BE1022863B1

BE1022863B1 - Dekbed met overtrek

Info

Publication number: BE1022863B1
Application number: BE2014/5089A
Authority: BE
Inventors: Rik Arthur CATTHOOR
Original assignee: EMU, gewone commanditaire vennootschap
Priority date: 2014-11-27
Filing date: 2014-11-27
Publication date: 2016-09-27
Also published as: BE1022863A1

Abstract

Inrichting voor het samenhouden van twee hoekpunten (13, 14) van een dekbed (2) met de twee overeenstemmende hoekpunten (4, 5) van zijn overtrek (3), daardoor gekenmerkt dat de twee hoekpunten aan het hoofdeinde van het dekbed (13, 14) elk voorzien zijn van een hechtmiddel dat het hoekpunt van het dekbed (2) aan het overeenstemmend hoekpunt aan het hoofdeinde van de overtrek (3) bevestigt.

Description

Dekbed met overtrek.

De huidige uitvinding heeft betrekking op een dekbed met overtrek.

Meer speciaal, is de uitvinding bedoeld voor een dekbed waarover een overtrek dient aangebracht te worden, vooraleer het op een bed wordt gelegd.

Het is bekend dat een dekbed gevuld met dons of een synthetische holle vezel bijvoorbeeld, meestal overtrokken wordt met een overtrek, zodat de overtrek periodiek kan vervangen worden en gewassen kan worden.

Traditioneel gebeurt dit door het handmatig insteken van het dekbed in een overtrek, door de twee hoeken aan het hoofdeinde van het dekbed in de overtrek te steken, zodanig dat deze hoeken van het dekbed samenvallen met de twee hoeken aan het hoofdeinde van de overtrek.

Vervolgens wordt de overtrek over de rest van het dekbed getrokken zodat de vier hoekpunten van het dekbed gevat worden door de vier hoekpunten van de overtrek.

Klassiek is dat het dekbed niet op zijn gewenste plaats in de overtrek blijft zitten, maar verschuift ten opzichte van de overtrek, zodat niet alle plaatsen van de overtrek met dekbed gevuld zijn, hetgeen niet de bedoeling is.

Dergelijke bekende dekbedden met overtrek vertonen dan ook het nadeel dat ze erg arbeidsintensief zijn bij het opdekken van een bed, en niettemin dikwijls een onvoldoende afdekking van de slaper verschaffen.

Nog een ander nadeel is dat voor het opdekken van een bed meestal twee personen nodig zijn, terwijl in vele instellingen slechts één persoon ter beschikking is voor het vervangen van de overtrek van een dekbed, hetgeen het onderhoud van het bed nog arbeidsintensiever maakt.

Dit nadeel is bijzonder hinderlijk indien een groot aantal bedden onderhouden moet worden, zoals in een hotel, rustoord of in een verzorgingsinstelling.

De huidige uitvinding heeft tot doel aan de voornoemde en andere nadelen een oplossing te bieden, doordat zij voorziet in een inrichting die toelaat twee hoekpunten van het dekbed en van zijn overtrek samen te houden.

Hiertoe betreft de uitvinding een inrichting voor het samenhouden van twee hoekpunten van een dekbed met de twee overeenstemmende hoekpunten van zijn overtrek, waarbij de twee hoekpunten aan het hoofdeinde van het dekbed elk voorzien zijn van een hechtmiddel dat het hoekpunt van het dekbed aan het overeenstemmend hoekpunt aan het hoofdeinde van de overtrek bevestigt.

Een voordeel van een dergelijke inrichting is dat het dekbed door de hechtingen op zijn juiste plaats binnen de overtrek wordt vastgehouden en voorkomt dat het dekbed wegzakt en geen goede afdekking van de slaper meer verschaft.

Nog een voordeel van een dergelijke inrichting is dat zij aan één persoon toelaat een overtrek rond een dekbed binnen een korte tijdspanne te vervangen.

Bij voorkeur bestaat het hechtmiddel uit een lint met twee uiteinden dat aan één van de twee hoekpunten van het dekbed is gehecht, en dat door daartoe voorziene openingen in het overeenstemmende hoekpunt van de overtrek getrokken wordt waarna de uiteinden van het lint aan elkaar geknoopt of gestrikt worden.

