en een tweede stand; figuren 3 en 4, figuren 5 en 6, evenals figuren 7 en 8 op gelijkaardige wijze als in de figuren 1 en 2 telkens een mogelijke andere uitvoeringsvorm van een mechanisme volgens de uitvinding weergeven; figuur 9 in perspectief een microscoop volgens de uitvinding weergeeft; figuur 10 een zijaanzicht volgens de pijl F10 weergeeft op de microscoop uit figuur 9; figuur 11 een vooraanzicht volgens de pijl Fll weergeeft op de microscoop uit figuur 9; figuur 12 in perspectief een achteraanzicht volgens pijl F12 weergeeft op de microscoop uit figuur 9, waarbij bovendien het eerste gedeelte van het mechanisme van de microscoop in een andere stand is gebracht ; figuren 13, 14 en 15 respectievelijk een zijaanzicht een achteraanzicht en een bovenaanzicht weergeven van de microscoop in de stand zoals weergegeven in figuur 12, respectievelijk volgens de pijlen F13, F14 en F15.
De in de figuren 1 en 2 zeer schematisch weergegeven eerste mogelijke uitvoeringsvorm van een mechanisme 1 volgens de uitvinding is bedoeld voor het vastnemen van een object 2 en voor het positioneren van het object 2.
Het object 2 is in dit geval een diamant 3, maar het kan in andere toepassingen om andere objecten 2 gaan.
Het mechanisme 1 bevat een vastneemmiddel 4 dat in de figuren schematisch is weergegeven als een U-vormige houder 5, maar het vastneemmiddel 4 kan in de praktijk bijvoorbeeld een slijptang 6 zijn waarin de diamant 3 kan worden vastgehouden tijdens het slijpen van zijn contouren.
Het mechanisme 1 bevat verder minstens een eerste gedeelte 7 en een tweede gedeelte 8, die ten opzichte van elkaar geroteerd kunnen worden rondom een gemeenschappelijk rotatiecentrum A.
Hiertoe is in deze uitvoeringvorm het eerste gedeelte 7 als een beweegbaar gedeelte 9 uitgevoerd, terwijl het tweede gedeelte 8 een statisch gedeelte 10 is, dat vast is opgesteld op een ondergrond 11.
Het eerste gedeelte 7 is voorzien van bevestigingsmiddelen 12 voor het positioneren van het vastneemmiddel 4 op het eerste gedeelte 7 van het mechanisme 1, en voor het losmaakbaar bevestigen van het vastneemmiddel 4 aan het eerste gedeelte 7 van het mechanisme 1.
Aldus kan het vastneemmiddel 4, bijvoorbeeld een slijptang 6 die tijdens een slijpproces wordt gebruikt in een slijpmachine en waarin een diamant 3 is gevat, op het eerste gedeelte 7 van het mechanisme 1 worden bevestigd en dit op een positie die met de bevestigingsmiddelen 12 instelbaar is.
In de figuren 1 tot 8 zijn de bevestigingsmiddelen 12 als schroeven 12 weergegeven waartussen de U-vormige houder 6 heen en weer kan worden bewogen tot in de gewenste positie, waarbij door het vastschroeven van de schroeven 12 de U-vormige houder 6 met diamant 3 kan worden ingeklemd op deze gewenste positie.
Uiteraard is dit slechts een zeer simplistische weergave en kunnen in praktijk veel gesofisticeerdere bevestigingsmiddelen worden toegepast.
Het is volgens de uitvinding typisch de bedoeling de diamant 3 hierbij met zijn centrum in het rotatiecentrum A van het mechanisme te plaatsen, al zijn andere positioneringen niet uitgesloten.
Het eerste gedeelte 7 omvat een sfeervormig, bol oppervlak 13 dat beweegbaar is ten opzichte van een sfeervormige holte 14 voorzien in het tweede gedeelte 8.
Hierbij is de sfeervormige holte 14 concentrisch rond het sfeervormig, bol oppervlak 13 voorzien.
Het sfeervormig bol oppervlak 13 en de sfeervormige holte 14 hebben een gemeenschappelijk centrum 15 dat het voornoemde rotatiecentrum A vormt.
Het sfeervormig, bol oppervlak 13 en de sfeervormige holte 14 werken samen zoals een kogelgewricht of bolscharnier.
Het sfeervormig, bol oppervlak 13 bestrijkt in het getoonde voorbeeld een bolsegment dat is afgebakend door twee evenwijdige vlakken BB' en CC' aan weerszijden van het rotatiecentrum A van het mechanisme 1.
Volgens de uitvinding is het echter niet uitgesloten bijvoorbeeld een veel groter bolsegment of een andere sneden van een bol toe te passen, of zelfs een volledige sfeer en dergelijke meer.
