BE1022896B1 - Steunelement voor schroefdraad betreffende sluitingen - Google Patents

Steunelement voor schroefdraad betreffende sluitingen Download PDF

Info

Publication number
BE1022896B1
BE1022896B1 BE2015/5612 BE1022896B1 BE 1022896 B1 BE1022896 B1 BE 1022896B1 BE 2015/5612 BE2015/5612 BE 2015/5612 BE 1022896 B1 BE1022896 B1 BE 1022896B1
Authority
BE
Belgium
Prior art keywords
support element
closure
thread
threaded
upper wall
Prior art date
Application number
BE2015/5612
Other languages
English (en)
Inventor
Seyed Mostafa Shahesmaeili
Original Assignee
Wsm Bvba
Filing date
Publication date
Application filed by Wsm Bvba filed Critical Wsm Bvba
Priority to US15/763,456 priority Critical patent/US11091298B2/en
Priority to PCT/EP2016/073457 priority patent/WO2017055574A1/en
Application granted granted Critical
Publication of BE1022896B1 publication Critical patent/BE1022896B1/nl

Links

Abstract

De uitvinding betreft een sluiting die een van schroefdraad voorzien steunelement voor schroefdraad omvat die is verbonden met een bovenste wand. Het steunelement voor schroefdraad omvat één of meer afzonderlijke uitsparingen die het gewicht van de sluiting verminderen, een groot en zacht oppervlak voor grip bieden (in het geval van een inwendige schroefdraad), een vlotte stroming van gas toelaten (wanneer de afzonderlijke uitsparing doorheen de wand van het steunelement voor schroefdraad reikt), en die toelaten om visuele elementen op het steunelement voor schroefdraad af te beelden.
FIG. 1

