BE1023873B1 - Voertuig met verplaatsbare besturingscabine voor het aansturen van een maai- of ruiminrichting - Google Patents

Abstract

De onderhavige uitvinding heeft betrekking op een voertuig omvattende (i) een chassis, (ii) een besturingscabine op genoemd chassis en (iii) een bewerkingsarm, waarbij genoemde besturingscabine in de transversale richting van genoemd chassis verplaatsbaar is van een eerste, centrale positie naar een tweede, decentrale positie; alsook op een werkwijze voor het ruimen van grachten en/of maaien van bermen.

Description

VOERTUIG MET VERPLAATSBARE BESTURINGSCABINE VOOR HET AANSTUREN VAN EEN MAAI- OF RUIMINRICHTING

TECHNISCH VELD

De onderhavige uitvinding heeft betrekking op voertuigen of machines voor het uitvoeren van grondwerkzaamheden, waarbij het voertuig of de machine beschikt over een besturingscabine voor het aansturen van de machine door een operator en een bewerkingsarm voor het uitvoeren van werkzaamheden.

In het bijzonder heeft de uitvinding betrekking op machines en werkwijzen dewelke een verbeterde zichtbaarheid bieden aan de operator van de machine en aldus de kans op schade aanzienlijk verminderen.

ACHTERGROND

Voor het uitvoeren van grondwerkzaamheden met behulp van een graafmachine, een maaimachine, een ruimmachine, e.d., is het voornaam van belang dat de operator vanuit de bestuurderscabine een goede zichtbaarheid heeft op de uit te voeren werken. Op deze manier kan niet alleen verzekerd worden dat de grondwerken worden uitgevoerd zoals vooropgesteld, maar kan ook de veiligheid van de werkzaamheden worden verhoogd. Zo kan een operator vanuit de cabine visueel observeren waar obstakels zoals bv. leidingen in de grond zich voordoen.

Tot dit doel zijn reeds enkele technologieën bekend. US 2015/0267378 toont een graafmachine voor grond- en constructiewerken omvattende een chassis, een draaibare cabine bovenop het chassis, een boom, een graafemmer en een naar voor en achter verschuifbaar plaatsamenstel bevestigd aan het chassis hetwelk in staat het gewicht van de draaibare cabine te verdelen. De graafmachine omvat optioneel een verwijderbare opvangeenheid gemonteerd aan het chassis van het ontvangen van materiaal uit de graafemmer. De graafmachine volgens US 2015/0267378 is in bewegelijkheid echter beperkt tot een verplaatsing van de cabine in de longitudinale richting van de graafmachine. DE 10 2007 042 599 toont een voertuig met een operatorcabine beweegbaar in de verticale en de longitudinale richting en is aangesloten door middel van een parallellogramkoppeling met een chassis. Het chassis is een torsie-stijve buiskader, waarbij een subframe specifiek wordt geplaatst. De wielen van het voertuig wordt hydraulisch aangedreven en worden geleid over onafhankelijke controlesystemen, die worden aangestuurd door een computerbegeleiding. De graafmachine volgens DE 10 2007 042 599 is in bewegelijkheid beperkt tot een verplaatsing van de cabine in de verticale en longitudinale richting van de graafmachine.

Wanneer werkzaamheden dienen te worden uitgevoerd in bermen of grachten, dewelke onder normale werkomstandigheden doorgaans zijdelings van de graafmachine zijn voorzien, biedt de stand der techniek geen of onvoldoende oplossingen.

Om de zichtbaarheid van de bermen of grachten voor de operator in de cabine te verhogen, kan bv. worden overwogen camerasystemen te integreren zoals gekend voor personenwagens, vb. WO 2013/074199. Dergelijke systemen zijn evenwel onhandig omdat de informatie weergegeven op het scherm de operator moeilijk of slechts in beperkte mate toelaat afstanden en posities van de maai- of ruim-bewerkingsarm in de gracht of berm accuraat in te schatten. Aldus kan het risico op schade, ongelukken of werkonderbrekingen niet volledig worden uitgesloten.

De onderhavige uitvinding tracht te voorzien in een oplossing voor een of meerdere van voornoemde problemen of tekortkomingen.

