BE1023173B1 - METHOD FOR GROWING EPIFYTS - Google Patents

METHOD FOR GROWING EPIFYTS Download PDF

Info

Publication number
BE1023173B1
BE1023173B1 BE2015/5486A BE201505486A BE1023173B1 BE 1023173 B1 BE1023173 B1 BE 1023173B1 BE 2015/5486 A BE2015/5486 A BE 2015/5486A BE 201505486 A BE201505486 A BE 201505486A BE 1023173 B1 BE1023173 B1 BE 1023173B1
Authority
BE
Belgium
Prior art keywords
tubular
plant
container
holder
containers
Prior art date
Application number
BE2015/5486A
Other languages
Dutch (nl)
Inventor
Arne Steelandt
Original Assignee
Floreac N.V.
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Priority to NL2015052A priority Critical patent/NL2015052B1/en
Application filed by Floreac N.V. filed Critical Floreac N.V.
Priority to BE2015/5486A priority patent/BE1023173B1/en
Priority to PCT/EP2016/065325 priority patent/WO2017001571A1/en
Priority to TW105120826A priority patent/TW201707558A/en
Application granted granted Critical
Publication of BE1023173B1 publication Critical patent/BE1023173B1/en

Links

Classifications

    • AHUMAN NECESSITIES
    • A01AGRICULTURE; FORESTRY; ANIMAL HUSBANDRY; HUNTING; TRAPPING; FISHING
    • A01GHORTICULTURE; CULTIVATION OF VEGETABLES, FLOWERS, RICE, FRUIT, VINES, HOPS OR SEAWEED; FORESTRY; WATERING
    • A01G9/00Cultivation in receptacles, forcing-frames or greenhouses; Edging for beds, lawn or the like
    • A01G9/02Receptacles, e.g. flower-pots or boxes; Glasses for cultivating flowers
    • A01G9/029Receptacles for seedlings
    • A01G9/0293Seed or shoot receptacles
    • AHUMAN NECESSITIES
    • A01AGRICULTURE; FORESTRY; ANIMAL HUSBANDRY; HUNTING; TRAPPING; FISHING
    • A01GHORTICULTURE; CULTIVATION OF VEGETABLES, FLOWERS, RICE, FRUIT, VINES, HOPS OR SEAWEED; FORESTRY; WATERING
    • A01G22/00Cultivation of specific crops or plants not otherwise provided for
    • A01G22/60Flowers; Ornamental plants
    • A01G22/63Orchids
    • AHUMAN NECESSITIES
    • A01AGRICULTURE; FORESTRY; ANIMAL HUSBANDRY; HUNTING; TRAPPING; FISHING
    • A01GHORTICULTURE; CULTIVATION OF VEGETABLES, FLOWERS, RICE, FRUIT, VINES, HOPS OR SEAWEED; FORESTRY; WATERING
    • A01G9/00Cultivation in receptacles, forcing-frames or greenhouses; Edging for beds, lawn or the like
    • A01G9/02Receptacles, e.g. flower-pots or boxes; Glasses for cultivating flowers
    • A01G9/029Receptacles for seedlings
    • A01G9/0295Units comprising two or more connected receptacles
    • AHUMAN NECESSITIES
    • A01AGRICULTURE; FORESTRY; ANIMAL HUSBANDRY; HUNTING; TRAPPING; FISHING
    • A01GHORTICULTURE; CULTIVATION OF VEGETABLES, FLOWERS, RICE, FRUIT, VINES, HOPS OR SEAWEED; FORESTRY; WATERING
    • A01G9/00Cultivation in receptacles, forcing-frames or greenhouses; Edging for beds, lawn or the like
    • A01G9/02Receptacles, e.g. flower-pots or boxes; Glasses for cultivating flowers
    • A01G9/029Receptacles for seedlings
    • A01G9/0297Grids for supporting several receptacles
    • AHUMAN NECESSITIES
    • A01AGRICULTURE; FORESTRY; ANIMAL HUSBANDRY; HUNTING; TRAPPING; FISHING
    • A01HNEW PLANTS OR NON-TRANSGENIC PROCESSES FOR OBTAINING THEM; PLANT REPRODUCTION BY TISSUE CULTURE TECHNIQUES
    • A01H4/00Plant reproduction by tissue culture techniques ; Tissue culture techniques therefor
    • A01H4/005Methods for micropropagation; Vegetative plant propagation using cell or tissue culture techniques

Landscapes

  • Life Sciences & Earth Sciences (AREA)
  • Environmental Sciences (AREA)
  • Botany (AREA)
  • Engineering & Computer Science (AREA)
  • Biotechnology (AREA)
  • Cell Biology (AREA)
  • Developmental Biology & Embryology (AREA)
  • Cultivation Receptacles Or Flower-Pots, Or Pots For Seedlings (AREA)
  • Breeding Of Plants And Reproduction By Means Of Culturing (AREA)

Abstract

In deze aanvraag worden werkwijzen verschaft voor het kweken van epifyten, omvattende het overbrengen van een plantje uit een in vitro culture naar een buisvormige houder en het mogelijk maken van de verdere ontwikkeling van genoemd plantje tot een voorgevormd plantje.

Fig. 1

In this application, methods are provided for culturing epiphytes, comprising transferring a plant from an in vitro culture to a tubular container and allowing the further development of said plant into a preformed plant.

FIG. 1

Description

WERKWIJZE VOOR HET KWEKEN VAN EPIFYTENMETHOD FOR GROWING EPIFYTS

BeschrijvingDescription

VAKGEBIED VAN DE UITVINDINGFIELD OF THE INVENTION

De onderhavige uitvinding heeft betrekking op werkwijzen voor het kweken van epifyten, in het bijzonder orchideeën, en inrichtingen om in dergelijke werkwijzen te gebruiken.The present invention relates to methods for cultivating epiphytes, in particular orchids, and devices for use in such methods.

ACHTERGRONDBACKGROUND

Epifyten zijn planten die op andere planten, zoals bomen, kunnen groeien zonder schade toe te brengen en die vocht en voedingsstoffen uit de lucht en regen kunnen halen. Daarom hebben veel epifyten luchtwortels. Een groot aantal planten met luchtwortels is van economisch belang, voornamelijk als sierplanten. Orchideeën zijn bijzonder relevant als sierplanten.Epiphytes are plants that can grow on other plants, such as trees, without causing damage and can extract moisture and nutrients from the air and rain. That is why many epiphytes have aerial roots. A large number of plants with aerial roots is of economic importance, mainly as ornamental plants. Orchids are particularly relevant as ornamental plants.

Er zijn diverse werkwijzen bekend voor het kweken van orchideeën. Het op grote schaal kweken van orchideeën omvat vaak vegetatieve reproductie, meer in het bijzonder met gebruik van weefselkweekwerkwijzen. Bij deze werkwijzen wordt plantenweefsel in vitro gekweekt om plantjes te verkrijgen die dan doorgaans eerst worden overgebracht naar platen om te acclimatiseren tot jonge planten worden verkregen, die vervolgens worden overgebracht naar een plug of pot om met gebruik van gebruikelijke werkwijzen verder te groeien. Ook wanneer zaden worden gebruikt, worden orchideeën doorgaans in een steriele culture uit zaden gekweekt. De overdracht van de steriele culture naar niet-steriele in vivo omstandigheden is een delicaat proces.Various methods are known for growing orchids. The large-scale cultivation of orchids often involves vegetative reproduction, more particularly using tissue culture methods. In these methods, plant tissue is grown in vitro to obtain small plants that are then generally first transferred to plates to acclimatize until young plants are obtained, which are then transferred to a plug or pot for further growth using conventional methods. Even when seeds are used, orchids are usually grown from seeds in a sterile culture. The transfer of the sterile culture to non-sterile in vivo conditions is a delicate process.

De wortels van de plantjes die via in vitro cultures worden verkregen, hebben doorgaans de neiging om alle kanten op te groeien, waardoor ze lastig te hanteren zijn. Bovendien zijn deze wortels kwetsbaar en bestaat de kans dat ze tijdens het hanteren beschadigen. Het toevoegen van een stressfactor aan het delicate overdrachtsproces door verwonding van de wortels is onwenselijk.The roots of the plants that are obtained through in vitro cultures tend to grow in all directions, making them difficult to handle. Moreover, these roots are vulnerable and there is a chance that they will be damaged during handling. Adding a stress factor to the delicate transfer process due to root injury is undesirable.

In het licht van bovenstaande is de overdracht moeilijk via een geautomatiseerd proces uit te voeren en kan het een tijdrovend proces zijn. Dienovereenkomstig blijft in het vakgebied de behoefte aan verbeterde werkwijzen voor het kweken van epifyten zoals orchideeën, die ten minste één van de bovengenoemde problemen verminderen, bestaan.In view of the above, the transfer is difficult to perform through an automated process and can be a time-consuming process. Accordingly, there remains a need in the art for improved methods of growing epiphytes such as orchids that alleviate at least one of the aforementioned problems.

SAMENVATTING VAN DE UITVINDINGSUMMARY OF THE INVENTION

De onderhavige uitvinders hebben ontdekt dat het kweken van epifyten, zoals orchideeën, uitgevoerd kan worden door de in vitro gewortelde plantjes vanuit een in vitro culture naar een buisvormige houder over te brengen voordat de planten worden overgebracht naar een plug of losse grond om verder te worden gekweekt. De buisvormige houders maken het voorvormen van de wortels en bladeren van de plant mogelijk, wat de daaropvolgende overdracht van de planten naar een kweekhouder aanzienlijk kan vergemakkelijken. Meer in het bijzonder maakt het het hanteren van de plant mogelijk zonder hem te beschadigen en maakt het het mogelijk om de jonge plant over te brengen naar een plantenpot of -plug zonder dat daar extra hantering van de bladeren of wortels voor nodig is. Door de punten van de wortels naar beneden te richten, past de plant gemakkelijk in een plug of pot. Dit kan bovendien worden uitgevoerd in een semi-steriele of steriele omgeving. Door het voorvormen van de jonge planten wordt het eveneens mogelijk om de planten gemakkelijker op grootte te sorteren. Het feit dat de gelijkmatigheid van de planten wordt vergroot, helpt tegelijkertijd te garanderen dat elke plant op de juiste wijze in de plug of pot wordt geplaatst. Hierdoor wordt automatisering van het kweekproces mogelijk.The present inventors have discovered that the cultivation of epiphytes, such as orchids, can be carried out by transferring the in vitro rooted plants from an in vitro culture to a tubular container before the plants are transferred to a plug or loose soil to be further cultured. The tubular containers allow for preforming the roots and leaves of the plant, which can considerably facilitate the subsequent transfer of the plants to a grow container. More in particular, it makes it possible to handle the plant without damaging it and makes it possible to transfer the young plant to a plant pot or plug without the need for additional handling of the leaves or roots. By pointing the tips of the roots downwards, the plant easily fits into a plug or pot. Moreover, this can be performed in a semi-sterile or sterile environment. Preforming the young plants also makes it easier to sort the plants by size. The fact that the evenness of the plants is increased also helps to ensure that each plant is properly placed in the plug or pot. This makes automation of the growing process possible.

Dienovereenkomstig verschaft de uitvinding werkwijzen voor het kweken van epifyten, omvattende de stap van het houden van een in vitro geworteld plantje van elke epifyt in een buisvormige houder met een beperkte diameter gedurende een tijd die het mogelijk maakt dat de wortels en/of bladeren van genoemd plantje zich kunnen aanpassen aan de vorm van genoemde buisvormige houder, waardoor een voorgevormd plantje wordt verkregen. In bijzondere uitvoeringsvormen is de buisvormige houder een houder (2) met een diameter van 10-30 mm en is de tijd tussen 3 en 21 dagen. In bijzondere uitvoeringsvormen omvatten de werkwijzen de stappen van het overbrengen van een epifytplantje vanuit een in vitro culture naar de buisvormige houder, het houden van het epifytplantje in de buisvormige houder tot het plantje voorgevormd is, en het overbrengen van het voorgevormde plantje vanuit de buisvormige houder naar een kweekhouder die een substraat omvat. In bijzondere uitvoeringsvormen van de werkwijzen is de overbrengingsstap geautomatiseerd. De werkwijzen zijn bijzonder interessant voor planten die behoren tot de familie der Orchidaceae.Accordingly, the invention provides methods for culturing epiphytes, comprising the step of holding an in vitro rooted plant of each epiphyte in a tubular container with a limited diameter for a time that allows the roots and / or leaves of said plant can adapt to the shape of said tubular holder, whereby a preformed plant is obtained. In special embodiments, the tubular holder is a holder (2) with a diameter of 10-30 mm and the time is between 3 and 21 days. In particular embodiments, the methods include the steps of transferring an epiphyte plant from an in vitro culture to the tubular container, holding the epiphyte plant in the tubular container until the plant is preformed, and transferring the preformed plant from the tubular container to a culture container that comprises a substrate. In particular embodiments of the methods, the transfer step is automated. The methods are particularly interesting for plants that belong to the Orchidaceae family.

