BE1024043B1 - Inklapbare eetstokjes - Google Patents

Inklapbare eetstokjes Download PDF

Info

Publication number
BE1024043B1
BE1024043B1 BE2016/5682A BE201605682A BE1024043B1 BE 1024043 B1 BE1024043 B1 BE 1024043B1 BE 2016/5682 A BE2016/5682 A BE 2016/5682A BE 201605682 A BE201605682 A BE 201605682A BE 1024043 B1 BE1024043 B1 BE 1024043B1
Authority
BE
Belgium
Prior art keywords
chopsticks
chopstick
notch
coupling element
notches
Prior art date
Application number
BE2016/5682A
Other languages
English (en)
Inventor
Alexander Kleinbart
Original Assignee
Alexander Kleinbart
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by Alexander Kleinbart filed Critical Alexander Kleinbart
Priority to BE2016/5682A priority Critical patent/BE1024043B1/nl
Application granted granted Critical
Publication of BE1024043B1 publication Critical patent/BE1024043B1/nl

Links

Classifications

    • AHUMAN NECESSITIES
    • A47FURNITURE; DOMESTIC ARTICLES OR APPLIANCES; COFFEE MILLS; SPICE MILLS; SUCTION CLEANERS IN GENERAL
    • A47GHOUSEHOLD OR TABLE EQUIPMENT
    • A47G21/00Table-ware
    • A47G21/10Sugar tongs; Asparagus tongs; Other food tongs
    • A47G21/103Chop-sticks

Landscapes

  • Table Equipment (AREA)

Abstract

De onderhavige uitvinding heeft betrekking op eetstokjes. In het bijzonder heeft deze betrekking op eetstokjes die een inkepig, een koppelelement en een kerf omvatten. Deze heeft ook betrekking op het gebruik van eetstokjes voor het hanteren of eten van voedsel