Een voordeel van het gebruik van linten, is dat deze gemakkelijk doorheen de daartoe voorziene openingen in de overtrek kunnen gehaald worden.

Nog een voordeel is dat ze eenvoudig in een knoop of strik kunnen gelegd worden, waarbij de linten niet meer doorheen de openingen in de overtrek terug kunnen schuiven, en dat ze eenvoudig weer kunnen losgemaakt worden door de knopen of strikken terug los te trekken om de overtrek weer van het dekbed te verwijderen.

Nog een voordeel van het gebruik van linten is, dat ze aan het dekbed gehecht kunnen blijven en samen met het dekbed gewassen kunnen worden.

In een variante uitvoeringsvorm bestaat het hechtmiddel uit een lint met twee uiteinden, dat aan één van de twee hoekpunten aan het hoofd“ of voeteneinde aan de binnenkant van de overtrek is gehecht, en dat door daartoe voorziene openingen in de twee overeenstemmende hoekpunten van het dekbed getrokken wordt waarna de uiteinden van het lint aan elkaar geknoopt of gestrikt worden.

Een voordeel van deze uitvoeringsvorm is dat de linten na het opdekken van het bed niet meer zichtbaar zijn.

Bij voorkeur bestaan de hechtmiddelen uit een drukknop op elk van de twee hoekpunten van het dekbed die kan samenwerken met een complementaire drukknop op elk van de overeenstemmende hoekpunten van de overtrek.

Een voordeel van dergelijke drukknoppen is dat ze permanent aan het dekbed en aan de overtrek bevestigd kunnen blijven.

Nog een voordeel van drukknoppen is dat ze zeer eenvoudig kunnen worden vastgehecht door de twee complementaire knoppen samen te drukken, en ook weer eenvoudig kunnen losgemaakt worden door de twee complementaire knoppen uit elkaar te trekken.

Bij voorkeur bestaan de hechtmiddelen uit klittenband-hechtingen tussen enerzijds een hoekpunt van het dekbed en anderzijds het overeenstemmende hoekpunt van de overtrek, waarbij de klittenband van het dekbed aan een complementaire band op de overtrek gekleefd wordt.

Een voordeel van een dergelijke klittenband-hechting is dat deze permanent aan het dekbed en aan de overtrek bevestigd kunnen blijven.

Nog een voordeel van een dergelijke klittenband-hechting is dat ze gemakkelijk te sluiten en te openen zijn door ze eenvoudig samen te drukken of van elkaar los te trekken.

Bij voorkeur worden de klittenbanden van het dekbed doorheen daartoe voorziene openingen in de overeenstemmende hoekpunten van de overtrek getrokken vooraleer ze op een complementaire band op het overtrek gekleefd worden.

Een voordeel van het door een opening trekken van de klittenbanden is dat dit toelaat de complementaire klittenband op de overtrek gemakkelijker te vinden, waarna de hechting gemakkelijker kan gesloten worden.

Bij voorkeur bestaan de hechtmiddelen uit verende klemmen, uit harpsluitingen, gespen of uit een ander type sluiting waarmee een hoekpunt van een dekbed aan een hoekpunt van een overtrek kan bevestigd worden op een losmaakbare manier.

De uitvinding omvat ook een afzonderlijk dekbed, waarvan de twee hoekpunten van het hoofdeinde van het dekbed voorzien zijn van openingen, hechtmiddelen of complementaire hechtmiddelen waarmee een losmaakbare verbinding met de twee overeenstemmende hoekpunten van een overtrek kan gelegd worden.

De uitvinding omvat ook een afzonderlijke overtrek, waarvan de twee hoekpunten van het hoofdeinde van de overtrek voorzien zijn van openingen, hechtmiddelen of complementaire hechtmiddelen waarmee een losmaakbare verbinding met de twee overeenstemmende hoekpunten van een dekbed kan gelegd worden.

De uitvinding is niet beperkt tot een bepaalde soort van hechtmiddelen maar om het even welk type van sluiting kan toegepast worden, voor zover dit gepast is voor het gestelde doel.

