BE1022844B1 - Herbruikbare stapelbare en nestbare bak voor het stockeren en/of transporteren van goederen - Google Patents

Abstract

Herbruikbare stapelbare en nestbare bak voor het stockeren en/of transporteren van goederen, welke bak (1) een bodem (2) bezit en twee overstaande zijwanden (3,4) die vanaf de bodem (2) naar boven toe divergeren en die bovenaan voorzien zijn van een steunrand (5) voor een bovenliggende bak (1) daardoor gekenmerkt dat de bak (1) voorzien is van twee vleugels (11) die met een bovenste rand (12) verdraaibaar bevestigd zijn met een steunrand (5) van één van beide van voornoemde zijwanden (3, 4) tussen een opberpositie, waarin de vleugels (11) naar binnen zijn gedraaid zodanig dat de bakken (1) in deze situatie nestbaar zijn om de bakken (1) in elkaar te kunnen stapelen, en een stapelpositie, waarin de vleugels(11) naar buiten zijn gedraaid tot in een stapelpositie waarin de vleugels (11) met hun onderste rand (11) op een voornoemde steunrand (5) van een onderliggende bak (1) kunnen rusten om de bakken (1) op elkaar te kunnen stapelen.

Description

Herbruikbare stapelbare en nestbare bak voor het stockeren en/of transporteren van goederen.

De huidige uitvinding heeft betrekking op een herbruikbare stapelbare en nestbare bak voor het stockeren en/of transporteren van goederen.

Meer speciaal is de uitvinding bedoeld voor het transport van wisselstukken of andere goederen waarbij bakken worden gebruikt die na levering van de wisselstukken of goederen worden teruggeleverd als leeg goed dat opnieuw kan worden gebruikt voor een volgende levering van wisselstukken of goederen.

Dergelijke bakken zijn doorgaans open bakken zonder deksel die voorzien zijn om op elkaar gestapeld te kunnen worden op een pallet of dergelijke, waarbij hiertoe de bodem van de bak kan voorzien zijn van een getrapte vorm ter vorming van een versmald gedeelte dat past in de bovenste opening van een gelijkaardige onderliggende bak en ter vorming van een kraag waarmee de bak op de bovenste rand van een onderliggende bak kan rusten.

Bakken die op die manier met wisselstukken erin gestapeld zijn kunnen niet lateraal bewegen ten opzichte van elkaar, wat de stabiliteit van de gestapelde bakken ten goede komt en de veiligheid bevordert.

Een nadeel is echter dat wanneer de bakken leeg zijn, zij ook op die manier op elkaar gestapeld moeten worden waardoor zij voor het transport of het stokkeren van deze lege bakken veel onbenutte ruimte in beslag nemen, wat contraproductief is en de kost van het transport en het stokkeren duurder maakt.

Men kent ook reeds bakken die in elkaar nestbaar zijn en die hiertoe een vorm hebben die naar de bodem toe smaller wordt om in elkaar te kunnen passen.

Een nadeel hiervan is dat het steunvlak dat door de bodem wordt gevormd kleiner wordt, waardoor de laterale stabiliteit nadelig wordt beïnvloed.

Dergelijke bakken kunnen in hun zijwanden ook voorzien zijn van uitstulpingen en complementaire groeven die het mogelijk maken dat in één onderlinge positie de bakken in elkaar nestbaar zijn, terwijl in een andere positie de bakken niet meer nestbaar zijn en in dit geval op elkaar stapelbaar zijn wanneer de bakken vanuit de nestbare positie tot in een stapelbare ten opzichte van elkaar over een halve toer zijn gedraaid.

Ook in dit geval laat de stabiliteit van de gestapelde bakken te wensen over.

Een bijkomend nadeel is dat door de voornoemde uitstulpingen en complementaire groeven het beschikbaar nuttig volume van de bakken vermindert.

Nog een nadeel is dat de uitstulpingen en groeven vernauwingen of vernauwende tunnels kunnen doen ontstaan waarin de te stapelen producten kunnen geklemd raken en daardoor kunnen blijven zitten bij het ledigen van de bakken.

Bij een ander type van nestbare en stapelbare bakken kunnen steunen voor de bodem van een bovenliggende bak in de opening van de bak bovenaan worden gekanteld om de bakken op elkaar te kunnen stapelen, welke steunen ook van de opening weg kunnen gekanteld worden om de bakken in elkaar te kunnen stapelen.