SAMENVATTING

Tot dit doel verschaft de uitvinding een voertuig omvattende (i) een chassis, (ii) een besturingscabine op genoemd chassis en (iii) een bewerkingsarm, waarbij genoemde besturingscabine in de transversale richting van genoemd chassis verplaatsbaar is van een eerste, centrale positie naar een tweede, decentrale positie.

Dergelijke configuratie laat een directe visuele controle toe door de operator op de bewerkingsarm dewelke in een berm of gracht wordt ingezet. Door de directe visuele controle, kan een operator de bewerkingsarm veel accu rater aansturen.

In een tweede aspect voorziet de onderhavige uitvinding in een werkwijze voor het ruimen van grachten en/of maaien van bermen door middel van een voertuig volgens het eerste aspect van de uitvinding, omvattende de stap van het bedienen van de bewerkingsarm in een gracht of berm; waarbij de besturingscabine in de transversale richting van genoemd chassis wordt verplaatst van een eerste, centrale positie naar een tweede, decentrale positie.

In een derde aspect voorziet de onderhavige uitvinding in een gebruik van een in de transversale richting van een chassis verplaatsbare besturingscabine op een voertuig met bewerkingsarm voor het ruimen van grachten en/of voor het maaien van bermen.

BESCHRIJVING VAN DE FIGUREN

De expliciete karakteristieken, voordelen en objectieven van de onderhavige uitvinding zullen verder duidelijk worden voor de vakman in het technisch veld van de uitvinding na lezen van de hier volgende gedetailleerde beschrijving van de uitvoeringsvorm van de uitvinding en van de figuren hierin bijgesloten. De figuren dienen daartoe de uitvinding verder toe te lichten, zonder daarbij de omvang van de uitvinding te beperken.

Figuur 1 tot 4 stellen een vereenvoudigde weergave voor van een voertuig 1 volgens de onderhavige uitvinding.

Figuren IA en 1B tonen respectievelijk een schematisch zij- en bovenaanzicht van een vrachtwagen 1 volgens de onderhavige uitvinding.

Figuur 2 is een schematische weergave van een bovenaanzicht van een vrachtwagen 1 waarbij de bestuurderscabine 2 transversaal uit het centrum verschoven is.

Figuur 3 is een schematische weergave van een bovenaanzicht van een vrachtwagen 1 waarbij de bestuurderscabine 2 via rotatie transversaal uit het centrum verschoven is.

Figuur 4 is een schematische weergave van een bovenaanzicht van een vrachtwagen 1 waarbij de bestuurderscabine 2 draaibaar op een draaitafel (niet zichtbaar) is opgesteld, welke draaitafel via de rechte geleidingsrails 23a en 23b in de transversale richting van de vrachtwagen 1 kan worden verschoven van de centrale naarde decentrale positie.

GEDETAILLEERDE BESCHRIJVING VAN DE UITVINDING

Tenzij anders gedefinieerd hebben alle termen die gebruikt worden in de beschrijving van de uitvinding, ook technisch en wetenschappelijke termen, de betekenis zoals ze algemeen begrepen worden door de vakman in het technisch veld van de uitvinding. Voor een betere beoordeling van de beschrijving van de uitvinding, worden de volgende termen expliciet uitgelegd. "Een", "de" en "het" refereren in dit document naar zowel het enkelvoud als het meervoud tenzij de context duidelijk anders veronderstelt. Bijvoorbeeld, "een segment" betekent een of meer dan een segment.

Wanneer "ongeveer" of "rond" in dit document gebruikt wordt bij een meetbare grootheid, een parameter, een tijdsduur of moment, en dergelijke, dan worden variaties bedoeld van +/-20% of minder, bij voorkeur +/-10% of minder, meer bij voorkeur +/-5% of minder, nog meer bij voorkeur +/-1% of minder, en zelfs nog meer bij voorkeur +/-0.1% of minder dan en van de geciteerde waarde, voor zoverre zulke variaties van toepassing zijn in de beschreven uitvinding. Hier moet echter wel onder verstaan worden dat de waarde van de grootheid waarbij de term "ongeveer" of "rond" gebruikt wordt, zelf specifiek wordt bekendgemaakt.

