BE1023656B1 - Werkwijze en inrichting voor het produceren van maaltijden - Google Patents

Abstract

De huidige uitvinding heeft betrekking op een werkwijze voor het produceren van maaltijden, omvattende: - het initieel bereiden van één of meerdere maaltijdonderdelen bij een verhoogde temperatuur; - het afvullen van één of meerdere maaltijdonderdelen in maaltijdhouders, waarbij de maaltijdhouders zich verplaatsen langsheen een transportband in een longitudinale richting; - het afvullen van minstens één of meerdere maaltijdonderdelen middels afvuleenheden, waarbij elke afvuleenheid voorzien is van een af te vullen maaltijdonderdeel en deze op een niet-continue wijze afvult, waarbij elke afvuleenheid zich tijdens het afvullen ter hoogte van een eerste maaltijdhouder bevindt en zich beweegt aan een snelheid die gelijk is aan de verplaatssnelheid van de transportband en bij het finaliseren van het afvullen zich zal herpositioneren naar een tweede maaltijdhouder, nog niet voorzien van een maaltijdonderdeel en gelegen op een positie achter de eerste maaltijdhouder. Verder voorziet de huidige uitvinding in een inrichting voor het produceren van maaltijden.

Description

WERKWIJZE EN INRICHTING VOOR HET PRODUCEREN VAN MAALTIJDEN TECHNISCH DOMEIN

De uitvinding heeft betrekking op een werkwijze en inrichting voor het produceren van maaltijden.

STAND DER TECHNIEK

Werkwijzen en inrichtingen voor het produceren van maaltijden, bij voorkeur van het type kant-en-klare maaltijden, zijn welgekend. Gespecialiseerde en gemechaniseerde inrichtingen, zoals vulsystemen voor het afvullen van maaltijden in containers of verpakkingen, zorgen voor een grote productiecapaciteit van dergelijke maaltijden.

Bij het produceren van kant-en-klare maaltijden is een minimale doorlooptijd, gerekend van het klaarmaken van de maaltijdonderdelen tot aan het invriezen van cruciaal belang. Deze doorlooptijd moet zo kort mogelijk gehouden worden, opdat bacteriële groei geen vrij spel kan krijgen. Daarnaast is een korte doorlooptijd natuurlijk ook belangrijk voor een efficiënte productie en productieplanning.

Hot filling is een gekende techniek in de voedselindustrie en voor de productie van kant-en-klare maaltijden, waarbij de voeding in warme toestand wordt afgevuld. Belangrijk hierbij is dat de temperatuur tijdens het afvullen hoog genoeg blijft om bacteriële groei tegen te gaan, en dat men na het afvullen zo snel mogelijk kan overgaan tot afkoelen. Zo beschrijft US 8 701 721 B2 een vulsysteem met meerdere vulstations voor het afvullen, waaronder hot filling, van een vloeibaar product zoals een voedingsproduct in containers.

Voor de productie van kant-en-klare maaltijden die bestaan uit meerdere separate onderdelen (bv. vlees, rijst, saus, groentes) brengt vaak hot filling het probleem mee dat het tijdsbestek dat dient te worden doorlopen om een volledige maaltijd af te vullen, soms te lang is. Immers, alle componenten of onderdelen van de maaltijd dienen separaat afgevuld te worden aan eenzelfde houder, wat doorgaans inhoudt dat het proces een start-stop systeem is. Hierbij wordt de inrichting stopgezet (doorgaans de transportband) wanneer een component of onderdeel dient te worden afgevuld, waarna de transportband weer verder beweegt. Uiteraard levert een dergelijke werkwijze tijdsverlies op.

Er is bijgevolg nood aan een werkwijze en inrichting voor het produceren van kant-en-klare (diepvries) maaltijden, afgevuld via hot filling, die een zo efficiënt mogelijke planning en tijdsverloop kunnen waarborgen, zonder de kwaliteit van het eindproduct en de voedselveiligheid uit het oog te verliezen. Als gevolg hiervan zullen ook meerdere soorten maaltijden geproduceerd kunnen worden.

De huidige uitvinding beoogt een oplossing te vinden voor ten minste enkele van bovenvermelde problemen.

SAMENVATTING VAN DE UITVINDING

De huidige uitvinding betreft een werkwijze voor het produceren van maaltijden volgens conclusie 1 en een inrichting volgens conclusie 14. Middels onderhavige uitvinding wordt de doorlooptijd van het maken van een kant-en-klare maaltijd gelimiteerd en wordt tevens een grote flexibiliteit bij de productie van maaltijden gewaarborgd en kan de productie eenvoudig afgestemd worden op de productie van één of meerdere maaltijden omvattende één of meerdere maaltijdonderdelen. Dit maakt een optimale productieplanning mogelijk waarbij wachttijden en heropstarten van de productie, evenals economische verliezen vermeden worden.

FIGUREN

Figuur 1 is een overzichtsfiguur van een uitvoeringsvorm van een inrichting volgens onderhavige uitvinding.

Figuur 2 is een detail van een uitvoeringsvorm van een afvuleenheid volgens onderhavige uitvinding.