Het tweede gedeelte 8 bevat in het getoonde voorbeeld een sfeervormige holte 14 die is weergegeven als de binnenzijde van een ringvormig element 16, doch dit is slechts ter illustratie van het principe achter de uitvinding;
In praktijk kan dit gedeelte 8 een sfeervormige holte 14 hebben die ganse andere vormen aanneemt.
In figuur 1 is nog weergegeven dat aan het tweede gedeelte 8 van het mechanisme 1 tevens andere elementen kunnen voorzien worden, waarbij in dit geval het tweede gedeelte 8 een vergrotingsmiddel 16 bevat waarmee naar het rotatiecentrum A van het mechanisme 1 kan worden gekeken.
In andere uitvoeringvormen kan bijvoorbeeld een laserapparaat worden voorzien waarmee het object 2 wordt bewerkt of dergelijke meer.
In figuur 2 is een andere stand van het mechanisme 1 volgens de uitvinding weergegeven, waarbij het eerste gedeelte 7, dat in deze uitvoeringsvorm een beweegbaar gedeelte 9 vormt, volgens pijl D over een hoek E in de holte 14 van het tweede gedeelte 8 is verdraaid.
Aangezien de diamant 3 vervat in het vastneemmiddel 4 op het eerste gedeelte 7 is bevestigd met behulp van de bevestigingsmiddelen 12 en dit zodanig dat zijn centrum samenvalt met het rotatiecentrum A van het mechanisme, resulteert de rotatie van het eerste gedeelte 7 tevens in een rotatie van de diamant 3 rond zijn centrum.
Aldus kan met de vergrotingsmiddelen 16 die deel uitmaken van het statisch opgestelde tweede gedeelte 8 en die naar het rotatiecentrum A zijn gericht de diamant 3 bekeken worden onder een andere invalshoek.
Zulk mechanisme 1 volgens de uitvinding laat met andere woorden toe een diamant 3 te inspecteren, terwijl deze nog vervat zit in het vastneemmiddel 4, wat tal van voordelen oplevert, zoals besproken werd in de inleiding.
In figuren 3 en 4 is een andere mogelijke uitvoeringsvorm van een mechanisme volgens de uitvinding weergegeven.
Het verschil met de vorige uitvoeringsvorm is dat in dit geval het eerste gedeelte 7 van het mechanisme 1 uitgevoerd is als een statisch gedeelte 10 dat vast is opgesteld op een ondergrond 11, terwijl het tweede gedeelte 8 in dit geval een beweegbaar gedeelte 9 is.
In figuur 4 is weergegeven ho het tweede gedeelte met zijn sfeervormige holte 14 over het sfeervormig, bol oppervlak 13 van het statisch opgestelde eerste gedeelde werd bewogen vanuit de stand weergegeven in figuur 3 volgens pijl F over een hoek G.
Het resultaat is dat in dit geval het vergrotingsmiddel 16 over een hoek G is geroteerd ten opzichte van de diamant 3.
Deze diamant 3 is onveranderd met zijn centrum in het rotatiecentrum A gebleven en met de vergrotingsmiddelen 16 wordt nog altijd naar het rotatiecentrum A gekeken naar de diamant 3 maar onder een andere invalshoek.
In de figuren 5 en 6 is nog een andere uitvoeringsvorm weergegeven, die een alternatief vormt voor de uitvoeringsvorm van de figuren 1 en 2, waarbij het eerste gedeelte 7 een beweegbaar opgesteld gedeelte 9 is en waarbij het tweede gedeelte 8 een statisch gedeelte 10 van het mechanisme 1 vormt.
Het verschil met de uitvoeringsvorm van de figuren 1 en 2 is dat in dit geval het eerste gedeelte 7 de voornoemde sfeervormige holte 14 omvat en het tweede gedeelte 8 het voornoemd sfeervormig, bol oppervlak 13 omvat, die samenwerken als een bolscharnier.
In figuur 6 wordt weergeven hoe het eerste gedeelte 7 vanuit de stand weergegeven in figuur 5 met zijn sfeervormige holte 14 over het sfeervormig, bol oppervlak 13 van het statisch uitgevoerde tweede gedeelte 8 beweegt volgens pijl H en aldus de diamant 3 onder een andere invalshoek overeenkomstig de hoek I presenteert aan het vergrotingsmiddel 16.
Nog een andere mogelijke uitvoeringsvorm is weergegeven in de figuren 7 en 8.
In dit geval is het eerste gedeelte 7 opnieuw een statisch gedeelte 10, zoals in de uitvoeringsvorm van de figuren 3 en 4, terwijl het tweede gedeelte 8 als een ten opzichte van het eerste gedeelte 7 beweegbaar gedeelte 9 is uitgevoerd.
Het eerste gedeelte 7 omvat echter zoals in de uitvoeringsvorm van de figuren 5 en 6 de sfeervormige holte 14, waarin een sfeervormig, bol oppervlak 13 van het tweede gedeelte beweegt op een gelijkaardige manier als in een bolscharnier.