In bijzondere uitvoeringsvormen wordt het plantje terwijl hij in genoemde buisvormige houder wordt gehouden van water voorzien door middel van sproeien. In bijzondere uitvoeringsvormen omvat het plantje wanneer hij in de buisvormige houder wordt gebracht ten minste 2 wortels die tussen 0,5 en 1 cm lang zijn of ten minste 2 cm lang zijn. In bijzondere uitvoeringsvormen wordt het plantje in de buisvormige houder gebracht door de buisvormige houder in een geleiderbak (6) te plaatsen die een kanaal omvat en zodanig is ingericht dat wanneer de buisvormige houder in de geleiderbak (6) wordt geplaatst, een kanaal van de bak in lijn wordt gebracht met een buisvormige houder en zich voorbij de buisvormige houder uitstrekt.In special embodiments, the plant, while being held in said tubular container, is supplied with water by means of spraying. In special embodiments, when planted into the tubular container, the plant comprises at least 2 roots that are between 0.5 and 1 cm long or at least 2 cm long. In special embodiments, the plant is introduced into the tubular holder by placing the tubular holder in a guide tray (6) which comprises a channel and is arranged such that when the tubular holder is placed in the guide tray (6), a channel of the tray is aligned with a tubular holder and extends beyond the tubular holder.

De uitvinding verschaft eveneens een buisvormige houder (2) voor het vermeerderen van epifyten, gekenmerkt doordat hij een diameter heeft van 10-30 mm, een lengte van ten minste 50 mm, een kegelvormige vorm die schuin afloopt naar de bodem van genoemde buisvormige houder toe en doordat de bovenrand (3) een verzonken deel omvat, waardoor de buisvormige houder (2) wordt voorzien van een bovenste laterale opening (4). In bijzondere uitvoeringsvormen omvat de buisvormige houder voorts één of meer uitsparingen (14) in de rand van de opening (4) van de houder.The invention also provides a tubular holder (2) for the propagation of epiphytes, characterized in that it has a diameter of 10-30 mm, a length of at least 50 mm, a conical shape that slopes down towards the bottom of said tubular holder and in that the upper edge (3) comprises a recessed part, whereby the tubular holder (2) is provided with an upper lateral opening (4). In special embodiments, the tubular holder further comprises one or more recesses (14) in the edge of the opening (4) of the holder.

De uitvinding verschaft voorts een inrichting voor de vermeerdering van epifyten, omvattende een aantal buisvormige houders (2) zoals in deze aanvraag beschreven, waarbij genoemd aantal buisvormige houders (2) in een lineaire opstelling (1) zijn gerangschikt, en lateraal met elkaar zijn verbonden. In bijzondere uitvoeringsvormen omvat het aantal buisvormige houders ten minste tien buisvormige houders die in een lineaire opstelling zijn gerangschikt.The invention further provides a device for the propagation of epiphytes, comprising a number of tubular holders (2) as described in this application, wherein said number of tubular holders (2) are arranged in a linear arrangement (1) and are laterally connected to each other . In particular embodiments, the number of tubular holders comprises at least ten tubular holders arranged in a linear arrangement.

De uitvoering verschaft voorts een combinatie van een inrichting die buisvormige houders (2) omvat zoals in deze aanvraag beschreven en een geleiderbak (6), waarbij de geleiderbak een aantal evenwijdige kanalen (8) omvat, die zodanig zijn ingericht dat wanneer een buisvormige houder of de inrichting die bestaat uit buisvormige houders in de geleiderbak wordt geplaatst, één of meer kanalen van de bak in lijn worden gebracht met een buisvormige houder en zich uitstrekken voorbij een buisvormige houder. In bijzondere uitvoeringsvormen omvat de geleiderbak voorts een sluitingsklep (13) die de inrichting en/of buisvormige houders daarin op hun plaats houdt. In bijzondere uitvoeringsvormen heeft de bak een basis om de bak op een vlak oppervlak te ondersteunen, en wordt het aantal evenwijdige kanalen verschaft in een hoek tussen 5° en 50° ten opzichte van de basis.The embodiment further provides a combination of a device comprising tubular holders (2) as described in this application and a guide tray (6), the guide tray comprising a number of parallel channels (8) which are arranged such that when a tubular holder or the device consisting of tubular holders is placed in the guide tray, one or more channels of the tray are aligned with a tubular holder and extend beyond a tubular holder. In particular embodiments, the guide tray further comprises a closing valve (13) which holds the device and / or tubular holders in place therein. In particular embodiments, the tray has a base to support the tray on a flat surface, and the number of parallel channels is provided at an angle between 5 ° and 50 ° with respect to the base.

Bovengenoemde en andere kenmerken, eigenschappen en voordelen van de onderhavige uitvinding zullen duidelijk worden uit de onderstaande gedetailleerde beschrijving, die, aan de hand van voorbeelden, de principes van de uitvinding toelicht.The above and other features, properties and advantages of the present invention will become apparent from the detailed description below, which illustrates, by way of examples, the principles of the invention.

BEKNOPTE BESCHRIJVING VAN DE TEKENINGENBRIEF DESCRIPTION OF THE DRAWINGS

De onderstaande beschrijving van de figuren van de specifieke uitvoeringsvormen van de uitvinding is slechts toelichtend van aard en is niet bedoeld om de onderhavige leer, de toepassing of het gebruik daarvan te beperken. In alle tekeningen duiden overeenkomstige referentienummers vergelijkbare of overeenkomstige onderdelen en kenmerken aan.The description below of the figures of the specific embodiments of the invention is merely illustrative in nature and is not intended to limit the present teaching, application or use thereof. In all drawings, corresponding reference numbers indicate similar or corresponding parts and characteristics.

Fig. 1 Aanzicht in perspectief van een bijzondere uitvoeringsvorm van de inrichting, omvattende een lineaire opstelling (1) van buisvormige, kegelvormige houders (2) zoals in deze aanvraag beschreven, en een overeenkomstige geleiderbak (6).FIG. 1 Perspective view of a special embodiment of the device, comprising a linear arrangement (1) of tubular, conical holders (2) as described in this application, and a corresponding conductor tray (6).

Fig. 2 Aanzicht in perspectief van een bijzondere uitvoeringsvorm van de inrichting, omvattende een lineaire opstelling (1) van buisvormige houders (2) zoals in deze aanvraag beschreven, geplaatst in een overeenkomstige geleiderbak (6).FIG. 2 A perspective view of a special embodiment of the device, comprising a linear arrangement (1) of tubular containers (2) as described in this application, placed in a corresponding conductor tray (6).

Fig. 3 Gedetailleerd aanzicht van een specifieke uitvoeringsvorm van de inrichting, omvattende een lineaire opstelling (1) van buisvormige houders (2) zoals in deze aanvraag beschreven.FIG. 3 Detailed view of a specific embodiment of the device, comprising a linear arrangement (1) of tubular holders (2) as described in this application.

Fig. 4 Opslaghouder (10) voor het opslaan van een aantal lineaire opstellingen (1) van buisvormige houders, zoals in deze aanvraag beschreven.FIG. 4 Storage container (10) for storing a number of linear arrangements (1) of tubular containers, as described in this application.

Fig. 5 Karretje (12) omvattende een aantal opslaghouders (10).FIG. A trolley (12) comprising a number of storage holders (10).

Fig. 6 Aanzicht in perspectief van een bijzondere uitvoeringsvorm van de inrichting, omvattende een lineaire opstelling (1) van buisvormige houders (2) zoals in deze aanvraag beschreven, geplaatst in een overeenkomstige geleiderbak (6) met een sluitingsklep (13).FIG. 6 A perspective view of a special embodiment of the device, comprising a linear arrangement (1) of tubular containers (2) as described in this application, placed in a corresponding conductor tray (6) with a closure valve (13).

In de figuren wordt de volgende nummering gebruikt: 1 - Lineaire opstelling; 2 - buisvormige houder; 3 - rand; 4 - gat of opening; 5 -onderkant van de buisvormige houder; 6 - geleiderbak; 7 - ontvangend deel; 8 - kanaal; 9 - basis; 10 - opslaghouder; 11 - deksel; 12 - karretje; 13 - sluitingsklep, 14 -verzinking.The following numbering is used in the figures: 1 - Linear arrangement; 2 - tubular holder; 3 - edge; 4 - hole or opening; - bottom of the tubular holder; 6 - conductor tray; 7 - receiving part; 8 channel; 9 - basic; 10 - storage container; 11 - lid; 12 - cart; 13 closing valve, 14 countersink.

GEDETAILLEERDE BESCHRIJVINGDETAILED DESCRIPTION

De onderhavige uitvinding zal worden beschreven met betrekking tot bijzondere uitvoeringsvormen, maar de uitvinding is daar niet toe beperkt, maar wordt uitsluitend beperkt door de conclusies. Eventuele referentietekens in de conclusies dienen niet te worden opgevat als beperkend voor de reikwijdte daarvan.The present invention will be described with respect to particular embodiments, but the invention is not limited thereto, but is limited solely by the claims. Any reference marks in the claims are not to be construed as limiting the scope thereof.

Zoals in deze aanvraag gebruikt, omvatten de enkelvoudige vormen “een”, “de” en “het” zowel de enkelvoudige als de meervoudige verwijzingen, tenzij de context duidelijk anders aangeeft.As used in this application, the singular forms "a", "the" and "it" include both the singular and the plural references, unless the context clearly indicates otherwise.

De termen “omvattende”, “omvat” en “bestaand uit” zijn zoals in deze aanvraag gebruikt synoniem met “met inbegrip van”, “bevat” of “bevattend” en zijn inclusief of met een open uiteinde en sluiten geen bijkomende niet vermelde delen, onderdelen of stappen van een werkwijze uit. De termen “omvattende”, “omvat” en “bestaand uit” omvatten, wanneer ze verwijzen naar aangehaalde bestanddelen, onderdelen of stappen van werkwijzen, eveneens uitvoeringsvormen die “bestaan uit” genoemde aangehaalde bestanddelen, onderdelen of stappen van werkwijzen.The terms "comprising", "includes" and "consisting of" are, as used in this application, synonymous with "including", "contains" or "containing" and are inclusive or with an open end and do not include any additional parts not specified , parts or steps of a process. The terms "comprising", "includes" and "consisting of" when referring to cited components, parts or steps of methods, also include embodiments that "consist of" said cited components, parts or steps of methods.

Voorts worden de termen “eerste”, “tweede”, “derde” en “dergelijke” in de beschrijving en de conclusies gebruikt om onderscheid te maken tussen vergelijkbare onderdelen, en niet noodzakelijkerwijs voor het beschrijven van een sequentiële of chronologische volgorde, tenzij anders aangegeven. Het dient duidelijk te zijn dat de als zodanig gebruikte termen onder de juiste omstandigheden uitwisselbaar zijn en dat de uitvoeringsvormen van de uitvinding die in deze aanvraag worden beschreven in staat zijn om in andere volgorden te werken dan in deze aanvraag wordt beschreven of toegelicht.Furthermore, the terms "first", "second", "third" and "the like" are used in the description and the claims to distinguish between similar parts and not necessarily for describing a sequential or chronological order, unless otherwise indicated . It should be understood that the terms used as such are interchangeable under the right conditions and that the embodiments of the invention described in this application are capable of operating in sequences other than those described or explained in this application.