Description

INKLAPBARE EETSTOKJES GEBIED VAN DE UITVINDING
De uitvinding heeft betrekking op eetstokjes. In het bijzonder heeft zij betrekking op eetstokjes omvattende een inkeping, een koppelelement en een kerf. Zij heeft ook betrekking op het gebruik van eetstokjes voor hanteren of consumeren van voedsel.
ACHTERGROND
Traditionele eetstokjes zijn gemaakt van twee eenvoudige rechtlijnige stokken die moeili jk te hanteren zijn voor mensen met gebrek aan ervaring of behendigheid. Teneinde het hanteren van de eetstokjes gemakkelijker te maken, beschrijft het Europees octrooi EP1152677 eetstokjes die voorzien zijn van een diepe inkeping om zo in elkaar te passen, en met een longitudinale spleet die zich uitstrekt van het onderste gedeelte van de inkeping, waarbij het vrije gedeelte het gebruik van de eetstokjes als een tang toestaat. Bovendien is ook het Amerikaanse octrooi US8042851 bekend, dat eetstokjes beschrijft met een schuine inkeping langs de lengte van de eetstokjes en ribben die naar de binnenzijde van de inkeping reiken zodat een eetstokje samen met de andere is vastgeklikt. Als alternatief zijn ook externe constructies voor het spannen van traditionele eetstokjes bekend.
De in genoemde octrooischriften beschreven oplossingen hebben verscheidene nadelen. Om de eetstokjes zonder verbinding bij elkaar te houden is het noodzakelijk om druk uit te oefenen met de duim en wijsvinger; dit is hinderlijk en maakt de handen moe. Echter, door de invoering van een vast verbinding, wordt het gevoel van druk die door het eetstokje wordt uitgeoefend op voedsel dat opgepikt of vastgehouden wordt, ernstig beperkt. Bijvoorbeeld zakt het voedsel, wanneer er te weinig druk wordt uitgeoefend, tussen de eetstokjes uit, of als alternatief raakt het voedsel, wanneer er te veel druk wordt uitgeoefend, ingeklemd of geplet, waardoor de esthetiek van bepaald oosters eten (bijvoorbeeld sushi) verpest wordt.
Een ander nadeel is dat de voorgestelde oplossingen het gebruik van eetstokjes vergemakkelijken door het substantieel veranderen van de vorm en het gevoel van de vertrouwde eetstokjes, waardoor zij een last worden voor ervaren gebruikers die al aan de traditionele eetstokjes gewend zijn en die in plaats daarvan op zoek gaan naar een authentieke ervaring voor het hanteren van oosterse voedsel.
Dienovereenkomstig is er een behoefte aan eetstokjes die het gebruik voor mensen die geen ervaring of handvaardigheid hebben, kunnen vergemakkelijken, maar die ook eenvoudig de ervaren gebruiker kunnen bekoren.
SAMENVATTING VAN DE UITVINDING
De onderhavige uitvinding en uitvoeringsvormen daarvan dienen om een oplossing te verschaffen voor één of meer van de bovengenoemde nadelen. Hiertoe heeft de onderhavige uitvinding betrekking op eetstokjes. Zij heeft ook betrekking op het gebruik van eetstokjes voor het hanteren of consumeren voedsel.
In een eerste aspect heeft de onderhavige uitvinding betrekking op een paar eetstokjes, waarbij elk eetstokje een inkeping omvat die zich bevindt op het oppervlak van het bovenste uiteinde en die een koppelelement omvat dat geconfigureerd is voor herhaalbare koppeling, waarbij de inkeping van het eerste eetstokje complementair is met de inkeping van het tweede eetstokje, en waarbij het koppelelement van het eerste eetstokje geconfigureerd is voor herhaalbare koppeling met het koppelelement van het tweede eetstokje; en; ten minste één kerf zich op de bovenste helft van ten minste één eetstokje bevindt en zich uitstrekt in de langsrichting, met het kenmerk, dat de kerf de buigweerstand bepaalt.
In het bijzonder, is elke inkeping in hoofdzaak driehoekig met een zijde die equivalent is aan de breedte van het eetstokje, die gerangschikt is in een schuine positie met een geschikte helling voor het samenstellen van de eetstokjes.
Meer in het bijzonder heeft elke inkeping een diepte die equivalent is aan de helft van de dikte van het eetstokje.
Meer in het bijzonder is het eerste koppelelement dat zich in de inkeping van het eerste eetstokje bevindt, ten minste twee uitstekende cirkels, en is het complementaire koppelelement dat zich in de inkeping van het tweede eetstokje bevindt, ten minste twee cirkelvormige gaten, waarbij elk gat een diameter heeft die equivalent is aan de overeenkomstige cirkel.
Meer in het bijzonder is het eerste koppelelement dat zich in de inkeping van het eerste eetstokje bevindt, ten minste een cilindervormig uitsteeksel en is het complementaire koppelelement dat zich in de inkeping van het tweede eetstokje bevindt, ten minste één halfcirkelvormige groef met een diameter die equivalent is aan het overeenkomstige cilindrisch gevormde uitsteeksel.
Meer in het bij/onder bevindt zich ten minste één kerf op de bovenste helft van elk eetstokje en strekt deze zich in de langsrichting uit.
Meer in het bijzonder omvat elke kerf een afgeronde, halfronde, rechthoekige, driehoekige of trapeziumvormige groef.
Meer in het bijzonder omvat elk eetstokje meerdere kerven die zich langs dezelfde en/of tegenoverliggende zijden van het eetstokje bevinden.
Meer in het bijzonder, hebben de kerf of de meerdere kerven een diepte van ten minste 2,0 mm tot ten hoogste 5,0 mm; bij voorkeur van 3,0 - 5,0 mm; met meer voorkeur 3,5 - 4,5 mm; met de meeste ongeveer 4,0 mm.
Meer in het bijzonder, hebben de kerf of de meerdere kerven een totale lengte van ten minste 20 mm tot ten hoogste 50 mm; bij voorkeur 25 - 45 mm; met meer voorkeur 30 -40 mm; met de meeste voorkeur ongeveer 35 mm.
Meer in het bijzonder zijn de eetstokjes gemaakt uit één homogeen stuk.
Meer in het bijzonder, hebben de eetstokjes een lengte van ten minste 230 mm tot maximaal 330 mm; bij voorkeur van 250 - 300 mm; met meer voorkeur van 260 - 280 mm; met de meeste voorkeur ongeveer 270 mm.
Meer in het bijzonder worden de eetstokjes van hout, bij voorkeur bamboe, gemaakt, van kunststof of staal, bij voorkeur roestvast staal.
In een verder aspect heeft de uitvinding betrekking op het gebruik van een paar eetstokjes volgens enige uitvoeringsvorm van de uitvinding. Met name het gebruik van het paar eetstokjes voor het vasthouden, hanteren of consumeren van voedsel; zoals oosterse eten.
KORTE BESCHRIJVING VAN DE TEKENINGEN
De volgende nummering verwijst naar: (100, 100’) eetstokje; (110, 110’) inkeping; (120, 120’) koppelelement; (150, 150’) kerf. De numerieke referenties kunnen gevonden worden zoals in detail besproken is in Voorbeelden 1 en 2.
Fig. IA: Illustratie van een geprefereerd uitvoeringsvoorbeeld van een paar eetstokjes (100, 100’) zoals hierin beschreven; Fig. 1B: de eetstokjes zijn gepaard; en Fig. IC: de gepaarde eetstokjes zijn ingeklemd, zoals bij het vasthouden van voedsel.
Fig. 2A: Illustratie van een alternatieve uitvoeringsvorm van gepaarde eetstokjes (100, 100’) zoals hierin beschreven; en Fig. 2B: de gepaarde eetstokjes zijn ingeklemd.
Fig. 3: Illustraties van een uitvoeringsvoorbeeld van eetstokjes (100, 100’) omvattende alternatieve uitvoeringsvormen van een kerf (150, 150’).
Fig. 4: Illustraties van een uitvoeringsvoorbeeld van eetstokjes (100, 100’) omvattende alternatieve ondereinden.
GEDETAILLEERDE BESCHRIJVING VAN DE UITVINDING
Voordat het onderhavige product en het gebruik van de uitvinding zijn beschreven, dient te worden begrepen dat deze uitvinding niet beperkt is tot specifieke systemen en werkwijzen of combinaties die beschreven zijn, aangezien dergelijke systemen en werkwijzen en combinaties, natuurlijk, kunnen variëren. Het moet ook duidelijk zijn dat de hierin gebruikte terminologie niet bedoeld is om beperkend te zijn, omdat de reikwijdte van de onderhavige uitvinding alleen door de bijgevoegde conclusies wordt beperkt.