Buiten een mindere stabiliteit hebben deze bakken ook het nadeel dat een bijkomende handeling nodig is om de steunen in de opening te kantelen om de bakken op elkaar te kunnen stapelen.

De huidige uitvinding heeft tot doel aan één of meer van de voornoemde en andere nadelen een oplossing te bieden.

Hiertoe betreft de uitvinding een herbruikbare stapelbare en nestbare bak voor het stockeren en/of transporteren van goederen, welke bak een bodem bezit en minstens twee overstaande opstaande zijwanden die vanaf de bodem naar boven toe divergeren en die bovenaan voorzien zijn van een steunrand voor een bovenliggende bak, waarbij de bak voorzien is van twee vleugels die met een bovenste rand verdraaibaar bevestigd of verbonden zijn met een steunrand van één van beide van voornoemde overstaande zijwanden tussen een opbergpositie, enerzijds, waarin de vleugels met hun onderste rand naar binnen zijn gedraaid zodanig dat de identieke bakken in deze situatie nestbaar zijn om de bakken minstens gedeeltelijk in elkaar te kunnen stapelen, en een stapelpositie, anderzijds, waarin de vleugels met hun onderste rand naar buiten zijn gedraaid tot in een stapelpositie waarin de vleugels met hun onderste rand op een voornoemde steunrand van een onderliggende bak kunnen rusten om de bakken op elkaar te kunnen stapelen.

Een voordeel van dergelijke bak is dat voor transport of opslag van de lege bak, de voornoemde vleugels met hun onderste rand naar binnen gedraaid kunnen worden, bijvoorbeeld door indrukking, zodat de bak nestbaar in een andere bak gestapeld kan worden. Op deze manier kan het transport of de opslag van lege bakken plaatsbesparend gebeuren met weinig onbenutte open ruimtes tussen de bakken onderling.

Tegelijkertijd is de bak ook stapelbaar, doordat de vleugels met hun onderste rand op de voornoemde steunrand van een onderliggende bak kunnen rusten in de stapelpositie van de vleugels.

Hierbij zijn er geen uitstulpingen en complementaire groeven nodig om de stapelbaarheid te realiseren, zoals in de gekende bakken, waardoor het nuttig volume van de bakken gemaximaliseerd kan worden.

Een bijkomend voordeel van dergelijke bakken is dat er niet moet op gelet worden om de bakken in één welbepaalde oriëntatie te stapelen om ze op elkaar dan wel in elkaar (i.e. nestbaar) te kunnen stapelen. De bakken kunnen met andere woorden niet verkeerd gestapeld worden.

Nog een ander bijkomend voordeel is dat om de bakken te kunnen stapelen of in elkaar te kunnen plaatsen, enkel het indrukken of opentrekken van de vleugels nodig is. Dit kan gemakkelijk uitgevoerd worden tijdens het stapelen of plaatsen van de bakken, zonder dat dit een extra handeling vereist.

Volgens een voorkeursdragende uitvoeringsvorm, zijn er blokkeringsmiddelen die de onderste rand van de vleugels in hun stapelpositie blokkeren in een buitenwaartse laterale richting.

Met andere woorden, deze blokkeringsmiddelen zullen verhinderen dat de vleugels slechts tot een bepaalde positie naar buiten kunnen gedraaid worden weg van de betreffende zijwand.

Dit zal de stabiliteit van de bak ten goede komen wanneer deze gevuld is met wisselstukken of andere goederen, omdat de vleugels onder het gewicht van de inhoud van de bak niet verder door kunnen draaien.

Het is duidelijk dat deze blokkeringsmiddelen veel verschillende vormen kunnen aannemen en dat het niet uitgesloten is dat meerdere types of soorten van blokkeringsmiddelen in één bak gecombineerd worden.

Bij voorkeur is de bak voorzien van elastische middelen die de neiging hebben de vleugels naar buiten te duwen in de stapelpositie.

Dit heeft als voordeel dat de vleugels zich altijd in de stapelpositie bevinden zodat ze zondermeer op elkaar gestapeld kunnen worden.

Deze elastische middelen zullen ervoor zorgen dat de bak enkel een handeling nodig heeft om de vleugels in te drukken, maar niet om de vleugels uit te klappen.