Verwijzing door deze beschrijving heen naar “één uitvoeringsvorm” of “een uitvoeringsvorm” betekent dat een specifieke eigenschap, structuur die of een specifiek kenmerk dat wordt beschreven in verband met de uitvoeringsvorm wordt opgenomen in ten minste één uitvoeringsvorm van de onderhavige uitvinding. Verschijningen van de termen “in één uitvoeringsvorm” of “in een uitvoeringsvorm” op meerdere plaatsen in deze beschrijving verwijzen dus niet noodzakelijkerwijs allemaal naar dezelfde uitvoeringsvorm. Voorts kunnen de specifieke kenmerken, structuren of eigenschappen op elke geschikte wijze in één of meer uitvoeringsvormen gecombineerd worden, zoals uit deze beschrijving duidelijk zou zijn aan een deskundige op het vakgebied. Hoewel bepaalde uitvoeringsvormen die in deze aanvraag worden beschreven bepaalde kenmerken die in andere uitvoeringsvormen zijn opgenomen omvatten maar andere niet, zijn combinaties van kenmerken van verschillende uitvoeringsvormen bedoeld binnen de reikwijdte van de uitvinding te liggen en verschillende uitvoeringsvormen te vormen, zoals duidelijk zou zijn aan deskundigen op het vakgebied. In de aangehechte conclusies kunnen bijvoorbeeld alle kenmerken van de uitvoeringsvormen volgens de conclusies in elke willekeurige combinatie worden gebruikt.Reference throughout this description to "one embodiment" or "an embodiment" means that a specific property, structure, or specific feature described in connection with the embodiment is included in at least one embodiment of the present invention. Thus, appearances of the terms "in one embodiment" or "in an embodiment" at multiple locations throughout this description do not necessarily all refer to the same embodiment. Furthermore, the specific features, structures, or properties may be combined in any suitable manner in one or more embodiments, as would be apparent to one skilled in the art from this disclosure. Although certain embodiments described in this application include certain features included in other embodiments but others do not, combinations of features of different embodiments are intended to be within the scope of the invention and to form different embodiments, as would be apparent to those skilled in the art. in the field. For example, in the appended claims, all features of the embodiments according to the claims can be used in any combination.

De waarden die in deze aanvraag worden gebruikt wanneer wordt verwezen naar een meetbare waarde zoals een parameter, een hoeveelheid, een tijdsduur en dergelijke, zijn bedoeld variaties te omvatten van +/-10% of minder, bij voorkeur +/- 5% of minder, met meer voorkeur +/- 1% of minder, en met nog meer voorkeur +/- 0,1% of minder van de gespecificeerde waarde, voor zover dergelijke variaties toepasselijk zijn voor uitvoering in de beschreven uitvinding. Het dient duidelijk te zijn dat elke waarde zoals in deze aanvraag gebruikt zelf ook specifiek is en bij voorkeur wordt beschreven.The values used in this application when reference is made to a measurable value such as a parameter, a quantity, a duration and the like, are intended to include variations of +/- 10% or less, preferably +/- 5% or less , more preferably +/- 1% or less, and even more preferably +/- 0.1% or less of the specified value, insofar as such variations are applicable to implementation in the described invention. It should be clear that each value as used in this application is itself specific and is preferably described.

De term “heterotroof verwijst zoals in deze aanvraag gebruikt naar plantmateriaal dat niet in staat is of ten hoogste in zeer beperkte mate in staat is tot fotosynthese. Dienovereenkomstig heeft heterotroof plantmateriaal voor normale groei en ontwikkeling een externe koolstofbron nodig, zoals sucrose, die in een kweekmedium wordt verschaft. De term “autotroof verwijst zoals in deze aanvraag gebruikt naar plantmateriaal dat in staat is tot fotosynthese en dat derhalve geen externe koolstofbronnen nodig heeft voor normale groei en ontwikkeling.The term "heterotrophic" as used in this application refers to plant material that is incapable or at most to a very limited extent capable of photosynthesis. Accordingly, for normal growth and development, heterotrophic plant material requires an external carbon source, such as sucrose, which is provided in a culture medium. The term "autotrophic" as used in this application refers to plant material capable of photosynthesis and therefore does not require external carbon sources for normal growth and development.

De vermelding van numerieke bereiken met eindpunten omvat alle getallen en fracties die binnen de bijbehorende bereiken vallen, evenals de vermelde eindpunten.The indication of numerical ranges with end points includes all numbers and fractions that fall within the corresponding ranges, as well as the stated end points.

Alle documenten die in de onderhavige beschrijving worden geciteerd zijn hiermee doorverwijzing in hun geheel opgenomen.All documents quoted in the present description are hereby incorporated by reference in their entirety.

Tenzij anders gedefinieerd hebben alle termen die in de beschrijving van de uitvinding worden gebruikt, met inbegrip van technische en wetenschappelijke termen, de betekenis zoals algemeen wordt begrepen door iemand met gemiddelde kennis van het vakgebied waartoe deze uitvinding behoort. Bij wijze van verdere geleiding worden definities voor de termen die in deze beschrijving worden gebruikt opgenomen om de leer van de onderhavige uitvinding beter te kunnen begrijpen. De termen of definities die in deze aanvraag worden gebruikt, worden uitsluitend verschaft om te helpen bij het begrijpen van de uitvinding.Unless defined otherwise, all terms used in the description of the invention, including technical and scientific terms, have the meaning as generally understood by one of ordinary skill in the art to which this invention belongs. By way of further guidance, definitions for the terms used in this description are included to better understand the teachings of the present invention. The terms or definitions used in this application are provided solely to aid in understanding the invention.

In deze aanvraag worden werkwijzen verschaft voor het kweken van epifyten, en inrichtingen voor gebruik in dergelijke werkwijzen. Zoals in deze aanvraag gebruikt, verwijst de term “epifyten” maar planten die op andere planten groeien zonder voedingsstoffen uit laatstgenoemde te betrekken. De term “epifyten” verwijst in het bijzonder naar de botanische ordes van de Bromeliaceae, Araceae en de Asparagales. Meer in het bijzonder verwijst hij naar de leden van de familie der Orchidaceae. In het meest bijzonder verwijst de term “epifyten” naar planten die behoren tot het geslacht Cattleya, Phalaenopsis en Dendrobium.In this application, methods are provided for culturing epiphytes, and devices for use in such methods. As used in this application, the term "epiphytes" refers to plants growing on other plants without obtaining nutrients from the latter. The term "epiphytes" refers in particular to the botanical orders of the Bromeliaceae, Araceae and Asparagales. More specifically, he refers to the members of the Orchidaceae family. In particular, the term "epiphytes" refers to plants belonging to the genus Cattleya, Phalaenopsis and Dendrobium.

Het principe van het in vitro kweken van orchideeën en andere epifyten is als zodanig welbekend in het vakgebied. Doorgaans omvat dit het kweken van zaad of een explantaat dat is verkregen van een epifyt op een geschikt groeimedium, waarbij zodoende een plantje wordt verkregen. Zodoende verwijst de term “plantje” zoals in deze aanvraag gebruikt naar een gekweekte kleine bewortelde plant of zaailing die is verkregen door in vitro kweken.The principle of cultivating orchids and other epiphytes in vitro is well known as such in the art. Typically, this involves growing seed or an explant obtained from an epiphyte on a suitable growth medium, thereby obtaining a plant. Thus, the term "plant" as used in this application refers to a cultivated small rooted plant or seedling obtained by in vitro cultivation.

Het kweekmedium kan tijdens in vitro kweken een vloeibaar, vast of semi-vast (gelachtig) medium zijn. In voorkeursuitvoeringsvormen worden de plantjes die worden gebruikt in de in deze aanvraag voorziene werkwijze verkregen nadat ze zijn gekweekt op een kweekmedium dat een gel is. In bijzondere uitvoeringsvormen kan het kweekmedium sucrose en agar omvatten. In bepaalde uitvoeringsvormen kan het kweekmedium een plantengroeiregulator (PGR) omvatten. In bijzondere uitvoeringsvormen omvatten de werkwijzen die in deze aanvraag worden voorzien voorts voorafgaande aan de stap van het overbrengen van het plantje naar een buisvormige houder, de stap van het in vitro kweken van een plantje. In de in vitro kweek kan het plantmateriaal verschillende ontwikkelingsfasen doormaken voordat het zich tot een plantje ontwikkelt. Het explantaat kan bijvoorbeeld embryogene callussen vormen, gevolgd door de vorming van protocorm-achtige lichamen (PLB’s), die zich verder kunnen ontwikkelen tot plantjes, zoals bekend is in het vakgebied.The culture medium can be a liquid, solid or semi-solid (gel-like) medium during in vitro cultivation. In preferred embodiments, the plantlets used in the method provided in this application are obtained after they have been grown on a culture medium that is a gel. In particular embodiments, the culture medium may include sucrose and agar. In certain embodiments, the culture medium may comprise a plant growth regulator (PGR). In particular embodiments, the methods provided in this application further include, prior to the step of transferring the plant to a tubular container, the step of growing a plant in vitro. In in vitro culture, the plant material can go through various developmental stages before it develops into a plant. For example, the explant can form embryogenic calluses, followed by the formation of protocorm-like bodies (PLBs), which can develop further into plants, as is known in the art.

In deze aanvraag wordt een werkwijze verschaft voor het kweken van epifyten die het voorvormen van het plantje omvat. De werkwijze die in deze aanvraag wordt beschreven omvat het verschaffen van een scheut of plantje van een epifyt in een buisvormige houder en het daarin laten groeien van het plantje, wat zorgt voor het geleiden en richten van de wortels en bladeren van het plantje. Dit maakt het voorvormen van het plantje mogelijk in een vorm die gemakkelijke hantering mogelijk maakt. De voorgevormde plantjes worden vervolgens overgebracht naar een andere kweekhouder om verder te groeien.In this application, a method is provided for culturing epiphytes which comprises preforming the plant. The method described in this application comprises providing a shoot or plant of an epiphyte in a tubular container and allowing the plant to grow therein, which guides and directs the roots and leaves of the plant. This makes it possible to preform the plant in a form that makes easy handling possible. The preformed plants are then transferred to another grow container to continue growing.

Meer in het bijzonder kunnen de werkwijzen die in deze aanvraag worden verschaft een eerste stap omvatten van het overbrengen van een epifytplantje vanuit een in vitro kweek naar een buisvormige houder en een tweede stap van het houden van het plantje in genoemde buisvormige houder, waardoor het mogelijk is dat wortels en in enige mate ook de bladeren van het plantje zich kunnen aanpassen aan de vorm van de buisvormige houder, waardoor een voorgevormd plantje wordt verkregen. Meer in het bijzonder maakt de groei van het plantje in de buisvormige houder het mogelijk dat de wortels van de plant verticaal worden voorgevormd aangezien de buisvormige houder de wortels langs de lengterichting van de houder richt. De onderhavige uitvinders hebben bovendien ontdekt dat deze beperkte groeiperiode in een buisvormige houder daarna het introduceren van het plantje in een kweekhouder aanzienlijk kan vergemakkelijken. Meer in het bijzonder wordt het risico van het beschadigen van de wortels vermeden wanneer ze in de kweekhouder worden geïntroduceerd. Daarnaast vergemakkelijkt de grotere gelijkmatigheid van de werkwijzen die in deze aanvraag worden verschaft het transport en de hantering van de plantjes, waardoor een grotere mate van automatisering van het kweekproces mogelijk wordt. De uniformiteit van de planten maakt in feite geautomatiseerd volgen en detecteren van het plantje mogelijk.More specifically, the methods provided in this application may include a first step of transferring an epiphyte plant from an in vitro culture to a tubular container and a second step of keeping the plant in said tubular container, making it possible to is that roots and to some extent also the leaves of the plant can adapt to the shape of the tubular holder, whereby a preformed plant is obtained. More specifically, the growth of the plant in the tubular container allows the roots of the plant to be preformed vertically since the tubular container directs the roots along the longitudinal direction of the container. Moreover, the present inventors have discovered that this limited growth period in a tubular container can then considerably facilitate the introduction of the plant into a culture container. More specifically, the risk of damaging the roots is avoided when they are introduced into the culture container. In addition, the greater uniformity of the methods provided in this application facilitates the transport and handling of the plantlets, thereby enabling a greater degree of automation of the cultivation process. The uniformity of the plants actually makes automated tracking and detection of the plant possible.