De termen "omvatten", "omvattende", "bestaan uit", "bestaande uit", "voorzien van", "bevatten", "bevattende", "behelzen", "behelzende", "inhouden", "inhoudende" zijn synoniemen en zijn inclusieve of open termen die de aanwezigheid van wat volgt aanduiden, en die de aanwezigheid niet uitsluiten of beletten van andere componenten, kenmerken, elementen, leden, stappen, gekend uit of beschreven in de stand der techniek.

Het citeren van numerieke intervallen door de eindpunten omvat alle gehele getallen, breuken en/of reële getallen tussen de eindpunten, deze eindpunten inbegrepen.

De term "voertuig" verwijst in de context van de onderhavige uitvinding naar een rijdbare constructie omvattende een hoofdframe, een tussenframe en een besturingscabine. Het hoofdframe verwijst naar een langwerpig, in hoofdzaak rechthoekig frame met in de longitudinale richting een voorkant en een achterkant, en in de transversale richting een linkerzijde en een rechterzijde. Het hoofdframe voorziet doorgaans het dragen van functionaliteiten van een voertuig, zoals het voorzien van een motor, besturingsfunctionaliteiten, wielen, etc. Het hoofdframe kan ook worden aangeduid met de term "chassis" van het voertuig. Het tussenframe is bij voorkeur omvat uit een, al dan niet plaatvormig, railsysteem en voorziet in een mechanische verbinding tussen het hoofdframe en de besturingscabine en voorzieningen voor de verplaatsing van de besturingscabine ten opzichte van het hoofdframe. Het tussenframe kan een transleerbaar en/of een roteerbaar railsysteem omvatten. De besturingscabine voorziet in de functionaliteit nodig voor het besturen van het voertuig en van de bewerkingsarm.

Figuren IA en 1B tonen respectievelijk een schematisch zij- en bovenaanzicht van een vrachtwagen 1 volgens de onderhavige uitvinding. De vrachtwagen 1 omvat een bestuurderscabine 2 beweegbaar op een chassis 5 gepositioneerd, een bewerkingsarm 3 en een laadwagen 4. De bestuurderscabine 2 omvat onder meer ruiten 21a, 21b, 21c en 21d, en achteruitkijkspiegels 22a en 22b. De bewerkingsarm 3 omvat diverse leden 31 met aan het vrije uiteinde van de bewerkingsarm een maai- of ruiminrichting 32 of een soortgelijk werktuig zoals bijvoorbeeld een heggenschaar. De bewerkingsarm 3 is aanstuurbaar op een pivoteerbare schijf 33 gepositioneerd om een goede reikwijdte van de bewerkingsarm te bekomen. In een meer geprefereerde uitvoeringsvorm omvat de bestuurderscabine meerdere deels of geheel doorzichtige wanden, zoals bijvoorbeeld een doorzichtig dak en/of doorzichtige deuren. Dit kan worden bewerkstelligd door middel van bijvoorbeeld een venster in het dak van de bestuurderscabine en/of een venster hetwelk zich strekt over meer dan de helft van de hoogte van een of meerdere deuren van de bestuurderscabine. Dit is voornamelijk voordelig wanneer het voertuig voorzien is van een heggenschaar voor het scheren van hagen.

Het voertuig is voorzien van een bij voorkeur gelede bewerkingsarm. De bewerkingsarm kan zowel op het hoofdframe als op het tussenframe worden voorzien. Doch, bij voorkeur wordt de bewerkingsarm op het hoofdframe achter de bedieningscabine voorzien. De bewerkingsarm omvat een scharnierbare arm, eventueel op een separate, draaibare basis opgesteld. Aan het vrije uiteinde van de bewerkingsarm is de bewerkingsarm voorzien om een maai- en/of ruiminrichting te omvatten. De bewerkingsarm is eveneens voorzien van controlemiddelen voor het bedienen van de bewerkingsarm en van de maai- en/of ruiminrichting aan het vrije uiteinde van de bewerkingsarm. De bewerkingsarm kan aldus door een operator vanuit de cabine worden aangestuurd. Uitermate geschikte bewerkingsarmen zijn onder meer beschreven in BE 2015/5750.

In een eerste aspect verschaft de uitvinding een voertuig omvattende (i) een chassis, (ii) een besturingscabine op genoemd chassis en (iii) een bewerkingsarm, waarbij genoemde besturingscabine in de transversale richting van genoemd chassis verplaatsbaar is van een eerste, centrale positie naar een tweede, decentrale positie.