Wanneer de bakken nestbaar in elkaar gestapeld moeten worden, zal men door het uitoefenen van een zekere kracht op de vleugels naar binnen toe bij het vastnemen van de bak, de vleugels naar de opbergpositie kunnen brengen en de bakken in elkaar genest kunnen stapelen.

Wanneer de bakken nestbaar in elkaar gestapeld zijn, zullen de vleugels ingedrukt worden, tegen de kracht van de elastische middelen in, door de onderliggende bak waarin de betreffende bak genest is.

Het is duidelijk dat deze elastische middelen op verschillende manieren uitgevoerd kunnen worden.

Met het inzicht de kenmerken van de uitvinding beter aan te tonen, zijn hierna, als voorbeeld zonder enig beperkend karakter, enkele voorkeurdragende uitvoeringsvormen beschreven van een herbruikbare stapelbare en nestbare bak volgens de uitvinding voor het stockeren en/of transporteren van goederen, met verwijzing naar de bijgaande tekeningen, waarin: figuur 1 in perspectief een voorbeeld van een herbruikbare stapelbare en nestbare bak volgens de uitvinding weergeeft in opbergpositie; figuur 2 in perspectief de bak uit figuur 1 weergeeft, doch in stapelpositie; figuur 3 in perspectief een aantal identieke bakken in de opbergpositie weergeven die op een plaatsbesparende manier in elkaar genest zijn; figuur 4 in perspectief een aantal identieke bakken in de stapelpositie weergeeft die op elkaar gestapeld zijn; figuur 5 een zicht weergeeft volgens de pijl F5 uit figuur 1; figuur 6 een doorsnede weergeeft volgens de lijn VI-VI in figuur 1; figuur 7 een detail weergeeft van het gedeelte dat in figuur 6 door F7 is aangeduid; figuur 8 een zicht weergeeft volgens de pijl F8 uit figuur 3; figuur 9 een zicht weergeeft volgens de pijl F9 uit figuur 2; figuur 10 een doorsnede weergeeft volgens de lijn X-X in figuur 2; figuur 11 een detail weergeeft van het gedeelte dat in figuur 10 door Fll is aangeduid; figuur 12 een doorsnede weergeeft volgens de lijn XII-XII in figuur 4; figuur 13 een onderaanzicht weergeeft van de bak uit figuur 1; figuren 14 tot 16 schematisch een andere uitvoeringsvorm tonen van een bak volgens de uitvinding.

De in figuren 1 en 2 weergegeven bak 1 volgens de uitvinding is bij wijze van voorbeeld een model van bak 1 met een rechthoekige omtrek, bestaande uit een rechthoekige bodem 2 en twee overstaande opstaande zijwanden 3 die vanaf de bodem 2 naar boven toe divergeren.

Deze twee overstaande opstaande zijwanden 3 zijn verbonden door middel van twee bijkomende overstaande opstaande zijwanden 4, welke hierna de 'dwarse zijwanden 4' genoemd worden. De bodem 2 met de vier zijwanden 3, 4 vormen de bak 1. In dit geval is de bak 1 een open bak 1, dit wil zeggen een bak zonder deksel.

Zoals te zien is in figuren 1 en 2, zijn de bodem 2 en de zijwanden 3, 4 van de bak zo goed als vlak. In het bijzonder de binnenzijde van de bak 1 is bij voorkeur vlak uitgevoerd, zodat onderdelen of andere goederen niet ongewenst tussen oneffenheden kunnen blijven steken tijdens het ledigen van de bak 1.

Het is duidelijk dat de bak 1 qua vormgeving en afmetingen veel verschillende vormen kan aannemen. Alhoewel het bij voorkeur een bak 1 uit kunststof is omdat de bak 1 dan zowel sterk als licht kan uitgevoerd worden, is het duidelijk dat het niet uitgesloten is dat de bak 1 vervaardigd is uit een ander materiaal.

De zijwanden 3, 4 zijn bovenaan voorzien van een steunrand 5 voor een bovenliggende bak. De steunrand 5 wordt in dit geval gevormd door een dubbel omgeplooid gedeelte van de bovenste rand 6 van de voornoemde opstaande zijwanden 3, 4, welk gedeelte een holle kraag 7 definieert.