Description

STEUNELEMENT VOOR SCHROEFDRAAD BETREFFENDE SLUITINGEN Vakgebied van de uitvinding
De voorgestelde uitvinding bevindt zich in het gebied van sluitingen voorzien van een schroefdraad. In het bijzonder is de toepassing van deze uitvinding voor sluitingen van containers interessant.
Achtergrond voor de uitvinding
Het openen van conventionele sluitingen die zijn voorzien van een schroefdraad kan uitdagend en onaangenaam zijn omwille van verschillende redenen. Het openen van een sluiting die is voorzien van schroefdraad vergt een aanzienlijke kracht dewelke bestaat uit een zijwaartse druk op de zijwand of het handvat van de sluiting voor grip, en een torsiekracht voor het eigenlijke losdraaien van de sluiting. De mate van grip op de sluiting wordt niet enkel bepaald door de aangebrachte zijwaartse kracht, maar ook door de grootte en vorm van het oppervlak van de zijwand of het handvat van de sluiting. Een van schroefdraad voorziene sluiting heeft een bovenste wand, een steunelement voor schroefdraad en een schroefdraad. Het steunelement voor schroefdraad is een ringvormige boord die zich uitstrekt vanop de bovenste wand en die de schroefdraad steunt. Wanneer de schroefdraad is voorzien op een inwendig oppervlak van het steunelement voor schroefdraad kan het uitwendig oppervlak van het steunelement voor schroefdraad dienen als oppervlak voor manipulaties en het toepassen van torsie (bv. sluiten of openen van de sluiting). De schroefdraad kan voorzien zijn op een uitwendig oppervlak van het steunelement voor schroefdraad, in dat geval dient de cilindervormige wand van de sluiting niet noodzakelijk als oppervlak voor manipulatie; een handvat kan worden voorzien om deze functie te verwezenlijken. De meeste hedendaags beschikbare van schroefdraad voorziene sluitingen hebben uitsteeksels voor grip op hun steunelement voor schroefdraad of handvat. Deze elementen zijn bedoeld om de frictie te verhogen, en op die manier de vereiste hoeveelheid zijwaartse kracht te verminderen. Vaak zijn deze uitsteeksels voor grip fijn, talrijk, en longitudinaal geplaatst omdat voornoemde eigenschappen bijdragen om de grip te verhogen. Omdat deze uitsteeksels voor grip bijkomend worden geplaatst op de sluiting vergt dit een aanzienlijke hoeveelheid bijkomend materiaal voor het vervaardigen van dergelijke sluitingen. De meeste sluitingen zijn vervaardigd van plastiek zoals hogedichtheidpolyetheen, lagedichtheidpolyetheen, polypropyleen en dergelijke. Het gebruik van voornoemde materialen is niet milieuvriendelijk.
Omwille van de aanwezigheid van uitsteeksels voor grip op sluitingen wordt de manipulatie van deze sluitingen vaak als onaangenaam ervaren. Dit komt onder meer doordat het drukken van vingers met een relatief hoge kracht op de randen van de uitsteeksels voor grip een ongemak veroorzaakt. Dit ervaren ongemak is één van de redenen waarom de meeste sluitingen van cosmetische producten geen uitsteeksels voor grip hebben. De meeste bedrijven die cosmetica produceren mijden elk element dat een vermindering van de aangename ervaring van de consument zou kunnen veroorzaken (bv. zacht gevoel van het product).
De totale kost van de productie van een sluiting die is voorzien van schroefdraad omvat energie en een hoeveelheid materiaal. De kost van de gebruikte hoeveelheid materiaal is groter dan de energiekost. Bijgevolg heeft elke vermindering in de gebruikte hoeveelheid materiaal een aanzienlijk effect op de totale productiekost van sluitingen. Een vermindering van de gebruikte hoeveelheid materiaal kan niet lukraak worden uitgevoerd omdat dit een verlies van functie of kwaliteit kan veroorzaken. Naast economische overwegingen, mede als gevolg van toenemende strikte milieuregelgeving, wordt het gebruik van grote hoeveelheden plastics ontmoedigd.
Naast economische en ecologische overwegingen betreffende de productie van sluitingen die zijn voorzien van schroefdraad veroorzaakt het bijkomend gebruik van materiaal voor uitsteeksels voor grip een aanzienlijke toename van de massa van de sluiting. Deze toename van massa maakt het transport (zoals van de productiefabriek van de sluiting naar de vulfabriek van containers, van de vulfabriek van containers naar de groothandelaar, van de groothandelaar naar het warenhuis, van het warenhuis naar de consument, van de consument naar de afvalfabriek, enz.) duurder en meer energieverslindend.
Wanneer een container die onder druk staat (bv. wanneer de inhoud een koolzuurhoudende vloeistof is) wordt geopend is er een ontsnapping van gas. Omdat het gas bij conventionele sluitingen niet vlot kan ontsnappen nemen consumenten uitgebreid de tijd om de dop heel langzaam te openen.
Bedrijven onderscheiden zich onder meer door kenmerkende eigenschappen van hun sluitingen. Dit kan een specifieke vorm, kleur en grootte van een sluiting zijn. De meeste bedrijven beelden tekst, logo’s, reclame, enz. af op de bovenste wand van hun sluitingen. Dit is geen efficiënte vorm van communicatie aangezien de bovenste wand van de sluiting van de container niet duidelijk zichtbaar is in rechtopstaande houding (zoals dat het meeste van de tijd het geval is, zoals in de rekken van warenhuizen, in koelkasten, enz.). Hoewel het steunelement voor schroefdraad duidelijker zichtbaar is wanneer de container in een rechtopstaande houding is, is het heden niet mogelijk om zaken af te beelden op het steunelement voor schroefdraad gezien de noodzaak voor uitsteeksels voor grip. US 6253942 B1 en US 6811047 B1 zijn pogingen om grote, gladde handvaten te creëren dewelke voldoende grip geven zodat uitsteeksels voor grip niet nodig zijn, maar ze hebben vele nadelen. De productie van deze grote handvaten vergt een hoeveelheid materiaal dat groter is dan de noodzakelijke hoeveelheid materiaal voor conventionele uitsteeksels voor grip. Dit verhoogt de productie- en transportkosten van deze sluitingen. Een ander nadeel van deze grote handvaten is dat zij het ontwerp van de container kunnen verstoren waardoor deze als minder gestroomlijnd overkomt. De aanwezigheid van grote handvaten op de containersluitingen kan het stapelen, bergen en manipuleren moeilijker maken. GB 189912520 A, US 1207560 A, US 4469235 A, US 4534477 A, US 4731512 A, US 5184740 A, en US 20140263317 A1 zijn pogingen om de uitsteeksels voor grip op het steunelement voor schroefdraad te vervangen door longitudinaal uitstekende handvaten op de bovenste wand van de sluitingen, maar zij hebben vele nadelen. De noodzaak van een minimumlengte voor deze elementen opdat zijn gemakkelijk te hanteren zouden zijn zorgt ervoor dat er een aanzienlijke hoeveelheid materiaal nodig is dat vergelijkbaar of groter is dan de noodzakelijke hoeveelheid materiaal voor uitsteeksels voor grip. Een ander nadeel van longitudinale handvaten is dat zij het ontwerp van de container kunnen verstoren waardoor deze als minder gestroomlijnd overkomt. De aanwezigheid van longitudinale handvaten op de containersluitingen kan het stapelen, bergen en manipuleren moeilijker maken.
Er zijn verschillende uitvindingen die gepoogd hebben om een vlotte uitstroom van gas te creëren wanneer een container wordt geopend, iets dat in het bijzonder voor het openen van containers die onder druk staan interessant is. Het gebruik van een onderbroken schroefdraad, zoals beschreven in octrooien US 4643330 A, EP 0263699 B1, US 6006930 A, en US 20120091138 A1, zijn hiervan voorbeelden, maar zij hebben vele nadelen. De onderbroken schroefdraad kan voorzien zijn op de nek van de container, de sluiting, of beiden. Hoewel een onderbroken schroefdraad een grotere uitstroom van gas toelaat in vergelijking met een ononderbroken schroefdraad, is de uitstroom van gas nog steeds beperkt en niet vlot. Een ander nadeel van een onderbroken schroefdraad is dat de totale oppervlakte van de schroefdraad wordt verminderd, hetgeen een vermindering in de mate van vasthouden veroorzaakt. Indien de totale lengte van de schroefdraad langer wordt gemaakt om de vermindering in de mate van vasthouden te compenseren kan een aanpassing van het ontwerp van de nek van de container of van het steunelement voor schroefdaad van de sluiting noodzakelijk zijn. US 20100200532 A1 is een poging om de noodzakelijke hoeveelheid gebruikt materiaal voor de productie van sluitingen te verminderen terwijl de meeste van de functies en sterktes worden bewaard, maar het heeft vele nadelen. In octrooi US 20100200532 A1 heeft het steunelement voor schroefdraad plooien. Opdat deze plooien voldoende grip zouden bieden dienen zij talrijk te zijn en voorzien van scherpe randen. Hierdoor is één van de nadelen van deze uitvinding dat het drukken van vingers op het oppervlak met plooien onaangenaam is en geen zacht gevoel geeft. Hoewel er wordt gesuggereerd dat wanneer er plooien worden voorzien in het steunelement voor schroefdraad er een vermindering is van de vereiste hoeveelheid gebruikt materiaal voor de productie van sluitingen, is deze vermindering zeer beperkt. Doordat er plooien zijn in het steunelement voor schroefdraad vergroot dit het oppervlak en dus ook het totale volume van het steunelement voor schroefdraad. Hoewel de uitsteeksels voor grip worden weggelaten, en er op die manier een vermindering is wat betreft de noodzakelijke hoeveelheid productiemateriaal, is er een toename van het volume van het steunelement voor schroefdraad. Bijgevolg is de uitgespaarde hoeveelheid productiemateriaal in vergelijking met uitsteeksels voor grip zeer beperkt. Een ander nadeel is dat een steunelement voor schroefdraad met plooien de ontwerpmogelijkheden van de sluiting beperkt en het algemeen uitzicht van de sluiting minder aantrekkelijk kan maken.