Daarnaast hebben de uitvinders ontdekt dat de werkwijzen een geleidelijker overgang van het lab naar de kas mogelijk maken. De scheuten die in vitro worden gekweekt leven in feite op suiker, maar moeten zich transformeren om autotroof te worden wanneer ze in een kweekhouder worden gekweekt. Tijdens het kweken worden de plantjes in hoofdzaak zonder suikers gekweekt waardoor de plant al voor hij de kas binnengaat wordt gedwongen om volledig autotroof te worden.In addition, the inventors have discovered that the methods allow a more gradual transition from the lab to the greenhouse. The shoots that are grown in vitro actually live on sugar, but have to transform to become autotrophic when grown in a culture container. During the cultivation, the plants are grown essentially without sugars, so that the plant is forced to become completely autotrophic even before it enters the greenhouse.

Deze kenmerken worden hieronder voorts meer in detail uitgelegd.These characteristics are further explained in more detail below.

Het plantje dat in de buisvormige houder wordt geïntroduceerd volgens de werkwijzen die in deze aanvraag worden beschreven, kan worden verkregen uit zaad of een explantaat. Doorgaans worden gesteriliseerde zaden of explantaten gebruikt. Geschikte sterilisatiewerkwijzen zijn in het vakgebied bekend. De term “explantaat” verwijst zoals in deze aanvraag gebruikt naar een plantenweefsel dat uit een donorplant wordt geoogst en in staat is tot in vitro vegetatieve reproductie op een kweekmedium. Dergelijke kweek voor vegetatieve reproductie is ook bekend als “weefselkweek”. Het explantaat kan worden geoogst uit plantendelen met inbegrip van, zonder daartoe beperkt te zijn, wortels, wortelpunten, wortelstokken, punten van scheuten, stengels, bloemknoppen en bladeren.The plant introduced into the tubular container according to the methods described in this application can be obtained from seed or an explant. Typically, sterilized seeds or explants are used. Suitable sterilization methods are known in the art. The term "explant" as used in this application refers to a plant tissue harvested from a donor plant and capable of in vitro vegetative reproduction on a culture medium. Such culture for vegetative reproduction is also known as "tissue culture". The explant can be harvested from parts of plants including, but not limited to, roots, root tips, rhizomes, tips of shoots, stems, flower buds and leaves.

Afhankelijk van de werkwijze die voor in vitro kweek wordt gebruikt, zal het plantje één of meer wortels omvatten. Bij overdracht van het plantje omvat het plantje doorgaans ten minste twee wortels die tussen 0,5 en 1 cm lang zijn of die ten minste 2 cm lang zijn, bij voorkeur ten minste 3 cm lang. In deze fasen worden de wortels het gemakkelijkst gehanteerd.Depending on the method used for in vitro culture, the plant will comprise one or more roots. Upon transfer of the plant, the plant generally comprises at least two roots that are between 0.5 and 1 cm long or that are at least 2 cm long, preferably at least 3 cm long. The roots are easiest to handle in these phases.

De grootte van het plantje op het moment van overdracht is als zodanig niet cruciaal. De grootte van de bladeren in het bijzonder kan in feite variëren afhankelijk van de kloon. In specifieke uitvoeringsvormen heeft het plantje een grootte tussen 20 mm en 150 mm (lengte van het langste blad).The size of the plant at the time of transfer is not crucial as such. The size of the leaves in particular can in fact vary depending on the clone. In specific embodiments, the plant has a size between 20 mm and 150 mm (length of the longest leaf).

De buisvormige houder die in de onderhavige werkwijze wordt gebruikt is een holle buis, d.w.z. hij heeft een holle vorm in de lengterichting. De term “lengterichting” zoals in deze aanvraag gebruikt, verwijst naar een voorwerp met een lengte/breedteverhouding van ten minste 2, bij voorkeur ten minste 3, met de meeste voorkeur ten minste 4.The tubular container used in the present method is a hollow tube, i.e. it has a hollow shape in the longitudinal direction. The term "longitudinal direction" as used in this application refers to an object with a length / width ratio of at least 2, preferably at least 3, most preferably at least 4.

Meer in het bijzonder heeft de buisvormige houder ten minste voor een deel een kegelvorm, dat wil zeggen dat de diameter van de buisvormige houder afneemt in de richting van één uiteinde (waarnaar in deze aanvraag wordt verwezen als het onderste uiteinde) van de houder. In bijzondere uitvoeringsvormen kan een beperkt bovendeel (tegenovergestelde zijde van het onderste uiteinde) van de buisvormige houder recht zijn, terwijl het onderste deel kegelvormig is. In bijzondere uitvoeringsvormen heeft de gehele houder een kegelvorm. Dit voorkomt dat het plantje tijdens het transport te diep naar beneden in de houder glijdt en vergemakkelijkt bovendien de verwijdering van het plantje uit de houder. Meer in het bijzonder kan de buisvormige houder een in hoofdzaak kegelvormige vorm hebben, meer in het bijzonder een frustoconische vorm, dat wil zeggen een kegel met een afgeknotte top. In bijzondere uitvoeringsvormen kan de buisvormige houder een openingshoek hebben, dat wil zeggen de maximale hoek tussen de twee generatricelijnen, van tussen 2° en 20°, bij voorkeur tussen 3° en 10°.More in particular, the tubular container has at least in part a conical shape, that is, the diameter of the tubular container decreases in the direction of one end (referred to in this application as the lower end) of the container. In particular embodiments, a limited upper part (opposite side of the lower end) of the tubular holder may be straight, while the lower part is conical. In special embodiments, the entire container has a conical shape. This prevents the plant from sliding too deep down into the container during transport and also facilitates the removal of the plant from the container. More in particular, the tubular holder can have a substantially conical shape, more particularly a frustoconic shape, i.e. a cone with a truncated top. In particular embodiments, the tubular holder may have an opening angle, i.e. the maximum angle between the two generator lines, of between 2 ° and 20 °, preferably between 3 ° and 10 °.

De buisvormige houder is zodanig gedimensioneerd dat hij voldoende groot is om ruimte te kunnen bieden aan het plantje, maar ook voldoende smal (ten opzichte van de plant) dat de wortels zich langs de algemene richting van de lengteas van de buisvormige houder kunnen richten. De grootte van de buisvormige houder kan bovendien in enige mate worden vastgesteld aan de hand van de grootte van de kweekhouder waarnaar het plantje daarna zal worden overgebracht. De grootte van de buisvormige houder is in feite doorgaans ten minste 2 mm kleiner dat de kleinste diameter van de kweekhouder waarnaar het plantje daarna wordt overgebracht.The tubular holder is dimensioned such that it is large enough to accommodate the plant, but also sufficiently narrow (relative to the plant) that the roots can align along the general direction of the longitudinal axis of the tubular holder. The size of the tubular container can moreover be determined to some extent on the basis of the size of the culture container to which the plant will then be transferred. The size of the tubular container is in fact usually at least 2 mm smaller than the smallest diameter of the culture container to which the plant is subsequently transferred.

In bijzondere uitvoeringsvormen heeft de inwendige breedte of diameter van de buisvormige houder op zijn breedst een diameter van ten minste 10 mm. Doorgaans ligt de diameter van de buisvormige houder op zijn breedste punt in het bereik van 10 mm tot 50 mm, bij voorkeur tussen 10 mm en 30 mm, zoals ongeveer 20 tot 25 mm. In bijzondere uitvoeringsvormen is de kweekhouder in feite een kegelvormige plug met een breedste diameter van ongeveer 38 mm en een kleinste diameter van ongeveer 28 mm. Voor deze uitvoeringsvormen is de breedste diameter van de buisvormige houder bij voorkeur kleiner dan 28 mm, meer in het bijzonder 26 mm of minder.In special embodiments, the inner width or diameter of the tubular container has a diameter of at least 10 mm at its widest. Typically, the diameter of the tubular container is at its widest point in the range of 10 mm to 50 mm, preferably between 10 mm and 30 mm, such as about 20 to 25 mm. In particular embodiments, the culture container is in fact a conical plug with a widest diameter of approximately 38 mm and a smallest diameter of approximately 28 mm. For these embodiments, the widest diameter of the tubular container is preferably smaller than 28 mm, more particularly 26 mm or less.

De lengte van de buisvormige houder is minder cruciaal. In bepaalde uitvoeringsvormen heeft de buisvormige houder een lengte tussen 20 mm en 300 mm, bij voorkeur tussen 50 mm en 200 mm, bijvoorbeeld ongeveer 90 mm. In specifieke uitvoeringsvormen heeft de buisvormige houder een diameter van ongeveer 20 mm en een lengte van ten minste 50 mm. Dergelijke afmetingen bleken in het bijzonder geschikt te zijn voor het kweken van orchideeënplantjes. Deze afmetingen maken het in feite mogelijk dat de wortels van de plantjes verticaal langs de lengteas van de buisvormige houder groeien.The length of the tubular holder is less crucial. In certain embodiments, the tubular container has a length between 20 mm and 300 mm, preferably between 50 mm and 200 mm, for example approximately 90 mm. In specific embodiments, the tubular container has a diameter of approximately 20 mm and a length of at least 50 mm. Such dimensions have been found to be particularly suitable for growing orchid plants. These dimensions actually allow the roots of the plantlets to grow vertically along the longitudinal axis of the tubular container.

In bijzondere uitvoeringsvormen heeft de buis ten minste één open uiteinde, d.w.z. het bovenste uiteinde. Dit maakt het inbrengen van het plantje in de buisvormige houder, verwijdering van het plantje na het voorvormen en optioneel het voorzien van het plantje van licht, water en voedingsstoffen, die nodig zouden kunnen zijn voor de ontwikkeling van het plantje, mogelijk. In bijzondere uitvoeringsvormen zijn beide uiteinden (onder en boven) van de buisvormige houder open of voorzien van gaten. Een open onderkant kan het mogelijk maken om overtollig water af te voeren, bijv. als het plantje wordt besproeid.In particular embodiments, the tube has at least one open end, i.e. the upper end. This allows the introduction of the plant into the tubular container, removal of the plant after preforming and optionally providing the plant with light, water and nutrients that might be needed for the development of the plant. In special embodiments, both ends (below and above) of the tubular holder are open or provided with holes. An open bottom can make it possible to drain excess water, for example when the plant is being sprayed.

De buisvormige houder heeft bij voorkeur een cirkelvormige dwarsdoorsnede. Dit garandeert in feite op optimale wijze dat de groei van de bladeren van de plantjes zonder schade rond een centrale as wordt geleid, wat het hanteren van het plantje bij verwijdering daarvan vergemakkelijkt. De dwarsdoorsnede kan echter ook andere vormen hebben. In bijzondere uitvoeringsvormen kan de buisvormige houder een dwarsdoorsnede hebben die cirkelvormig, ellipsoïde of polygonaal is. De dwarsdoorsnede van de buisvormige houder kan langs de lengte van de houder een identieke of verschillende vorm hebben.The tubular holder preferably has a circular cross section. In fact, this optimally guarantees that the growth of the leaves of the plantlets is guided without damage around a central axis, which facilitates handling of the plantlet upon its removal. However, the cross-section can also have other shapes. In particular embodiments, the tubular container may have a cross-section that is circular, ellipsoidal, or polygonal. The cross-section of the tubular holder can have an identical or different shape along the length of the holder.

De buisvormige houder kan worden verdeeld in een bovenste en een onderste deel met een bovenste uiteinde en een onderste uiteinde, waarbij het bovenste uiteinde zich aan het breedste uiteinde bevindt en het onderste deel zich aan het tegenoverliggende uiteinde bevindt. Het plantje wordt doorgaans zodanig in de houder geplaatst dat de plek waar de wortels beginnen zich binnen het onderste deel bevindt, en de bladeren zich uitstrekken door het bovenste deel van de houder.The tubular container can be divided into an upper and a lower part with an upper end and a lower end, the upper end being at the widest end and the lower part being at the opposite end. The plant is usually placed in the holder in such a way that the place where the roots begin is within the lower part, and the leaves extend through the upper part of the holder.