Figuur 8 geeft opnieuw de stand weer, wanneer het tweede gedeelte 8 vanuit de stand weergegeven in figuur 7 is verdraaid over een hoek K volgens pijl J.
De diamant 3 blijft met zijn centrum in het rotatiecentrum A liggen terwijl de vergrotingsmiddelen 16 of een andere apparaat of werktuig gemakkelijk vanuit verschillende hoeken naar de diamant 3 kan kijken.
Het is duidelijk dat de voornoemde figuren 1 tot 8 slechts een simpele voorstelling zijn van de realiteit en ze zouden de indruk kunnen wekken dat alles zich in slechts één vlak afspeelt.
Het is volgens de uitvinding echter niet uitgesloten de geïllustreerde principes uit te breiden naar bewegingen in andere vlakken, uit het vlak van de figuren 1 tot 8.
Dit zal trouwens aan de hand van de figuren 9 tot 15 nog verduidelijkt worden.
De uitvinding heeft tevens betrekking op een microscoop 17, waarvan een mogelijke uitvoeringsvorm in de figuren 9 tot 15 is weergegeven.
Een microscoop 17 volgens de uitvinding bevat een mechanisme 1 volgens de uitvinding zoals hiervoor besproken.
In het geval van de figuren heeft de microscoop 17 een mechanisme 1 dat vergelijkbaar is met de uitvoeringsvorm besproken met betrekking tot figuren 1 en 2, althans in de zin dat het eerste gedeelte 7 een beweegbaar gedeelte 9 is en het tweede gedeelte 8 een statisch uitgevoerd gedeelte is en in dat het eerste gedeelte 7 het sfeervormig, bol oppervlak 13 omvat en het tweede gedeelte 8 de sfeervormige holte 14.
Volgens de uitvinding is het echter niet uitgesloten tevens andere mechanismen 1 in de microscoop 17 te voorzien, bijvoorbeeld mechanismen 1 die op vergelijkbare manier werken als hiervoor besproken met betrekking tot de figuren 3 tot 8, of nog andere mechanismen 1.
Nog een ander aspect van een microscoop 17 volgens de uitvinding is dat de microscoop een optische as LL' heeft en dat het voornoemde rotatiecentrum A van het mechanisme 1 op deze optische as LL' is gelegen.
De microscoop 17 is voorts voorzien van een statisch gestel 18 dat het tweede gedeelte 8 van het mechanisme 1 omvat.
Dit gestel 18 bevat een onderstel 19 met één of meerdere poten of voeten 20 waarmee het op de ondergrond 11 rust.
Het onderstel 19 vormt hierbij een soort tafel waarvan het tafelblad 21 voorzien is van een rechthoekige U-vormige opening 22 waarin een mechanisme 1 volgens de uitvinding is gemonteerd.
Meer bepaald is het tweede gedeelte 8 van dit mechanisme 1 uitgevoerd als een U-vormige structuur 23 die aan de buitenrand een rechthoekige vorm heeft die passen in de U-vormige opening van het tafelblad 21 kan worden aangbracht.
Inwendig is het tweede gedeelte 8 voorzien van een cirkelvormige opening 24 die begrensd is door de sfeervormige holte 14 van het mechanisme 1.
Aldus heeft het tweede gedeelte 8 van het mechanisme 1 twee haakvormige armen 25 en 26, waarvan de uiteinden naar elkaar zijn gericht en waartussen het eerste gedeelte 7 van het mechanisme 1 is gevat.
Het sfeervormig, bol oppervlak 13 van het mechanisme 1 maakt deel uit van het eerste gedeelte 7 van het mechanisme 1 en het bestrijkt in het hier besproken geval eveneens een bolsegment 27 dat is afgebakend door twee evenwijdige vlakken BB' en CC' aan weerszijden van het rotatiecentrum A.
Het eerste gedeelte 7 van het mechanisme 1 is voorts voorzien van een holle voet 28 die zich uitstrekt tot aan het gedeelte 27 van het eerste gedeelte 7 dat het sfeervormig, bol oppervlak 13 vormt.
Deze voet 28 heeft een bodem 29 waarop de bevestigingsmiddelen 12 van het mechanisme 1 zijn voorzien.
De voet 28 heeft verder een nagenoeg half cilindervormige wand 30 en een vlakke, horizontaal georiënteerde bodem 29 die zich tot op zekere afstand buiten deze cilindervormige wand 30 uitstrekt.
De bevestigingsmiddelen 12 zijn aangebracht op de bodem 29 nabij het uiteinde 31 van de bodem 29 dat het verst is gelegen van de half cilindervormige wand 30.