Er is een nood aan een sluiting met een laag gewicht dewelke een zacht gevoel geeft terwijl ze voldoende grip biedt, dewelke een vlottere uitstroom van gas toelaat, en waarbij het mogelijk is om visuele elementen af te beelden op het steunelement voor schroefdraad.
Samenvatting van de uitvinding
De uitvinding betreft een sluiting (100) bestaande uit een bovenste wand (102), een steunelement voor schroefdraad (108) die zich uitstrekt vanop voornoemde bovenste wand (102) voorzien van een schroefdraad (124), en ten minste één afzonderlijke uitsparing (112) voorzien op het steunelement voor schroefdraad (108), waarbij voornoemde afzonderlijke uitsparing (112) onder een oppervlak van voornoemd steunelement voor schroefdraad (108) reikt.
De ten minsten één afzonderlijke uitsparing (112) kan doorheen het steunelement voor schroefdraad (108) reiken en zo een venster vormen, waarbij voornoemd venster geconfigureerd is voor de doorgang van gas.
De ten minste één afzonderlijke uitsparing (112) kan geconfigureerd zijn om het gewicht van voornoemde sluiting (100) te verminderen zonder een verlies van functie van voornoemd steunelement voor schroefdraad (108).
De schroefdraad (124) kan voorzien zijn op een inwendig oppervlak (104) van voornoemd steunelement voor schroefdraad (108).
De ten minste één afzonderlijke uitsparing (112) kan geconfigureerd zijn voor het verhogen van grip.
De schroefdraad (124) kan voorzien zijn op het uitwendig oppervlak (106) van voornoemd steunelement voor schroefdraad (108).
De sluiting (100) kan voorts voorzien zijn van een manipulatie-element op voornoemde bovenste wand (102), geconfigureerd voor het toepassen van torsie.
De ten minste één afzonderlijke uitsparing (112) kan als een visuele markering gevormd zijn.
De sluiting (100) kan voornamelijk opgebouwd zijn van een polymeer materiaal.
De sluiting (100) kan voor een object zoals een container zijn, en voornoemde bovenste wand (102) geconfigureerd om sluitend samen te werken met een opening van het object.
Legende figuren FIG. 1 is een tekening van een met schroefdraad voorziene sluiting met longitudinaal geplaatste uitsteeksels voor grip zoals heden beschikbaar is. FIG. 2 is een tekening van een voorbeeld van een met schroefdraad voorziene sluiting van de uitvinding die zowel longitudinaal geplaatste uitsteeksels voor grip als talrijke afzonderlijke uitsparingen heeft die rechthoekige vensters zijn. FIG. 3 is een tekening van een voorbeeld van een met schroefdraad voorziene sluiting van de uitvinding waarbij het steunelement voor schroefdraad enkel afzonderlijke uitsparingen heeft die rechthoekige vensters zijn. FIG. 4 is een ander aanzicht van de met schroefdraad voorziene sluiting op FIG. 3. FIG. 5 is een tekening van een voorbeeld van een met schroefdraad voorziene sluiting van de uitvinding waarbij het steunelement voor schroefdraad talrijke afzonderlijke uitsparingen heeft die rechthoekige vensters zijn. FIG. 6 is een tekening van een voorbeeld van een met schroefdraad voorziene sluiting van de uitvinding waarbij het steunelement voor schroefdraad 6 grote afzonderlijke uitsparingen heeft die rechthoekige vensters zijn. FIG. 7 is een tekening van een voorbeeld van een met schroefdraad voorziene sluiting van de uitvinding waarbij het steunelement voor schroefdraad 6 grote afzonderlijke uitsparingen heeft. FIG. 8 is een tekening van een voorbeeld van een met schroefdraad voorziene sluiting van de uitvinding waarbij het steunelement voor schroefdraad talrijke afzonderlijke uitsparingen heeft die vierkantige vensters zijn. FIG. 9 is een ander aanzicht van de met schroefdraad voorziene sluiting op FIG. 8. FIG. 10 is een tekening van een voorbeeld van een met schroefdraad voorziene sluiting van de uitvinding waarbij het steunelement voor schroefdraad talrijke ovaalvormige afzonderlijke uitsparingen heeft. FIG. 11 is een tekening van een voorbeeld van een met schroefdraad voorziene sluiting van de uitvinding waarbij het steunelement voor schroefdraad talrijke afzonderlijke uitsparingen heeft die de vorm van alfanumerieke markeringen hebben. FIG. 12 is een ander aanzicht van de met schroefdraad voorziene sluiting op FIG. 11. FIG. 13 is een tekening van een voorbeeld van een met schroefdraad voorziene sluiting van de uitvinding waarbij het steunelement voor schroefdraad lettervormige afzonderlijke uitsparingen heeft. FIG. 14 is een ander aanzicht van de met schroefdraad voorziene sluiting op FIG. 13. FIG. 15 is een tekening van een voorbeeld van een met schroefdraad voorziene sluiting van de uitvinding waarbij het steunelement voor schroefdraad talrijke afzonderlijke uitsparingen heeft die longitudinaal geplaatste rechthoekige vensters zijn. FIG. 16 is een ander aanzicht van de met schroefdraad voorziene sluiting op FIG. 15.
Gedetailleerde beschrijving van de uitvinding
Vooraleer het voorgestelde systeem en de methode van de uitvinding worden toegelicht dient er te worden gezegd dat deze uitvinding niet is beperkt tot de bepaalde systemen, methoden, of combinaties hiervan die worden beschreven gezien dergelijke systemen, methoden, en mogelijke combinaties hiervan kunnen variëren. De gebruikte terminologie is niet bedoeld om limiterend te zijn gezien de reikwijdte van de voorgestelde uitvinding enkel kan worden beperkt door de octrooiconclusies.
De gebruikte enkelvoudige vormen “een”, “de” en “het” kunnen zowel enkelvoudige als meervoudige verwijzingen omvatten tenzij de context het anders aangeeft.
De termen “omvat” en “omvatten” worden als synoniemen gebruikt van “bevat”, “bevatten”, “houdt in” of “inhouden”. Deze termen zijn open en alomvattend, en sluiten bijkomende, niet vermelde leden, elementen of methodes niet uit. De termen “omvat” en “omvatten” omvatten de termen “bestaat uit”, “bestaan uit”, “bestaande uit”, “is opgebouwd uit”, “zijn opgebouwd uit”, “is voorzien van” en “zijn voorzien van”.
Wanneer een getallenreeks met eindpunten wordt vermeld omvat deze alle getallen en breuken die binnen de reikwijdte van de eindpunten vallen evenals de eindpunten van de reikwijdte zelf.
Wanneer met de termen “ongeveer”, “circa” of “bij benadering” wordt verwezen naar een meetbare waarde zoals een parameter, een hoeveelheid, een duur in de tijd, en dergelijke omvat dit afwijkingen van +/-10% of minder, bij voorkeur +/-5% of minder, meer bij voorkeur +/-1% of minder, en nog meer bij voorkeur +/-0,1% of minder van de genoemde waarde, voor zoverre dergelijke afwijkingen toepasbaar zijn op de uitvinding. De waarde waarnaar wordt verwezen met “ongeveer”, “circa” of “bij benadering” wordt zelf bij voorkeur duidelijk gespecificeerd.
De termen “één of meerdere” of “ten minste één” zoals één of meerdere leden of ten minste één lid of een groep van leden kan verwijzen naar één van de genoemde leden, naar twee of meer van de genoemde leden bv. >3, >4, >5, >6 of >7, of naar alle genoemde leden.
Alle vermelde verwijzingen in de beschrijving worden door de verwijzing in hun geheel opgenomen. In het bijzonder wordt de kennis die uitgaat van de verwijzingen opgenomen.
Tenzij anders vermeld hebben alle termen voor het beschrijven van de voorgestelde uitvinding, waaronder de technische en wetenschappelijk termen, de breedst mogelijk betekenis van het woord zoals deze wordt verstaan door een persoon met een gemiddelde deskundigheid in het vakgebied waartoe deze uitvinding behoort. Zodoende de kennis die uitgaat van de uitvinding beter te kunnen begrijpen worden omschrijvingen van verschillende termen gegeven.
Hieronder worden verschillende facetten van de uitvinding gedetailleerder beschreven. Elk beschreven facet kan worden gecombineerd met elk ander facet of facetten tenzij anders vermeld. In het bijzonder kan elk verkozen of voordelig kenmerk gecombineerd worden met elk ander verkozen of voordelig kenmerk of kenmerken.
Verwijzing naar “één belichaming” of “een belichaming” betekent dat een bepaald kenmerk, structuur of eigenschap die in verbinding met de belichaming wordt beschreven is omvat in ten minste één belichaming van de voorgestelde uitvinding. Vermeldingen van “in één belichaming” of “in een belichaming” doorheen deze beschrijving verwijzen niet noodzakelijk naar dezelfde belichaming hoewel dit wel mogelijk is. Voorts kunnen bepaalde kenmerken, structuren of eigenschappen door een deskundige worden gecombineerd in één of meerdere belichamingen mede op basis van deze beschrijving. Het valt binnen de reikwijdte van de uitvinding dat er door deskundigen combinaties van kenmerken van belichamingen met verschillende kenmerken kunnen worden gemaakt. Zo kan bijvoorbeeld elk van de belichamingen uit bijgevoegde octrooiconclusies worden gebruikt in om het even welke combinatie.
