BE1023669B1 - Verbeterde inrichting voor het reinigen van bol- en knolgewassen - Google Patents

Abstract

Deze uitvinding betreft een inrichting (1) voor het scheiden van aardappelen en dergelijke bol- en knolgewassen van bijmengsels, zoals stenen, aarde, kluiten, loof of dergelijke, omvattende een om een rotatieas draaibare trommel (2) die een voorscheidingsdeel (3), een scheidingsdeel (4) en een afvoerdeel (5) omvat, waarbij de trommel (2) voorzien is van een toevoeropening (6) waarlangs de aardappelen toegevoerd worden aan het voorscheidingsdeel (3), waarbij er tussen het voorscheidingsdeel (3) en het scheidingsdeel (4) een scheidingswand (7) voorzien is en waarbij de inrichting (1) verder verplaatsingsmiddelen (8) omvat die voorzien zijn om een opwaartse waterdruk te genereren die voldoende sterk is om de toegevoerde aardappelen en dergelijke bol- en knolgewassen over de genoemde scheidingswand (7) naar het scheidingsdeel (4) te verplaatsen, met uitzondering van bijmengsels zoals stenen waarvan het gewicht hoger ligt dan de over de scheidingswand (7) verplaatste gewassen

Description

verbeterde inrichting voor het reinigen van bol- en knolgewassen

Deze uitvinding betreft een inrichting voor het scheiden van aardappelen en dergelijke bol- en knolgewassen van bijmengsels, zoals stenen, aarde, kluiten, loof of dergelijke, omvattende een om een rotatieas draaibare trommel die een voorscheidingsdeel, een scheidingsdeel en een afvoerdeel omvat, waarbij de trommel voorzien is van een toevoeropening waarlangs de aardappelen en dergelijke bol- en knolgewassen toegevoerd worden aan het voorscheidingsdeel.

Nadat bol- en knolgewassen, zoals aardappelen, geoogst worden, worden deze meestal onderworpen aan een reiniging- of scheidingsstap, om zo de overtollige aarde, stenen, loof, enz... te verwijderen. Meestal wordt er hiervoor gebruik gemaakt van een wasinrichting omvattende een om zijn lengteas draaibare trommelwasser. Deze trommelwassers omvatten een buitenwand met doorlaatopeningen en zijn voorzien van watersproeiers om de toegevoerde producten te wassen. Door de roterende beweging van de trommelwasser en doordat het vuil van de knollen of bollen wordt gesproeid, zal de aarde, die zich tussen en/of op de bollen of knollen bevond, afgespoeld worden en via de openingen de trommel te verlaten.

Dergelijke systemen hebben het nadeel dat er grote hoeveelheden water van een zekere kwaliteit nodig zijn om de knollen of bollen te reinigen. Door onder andere waterschaarste, wettelijke bepalingen en vervuiling van het grondwater zijn dergelijke grote waterhoeveelheden niet overal altijd voorhanden. Bovendien blijft er een grote hoeveelheid vervuild water achter. Dit vervuilde water mag in de meeste landen omwille van milieutechnische redenen niet zomaar geloosd worden. Dit vervuilde water moet dan eerst nog onderworpen worden aan één of meerdere zuiveringsstappen.

Verder hebben de bestaande systemen moeite met het verwijderen van stenen, waardoor er in de verwerkingslijn een extra inrichting, een zogenaamde ontstener, dient geplaatst te worden om vooraf de stenen uit de productenstroom te verwijderen.

Het is dan ook een doel van de uitvinding om een inrichting voor het reinigen van bol- en knolgewassen te vervaardigen, die minder nood heeft aan water om de bolen knolgewassen te kunnen reinigen, en die bovendien toelaat om stenen en gelijkaardige zwaardere bijmengsels uit de aardappelstroom te verwijderen.

Dit doel wordt bereikt door te voorzien in een inrichting voor het scheiden van aardappelen en dergelijke bol- en knolgewassen van bijmengsels, zoals stenen, aarde, kluiten, loof of dergelijke, omvattende een om een rotatieas draaibare trommel die een voorscheidingsdeel, een scheidingsdeel en een afvoerdeel omvat, waarbij de trommel voorzien is van een toevoeropening waarlangs de aardappelen en dergelijke bol- en knolgewassen toegevoerd worden aan het voorscheidingsdeel, waarbij er tussen het voorscheidingsdeel en het scheidingsdeel een scheidingswand voorzien is en waarbij de inrichting verder verplaatsingsmiddelen omvat die voorzien zijn om een opwaartse waterdruk te genereren die voldoende sterk is om de toegevoerde aardappelen en dergelijke bol- en knolgewassen over de genoemde scheidingswand naar het scheidingsdeel te verplaatsen, met uitzondering van bijmengsels zoals stenen waarvan het gewicht hoger ligt dan de over de scheidingswand verplaatste gewassen.