Het voertuig volgens de uitvoering kent een rusttoestand wanneer het voertuig niet in werking is, een rijdende toestand wanneer het voertuig van een eerste naar een tweede locatie wordt verplaatst en een werkingstoestand wanneer de bewerkingsarm wordt ingezet voor het uitvoeren van werkzaamheden. Volgens de uitvinding kan de besturingscabine tijdens de rijdende toestand in een centrale positie worden voorzien. Op deze manier is de bestuurder van het voertuig zo voorzien dat deze een goede zichtbaarheid heeft op de rijweg. Vooraleer de operator het voertuig overschakelt van de rijdende toestand naar de werkingstoestand, kan deze de besturingscabine verplaatsen van genoemde eerste, centrale positie naar genoemde tweede, decentrale positie. Op deze manier wordt de bestuurderscabine dichter bij de zijkant, vb. de rechterkant, van het voertuig gebracht, waardoor de operator een goed visueel overzicht heeft op de werkzaamheden dewelke dienen uitgevoerd te worden, vb. in de gracht of in de berm. Dergelijke configuratie laat een directe visuele controle toe door de operator op de bewerkingsarm dewelke in een berm of gracht wordt ingezet. Door de directe visuele controle, kan een operator de bewerkingsarm veel accurater aansturen in de gracht of berm, waardoor de werkzaamheden sneller kunnen worden uitgevoerd en waardoor de belasting voor de operator verminderd is in vergelijking met een zichtbaarheid met behulp van spiegels of camera's.

De besturingscabine kan worden voorzien op een vrachtwagenchassis in plaats van op een tractorchassis. Dit biedt als voordeel dat de vrachtwagen gemakkelijker en sneller kan worden ingezet op een veraf gelegen locatie. Dit maakt het mogelijk om opdrachten op veraf gelegen locaties alsnog rendabel te kunnen uitvoeren en beperkt onproductiviteit ten gevolge van trage, verre verplaatsingen van een tractorgestel.

In een geprefereerde uitvoeringsvorm, voorziet de onderhavige uitvinding in een voertuig volgens het eerste aspect van de uitvinding, waarbij genoemde besturingscabine in een railsysteem op genoemd chassis gelagerd is. Een railsysteem biedt als voordeel dat de besturingscabine ten opzichte van het chassis kan worden verplaatst via een vooropgesteld traject. Bij voorkeur is genoemd railsysteem in de dwarse of transversale richting van het chassis georiënteerd, of is genoemd railsysteem geschikt voor een hoekbeweging van genoemde besturingscabine ten opzichte van genoemd chassis. Bij voorkeur omvat de besturingscabine eveneens een draaibare operatorstoel dewelke de operator toelaat een aangepaste oriëntatie aan te nemen om de werkzaamheden optimaal te overschouwen. Mog bij voorkeur omvat de besturingscabine meerdere vensters over substantieel de volledige omtrek van de besturingscabine zodat in elke oriëntatie een optimale zichtbaarheid van de te overschouwen werkzaamheden wordt verkregen.

In een geprefereerde uitvoeringsvorm, voorziet de onderhavige uitvinding in een voertuig volgens het eerste aspect van de uitvinding, waarbij genoemde besturingscabine transleerbaar in een vlak parallel met genoemd chassis is opgesteld. De besturingscabine kan over een vooropgestelde afstand d worden verschoven vanuit het centrum waardoor de operator in de besturingscabine dichter bij de zijkant, vb. de linker- of de rechterkant, van het voertuig gepositioneerd wordt. Aldus kan de operator werkzaamheden langsheen de zijkant, vb. de rechterkant, van het voertuig beter overschouwen.

In een geprefereerde uitvoeringsvorm, voorziet de onderhavige uitvinding in een voertuig volgens het eerste aspect van de uitvinding, waarbij genoemde bewerkingsarm uitschuifbaar in de transversale richting van het voertuig is gelagerd in een hoofdframe of een tussenframe van genoemd voertuig. Dit laat toe de bewerkingsarm dichter bij de uit te voeren werkzaamheden te brengen, waardoor de aanstuurbaarheid van de bewerkingsarm wordt vergemakkelijkt. Dergelijke configuratie laat een eenvoudigere en snellere uitvoering van de werkzaamheden in, vb. gracht of berm, toe.