GEDETAILLEERDE BESCHRIJVING VAN DE UITVINDING

Onderhavige uitvinding heeft betrekking op een werkwijze en inrichting voor de productie van (kant-ten-klare) maaltijden. Tenzij anders gedefinieerd hebben alle termen die gebruikt worden in de beschrijving van de uitvinding, ook technische en wetenschappelijke termen, de betekenis zoals ze algemeen begrepen worden door de vakman in het technisch veld van de uitvinding. Voor een betere beoordeling van de beschrijving van de uitvinding, worden de volgende termen expliciet uitgelegd.

De term "maaltijden" kan in deze tekst begrepen worden als eender welk bereid voedingsproduct dat gebruikt kan worden voor menselijke consumptie. In bijzonder heeft dit betrekking op kant-en-klare maaltijden, die bestaan uit één of meerdere bereide maaltijdonderdelen. Bij voorkeur worden de maaltijden op het einde van of na de productie adequaat bewaard, bijvoorbeeld door deze in te vriezen en vervolgens bij voldoende koude temperaturen te bewaren. Niet-beperkende voorbeelden van maaltijden zijn lasagne, spaghetti bolognaise, puree met vol-au-vent en wortelpuree met braadworst. De term "maaltijdonderdelen" kan in deze tekst begrepen worden als bereide voedingswaren die gebruikt kunnen worden als onderdelen van één of meerdere maaltijden geschikt voor menselijke consumptie. Niet-beperkende voorbeelden van maaltijdonderdelen zijn puree, tomatensaus, bereide spruiten en bereid gehakt.

De term "afvuleenheid" kan in deze tekst begrepen worden als eender welke gespecialiseerde doseerinrichting voor het vullen of afvullen van één of meerdere maaltijdonderdelen in één of meerdere maaltijdhouders.

De term "maaltijdhouders" wordt in deze tekst gebruikt voor eender welke voorwerpen die geschikt zijn voor het ten minste gedeeltelijk omhelzen of dragen van maaltijdonderdelen en van een maaltijd. Niet-gelimiteerde voorbeelden van maaltijdhouders zijn trays, bakjes, schaaltjes, potjes, enzovoort. De maaltijdhouders kunnen in eender welk daartoe geschikt materiaal uitgevoerd zijn, zoals bijvoorbeeld kunststoffen waaronder polyethyleen, hoge dichtheid polyethyleen en polypropyleen.

De uitdrukking "losneembaar verbonden" wijst in deze tekst op een toestand waarin twee voorwerpen met elkaar in een losneembare verbinding staan. Een "losneembare verbinding" is een vormopsluiting of vormverbinding die losneembaar is, of, met andere woorden, die desgewenst verbroken kan worden nadat de verbinding eerder werd bewerkstelligd. Niet-limiterende voorbeelden van losneembare verbindingen zijn haakverbindingen, messing-en-groefverbindingen, zwaluwstaartverbindingen, bout-moerverbindingen, spieverbindingen, knopen en tandwielverbindingen.

Een eerste aspect van de huidige uitvinding voorziet in een werkwijze voor het produceren van maaltijden, omvattende de stappen van: - het initieel bereiden van één of meerdere maaltijdonderdelen bij een verhoogde temperatuur; - het afvullen van één of meerdere maaltijdonderdelen in maaltijdhouders, waarbij de maaltijdhouders zich verplaatsen langsheen een transportband in een longitudinale richting; en - het afvullen van minstens één of meerdere maaltijdonderdelen middels afvuleenheden, waarbij elke afvuleenheid voorzien is van een af te vullen maaltijdonderdeel en deze op een niet-continue wijze afvult.

De verschillende maaltijdonderdelen worden in de keuken klaargemaakt, bij voorkeur volgens een specifiek en vastgelegd receptuur. De ingrediënten voor deze onderdelen worden bewaard in opslagdepots, bij temperaturen aangepast aan de aard van de ingrediënten (vers bij 2 to 4°C, diepvries bij -23°C, droog bij kamertemperatuur). De klaargemaakte maaltijdonderdelen worden vervolgens bij voorkeur middels verrijdbare container tot in de afvulruimte gebracht, waarna deze onderdelen die afgevuld worden middels afvuleenheden, worden voorzien aan de afvuleenheden in de daartoe voorbestemde opvangcontainers van deze eenheden.

In het bijzonder zal elke afvuleenheid zich tijdens het afvullen ter hoogte van een eerste maaltijdhouder bevinden en zich bewegen aan een snelheid die gelijk is aan de verplaatssnelheid van de transportband en bij het finaliseren van het afvullen zich zal herpositioneren naar een tweede maaltijdhouder, nog niet voorzien van een maaltijdonderdeel en gelegen op een positie achter de eerste maaltijdhouder.