Dergelijke inrichting volgens de uitvinding heeft het grote voordeel dat naast de aarde, loof, e.d. ook stenen uit de toegevoerde bol- of knolgewassen, bij voorkeur aardappelen, verwijderd kunnen worden. De manier waarop de stenen verwijderd worden is bovendien bijzonder efficiënt.

In een voorkeurdragende uitvoeringsvorm van de inrichting omvat de trommelwand doorlaatopeningen. Bij voorkeur omvat de trommelwand van het scheidingsdeel minstens één of meerdere geperforeerde rubberen matten. In de roterende trommel zullen de toegevoerde bol- en knolgewassen in contact komen met elkaar en met de rubberen matten, hierdoor zal het vuil (bijmengsels) verwijderd worden. De verwijderde bijmengsels zullen vervolgens de trommel via de doorlaatopeningen verlaten. Hierdoor is er minder water vereist om de toegevoerde bol- of knolgewassen, bij voorkeur aardappelen, te reinigen.

In een meer voorkeurdragende uitvoeringsvorm van de inrichting volgens de uitvinding omvat de inrichting een zich minstens gedeeltelijk in de trommel uitstrekkende afvoerband. De afvoerband kan trillend worden uitgevoerd. Bij voorkeur omvat de genoemde afvoerband een eerste deel voorzien voor het afvoeren van stenen en een tweede deel voorzien voor het afvoeren van aardappelen en dergelijke bol- en knolgewassen. De twee delen van de afvoerband zijn vanzelfsprekend van elkaar gescheiden zodat de afgevoerde stenen niet in contact komen met de afgevoerde aardappelen. In een alternatieve uitvoeringsvorm kunnen er twee afvoerbanden voorzien worden waarbij de eerste afvoerband voorzien is voor het afvoeren van uit de productiestroom verwijderde stenen, en waarbij de tweede afvoerband voorzien is voor het afvoeren van aardappelen en dergelijke bol- en knolgewassen.

Volgens een bijzondere uitvoeringsvorm van de inrichting volgens de uitvinding is het voorscheidingsdeel opgebouwd uit een aantal naast elkaar geplaatste en zich volgens de rotatieas uitstrekkende spijlen, en voorzien voor een eerste scheiding van aardappelen en dergelijke bol- en knolgewassen van stenen. De doorlaatopeningen van het voorscheidingsdeel hebben bij voorkeur een nagenoeg rechthoekige vorm. In het bijzonder zijn de genoemde spijlen vervaardigd uit rubber of zijn ze bekleedt met rubber. Dit om beschadiging te vermijden of toch minstens sterk te beperken. Verder heeft het voorscheidingsdeel in een meest voorkeurdragende uitvoeringsvorm een nagenoeg cirkelvormige doorsnede.

Bij een meer bijzondere uitvoeringsvorm van de inrichting volgens de uitvinding omvat de binnenwand van het voorscheidingsdeel een aantal meeneemelementen voorzien om minstens een deel van de afgescheiden stenen naar de afvoerband te verplaatsen. Meer in het bijzonder omvat de binnenwand van het afvoerdeel een aantal meeneemelementen voorzien om aardappelen naar de afvoerband te verplaatsen.

In een meest bijzondere uitvoeringsvorm van de inrichting volgens de uitvinding is het scheidingsdeel voorzien voor een tweede scheiding van aardappelen en dergelijke bol- en knolgewassen van bijmengsels, zoals aarde, kluiten of dergelijke. Het scheidingsdeel heeft bij voorkeur een zeshoekige doorsnede.

Bij voorkeur is de genoemde trommel draaibaar opgesteld in een behuizing geschikt voor het opnemen van een watermengsel. Hierdoor zullen de in de inrichting opgenomen aardappelen en dergelijke bol- en knolgewassen ook gewassen kunnen worden. Het afgewassen materiaal (loof of andere drijvende onzuiverheden) zal op het wateroppervlak blijven drijven en de inrichting via een overloop kunnen verlaten. Om de behuizing te vullen, wordt de inrichting bij voorkeur voorzien van een buis die zich uitstrekt over de volledige lengte van de inrichting en die voorzien is van een aantal uitstroomopeningen waarlangs (vers) water in de trommel gespoten kan worden.