De steunrand 5 is ter plaatse van de overstaande opstaande zijwanden 3 voorzien van een aantal pennen 8. Er is tevens een opstaande ribbe 9 voorzien op de steunrand 5 die zich in dit geval over zo goed als de volledige lengte van de overstaande opstaande zijwanden 3 uitstrekt. De steunrand 5 is ter plaatse van de dwarse opstaande zijwanden 4 voorzien van handvaten 10.

Volgens de uitvinding is de bak voorzien van twee vleugels 11 die met een bovenste rand 12 verdraaibaar bevestigd of verbonden zijn met een steunrand 5 van één van de voornoemde overstaande opstaande zijwanden 3, waarbij de bovenste rand 12 van de vleugel 11 zich in dit voorbeeld uitstrekt in de voornoemde holle kraag 7.

In het weergegeven voorbeeld is elke vleugel 11 langs zijn bovenste rand 11 verdraaibaar door middel van twee knop-gat verbindingen 13 tussen de vleugel 11 en de steunrand 5 van de bak 1.

De vleugels 11 zijn verdraaibaar tussen een opbergpositie, zoals weergegeven in figuur 1 en een stapelpositie, zoals weergegeven in figuur 2.

In de opbergpositie zijn de vleugels 11 met hun onderste rand 14 naar binnen gedraaid, waarbij in dit geval, doch niet noodzakelijk, de opbergpositie van de vleugels 11 overeenkomt met een positie waarin de vleugels 11 tegen de voornoemde overstaande zijwanden 3 zijn gedraaid.

In deze opbergpositie zijn identieke bakken 1 nestbaar om de bakken 1 minstens gedeeltelijk in elkaar te kunnen stapelen, zoals weergegeven in figuur 3.

In de stapelpositie zijn de vleugels 11 met hun onderste rand 14 naar buiten gedraaid. In dit geval is de steunrand 5 voorzien van een aanslag 15 voor de vleugels 11 in hun stapelpositie, om ervoor te zorgen dat de buitenwaartse beweging van de vleugels 11 beperkt is. In dit geval wordt deze aanslag 15 gevormd door de buitenste wand van de voornoemde holle kraag 7.

In deze stapelpositie kunnen de vleugels 11 met hun onderste rand 14 op een voornoemde steunrand 5 van een onderliggende bak 1 rusten om de bakken 1 op elkaar te kunnen stapelen, zoals weergegeven in figuur 4.

In figuren 1 tot 4, is de vormgeving van de vleugels 11 als volgt uitgevoerd.

De twee overstaande randen die de onderste rand 14 en de bovenste rand 12 van de vleugel 11 verbinden vertonen een omgeplooid gedeelte 16, dat naar de dwarse zijwanden 4 toe omgeplooid is zodat de vleugels 11 met dit gedeelte 16 als het ware rond de hoeken van de bak 1 geplooid zijn.

Het is met deze omgeplooide gedeelten 16 dat de vleugel 11 door middel van knop-gat verbindingen 13 verdraaibaar is aan de steunrand 5 van de bak 1. De knop-gat verbindingen 13 zijn zodanig geplaatst dat zij coaxiaal zijn en een rotatieas X-X' voor de draaibeweging van de betreffende vleugel 11 definiëren. In dit geval zijn de knop-gat verbindingen 13 geplaatst aan de steunranden 5 ter plaatse van de dwarse zijwanden 4 zodat de vleugel 11 verbonden is met de steunrand 5 van de twee voornoemde dwarse zijwanden 4 .

In elk van deze omgeplooide gedeelten 16 is een slipgat 17 voorzien dat kan samenwerken met een tap 8 die op de voornoemde dwarse zijwand 4 is aangebracht. Het slipgat 17 strekt zich uit langs een cirkelsector met een middelpunt dat samenvalt met de rotatieas X-X' van de draaibeweging van de betreffende vleugel 11.

Bij verdraaiing van de vleugels 11, zal de tap 18 in het slipgat 17 verschuiven.

De onderste rand 14 van de vleugels is eveneens haaks omgeplooid en is voorzien van een aantal gaten 19. Dit is weergegeven in figuren 5 en 6.

Deze gaten 19 passen over de overeenstemmende pennen 8 die zijn aangebracht op de steunrand 5.

Het is ook mogelijk dat de steunrand 5 voorzien is van gaten 19 in plaats van pennen 8 en de vleugels 11 van pennen 8 die in deze gaten 19 passen.