In de beschrijving van de voorgestelde uitvinding worden verwijzingen gemaakt naar bijgevoegde tekeningen die hiervan een onderdeel vormen, en dewelke bij wijze van toelichting enkele mogelijke belichamingen van de uitvinding illustreren. Referentiegetallen tussen haakjes of in een vet lettertype verbonden aan bepaalde elementen tonen de elementen enkel bij wijze van voorbeeld, en zijn niet bedoeld om de grenzen van de respectievelijke elementen te beperken. Er kunnen andere belichamingen worden gebruikt, en er kunnen structurele of logische wijzingen worden aangebracht op basis van de reikwijdte van de voorgestelde uitvinding. De hierna volgende gedetailleerde beschrijving is bijgevolg niet beperkend, de reikwijdte van de voorgestelde uitvinding wordt bepaald door de octrooiconclusies.
De voorgestelde uitvinding betreft sluitingen voorzien van schroefdraad. De sluiting is voor een object zoals een container. De sluiting is bij voorkeur voor het hermetisch sluiten van een container, in het bijzonder voor het sluiten van een containeropening. Een van schroefdraad voorziene sluiting volgens de uitvinding omvat een bovenste wand en een van schroefdraad voorzien steunelement voor schroefdraad die zich uitstrekt vanop de bovenste wand, en die een verbinding aangaat met de complementaire schroefdraad van het object zoals een container. Het steunelement voor schroefdraad verbindt de schroefdraad van een sluiting met zijn bovenste wand. Het steunelement voor schroefdraad omvat ten minste één afzonderlijke uitsparing - een lege ruimte onder een oppervlak van het steunelement voor schroefdraad - dat zich gedeeltelijk of volledig uitstrekt over de wand van het steunelement voor schroefdraad. Een afzonderlijke uitsparing die zich volledig uitstrekt over de wand van het steunelement voor schroefdraad wordt benoemd als een venster. Een afzonderlijke uitsparing vermindert het gewicht van de sluiting, biedt een oppervlak voor grip (in het geval van een inwendige schroefdraad) terwijl het zacht gevoel van de sluiting wordt bewaard, laat een vlotte doorgang van gas toe (in het geval van vensters), en/of laat toe om visuele elementen af te beelden op het steunelement voor schroefdraad.
Wanneer de schroefdraad is voorzien op een inwendig oppervlak van het steunelement voor schroefdraad kan het uitwendig oppervlak van het steunelement voor schroefdraad dienen als oppervlak voor manipulatie en het toepassen van torsie (bv. sluiten of openen van de sluiting). De schroefdraad kan voorzien zijn op een uitwendig oppervlak van het steunelement voor schroefdraad, in dat geval dient de cilindervormige wand van de sluiting niet noodzakelijk als oppervlak voor manipulatie; een handvat kan worden voorzien om deze functie te verwezenlijken.
Belichamingen van de uitvinding geven een sluiting een laag gewicht zonder dat er een verlies van functies is (bv. geen verandering in de mate van vasthouden, vergelijkbare duurzaamheid, enz.). Deze vermindering in massa wordt verwezenlijkt door het weglaten of verminderen van uitsteeksels voor grip, en door het verminderen van het materiaalvolume van het steunelement voor schroefdraad. Deze vermindering in massa verlaagt de productie-en transportkosten, en maakt deze sluitingen milieuvriendelijker. Belichamingen van de uitvinding bieden een hogere grip (in het geval van een inwendige schroefdraad) omwille van de mogelijkheid van het hebben van een oppervlak voor grip in meerdere richtingen (bv. longitudinaal, loodrecht). Belichamingen van de uitvinding (in het geval van een inwendige schroefdraad) geven de sluiting een zacht gevoel omdat de vingers eerst in contact staan met het gladde oppervlak van het steunelement voor schroefdraad en omdat uitsteeksels voor grip niet nodig zijn. Omwille van het kunnen hebben van een glad oppervlak bij belichamingen van de uitvinding kunnen visuele elementen worden afbeeld op het steunelement voor schroefdraad (bv. reclame, vervaldata). Zulke visuele elementen kunnen worden gelezen door machines. De visuele elementen kunnen worden afgebeeld op het gladde gedeelte van het steunelement voor schroefdraad (bv. printen), maar zij kunnen ook onuitwisbaar worden afgebeeld door de vorm van de afzonderlijke uitsparingen dienovereenkomstig te veranderen. Wanneer de afzonderlijke uitsparingen van de belichamingen van de uitvinding vensters zijn, laten deze vensters een vlotte doorgang van gas toe. Dit is in het bijzonder interessant voor containers die onder druk staan (bv. koolzuurhoudende vloeistoffen). Wanneer de afzonderlijke uitsparingen van de belichaming van de uitvinding talrijke grote vensters zijn (in het geval van een inwendige schroefdraad), is het werkingsmechanisme van de van schroefdraad voorziene sluiting zichtbaar, hetgeen het ontwerp aantrekkelijk maakt en de onderscheiding en herkenbaarheid van een product verhoogt.
Belichamingen van sluitingen van de uitvinding kunnen gebruikt worden in een afzonderlijke container, maar kunnen ook geïntegreerd worden in andere systemen zoals bijvoorbeeld in motoren of machines, in cateringsystemen, ingenieurssystemen, gezondheidszorgsystemen, landbouwsystemen, en in om het even welk ander systeem waarbij een sluiting met schroefdraad vereist is.
De bovenste wand is een gedeelte aan het uiteinde van de sluiting, en is verbonden aan het steunelement voor schroefdraad. Het is bij voorkeur cirkelvormig, en het fungeert als een occluderend oppervlak wanneer het tegen een containeropening wordt gedrukt. De bovenste wand is geconfigureerd om sluitbaar samen te werken met de opening van een object zoals een container. In afgesloten toestand is de bovenste wand geconfigureerd om de opening af te sluiten, bij voorkeur hermetisch af te sluiten om de doorgang van materiaal in of uit te container te verhinderen. Voorts kan het een bescherming bieden tegen de omgeving (beschermende barrière). De inwendige zijde van de bovenste wand die tegen de containeropening wordt gedrukt kan bijkomend materiaal, dat verschillend is van het materiaal van de sluiting, of bijkomende elementen omvatten, die bijdragen tot het bekomen van een hermetischere sluiting. Een deskundige kan begrijpen dat de meest geschikte materiële afmetingen zoals wanddikte en vorm van het bovenste uiteinde afhangen van de inhoud en het gebruik, en hij begrijpt hoe hij dit op gepaste wijze kan configureren.
Het steunelement voor schroefdraad strekt zich uit vanop de bovenste wand. Het steunelement voor schroefdraad is effectief verbonden aan één uiteinde aan de bovenste wand, en kan open zijn aan een andere uiteinde. Het steunelement voor schroefdraad omvat een lichaam die bij voorkeur ringvormig is. In het bijzonder omvat het steunelement voor schroefdraad een lichaam dat hol en cilindervormig is. Het heeft een inwendig oppervlak (zie bijvoorbeeld FIG. 4, FIG. 9, FIG. 12, FIG. 14, en FIG. 16; 104 inwendig oppervlak) en een uitwendig oppervlak (zie bijvoorbeeld FIG. 4, FIG. 9, FIG. 12, FIG. 14, en FIG. 16; 106 uitwendig oppervlak). Het uitwendig oppervlak kan hoofdzakelijk glad zijn. Het uitwendig oppervlak kan voorzien zijn van één of meer uitsteeksels; zij kunnen de manuele grip verhogen. De dikte is de dikte van materiaal tussen het inwendig en uitwendig oppervlak. Het inwendig oppervlak of het uitwendig oppervlak kunnen voorzien zijn van schroefdraad.
Er kan ten minste één afzonderlijke uitsparing voorzien zijn op het steunelement voor schroefdraad. De ten minste één afzonderlijke uitsparing kan voorzien zijn op het inwendig en/of uitwendig oppervlak van het steunelement voor schroefdraad. De ten minste één afzonderlijke uitsparing reikt onder het inwendige en/of uitwendig oppervlak van het steunelement voor schroefdraad. De afzonderlijke uitsparing kan zich gedeeltelijk uitstrekken over het steunelement voor schroefdraad, in het bijzonder over het lichaam hiervan. De afzonderlijke uitsparing kan zich volledig uitstrekken over het steunelement voor schroefdraad, waarbij het inwendig oppervlak wordt verbonden met het uitwendig oppervlak. Een dergelijke afzonderlijke uitsparing kan een venster worden genoemd. De afzonderlijke uitsparing kan zich voorts gedeeltelijk of volledig uitstrekken over de schroefdraad.
Door naar een uitsparing als “afzonderlijk” te verwijzen wordt bedoeld dat een uitsparing kan worden onderscheiden van het lichaam van het steunelement voor schroefdraad of van een andere afzonderlijke uitsparing. Daar waar er meerdere afzonderlijke uitsparingen bestaan, zijn zij ruimtelijk gescheiden.