In bijzondere uitvoeringsvormen omvat het (open) bovenste uiteinde van de buisvormige houder een rand met een verzonken gedeelte, meer in het bijzonder een deel dat verzonken is in de richting van de bodem van de buisvormige houder. Op deze manier kan een opening worden verschaft in de wand van de buisvormige houder. Meer in het bijzonder verschaft het verzonken deel een bovenste lateraal gat of opening in de wand van de buisvormige houder. Dit kan de verplaatsing van een plantje in en uit de buisvormige houder vergemakkelijken, terwijl nog steeds voldoende bescherming van het plantje mogelijk is als hij zich in de houder bevindt. Dienovereenkomstig kan dit een snellere overdracht van het plantje mogelijk maken, die zelfs geautomatiseerd kan worden. Het laterale gat of de laterale opening kan voorts inspectie en selectie van de plantjes vergemakkelijken.In special embodiments, the (open) upper end of the tubular container comprises an edge with a recessed portion, more particularly a portion that is recessed toward the bottom of the tubular container. In this way an opening can be provided in the wall of the tubular holder. More specifically, the countersunk portion provides an upper lateral hole or opening in the wall of the tubular container. This can facilitate the movement of a plant in and out of the tubular holder, while still sufficient protection of the plant is possible when it is in the holder. Accordingly, this can allow for a faster transfer of the plant, which can even be automated. The lateral hole or the lateral opening can further facilitate inspection and selection of the plantlets.

De positie van de opening in de buisvormige houder wordt zodanig verschaft dat wanneer het plantje daarin wordt geplaatst, hij overeenkomt met de zone van de bladeren, maar boven de bladschedes. Bladschedes zijn de onderste delen van een blad. De stelen van meerdere bladeren vormen vaak samen een “stengel” omdat ze om elkaar heen zijn gewikkeld. Zodoende is het van belang om te garanderen dat de plant zodanig in de houder kan worden geplaatst dat de “stengel” van de bladeren zich net onder de opening kan bevinden, en de opening overeenkomt met een gebied van de bladeren van het plantje.The position of the opening in the tubular holder is provided such that when the plant is placed therein, it corresponds to the area of the leaves, but above the leaf sheaths. Leaf sheaths are the lower parts of a leaf. The stems of several leaves often together form a "stem" because they are wrapped around each other. Thus, it is important to ensure that the plant can be placed in the holder such that the "stem" of the leaves can be located just below the opening, and the opening corresponds to an area of the plant's leaves.

De opening heeft bij voorkeur een hoogte die tussen 10% en 50% van de totale hoogte van de buisvormige houder ligt, bij voorkeur tussen 10% en 30%. De breedte van het gat kan over de hoogte variëren, maar ligt bij voorkeur tussen 50% en 95% van de maximale breedte van de buisvormige houder. In bijzondere uitvoeringsvormen heeft de opening een hoogte tussen 10 mm en 100 mm, met meer voorkeur tussen 20 mm en 100 mm. In bijzondere uitvoeringsvormen heeft de opening een (gemiddelde) breedte tussen 4 mm en 40 mm, bij voorkeur tussen 8 mm en 25 mm.The opening preferably has a height that is between 10% and 50% of the total height of the tubular container, preferably between 10% and 30%. The width of the hole can vary over the height, but is preferably between 50% and 95% of the maximum width of the tubular holder. In special embodiments, the opening has a height between 10 mm and 100 mm, more preferably between 20 mm and 100 mm. In special embodiments, the opening has an (average) width between 4 mm and 40 mm, preferably between 8 mm and 25 mm.

In bijzondere uitvoeringsvormen wordt de overdracht van plantjes naar de buisvormige houder en/of het verwijderen van het voorgekweekte plantje uit de buisvormige houder hetzij handmatig, hetzij op geautomatiseerde wijze gegarandeerd meteen inrichting die twee armen omvat die zich langs elke kant van het plantje door de laterale opening van de buisvormige houder uitstrekken, zoals bij een pincet. Doorgaans wordt het verwijderen van het voorgekweekte plantje uitgevoerd met een geautomatiseerde inrichting die twee armen omvat die zodanig zijn geplaatst dat ze het voorgekweekte plantje door de laterale opening van de buisvormige houder, die overeenkomt met het gebied van de bladeren van het plantje, kunnen grijpen.In particular embodiments, the transfer of plantlets to the tubular container and / or the removal of the pre-grown plant from the tubular container is guaranteed either manually or in an automated manner with a device comprising two arms which extend through each side of the plant through the lateral extend opening of the tubular holder, such as with tweezers. Typically, the removal of the pre-grown plant is carried out with an automated device that includes two arms positioned so that they can grasp the pre-grown plant through the lateral opening of the tubular container corresponding to the area of the plant's leaves.

In bijzondere uitvoeringsvormen omvat de rand langs de bovenrand van de buisvormige houder (zoals, zonder daartoe beperkt te zijn, de rand van het gat of de opening die hierboven werd beschreven) één of meer verzinkingen of andere functionele kenmerken die manipulatie van het plantje in en uit de buisvormige houder met een grijpinrichting zoals een pincet mogelijk maken (zie onder).In particular embodiments, the edge along the upper edge of the tubular container (such as, but not limited to, the edge of the hole or the opening described above) includes one or more countersinks or other functional features that manipulate the plant in and from the tubular holder with a gripping device such as tweezers (see below).

Het materiaal waarvan de buisvormige houders zijn gemaakt is niet cruciaal. De buisvormige houders kunnen bijvoorbeeld worden vervaardigd van materialen met inbegrip van, zonder daartoe beperkt te zijn, kunststoffen, glas, metaal en keramiek, maar zijn bij voorkeur gemaakt van een kunststof materiaal. De buisvormige houders kunnen gemaakt zijn van een ondoorzichtig of optisch transparant materiaal.The material from which the tubular holders are made is not crucial. The tubular containers can be made, for example, from materials including, but not limited to, plastics, glass, metal, and ceramics, but are preferably made from a plastic material. The tubular containers can be made of an opaque or optically transparent material.

Het plantje wordt in de buisvormige houder gehouden gedurende een periode die voldoende is om te garanderen dat het plantje klaar is voor een kweekhouder. Tijdens deze periode worden de wortels en bladeren van het plantje voorgevormd, dat wil zeggen dat de wortels zich aanpassen aan de (inwendige) vorm van de buisvormige houder. Dit betekent dat de wortels van de plantjes zodanig zijn gevormd dat ze de binnenwanden van de buisvormige houder verticaal naar beneden volgen en dat de bladeren zodanig zijn gevormd dat ze verticaal omhoog groeien. In bijzondere uitvoeringsvormen wordt het plantje in de buisvormige houder gehouden gedurende een periode van tussen 1 dag en 3 weken, meer in het bijzonder tussen 3 en 14 dagen. Een plantje waarvan de wortels zijn voorgevormd met gebruik van een buisvormige houder zoals in deze aanvraag beschreven, wordt in deze aanvraag ook een “voorgevormd plantje” genoemd.The plant is kept in the tubular container for a period that is sufficient to guarantee that the plant is ready for a culture container. During this period, the roots and leaves of the plant are preformed, that is, the roots adapt to the (internal) shape of the tubular container. This means that the roots of the plantlets are shaped such that they follow the inner walls of the tubular holder vertically downwards and that the leaves are shaped such that they grow vertically upwards. In special embodiments, the plant is kept in the tubular holder for a period of between 1 day and 3 weeks, more particularly between 3 and 14 days. A plant whose roots are preformed using a tubular holder as described in this application is also referred to as a "preformed plant" in this application.

In de werkwijzen die in deze aanvraag worden voorzien, wordt het plantje bij voorkeur onder geschikte klimaatomstandigheden in de buisvormige houder gehouden. Als de plantjes in de buisvormige houder worden verschaft, zijn ze doorgaans nog steeds gedeeltelijk autotroof. Dienovereenkomstig wordt het plantje terwijl hij in de buisvormige houder wordt gehouden in hoofdzaak van vocht voorzien.In the methods provided in this application, the plant is preferably held in the tubular container under suitable climatic conditions. When the plantlets are provided in the tubular container, they are generally still partially autotrophic. Accordingly, while being held in the tubular container, the plant is substantially supplied with moisture.

Optioneel kan het plantje echter ook van voedingsstoffen worden voorzien. In bijzondere uitvoeringsvormen worden de plantjes door middel van sproeien van water voorzien. In voorkeursuitvoeringsvormen omvat het water dat op de plantjes wordt gesproeid bestanddelen zoals stikstof, kalium, calcium, ijzer, koper, boor, zink. In bijzondere uitvoeringsvormen kan het water stoffen die de plantengroei induceren of systemische pesticiden omvatten. Doorgaans worden de buisvormige houders bij optimale klimaatomstandigheden gehouden m.b.t. licht (duur, kwaliteit, intensiteit), vochtigheid, gasuitwisseling, temperatuur (24-28°C) om verdere groei van het epifytplantje te garanderen. De optimale klimaatomstandigheden zijn aan de deskundige bekend en kunnen afhangen van het specifieke plantengeslacht dat wordt gekweekt.Optionally, however, the plant can also be supplied with nutrients. In special embodiments, the plants are supplied with water by spraying. In preferred embodiments, the water sprayed on the plantlets includes components such as nitrogen, potassium, calcium, iron, copper, boron, zinc. In particular embodiments, the water may include substances that induce plant growth or systemic pesticides. The tubular containers are generally kept under optimum climate conditions with regard to light (duration, quality, intensity), humidity, gas exchange, temperature (24-28 ° C) to guarantee further growth of the epiphyte plant. The optimum climatic conditions are known to those skilled in the art and may depend on the specific plant genus being grown.

Hoewel de onderhavige werkwijze in deze aanvraag wordt beschreven voor het kweken van een enkel plantje, zal de deskundige begrijpen dat deze werkwijze in het bijzonder geschikt is voor kweken op grote schaal. Meer in het bijzonder kan de onderhavige werkwijze het kweken van een reeks plantjes in buisvormige houders omvatten, zoals in deze aanvraag beschreven. Dienovereenkomstig kunnen de werkwijzen de overdracht van een aantal plantjes die zijn verkregen via in vitro kweken naar een aantal buisvormige houders omvatten, zoals in deze aanvraag beschreven. Doorgaans wordt elke buisvormige houder voorzien van een enkel plantje. In bijzondere uitvoeringsvormen kan het aantal buisvormige houders in een lineaire opstelling worden verschaft (zie verderop).Although the present method is described in this application for growing a single plant, those skilled in the art will understand that this method is particularly suitable for large-scale cultivation. More specifically, the present method may include growing a series of plantlets in tubular containers as described in this application. Accordingly, the methods may include the transfer of a number of plantlets obtained via in vitro cultures to a number of tubular containers, as described in this application. Each tubular holder is usually provided with a single plant. In particular embodiments, the number of tubular containers can be provided in a linear arrangement (see below).

Als het plantje klaar is voor overdracht vanuit de buisvormige houder naar de kweekhouder en de wortels en bladeren van het plantje zijn voorgevormd zoals hierboven beschreven, wordt het voorgevormde plantje overgebracht naar een houder anders dan de hierboven beschreven buisvormige houder.When the plant is ready for transfer from the tubular container to the culture container and the roots and leaves of the plant are preformed as described above, the preformed plant is transferred to a container other than the tubular container described above.

De daadwerkelijke grootte van het plantje wanneer hij uit de buisvormige houder wordt verwijderd, is niet cruciaal. Bij voorkeur zijn de wortels in deze fase niet langer dan 5,5 cm, maar dit kan afhangen van de grootte van de te gebruiken kweekhouder.The actual size of the plant when it is removed from the tubular container is not crucial. The roots in this phase are preferably no longer than 5.5 cm, but this can depend on the size of the culture container to be used.