Zoals hierin gebruikt, omvatten de enkelvoudige vormen "een", "het" en "de" zowel enkelvoud als het meervoud tenzij de context duidelijk anders aangeeft.
De termen "omvattende", "omvat" en "samengesteld uit" zoals die hierin gebruikt worden, zijn synoniem met "waaronder", "omvat" of "bevatten", "bevat", en zijn inclusief en hebben een open eind en sluiten geen bijkomende, niet-opsommende onderdelen, elementen of werkwijzestappen uit. Het zal duidelijk zijn dat de termen "omvattende", "omvat" en "samengesteld uit" zoals die hierin gebruikt worden, de termen "bestaande uit", "bestaat" en "bestaat uit" omvatten.
Het noemen van numerieke bereiken door eindpunten omvat alle getallen en fracties die binnen de respectieve bereiken ondergebracht zijn, alsmede de vermelde eindpunten.
De term "ongeveer" of "bij benadering" zoals die hierin gebruikt wordt wanneer naar een meetbare waarde verwezen wordt zoals een parameter, een hoeveelheid, een tijdsduur, en dergelijke, is bedoeld om variaties van +/- 10% of minder te omvatten, bij voorkeur van +1-5% of minder, bij voorkeur van +/- 1% of minder, en nog liever van +/- 0,1% of minder ervan en vanaf de gespecificeerde waarde, voor zover dergelijke variaties geschikt zijn om onder de beschreven uitvinding te functioneren. Het zal duidelijk zijn dat de waarde waarnaar de uitdrukking "ongeveer" of "bij benadering" verwijst, zelf ook specifiek en bij voorkeur beschreven is.
Dat de uitdrukkingen "één of meer" of "ten minste één", zoals één of meer of ten minste één lid (leden) van een groep leden, op zich duidelijk is, omvat de term, door middel van verdere toelichting, onder meer een verwijzing naar enige van genoemde leden, of naar enige twee of meer van de leden, zoals bijvoorbeeld enige >3, >4, >5, >6 of >7 et cetera van genoemde leden en tot aan alle genoemde leden.
Alle referenties die in de onderhavige beschrijving geciteerd zijn, zijn hierbij door verwijzing in hun geheel opgenomen. Vooral de leer van alle referenties waarnaar hierin specifiek verwezen wordt, is opgenomen door verwijzing.
Tenzij anders gedefinieerd is, hebben alle termen die gebruikt zijn bij het beschrijven van in de uitvinding, met inbegrip van technische en wetenschappelijke termen, de betekenis zoals algemeen duidelijk is voor een deskundige in het vakgebied waartoe deze uitvinding behoort. Door middel van verdere begeleiding, zijn termdefinities opgenomen om beter begrip te hebben van de leer van de uitvinding.
In de volgende passages worden verschillende aspecten van de uitvinding nader omschreven. Elk aspect dat zo omschreven is, kan worden gecombineerd met enig ander aspect of aspecten, tenzij duidelijk het tegendeel aangegeven is. Met name kan elk kenmerk dat aangeduid is als de voorkeur hebbend of voordelig zijn, worden gecombineerd met elk ander kenmerk of kenmerken die aangeduid zijn als geprefereerd of voordelig.
Verwijzing in deze specificatie naar "één uitvoeringsvorm" of "een uitvoeringsvorm" betekent dat een bepaalde eigenschap, structuur of kenmerk die/dat beschreven is in verband met de uitvoeringsvorm in ten minste één uitvoeringsvorm van de onderhavige uitvinding opgenomen is. Aldus verwijzen verschijningen van de frasen "in één uitvoeringsvorm" of "in een uitvoeringsvorm" op verschillende plekken in deze beschrijving niet noodzakelijk allemaal naar dezelfde uitvoeringsvorm, maar het kan. Bovendien kunnen de bepaalde eigenschappen, structuren of kenmerken op elke geschikte wijze gecombineerd worden, zoals duidelijk zal zijn voor een deskundige op het vakgebied van deze beschrijving, in één of meer uitvoeringsvormen. Bovendien worden, terwijl sommige uitvoeringsvormen die hierin beschreven zijn, sommige, maar niet andere kenmerken omvatten die in andere uitvoeringsvormen zijn opgenomen, combinaties van kenmerken van verschillende uitvoeringsvormen bedoeld om binnen de reikwijdte van de uitvinding te vallen en verschillende uitvoeringsvormen te vormen, zoals duidelijk zal zijn bij deskundigen op het vakgebied. Bijvoorbeeld kan in de aangehechte conclusies, elk van de geclaimde uitvoeringsvormen, in elke combinatie worden gebruikt.
In de onderhavige beschrijving van de uitvinding wordt verwezen naar de bijgevoegde tekeningen die een deel hiervan vormen en die enkel bij wijze van illustratie van specifieke uilvoeringsvormen getoond zijn waarin de uitvinding kan worden uitgevoerd. Verwij/ingscijlers die tussen haak jes geplaatst zijn of die vet gedrukt zi jn gekoppeld aan respectievelijke elementen, illustreren de onderdelen louter bij wijze van voorbeeld, waarmee het niet bedoeld is om de respectievelijke elementen beperken. Het zal duidelijk zijn dat andere uitvoeringsvormen kunnen worden gebruikt en structurele of logische veranderingen kunnen worden aangebracht zonder buiten de beschermingsomvang van de onderhavige uitvinding te treden. De volgende gedetailleerde beschrijving wordt daarom niet als beperkend beschouwd, en de omvang van de onderhavige uitvinding wordt gedefinieerd door de bij gevoegde conclusies.
Het paar eetstokjes in hun meest algemene uitvoeringsvorm dient om een oplossing te verschaffen aan één of meer van de bovengenoemde nadelen. De hierin gebruikte term "eetstokje" heeft in algemeen betrekking op een gevormd paar even lange stokken dat wordt gebruikt als eetgerei voor het oppakken, vasthouden, hanteren, en dergelijke, van voedingsmiddelen. Gewoonlijk wordt een eetstokje gevormd door een langwerpige stok, staaf of plaat met een "brede kant" die de bredere zijde van het eetstokje is, die over het algemeen gericht is naar of afgekeerd is van het voedsel (indien ingeklemd tussen de eetstokjes) en een "randzijde" die de smallere kant van het eetstokje is, over het algemeen zijwaarts vanaf het voedsel gericht (indien ingeklemd tussen de eetstokjes). Bovendien, heeft een eetstokje twee uiteinden: een eerste uiteinde dat bestemd is voor contact met levensmiddelen, ook wel aangeduid met de "onderkant"; en een tweede uiteinde dat van de levensmiddelen afgericht is, ook wel aangeduid als de "bovenkant".
In een meest algemene uitvoeringsvorm omvat het paar eetstokjes twee eetstokjes, waarbij een eerste eetstokje een inkeping omvat die zich op het oppervlak van het boveneinde en een koppelelement bevindt en waarbij een tweede eetstokje een inkeping omvat die zich op het oppervlak van het boveneinde bevindt, welke inkeping complementair is met de inkeping van het eerste eetstokje en een koppelelement dat geconfigureerd is voor herhaalbare koppeling met het koppelelement van het eerste eetstokje; waarbij ten minste één en bij voorkeur elk eetstokje verder ten minste één kerf omvat die zich op de bovenste helft van het eetstokje bevindt en die zich in de langsrichting uitstrekt, met het kenmerk, dat de kerf de buigweerstand bepaalt.
Gebruikers zonder ervaring kunnen eenvoudig en intuïtief de twee aparte eetstokjes combineren in een paar eetstokjes. In combinatie wordt het gebruik van de eetstokjes vergemakkelijkt om te lijken op een knijpende tang die zelfs een onervaren gebruiker gemakkelijk vindt om te hanteren. Net als tangen, zal het gekoppelde boveneinde fungeren als een bladveer. In het bijzonder zal het ondereinde van de eetstokjespaar automatisch openen wanneer de knijpende werking van vingers wordt vrijgegeven, waardoor het gemakkelijk om voedsel te grijpen; echter, door het toenemen van het knijpen van de vingers zal het eetstokje effectief elk voorwerp daartussen grijpen, zoals voedsel, waardoor het gemakkelijk wordt om te hanteren of te transporteren, zoals tijdens het eten. De koppeling wordt het best geïllustreerd in voorbeeld 1.