De microscoop is boven het tafelblad 21 voorzien van in dit geval twee oculairs 32 waarmee doorheen vergrotingsmiddelen 33 onder vorm van één of meerdere objectieven volgens de richting van de optische as LL' naar het rotatiecentrum A van het mechanisme 1 kan worden gekeken.
Voorst zijn instelmiddelen 34 voorzien voor het instellen van de hoogte tussen de objectieven 33 en het tafelblad 20 en middelen 35 voor het veranderen van de vergroting door een andere lens voor de oculairs 32 te plaatsen.
Het vastneemmiddel 4 van het mechanisme 1 wordt in dit geval gevormd wordt door een slijptang 6 die bedoeld is voor het vasthouden van een diamant 3 tijdens het slijpen van de diamant 3.
Deze slijptang 6 is tamelijk omvangrijk, ze is langwerpig uitgevoerd met een langwerpig gedeelte 36 dat zich uitstrekt vanaf één uiteinde 37 waarin de diamant 3 is gevat tot aan het andere uiteinde 38 waarop dwars op de langse richting van de slijptang een U-vormig profiel 39 is voorzien.
De slijptang 6 kan met bevestigingsmiddelen 12 van het mechanisme 1 op het eerste gedeelte 7 van het mechanisme 1 worden bevestigd.
Hierbij zijn de bevestigingsmiddelen 12 zodanig dat de slijptang 6 op het eerste gedeelte 7 kan worden gepositioneerd en daarna worden vastgemaakt.
Het is de bedoeling dat met de bevestigingsmiddelen 12 het centrum van de diamant 3 die in de slijptang 6 wordt gehouden op de positie van het rotatiecentrum A van het mechanisme 1 wordt geplaatst en wordt vastgehouden.
In het getoonde voorbeeld wordt hiertoe de slijptang ongeveer parallel met de bodem 29 van het eerste gedeelte 7 aangebracht tot in de holle voet 28 en tot in de holte voorzien in het bolsegment 27.
Voor het positioneren en fixeren van de slijptang 6 zijn de bevestigingsmiddelen 12 van het mechanisme 1 voorzien zijn middelen 40 voor het instellen van een verticale afstand M tussen de slijptang 6 en de bodem 28 van het eerste gedeelte 7 van het mechanisme 1.
Voorst zijn de bevestigingsmiddelen 12 van het mechanisme 1 voorzien van middelen 41 voor het instellen van een horizontale afstand N tussen het vastneemmiddel 4 of de slijptang 6 en de voet van het eerste gedeelte 7 van het mechanisme 1.
Verder bevatten de bevestigingsmiddelen 12 tevens middelen 42 voor het instellen van een hoek O tussen het vastneemmiddel 4 en een gedeelte zoals de bodem 28 van het eerste gedeelte 7 van het mechanisme 1.
Uiteraard kunnen zulke bevestigingsmiddelen 12 volgens de uitvinding op oneindig veel andere manieren worden uitgevoerd.
In het geval van de figuren heeft de microscoop 17 een optische as LL' die verticaal is gericht.
In de stand van de figuren 9 tot 11 is het bolsegment 27 van het eerste gedeelte 7 van het mechanisme 1 zodanig gericht dat de grensvlakken BB' en CC' van het bolsegment 27 horizontaal zijn gericht, dwars op de optische as LL'.
Het mechanisme 1 van de microscoop 17 is zodanig dat het bewegend gedeelte 9 gevormd door het eerste gedeelte 7 in dit geval over een hoek P van 360° geroteerd kan worden in het statisch gedeelte 10 gevormd door het tweede gedeelte 8 en dit rond een as QQ' door het rotatiecentrum A van het mechanisme 1 die loodrecht staat op de voornoemde evenwijdige vlakken BB' en CC'.
In het geval van de figuren is het niet mogelijk de slijptang 6 over eenzelfde hoek P van 360° te verdraaien omwille van de lengte van de slijptang 6 die bij te grote verdraaiing in aanvaring komt met de poot 20 van het onderstel 19 van de microscoop 17.
Desalniettemin is een hoekverdraaiing P van minstens 320° rond de as QQ' gemakkelijk te verwezenlijken en volgens de uitvinding is het niet uitgesloten de microscoop 17 anders uit te voeren zodat de volle 360° kan worden toegepast.
In de figuren 12 tot 15 is een andere stand van het eerste gedeelte 7 in de microscoop 17 weergegeven, waarbij dit eerste gedeelte 7 een rotatie volgens pijl R over een hoek S onderging van uit de stand weergegeven in de figuren 9 tot 11 rondom een as TT' door het rotatiecentrum A van het mechanisme 1 die evenwijdig is met de voornoemde evenwijdige grensvlakken BB' en CC' van het bolsegment 27.
