BE1023977B1 - Theelichtkuipjes, theelichtjes en methodes voor de productie ervan - Google Patents
Theelichtkuipjes, theelichtjes en methodes voor de productie ervan Download PDFInfo
- Publication number
- BE1023977B1 BE1023977B1 BE2016/5207A BE201605207A BE1023977B1 BE 1023977 B1 BE1023977 B1 BE 1023977B1 BE 2016/5207 A BE2016/5207 A BE 2016/5207A BE 201605207 A BE201605207 A BE 201605207A BE 1023977 B1 BE1023977 B1 BE 1023977B1
- Authority
- BE
- Belgium
- Prior art keywords
- tealight
- tealight cup
- slope
- inclined portion
- wall
- Prior art date
Links
Classifications
-
- C—CHEMISTRY; METALLURGY
- C11—ANIMAL OR VEGETABLE OILS, FATS, FATTY SUBSTANCES OR WAXES; FATTY ACIDS THEREFROM; DETERGENTS; CANDLES
- C11C—FATTY ACIDS FROM FATS, OILS OR WAXES; CANDLES; FATS, OILS OR FATTY ACIDS BY CHEMICAL MODIFICATION OF FATS, OILS, OR FATTY ACIDS OBTAINED THEREFROM
- C11C5/00—Candles
-
- F—MECHANICAL ENGINEERING; LIGHTING; HEATING; WEAPONS; BLASTING
- F21—LIGHTING
- F21V—FUNCTIONAL FEATURES OR DETAILS OF LIGHTING DEVICES OR SYSTEMS THEREOF; STRUCTURAL COMBINATIONS OF LIGHTING DEVICES WITH OTHER ARTICLES, NOT OTHERWISE PROVIDED FOR
- F21V35/00—Candle holders
Landscapes
- Chemical & Material Sciences (AREA)
- Engineering & Computer Science (AREA)
- General Chemical & Material Sciences (AREA)
- Life Sciences & Earth Sciences (AREA)
- Chemical Kinetics & Catalysis (AREA)
- Oil, Petroleum & Natural Gas (AREA)
- Wood Science & Technology (AREA)
- Organic Chemistry (AREA)
- General Engineering & Computer Science (AREA)
- Table Equipment (AREA)
- Table Devices Or Equipment (AREA)
Abstract
De uitvinding betreft een kunststof theelichtkuipje omvattende een bodem en een buitenwand, waarin de bodem een hellend gedeelte omvat, gekenmerkt in dat het hellend gedeelte loopt vanaf de buitenwand en dat het hellend gedeelte een helling heeft van > 1°. Bij voorkeur is de radiale lengte van het hellend gedeelte minstens 20% van de radius van het theelichtkuipje. Dergelijke theelichtkuipjes hebben een vollediger gebruik van brandmateriaal, zoals paraffine. De uitvinding betreft eveneens theelichtjes met dergelijke theelichtkuipjes en methodes voor de productie ervan.
Description
THEELICHTKUIPJES. THEELICHTJES EN METHODES VOOR DE PRODUCTIE
ERVAN
TECHNISCH VELD VAN DE UITVINDING
De uitvinding betreft een kunststof theelichtkuipje omvattende een bodem en een buitenwand, waarin de bodem een hellend gedeelte omvat, gekenmerkt in dat het hellend gedeelte loopt vanaf de buitenwand en dat het hellend gedeelte een helling heeft van > 1°. Bij voorkeur is de radiale lengte van het hellend gedeelte minstens 20% van de radius van het theelichtkuipje. Dergelijke theelichtkuipjes hebben een vollediger gebruik van brandmateriaal, zoals paraffine. De uitvinding betreft eveneens theelichtjes met dergelijke theelichtkuipjes en methodes voor de productie ervan.
ACHTERGROND VAN DE UITVINDING
Theelichtjes bestaan uit een theelichtkuipje waarin een wiekhouder met wiek en een brandstof, zoals paraffine of wax, aangebracht is. Typisch meten ze ongeveer 38 mm in doorsnede en de hoogte is afhankelijk van de gewenste brandduur en de overeenkomstige benodigde hoeveelheid brandstof. Bij verkoop van theelichtjes wordt de brandduur vermeld. Deze ligt typisch tussen de 3 en 8 uur. De meeste theelichtkuipjes worden uitgevoerd in aluminium, hoewel ook kunststof theelichtkuipjes gekend zijn.