Als gevolg hiervan zal het proces van afvullen een quasi continue proces zijn, waarbij de transportband niet tot een halt dient te worden gebracht tijdens het afvullen. Dit heeft als voordeel dat de procestijd van het klaarmaken van een maaltijd (van bereiding tot laatste afvulling) uitermate beperkt is in tijd. Hierdoor krijgt bacteriële groei quasi geen kans, en zal tevens een grotere flexibiliteit geboden worden aan de inrichting. Hoe meer maaltijdeenheden er per uur kunnen worden verwerkt, hoe sneller een order kan worden afgewerkt, waarna er kan gestart worden met een volgende maaltijd.

In een voorkeursvorm zal de afvuleenheid enkel afvullen wanneer deze zich ter hoogte van een maaltijdhouder bevindt. De afvuleenheid kan hiertoe voorzien zijn van één of meerdere sensoren of detectoren, die in staat zijn om de positie van een maaltijdhouder te detecteren op de transportband, en aldus weten wanneer de afgifte van hun maaltijdonderdelen of componenten (dat is afvullen) gewenst is. Hierdoor zal niet onnodig worden afgevuld en wordt verspilling van voedsel tegengegaan.

In een geprefereerde uitvoeringsvorm voorziet de huidige uitvinding in een werkwijze, waarbij de afvuleenheden bij het afvullen een gewicht van één of meerdere maaltijdonderdelen afmeten. In een geprefereerde uitvoeringsvorm voorziet de huidige uitvinding in een werkwijze, waarbij de afvuleenheden bij het afvullen een volume van één of meerdere maaltijdonderdelen afmeten. De twee laatstgenoemde uitvoeringsvormen laten een kwantitatief en gedoseerd afvullen van één of meerdere maaltijdonderdelen in een maaltijdhouder toe.

De maaltijdhouders zullen zich op een transportband bevinden waarbij de maaltijdonderdelen of componenten op een gestructureerde en gecontroleerde wijze aan de maaltijdhouders worden toegevoegd tot het verkrijgen van een volledige maaltijd. Hierbij zullen bepaalde maaltijdonderdelen handmatig worden toegevoegd aan de houders (bv. vlees, vis), terwijl andere onderdelen via de afvuleenheden worden verdeeld. In het bijzonder zullen de onderdelen die via afvuleenheden worden afgevuld gekozen worden uit de groep van sauzen, soepen, losse groentes, puree, pasta, granen, rijst, vlees, vis, vleesvervangers, aardappelproducten. Elk onderdeel dat aan de houder wordt toegevoegd, dient te voldoen aan bepaalde, vooraf vastgelegde volumes en/of gewicht.

Tijdens het afvullen middels één of meerdere afvuleenheden, zal de afvuleenheid zoals aangehaald hebben een verplaatsingssnelheid hebben die gelijk is aan de transportband. Hierdoor blijft de eenheid tijdens het afvullen gepositioneerd boven de maaltijdhouder, terwijl de maaltijdhouder zich verder beweegt over de transportband richting eindpunt. Dit waarborgt een efficiënt tijdsgebruik.

In een voorkeursvorm zal de transportband een snelheid bezitten van 0.17 tot 0.25 m/s, meer bij voorkeur 0.25 m/s.

Wanneer de eenheid voldoende heeft afgevuld (bijvoorbeeld volgens de voorafbepaalde instellingen), dan zal het afvullen in een voorkeursvorm automatisch stopgezet worden en zal de eenheid zich herpositioneren naar een tweede houder, nog niet voorzien van het desbetreffende onderdeel. In het bijzonder zal deze herpositionering gebeuren in een richting tegengesteld aan deze van de transportband.

Meer in het bijzonder zal de afvuleenheid bij het herpositioneren een verplaatssnelheid hebben die minstens 1.3, meer bij voorkeur van 1.3 tot 2, meer bij voorkeur van 1.3 tot 1.5 de verplaatssnelheid van de transportband bedraagt. In het bijzonder zal de afvuleenheid bij het herpositioneren een verplaatssnelheid bezitten tussen 0.22 en 0.37 m/s.

In een voorkeursvorm zullen de één of meerdere afvuleenheden losmaakbaar aanschakelbaar zijn ter hoogte van één of meerdere verdeelpunten van het verdeelsysteem. In het bijzonder zal voor of na de stap van het initieel bereiden van één of meerdere maaltijdonderdelen één of meerdere afvuleenheden aan of tussen één of meerdere verdeelpunten van het verdeelsysteem worden aangebracht en/of onderling verwisseld.

De stap van het aanbrengen en/of onderling verwisselen van één of meerdere afvuleenheden aan of tussen één of meerdere verdeelpunten van het verdeelsysteem zorgt voor een grote flexibiliteit bij de productie van maaltijden. Op deze manier kan de productie eenvoudig afgestemd worden op de productie van één of meerdere maaltijden omvattende één of meerdere maaltijdonderdelen. Dit maakt een optimale productieplanning mogelijk waarbij wachttijden en heropstarten van de productie, evenals economische verliezen vermeden worden.