De koppeling wordt bereikt door een combinatie van de overlappende complementaire inkepingen, waarbij elke inkeping een complementair koppelelement omvat. Het koppelelement vergemakkelijkt de verbinding van twee afzonderlijke inkepingen in een paar eetstokjes, echter zonder beperking van het gebruik van de eetstokjes als twee afzonderlijke eetstokjes in de traditionele zin. Als zodanig is het paar eetstokjes geschikt voor zowel onervaren als ervaren gebruikers; bovendien kan de functionaliteit snel en herhaaldelijk via het koppelelement worden gewijzigd, afhankelijk van de ervaring en voorkeur van de gebruiker.
De inkeping is gevormd aan de randzijde aan het boveneinde van elk eetstokje, waardoor de verbinding gebruiksvriendelijk, snel en ongecompliceerd is. Bovendien omvat de inkeping verder een koppelelement dat geconfigureerd is voor herhaalbare koppeling, waarmee de gebruikers snel, gemakkelijk en moeiteloos wisselen tussen een verbonden paar eetstokjes en niet-verbonden paar eetstokjes. Wanneer twee eetstokjes met inkepingen die in complementaire vorm ingencht zijn, op elkaar gesuperponeerd worden, dwingt de structuur van de inkeping de koppelelementen om automatisch te overlappen. De structuur en de plaats van de inkeping en het koppelelement zijn niet-beperkend voor de vorming van het ondereinde van de eetstokjes; de eetstokjes behouden daarmee voor ervaren gebruikers hun traditionele vorm. Bij wijze van voordeel kunnen, omdat de aanpassing op de eetstokje beperkt is tot een inkeping aan een uiteinde dat gewoonlijk niet bij het hanteren van levensmiddelen gebruikt wordt, de andere gedeelten van het eetstokje paar worden gevormd om aan de behoefte van het beoogde gebruik te voldoen zonder beperkt te worden door het ontwerp van de inkeping en het koppelelement, waardoor aldus de industriële productie van de eetstokjes eenvoudig en kostenefficiënt wordt. De structurele details van de inkeping staan relatief grote fabricagetoleranties toe zonder zijn technische kenmerken te verhezen, ongeacht de esthetische effecten.
De kerf die zich langs de lengterichting uitstrekt, maakt een verbeterde controle over de druk mogelijk die wordt uitgeoefend door het paar eetstokjes op voedsel tijdens het hanteren van voedsel. De kerf lijkt op een bladveer die buigt wanneer teveel druk wordt uitgeoefend, waardoor het voedsel voorkomen wordt om platgedrukt of geperst te worden wanneer het paar eetstokjes wordt gebruikt door een gebruiker zonder ervaring. Bovendien kan door ervaren gebruikers, door het tot de bovenste helft van elk eetstokje beperken van de kerf, hun aanwezigheid eenvoudig worden genegeerd of gecompenseerd. Met voordeel wordt het eetstokj espaar gevormd door twee inkepingen die een complementaire vormgeving hebben, waarbij andere gedeelten van het eetstokj espaar gevormd kunnen worden om aan de behoefte van het beoogde gebruik te voldoen zonder beperkt te zijn door het ontwerp van de complementaire inkepingen, waardoor de industriële productie van de eetstokjes eenvoudig en kostenefficiënt wordt. De structurele details van de inkeping staan relatief grote productietoleranties toe.
In sommige voorkeursuitvoeringsvormen lijkt het ondereinde (d.w.z. het uiteinde dat bestemd is voor contact met voedsel) op stokjes; zoals eetstokjes met een scherp, afgerond of plat uiteinde.
In sommige andere uitvoeringsvormen lijkt de onderkant op plat gevormde plukelementen; zoals salade-, suiker- of barbecuetangen.
In sommige andere uitvoeringsvormen lijkt de onderkant dik gevormd plukelementen; zoals een tang of een schaar.
Het ondereinde van de eetstokjes kan gemakkelijk worden aangepast zonder dat de functionaliteit van het hierboven beschreven boveneinde verloren gaat. Met voordeel is deze aanpassing bedoeld om beter te passen bij de structuur en consistentie van het voedsel. Zo lijkt voor oosters eten de onderkant bij voorkeur op stokjes, voor salade lijkt de onderkant bi j voorkeur op een tang.
Aanvullend of alternatief zijn de onderste einden onderling uitwisselbaar, bijvoorbeeld door middel van een opschuif- of vergrendelmechanisme. Dit kan de voorkeur hebben bij eetstokjes die gemaakt zijn van duurdere materialen.
In sommige voorkeursuitvoeringsvormen is iedere inkeping in hoofdzaak driehoekig met een zijde die equivalent is aan de breedte van het eetstokje, die in een schuine positie gerangschikt is met een geschikte helling voor het samenstellen van de eetstokjes.
De uitvinders hebben onverwacht gevonden dat een driehoekige vorm het meest geschikt is voor de doeleinden van de uitvinding, die gebruikers zonder ervaring toestaat om gemakkelijk en intuïtief de twee complementaire inkepingen te overlappen om het complementaire koppelelement te verbinden waardoor de eetstokjes een paar vormen. De driehoek heeft een in hoofdzaak rechte hoek (bijvoorbeeld ongeveer 90 °, zonder rekening te houden met het afronden van hoeken) in het boveneinde van het eetstokje, met de aanliggende die equivalent is aan de breedte van het eetstokje, waarbij de tegenoverliggende zijde langs de lengterichting van het eetstokje loopt en de schuine zijde een geschikte helling heeft voor het samenstellen van de eetstokjes. Genoemde driehoekige vorm zorgt voor een intuïtieve overlap van de inkepingen zonder ruimte voor een fout als de eetstokjes in dezelfde richting zijn gericht. Daarentegen vereisen andere geometrische vormen (bijvoorbeeld rechthoekig) extra structuren, zoals lippen, om zich vanaf het eetstokje uit te strekken om een complementaire inkeping te overlappen. Deze uitstrekkende structuren zouden de functionaliteit voor ervaren gebruikers beperken. Bovendien maken, door het hebben van een geschikte neerwaartse helling van de nok, de opgenomen koppelelementen een veerachtig mechanisme mogelijk dat verder de gebruiksvriendelijkheid van de uitvinding verbetert.
In sommige voorkeursuitvoeringsvormen heeft elke inkeping een diepte die equivalent is aan de helft van de dikte van het eetstokje.
Door de beperking van de diepte tot de helft van de dikte, heeft het hoofdlichaam van de eetstokjes voldoende dikte om te voorkomen dat het eetstokje breekt of vervormt door de gereduceerde dikte aan de bovenkant.
In sommige uitvoeringsvormen heeft de inkeping een lengte van ten minste 25 mm tot ten hoogste 55 mm; bij voorkeur van 30 tot 50 mm; met meer voorkeur 35 tot 45 mm; met de meeste voorkeur ongeveer 40 mm.
De lengte van de inkeping bepaalt de onderlinge positie/hoek van de koppelelementen wanneer ze zijn gekoppeld om een paar eetstokjes te vormen. Daarnaast bepaalt de lengte van de inkeping in combinatie met de breedte van het eetstokje de helling van de schuine zijde. De uitvinders hebben onverwacht vastgesteld dat een inkeping van ongeveer 40 mm voor een optimale helling zorgt voor een optimale gebruiksvriendelijkheid, en verbetert ook de snelheid en het gemak van het verbinden of losmaken van de koppelelementen die in de inkeping opgenomen zijn.