Een nadeel van de theelichtjes volgens de stand-der-techniek is dat er steeds een restant brandstof ongebruikt achterblijft in het kuipje. Hoewel het overblijvend gewicht aan brandstof per kuipje relatief beperkt lijkt, zorgt het voor een jaarlijks verlies van vele tonnen paraffine gezien de aanzienlijke productie aan theelichtjes. Het is dan ook het onderliggend doel van de huidige uitvinding om theelichtjes te voorzien met een vollediger gebruik van de brandstof. DE19548958 probeert een volledigere verbranding te bekomen door het gebruik van groeven die lager liggen dan de bodem van het theekuipje. W02010/064941 biedt eveneens aangepaste theelichtkuipjes met diepgelegen, hellende groeven.
De theelichtkuipjes van beide referenties hebben echter als nadeel dat nog steeds een aanzienlijke hoeveelheid brandstof achterblijft, in het bijzonder aan de buitenrand van de bodem. De uitvinder heeft immers vastgesteld dat de grootste resthoeveelheid brandstof zich bevindt aan het grensvlak van bodem en buitenwand. In tegenstelling tot gekende theelichtkuipjes, veroorzaken de kuipjes volgens de huidige uitvinding een lagere resthoeveelheid brandstof, ook aan het raakvlak van de bodem en de buitenwand, t.t.z. daar waar juist de grootste verliezen optreden.
SAMENVATTING VAN DE UITVINDING
De uitvinder heeft ontdekt dat een veel vollediger brandstofgebruik bekomen wordt door de bodem van het kuipje hellend uit te voeren, waarin de helling loopt tot aan de buitenwand. Bijgevolg voorziet de huidige uitvinding een theelichtkuipje omvattende een bodem en een buitenwand, waarin de bodem een hellend gedeelte omvat, gekenmerkt in dat het hellend gedeelte loopt vanaf de buitenwand en dat het hellend gedeelte een helling heeft van > 1°. In een bepaald uitvoeringsvorm is de radiale lengte van het hellend gedeelte minstens 20% van de radius van het theelichtkuipje.
In een bijzondere uitvoeringsvorm omvat het hellend gedeelte minstens een eerste hellend vlak dat aansluit aan de buitenwand en een helling heeft tussen 15° en 45°. In een verdere uitvoeringsvorm omvat het hellend gedeelte verder een tweede hellend vlak. In een bepaald uitvoeringsvorm heeft het tweede hellend vlak een helling heeft die kleiner is dan de helling van het eerste hellend vlak. In een andere uitvoeringsvorm sluit het eerste hellend vlak aan aan het tweede hellend vlak. Het tweede hellend vlak zoals hierin beschreven heeft bij voorkeur een helling tussen 1° en 35°, in het bijzonder tussen 1° en 25°, meer in bijzonder tussen 1° en 15°. Bij voorkeur heeft het hellend gedeelte een helling van minstens 3°, in het bijzonder minstens 5°.
In een verdere uitvoeringsvorm omvat het hellend gedeelte verder ribben die radiaal in de richting van het centrum van de bodem lopen.
De bodem van het theelichtkuipje omvat normaal een centraal vlak ter ondersteuning van een wiekhouder. In een bepaalde uitvoeringsvorm bevat het centraal vlak radiaal georiënteerde groeven. In een andere uitvoeringsvorm ligt het centraal vlak 0,1 tot 1 mm lager dan het laagste gedeelte van het hellend gedeelte.
KORTE BESCHRIJVING VAN DE FIGUREN
Onder specifieke verwijzing naar de figuren, wordt benadrukt dat de getoonde bijzonderheden enkel bij wijze van voorbeeld dienen en enkel voor de illustratieve bespreking van de verschillende uitvoeringsvormen van de onderhavige uitvinding. Zij worden voorgesteld met als doel het aanleveren van wat gezien wordt als de meest nuttige en dadelijke beschrijving van de principes en conceptuele aspecten van de uitvinding. In dit opzicht wordt niet geprobeerd om meer structurele details van de uitvinding te tonen dan noodzakelijk is voor een fundamenteel begrip van de uitvinding. De beschrijving in combinatie met de figuren maakt duidelijk voor de deskundigen in het vakgebied hoe de verschillende vormen van de uitvinding kunnen worden uitgevoerd in de praktijk.