In een geprefereerde uitvoeringsvorm, voorziet de onderhavige uitvinding in een voertuig volgens het eerste aspect van de uitvinding, waarbij de wanden van genoemde besturingscabine minstens deels doorzichtbaar zijn over een hoek van minstens 270°. Daarmee wordt bedoeld dat de bestuurderscabine voorzien is van ruiten dewelke de operator toelaten visueel contact te maken met de zijkant, vb. de rechterkant, van het voertuig voor het overschouwen van werkzaamheden. Dit is schematisch geïllustreerd in Figuur 2.

Figuur 2 is een schematische weergave van een bovenaanzicht van een vrachtwagen 1 waarbij de bestuurderscabine 2 transversaal uit het centrum verschoven is over een afstand d. Figuur 2 toont eveneens de geleidingsrails 23a en 23b dewelke in de transversale richting van de vrachtwagen 1 zijn voorzien. De bestuurderscabine 2 is in genoemde geleidingsrails 23a en 23b gelagerd zodat de positie van de bestuurderscabine 2 van de centrale naar de decentrale positie kan worden verschoven. Figuur 2 toont verder dat de ruiten 21 van de bestuurderscabine 2 voorzien zijn over een hoek van 270°, gemeten vanuit het centrale punt van de bestuurderscabine 2. Op deze manier is het voor de operator eenvoudig om werkzaamheden van de bewerkingsarm 3 in de rechterzijhoek te overschouwen.

In een geprefereerde uitvoeringsvorm, voorziet de onderhavige uitvinding in een voertuig volgens het eerste aspect van de uitvinding, waarbij genoemde besturingscabine roteerbaar in een vlak parallel met genoemd chassis is opgesteld. Dit wordt schematisch geïllustreerd in Figuur 3. De bestuurderscabine kan worden geroteerd over een hoek α omheen een punt aan de linker- of de rechterzijde van de bestuurderscabine. Bij voorkeur is genoemde hoek α gelegen tussen 60° en 120° en meer bij voorkeur tussen 75° en 105°. Meest bij voorkeur is genoemde hoek α gelegen tussen 85° en 95°, of gelijk aan elke waarde daar tussenin gelegen, zoals bijvoorbeeld 88°, 90° en 92°. Aldus komt de voorzijde van de bestuurderscabine aan de rechterzijde van het voertuig te liggen, waardoor de operator een verbeterde visuele controle kan uitoefenen over werkzaamheden langsheen de zijkant, vb. de rechterkant, van het voertuig. Door deze rotatie wordt de bestuurderscabine uit het centrum verschoven naar een gecentraliseerde positie over een afstand d, zoals ook aangegeven in Figuur 3.

In een geprefereerde uitvoeringsvorm, voorziet de onderhavige uitvinding in een voertuig volgens het eerste aspect van de uitvinding, waarbij genoemde besturingscabine is opgesteld op een draaitafel, welke draaitafel decentraal op genoemd chassis is voorzien. Dergelijke draaitafel vormt een eenvoudige en mechanisch stabiele constructie voor het roteren van de bestuurderscabine, wat de betrouwbaarheid van het systeem waarborgt tijdens gebruik. Dit is voornamelijk belangrijk, omdat het voertuig tijdens gebruik zich voortbeweegt langsheen de gracht of berm en aldus grote krachten worden uitgeoefend op de bestuurderscabine.

Figuur 3 is een schematische weergave van een bovenaanzicht van een vrachtwagen 1 waarbij de bestuurderscabine 2 via rotatie transversaal uit het centrum verschoven is. Figuur 3 toont verder een cirkelvormige geleidingsrail 23c op het chassis 5 van de vrachtwagen. Eventueel kunnen twee of meerdere geleidingsrails worden voorzien. De cabine is daarbij op een draaitafel gestoeld met het centrum aan de rechterzijde van de bestuurderscabine. Op deze manier kan de operator een beter toezicht krijgen op de werkzaamheden van de bewerkingsarm in werkende toestand.

In een geprefereerde uitvoeringsvorm, voorziet de onderhavige uitvinding in een voertuig volgens het eerste aspect van de uitvinding, waarbij genoemde besturingscabine is opgesteld op een draaitafel, welke draaitafel in een transversaal geleidingsmechanisme verschuifbaar is.