De houder waarnaar het plantje vervolgens wordt overgebracht, wordt in deze aanvraag “kweekhouder” genoemd. Hij wordt gekenmerkt door het feit dat hij een substraat bevat. Het substraat kan worden verschaft als een plug (gecompacteerd substraat) of los in een zak (zie onder). Kweekhouders en substraten die geschikt zijn voor het kweken van epifyten zijn welbekend in het vakgebied.The holder to which the plant is subsequently transferred is referred to as the 'grow holder' in this application. It is characterized by the fact that it contains a substrate. The substrate can be provided as a plug (compacted substrate) or loose in a bag (see below). Breeders and substrates suitable for growing epiphytes are well known in the art.

De kweekhouder is doorgaans groter dan de buisvormige houder die hierboven in deze aanvraag werd beschreven, of heeft ten minste een grotere diameter, waardoor verdere groei van het voorgevormde plantje mogelijk wordt gemaakt. De kweekhouder kan zijn ontworpen om plaats te bieden aan enkele of meerdere voorgevormde plantjes.The culture container is generally larger than the tubular container described above in this application, or has at least a larger diameter, thereby allowing further growth of the preformed plant. The grow container can be designed to accommodate single or multiple preformed plants.

Gebruikelijke substraten die in kweekhouders voor epifyten worden gebruikt, zijn bodems die de vorm van poeder of vezels kunnen hebben. Het losse substraat kan een verscheidenheid aan materialen omvatten, zoals onder andere boombast (dennenboom, kurk), kunststoffen (polystyreen, polyurethaanschuim), mos, kokosnoot en kokosproducten, turf, steenkool, gesteenten (lavasteen, puimsteen, perliet, steenwol), additieven (zand, kalksteen, gips). Het losse substraat kan uiterst poreus zijn of op alternatieve wijze een groot capillair effect hebben. Dergelijke losse substraten maken een optimaal niveau van beluchting en circulatie van luchtvochtigheid mogelijk, en zorgen eveneens voor voldoende watervoorziening naar de plant.Conventional substrates used in epiphyte culture containers are soils that may be in the form of powder or fiber. The loose substrate can include a variety of materials such as tree bark (pine, cork), plastics (polystyrene, polyurethane foam), moss, coconut and coconut products, peat, coal, rocks (lava rock, pumice, perlite, rock wool), additives ( sand, limestone, plaster). The loose substrate can be extremely porous or alternatively have a large capillary effect. Such loose substrates enable an optimum level of aeration and circulation of air humidity, and also ensure sufficient water supply to the plant.

In specifieke uitvoeringsvormen kan het substraat worden voorzien als een substraatplug. De term “substraatplug” verwijst naar een composiet van vezelrijk plantensubstraat en een hechtmiddel, die vervolgens in een mal wordt gevormd, waardoor een plug wordt geproduceerd. Het vezelrijke plantensubstraat kan verschillende geschikte materialen bevatten, zoals kokosnootvezels, turf, steenwol. Geschikte hechtmiddelen kunnen een verwarmd thermoplastisch synthetisch materiaal omvatten. Geschikte substraatpluggen zijn bekend in het vakgebied. Voorbeelden omvatten de Xtract Plug© (Quick Plug B.V.) of de V-Xcel Plug© (Quick Plug B.V.), deIn specific embodiments, the substrate can be provided as a substrate plug. The term "substrate plug" refers to a composite of fiber-rich plant substrate and an adhesive, which is then formed into a mold, thereby producing a plug. The fiber-rich plant substrate can contain various suitable materials, such as coconut fibers, peat, rock wool. Suitable adhesives can include a heated thermoplastic synthetic material. Suitable substrate plugs are known in the art. Examples include the Xtract Plug © (Quick Plug B.V.) or the V-Xcel Plug © (Quick Plug B.V.), the

Xcellent Plug© (Quick Plug B.V.), Fibernet twin 3.0 of een plug zoals beschreven in EP 2327293.Xcellent Plug © (Quick Plug B.V.), Fibernet twin 3.0 or a plug as described in EP 2327293.

De kweekhouders worden doorgaans in een kas gehouden, waar men de planten verder laat groeien tot ze een formaat hebben dat geschikt is voor de verkoop.The growers are usually kept in a greenhouse, where the plants are allowed to grow until they have a format that is suitable for sale.

Voorts wordt in deze aanvraag een inrichting verschaft voor het kweken van epifyten die met de in deze aanvraag beschreven werkwijzen kan worden gebruikt. De inrichting omvat een aantal buisvormige houders, zoals hierboven beschreven, die in een lineaire opstelling zijn gerangschikt. In voorkeursuitvoeringsvormen worden de buisvormige houders in een starre configuratie verschaft, waarbij de buisvormige houders naast elkaar en evenwijdig aan elkaar, en bij voorkeur in een vlakke configuratie worden verschaft.Furthermore, an application is provided in this application for culturing epiphytes which can be used with the methods described in this application. The device comprises a number of tubular holders, as described above, arranged in a linear arrangement. In preferred embodiments, the tubular containers are provided in a rigid configuration, the tubular containers being provided side by side and parallel to each other, and preferably in a planar configuration.

Zoals hierboven beschreven zorgt de overdracht in een vroeg stadium van een klein plantje naar een buisvormige houder ervoor dat de wortels van de plantjes verticaal worden gevormd, wat het manipuleren van de plantjes vergemakkelijkt. Het verschaffen van buisvormige houders in een lineaire opstelling kan het manipuleren en transporteren van de plantjes die daarin zijn verschaft vergemakkelijken en kan daardoor een hoge mate van automatisering van het kweekproces mogelijk maken. De lineaire opstellingen maken voorts het stapelen van buisvormige houders tot hoge dichtheden mogelijk, waardoor de plantjes op efficiënte wijze kunnen worden opgeslagen en getransporteerd.As described above, the transfer from a small plant to a tubular container at an early stage ensures that the roots of the plantlets are vertically formed, which facilitates manipulation of the plantlets. The provision of tubular containers in a linear arrangement can facilitate the manipulation and transport of the plantlets provided therein and thereby enable a high degree of automation of the culture process. The linear arrangements furthermore allow the stacking of tubular containers to high densities, so that the plantlets can be stored and transported efficiently.

In bijzondere uitvoeringsvormen kunnen één of meer van de buisvormige houders in de lineaire opstelling worden verwijderd en/of uitwisselbaar zijn. Dit maakt het mogelijk om kapotte houders te vervangen of om houders van de ene opstelling naar een andere opstelling te verplaatsen, bijvoorbeeld bij planten in een enkele opstelling. In dergelijke uitvoeringsvormen kan de inrichting een aantal afzonderlijke buisvormige houders omvatten en een houder voor het houden van dergelijke houders, zodat ze een lineaire opstelling vormen. Er wordt echter voorzien dat in andere uitvoeringsvormen de buisvormige houders een vaste plaats binnen de opstelling kunnen hebben. In dergelijke uitvoeringsvormen kan de in deze aanvraag beschreven inrichting als een enkel deel worden vervaardigd. Elk van de buisvormige houders heeft een bovenrand en een onderkant aan tegenoverliggende uiteinden van de buisvormige houder. Bij voorkeur worden de buisvormige houders zodanig verschaft dat hun bovenste randen en onderkanten op één lijn liggen.In special embodiments, one or more of the tubular holders in the linear arrangement can be removed and / or be interchangeable. This makes it possible to replace broken containers or to move containers from one arrangement to another arrangement, for example with plants in a single arrangement. In such embodiments, the device may comprise a number of separate tubular holders and a holder for holding such holders so that they form a linear arrangement. However, it is envisaged that in other embodiments, the tubular containers may have a fixed location within the arrangement. In such embodiments, the device described in this application can be manufactured as a single part. Each of the tubular containers has an upper edge and a bottom at opposite ends of the tubular container. Preferably, the tubular containers are provided such that their upper edges and undersides are aligned.

Zoals hierboven beschreven kan de bovenrand van de buisvormige houders een verzonken deel omvatten, zodat elke houder is voorzien van een bovenste laterale opening of gat. In voorkeursuitvoeringsvormen worden alle bovenste laterale openingen binnen de lineaire opstelling aan dezelfde kant van de buisvormige houders in de lineaire opstelling verschaft. Dit vergemakkelijkt het van plantjes voorzien van de buisvormige houders, en vergemakkelijkt voorts het manipuleren van de plantjes in de houders.As described above, the upper edge of the tubular containers can include a countersunk portion, so that each container is provided with an upper lateral opening or hole. In preferred embodiments, all upper lateral openings are provided within the linear arrangement on the same side of the tubular containers in the linear arrangement. This facilitates the planting of the tubular holders, and further facilitates the manipulation of the plants in the holders.

In voorkeursuitvoeringsvormen kunnen één of meer van de buisvormige houders binnen de lineaire opstelling schuin aflopen in de richting van de onderkant, zoals hierboven beschreven. Meer in het bijzonder kan elk van de buisvormige houders een kegelvorm hebben die schuin afloopt in de richting van de onderkant van de houder.In preferred embodiments, one or more of the tubular containers within the linear arrangement may be slanted toward the bottom, as described above. More in particular, each of the tubular containers may have a conical shape that slopes obliquely toward the bottom of the container.

In bijzondere uitvoeringsvormen kunnen beide uiteinden van de buisvormige houders van de in deze aanvraag beschreven inrichting open zijn of voorzien zijn van gaten of openingen, zoals hierboven beschreven.In special embodiments, both ends of the tubular holders of the device described in this application can be open or be provided with holes or openings, as described above.

In bijzondere uitvoeringsvormen omvat de rand langs de bovenrand van de buisvormige houder (zoals, zonder daartoe beperkt te zijn, de rand van het gat of de opening, zoals hierboven beschreven) één of meer verzinkingen en/of andere functionele kenmerken die het manipuleren van het plantje bij verwijdering van het plantje uit de buisvormige houder en/of het hanteren van de buisvormige houder mogelijk maken. Doorgaans worden de verzinkingen zodanig verschaft dat ze in hoofdzaak verticaal zijn (dat wil zeggen loodrecht op de lengteas van de buisvormige houder) maar ze kunnen ook onder een aanzienlijke hoek staan met de lengteas van de buisvormige houder.In particular embodiments, the edge along the upper edge of the tubular container (such as, but not limited to, the edge of the hole or opening as described above) includes one or more countersinks and / or other functional features that manipulate the plant upon removal of the plant from the tubular container and / or allowing handling of the tubular container. Generally, the countersinks are provided such that they are substantially vertical (i.e., perpendicular to the longitudinal axis of the tubular container), but they can also be at a considerable angle with the longitudinal axis of the tubular container.

In bijzondere uitvoeringsvormen omvat de buisvormige houder ten minste twee verzinkingen die zich uitstrekken vanaf beide zijden van de opening, bij voorkeur in de onderste helft van de opening. In bijzondere uitvoeringsvormen heeft een verzinking een breedte van 3 tot 7 mm.In particular embodiments, the tubular holder comprises at least two countersinks extending from both sides of the opening, preferably in the lower half of the opening. In special embodiments, a countersink has a width of 3 to 7 mm.

De buisvormige houders binnen de lineaire opstelling kunnen allemaal dezelfde vorm hebben, of kunnen verschillende vormen hebben. In voorkeursuitvoeringsvormen omvat de lineaire opstelling buisvormige houders met identieke vormen. Er kunnen echter andere lineaire opstellingen worden ontwikkeld met buisvormige houders die verschillende inwendige diameters omvatten voor verschillende soorten klonen (d.w.z. kleinere en grotere klonen).The tubular containers within the linear arrangement can all have the same shape, or can have different shapes. In preferred embodiments, the linear arrangement includes tubular containers with identical shapes. However, other linear arrangements can be developed with tubular containers that include different internal diameters for different types of clones (i.e., smaller and larger clones).