Fig. 1A: Perspectiefaanzicht van een theelichtkuipje volgens een eerste uitvoeringsvorm.
Fig. 1B: Doorsnede van het theelichtkuipje getoond in Fig. 1A.
Fig. 1C: Theelichtje omvattend het theelichtkuipje getoond in Fig. 1A en een wiekhouder met wiek (paraffine niet getoond).
Fig. 2: Perspectiefaanzicht van een theelichtkuipje met radiaal georiënteerde ribben.
Fig. 3 : Doorsnede van een theelichtkuipje met radiaal georiënteerde ribben.
Fig. 4: Doorsnede van een theelichtkuipje met een eerste en tweede hellend vlak. Fig. 5 : Doorsnede van een theelichtkuipje met een eerste en tweede hellend vlak, waarbij het tweede hellend vlak radiaal georiënteerde ribben bevat.
GEDETAILLEERDE BESCHRIJVING VAN DE UITVINDING
Theelichtkuipjes zijn gekend voor de vakman. Theelichtkuipjes zoals bedoeld in de aanvraag hebben typisch (en bij voorkeur) een diameter van 25 tot 75 mm en een hoogte van 8 tot 80 mm. Bij voorkeur is de diameter van 33 tot 65mm, in het bijzonder ongeveer 38 mm (34-42 mm). Bij voorkeur is de hoogte 8 tot 40 mm, meer bepaald 10 tot 25 mm.
Zoals hierboven vermeldt, biedt de huidige uitvinding een theelichtkuipje omvattende een bodem en een buitenwand, waarin de bodem een hellend gedeelte omvat, gekenmerkt in dat het hellend gedeelte loopt vanaf de buitenwand en dat het hellend gedeelte een helling heeft van > 1°. Bij voorkeur is de radiale lengte van het hellend gedeelte minstens 20% van de radius van het theelichtkuipje, in het bijzonder minstens 25%, meer in het bijzonder minstens 35%. Bij voorkeur is de radiale lengte minstens 45%, meer bij voorkeur minstens 50% van de radius van het theelichtkuipje. Het hellend vlak heeft in een bijzondere uitvoeringvorm een helling van meer dan 3°. De uitvinder heeft ontdekt dat bij een dergelijke helling een betere afstroom bekomen wordt dan bij een helling van 1°.
De uitvinder heeft bovendien ontdekt dat een nog vollediger verbruik van de brandstof bekomen wordt indien een steile helling gebruikt wordt aansluitend aan de buitenwand. Bijgevolg biedt de uitvinding eveneens een theelichtkuipje zoals hierin beschreven, waarin het hellend gedeelte minstens een eerste hellend vlak omvat dat aansluit aan de buitenwand en een helling heeft tussen 15° en 45°. Zonder gebonden te willen zijn aan theorie, lijkt deze steile helling aansluitend aan de buitenwand te zorgen voor een betere warmteoverdracht van de vlam naar de paraffine die zich aan de aansluiting van de buitenwand en de bodem bevindt. Tegelijk lijkt de steile helling een betere afloop van de paraffine te bevorderen.
De uitvinding betreft eveneens een theelichtkuipje waarin het hellend gedeelte verder een tweede hellend vlak omvat. De steile helling aansluitend aan de buitenwand, hierin ook het eerste hellend vlak genoemd, heeft bij voorkeur een steilere helling dan de helling van het deel van de bodem dat centraler ligt, hierin ook tweede hellend vlak genoemd. De huidige uitvinding voorziet dan ook een theelichtkuipje waarin het hellend gedeelte bestaat uit twee hellende vlakken, een eerste hellend vlak aansluitend met de buitenwand en een tweede hellend vlak. In een uitvoeringsvorm heeft het eerste hellend vlak een helling tussen 15 en 45°. Bij voorkeur heeft het tweede hellend vlak een helling tussen 1 en 15°, in het bijzonder tussen 1 en 10°, meer in het bijzonder tussen 2 en 5°, bv. tussen 3 en 5°. In een bijzondere uitvoeringsvorm sluit het eerste hellend vlak aan bij het tweede hellend vlak. Bij voorkeur is de radiale lengte van het eerste hellend vlak minstens 15% van de radius van het theelichtkuipje en is de radiale lengte van het tweede hellend vlak minstens 20% van de radius van het theelichtkuipje. In een bepaalde uitvoeringsvorm is de radiale lengte van het eerste hellend vlak 15-35%, in het bijzonder 15-30%, meer in het bijzonder 15-25% van de radius van het theelichtkuipje. De radiale lengte van het tweede hellend vlak kan gekozen worden afhankelijk van de radiale lengte van het eerste hellend vlak.