Figuur 4 is een schematische weergave van een bovenaanzicht van een vrachtwagen 1 waarbij de bestuurderscabine 2 draaibaar op een draaitafel (niet zichtbaar) is opgesteld, welke draaitafel via de rechte geleidingsrails 23a en 23b in de transversale richting van de vrachtwagen 1 kan worden verschoven van de centrale naar de decentrale positie.

In een geprefereerde uitvoeringsvorm, voorziet de onderhavige uitvinding in een voertuig volgens het eerste aspect van de uitvinding, waarbij genoemde besturingscabine en genoemde bewerkingsarm in werkende toestand langs eenzelfde zijde van de longitudinale as van genoemd chassis zijn voorzien. Dit laat toe om een goed visueel overzicht te verschaffen aan de operator voor het controleren van de bewerkingsarm voor het uitvoeren van werkzaamheden in de gracht of berm.

In een geprefereerde uitvoeringsvorm, voorziet de onderhavige uitvinding in een voertuig volgens het eerste aspect van de uitvinding, waarbij genoemde bewerkingsarm aan het vrije uiteinde een maai-inrichting omvat. De term 'vrije uiteinde' dient in de context van de onderhavige uitvinding te worden begrepen als het uiteinde van de bewerkingsarm dewelke niet verbonden is op voornoemd châssis en derhalve aangestuurd kan worden in een berm. De term "maalinrichting" verwijst naar het geheel van een maaier, zoals bv. een grasmaaier.

In een geprefereerde uitvoeringsvorm, voorziet de onderhavige uitvinding in een voertuig volgens het eerste aspect van de uitvinding, waarbij genoemde bewerkingsarm een ruim-inrichting omvat. De term 'vrije uiteinde' dient in de context van de onderhavige uitvinding te worden begrepen als het uiteinde van de bewerkingsarm dewelke niet verbonden is op voornoemd chassis en derhalve aangestuurd kan worden in een gracht. De term "rui min richting" verwijst naar het geheel van een vergaarinrichting en een vergaarbak, waarbij genoemde vergaarinrichting aansluit op genoemde vergaarbak en waarbij genoemde vergaarinrichting en genoemde vergaarbak permanent of tijdelijk aan elkaar gekoppeld zijn. Bij voorkeur sluit genoemde vergaarinrichting aan op genoemde vergaarbak zodat het ruimmateriaal wordt overgebracht van genoemde vergaarinrichting naar genoemde vergaarbak.

In een geprefereerde uitvoeringsvorm, voorziet de onderhavige uitvinding in een voertuig volgens het eerste aspect van de uitvinding, waarbij genoemd chassis geschikt is voor het lageren van een aanhangwagen. Dergelijke aanhangwagen is voornamelijk geschikt voor het opslaan van maaisel of ruimmateriaal. Uitermate geschikte aanhangwagens zijn beschreven in de Belgische octrooiaanvragen BE 2015/5750 en BE 2015/5751.

Volgens een voordelige uitvoeringsvorm is een verschuifbaar tussenframe glijdend gekoppeld met het chassis van het voertuig, direct of via een railsysteem hetwelk aan de bovenkant van het hoofdframe is bevestigd. Een draaitafel is draaibaar gekoppeld met het tussenframe en de besturingscabine. De bewerkingsarm kan eventueel eveneens op de draaitafel gemonteerd zijn. Het verschuifbare tussenframe kan zowel links als rechts schuiven binnen de grenzen van het railsysteem. Vanwege het vermogen van het tussenframe om naar links en rechts te schuiven over een deel van het chassis van het voertuig, kan ook de bedieningscabine van de operator en eventueel de bewerkingsarm links en rechts worden verschoven. Het verschuifbare tussenframe en de bedieningscabine kan aldus links en rechts worden verschoven onafhankelijk van de beweging van de onderliggende hoofdframe van het voertuig. Een draaitafel is gemonteerd op de bovenkant van het tussenframe. De bedieningscabine van de operator is bevestigd bovenop de draaitafel. Het tussenframe maakt het mogelijk om het gewicht te verdelen zodat het evenwicht en de stabiliteit van het voertuig tijdens het uitvoeren van diverse werkzaamheden over ruig en oneffen terrein wordt behouden, met behoud van het vermogen van de bedieningscabine en de bewerkingsarm om te roteren en transleren. Het tussenframe omvat eveneens de benodigde passages voor vb. de hydraulische vloeistofslangen en andere aansturingsbekabeling naar het voertuig en de bewerkingsarm. Een hydraulische arm is onder het tweede frame en verschuifbare plaat geplaatst en is verbonden met achterste balk van tweede frame en de verschuifbare plaat door geschikte verbindingsmiddelen zoals hydraulische cilinder haken. De hydraulische arm wordt gebruikt om het tussenframe naar links en rechts te bewegen en de besturingscabine te roteren op de draaitafel.