In een geprefereerde uitvoeringsvorm voorziet de huidige uitvinding in een werkwijze volgens het eerste aspect van de uitvinding, waarbij de werkwijze verder de stap omvat van het afkoelen van genoemde maaltijden naar een verlaagde temperatuur. Het afkoelen naar een verlaagde temperatuur zorgt ervoor dat de maaltijden voorbereid worden op koelbewaring. Bij koelbewaring worden de maaltijden vervolgens bewaard bij een lage temperatuur. Bewaring bij een lage temperatuur heeft het voordeel dat mogelijks aanwezige pathogene of bederf-veroorzakende micro-organismen niet of slechts traag kunnen groeien en zich vermenigvuldigen. Bijgevolg wordt bewaring van de maaltijden over een langere periode mogelijk gemaakt. Bovendien zal koelbewaring ervoor zorgen dat de gewenste smaak en versheid van de maaltijden voor een langere tijd behouden kunnen blijven.

In een geprefereerde uitvoeringsvorm voorziet de huidige uitvinding in een werkwijze volgens het eerste aspect van de uitvinding, waarbij de werkwijze verder de stap omvat van het van de omgeving afsluiten van de maaltijden in de maaltijdhouders. Zodoende worden de maaltijden afgeschermd van verontreinigingen uit de omgeving. Dit is noodzakelijk voor een hygiënische bewaring en transport van de maaltijden waarbij de smaak en kwaliteit van de maaltijden behouden kunnen blijven.

In een geprefereerde uitvoeringsvorm voorziet de huidige uitvinding in een werkwijze volgens het eerste aspect van de uitvinding, waarbij de maaltijden onder vacuüm gebracht worden bij het van de omgeving afsluiten van de maaltijden. Dit biedt het voordeel dat de maaltijden langer vers zullen blijven doordat het contact met lucht wordt vermeden. Bij diepvriesbewaring is een onder vacuüm gebrachte maaltijd ook jaren lang niet onderhevig aan het fenomeen van vriesbrand, aangezien de maaltijd niet in contact komt met koude, droge lucht. Daarnaast zijn onder vacuüm gebrachte maaltijden, ook gekend als "vacuümverpakte maaltijden", compacter dan van de omgeving afgesloten maaltijden die niet onder vacuüm gebracht zijn, wat gunstig is voor de opslag van maaltijden.

In een geprefereerde uitvoeringsvorm voorziet de huidige uitvinding in een werkwijze volgens het eerste aspect van de uitvinding, waarbij de één of meerdere maaltijdonderdelen initieel bereid worden bij een verhoogde temperatuur van 74 °C tot 79 °C, meer bij voorkeur van 74 °C tot 78 °C en nog meer bij voorkeur van 75 °C tot 77 °C. Het initieel bereiden van de één of meerdere maaltijdonderdelen bij genoemde verhoogde temperatuur zorgt voor het efficiënt onwerkzaam maken van enzymen die de kwaliteit en de houdbaarheid van de maaltijdonderdelen verminderen, evenals voor een microbiologische afdoding. Volgens de werkwijze worden de warme maaltijdonderdelen vervolgens verplaatst en afgevuld in maaltijdhouders. Het afvullen van de maaltijdonderdelen bij vermelde verhoogde temperatuur zorgt ervoor dat groei en vermenigvuldiging van micro-organismen tegengegaan wordt. Dit is van groot belang om een microbiologisch veilige maaltijd te komen dat geen risico vormt voor de gezondheid van een gebruiker wanneer deze de maaltijd onder normale omstandigheden consumeert binnen een bepaalde houdbaarheidsperiode van de maaltijd en bij normale initiële bereiding, bewaring en verdere bereiding van de maaltijd voor consumptie.

In een geprefereerde uitvoeringsvorm voorziet de huidige uitvinding in een werkwijze volgens het eerste aspect van de uitvinding, waarbij de maaltijden afgekoeld worden tot een verlaagde temperatuur van -11 °C tot -30 °C, meer bij voorkeur van -14 °C tot -27 °C en nog meer bij voorkeur van - 16 °C tot -20 °C. Door het afkoelen van de maaltijden tot een dergelijke verlaagde temperatuur worden normale reacties die voedselbederf veroorzaken efficiënt gereduceerd tot verwaarloosbare of minimale reactiesnelheden. Daarnaast wordt bij een dergelijke verlaagde temperatuur de groei van mogelijk aanwezige micro-organismen sterk verminderd tot zelfs geëlimineerd. In een geprefereerde uitvoeringsvorm voorziet de huidige uitvinding in een inrichting volgens het tweede aspect van de uitvinding, waarbij de maaltijden afgekoeld worden binnen een periode van 1 u tot 5 u, meer bij voorkeur binnen een periode van 1,5 u tot 4 u. Bij voorkeur worden de maaltijden tot bovengenoemde verlaagde temperatuur afgekoeld binnen een genoemde periode. De selectie van een specifieke duur van afkoeling binnen deze periode is vanzelfsprekend afhankelijk van het type en hoeveelheid van een maaltijd, de maaltijdhouder, en de wijze waarop de maaltijd van de omgeving afgesloten is. Een weloverwogen keuze van verlaagde temperatuur en duur van afkoeling is van groot belang voor de kwaliteit van de maaltijd, gezien een goede keuze onder meer de vorming van teveel en/of te grote ijskristallen of een te groot verlies aan waterbindend vermogen teniet doet.