Bij voorkeur loopt het hellend gedeelte vanaf de buitenwand tot substantieel aan het centraal vlak ter ondersteuning van de wiekhouder. Daarom voorziet de uitvinding een theelichtkuipje waarin de som van de radiale lengte van centraal vlak ter ondersteuning van de wiekhouder en de radiale lengte van het hellend gedeelte meer dan 90%, bv. meer dan 93%, van de radius van de bodem is. De bodem kan in een andere uitvoeringsvorm voorzien zijn van centreerelementen voor een wiekhouder. In dit geval loopt het hellend gedeelte bij voorkeur substantieel tot aan deze centreerelementen.
In een bijzondere uitvoeringsvorm omvat het hellend gedeelte verder ribben die radiaal in de richting van het centrum van de bodem lopen. Het gebruik van radiale ribben biedt een bijkomend voordeel naar een vollediger gebruik van de brandstof toe. De radiale ribben zijn bij voorkeur aanwezig op het tweede hellend gedeelte zoals hierin beschreven. De radiale ribben zijn niet vereist op het ganse oppervlak van het hellend gedeelte, bv. door ze niet te gebruiken op het eerste hellend vlak. Zelfs in deze uitvoeringsvorm zijn de radiale ribben bij voorkeur aangebracht over de volledige omtrek van het hellend gedeelte.
Zoals hierboven beschreven, bevat een theelichtkuipje typisch een centrale vlak ter ondersteuning van een wiekhouder. In een bepaalde uitvoeringsvorm ligt het centraal vlak 0,1 tot 1 mm lager dan het laagste deel van het hellend gedeelte. Dit laat toe dat de brandstof van het hellend gedeelte naar beneden in het centraal vlak stroomt.
In een andere uitvoeringsvorm bevat het centraal vlak ter ondersteuning van een wiekhouder radiaal georiënteerde groeven. Deze groeven liggen bij voorkeur 0,1 tot 1 mm lager dan het laagste deel van het hellend gedeelte. Dit laat toe dat de brandstof van het hellend gedeelte via de groeven onder een wiekhouder stroomt. Bij voorkeur bevinden er zich 2 tot 10 groeven in het centraal vlak.
Het centraal vlak kan eventueel ook uitgevoerd worden met een lichte helling, bv. 0,5-2°, naar het centrum toe.
Het theelichtkuipje is bij voorkeur uitgevoerd in kunststof omdat dit eveneens een effect heeft op een vollediger verbruik van de brandstof. In principe kan elke kunststof gebruikt worden die voldoende hittebestendig is. Bij voorkeur bestaat het theelichtkuipje uit polycarbonaat, in het bijzonder vlamdovend polycarbonaat.
Verwijzend naar de figuren, toont fig. IA een eerste uitvoeringsvorm van een theelichtkuipje volgens de uitvinding. Deze uitvoeringsvorm bevat een hellend gedeelte (1) dat loopt van de buitenwand tot bijna volledige aan een centraal vlak ter ondersteuning van een wiekhouder (12). Het centraal vlak bevat bovendien radiaal georiënteerde groeven (13). Er zijn eveneens centreerelementen (8) voorzien voor een wiekhouder. Zoals zichtbaar in de doorsnede getoond in Fig. 1B, liggen de groeven (13) in het centraal vlak (12) lager dan het laagste deel van het hellend gedeelte (1). In deze uitvoeringsvorm bevinden de centreerelementen (8) voor een wiekhouder zich op het hellend gedeelte. De radiale lengte (2) van het hellend gedeelte (1) en de radius (3) van het theelichtkuipje zijn ook getoond. Fig. IC toont dezelfde uitvoeringsvorm van het theelichtkuipje, maar inclusief wiekhouder (9) en wiek (10). De wiekhouder (9) is gelegen tussen de centreerelementen (8).