Bij voorkeur is er tussen de twee hoekpunthechtingen een derde hechting voorzien, waarmee het midden van het hoofdeinde van het dekbed aan het overeenstemmend midden van het hoofdeinde van de overtrek bevestigd wordt.

Een voordeel van dit derde hechtingspunt is dat het voorkomt dat het dekbed tussen de twee hoekpunten inzakt, weg van het hoofdeinde, zodat het dekbed beter op zijn plaats wordt gehouden.

In een variante uitvoeringsvorm zijn naast de twee hoekpunten aan het hoofdeinde van het dekbed ook de twee hoekpunten aan het voeteneinde van het dekbed elk voorzien van een hechtmiddel zodat elk hoekpunt van het dekbed aan het overeenstemmend hoekpunt van de overtrek bevestigt wordt,

In het voorgaande bestaat het dekbed uit één enkel dekbed gevuld met een isolerend materiaal. In de praktijk bestaat het in de winterperiode dikwijls uit een zomerdekbed en een winterdekbed die aan elkaar bevestigd zijn om een betere isolatie te verkrijgen.

Traditioneel wordt het zomerdekbed aan het winterdekbed gehecht door middel van een ritssluiting, drukknoppen of een klittenbandsluiting. Deze hechtingen zijn in de praktijk dikwijls moeilijk te gebruiken omdat ze langs de hele omtrek van zomer- en winterdekbed gesloten moeten worden.

De uitvinding betreft daarom ook een zomerdekbed dat aan tenminste twee, maar bij voorkeur aan de vier hoekpunten voorzien is van hechtmiddelen, die kunnen samenwerken met daartoe voorziene openingen of complementaire hechtmiddelen op overeenstemmende hoekpunten van een winterdekbed en waarmee het zomerdekbed aan het winterdekbed bevestigd wordt.

Bij voorkeur kunnen de hechtmiddelen die het zomerdekbed en het winterdekbed aan elkaar hechten tevens dienen om het gecombineerde zomer- en winterbed aan een overtrek te bevestigen door de hechtmiddelen die de twee hoeken aan het hoofdeinde of voeteneinde van het gecombineerde dekbed samenhouden, tevens te gebruiken om deze twee hoeken aan de twee hoeken van het hoofdeinde of voeteneinde van de overtrek te bevestigen.

Bij voorkeur bestaan de hechtmiddelen uit linten met twee uiteinden, die elk aan één van de vier hoekpunten van het zomerdekbed bevestigd zijn, en die door vier samenwerkende openingen gehaald worden aan elk van de vier hoekpunten van het winterdekbed waarna de linten aan het hoofdeinde van het zomerdekbed ook nog door de twee samenwerkende openingen van het hoofdeinde van de overtrek worden gehaald vooraleer de uiteinden van elk lint aan elkaar te strikken of te knopen.

Het spreekt vanzelf dat ook de omgekeerde opstelling van de linten mogelijk is, waarbij een lint op elk hoekpunt aan het hoofdeinde van de overtrek is bevestigd, en door daartoe voorziene openingen in de overeenstemmende hoekpunten van het zomer- en winterdekbed gehaald wordt om zomer- en winterdekbed niet alleen aan mekaar, maar ook aan de overtrek te bevestigen.

Het spreekt ook vanzelf dat in de plaats van linten, ook andere losmaakbare hechtmiddelen kunnen gebruikt worden waarvan hierboven reeds enkele voorbeelden werden beschreven.

De uitvinding betreft tevens een werkwijze voor het overtrekken van een dekbed met een overtrek volgens de uitvinding, daardoor gekenmerkt dat ze tenminste volgende stappen omvat: het vasthechten van tenminste de hoekpunten van het hoofdeinde of het voeteneinde van een dekbed aan de overeenstemmende hoekpunten van het hoofdeinde van een binnenste buiten gekeerde overtrek; - het overtrekken van het dekbed met de overtrek door deze over het hoofdeinde of voeteneinde van het dekbed te trekken zodat de buitenkant van de overtrek terug naar buiten gekeerd wordt; - het optioneel vasthechten van de hechtingen aan het hoofdeinde en/of voeteneinde van de overtrek aan de rand of de sponnen van het bed waarop het dekbed met overtrek werd aangebracht.