Een tweede aspect van de huidige uitvinding voorziet in een inrichting voor het produceren van maaltijden, zoals kant-en-klare (diepvries) maaltijden. De inrichting is uitermate geschikt voor het afvullen van maaltijdonderdelen aan een maaltijdhouder, tot het verkrijgen van een volwaardige maaltijd.

In het bijzonder zal de inrichting volgens onderhavige uitvinding een longitudinale transportband voor het transporteren van maaltijdhouders omvatten, waarbij de transportband geschikt is voor het ontvangen en verplaatsen van één of meerdere maaltijdonderdelen. De inrichting omvat verder minstens één of meerdere afvuleenheden, losneembaar verbonden met verdeelpunten langsheen de transportband, waarbij de afvuleenheden voorzien zijn van middelen voor de ontvangst en afgifte van één of meerdere maaltijdonderdelen. In het bijzonder zullen deze afvuleenheden gemonteerd zijn op een verplaatsingseenheid, die een bidirectionele verplaatsing van de afvuleenheden toelaten. Meer in het bijzonder zullen de afvuleenheden verplaatsbaar zijn in een gelijke en tegengestelde richting van de verplaatsing van de transportband toelaten.

Door te voorzien dat de afvuleenheden in twee richtingen kunnen bewegen, parallel aan de transportband, kunnen de maaltijdonderdelen op een quasi continue wijze worden afgevuld, zonder dat hierbij de nood ontstaat dat de band dient te worden stopgezet (start-stop systeem). Dit levert een significante tijdswinst op en draagt bij tot de efficiëntie van het systeem.

In een voorkeursvorm zullen de afvuleenheden op een afstand boven de transportband zijn gemonteerd. In een verdere voorkeursvorm zullen de afvulmonden van de afvuleenheden gericht zijn naar de transportband, en zich boven de transportband bevinden. Hierdoor zal de transportband met de maaltijdhouders zich onder de afvuleenheden bevinden, en kan het afvullen efficiënt gebeuren, terwijl de maaltijdhouders onder de afvuleenheden bewegen.

Bij voorkeur zal de verplaatsingseenheid rails bevatten, gemonteerd langsheen beide zijden van de transportband, waarbij de rails verplaatsing van de afvuleenheden toelaten. In het bijzonder zal de inrichting langs elke zijde en op een gelijke hoogte van de transportband een rail bezitten, die in de lengterichting van de transportband is gemonteerd. Middels elektrisch aangedreven dwarsliggers zullen de afvuleenheden langsheen deze rails kunnen bewegen, op een afstand boven de transportband. De snelheid van de afvuleenheden zal variabel zijn, naargelang de richting van bewegen. In de richting gelijk aan de transportband zal de snelheid van de eenheden bij voorkeur gelijk zijn aan deze van de transportband. In de richting tegengesteld aan de richting van de transportband zal de eenheid een snelheid behalen van minstens 1.3 maal de instelsnelheid van de transportband.

De snelheid van de transportband kan bij voorkeur ingesteld worden tussen 0.17 tot 0.25 m/s, meer bij voorkeur 0.25 m/s.

In een verdere uitvoeringsvorm zullen de afvuleenheden voorzien zijn van één of meerdere sensoren of detectoren, voor de detectie van maaltijdhouders op de transportband. Als dusdanig zullen de afvuleenheden middels de sensoren in staat zijn om maaltijdhouders op de tarnsportband waar te nemen, en zal het afvullen enkel plaatsvinden wanneer een maaltijdhouder ook daadwerkelijk correct gepositioneerd is. Daarnaast zullen de sensoren tevens toelaten om tijdens het herpositioneren van de eenheden een tweede maaltijdhouder te detecteren, nog niet voorzien van maaltijdonderdelen. Bij het detecteren van een dergelijke tweede maaltijdhouder op de band zal het herpositioneren van de eenheid stoppen, en zal de bewegingsrichting opnieuw omkeren, inde richting van de transportband en de hierop voortbewegende maaltijdhouders.

In geprefereerde uitvoeringsvormen zijn genoemde maaltijdonderdelen initieel op een verhoogde temperatuur bereid. Het initieel bereiden van de één of meerdere maaltijdonderdelen bij verhoogde temperatuur zorgt voor het onwerkzaam maken van enzymen die de kwaliteit en de houdbaarheid van de maaltijdonderdelen verminderen, evenals voor een microbiologische afdoding. Met de inrichting kunnen de warme maaltijdonderdelen vervolgens middels het verdeelsysteem verplaatst worden en middels de afvuleenheden ter hoogte van de verdeelpunten afgevuld worden in maaltijdhouders. Het afvullen van de maaltijdonderdelen bij verhoogde temperatuur zorgt ervoor dat groei en vermenigvuldiging van micro-organismen tegengegaan wordt. Dit is van groot belang om een microbiologisch veilige maaltijd te komen dat geen risico vormt voor de gezondheid van een gebruiker wanneer deze de maaltijd onder normale omstandigheden consumeert binnen een bepaalde houdbaarheidsperiode van de maaltijd en bij normale initiële bereiding, bewaring en verdere bereiding van de maaltijd voor consumptie.