Een afzonderlijke uitsparing is niet louter een uitsteeksel of plooi die wordt gevormd door een gebied van het steunelement voor schroefdraad aanpalend of rond de afzonderlijke uitsparing te verhogen. De term “uitsparing” betekent bij voorkeur dat een deel van de dikte van het steunelement voor schroefdraad effectief is verwijderd. De aanwezigheid van een uitsparing veroorzaakt een gewichtsvermindering van de sluiting. De gewichtsvermindering is in vergelijking met wanneer de uitsparing niet aanwezig is.
Een deskundige kan begrijpen dat de vorm, de grootte en het aantal van de afzonderlijke uitsparingen vrij kan worden gekozen, en hij begrijpt hoe hij dit op gepaste wijze kan configureren. De randen van de afzonderlijke uitsparing kunnen afgerond zijn om een ruw gevoel te vermijden. Het einde van een afzonderlijke uitsparing kan in om het even welke richting kleiner worden, dit kan het oppervlak voor grip vergroten of verkleinen. In het geval van een venster kan het kleiner worden van de afzonderlijke uitsparing bijdragen tot het creëren van een barrière om te voorkomen dat de huid in contact zou komen met de schroefdraad. Een deskundige kan begrijpen dat de positionering van de ten minsten één afzonderlijke uitsparing ten opzichten van de onderliggende schroefdraad de mate van vasthouden van de onderdelen kan beïnvloeden, en hij begrijpt hoe hij dit op gepaste wijze kan configureren. Een deskundige kan begrijpen dat het voorzien van vensters in het steunelement voor schroefdraad de schroefdraad kan blootstellen, en hij begrijpt hoe hij dit op gepaste wijze kan configureren opdat de integriteit van de schroefdraad wordt bewaard. De ten minste één afzonderlijke uitsparing kan beperkt zijn tot het steunelement voor schroefdraad, maar kan zich ook uitstrekken over een gedeelte van de schroefdraad, of kan de hele breedte van de schroefdraad omvatten. De ten minste één afzonderlijke uitsparing kan een open of gesloten einde hebben, hiermee wordt bedoeld dat de afzonderlijke uitsparing niet hoeft gebonden te zijn door de respectievelijke wanden van het steunelement voor schroefdraad.
Een afzonderlijke uitsparing kan om het even welke vorm aannemen, bv. spieetvormig (zie FIG. 3-5). De afzonderlijke uitsparing kan om het even welke vorm van een markering aannemen (zie FIG. 11-14). De markering kan alfanumeriek, grafisch, fotografisch, of om het even welke afbeelding van een visueel element zijn. Een dergelijk visueel element kan het gebruik van inkt vermijden en is onuitwisbaar. Een dergelijke markering kan door machines worden gelezen. Een dergelijke markering heeft een hoog visueel contrast, in het bijzonder voor een afzonderlijke uitsparing die een venster is.
Bij voorkeur zijn er een groot aantal afzonderlijke uitsparingen. Zij kunnen gelijkmatig verdeeld zijn op het oppervlak van het steunelement voor schroefdraad.
Het steunelement voor schroefdraad is voorzien van een schroefdraad. De schroefdraad is geconfigureerd om een verbinding aan te gaan met een complementaire schroefdraad, bijvoorbeeld op een container, in het bijzonder op de nek van de container. De schroefdraad van het steunelement voor schroefdraad kan zich uitstrekken tot de bovenste wand. De schroefdraad van het steunelement voor schroefdraad kan zich uitstrekken tot het open einde van het steunelement voor schroefdraad. De schroefdraad kan continu of onderbroken zijn. De schroefdraad kan voorzien zijn op een inwendig oppervlak of op een uitwendig oppervlak van het steunelement voor schroefdraad.
Omdat het steunelement voor schroefdraad is verbonden met de bovenst wand, en de schroefdraad is voorzien op het steunelement voor schroefdraad, is er een overbrenging van verplaatsing en/of kracht van de schroefdraad naar de bovenste wand via het steunelement voor schroefdraad.
Wanneer de schroefdraad is voorzien op het inwendig oppervlak van het steunelement voor schroefdraad, kan het uitwendig oppervlak van het steunelement voor schroefdraad dienen als oppervlak voor manipulatie, bijvoorbeeld voor het toepassen van manuele torsie.
Daar waar de containernek voorzien van een opening is voorzien van een schroefdraad op het uitwendig oppervlak, kan de van schroefdraad voorziene sluiting een van schroefdraad voorziene dop zijn dewelke bestaat uit een bovenste wand met gesloten uiteinde en een cilindervormig steunelement voor schroefdraad die is voorzien van een complementaire inwendige schroefdraad en die zich uitstrekt vanop de bovenste wand (zie bijvoorbeeld FIG. 2-14). Daar waar de containernek is voorzien van schroefdraad op het inwendig oppervlak, kan de van schroefdraad voorziene sluiting een van schroefdraad voorziene plug zijn dewelke bestaat uit een bovenste wand met gesloten uiteinde en een cilindervormig steunelement voor schroefdraad die is voorzien van een complementaire uitwendige schroefdraad en die zich uitstrekt vanop de bovenste wand (zie bijvoorbeeld FIG. 15-16).
Een schroefdraad is opgebouwd uit een basis die is verbonden met een oppervlak van het steunelement voor schroefdraad, een bovenste gedeelte dat doorgaans, maar niet noodzakelijk spits is, en één of meer zijwanden die de basis met het bovenste gedeelte verbinden en die in wisselwerking staan met de complementaire schroefdraad van de container. Deze wisselwerking veroorzaakt een verplaatsing, kracht en wrijving. Een deskundige begrijpt dat de kenmerken van de schroefdraad (zoals bijvoorbeeld diameter, spoed, en het aantal omwentelingen) de verplaatsingen en/of het draaien, de vereiste kracht, en de mate van stabiliteit kunnen beïnvloeden, en hij begrijpt hoe hij het op gepaste wijze kan configureren.
De sluiting kan van om het even welk geschikt materiaal worden vervaardigd. Bij voorkeur wordt minstens gedeeltelijk en bij voorkeur geheel vervaardigd van een polymeer materiaal. Bij voorkeur is het polymeer materiaal vormbaar. De sluiting kan worden vervaardigd door middel van een vormingstechniek zoals bijvoorbeeld spuitgieten.
De sluiting is bedoeld om een opening herhaaldelijk te sluiten. De term “herhaaldelijk” sluiten betekent dat de sluiting de opening meer dan eenmaal, bij voorkeur verscheidene malen, kan sluiten en openen. Met “sluiten” wordt het beperken van stroming doorheen een opening, en het vormen van een beschermende barrière bedoeld. In een dergelijke toestand kan inhoud in een container worden bewaard. Wanneer de container is voorzien van een van schroefdraad voorziene nek met een opening kan de sluiting een van schroefdraad voorziene sluiting zijn zoals een van schroefdraad voorziene dop of plug geconfigureerd om een verbinding aan te gaan met de van schroefdraad voorziene nek om de opening te sluiten. Door deze handeling wordt het bovenste uiteinde van de sluiting ten opzichte van de nek en de opening hierop verplaatst en kan het hermetisch de opening occluderen doordat de rotatie de bovenste wand omhoog laat komen of neerlaat. De hoofdcomponenten van een sluiting zijn een bovenste wand, een steunelement voor schroefdraad en een schroefdraad. De bovenste wand fungeert als een occluderend en beschermend oppervlak (directe of indirecte beschermende barrière) wanneer zij op een containeropening wordt gedrukt. De schroefdraad van de sluiting heeft een wisselwerking met de schroefdraad van de container, en kan de bovenste wand verplaatsen, hierop kracht en spanning uitoefenen via het steunelement voor schroefdraad. Het materiaal van de schroefdraad van de sluiting, het materiaal van de schroefdraad van de container, de vorm van de schroefdraad en de lengte van schroefdraad bepalen de mate van vasthouden van een sluiting op een container. Het steunelement voor schroefdraad brengt krachten over van de schroefdraad naar de bovenste wand. Wanneer de schroefdraad is voorzien op een inwendig oppervlak heeft het steunelement voor schroefdraad een uitwendig oppervlak via dewelke de sluiting kan worden gemanipuleerd. In tegenstelling tot de bovenste wand fungeert het steunelement voor schroefdraad niet als een beschermende barrière voor de inhoud van de container. Omdat het steunelement voor schroefdraad niet als een beschermende barrière fungeert, verminderen de afzonderlijke uitsparingen de functies van het steunelement voor schroefdraad niet. De afzonderlijke uitsparingen voegen functies toe, en bieden oppervlaktes voor grip via dewelke de sluiting gemakkelijk kan worden gemanipuleerd. Omdat er geen bijkomende uitsteeksels voor grip nodig zijn, is het gewicht van de sluiting heel laag. Naast voornoemde vermindering in massa dat het gevolg is van het weglaten van de uitsteeksels voor grip, verminderen de afzonderlijke uitsparingen het gewicht van de sluiting door het verminderen van het volume van het steunelement voor schroefdraad. Omdat er geen nood is aan bijkomende uitsteeksels voor grip heeft het steunelement voor schroefdraad een glad een aangenaam oppervlak. In het geval van vensters op het steunelement voor schroefdraad kan gas vanuit de container makkelijk en vlot ontsnappen door de vensters van het steunelement voor schroefdraad. Dit kan in het bijzonder voor containers die onder druk staan interessant zijn. Belichamingen van sluitingen van de uitvinding laten toe om visuele elementen te communiceren op verschillende manieren. De afzonderlijke uitsparingen op het steunelement voor schroefdraad kunnen op zo’n manier worden gevormd dat ze visuele elementen afbeelden, of het glad oppervlak van het steunelement voor schroefdraad kan worden gebruikt voor het afbeelden van visuele elementen (bv. printen). FIG. 1 is een afbeelding van een sluiting zoals deze hedendaags beschikbaar is. De sluiting omvat een bovenste wand (102) en een steunelement voor schroefdraad (108) die een uniforme wanddikte heeft en voorzien is van schroefdraad. De buitenste wand van het steunelement voor schroefdraad (108) is voorzien van longitudinaal geplaatste uitsteeksels voor grip (118) die de frictie verhogen.