In een tweede aspect voorziet de onderhavige uitvinding in een werkwijze voor het ruimen van grachten en/of maaien van bermen door middel van een voertuig volgens het eerste aspect van de uitvinding, omvattende de stap van het bedienen van de bewerkingsarm in een gracht of berm; waarbij de besturingscabine in de transversale richting van genoemd chassis wordt verplaatst van een eerste, centrale positie naar een tweede, decentrale positie.

Wanneer de bewerkingsarm wordt ingezet voor het uitvoeren van werkzaamheden, kan de operator voor het aanvangen van de werkzaamheden de besturingscabine verplaatsen van een centrale positie naar een decentrale positie langs de kant van de gracht of berm gelegen. Dit laat een goed visueel overzicht toe over de werkzaamheden dewelke dienen uitgevoerd te worden in de gracht of in de berm. Door de directe visuele controle, kan een operator de bewerkingsarm veel accu rater aansturen in de gracht of berm, waardoor de werkzaamheden sneller kunnen worden uitgevoerd en waardoor de belasting voor de operator verminderd is in vergelijking met een situatie waarbij de zichtbaarheid wordt verschaft met behulp van spiegels of camera's.

De verplaatsbare besturingscabine biedt als bijkomend voordeel dat deze kan worden voorzien op een vrachtwagenchassis in plaats van op een tractorchassis, waardoor de vrachtwagen gemakkelijker en sneller kan worden ingezet op een veraf gelegen locatie. Dit maakt het mogelijk om opdrachten op veraf gelegen locaties alsnog rendabel te kunnen uitvoeren en beperkt de onproductiviteit ten gevolge van trage, verre verplaatsingen van een tractorgestel.

In een geprefereerde uitvoeringsvorm, voorziet de onderhavige uitvinding in een werkwijze volgens het tweede aspect van de uitvinding, waarbij genoemde besturingscabine in een railsysteem op genoemd chassis wordt verplaatst. Dit biedt als voordeel dat het railsysteem een voldoende evenwicht en stabiliteit kan bieden aan de besturingscabine dewelke uit het center van de vrachtwagen wordt verschoven. Daarenboven kan het railsysteem worden voorzien om de optredende krachten tussen het chassis en de besturingscabine afdoende op te vangen.

In een geprefereerde uitvoeringsvorm, voorziet de onderhavige uitvinding in een werkwijze volgens het tweede aspect van de uitvinding, waarbij genoemde besturingscabine omheen een hoek α in een vlak parallel met genoemd chassis wordt gedraaid. Dit laat toe de besturingscabine op een eenvoudige wijze te positioneren in een positie in dichte nabijheid tot de uit te voeren werken.

In een geprefereerde uitvoeringsvorm, voorziet de onderhavige uitvinding in een werkwijze volgens het tweede aspect van de uitvinding, waarbij genoemde besturingscabine rechtlijnig over een afstand d in een vlak parallel met genoemd chassis wordt verplaatst. Dit laat toe de besturingscabine op een eenvoudige wijze te positioneren in een positie in dichte nabijheid tot de uit te voeren werken door middel van een zeer eenvoudige mechanische constructie.

In een geprefereerde uitvoeringsvorm, voorziet de onderhavige uitvinding in een werkwijze volgens het tweede aspect van de uitvinding, waarbij genoemde besturingscabine en genoemde bewerkingsarm langs eenzelfde zijde van de longitudinale as van genoemd chassis worden voorzien.

In een derde aspect voorziet de onderhavige uitvinding in een gebruik van een in de transversale richting van een chassis verplaatsbare besturingscabine op een voertuig met bewerkingsarm voor het ruimen van grachten en/of voor het maaien van bermen.