De losneembare verbindingen tussen verdeelpunten en afvuleenheden, evenals de mogelijkheid om elke afvuleenheid aan eender welk verdeelpunt aan te brengen, zorgt voor een grote flexibiliteit bij de opbouw van de inrichting. Op deze manier kan de inrichting eenvoudig omgebouwd worden naar de noden voor de productie van één of meerdere maaltijden omvattende één of meerdere maaltijdonderdelen. Dit maakt een optimale productieplanning mogelijk waarbij wachttijden en heropstarten van de inrichting, evenals economische verliezen vermeden worden.

In een geprefereerde uitvoeringsvorm voorziet de huidige uitvinding in een inrichting volgens het tweede aspect van de uitvinding, waarbij de verdeelpunten gerangschikt zijn in één of meerdere hoofdzakelijke evenwijdig gelegen rijen. Een dergelijke rangschikking van verdeelpunten laat enerzijds toe dat aan verschillende maaltijdhouders tegelijkertijd één of meerdere maaltijdonderdelen toegevoegd kunnen worden door in een rij gelegen afvuleenheden ter hoogte van de verdeelpunten. Anderzijds laat een dergelijke rangschikking toe dat een maaltijdhouder die reeds gevuld werd bij één afvulstation via een lineaire beweging verplaatst kan worden naar een volgend afvulstation waar bijkomende één of meerdere maaltijden aan de maaltijdhouder toegevoegd kunnen worden.

In een geprefereerde uitvoeringsvorm voorziet de huidige uitvinding in een inrichting volgens het tweede aspect van de uitvinding, verder omvattende een koelinrichting voor het afkoelen van maaltijden omvattende genoemde één of meerdere maaltijdonderdelen. Eender welke geschikte koelinrichting zoals gekend in de stand der techniek kan hiervoor worden aangewend. Het afkoelen zorgt ervoor dat de maaltijden voorbereid worden op koelbewaring. Bij koelbewaring worden de maaltijden vervolgens bewaard bij een lage temperatuur. Bewaring bij een lage temperatuur heeft het voordeel dat mogelijks aanwezige pathogene of bederf-veroorzakende micro-organismen niet of slechts traag kunnen groeien en zich vermenigvuldigen. Bijgevolg wordt bewaring van de maaltijden over een langere periode mogelijk gemaakt. Bovendien zal koelbewaring ervoor zorgen dat de gewenste smaak en versheid van de maaltijden voor een langere tijd behouden kunnen blijven.

Middels de transportband zullen de maaltijdhouders voorzien van maaltijdonderdelen worden getransporteerd richting koelinrichting. Naarmate het transport vordert, zullen er stapsgewijs onderdelen aan de houders worden toegevoegd, waardoor een volledige maaltijd ontstaat. Bij voorkeur zal de transportband uitmonden in de koelinrichting. In een verdere, meer geprefereerde uitvoeringsvorm, zal de transportband verder doorlopen, doorheen de koelinrichting of zal een tweede transportband worden voorzien. Ook na het koelen/vriezen van de maaltijden zal bij voorkeur een transportband worden voorzien, die de maaltijden verder naar de verpakkingseenheid transporteert.

In een geprefereerde uitvoeringsvorm voorziet de huidige uitvinding in een inrichting volgens het tweede aspect van de uitvinding, waarbij de transportinrichting een transportband is met een lengte-afmeting die ten minste 86 keer en bij voorkeur ten minste 100 keer groter is dan een breedte-afmeting van de transportband. Een dergelijke langgerekte transportband vertoont het voordeel dat maaltijdhouders over een aanzienlijke grote afstand over een aanzienlijk grote hoeveelheid aan losneembare afvuleenheden bewogen kunnen worden. Dit komt de flexibiliteit van de inrichting volgens het tweede aspect van de huidige uitvinding ten goede.

In een geprefereerde uitvoeringsvorm voorziet de huidige uitvinding in een inrichting volgens het tweede aspect van de uitvinding, waarbij de transportrichting voorzien is van een verwarmingsinrichting. Op deze manier kunnen de bij voorkeur initieel warm bereide maaltijden op een warme temperatuur behouden blijven wanneer deze getransporteerd worden middels de transportinrichting. Dit draagt bij tot het bestrijden en vermijden van een van gezondheidswege gevaarlijke microbiologische besmetting van de maaltijden.

In een geprefereerde uitvoeringsvorm voorziet de huidige uitvinding in een inrichting volgens het tweede aspect van de uitvinding, waarbij elke afvuleenheid voorzien is van een weegcel en/of een volumemeeteenheid. Met een weegcel en/of een volumemeeteenheid kan ter hoogte van elke afvuleenheid een kwantitatief en gedoseerd afvullen van één of meerdere maaltijdonderdelen in een maaltijdhouder uitgevoerd worden.