Op FIG. 2 heeft het steunelement voor schroefdraad (108) van het voorbeeld van de met schroefdraad voorziene sluiting (100) van de uitvinding longitudinaal geplaatste uitsteeksels voor grip (118) en talrijke afzonderlijke uitsparingen (112) die rechthoekige vensters zijn. Deze afzonderlijke uitsparingen (112) die vensters zijn verminderen het gewicht van de sluiting, bieden een bijkomend oppervlak voor grip, en laten een directere uitstroom van gas toe.
Op FIG. 3 heeft het steunelement voor schroefdraad (108) van de met schroefdraad voorziene sluiting (100) van de uitvinding afzonderlijke uitsparingen (112) die rechthoekige vensters zijn die volgens de richting van de omtrek gepositioneerd zijn. FIG. 4 is een ander aanzicht van de met schroefdraad voorziene sluiting op FIG. 3. Het steunelement voor schroefdraad (108) laat een overbrenging van verplaatsing of kracht toe van de inwendige schroefdraad (124) naar de bovenste wand (102). Het uitwendig oppervlak (106) van het steunelement voor schroefdraad (108) is voor het overige glad, hetgeen het mogelijk maakt om hierop visuele elementen af te beelden (bv. printen). In dit voorbeeld zijn de afzonderlijke uitsparingen (112) vensters die hoofdzakelijk voorzien zijn tussen de schroefdraad (124).
Op FIG. 5 heeft het steunelement voor schroefdraad (108) van het voorbeeld van de met schroefdraad voorziene sluiting (100) van de uitvinding talrijke afzonderlijke uitsparingen (112) die longitudinaal georiënteerde rechthoekige vensters zijn. Omdat deze afzonderlijke uitsparingen (112) die vensters zijn zo talrijk zijn, is het totale volume dat het steunelement voor schroefdraad (108) vormt klein waardoor deze sluiting een zeer laag gewicht heeft. Omwille van het hoge aantal vensters zijn de schroefdraad (124) en het werkingsmechanisme zichtbaar. Dit geeft een aantrekkelijk ontwerp en verhoogt de herkenbaarheid van het product op de rekken.
Op FIG. 6 heeft het steunelement voor schroefdraad (108) van het voorbeeld van de met schroefdraad voorziene sluiting (100) van de uitvinding 6 grote afzonderlijke uitsparingen (112) die rechthoekige vensters zijn. Het grote lege volume van deze afzonderlijke uitsparingen (112) die vensters zijn geven deze sluiting een zeer laag gewicht. Het steunelement voor schroefdraad (108) is gereduceerd tot zes zuilen die de schroefdraad (124) met de bovenste wand (102) verbinden. Omwille van het grote lege volume van deze rechthoekige vensters zijn de schroefdraad (124) en het werkingsmechanisme zichtbaar. Dit geeft een aantrekkelijk ontwerp en verhoogt de herkenbaarheid van het product op de rekken.
Op FIG. 7 heeft het steunelement voor schroefdraad (108) van het voorbeeld van de met schroefdraad voorziene sluiting (100) van de uitvinding 6 grote afzonderlijke uitsparingen (112), zij gaan niet doorheen de wand van het steunelement voor schroefdraad (108). Omdat deze afzonderlijke uitsparingen (112) een grote lege volume hebben is er een glad gevoel wanneer de sluiting wordt gemanipuleerd.
Op FIG. 8 heeft het steunelement voor schroefdraad (108) van het voorbeeld van de met schroefdraad voorziene sluiting (100) van de uitvinding talrijke afzonderlijke uitsparingen (112) die vierkantige vensters zijn. Het oppervlak van het steunelement voor schroefdraad (108) is grotendeels glad, hetgeen het mogelijk maakt om visuele elementen af te beelden (bv. printen). De vierkantige vorm van de vensters creëren zowel een longitudinaal als dwars oppervlak voor grip. FIG. 9 is een ander aanzicht van de met schroefdraad voorziene sluiting op FIG. 8. In dit voorbeeld reiken de afzonderlijke uitsparingen (112) die vensters zijn tot aan de schroefdraad (124); zij beslaan alleen het steunelement voor schroefdraad (108).
Op FIG. 10 heeft het steunelement voor schroefdraad (108) van het voorbeeld van de met schroefdraad voorziene sluiting (100) van de uitvinding talrijke ovaalvormige afzonderlijke uitsparingen (112). Deze ovaalvormige afzonderlijke uitsparingen (112) laten een gemakkelijke manipulatie toe terwijl ze het zachte gevoel bewaren omdat zij op gepaste wijze samenwerken met de kussens of toppen van de vingers.
Op FIG. 11 heeft het steunelement voor schroefdraad (108) van het voorbeeld van de met schroefdraad voorziene sluiting (100) van de uitvinding talrijke afzonderlijke uitsparingen (112) die de vorm van alfanumerieke markeringen hebben. Deze afzonderlijke uitsparingen (112) die vensters zijn bieden een oppervlak voor grip, verlagen het gewicht van de sluiting, laten een vlotte uitstroom van gas toe, en beelden onuitwisbare, hoog contrasterende, door machine leesbare visuele elementen af. Ondanks de aanwezigheid van deze vensters is het steunelement voor schroefdraad (108) grotendeels glad, hetgeen een aangenaam gevoel geeft wanneer de sluiting wordt gemanipuleerd. FIG. 12 is een ander aanzicht van de met schroefdraad voorziene sluiting op FIG. 11. In dit voorbeeld reiken de afzonderlijke uitsparingen (112) die vensters zijn tot aan de schroefdraad (124); zij beslaan alleen het steunelement voor schroefdraad (108).
Op FIG. 13 heeft het steunelement voor schroefdraad (108) van het voorbeeld van de met schroefdraad voorziene sluiting (100) van de uitvinding lettervormige afzonderlijke uitsparingen (112). Deze afzonderlijke uitsparingen (112) bieden een zacht oppervlak voor grip, verlagen het gewicht van de dop, en beelden onuitwisbare, hoog contrasterende, door machine leesbare visuele elementen af. FIG. 14 is een ander aanzicht van de met schroefdraad voorziene sluiting op FIG. 13. De schroefdraad (124) die is voorzien op het inwendig oppervlak (104) van het steunelement voor schroefdraad (108) wordt niet op een negatieve manier beïnvloed door de lettervormige afzonderlijke uitsparingen (112).
Op FIG. 15 heeft het steunelement voor schroefdraad (108) van het voorbeeld van de met schroefdraad voorziene sluiting (100) van de uitvinding talrijke afzonderlijke uitsparingen (112) die longitudinaal geplaatste rechthoekige vensters zijn. Het longitudinaal uitstekend handvat (130) laat een gemakkelijke manipulatie van de sluiting toe. De schroefdraad (124) is voorzien op het uitwendig oppervlak (106) van het steunelement voor schroefdraad (108). FIG. 16 is een ander aanzicht van de met schroefdraad voorziene sluiting op FIG. 15. De schroefdraad (124) die is voorzien op het uitwendig oppervlak (106) van het steunelement voor schroefdraad (108) wordt niet op een negatieve manier beïnvloed door de afzonderlijke uitsparingen (112) die longitudinaal geplaatste rechthoekige vensters zijn.
Met de vaardigheden van een deskundige kan de uitvinding variaties bevatten waaronder maar niet beperkt tot aantal, grootte, materiaal, vorm, kleur, plaatsing en plaatsing ten opzichte van andere onderdelen van de uitvinding van alle onderdelen van de uitvinding waaronder maar niet beperkt tot de bovenste wand, het steunelement voor schroefdraad, de schroefdraad en de afzonderlijke uitsparing.
Belichamingen van de uitvinding kunnen bijkomende onderdelen of eigenschappen hebben waaronder maar niet beperkt tot uitsteeksels voor grip, handvaten voor grip en longitudinaal uitstekende handvaten.
De toepassing van de uitvinding op sluitingen die een schroefdraad hebben op het inwendig of uitwendig oppervlak van het steunelement voor schroefdraad is gelijkwaardig.
De afzonderlijke uitsparingen kunnen beperkt zijn tot het steunelement voor schroefdraad, maar kunnen zich ook uitstrekken tot een deel van de schroefdraad, of kunnen de hele breedte van de schroefdraad omvatten.
De afzonderlijke uitsparingen kunnen een open of gesloten einde hebben, hiermee wordt bedoeld dat de afzonderlijke uitsparingen niet hoeven gebonden te zijn door de respectievelijke wanden van het steunelement voor schroefdraad.
De term “uitsparing” betekent bij voorkeur dat een deel van de dikte van het steunelement voor schroefdraad effectief is verwijderd. Het betekent niet dat een uitsparing wordt gecreëerd door een gebied van het steunelement voor schroefdraad aanpalend of rond de afzonderlijke uitsparing te verhogen.