Om nog meer onzuiverheden, met name de iets zwaardere zoals bijv. glazige aardappelen die kwalitatief minder zijn, te laten bovendrijven om vervolgens verwijderd te worden, kan de dichtheid van het watermengsel verhoogd worden door het toevoegen van bijvoorbeeld zout of klei.

Bij een meer voorkeurdragende uitvoeringsvorm van de inrichting volgens de uitvinding hebben de doorlaatopeningen van het scheidingsdeel een ronde of ovalen vorm. Door de grootte van de openingen te variëren kan verder een kalibratie gebeuren, bijvoorbeeld de grootte van de opening zodanig kiezen dat naast de bijmengsels ook de (te) kleine gewassen (aardappelen) verwijderd worden via de doorlaatopeningen.

Volgens een bijzonder voordelige uitvoeringsvorm van de inrichting overeenkomstig de uitvinding helt de trommel af in de richting van het afvoerdeel. Door deze hellende opstelling zullen de toegevoerde bol- en knolgewassen vlot in de richting van het afvoerdeel bewegen.

Bij een bijzonder voorkeurdragende uitvoeringsvorm van de inrichting volgens de uitvinding omvatten de verplaatsingsmiddelen een naar het voorscheidingsdeel gerichte buis voor water en een in de buis opgesteld roteerbaar schroefelement. Door de positie van de buis en rotatie van het schroefelement zal een opgerichte waterstraal(stroom) gegenereerd worden die voldoende krachtig is om de aardappelen en/of de andere toegevoerde bol- en knolgewassen over de scheidingswand te verplaatsen.

Om de eigenschappen van deze uitvinding verder te verduidelijken en om bijkomende voordelen en bijzonderheden ervan aan te duiden, volgt nu een meer gedetailleerde beschrijving van de inrichting volgens de uitvinding. Het weze duidelijk dat niets in de hierna volgende beschrijving kan geïnterpreteerd worden als een beperking van de in de conclusies opgeëiste bescherming voor de inrichting volgens de uitvinding.

In deze beschrijving wordt door middel van referentiecijfers verwezen naar de hierbij gevoegde tekeningen waarbij: - figuur 1: een perspectiefvoorstelling weergeeft van een inrichting voor het reinigen (scheiden) van bol- en knolgewassen volgens de uitvinding; - figuur 2: een doorsnede is van de in figuur 1 afgebeelde inrichting.

Figuur 1 toont de inrichting (1) voorzien voor het reinigen van bol- en knolgewassen, in het bijzonder aardappelen, overeenkomstig deze uitvinding. De inrichting (1) is geschikt voor het scheiden van aardappelen en dergelijke bol- en knolgewassen van bijmengsels, zoals stenen, aarde, kluiten of dergelijke.

De inrichting (1) omvat een om een rotatieas draaibare trommel (2) voorzien van een toevoeropening (6), waarlangs (ongeschilde) aardappelen, bijvoorbeeld via een transportband aangevoerd worden. De trommel (2) is draaibaar opgesteld in een behuizing (12). De behuizing is vervaardigd uit roestvast staal. Om de toegevoerde aardappelen vlot doorheen de trommel (2) te bewegen staat deze licht gekanteld.

In de afgebeelde inrichting (1) is de trommel (2), via (aandrijfbare) rollen, op een frame voorzien. De trommel (2) is d.m.v. deze rollen roteerbaar. Het is evident dat andere oplossingen om de trommel (2) te laten roteren, eveneens binnen de beschermingsomvang van deze uitvinding vallen.

De trommel (2) volgens deze uitvinding omvat drie belangrijke delen (zones): een voorscheidingsdeel (3), een scheidingsdeel (4) en een afvoerdeel (5).

De buitenwand van de trommel (2) is ter hoogte van zijn toevoeropening (6) opgebouwd is uit een aantal naast elkaar geplaatste en zich volgens de rotatieas uitstrekkende spijlen (10), die het voorscheidingsdeel (3) vormen. In dit deel zal een eerste reiniging van de aardappelen gebeuren. Tijdens de eerste reiniging zal het grootste vuil verwijderd worden. Het grootste vuil wordt verwijderd nadat de aangevoerde aardappelen de (aanvoer)transportband verlaten en in contact komen met de spijlen (10). Om beschadiging te vermijden, zijn de spijlen (10) vervaardigd uit rubber, of voorzien van een rubberen bekledingslaag. Het verwijderde vuil verlaat de trommel (2) via de doorlaatopeningen die zich bevinden tussen de spijlen (10), deze openingen zijn bijvoorkeur langwerpig en/of meer in het bijzonder rechthoekig van vorm.