Bij voorkeur is het mechanisme 1 dat in zulke microscoop 17 volgens de uitvinding wordt toegepast zodanig dat het eerste gedeelte 7 van het mechanisme 1 over een hoek S van minstens 90° geroteerd kan worden rondom de voornoemde as TT' door het rotatiecentrum A van het mechanisme, doch andere uitvoeringsvormen waarbij andere limieten aan deze hoekverdraaiing S volgens pijl R worden toegepast zijn volgens de uitvinding niet uitgesloten.
In het voorbeeld van de figuren kan het bewegend gedeelte 9 van het mechanisme 1 meer bepaald vanuit een horizontale stand, weergegeven in de figuren 9 tot 11, waarin de voornoemde evenwijdige vlakken BB' en CC' horizontaal zijn opgesteld, worden geroteerd tot in een schuine stand over een hoek S van minstens 45° in positieve zin, evenals over een hoek S van minstens 45° in negatieve zin.
De uitvinding is geenszins beperkt tot de als voorbeeld beschreven en aan de hand van de figuren geïllustreerde uitvoeringsvormen van een afkantpers 1 of plooibank 1 volgens de uitvinding, doch zulke afkantpersen 1 of plooibanken 1 kunnen op allerlei andere manieren worden verwezenlijkt zonder buiten het kader van de uitvinding te treden.
Uiteraard zijn andere uitvoeringen niet uitgesloten.
Bij voorkeur worden in de microscoop 17 ook verschillende verlichtingselementen toegepast.
Verder is het niet uitgesloten ook een camera met beeldscherm aan de microscoop 17 aan te koppelen.
Dit laat toe om metingen te verrichten op de diamant 3.
Verder maakt zulke opstelling het mogelijk om de diamant 3 met meerdere mensen tegelijkertijd te inspecteren, wat nuttig is voor het onderling overleggen of om training te geven en dergelijke meer.
Het object 2 dat in de microscoop bekeken wordt, hoeft niet noodzakelijk een diamant 3 of siersteen te zijn, maar kan bijvoorbeeld ook een elektronische component zijn of iets dergelijks.
Het vastneemmiddel 4 kan iets anders zijn dan een slijptang 6, bijvoorbeeld een houder waarin het object 2 in gemonteerd is.
Het roterende of gefixeerde object 2 hoeft niet noodzakelijk bekeken te worden onder een microscoop 17, maar kan tevens vanuit verschillende invalshoeken bewerkt worden bijvoorbeeld met behulp van een laser of bijvoorbeeld om het object 2 te bedrukken en/of markeren.
Het object kan (veel) grotere afmetingen hebben dan typische afmetingen voor diamant of siersteen.
Zoals uitgebreid is aangetoond aan de hand van de voorbeelden in de figuren 1 tot 8, kan het werkingsprincipe worden aangepast door een camera, of vergrotingsmiddelen beweegbaar op te stellen volgens een sferisch oppervlak en deze te richten naar een object 2 dat in een centraal punt A is gefixeerd.
De uitvinding is geenszins beperkt tot de als voorbeeld beschreven en aan de hand van de figuren geïllustreerde uitvoeringsvormen van een mechanisme 1 en microscoop 17 volgens de uitvinding, doch zulke mechanismen 1 en microscoop 17 kunnen op allerlei andere manieren worden verwezenlijkt zonder buiten het kader van de uitvinding te treden.
Claims (17)
- Conclusies 1) Mechanisme (1) voor het vastnemen van een object (2) en voor het positioneren van het object (2,3), waarbij het mechanisme (1) een vastneemmiddel (4-6) bevat in de vorm van een grijper, houder (5) of tang (6) voor het vasthouden van het object (2,3), daardoor gekenmerkt dat het mechanisme (1) verder minstens een eerste gedeelte (7) en een tweede gedeelte (8) bevat die ten opzichte van elkaar geroteerd kunnen worden rondom een gemeenschappelijk rotatiecentrum (A) , waarbij het eerste gedeelte (7) voorzien is van bevestigingsmiddelen (12) voor het positioneren en voor het losmaakbaar bevestigen van het vastneemmiddel (4-6) aan het eerste gedeelte (7) van het mechanisme (1), waarbij één van het voornoemde eerste gedeelte (7) en tweede gedeelte (8) een sfeervormig, bol oppervlak (13) omvat dat beweegbaar is ten opzichte van een sfeervormige holte (14) voorzien in het andere gedeelte (7,8) die concentrisch rond het sfeervormig, bol oppervlak (13) is voorzien, waarbij het sfeervormig bol oppervlak (13) en de sfeervormige holte (14) een gemeenschappelijk centrum hebben dat het voornoemde rotatiecentrum (A) vormt en waarbij het sfeervormig, bol oppervlak (13) en de sfeervormige holte (14) samenwerken zoals een kogelgewricht of bolscharnier.