Fig. 2 toont een andere uitvoeringsvorm van het theelichtkuipje, waarbij het hellend gedeelte radiaal georiënteerde ribben (11) bevat. De getoonde uitvoeringsvorm bevat eveneens radiaal georiënteerde groeven (13) in het centraal vlak ter ondersteuning van een wiekhouder en centreerelementen (8) voor de wiekhouder. Figuur 3 toont eveneens een uitvoeringsvorm met radiaal georiënteerde ribben (11) in het hellend gedeelte. In deze uitvoeringsvorm bevat het centraal vlak (12) ter ondersteuning van een wiekhouder geen radiaal georiënteerde groeven. Het centraal vlak (12) bevindt zich lager dan het laagste deel van het hellend gedeelte.
Fig. 4 toont een uitvoeringsvorm met een eerste hellend vlak (4) met een steile helling en een tweede hellend vlak (5) met een lichtere helling. Het centraal vlak (12) ligt lager dan het laagste deel van het hellend gedeelte. De radiale lengte (2) van het hellend gedeelte (1) bestaat in deze uitvoeringsvorm uit de som van de radiale lengte (6) van het eerste hellend vlak (4) en de radiale lengte (7) van het tweede hellend vlak (5). Fig. 5 toont eveneens een uitvoeringsvorm met een eerste (4) en tweede (5) hellend vlak. In de getoonde uitvoeringsvorm bevat het tweede hellend vlak radiaal georiënteerde ribben (11) voor een goede afstroming van de brandstof naar het centraal vlak (12).
Claims (11)
- CONCLUSIES1. Een kunststof theelichtkuipje omvattende een bodem en een buitenwand, waarin de bodem een hellend gedeelte (1) omvat, gekenmerkt in dat het hellend gedeelte loopt vanaf de buitenwand en dat het hellend gedeelte een helling heeft van > 1°; waarin het hellend gedeelte een eerste hellend vlak (4) omvat dat aansluit aan de buitenwand en aansluitend aan het eerste hellend vlak (4) een tweede hellend vlak (5) met een helling tussen 1° en 35°; waarin het eerste hellend vlak (4) een helling heeft die groter is dan de helling van het tweede hellend vlak (5); en waarin de helling van het eerste en tweede hellend vlak aflopen naar het centrum van het theelichtkuipje.
- 2. Het theelichtkuipje volgens conclusie 1, waarin de radiale lengte van het hellend gedeelte (2) minstens 20% van de radius van het theelichtkuipje (3) is.
- 3. Het theelichtkuipje volgens een der voorgaande conclusies, waarin de radiale lengte van het hellend gedeelte (2) minstens 50% van de radius van het theelichtkuipje (3) is.
- 4. Het theelichtkuipje volgens een der voorgaande conclusies, waarin het eerste hellend vlak (4) een helling heeft tussen 15° en 45°.
- 5. Het theelichtkuipje een der voorgaande conclusies, waarin de radiale lengte (6) van het eerste hellend vlak (4) minstens 15% van de radius (3) van het theelichtkuipje is en waarin de radiale lengte (7) van het tweede hellend vlak (5) minstens 20% van de radius (3) van het theelichtkuipje is.
- 6. Het theelichtkuipje volgens een der voorgaande conclusies, waarin het hellend gedeelte (1) een helling heeft van > 3°.
- 7. Het theelichtkuipje volgens een der voorgaande conclusies, waarin de bodem verder centreerelementen (8) omvat voor een wiekhouder (9) en waarin het hellend gedeelte (1) loopt vanaf de buitenwand tot substantieel aan de centreerelementen.
- 8. Het theelichtkuipje volgens een der voorgaande conclusies, waarin het hellend gedeelte (1) verder ribben (11) omvat die radiaal in de richting van het centrum van de bodem lopen.
- 9. Het theelichtkuipje volgens een der voorgaande conclusies, waarin de bodem een centraal vlak (12) bevat ter ondersteuning van een wiekhouder (9), waarin het centraal vlak 0,1 tot 1 mm lager ligt dan het laagste deel van het hellend gedeelte (υιό. Het theelichtkuipje volgens een der voorgaande conclusies, waarin de bodem een centraal vlak (12) bevat ter ondersteuning van een wiekhouder (9), waarin het centraal vlak (12) radiaal georiënteerde groeven (13) bevat.
- 11. Een theelichtje omvattende een theelichtkuipje volgens een der conclusies 1 tot 10, een wiekhouder (9) met wiek (10), en brandstof, zoals paraffine.