Het voordeel van deze werkwijze is dat ze aan één persoon toelaat in korte tijd een overtrek op een dekbed te verwisselen zonder daarbij hulp van een tweede persoon te vereisen.

Dit voordeel is erg belangrijk voor omstandigheden waarbij vele bedden van een nieuw of gewassen overtrek moeten voorzien worden, en waar het dekbed in de juiste positie ten opzichte van de overtrek moet gebracht worden.

Dit is het geval in bijvoorbeeld rusthuizen, of hotels of andere instellingen waarbij vele bedden onderhouden moeten worden en waarbij dit zo efficiënt mogelijk moet gebeuren.

Met het inzicht de kenmerken van de uitvinding beter aan te tonen, zijn hierna, als voorbeeld zonder enig beperkend karakter, enkele voorkeurdragende uitvoeringsvormen beschreven van een dekbed met overtrek volgens de uitvinding, met verwijzing naar de bijgaande tekeningen, waarin : figuur 1 schematisch en in perspectief een dekbed met overtrek volgens de uitvinding weergeeft; figuur 2 de werkwijze weergeeft voor het gebruik van de uitvinding; figuur 3 een variant van figuur 1 weergeeft met een ander hechtmiddel; figuur 4 een variant van figuur 1 weergeeft met drie in plaats van twee hechtingen aan het hoofdeinde; figuur 5 een variant van figuur 1 weergeeft waarbij de twee hechtingen aan het hoofdeinde van de overtrek niet zichtbaar zijn.

In figuur 1 is schematisch een bed 1 weergegeven met een dekbed 2 omgeven door een overtrek 3, waarbij elk hoekpunt 4, 5 van het hoofdeinde van de overtrek 3, voorzien is van een opening 6, 7 waar doorheen een lint 8, 9 met twee uiteinden is gestoken, waarmee twee strikken 10, 11 werden geknoopt, en waarbij elk lint 8, 9 vastgehecht is aan een hoekpunt van het hoofdeinde 12 van het dekbed 2.

In figuur 2 is de werkwijze weergegeven voor het gebruik van de uitvinding, waarbij een dekbed 2 voorzien is van twee drukknoppen 13,14 op de hoekpunten 4',5' aan het hoofdeinde 12 van het dekbed, die samenwerken met twee complementaire drukknoppen op de hoekpunten 4,5 van het hoofdeinde 15 van de overtrek 3, waarbij de overtrek 3 zich in een binnenste buiten gekeerde toestand bevindt.

In figuur 3 is een variant weergegeven van figuur 1, waarbij elk hoekpunt 4, 5 van het hoofdeinde 15 van de overtrek 3 voorzien is van een opening 6, 7 waar doorheen een klittenband 16, 17 steekt die samenwerkt met een complementaire band 18,19 op de overtrek 3 aan één uiteinde en met het andere uiteinde vastgehecht is aan een hoek 13, 14 van het hoofdeinde van het dekbed.

In figuur 4 is een andere variant weergegeven van figuur 1, waarbij naast de hechtingen 10,11 op de hoekpunten 4,5 nog een derde hechting 20 aan het hoofdeinde van dekbed 2 en overtrek. 3 is aangebracht doorheen een derde opening 21 in het midden van het hoofdeinde 15 van de overtrek 3, die het hoofdeinde 12 van het dekbed en van de overtrek 15 ook in het midden samen zal houden.

In figuur 5 wordt nog een andere variant weergegeven van figuur 1, waarbij het hechtmiddel bestaat uit een lint 8,9 met twee uiteinden, dat aan één van de twee hoekpunten 4,5 aan de binnenkant van de overtrek (3) is gehecht, en dat door daartoe voorziene openingen in de twee hoekpunten 4',5' van het dekbed 2 getrokken wordt waarna de uiteinden van het lint aan elkaar geknoopt worden, en deze linten niet meer zichtbaar zijn aan de buitenkant van de overtrek 3 van een opgemaakt bed.

De werkwijze voor het gebruik van de inrichting 1 is zeer eenvoudig en als volgt.