- 2) Mechanisme (1) volgens conclusie 1, daardoor gekenmerkt dat één van het eerste gedeelte (7) en het tweede gedeelte (8) van het mechanisme (1) een statisch gedeelte (10) vormt en het andere gedeelte (7,8) een beweegbaar gedeelte (9).
- 3) Mechanisme (1) volgens conclusie 2, daardoor gekenmerkt dat het eerste gedeelte (7) een beweegbaar gedeelte (7) is dat de voornoemde bevestigingsmiddelen (12) bevat voor het vastneemmiddel (4-6) en dat het tweede gedeelte (8) een statisch gedeelte (10) is.
- 4) Mechanisme (1) volgens conclusie 2, daardoor gekenmerkt dat het eerste gedeelte (7) een statisch gedeelte (10) is dat de voornoemde bevestigingsmiddelen (12) bevat voor het vastneemmiddel (4) en dat het tweede gedeelte (8) een beweegbaar gedeelte (9) is.
- 5) Mechanisme (1) volgens één of meerdere van de voorgaande conclusies, daardoor gekenmerkt dat het eerste gedeelte (7) het voornoemd sfeervormig, bol oppervlak (13) omvat en het tweede gedeelte (8) de voornoemde sfeervormige holte (14) omvat.
- 6) Mechanisme (1) volgens één of meerdere van de voorgaande conclusies 1 tot 4, daardoor gekenmerkt dat het eerste gedeelte (7) de voornoemde sfeervormige holte (14) omvat en het tweede gedeelte (8) het voornoemd sfeervormig, bol oppervlak (13) omvat.
- 7) Mechanisme (1) volgens één of meerdere van de voorgaande conclusies, daardoor gekenmerkt dat het sfeervormig, bol oppervlak (13) een bolsegment (27) bestrijkt dat is afgebakend door twee evenwijdige vlakken (BB',CC') aan weerszijden van het rotatiecentrum (A) van het mechanisme (1).
- 8) Microscoop (17) die een mechanisme (1) volgens één of meerdere van de conclusies 1 tot 7 bevat, daardoor gekenmerkt dat de microscoop (17) een optische as (LI/ ) heeft en dat het voornoemde rotatiecentrum (A) van het mechanisme (1) op deze optische as (LL' ) is gelegen.
- 9) Microscoop (17) volgens conclusie 8, daardoor gekenmerkt dat het vastneemmiddel (4) van het mechanisme (1) gevormd wordt door een slijptang (6) voor het vasthouden van een diamant (3) tijdens het slijpen van de diamant (3).
- 10) Microscoop (17) volgens conclusie 8 of 9, daardoor gekenmerkt dat de bevestigingsmiddelen (12) van het mechanisme (1) toelaten de slijptang (6) op het eerste gedeelte (7) van het mechanisme (1) te positioneren en vast te maken en dit op zodanige wijze dat met de bevestigingsmiddelen (12) het centrum van een diamant (3) die in de slijptang (6) wordt gehouden op de positie van het rotatiecentrum (A) van het mechanisme (1) kan worden geplaatst en worden vastgehouden.
- 11) Microscoop (17) volgens één of meerdere van de conclusies 8 tot 10, daardoor gekenmerkt dat het tweede gedeelte (8) van het mechanisme (1) een statisch gedeelte (10) is en het eerste gedeelte (7) van het mechanisme (7) een beweegbaar gedeelte (9) is, waarbij het eerste gedeelte (7) het sfeervormig, bol oppervlak (13) omvat, waarbij dit sfeervormig, bol oppervlak (13) een bolsegment (27) bestrijkt dat is afgebakend door twee evenwijdige vlakken (BB',CC') aan weerszijden van het rotatiecentrum (A) van het mechanisme (1), waarbij het bewegend gedeelte (7) van het mechanisme (1) over een hoek (R) van minstens 320° geroteerd kan worden in het statisch gedeelte (10) en dit rond een as (QQ') door het rotatiecentrum (A) van het mechanisme (1) die loodrecht staat op de voornoemde evenwijdige vlakken (BB',CC').
- 12) Microscoop (17) volgens conclusie 11, daardoor gekenmerkt dat het eerste gedeelte (7) van het mechanisme (1) over een hoek (S) van minstens 90° geroteerd kan worden rondom een as (TT' ) door het rotatiecentrum (A) van het mechanisme (1) die evenwijdig is met de voornoemde evenwijdige vlakken (BB',CC').
- 13) Microscoop (17) volgens conclusies 11 en 12, daardoor gekenmerkt dat de microscoop (17) een verticale optische as (LL') heeft en dat het eerste gedeelte (7) van het mechanisme (1) over een hoek (S) van minstens 90° kan geroteerd worden rondom de voornoemde as (TT'), waarbij het bewegend gedeelte (7) van het mechanisme (1) meer bepaald vanuit een horizontale stand, waarin de voornoemde evenwijdige vlakken (BB',CC') horizontaal zijn opgesteld, geroteerd kan worden tot in een schuine stand over een hoek (S) van minstens 45° in positieve zin, evenals over een hoek (S) van minstens 45° in negatieve zin.