Claims (10)

  1. Conclusies
    1. Een sluiting (100) die het volgende omvat: - een bovenste wand (102), - een steunelement voor schroefdraad (108) die zich uitstrekt vanop voornoemde bovenste wand (102) voorzien van een schroefdraad (124), en - ten minste één afzonderlijke uitsparing (112) voorzien op voornoemd steunelement voor schroefdraad (108), waarbij voornoemde afzonderlijke uitsparing (112) onder een oppervlak van voornoemd steunelement voor schroefdraad (108) reikt.
  2. 2. Sluiting (100) volgens octrooiconclusie 1, waarbij voornoemde ten minste één afzonderlijke uitsparing (112) doorheen voornoemd steunelement voor schroefdraad (108) reikt en zo een venster vormt, waarbij voornoemd venster geconfigureerd is voor de doorgang van gas.
  3. 3. Sluiting (100) volgens om het even welke van de voornoemde octrooiconclusies, waarbij voornoemde ten minste één afzonderlijke uitsparing (112) geconfigureerd is om het gewicht van voornoemde sluiting (100) te verminderen zonder een verlies van functie van voornoemd steunelement voor schroefdraad (108).
  4. 4. Sluiting (100) volgens om het even welke van de voornoemde octrooiconclusies, waarbij de schroefdraad (124) is voorzien op een inwendig oppervlak (104) van voornoemd steunelement voor schroefdraad (108).
  5. 5. Sluiting (100) volgens om het even welke van de voornoemde octrooiconclusies, waarbij voornoemde ten minste één afzonderlijke uitsparing (112) geconfigureerd is voor het verhogen van grip.
  6. 6. Sluiting (100) volgens octrooiconclusies 1 tot en met 3, waarbij de schroefdraad (124) is voorzien op een uitwendig oppervlak (106) van voornoemd steunelement voor schroefdraad (108).
  7. 7. Sluiting (100) volgens octrooiconclusies 1, 2, 3 en 6, waarbij voornoemde sluiting (100) voorts is voorzien van een manipulatie-element op voornoemde bovenste wand (102), en geconfigureerd is voor het toepassen van torsie.
  8. 8. Sluiting (100) volgens om het even welke van de voornoemde octrooiconclusies, waarbij voornoemde ten minste één afzonderlijke uitsparing (112) als een visuele markering is gevormd.
  9. 9. Sluiting (100) volgens om het even welke van de voornoemde octrooiconclusies, voornamelijk opgebouwd van een polymeer materiaal.
  10. 10. Sluiting (100) volgens om het even welke van de voornoemde octrooiconclusies, waarbij voornoemde sluiting (100) voor een object zoals een container is, en voornoemde bovenste wand (102) geconfigureerd is om sluitend samen te werken met een opening van het object.
BE2015/5612 2015-10-02 2015-10-02 Steunelement voor schroefdraad betreffende sluitingen BE1022896B1 (nl)