In sommige andere uitvoeringsvormen, loopt elke inkeping langs de lengterichting van het eetstokje. Bij voorkeur, waarbij een eerste eetstokje een enkele, neerwaarts verlopende inkeping in het boveneinde van in hoofdzaak het midden van het eetstokje omvat; en waarbij een tweede eetstokje twee inkepingen omvat die eveneens neerwaarts langs het oppervlak van de randzijde verlopen zodanig dat ze het insteken van het eerste eetstokje langs zijn complementaire enkele inkeping toestaan.
Door een inkeping langs de langsrichting te hebben, kan de koppeling van beide eetstokjes zelfs meer intuïtief en gebruiksvri endelijk zijn.
In sommige voorkeursuitvoeringsvormen zijn het eerste koppelelement dat zich in de inkeping van het eerste eetstokje bevindt, ten minste twee uitstekende cirkels en het complementaire koppelelement dat zich in de inkeping van het tweede eetstokje bevindt, ten minste twee cirkelvormige gaten, waarbij elk gat een diameter heeft die equivalent is aan de overeenkomstige cirkel.
Indien koppelelementen gecombineerd worden die slechts één uitstekende cirkel en een overeenkomstig gat omvatten, zou een zwenkverbinding gevormd kunnen worden; dit zou ongewenste bewegingen van de eetstokjes mogelijk maken, zoals een van elkaar afgekeerde rotatie. Echter, door het combineren van het paar via ten minste twee elementen, zoals cirkels, worden de eetstokjes op hun plaats gehouden, met het paar dat beperkt is tot een samenknijpbare tangpositie. Bovendien kan het aanpassen van de diameter van de cirkel vormige opening op de diameter van de uitstekende cirkel, de cirkel stevig vastgezet worden. Het knijpen van de
Als alternatief of additioneel zijn omwille van de uitvinding verschillende geometrieën van de koppelelementen (bijvoorbeeld driehoeken, vierkanten, etc.) ook mogelijk. De uitvinders hebben onverwacht waargenomen dat cirkels optimaal zijn voor het verbeteren van de gebruiksvriendelijkheid en het gemak van overlap. Bovendien zijn cirkels minder gevoelig voor breuk en slijtage door uitgebreid gebruik van de eetstokjes en/of herhaalde koppeling.
Alternatief of additioneel is omwille van de uitvinding een groter aantal koppelelementen dan twee ook mogelijk. Echter, meer elementen verhogen de kans op breuk en slijtage als gevolg van uitgebreid gebruik van de eetstokjes en/of herhaalde koppeling; dus twee elementen vormen de optimale balans tussen het gewenste technische effect en vervaardigingsmoeili jkheid of kosten.
In sommige andere uitvoeringsvormen is het eerste koppelelement dat zich binnen de inkeping van het eerste eetstokje bevindt, ten minste een cilindervormig uitsteeksel dat langs de breedte van het eetstokje loopt en dat volledig is opgenomen in de inkeping van het eerste eetstokje, en is het complementaire koppelelement dat zich in de inkeping van het tweede eetstokje bevindt, ten minste één halfcirkelvormige groef met een diameter die equivalent is aan de overeenkomstige cilinder.
In sommige andere uitvoeringsvormen is het eerste koppelelement dat zich in de inkeping van het eerste eetstokje bevindt, ten minste twee cilindervormige uitsteeksels die zich zijwaarts in een tegengestelde richting uitstrekken, en is het complementaire koppelelement dat zich in de uitsparing van het tweede eetstokje bevindt, ten minste twee halfcirkelvormige groeven, waarbij elke groef een diameter heeft die equivalent is aan de overeenkomstige cilinder.
Door het koppelen van een cilindervormig uitsteeksel met een halfcirkelvormige groef, zullen de ongewenste losse bewegingen of het uitschuiven van de eetstokjes worden voorkomen.
In sommige voorkeursuitvoeringsvormen omvat elke kerf een afgeronde, halfronde, rechthoekige, driehoekige of trapeziumvormige groef.
De diepte en de geometrie van de kerf bepaalt de buigweerstand van het eetstokje, waardoor de hoeveelheid knijpkracht gecontroleerd wordt die vereist is om voedsel te hanteren of vast te houden. De geometrie is met name in staat om splitsing van het eetstokje en andere breuken in bepaalde materialen zoals hout te voorkomen. Door het verschaffen van een afgeronde of halfronde kerfvorm, wordt eventuele schade aan de gebruiker, zoals een snede ook voorkomen. Voorbeelduitvoeringsvormen van kerven worden toegelicht in Voorbeeld 2.
In sommige uitvoeringsvormen heeft de kerf of de meerdere kerven een diepte van ten minste 2,0 mm tot ten hoogste 5,0 mm; bij voorkeur van 3,0 - 5,0 mm; met meer voorkeur van 3,5 tot 4,5 mm; met de meeste voorkeur ongeveer 4,0 mm.
Wanneer de eetstokjes als een paar gebruikt worden, beperken de diepte en lengte van de inkeping een ongecontroleerde beweging (zoals het waggelen, beven) van de eetstokjes in ongewenste richtingen. De uitvinders hebben onverwacht vastgesteld dat de genoemde diepten optimaal zijn voor het efficiënt met eetstokjes manipuleren van voedsel. In het bijzonder zijn de geprefereerde diepten bijzonder optimaal voor het manipuleren oosters eten.
In sommige uitvoeringsvormen omvat elk eetstokje meerdere kerven die zich langs dezelfde of tegenovergestelde zijden van het eetstokje bevinden.
Sommige gebruikers geven de voorkeur aan het hooghouden van een paar eetstokjes, in de buurt van de bovenkant, terwijl anderen er de voorkeur aan geven om deze laag te houden, in de buurt van de onderkant. Om een nog hogere flexibiliteit te bereiken, maken meerdere kerven het langs één brede kant, dat wil zeggen gericht naar of afgekeerd van het voedsel, een verbeterde beheersing van het eetstokje mogelijk, aangezien de buiging van de kerf wordt omgeleid naar het huidige drukpunt van de handen van de gebruiker. Aanvullend of alternatief prefereren sommigen gebruikers het om hard op de eetstokjes te drukken, waarbij meerdere kerven die zich aan tegenoverliggende brede zijden bevinden, d.w.z. gericht naar en afgekeerd van het voedsel, het eetstokje toestaan om de overdruk beter te compenseren zonder dat het voedsel geplet wordt.
In sommige uitvoeringsvormen zijn meerdere kerven ingericht om een afwisselende stapsgew ijze structuur te vormen.
Een stapsgewijze afwisselende structuur combineert optimaal de voordelen van het hebben van meerdere kerven aan beide brede uiteinden zonder de structurele stabiliteit van het eetstokje in gevaar te brengen; aldus wordt een nog grotere controle over het eetstokje en compensatie van de overdruk bereikt. Deze structuur kan worden beperkt tot bepaalde soorten materiaal, zoals kunststof of metaal, om vervaardigd te worden. Deze structuur wordt het best geïllustreerd in voorbeeld 2.
In sommige uitvoeringsvormen hebben de kerf of de meerdere kerven een totale lengte van ten minste 20 mm tot ten hoogste 50 mm; bij voorkeur van 25 tot 45 mm; met meer voorkeur van 30 tot 40 mm; met de meeste voorkeur ongeveer 35 mm. De "totale lengte" zoals hierin gebruikt wordt, verwijst naar de lengte van een kerf aan één zijde in de lengterichting van een eetstokje, of in het geval van een veelheid aan kerven, naar de opgetelde lengte van elke afzonderlijke kerf langs één zijde in de lengterichting van een eetstokje. De totale lengte van de kerf of kerven kan volgens het beoogde ontwerp worden gevarieerd. De uitvinders hebben gevonden dat de genoemde lengten optimaal zijn voor het efficiënt met eetstokjes manipuleren van voedsel. In het bijzonder zijn de geprefereerde lengtes vooral optimaal voor het manipuleren van oosters eten.
In sommige uitvoeringsvormen zijn de eetstokjes gemaakt van een enkel, homogeen stuk. Met voordeel worden de eetstokjes uit een enkel, homogeen materiaal gemaakt zonder extra componenten, dat voordelen heeft voor de duurzaamheid en de levensduur van de eetstokjes. Hoewel de koppelelementen ook afzonderlijk kunnen worden vervaardigd, in welk geval voor hun verbinding in de inkeping een afzonderlijke voorziening beschikbaar moet zijn.