- 14) Microscoop (17) volgens één of meerdere van de conclusies 8 tot 13, daardoor gekenmerkt dat de microscoop voorzien is van een statisch gestel (18) dat het tweede gedeelte (8) van het mechanisme (1) omvat, waarbij het gestel (18)) een onderstel (19) met poten of voeten (20) bevat, waarbij het onderstel een tafel (19) vormt waarvan het tafelblad (21) voorzien is van een U-vormige opening (23) waarin het tweede gedeelte (8) is gevat, waarbij het tweede gedeelte (8) en U-vormige structuur (24) heeft met een cirkelvormige, inwendige opening (24) die begrensd is door de sfeervormige holte (14) van het mechanisme (1) ter vorming van haakvormige armen (25, 26) waartussen het eerste gedeelte (7) is gevat, en waarbij de microscoop (17) is voorzien van één of meerdere oculairs (32) waardoor een persoon gezeten aan de tafel (19) kan kijken in de richting van het centrum van de cirkelvormige opening (24) dat samenvalt met het rotatiecentrum (A) van het mechanisme (1).
- 15) Microscoop (17) volgens één of meerdere van de conclusies 8 tot 14, daardoor gekenmerkt dat het eerste gedeelte (7) van het mechanisme (1) voorzien is van een holle voet (28) die zich uitstrekt tot aan het gedeelte (27) van het eerste gedeelte (7) dat het sfeervormig, bol oppervlak (13) vormt, waarbij de voet (28) een bodem (29) heeft waarop de bevestigingsmiddelen (12) zijn voorzien.
- 16) Microscoop (17) volgens conclusie 15, daardoor gekenmerkt dat de voet (28) een nagenoeg half cilindervormige wand (30) heeft en een vlakke, horizontaal georiënteerde bodem (29) die zich tot op zekere afstand buiten de half cilindervormige wand (30) uitstrekt, waarbij de bevestigingsmiddelen (12) zijn aangebracht op de bodem (29) nabij het uiteinde (31) van de bodem (29) dat het verst is gelegen van de half cilindervormige wand (30).
- 17) Microscoop (17) volgens één of meerdere conclusies 8 tot 16, daardoor gekenmerkt dat de bevestigingsmiddelen (12) van het mechanisme (1) voorzien zijn van één of meerdere van de volgende middelen : - middelen (40) voor het instellen van een verticale afstand (M) tussen het vastneemmiddel (6) en een gedeelte (29) van het eerste gedeelte (7) van het mechanisme (1); - middelen (41) voor het instellen van een horizontale afstand (N) tussen het vastneemmiddel (6) en een gedeelte (28) van het eerste gedeelte (7) van het mechanisme (1); en/of, - middelen (42) voor het instellen van een hoek (O) tussen het vastneemmiddel (6) en een gedeelte (28) van het eerste gedeelte (7) van het mechanisme (1).
Priority Applications (1)
Application Number | Priority Date | Filing Date | Title |
---|---|---|---|
BE2016/5587A BE1024108B1 (nl) | 2016-07-13 | 2016-07-13 | Mechanisme voor het vastnemen van een object en voor het positioneren van het object, evenals microscoop die zulk mechanisme bevat. |
Applications Claiming Priority (1)
Application Number | Priority Date | Filing Date | Title |
---|---|---|---|
BE2016/5587A BE1024108B1 (nl) | 2016-07-13 | 2016-07-13 | Mechanisme voor het vastnemen van een object en voor het positioneren van het object, evenals microscoop die zulk mechanisme bevat. |
Publications (1)
Publication Number | Publication Date |
---|---|
BE1024108B1 true BE1024108B1 (nl) | 2017-11-16 |
Family
ID=56684388
Family Applications (1)
Application Number | Title | Priority Date | Filing Date |
---|---|---|---|
BE2016/5587A BE1024108B1 (nl) | 2016-07-13 | 2016-07-13 | Mechanisme voor het vastnemen van een object en voor het positioneren van het object, evenals microscoop die zulk mechanisme bevat. |
Country Status (1)
Country | Link |
---|---|
BE (1) | BE1024108B1 (nl) |
Citations (8)
Publication number | Priority date | Publication date | Assignee | Title |
---|---|---|---|---|
FR1030286A (fr) * | 1950-12-29 | 1953-06-11 | Centre Nat Rech Scient | Dispositif permettant d'orienter à volonté un objet examie au microscope par rapport à l'axe de visée de l'instrument |