De werkwijze omvat tenminste volgende stappen: - het vasthechten van tenminste de hoekpunten 4', 5' van het hoofdeinde 12 of het voeteneinde van een dekbed 2 aan de overeenstemmende hoekpunten 4,5 van een binnenste buiten gekeerde overtrek 3; - het overtrekken van het dekbed 2 met de overtrek 3 door deze over het hoofdeinde 12 of voeteneinde van het dekbed 2 ie trekken zodat de buitenkant van de overtrek 3 terug naar buiten gekeerd is; - het optioneel vasthechten van de hechtingen 13, 14 aan het hoofdeinde 15 en/of voeteneinde van de overtrek 3 aan de rand of de sponnen van het bed waarop het dekbed 2 met overtrek 3 werd aangebracht.

Het spreekt vanzelf dat deze werkwijze kan uitgebreid worden naar het overtrekken van een gecombineerd dekbed dat is samengesteld uit een zomer- en een winterdekbed, waarbij de hechtingen aan het hoofdeinde of voeteneinde van de overtrek niet alleen gebruikt worden om het gecombineerd dekbed aan de overtrek te bevestigen, maar tevens gebruikt worden om de samenstellende delen van het gecombineerde dekbed zelf aan elkaar te bevestigen.

De huidige uitvinding is geenszins beperkt tot de als voorbeeld beschreven en in de figuren weergegeven uitvoeringsvormen, doch een dekbed met overtrek volgens de uitvinding kan in allerlei vormen en afmetingen worden verwezenlijkt zonder buiten het kader van de uitvinding te treden, zoals ze beschreven is in de conclusies.