De in deze aanvraag beschreven inrichting maakt het manipuleren van een aantal houders (en de plantjes die zich daarin bevinden) tegelijk mogelijk, waardoor de manipulatie van plantjes volgens de in deze aanvraag beschreven werkwijze aanzienlijk wordt vergemakkelijkt. Bij voorkeur omvat de lineaire opstelling zo veel mogelijk houders. Meer in het bijzonder omvat de inrichting bij voorkeur ten minste 5 buisvormige houders die in een lineaire opstelling zijn verschaft. Om praktische redenen is het maximale aantal houders in een enkele lineaire opstelling bij voorkeur echter lager dan 100, met meer voorkeur lager dan 50, bijvoorbeeld ongeveer 10 tot 15.The device described in this application makes it possible to manipulate a number of containers (and the plantlets contained therein) at the same time, whereby the manipulation of plantlets according to the method described in this application is considerably facilitated. The linear arrangement preferably comprises as many containers as possible. More in particular, the device preferably comprises at least 5 tubular containers provided in a linear arrangement. For practical reasons, however, the maximum number of containers in a single linear arrangement is preferably lower than 100, more preferably lower than 50, for example approximately 10 to 15.

Om automatische hantering verder te vergemakkelijken kan de in deze aanvraag beschreven inrichting worden voorzien van één of meer bijkomende kenmerken die geautomatiseerd hanteren van de buisvormige houders of plantjes die zich daarin bevinden verder vergemakkelijken.To further facilitate automatic handling, the device described in this application may be provided with one or more additional features that further facilitate automated handling of the tubular containers or plantlets contained therein.

In bijzondere uitvoeringsvormen kan de in deze aanvraag beschreven inrichting voorts worden voorzien van een geleiderbak voor het vergemakkelijken van het introduceren van plantjes in de buisvormige houders van de inrichting. Dienovereenkomstig wordt in deze aanvraag voorts een combinatie verschaft van een inrichting zoals hierboven beschreven en een geleiderbak.In special embodiments, the device described in this application can further be provided with a guide tray for facilitating the introduction of plants into the tubular holders of the device. Accordingly, a further combination is provided in this application of a device as described above and a conductor tray.

In bijzondere uitvoeringsvormen kan een dergelijke geleiderbak een aantal evenwijdige kanalen omvatten die overeenkomen met de vorm van de buisvormige houders. De kanalen van de geleiderbak hebben doorgaans een langwerpige vorm en zijn zodanig geconfigureerd dat ze zich uitstrekken voorbij de bovenste rand van de buisvormige houders, wanneer deze houders in de geleiderbak zijn geplaatst. Meer in het bijzonder zijn de kanalen zodanig geconfigureerd dat wanneer de inrichting in de geleiderbak is geplaatst, elk van de kanalen is uitgelijnd met één van de buisvormige houders van de inrichting. De kanalen hoeven zich niet langs de volledige lengte van de houders uit te strekken, maar strekken zich doorgaans uit langs ten minste het bovenste deel van de overeenkomstige houder. Een dergelijke configuratie maakt het introduceren van plantjes in de buisvormige houders via de kanalen mogelijk. Om dit te vergemakkelijken bevinden de kanalen zich doorgaans boven de buisvormige houders. In bijzondere uitvoeringsvormen omvat de plaat voorts een ontvangend deel dat is geconfigureerd om de inrichting binnen de bak te ondersteunen. In bijzondere uitvoeringsvormen ondersteunt het ontvangende deel de inrichting door een richel te vormen waarop de onderkant van de buisvormige houders van de inrichting geplaatst kan worden. In alternatieve uitvoeringsvormen omvat het ontvangende deel een klemmechanisme dat de inrichting op één of meer randen van de inrichting vastzet, doorgaans zich uitstrekkend vanaf achter de inrichting, om gemakkelijke manipulatie van de plantjes in en uit de inrichting mogelijk te maken.In special embodiments, such a conductor tray can comprise a number of parallel channels that correspond to the shape of the tubular holders. The channels of the conductor tray generally have an elongated shape and are configured such that they extend beyond the upper edge of the tubular containers when these containers are placed in the conductor tray. More specifically, the channels are configured such that when the device is placed in the guide tray, each of the channels is aligned with one of the device's tubular holders. The channels do not have to extend along the full length of the holders, but usually extend along at least the upper part of the corresponding holder. Such a configuration makes it possible to introduce plantlets into the tubular containers via the channels. To facilitate this, the channels are generally located above the tubular holders. In particular embodiments, the plate further comprises a receiving member configured to support the device within the bin. In particular embodiments, the receiving member supports the device by forming a ledge on which the bottom of the tubular holders of the device can be placed. In alternative embodiments, the receiving member includes a clamping mechanism that secures the device to one or more edges of the device, generally extending from behind the device, to allow for easy manipulation of the plantlets in and out of the device.

In voorkeursuitvoeringsvormen heeft de geleiderbak een basis om genoemde geleidingsplaat op een vlak oppervlak te ondersteunen, waarbij genoemd aantal evenwijdige kanalen is voorzien onder een hoek van 5° tot 50° ten opzichte van genoemde basis. Meer in het bijzonder kan de geleiderbak verder zodanig zijn ontworpen dat, wanneer de inrichting in het ontvangende deel is geplaatst, de hoek tussen de lengteas van de buisvormige houders (en de kanalen) ten opzichte van de basis van de geleiderbak tussen 5° en 50° ligt, bij voorkeur tussen 5° en 20°. Dit kan de overdracht van de plantjes naar de buisvormige houders verder vergemakkelijken.In preferred embodiments, the guide tray has a base to support said guide plate on a flat surface, said plurality of parallel channels being provided at an angle of 5 ° to 50 ° with respect to said base. More specifically, the guide tray may further be designed such that, when the device is placed in the receiving portion, the angle between the longitudinal axis of the tubular holders (and the channels) with respect to the base of the guide tray is between 5 ° and 50 ° °, preferably between 5 ° and 20 °. This can further facilitate the transfer of the plantlets to the tubular containers.

De volgende voorbeelden worden verschaft ten behoeve van het toelichten van de onderhavige uitvinding en zijn op geen enkele wijze bedoeld en dienen op geen enkele wijze geïnterpreteerd te worden als beperkend voor de reikwijdte van de onderhavige uitvinding.The following examples are provided for the purpose of illustrating the present invention and are not intended in any way and should not be interpreted in any way as limiting the scope of the present invention.

VOORBEELDENEXAMPLES

Fig. 1 toont een aanzicht in perspectief van een bijzondere uitvoeringsvorm van een inrichting, omvattende een lineaire opstelling (1) van buisvormige houders (2) zoals in deze aanvraag beschreven, en een overeenkomstige geleiderbak (6). Fig. 3 toont een gedetailleerd aanzicht van dezelfde lineaire opstelling (1) zoals getoond in Fig. 1.FIG. 1 shows a perspective view of a special embodiment of a device, comprising a linear arrangement (1) of tubular holders (2) as described in this application, and a corresponding conductor tray (6). FIG. 3 shows a detailed view of the same linear arrangement (1) as shown in FIG. 1.

De lineaire opstelling (1) omvat een aantal buisvormige houders (2) die elk een bovenste rand (3) en een onderkant (5) hebben aan tegenoverliggende uiteinden van de houders (2). De buisvormige houders zijn open of hebben openingen aan beide uiteinden. De bovenste rand (3) van de buisvormige houders is voorzien van een verzonken gedeelte, waardoor elke houder wordt voorzien van een laterale bovenste opening (4). Dit kan de verwijdering van plantjes uit de buisvormige houders (2) (niet getoond) vergemakkelijken. De rand van de opening (4) kan voorts kenmerken omvatten zoals een verzinking (14) voor het hanteren van de buisvormige houder.The linear arrangement (1) comprises a number of tubular holders (2), each having an upper edge (3) and a bottom (5) at opposite ends of the holders (2). The tubular holders are open or have openings at both ends. The upper edge (3) of the tubular holders is provided with a recessed portion, whereby each holder is provided with a lateral upper opening (4). This can facilitate the removal of plantlets from the tubular containers (2) (not shown). The edge of the opening (4) may further comprise features such as a countersink (14) for handling the tubular container.

In de werkwijze die in deze aanvraag wordt beschreven kan elk van de buisvormige houders (2) van een enkel plantje worden voorzien. Dit kan worden uitgevoerd met gebruik van een geleiderbak (6) die een ontvangend deel (7) omvat voor het ontvangen van een lineaire opstelling (1) van buisvormige houders (2) en een reeks evenwijdige kanalen (8). Fig. 2 toont dezelfde lineaire opstelling (1) en geleiderbak (6) zoals getoond in Fig. 1, nu met de lineaire opstelling (1) boven het ontvangende deel (7) van de geleiderbak (6) geplaatst. Elk van de kanalen (8) is uitgelijnd met één van de buisvormige houders (2), waarbij de kanalen (8) en buisvormige houders (2) een oriëntatie onder een hoek hebben ten opzichte van de basis (9) van de geleiderbak (6) waarbij de kanalen (8) hoger zijn geplaatst dan de buisvormige houders (2). Meer in het bijzonder is de hoek tussen de lengteas van de buisvormige houders (2) en de basis (6) ongeveer 10°. Op deze manier kunnen plantjes (niet getoond) gemakkelijk via de kanalen (8) in de buisvormige houders (2) worden geïntroduceerd. In bijzondere uitvoeringsvormen kan de geleiderbak (6) een sluitingsklep (13) omvatten, die de opstelling van buisvormige houders (1) op zijn plaats houdt (Fig. 6).In the method described in this application, each of the tubular containers (2) can be provided with a single plant. This can be done using a guide tray (6) that includes a receiving portion (7) for receiving a linear arrangement (1) of tubular containers (2) and a series of parallel channels (8). FIG. 2 shows the same linear arrangement (1) and conductor tray (6) as shown in FIG. 1, now with the linear arrangement (1) placed above the receiving part (7) of the guide tray (6). Each of the channels (8) is aligned with one of the tubular holders (2), the channels (8) and tubular holders (2) having an orientation at an angle to the base (9) of the guide tray (6) ) wherein the channels (8) are placed higher than the tubular holders (2). More specifically, the angle between the longitudinal axis of the tubular containers (2) and the base (6) is approximately 10 °. In this way, plants (not shown) can easily be introduced via the channels (8) into the tubular containers (2). In particular embodiments, the guide tray (6) may comprise a closure valve (13), which holds the arrangement of tubular containers (1) in place (Fig. 6).

De buisvormige houders (2) zijn star aan elkaar vastgemaakt, waardoor manipulatie en transport van alle buisvormige houders (2) binnen de lineaire opstelling (1) tegelijk mogelijk is. Voor opslag en transport kunnen meerdere lineaire opstellingen (1) in een opslaghouder (10) worden geplaatst, zoals getoond in Fig. 4, waarbij de lineaire opstellingen diverse rijen binnen de opslaghouder vormen. De houder (10) kan voorts zijn voorzien van een deksel (11) om de plantjes te beschermen en/of een gecontroleerde atmosfeer binnen de opslaghouder (10) mogelijk te maken. Het deksel (11) kan worden voorzien van gaten of transparante gebieden zodat de plantjes in de buisvormige houders (2) van licht kunnen worden voorzien. Er kunnen meerdere opslaghouders (10) die buisvormige houders (2) omvatten op een karretje (12) worden gestapeld, zoals getoond in Fig. 5, waardoor efficiënt transport van de plantjes mogelijk wordt.The tubular holders (2) are rigidly attached to each other, whereby manipulation and transport of all tubular holders (2) within the linear arrangement (1) is possible at the same time. For storage and transport, several linear arrangements (1) can be placed in a storage container (10), as shown in FIG. 4, the linear arrangements forming various rows within the storage container. The container (10) can further be provided with a lid (11) to protect the plantlets and / or to allow a controlled atmosphere within the storage container (10). The lid (11) can be provided with holes or transparent areas so that the plants in the tubular holders (2) can be provided with light. A plurality of storage containers (10) comprising tubular containers (2) can be stacked on a cart (12), as shown in FIG. 5, which makes efficient transport of the plants possible.