US2993395A (en) * | 1959-01-29 | 1961-07-25 | Donald I Bohn | Magnetically lockable universal vise |
DE2344144A1 (de) * | 1973-09-01 | 1975-03-27 | Dihaco Diamanten Handels Co | Vorrichtung zur feststellung der bewertungsdaten von farbedelsteinen, insbesondere brillanten |
CH658136A5 (en) * | 1983-01-18 | 1986-10-15 | Georg Graber | Object stage for microscopes |
EP1088624A2 (en) * | 1999-09-30 | 2001-04-04 | The Boeing Company | Vacuum cup with precision hard stop |
JP2005201744A (ja) * | 2004-01-15 | 2005-07-28 | Goko International Corporation:Kk | 宝石観察装置 |
US7300043B1 (en) * | 2005-10-11 | 2007-11-27 | Steven James Lindsay | Rotating positioning vise |
CH710137A2 (de) * | 2014-09-22 | 2016-03-31 | Agfar Ag | Halterung für unter Mikroskop zu beobachtende Gegenstände. |
-
2016
- 2016-07-13 BE BE2016/5587A patent/BE1024108B1/nl not_active IP Right Cessation
Patent Citations (8)
Publication number | Priority date | Publication date | Assignee | Title |
---|---|---|---|---|
FR1030286A (fr) * | 1950-12-29 | 1953-06-11 | Centre Nat Rech Scient | Dispositif permettant d'orienter à volonté un objet examie au microscope par rapport à l'axe de visée de l'instrument |
US2993395A (en) * | 1959-01-29 | 1961-07-25 | Donald I Bohn | Magnetically lockable universal vise |
DE2344144A1 (de) * | 1973-09-01 | 1975-03-27 | Dihaco Diamanten Handels Co | Vorrichtung zur feststellung der bewertungsdaten von farbedelsteinen, insbesondere brillanten |
CH658136A5 (en) * | 1983-01-18 | 1986-10-15 | Georg Graber | Object stage for microscopes |
EP1088624A2 (en) * | 1999-09-30 | 2001-04-04 | The Boeing Company | Vacuum cup with precision hard stop |
JP2005201744A (ja) * | 2004-01-15 | 2005-07-28 | Goko International Corporation:Kk | 宝石観察装置 |
US7300043B1 (en) * | 2005-10-11 | 2007-11-27 | Steven James Lindsay | Rotating positioning vise |
CH710137A2 (de) * | 2014-09-22 | 2016-03-31 | Agfar Ag | Halterung für unter Mikroskop zu beobachtende Gegenstände. |
Similar Documents
Publication | Publication Date | Title |
---|---|---|
CN100566933C (zh) | 眼镜片的制造方法 | |
BE1025522B1 (nl) | Verbeterde werkwijze voor het controleren van het slijpen van edelstenen | |
EP3468746B1 (en) | Apparatus for cutting, polishing and processing of gemstones | |
EP2554978A1 (en) | Method for positioning and detecting an invisible mark and detector for implementing same | |
AU618367B2 (en) | Centering apparatus for a gemstone | |
US20220152772A1 (en) | Automated diamond polishing methods and systems | |
US10065340B2 (en) | Device and method for cleaving | |
BE1024108B1 (nl) | Mechanisme voor het vastnemen van een object en voor het positioneren van het object, evenals microscoop die zulk mechanisme bevat. | |
US6870606B2 (en) | Process for measuring the surface of a polished precious stone | |
Anderson et al. | Optical fabrication | |
NL2000061B1 (nl) | Inrichting en artikel voor het polijsten van edelstenen | |
US3301105A (en) | Method and apparatus for shaping the edge on a contact lens | |
RU2419530C2 (ru) | Способ обработки изделий из листового стекла и устройство для его осуществления (варианты) | |
CN205651222U (zh) | 光学成型砂轮修整器 | |
CN206605367U (zh) | 一种光纤端面研磨检验装置 | |
Meeß et al. | Surface topography of superpolished silicon spheres | |
BE1014212A3 (nl) | Werkwijze en inrichting voor het bepalen van de hoek tussen facetten van een transparant object. | |
JPH10277877A (ja) | 自動加工機 | |
US20240142385A1 (en) | System and method for a jewelry viewing stand | |
WO2022137429A1 (ja) | ダイヤモンド工具中間体の製造方法および単結晶ダイヤモンドの判定方法 | |
JPS61128221A (ja) | 半導体検査用顕微鏡装置 | |
JP4897725B2 (ja) | 眼鏡レンズの検査治具及び眼鏡レンズの検査方法 | |
CN209326933U (zh) | 一种可调整夹持内径的镜片偏芯检测治具 | |
CZ291958B6 (cs) | Zařízení pro leštění bižuterních kamenů | |
US2814170A (en) | Work alining attachment on grinding machine |
Legal Events
Date | Code | Title | Description |
---|---|---|---|
FG | Patent granted |
Effective date: 20171116 |
|
MM | Lapsed because of non-payment of the annual fee |
Effective date: 20190731 |