Naast het grootste vuil zullen in het voorscheidingsdeel (3) ook de eventuele aanwezige stenen verwijderd worden. Hiervoor is er tussen het voorscheidingsdeel (3) en het scheidingsdeel (4) een scheidingswand (7) voorzien. De scheidingswand (7) zal verhinderen dat de stenen doorschuiven naar het eigenlijke scheidingsdeel (4) waar het resterende vuil verwijderd zal worden. Om een scheiding te realiseren tussen de stenen en het andere materiaal, omvat de inrichting (1) verplaatsingsmiddelen (8) die voorzien zijn om een opwaartse gerichte waterstraal (waterdruk) te genereren die voldoende sterk is om de toegevoerde aardappelen en dergelijke bol- en knolgewassen over de genoemde scheidingswand (7) naar het scheidingsdeel (4) te verplaatsen, en dit met uitzondering van bijmengsels zoals stenen waarvan het gewicht hoger ligt dan de over de scheidingswand (7) verplaatste gewassen.

Doordat enkel de aardappelen en dergelijke bol- en knolgewassen samen met de lichter bijmengsels, verplaatst worden naar het volgend deel (scheidingsdeel) van de trommel (2), blijven de stenen achter in het voorscheidingsdeel (3). Om nu deze stenen uit de trommel (2) te verwijderen omvat de binnenwand van het voorscheidingsdeel (3) een aantal meeneemelementen (11) die bij voorkeur schoepvormig zijn uitgevoerd. Doordat de trommel (2), en dus ook het voorscheidingsdeel (3) roteert, worden de stenen door deze meeneemelementen (11) meegenomen in de richting van een afvoerband (9) die zich minstens gedeeltelijk in de trommel (2) uitstrekt. Deze afvoerband (9) is opgesteld in het bovenste deel van de trommel (2). In de praktijk zullen de door de meeneemelementen (11) meegenomen stenen o.i.v. de zwaartekracht op de afvoerband (9) vallen, wanneer deze zich in het bovenste deel van de trommel (2) bevinden.

Na het voorscheidingsdeel (3) volgt het eigenlijke scheidingsdeel (4), waar het resterende vuil verwijderd zal worden. In dit deel omvat de buitenwand van de trommel (2) minstens één of meerdere geperforeerde rubberen matten. Vanzelfsprekend kan de trommelwand ook uit een ander materiaal, bijvoorbeeld roest vast staal zijn vervaardigd. Terwijl de aardappelen (of andere bol- of knolgewassen) doorheen de trommel (2) bewegen, zal deze draaien, hierdoor komen de aardappelen enerzijds met elkaar in contact en anderzijds met de rubberen matten. Ten gevolge van de wrijving zal het resterende en meer vastgekoekte vuil van de aardappelen gescheiden worden en via de doorlaatopeningen in de rubberen matten de trommel (2) verlaten.

Voor een nog betere reiniging kunnen de aardappelen (of andere bol- of knolgewassen) in het scheidingsdeel (4) nog gewassen worden ook. Dit kan gebeuren d.m.v. watersproeiers die rechtstreeks de aanwezige producten zullen besproeien. In de afgebeelde inrichting (1) is er hiervoor een buis met uitstroomopeningen voorzien waardoor water gestuurd wordt.

Doordat de trommel zich bovendien in een behuizing (12) bevindt blijft er ook een deel water staan, waarin de producten verder gewassen worden. Door het besproeien en wassen wordt het vuil verwijderd. Hierbij zullen de lichtere delen, zoals bijv. loof, op het wateroppervlak blijven drijven. Dit vuil kan de inrichting via een overloop (14) verlaten.

De doorlaatopeningen van het scheidingsdeel (4) hebben een ronde of ovalen vorm. Door de grootte van de openingen te variëren kan tevens een kalibratie gebeuren. Door namelijk de grootte van de doorlaatopening zodanig kiezen, kan men ervoor zorgen dat er naast het (resterende) vuil ook de (te) kleine aardappelen verwijderd worden via de doorlaatopeningen, zodat enkel de voldoende grote aardappelen de trommel (2) via het afvoerdeel (5) verlaten. Voor een vlotte afvoer is ook het afvoerdeel (5) voorzien van meeneemelementen (11). Deze meeneemelementen (11) zullen de aardappelen in de richting van een afvoerband (9) verplaatsen. De afvoerband (9) kan een afzonderlijke afvoerband zijn maar kan ook dezelfde afvoerband zijn als deze waarmee de stenen verwijderd werden. In dat geval omvat de afvoerband dan wel een eerste deel voorzien voor het afvoeren van stenen en een tweede deel voorzien voor het afvoeren van aardappelen.