Claims

Conclusies . 1. " Inrichting voor het samenhouden van twee hoekpunten (13.14) van een dekbed (2) met de twee overeenstemmende hoekpunten (4,5) van zijn overtrek (3), daardoor gekenmerkt dat de twee hoekpunten aan het hoofdeinde van het dekbed (13.14) elk voorzien zijn van een hechtmiddel dat het hoekpunt van het dekbed (2) aan het overeenstemmend hoekpunt aan het hoofdeinde van de overtrek (3) bevestigt.
2. - Inrichting volgens conclusie 1, daardoor gekenmerkt dat het hechtmiddel bestaat uit een lint (8,9) met twee uiteinden, dat aan één van de twee hoekpunten (4', 5') van het dekbed (2) is gehecht, en dat door daartoe voorziene openingen (6,7) in het overeenstemmende hoekpunt (4,5) van de overtrek (3) getrokken wordt waarna de uiteinden van het lint (6,7) aan elkaar geknoopt of gestrikt worden. 3. ~ Inrichting volgens conclusie 1, daardoor gekenmerkt dat het hechtmiddel bestaat uit een lint (8,9) met twee uiteinden, dat aan één van de twee hoekpunten (4,5) aan de binnenkant van de overtrek (3) is gehecht, en dat door daartoe voorziene openingen in de twee hoekpunten (4',5') van het dekbed (2) getrokken wordt waarna de uiteinden van het lint aan elkaar geknoopt worden.
4. - Inrichting volgens conclusie 1, daardoor gekenmerkt dat de hechtmiddelen bestaan uit een drukknop (13,14) op elk van de twee hoekpunten (4', 5') van het dekbed (2) die kan samenwerken met een complementaire drukknop op elk van de overeenstemmende hoekpunten (4,5) van de overtrek (3). 5. “ Inrichting volgens conclusie 1, daardoor gekenmerkt dat de hechtmiddelen bestaan uit klittenbandhechtingen (16,17) tussen enerzijds een hoekpunt (4',5') van het dekbed en anderzijds het overeenstemmende hoekpunt (4,5) van de overtrek (3), waarbij de klittenband (16,17) van het dekbed aan een complementaire band (18,19) op de overtrek (3) gekleefd wordt.
6. - Inrichting volgens conclusie 5, daardoor gekenmerkt dat de klittenbanden (16,17) van het dekbed (2) doorheen daartoe voorziene openingen (6,7) in de overeenstemmende hoekpunten (4,5) van de overtrek (3) kunnen getrokken worden vooraleer ze op een complementaire band (18,19) op de overtrek (3) gekleefd worden.
7. - Inrichting volgens conclusie 1, daardoor gekenmerkt dat de hechtmiddelen bestaan uit verende klemmen, uit harpsluitingen, gespen of uit een ander type sluiting waarmee een hoekpunt (4', 5') van een dekbed (2) aan een hoekpunt (4',5') van een overtrek (3) kan bevestigd worden op een .losmaakbare manier.
8. - Inrichting volgens conclusie 1, daardoor gekenmerkt dat naast de twee hoekpunthechtingen (8,9) er een derde hechting (21) voorzien is tussen de twee hoekpunten (4,5), waarmee het midden van het hoofdeinde van het dekbed aan het overeenstemmend midden (21) van het hoofdeinde van de overtrek (3) bevestigd wordt.
9. - Inrichting volgens conclusie 1, daardoor gekenmerkt dat naast de twee hoekpunthechtingen (8,9} van het hoofdeinde (12) van het dekbed ook de twee hoekpunten van het voeteneinde van het dekbed (2) elk voorzien zijn van een hechtmiddel dat het hoekpunt van het dekbed (2) aan het overeenstemmend hoekpunt aan het voeteneinde van de overtrek (3) bevestigt.
10. - Dekbed (2), daardoor gekenmerkt dat de twee hoekpunten (4',5') van het hoofdeinde (15) en/of van het voeteneinde van het dekbed (2) voorzien zijn van openingen, hechtmiddelen (13,14) of complementaire hechtmiddelen waarmee een losmaakbare verbinding met de twee overeenstemmende hoekpunten (4,5} van het hoofdeinde en/of van het voeteneinde van een overtrek (3) gelegd wordt.
11. Zomerdekbed, daardoor gekenmerkt dat het aan tenminste twee maar bij voorkeur aan de vier hoekpunten voorzien is van hechtmiddelen, die kunnen samenwerken met daartoe voorziene openingen of complementaire hechtmiddelen op overeenstemmende hoekpunten van een winterdekbed en waarmee het zomerdekbed aan het winterdekbed bevestigd wordt.
12. - Zomerdekbed volgens conclusie 11, daardoor gekenmerkt dat de hechtmiddelen die het zomerdekbed en het winterdekbed aan elkaar hechten tevens gebruikt worden om het gecombineerde zomer- en winterbed aan een overtrek te bevestigen door de hechtmiddelen die de twee hoeken aan het hoofdeinde of voeteneinde van het gecombineerde dekbed samenhouden, tevens te gebruiken om deze twee hoeken aan de twee hoeken van het hoofdeinde of voeteneinde van de overtrek te bevestigen.
13. - Overtrek (3), daardoor gekenmerkt dat de twee hoekpunten (4,5) van het hoofdeinde van de overtrek (3) en/of van het voeteneinde van de overtrek, voorzien zijn van openingen (6,7), hechtmiddelen (16,17) of complementaire hechtmiddelen (18,19) waarmee een losmaakbare verbinding met de twee overeenstemmende hoekpunten (4',5') van het hoofdeinde en/of van het voeteneinde van een dekbed gelegd wordt.
14. - Werkwijze voor het overtrekken van een dekbed (2) met een overtrek (3), daardoor gekenmerkt dat ze minstens volgende stappen omvat: - het vasthechten van tenminste de hoekpunten (4',5') van het hoofdeinde (12) of voeteneinde van een dekbed (2) aan de overeenstemmende hoekpunten (4,5) van een binnenste buiten gekeerde overtrek (3); - het overtrekken van het dekbed (2) met de overtrek (3) door deze over het hoofdeinde (12) of voeteneinde van het dekbed te trekken zodat de buitenkant van de overtrek (3) terug naar buiten gekeerd is; “ het optioneel vasthechten van de hechtingen (13,14) aan het hoofdeinde en/of voeteneinde (15) van de overtrek aan de rand of de sponnen van het bed waarop het dekbed (2) met overtrek (3) werd aangebracht.
15.- Werkwijze volgens conclusie 12, waarbij het dekbed een gecombineerd dekbed is samengesteld is uit een zomerdekbed en een winterdekbed, daardoor gekenmerkt dat de hechtingen aan het hoofdeinde van de overtrek niet alleen gebruikt worden om het gecombineerd dekbed aan de overtrek te bevestigen, maar tevens gebruikt worden om de samenstellende delen van het gecombineerde dekbed aan elkaar te bevestigen.