Claims (15)

1. CONCLUSIES

   1. Voertuig (1) omvattende (i) een vrachtwagenchassis (5), (ii) een besturingscabine (2) gelagerd in een railsysteem (23a, 23b, 23c) op genoemd vrachtwagenchassis (5) en (iii) een bewerkingsarm (3), waarbij genoemde besturingscabine (2) in de transversale richting van genoemd vrachtwagenchassis (5) verplaatsbaar is van een eerste, centrale positie naar een tweede, decentrale positie.
2. 2. Voertuig (1) volgens conclusie 1, waarbij genoemde besturingscabine (2) roteerbaar in een vlak parallel met genoemd vrachtwagenchassis (5) is opgesteld.
3. 3. Voertuig (1) volgens voorgaande conclusie 2, waarbij genoemde besturingscabine (2) is opgesteld op een draaitafel, welke draaitafel decentraal op genoemd vrachtwagenchassis (5) is voorzien.
4. 4. Voertuig (1) volgens minstens een van de conclusies 1 tot 3, waarbij genoemde besturingscabine (2) transleerbaar in een vlak parallel met genoemd vrachtwagenchassis (5) is opgesteld.
5. 5. Voertuig (1) volgens voorgaande conclusie 4, waarbij de wanden van genoemde besturingscabine (2) doorzichtbaar zijn over een hoek van minstens 270°.
6. 6. Voertuig (1) volgens minstens een van de conclusies 1 tot 5, waarbij genoemde bewerkingsarm (3) uitschuifbaar in de transversale richting van het voertuig (1) is gelagerd in genoemd vrachtwagenchassis (5) of in een tussenframe tussen genoemd vrachtwagenchassis (5) en genoemde besturingscabine (2).
7. 7. Voertuig (1) volgens minstens een van de conclusies 1 tot 6, waarbij genoemde besturingscabine (2) en genoemde bewerkingsarm (3) in werkende toestand langs eenzelfde zijde van de longitudinale as van genoemd vrachtwagenchassis (5) zijn voorzien.
8. 8. Voertuig (1) volgens minstens een van de conclusies 1 tot 7, waarbij genoemde bewerkingsarm (3) een maai-inrichting (32) omvat.
9. 9. Voertuig (1) volgens minstens een van de conclusies 1 tot 7, waarbij genoemde bewerkingsarm (3) een ruim-inrichting (32) omvat.
10. 10. Voertuig (1) volgens minstens een van de conclusies 1 tot 9, waarbij genoemd vrachtwagenchassis (5) geschikt is voor het lageren van een aanhangwagen (4).
11. 11. Werkwijze voor het ruimen van grachten en/of maaien van bermen door middel van een voertuig (1) volgens minstens een van de conclusies 1 tot 10, omvattende de stap van het bedienen van de bewerkingsarm (3) in een gracht of berm; waarbij genoemde besturingscabine (2) in een railsysteem (23a, 23b, 23c) op genoemd vrachtwagenchassis (5) wordt verplaatst, en waarbij de besturingscabine (2) in de transversale richting van genoemd vrachtwagenchassis (5) wordt verplaatst van een eerste, centrale positie naar een tweede, decentrale positie.
12. 12. Werkwijze volgens conclusie 11, waarbij genoemde besturingscabine (2) omheen een hoek a in een vlak parallel met genoemd vrachtwagenchassis (5) wordt gedraaid.
13. 13. Werkwijze volgens minstens een van de conclusies 11 of 12, waarbij genoemde besturingscabine (2) rechtlijnig over een afstand d in een vlak parallel met genoemd vrachtwagenchassis (5) wordt verplaatst.
14. 14. Werkwijze volgens minstens een van de conclusies 11 tot 13, waarbij genoemde besturingscabine (2) en genoemde bewerkingsarm (3) langs eenzelfde zijde van de longitudinale as van genoemd vrachtwagenchassis (5) worden voorzien.
15. 15. Gebruik van een in de transversale richting van een vrachtwagenchassis (5) verplaatsbare besturingscabine (2) in een railsysteem (23a, 23b, 23c) op een voertuig (1) met bewerkingsarm (3) voor het ruimen van grachten en/of voor het maaien van bermen.