In sommige uitvoeringsvormen hebben de eetstokjes een lengte van ten minste 230 mm tot maximaal 330 mm; bij voorkeur van 250 - 300 mm; met meer voorkeur van 260 - 280 mm; met de meeste voorkeur ongeveer 270 mm.
De afmetingen van het gehele eetstokje kan ten behoeve van het beoogde gebruik gevarieerd worden, waardoor een positieve grip zeker gesteld wordt met de stokken op stukken en voedsel van verschillende aard en/of afmetingen; voorbeelden van dergelijke plukelementen zijn eetstokjes, saladetangen en barbecuetangen. De uitvinders hebben gevonden dat de genoemde lengten optimaal zijn voor het efficiënt met eetstokjes manipuleren van voedsel. In het bijzonder zijn de geprefereerde lengtes vooral optimaal voor het manipuleren van oosters eten.
In sommige uitvoeringsvormen zijn de eetstokjes gemaakt van hout, bij voorkeur bamboe, plastic of staal, bi j voorkeur roestvast staal.
De eenvoudige structuur van de eetstokjes vergemakkelijkt hun industriële vervaardiging van verschillende soorten materialen, waaronder, bijvoorbeeld hout, metaal of polymere materialen. Deze materialen zorgen voor een optimale oplossing met betrekking tot productiekosten en -snelheid. Daarnaast heeft de productie van kunststof een extra voordeel voor het mogelijk maken van meer verschillende kerfvormen, zoals meerdere stapsgewijze inkepingen die kunnen leiden tot het verbuigen of breken van een houten eetstokje.
In een tweede aspect hebben de uitvindingen betrekking op het gebruik van een paar eetstokjes volgens één in deze tekst beschreven uitvoeringsvorm
Bovendien heeft de uitvinding ook betrekking op genoemd gebruik van een paar eetstokjes voor het vasthouden, hanteren of consumeren voedsel. De uitvinders hebben onverwacht vastgesteld dat de eetstokjes zoals die hierin beschreven zijn in een geprefereerde uitvoeringsvorm bijzonder geschikt zijn voor oosters eten.
VOORBEELDEN
Voorbeeld 1: het koppelen en structuur van de eetstokjes
Om het voorbeeld beter te illustreren wordt verwezen naar figuren 1 en 2, die een illustratie van een uitvoeringsvoorbeeld van een paar eetstokjes (100, 100’) vertonen zoals die hierin beschreven zijn.
Fig. IA toont de twee eetstokjes (100 en 100’) wanneer die niet gekoppeld zijn, die gebruikt kunnen worden door ervaren gebruikers die al gewend aan traditionele eetstokjes en in plaats daarvan naar een authentieke ervaring van het hanteren van oosters voedsel uitkijken. Elk eetstokje (100, 100’) omvat een complementaire inkeping (110, 110’) die zich bevindt op het oppervlak van het boveneinde en een complementair koppelelement (120, 120’) dat in de inkeping opgenomen is en die geconfigureerd is voor herhaalbare koppeling met elkaar. In deze uitvoeringsvorm is de inkeping (110, 110’) in hoofdzaak driehoekig met een zijde die equivalent is aan de breedte van het eetstokje, is deze gerangschikt in een schuine positie met een geschikte helling voor het samenstellen van de eetstokjes (110, 110’); waarbij het eerste koppelelement (110) dat zich in de inkeping (120) van het eerste eetstokje (100) bevindt, ten minste twee uitstekende cirkels is, en het complementaire koppelelement (110’) dat zich in de inkeping (120’) van het tweede eetstokje (100’) bevindt, ten minste twee cirkelvormige gaten zijn, waarbij elk gat een diameter heeft die equivalent is aan de overeenkomstige cirkel. Bovendien, omvat elk eetstokje ook één kerf (150, 150') die zich in de bovenste helft van elke eetstokje bevindt en die zich in de langsrichting uitstrekt, met het kenmerk, dat de kerf (150, 150’) de buigweerstand bepaalt, zoals bij het hanteren of het consumeren van voedsel. In deze uitvoeringsvorm is de kerf (150, 150') is een halfcirkelvormige groef op de inwendige brede kant van het eetstokje, d.w.z. gericht op het voedsel.
In Fig. 1B zijn de eetstokjes gekoppeld door het overlappen van de inkepingen en koppelelementen. Op deze wijze wordt gebruik van de eetstokjes vergemakkelijkt om te doen laten lijken op ingeknepen tangen, die gebruikt kunnen worden door een onervaren gebruiker. Net als tangen, zal het gekoppelde boveneinde fungeren als een bladveer. In Fig. IC zijn de gepaarde eetstokjes samengeknepen, zoals bij het vasthouden van voedsel.
Figuur 2A toont de twee eetstokjes die dezelfde kenmerken hebben als die beschreven zijn in een alternatieve uitvoeringsvorm. De inkepingen zijn niet meer driehoekig, maar in plaats daarvan verlopen deze langs de lengterichting van de eetstokje zodanig dat de inkeping (110) van het eerste eetstokje (100) het inbrengen van het boveneinde van het tweede eetstokje (100’) toestaat via zijn complementaire inkeping (110’). Bovendien, omvat het koppelelement (120) van het eerste eetstokje (100) twee cilindervormige uitsteeksels die zich zijwaarts uitstrekken in een tegengestelde richting, en die in twee halfcirkelvormige groeven geplaatst kunnen worden die het koppelelement (120’) van het tweede eetstokje (100’) omvatten. Als gevolg hiervan worden de brede bovenste uiteinden van het eetstokje naar elkaar toe geschoven, waardoor ongewenste losse bewegingen of uitschuiven van de eetstokjes voorkomen wordt. In Fig. 2B zijn de gepaarde eetstokjes samengeknepen, bijvoorbeeld wanneer voedsel vastgehouden wordt.
Voorbeeld 2: Voorbeeldkerven van de eetstokjes
Om het voorbeeld beter te illustreren wordt verwezen naar figuur 3, die illustraties van een uitvoeringsvoorbeeld van eetstokjes (100, 100’) vertoont die 7 alternatieve uitvoeringsvormen van een kerf (150, 150’) omvatten. Respectievelijk van links naar rechts, zijn de kerven (1) een enkele trapeziumvormige kerf; (2) een dubbel trapeziumvormige kerf; (3) meerdere afzonderlijke rechthoekige kerven; (4) meerdere afzonderlijke rechthoekige kerven; (5) meerdere dubbele rechthoekige kerven die een afwisselend stapsgewijze structuur vormen.
Voorbeeld 3: Alternatieve ondereinden van de eetstokjes
Om het voorbeeld beter te illustreren wordt verwezen naar figuur 4, die illustraties vertoont van een uitvoeringsvoorbeeld van eetstokjes (100, 100’) die alternatieve ondereinden omvatten die lijken op platgevormde tangen, die gebruikt kunnen worden voor salades of los voedsel.
Het boveneinde omvat soortgelijke kenmerken vergeleken met hiervoor beschreven voorbeelden 1; met name omvat het eerste eetstokje (100) een inkeping (110) die langs de lengterichting van het eetstokje loopt zodanig dat de inkeping (110) van het eerste eetstokje (100) het inbrengen van het boveneinde van het tweede eetstokje (100’) via zijn complementaire inkeping (110') toestaat. Het koppelelement (120) van het eerste eetstokje (100) omvat een cilindrisch gevormd uitsteeksel dat langs de breedte van het eetstokje verloopt en dat binnen de inkeping (110) van het eerste eetstokje (100) gehouden is. Het tweede eetstokje (100’) omvat dan twee uitsparingen, die elk op het smalle oppervlak langs de lengterichting van het eetstokje (100’) verlopen zodanig dat het boveneinde van het tweede eetstokje (100) in de complementaire inkeping (100) van eerste eetstokje (100) kan worden ingebracht. Het koppelelement (120') van het tweede eetstokje (100’) omvat één halfcirkelvormige groef die het koppelelement (120) van het eerste eetstokje (100) kan bevatten, en bij koppeling van beide eetstokjes (100, 100’) zullen de koppelelementen (120, 120’) ongewenste losse bewegingen of het uitglijden van de eetstokjes voorkomen.