Priority Applications (2)

Application Number Priority Date Filing Date Title
US15/763,456 US11091298B2 (en) 2015-10-02 2016-09-30 Thread support member for closures
PCT/EP2016/073457 WO2017055574A1 (en) 2015-10-02 2016-09-30 Thread support member for closures

Publications (1)

Publication Number Publication Date
BE1022896B1 true BE1022896B1 (nl) 2016-10-07

Family

ID=

Similar Documents

Publication Publication Date Title
CN105102332B (zh) 具有拉环致动的副通气口的端盖
US8584856B2 (en) Container having a helical grip
US11730249B2 (en) Cosmetic jars with sweep collar
EP1775236B1 (en) Metering container for creamy ice cream
EP2089288B1 (en) Container with lid
JP2010502523A5 (nl)
CN109641675B (zh) 具有真空吸收区段的热灌装容器
JP2010502523A (ja) 加圧ボトルのための溝フィーチャ
CN105324318A (zh) 分配器组件
US20150076168A1 (en) Container with butterfly lid closure
WO2010010449A1 (en) Container for mounting on the neck of a bottle
CA2942691C (en) Container with a safety device
WO2005092780A1 (en) Tube and orifice having multiple valve functions
US11091298B2 (en) Thread support member for closures
BE1022896B1 (nl) Steunelement voor schroefdraad betreffende sluitingen
CN105819081A (zh) 具有开瓶器组件的非金属混合式瓶盖
EP2016002B1 (en) Container and closure combinations
JP2006290456A (ja) キャップオープナーつきボトル型易開栓容器
DE102019129480B4 (de) Thermobecher, Thermodeckel für einen Becher, sowie Thermobehältnis aus Thermobecher und Thermodeckel
JP3134650U (ja) 詰め替え用容器
KR200428091Y1 (ko) 손잡이가 형성된 용기마개
DE202013104331U1 (de) Behälter mit Messlöffel
CN101010242A (zh) 用于粘性食品的计量容器
WO2016086282A1 (pt) Disposição aplicada em suporte para garrafa conjugado com abridor
DE9108805U1 (de) Trinkflasche mit Halm für gebräuchliche Schulranzen