Claims (15)

1. C O N C L U S I E S

   1. Inrichting (1) voor het scheiden van aardappelen en dergelijke bol- en knolgewassen van bijmengsels, zoals stenen, aarde, kluiten, loof of dergelijke, omvattende een om een rotatieas draaibare trommel (2) die een voorscheidingsdeel (3), een scheidingsdeel (4) en een afvoerdeel (5) omvat, waarbij de trommel (2) voorzien is van een toevoeropening (6) waarlangs de aardappelen en dergelijke bol- en knolgewassen toegevoerd worden aan het voorscheidingsdeel (3), met het kenmerk dat er tussen het voorscheidingsdeel (3) en het scheidingsdeel (4) een scheidingswand (7) voorzien is en dat de inrichting (1) verder verplaatsingsmiddelen (8) omvat die voorzien zijn om een opwaartse waterdruk te genereren die voldoende sterk is om de toegevoerde aardappelen en dergelijke bol- en knolgewassen over de genoemde scheidingswand (7) naar het scheidingsdeel (4) te verplaatsen, met uitzondering van bijmengsels zoals stenen waarvan het gewicht hoger ligt dan de over de scheidingswand (7) verplaatste gewassen.
2. 2. Inrichting (1) volgens conclusie 1, met het kenmerk dat de inrichting (1) een zich minstens gedeeltelijk in de trommel (2) uitstrekkende afvoerband (9) omvat.
3. 3. Inrichting (1) volgens conclusie 2, met het kenmerk dat de genoemde afvoerband (9) een eerste deel voorzien voor het afvoeren van stenen en een tweede deel voorzien voor het afvoeren van aardappelen en dergelijke bol- en knolgewassen omvat.
4. 4. Inrichting (1) volgens één van de voorgaande conclusies, met het kenmerk dat het voorscheidingsdeel (3) opgebouwd is uit een aantal naast elkaar geplaatste en zich volgens de rotatieas uitstrekkende spijlen (10), en voorzien is voor een eerste scheiding van aardappelen en dergelijke bol- en knolgewassen van stenen.
5. 5. Inrichting (1) volgens één van de conclusies 2 t/m 4, met het kenmerk dat de binnenwand van het voorscheidingsdeel (3) een aantal meeneemelementen (11) omvat voorzien om minstens een deel van de afgescheiden stenen naar de afvoerband (9) te verplaatsen.
6. 6. Inrichting (1) volgens één van de conclusies 2 t/m 5, met het kenmerk dat de binnenwand van het afvoerdeel (5) een aantal meeneemelementen (11) omvat voorzien om aardappelen en dergelijke bol- en knolgewassen naar de afvoerband (9) te verplaatsen.
7. 7. Inrichting (1) volgens één van de voorgaande conclusies, met het kenmerk dat het scheidingsdeel (4) voorzien is voor een tweede scheiding van aardappelen en dergelijke bol- en knolgewassen van bijmengsels, zoals aarde, kluiten, loof of dergelijke.
8. 8. Inrichting (1) volgens één van de voorgaande conclusies, met het kenmerk dat de genoemde trommel (2) draaibaar is opgesteld in een behuizing (12) geschikt voor het opnemen van een watermengsel.
9. 9. Inrichting (1) volgens één van de voorgaande conclusies, met het kenmerk dat de trommelwand doorlaatopeningen omvat.
10. 10. Inrichting (1) volgens conclusie 9, met het kenmerk dat de doorlaatopeningen van het scheidingsdeel (4) een ronde of ovalen vorm hebben.
11. 11. Inrichting (1) volgens conclusie 9 of 10, met het kenmerk dat de doorlaatopeningen (5b) van het voorscheidingsdeel (3) een nagenoeg rechthoekige vorm hebben.
12. 12. Inrichting (1) volgens één van de voorgaande conclusies, met het kenmerk dat het voorscheidingsdeel (3) een nagenoeg cirkelvormige doorsnede heeft.
13. 13. Inrichting (1) volgens één van de voorgaande conclusies, met het kenmerk dat het scheidingsdeel (4) een hoekige doorsnede heeft.
14. 14. Inrichting (1) volgens één van de voorgaande conclusies, met het kenmerk dat de trommel (2) afhelt in de richting van het afvoerdeel (5).
15. 15. Inrichting (1) volgens één van de voorgaande conclusies, met het kenmerk dat de verplaatsingsmiddelen (8) een naar het voorscheidingsdeel (3) gerichte buis voor water en een in de buis opgesteld roteerbaar schroefelement (13) omvatten.