Claims (14)

Gewijzigde conclusiesAmended conclusions 1. Een werkwijze voor het kweken van epifyten, waarbij de werkwijze de stap omvat van (a) het overbrengen van een in vitro gewortelde jonge epifyt plant in een buisvormige houder (2) met een diameter van 10-30 mm; waarbij de buisvormige houder gekenmerkt wordt door het feit dat de bovenste rand (3) van de buisvormige houder een verzonken of ingekeept deel omvat, zodat de buisvormige houder (2) bovenaan een laterale opening (4) omvat. (b) het behouden van genoemde jonge epifyt plant in de buisvormige houder gedurende 3 tot 21 dagen, zodat de wortels en/of bladeren van de jonge plant zich aanpassen aan de vorm van de buisvormige houder en een voorgevormde jonge plant ontstaat, meer bepaald dat de wortels van de plant verticaal worden voorgevormd; en (c) het overzetten van de voorgevormde jonge plant naar een groeihouder die een substraat bevat.A method for growing epiphytes, the method comprising the step of (a) transferring an in vitro rooted young epiphyte plant into a tubular container (2) with a diameter of 10-30 mm; wherein the tubular holder is characterized in that the upper edge (3) of the tubular holder comprises a recessed or notched part, so that the tubular holder (2) has a lateral opening (4) at the top. (b) maintaining said young epiphytic plant in the tubular container for 3 to 21 days, so that the roots and / or leaves of the young plant adapt to the shape of the tubular container and a preformed young plant is formed, in particular that the roots of the plant are preformed vertically; and (c) transferring the preformed young plant to a growth container containing a substrate. 2. De werkwijze volgens conclusie 1, waarbij de plant in de houder wordt geplaatst zodat de laterale opening van de houder overeenkomt met een gebied van de bladeren net boven de bladschedes.The method of claim 1, wherein the plant is placed in the container such that the lateral opening of the container corresponds to a region of the leaves just above the leaf sheaths. 3. De werkwijze volgens conclusie 1 of 2, waarbij de stap van het overbrengen (c) geautomatiseerd is.The method of claim 1 or 2, wherein the transferring step (c) is automated. 4. De werkwijze volgens conclusie 1 of 2, waarbij de epifyt een plant is van de familie van de Orchidaceae.The method of claim 1 or 2, wherein the epiphyte is a plant of the Orchidaceae family. 5. De werkwijze volgens één der conclusies 1 tot en met 4, waarin de jonge plant wordt voorzien van water door sproeien terwijl deze in voorgenoemde buisvormige houder wordt behouden.The method of any one of claims 1 to 4, wherein the young plant is supplied with water by spraying while it is retained in said tubular container. 6. De werkwijze volgens één der conclusies 1 tot en met 5, waarbij de jonge plant bij het overbrengen naar de buisvormige houder minstens 2 wortels bevat die 0.5-1 cm lang zijn of tenminste 2 cm lang zijn.The method according to any of claims 1 to 5, wherein the young plant, when transferred to the tubular container, contains at least 2 roots that are 0.5-1 cm long or at least 2 cm long. 7. De werkwijze volgens één der conclusies 1 tot en met 6, waarbij het overbrengen van de jonge plant naar voorgenoemde buisvormige houder wordt uitgevoerd door het plaatsen van de buisvormige houder in een geleiderbak (6) die een kanaal (8) bevat dat zo voorzien is dat wanneer de buisvormige houder in de geleiderbak geplaatst wordt, het kanaal gealigneerd is met de buisvormige houder en zich verder uitstrekt.The method according to any of claims 1 to 6, wherein the transfer of the young plant to said tubular container is carried out by placing the tubular container in a conductor tray (6) which includes a channel (8) provided so is that when the tubular holder is placed in the guide tray, the channel is aligned with the tubular holder and extends further. 8. Een buisvormige houder (2) voor het kweken van epifyten, gekenmerkt door het feit dat de houder een diameter heeft van 10-30 mm, een lengte van minstens 50mm, een conische vorm die naar beneden spits toeloopt en verder door het feit dat de bovenste rand (3) van de buisvormige houder een verzonken of ingekeept deel omvat, zodat de buisvormige houder (2) bovenaan een opening (4) omvat.A tubular holder (2) for growing epiphytes, characterized in that the holder has a diameter of 10-30 mm, a length of at least 50 mm, a conical shape that tapers downwards and furthermore that the upper edge (3) of the tubular holder comprises a recessed or notched part, so that the tubular holder (2) comprises an opening (4) at the top. 9. De buisvormige houder volgens conclusie 8, waarbij de rand van de opening (4) verder één of meerdere inhammen (14) bevat.The tubular container of claim 8, wherein the edge of the opening (4) further comprises one or more inlets (14). 10. Een toestel voor het kweken van epifyten dat een meervoud van buisvormige houders (2) volgens conclusie 8 of 9 bevat waarbij deze meervoud aan buisvormige houders voorzien zijn in een lineaire opstelling (1), waarbij ze lateraal met elkaar verbonden zijn.An epiphyte culturing device comprising a plurality of tubular containers (2) according to claim 8 or 9 wherein said plurality of tubular containers are provided in a linear arrangement (1) with lateral interconnection. 11. Het toestel volgens conclusie 10, waarbij de meervoud van buisvormige houders ten minste 10 buisvormige houders omvat.The device of claim 10, wherein the plurality of tubular containers comprises at least 10 tubular containers. 12. Een combinatie van een toestel volgens één der conclusies 10 of 11 en een geleiderbak (6), waarbij de geleiderbak een reeks parallelle kanalen (8) omvat zodat wanneer het toestel in de geleiderbak geplaatst wordt, elk van de kanalen gealigneerd is met één van de buisvormige houders en zich verder uitstrekt.A combination of a device according to any of claims 10 or 11 and a guide tray (6), wherein the guide tray comprises a series of parallel channels (8) so that when the device is placed in the guide tray, each of the channels is aligned with one of the tubular containers and extends further. 13. De combinatie volgens conclusie 12, waarbij de geleiderbak een sluitingsklep (13) omvat waarbij het toestel in de geleiderbak op zijn plaats gehouden wordt.The combination of claim 12, wherein the guide tray comprises a closure valve (13) wherein the device is held in place in the guide tray. 14. De combinatie volgens conclusie 13, waarbij de geleiderbak een basis heeft voor het ondersteunen van de geleiderbak op een plat oppervlak en waarbij de reeks parallelle kanalen voorzien zijn op een hoek van 5° tot 50° ten opzichte van de basis.The combination of claim 13, wherein the guide tray has a base for supporting the guide tray on a flat surface and wherein the series of parallel channels are provided at an angle of 5 ° to 50 ° with respect to the base.
BE2015/5486A 2015-06-30 2015-07-30 METHOD FOR GROWING EPIFYTS BE1023173B1 (en)

Priority Applications (4)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL2015052A NL2015052B1 (en) 2015-06-30 2015-06-30 Method for cultivating epiphytes
BE2015/5486A BE1023173B1 (en) 2015-06-30 2015-07-30 METHOD FOR GROWING EPIFYTS
PCT/EP2016/065325 WO2017001571A1 (en) 2015-06-30 2016-06-30 Method for cultivating epiphytes
TW105120826A TW201707558A (en) 2015-06-30 2016-06-30 Method for cultivating epiphytes

Applications Claiming Priority (3)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL2015052A NL2015052B1 (en) 2015-06-30 2015-06-30 Method for cultivating epiphytes
NL2015052 2015-06-30
BE2015/5486A BE1023173B1 (en) 2015-06-30 2015-07-30 METHOD FOR GROWING EPIFYTS

Publications (1)

Publication Number Publication Date
BE1023173B1 true BE1023173B1 (en) 2016-12-09

Family

ID=56296815

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
BE2015/5486A BE1023173B1 (en) 2015-06-30 2015-07-30 METHOD FOR GROWING EPIFYTS

Country Status (4)

Country Link
BE (1) BE1023173B1 (en)
NL (1) NL2015052B1 (en)
TW (1) TW201707558A (en)
WO (1) WO2017001571A1 (en)

Citations (5)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
EP0969715A2 (en) * 1997-02-21 2000-01-12 Vlaams Interuniversitair Instituut voor Biotechnologie vzw. Plant micropropagation and germplasm storage
NL1012283C2 (en) * 1999-06-10 2000-12-12 Bulbfust B V Compartmentalised tray for flower bulb hydroculture, contains compartments with tapered walls
WO2009090220A1 (en) * 2008-01-15 2009-07-23 Universite Catholique De Louvain Method and system for in vitro mass production of arbuscular mycorrhizal fungi
WO2014175728A1 (en) * 2013-04-26 2014-10-30 Anthura B.V. Epiphyte growing system with a spirally downwardly extending groove-shaped space
EP2803261A1 (en) * 2013-05-16 2014-11-19 Nelson Garden AB Plant propagation container, a tray and a greenhouse for the container, and a method for propagating growth of seedlings

Patent Citations (5)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
EP0969715A2 (en) * 1997-02-21 2000-01-12 Vlaams Interuniversitair Instituut voor Biotechnologie vzw. Plant micropropagation and germplasm storage
NL1012283C2 (en) * 1999-06-10 2000-12-12 Bulbfust B V Compartmentalised tray for flower bulb hydroculture, contains compartments with tapered walls
WO2009090220A1 (en) * 2008-01-15 2009-07-23 Universite Catholique De Louvain Method and system for in vitro mass production of arbuscular mycorrhizal fungi
WO2014175728A1 (en) * 2013-04-26 2014-10-30 Anthura B.V. Epiphyte growing system with a spirally downwardly extending groove-shaped space
EP2803261A1 (en) * 2013-05-16 2014-11-19 Nelson Garden AB Plant propagation container, a tray and a greenhouse for the container, and a method for propagating growth of seedlings

Non-Patent Citations (2)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Title
ARDITTI, J.: "Micropropagation of Orchids", 1 January 2008, BLACKWELL PUBLISHING, ISBN: 978-1-4443-0040-6, XP002756474 *
KYTE, L. ET AL.: "Plants from Test Tubes: An introduction to Micropropagation", 4 July 2013, TIMBER PRESS, ISBN: 1604692065, XP002756473 *

Also Published As

Publication number Publication date
NL2015052B1 (en) 2017-01-24
WO2017001571A1 (en) 2017-01-05
TW201707558A (en) 2017-03-01

Similar Documents

Publication Publication Date Title
Georget et al. Somatic embryogenesis-derived coffee plantlets can be efficiently propagated by horticultural rooted mini-cuttings: a boost for somatic embryogenesis
NL2018485B1 (en) Plant tray and method for manufacturing a plant tray
Paek et al. Micropropagation of Phalaenopsis orchids via protocorms and protocorm-like bodies
JP6461019B2 (en) Container for growing plants
US20110232189A1 (en) Container for cultivating biological materials
Capocasa et al. Comparing nursery behavior, field plant yield and fruit quality of in vitro and in vivo propagated strawberry mother plants
Lambardi et al. In vitro propagation of olive (Olea europaea L.) by nodal segmentation of elongated shoots
US20170042104A1 (en) Sugarcane process
Robert et al. An efficient method for the micropropagation of Agave species
KR20170118108A (en) How to Produce Seedling and Seedling Sets and Seedlings for Grafting
Aguilar et al. Cafe Arabica Coffea arabica L.
Hodgetts et al. Techniques for the maintenance and propagation of phytoplasmas in glasshouse collections of Catharanthus roseus
US20100293850A1 (en) System and Method for Propagation of Plant Cuttings, Seeds, and Tissue Culture Plantlets
Winarto et al. Establishment of in vitro propagation protocol of Gerbera jamesonii Bolus Ex Hook F.: explant and media selection to plantlet acclimatization
Baday Plant tissue culture
NL2020225B1 (en) Growth system, use, and method for planting out or transplanting
BE1023173B1 (en) METHOD FOR GROWING EPIFYTS
Luna Vegetative propagation
KR101360222B1 (en) The connected pot for hydroponics and the method of raising seedlings using the same
JP2017023065A (en) Grafted nursery plant and production method of grafted nursery plant
Chiu et al. In vitro flowering and breeding of Erycina pusilla
Evans Micropropagation: axillary bud multiplication
CN110100607B (en) Container seedling raising method for sand-upland plants
Nasution et al. Adaptability of tissue-cultured Dendrobium orchid planlets on planting media and its position during acclimatization process
RU2565806C2 (en) Method of in vitro preparation of microshoots of ash, aspen, willow for subsequent rooting under ex vitro conditions

Legal Events

Date Code Title Description
FG Patent granted

Effective date: 20161209

MM Lapsed because of non-payment of the annual fee

Effective date: 20180731