- 12. Een methode voor de productie van een theelichtje, de methode omvattende: - het bekomen van een theelichtkuipje volgens een der conclusies 1 tot 10, - het aanbrengen van een wiekhouder (9) met wiek (10) en brandstof, zoals paraffine, in het theelichtkuipje.
Priority Applications (4)
Application Number | Priority Date | Filing Date | Title |
---|---|---|---|
BE2016/5207A BE1023977B1 (nl) | 2016-03-23 | 2016-03-23 | Theelichtkuipjes, theelichtjes en methodes voor de productie ervan |
HUE17153394A HUE046105T2 (hu) | 2016-03-23 | 2017-01-26 | Tealight csészék, tealightok és ezek elõállítására szolgáló módszerek |
PL17153394T PL3222703T3 (pl) | 2016-03-23 | 2017-01-26 | Zniczowe miseczki, znicze i sposoby dla ich produkowania |
EP17153394.6A EP3222703B8 (en) | 2016-03-23 | 2017-01-26 | Tealight cups, tealights and methods for the production thereof |
Applications Claiming Priority (1)
Application Number | Priority Date | Filing Date | Title |
---|---|---|---|
BE2016/5207A BE1023977B1 (nl) | 2016-03-23 | 2016-03-23 | Theelichtkuipjes, theelichtjes en methodes voor de productie ervan |
Publications (2)
Publication Number | Publication Date |
---|---|
BE1023977A1 BE1023977A1 (nl) | 2017-09-27 |
BE1023977B1 true BE1023977B1 (nl) | 2017-09-28 |
Family
ID=55649961
Family Applications (1)
Application Number | Title | Priority Date | Filing Date |
---|---|---|---|
BE2016/5207A BE1023977B1 (nl) | 2016-03-23 | 2016-03-23 | Theelichtkuipjes, theelichtjes en methodes voor de productie ervan |
Country Status (4)
Country | Link |
---|---|
EP (1) | EP3222703B8 (nl) |
BE (1) | BE1023977B1 (nl) |
HU (1) | HUE046105T2 (nl) |
PL (1) | PL3222703T3 (nl) |
Families Citing this family (3)
Publication number | Priority date | Publication date | Assignee | Title |
---|---|---|---|---|
AT520525B1 (de) * | 2017-10-16 | 2019-05-15 | Peter Reiter | Anordnung mit einer Kerze und einer Kerzenschale |
DE102020123274A1 (de) | 2020-09-07 | 2022-03-10 | EG-Plastic GmbH, Spritzgusstechnik | Kunststoff-Kerzenschale, Teelicht und Herstellungsverfahren für eine Kunststoff-Kerzenschale, Verwendung eines Kraftmessgeräts bei der Dochtplättchenmontage |
DE102020215126A1 (de) * | 2020-12-01 | 2022-06-02 | NatürLicht GbR (vertretungsberechtigter Gesellschafter: Karsten Jahn, 14193 Berlin) | Kerzenbehältnis mit verbesserter Dochthalterung |
Citations (4)
Publication number | Priority date | Publication date | Assignee | Title |
---|---|---|---|---|
DE8900813U1 (nl) * | 1989-01-25 | 1989-04-27 | Netzer, Karl, 6143 Lorsch, De | |
DE202010001384U1 (de) * | 2010-01-27 | 2010-04-08 | Pfeuffer, Fritz, Dipl.-Ing. | Wachslicht im Metallbecher |
WO2010064941A2 (en) * | 2008-12-03 | 2010-06-10 | Korona S.A. | Table tealight holder |
WO2010069976A1 (en) * | 2008-12-19 | 2010-06-24 | Inter Ikea Systems B.V. [Nl] | Receptacle for a tea light, and wick holder |
Family Cites Families (2)
Publication number | Priority date | Publication date | Assignee | Title |
---|---|---|---|---|
DE19548958C1 (de) | 1995-12-28 | 1996-12-05 | Alcan Gmbh | Teelichterbehälter |
CN203832866U (zh) * | 2014-05-23 | 2014-09-17 | 王立群 | 茶蜡铝盒 |
-
2016
- 2016-03-23 BE BE2016/5207A patent/BE1023977B1/nl not_active IP Right Cessation
-
2017
- 2017-01-26 HU HUE17153394A patent/HUE046105T2/hu unknown
- 2017-01-26 PL PL17153394T patent/PL3222703T3/pl unknown
- 2017-01-26 EP EP17153394.6A patent/EP3222703B8/en active Active
Patent Citations (4)
Publication number | Priority date | Publication date | Assignee | Title |
---|---|---|---|---|