In een geprefereerde uitvoeringsvorm voorziet de huidige uitvinding in een inrichting volgens het tweede aspect van de uitvinding, verder omvattende ten minste een verpakkingseenheid voor het van de omgeving afsluiten van maaltijden. Door gebruik van de verpakkingseenheid kunnen de maaltijden afgeschermd worden van verontreinigingen van de omgeving. Dit is noodzakelijk voor een hygiënische bewaring en transport van de maaltijden waarbij de smaak en kwaliteit van de maaltijden behouden kan blijven. In een geprefereerde uitvoeringsvorm voorziet de huidige uitvinding in een inrichting volgens het tweede aspect van de uitvinding, waarbij de verpakkingseenheid een vacuümverpakkingseenheid is. Met een vacuümverpakkingseenheid kunnen maaltijden onder vacuüm verpakt worden oftewel onder vacuüm gebracht worden bij het van de omgeving afsluiten van maaltijden. Dit biedt het voordeel dat de maaltijden langer vers zullen blijven doordat het contact met lucht wordt vermeden. In geval van diepvriesbewaring is een onder vacuüm gebrachte maaltijd ook jaren lang niet onderhevig aan het fenomeen van vriesbrand, aangezien de maaltijd niet in contact komt met koude, droge lucht. Daarnaast zijn onder vacuüm gebrachte maaltijden compacter dan van de omgeving afgesloten maaltijden die niet onder vacuüm gebracht zijn, wat gunstig is voor de opslag van maaltijden.

In een geprefereerde uitvoeringsvorm voorziet de huidige uitvinding in een inrichting volgens het tweede aspect van de uitvinding, waarbij de koelinrichting een spiraalvriezer is. Een spiraalvriezer vertoont het grote voordeel dat een grote hoeveelheid aan warmte-uitwisselend oppervlak verkregen kan worden per grondoppervlak van een ruimte waar de spiraalvriezer geplaatst wordt. Dit zorgt voor een belangrijke plaatsbesparing en draagt bij tot een flexibele opbouw van de inrichting volgens het tweede aspect van de huidige uitvinding. Met een spiraalvriezer kunnen maaltijden die langer gekoeld dienen te worden bij een bepaalde temperatuur ook langer door de spiraalvriezer bewogen worden dan maaltijden die een kortere periode gekoeld moeten worden. Laatstgenoemde maaltijden kunnen de spiraalvriezer dan vroeger verlaten. Dit draagt verder bij tot de flexibiliteit van de inrichting voor het produceren van maaltijden volgens het tweede aspect van de uitvinding.

Beschrijving figuren

Figuur 1 is een detailtekening van een mogelijke uitvoeringsvorm van een inrichting volgens onderhavige uitvinding. De inrichting (1) omvat een longitudinale transportband (3) die zich voortbeweegt in de lengterichting en ondersteunt wordt door ondersteuningsmiddelen (5). De transportband wordt aan beide zijden voorzien van rails (4) die zich tevens uitstrekken langs de lengterichting van de transportband. Deze rails (4) zijn voorzien van één of meerdere afvuleenheden (6) die zich middels liggers zullen voortbewegen over de rails (4) en boven de transportband (3) en die een bidirectionele beweging toelaten, zowel in de richting van de voortbeweging van de transportband als in de tegengestelde richting. Een kabelgoot voorzien van elektrische leidingen en inplugmiddelen (2) is voorzien boven de transportband. Dit laat toe om de elektrisch aangedreven componenten van de inrichting (1) zoals de afvuleenheden vast te koppelen aan het elektriciteitsnet, waarbij tevens vermeden wordt dat kabels langsheen de grond liggen.

Figuur 2 toont een detail van een afvuleenheid (6) die zicht voortbeweegt boven de transportband (3). De afvuleenheid (6) is hierbij via liggers (9) gemonteerd op geleidingsrails (4), die zich aan weerszijden van de transportband bevinden, in de longitudinale richting. De afvuleenheid (6) is verder tevens voorzien van geleidingsrollen (7) die dienen ter vermindering van de wrijvingsweerstand tijdens het voortbewegen van de afvuleenheid (6). De transportband (3) kan voorzien worden van traject-indicatoren (11) die een traject op de transportband aflijnen voor de afvuleenheid (6) waarbinnen deze zich preferentieel zal bewegen. De afvuleenheid (6) is tevens voorzien van een doseereenheid 10, die instaat voor de correcte dosage van de af te vullen maaltijdcomponenten (volumetrisch of gewicht).