Claims (15)

  1. Conclusies
    1. Een paar eetstokjes, waarbij elke eetstokje (100, 100’) het volgende omvat, - een inkeping (110, 110’) die zich bevindt op het oppervlak van het bovenste uiteinde en die een koppelelement (120, 120’) omvat dat geconfigureerd is voor herhaalbare koppeling, waarbij de inkeping van het eerste eetstokje complementair is met de inkeping van het tweede eetstokje, en waarbij het koppelelement van het eerste eetstokje geconfigureerd is voor herhaalbare koppeling met het koppelelement van het tweede eetstokje; en; - ten minste één kerf (150, 150’) die zich bevindt op de bovenste helft van ten minste één eetstokje en die zich uitstrekt in de langsrichting, met het kenmerk, dat de kerf (150, 150’) de buigweerstand bepaalt.
  2. 2. Eetstokjes volgens conclusie 1, waarbij elke inkeping (110, 110’) in hoofdzaak driehoekig is met een zijde die equivalent is aan de breedte van het eetstokje, die gerangschikt is in een schuine positie met een geschikte helling voor het samenstellen van de eetstokjes (110, 110’).
  3. 3. Eetstokjes volgens één van de conclusies 1 of 2, waarbij elke inkeping (110, 110') een diepte heeft die equivalent is aan de helft van de dikte van de eetstokje (100, 100’).
  4. 4. Eetstokjes volgens één van de conclusies 1-3, waarbij het eerste koppelelement (110) dat zich in de inkeping (120) van het eerste eetstokje (100) bevindt, ten minste twee uitstekende cirkels zijn, en het complementaire koppelelement (110') dat zich in de inkeping (120’) van het tweede eetstokje (100’) bevindt, ten minste twee cirkelvormige gaten zijn, waarbij elk gat een diameter heeft die equivalent is aan de overeenkomstige cirkel.
  5. 5. Eetstokjes volgens conclusie 1, waarbij het eerste koppelelement (110) dat zich in de inkeping (120) van het eerste eetstokje (100) bevindt, ten minste een cilindervormig uitsteeksel is, en het complementaire koppelelement (110’) dat zich in de inkeping (120’) van het tweede eetstokje (100’) bevindt, ten minste één halfcirkelvormige groef is met een diameter die equivalent is aan het overeenkomstige cilindervormige uitsteeksel.
  6. 6. Eetstokjes volgens één van de conclusies 1-5, waarbij ten minste één kerf (150, 150) zich op de bovenste helft van elk eetstokje bevindt en zich uitstrekt in de langs richting.
  7. 7. Eetstokjes volgens één van de conclusies 1-6, waarbij elke kerf (150, 150’) een afgeronde, halfronde, rechthoekige, driehoekige of trapeziumvormige groef omvat.
  8. 8. Eetstokjes volgens één van de conclusies 1 - 7, waarbij elk eetstokje (100, 100') meerdere kerven (150, 150’) omvat die zich langs dezelfde en/of tegenoverliggende zijden van het eetstokje bevinden.
  9. 9. Eetstokjes volgens één van de conclusies 1 - 8, waarbij de kerf of de meerdere kerven (150, 150’) een diepte hebben van ten minste 2,0 mm tot ten hoogste 5,0 mm; bij voorkeur van 3,0 - 5,0 mm; met meer voorkeur van 3,5 - 4,5 mm; met de meeste voorkeur ongeveer 4,0 mm
  10. 10. Eetstokjes volgens één van de conclusies 1-9, waarbij de kerf of de meerdere kerven (150, 150’) een totale lengte hebben van ten minste 20 mm tot ten hoogste 50 mm; bij voorkeur van 25 - 45 mm; met meer voorkeur van 30 - 40 mm; met de meeste voorkeur ongeveer 35 mm.
  11. 11. Eetstokjes volgens één van de conclusies 1 - 10, waarbij de eetstokjes (100,100’) zijn gemaakt uit een enkel, homogeen stuk.
  12. 12. Eetstokjes volgens één van de conclusies 1-11, waarbij de eetstokjes (100, 100’) een lengte hebben van ten minste 230 mm tot maximaal 330 mm; bij voorkeur van 250 - 300 mm; met meer voorkeur van 260 - 280 mm; met de meeste voorkeur ongeveer 270 mm.
  13. 13. Eetstokjes volgens één van de conclusies 1 - 12, waarbij de eetstokjes (100, 100’) zijn gemaakt uit hout, bij voorkeur bamboe, uit kunststof of staal, bij voorkeur roestvast staal.
  14. 14. Gebruik van een paar eetstokjes volgens één van de conclusies 1-13.
  15. 15. Gebruik volgens conclusie 14 voor het vasthouden, hanteren of consumeren van voedsel.
BE2016/5682A 2016-09-08 2016-09-08 Inklapbare eetstokjes BE1024043B1 (nl)