DE8900813U1 (nl) * | 1989-01-25 | 1989-04-27 | Netzer, Karl, 6143 Lorsch, De | |
WO2010064941A2 (en) * | 2008-12-03 | 2010-06-10 | Korona S.A. | Table tealight holder |
WO2010069976A1 (en) * | 2008-12-19 | 2010-06-24 | Inter Ikea Systems B.V. [Nl] | Receptacle for a tea light, and wick holder |
DE202010001384U1 (de) * | 2010-01-27 | 2010-04-08 | Pfeuffer, Fritz, Dipl.-Ing. | Wachslicht im Metallbecher |
Also Published As
Publication number | Publication date |
---|---|
HUE046105T2 (hu) | 2020-02-28 |
BE1023977A1 (nl) | 2017-09-27 |
PL3222703T3 (pl) | 2019-10-31 |
EP3222703B8 (en) | 2019-09-11 |
EP3222703A1 (en) | 2017-09-27 |
EP3222703B1 (en) | 2019-05-22 |
Similar Documents
Publication | Publication Date | Title |
---|---|---|
BE1023977B1 (nl) | Theelichtkuipjes, theelichtjes en methodes voor de productie ervan | |
Ginsburg et al. | Temporal and spatial aspects of the gradual migration of primordial germ cells from the epiblast into the germinal crescent in the avian embryo | |
Delorme-Walker et al. | Pak1 regulates focal adhesion strength, myosin IIA distribution, and actin dynamics to optimize cell migration | |
CN104379992B (zh) | 光束控制部件、发光装置以及照明装置 | |
Kang et al. | p90 ribosomal S6 kinase 2 promotes invasion and metastasis of human head and neck squamous cell carcinoma cells | |
Waki et al. | PD‐1 expression on peripheral blood T‐cell subsets correlates with prognosis in non‐small cell lung cancer | |
Storr et al. | Calpain‐2 expression is associated with response to platinum based chemotherapy, progression‐free and overall survival in ovarian cancer | |
Kim et al. | Coffee consumption and stroke risk: a meta-analysis of epidemiologic studies | |
Shen et al. | Persistent p21 expression after Nutlin-3a removal is associated with senescence-like arrest in 4N cells | |
Poltorak et al. | S os1 regulates sustained TCR‐mediated E rk activation | |
US1673429A (en) | Sun-ray heater | |
JP2013508778A5 (nl) | ||
Mahabaleshwar et al. | β-arrestin control of late endosomal sorting facilitates decoy receptor function and chemokine gradient formation | |
Leroy et al. | Clear cell papillary renal cell carcinoma is an indolent and low‐grade neoplasm with overexpression of cyclin‐D1 | |
Hosseini et al. | Pathologic spectrum of cysts in end-stage kidneys: possible precursors to renal neoplasia | |
Chatzistamou et al. | Prognostic significance of tumor shape and stromal chronic inflammatory infiltration in squamous cell carcinomas of the oral tongue | |
CN107667255A (zh) | 使用光导的照明系统和照明方法 | |
CN106707616A (zh) | 一种背光模组及显示装置 | |
Holmes et al. | Cracking during lateral drying of alumina suspensions | |
Sharma et al. | Understanding patterns of invasion: a novel approach to assessment of podoplanin expression in the prediction of lymph node metastasis in oral squamous cell carcinoma | |
CN204227317U (zh) | 一种透镜、透镜模组及led灯具 | |
Witkowska et al. | Spontaneous in vitro apoptosis of de novo chronic lymphocytic leukemia cells correlates with risk of the disease progression | |
Epari et al. | Histomorphological spectrum and immunohistochemical characterization of hemangioblastomas: an entity of unclear histogenesis | |
Werner | Dysphotopsia, a lingering issue after cataract surgery: effect of IOL optic size | |
Okuno et al. | Development of nephrotic syndrome after administration of sorafenib in a case of metastatic renal cell carcinoma |
Legal Events
Date | Code | Title | Description |
---|---|---|---|
FG | Patent granted |
Effective date: 20170928 |
|
MM | Lapsed because of non-payment of the annual fee |
Effective date: 20200331 |