Claims (25)

1. conclusies

   1. Werkwijze voor het produceren van maaltijden, omvattende de stappen van: - het initieel bereiden van één of meerdere maaltijdonderdelen bij een verhoogde temperatuur; - het afvullen van één of meerdere maaltijdonderdelen in maaltijdhouders, waarbij de maaltijdhouders zich verplaatsen langsheen een transportband in een longitudinale richting; - het afvullen van minstens één of meerdere maaltijdonderdelen middels afvuleenheden, waarbij elke afvuleenheid voorzien is van een af te vullen maaltijdonderdeel en deze op een niet-continue wijze afvult, met het kenmerk, dat dat elke afvuleenheid zich tijdens het afvullen ter hoogte van een eerste maaltijdhouder bevindt en zich beweegt aan een snelheid die gelijk is aan de verplaatssnelheid van de transportband en bij het finaliseren van het afvullen zich zal herpositioneren naar een tweede maaltijdhouder, nog niet voorzien van een maaltijdonderdeel en gelegen op een positie achter de eerste maaltijdhouder, en dat de afvuleenheden losmaakbaar aanschakelbaar zijn ter hoogte van één of meerdere verdeelpunten van het verdeelsysteem.
2. 2. Werkwijze volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat de afvuleenheid enkel afvult wanneer deze zich ter hoogte van een maaltijdhouder bevindt.
3. 3. Werkwijze volgens één der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de afvuleenheid bij het herpositioneren een verplaatssnelheid heeft die minstens 1.3 maal de verplaatssnelheid van de transportband is.
4. 4. Werkwijze volgens één der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de transportband een snelheid heeft van 0.17 tot 0.25 m/s, meer bij voorkeur 0.25 m/s.
5. 5. Werkwijze volgens één der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de maaltijdonderdelen gekozen worden uit de groep van sauzen, soepen, losse groentes, puree, pasta, granen, rijst, vlees, vis, vleesvervangers, aardappelproducten.
6. 6. Werkwijze volgens één der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de afvuleenheden bij het afvullen een gewicht van één of meerdere maaltijdonderdelen afmeten.
7. 7. Werkwijze volgens één der voorgaande conclusies 1 tot 5, met het kenmerk, dat de afvuleenheden bij het afvullen een volume van één of meerdere maaltijdonderdelen afmeten.
8. 8. Werkwijze volgens één der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de werkwijze verder de stap omvat van het van de omgeving afsluiten van de maaltijden in de maaltijdhouders na het afvullen.
9. 9. Werkwijze volgens conclusie 8, met het kenmerk, dat de maaltijden onder vacuüm gebracht worden.
10. 10. Werkwijze volgens één der conclusies 1 tot 6, met het kenmerk, dat de één of meerdere maaltijdonderdelen initieel bereid worden bij een verhoogde temperatuur van 73 °C tot 79 °C.
11. 11. Werkwijze volgens één der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de samengestelde maaltijden afgekoeld worden tot een verlaagde temperatuur van -8 °C tot - 20 °C.
12. 12. Werkwijze volgens conclusie 11, met het kenmerk, dat de maaltijden afgekoeld worden binnen een periode van 1 u tot 5 u.
13. 13.Inrichting voor het produceren van maaltijden, omvattende een longitudinale transportband voor het transporteren van maaltijdhouders geschikt voor het ontvangen van één of meerdere maaltijdonderdelen, en één of meerdere afvuleenheden, losneembaar verbonden met verdeelpunten langsheen de transportband, waarbij de afvuleenheden voorzien zijn van middelen voor de ontvangst en afgifte van één of meerdere maaltijdonderdelen, met het kenmerk, dat de afvuleenheden gemonteerd zijn op een verplaatsingseenheid, die een bidirectionele verplaatsing van de afvuleenheden toelaten.
14. 14.Inrichting volgens conclusie 13, met het kenmerk, dat de afvuleenheden verplaatsbaar zijn in een gelijke en tegengestelde richting van de verplaatsing van de transportband toelaten.
15. 15. Inrichting volgens conclusie 13 of 14, met het kenmerk, dat de afvuleenheden op een afstand boven de transportband zijn gemonteerd.
16. 16.Inrichting volgens één der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de verplaatsingseenheid rails bevat, gemonteerd langsheen beide zijden van de transportband, waarbij de rails verplaatsing van de afvuleenheden toelaten.
17. 17.Inrichting volgens één der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de snelheid van de transportband kan ingesteld worden tussen 0.17 tot 0.25 m/s, meer bij voorkeur 0.25 m/s.
18. 18. Inrichting volgens conclusie 17, met het kenmerk, dat de afvuleenheden in de richting tegengesteld aan de richting van de transportband een snelheid kan behalen van minstens 1.3 maal de instelsnelheid van de transportband.
19. 19.Inrichting volgens één der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de afvuleenheden voorzien zijn van een sensor, voor de detectie van maaltijdhouders op de transportband.
20. 20. Inrichting volgens één der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat elke afvuleenheid voorzien is van een weegcel en/of een volumemeeteenheid.
21. 21.Inrichting volgens één der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de transportrichting voorzien is van een verwarmingsinrichting.
22. 22. Inrichting volgens één der voorgaande conclusies, verder omvattende ten minste een verpakkingseenheid voor het van de omgeving afsluiten van maaltijden.
23. 23.Inrichting volgens conclusie 23, waarbij de verpakkingseenheid een vacuümverpakkingseenheid is.
24. 24.Inrichting volgens één der voorgaande conclusies, verder omvattende een koelinrichting voor het afkoelen en invriezen van maaltijden omvattende genoemde één of meerdere maaltijdonderdelen.
25. 25.Inrichting volgens conclusie 24, waarbij de koelinrichting een spiraalvriezer is.