Priority Applications (1)

Application Number Priority Date Filing Date Title
BE2016/5682A BE1024043B1 (nl) 2016-09-08 2016-09-08 Inklapbare eetstokjes

Applications Claiming Priority (1)

Application Number Priority Date Filing Date Title
BE2016/5682A BE1024043B1 (nl) 2016-09-08 2016-09-08 Inklapbare eetstokjes

Publications (1)

Publication Number Publication Date
BE1024043B1 true BE1024043B1 (nl) 2017-11-07

Family

ID=57249620

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
BE2016/5682A BE1024043B1 (nl) 2016-09-08 2016-09-08 Inklapbare eetstokjes

Country Status (1)

Country Link
BE (1) BE1024043B1 (nl)

Citations (5)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
US2674793A (en) * 1953-03-23 1954-04-13 Dominick Joseph Combined kitchen utensil
JPS61160787U (nl) * 1985-03-28 1986-10-04
CN202020218U (zh) * 2011-03-16 2011-11-02 吴易凡 一种筷子
JP2012231948A (ja) * 2011-04-28 2012-11-29 Ishimaru Gosei Jushi Kk トング
US20140265402A1 (en) * 2013-03-15 2014-09-18 Keith M. Pecoraro Cooperating linkable, deformable chopsticks

Patent Citations (5)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
US2674793A (en) * 1953-03-23 1954-04-13 Dominick Joseph Combined kitchen utensil
JPS61160787U (nl) * 1985-03-28 1986-10-04
CN202020218U (zh) * 2011-03-16 2011-11-02 吴易凡 一种筷子
JP2012231948A (ja) * 2011-04-28 2012-11-29 Ishimaru Gosei Jushi Kk トング
US20140265402A1 (en) * 2013-03-15 2014-09-18 Keith M. Pecoraro Cooperating linkable, deformable chopsticks

Similar Documents

Publication Publication Date Title
USD944596S1 (en) Drinkware
USD766542S1 (en) Twisted potato piece
US20160235253A1 (en) Utensil with grip feature
US3727306A (en) Spoon construction
USD777532S1 (en) Utensil handle for fork, knife, teaspoon and soup spoon
US20080201959A1 (en) Eating utensil
BE1024043B1 (nl) Inklapbare eetstokjes
JP4280263B2 (ja) 紙製組立トング
US9272807B2 (en) Multipurpose eating utensil
US8333418B2 (en) Activated chopsticks
US6581997B1 (en) Chopsticks
US6874236B2 (en) Culinary peeler
US20160358512A1 (en) Training Utensil for Utensil Handling Practice
US10136746B2 (en) Eating utensil assembly including through-opening carried pair of sticks and related methods
US342341A (en) edwards
US8042851B2 (en) Chopsticks
US8727408B1 (en) Tongs including tapered fingers
USD775905S1 (en) Utensil handle for knife, fork, teaspoon and soup spoon
KR100726583B1 (ko) 절곡가위
GB2442556A (en) Eating utensil
JP3204072U (ja) 落花生殻割器
KR200468312Y1 (ko) 포크 겸용 케이크 나이프
KR200491871Y1 (ko) 취식 보조용 가위
US20070214842A1 (en) Fast fringe
KR20090011462U (ko) 일회용 젓가락

Legal Events

Date Code Title Description
FG Patent granted

Effective date: 20171107

MM Lapsed because of non-payment of the annual fee

Effective date: 20190930