Deze onderste rand 14 is in dit geval haaks naar binnen omgeplooid, welke omgeplooide onderste rand 14 in de opbergpositie onder de bodem 2 van de bak 1 past, zoals weergegeven in figuur 1.

De vleugels 11 hebben een elastische buigbare lip 20 die zich afzet tegen een betreffende overstaande zijwand 3. In dit geval heeft elke vleugel 11 twee dergelijke lippen 20.

Deze elastische lippen 20 hebben de neiging om de vleugels 11 tegen de voornoemde aanslag 15 naar buiten te duwen, in de stapelpositie zoals weergegeven in figuur 2.

In het weergegeven voorbeeld worden de elastische lippen 20 gevormd door U-vormige insnijdingen 21 in de betreffende vleugels 11.

In plaats van lippen 20 kunnen ook andere elastische middelen gebruikt worden die de neiging hebben de vleugels 11 tegen de voornoemde aanslag 15 naar buiten te duwen, bijvoorbeeld veren of dergelijke.

Het effect van deze elastische middelen zal zijn dat er enkel een handeling nodig is om de vleugels in te drukken, maar niet om de vleugels uit te klappen.

Het is duidelijk dat de vleugels 11 op veel verschillende manieren kunnen uitgevoerd worden, in meer of in mindere mate afwijkend van de hierboven beschreven uitvoeringsvorm van de vleugels 11.

Het gebruik van de werking van de bak 1 uit figuren 1 tot 4 voor het stockeren en/of transporteren van goederen is zeer eenvoudig en als volgt.

Voor het stockeren of transporteren van een lege bak 1, worden de vleugels 11 in de opbergpositie gebracht. Figuren 5 tot 8 tonen deze opbergpositie in meer detail.

Dit kan gebeuren door een bak 1 vast te nemen tussen twee handen, waarbij één hand op elke vleugel 11 wordt gehouden en door vervolgens een zekere kracht uit te oefenen op de vleugels 11 die tegengesteld is aan de kracht uitgeoefend door de voornoemde lippen 20 om de vleugels 11 in te drukken.

Door het indrukken van de vleugels 11 draaien de vleugels 11 tot tegen de overstaande zijwanden 3 en passen de omgeplooide onderste randen 14 van de vleugels 11 onder de bodem 2 van de bak 1, zoals weergegeven in figuur 6.

Zoals te zien is in figuur 5, bevindt de voornoemde pen 18 zich tegen het uiteinde van het slipgat 17.

In figuren 6 en 7 is tevens zichtbaar dat de vleugel 11 zich in dit geval niet tegen de aanslag 15, gevormd door de buitenste rand van de kraag 7, bevindt.

In deze opbergpositie is de onderzijde van de bak 1 smaller dan de bovenzijde, zodat de bakken 1 in elkaar genest kunnen worden, zoals weergegeven in figuur 8.

Hierbij steunt de steunrand 5 van een bovenliggende bak 1 op de steunrand 5 van een onderliggende bak 1. De zijwanden 3 van de onderliggende bak 1 zullen de vleugels 11 van de bovenliggende bak 1 in de opbergpositie houden.

Met andere woorden worden in dit geval de lippen 20 ingedrukt wanneer de bak 1 genest is in een andere bak 1.

Op deze manier kunnen de lege bakken 1 zeer plaatsbesparend gestockeerd of getransporteerd worden.

Wanneer men de bakken 1 wenst te vullen met goederen, kan men één van de bakken 1 vastnemen aan de handvaten 10 om deze uit de onderliggende bak 1 te nemen.

Onder invloed van de lippen 20 zullen de vleugels 11 naar de stapelpositie draaien.

Hierbij zal de voornoemde pen 18 verschuiven naar het andere uiteinde van het slipgat 17, zoals weergegeven in figuur 9. Op deze manier zullen de vleugels 11 in hun stapelpositie geblokkeerd worden in een buitenwaartse laterale richting, zodat de vleugels 11 niet te ver naar buiten kunnen draaien.

Dit komt de stabiliteit van de bak 1 ten goede, in het bijzonder omdat verhinderd wordt dat onder het gewicht van de gevulde bak 1 de vleugels 11 verder naar buiten kunnen draaien. Ook zal dit helpen om de vleugels 11 in een geschikte positie te houden voor het op elkaar stapelen.

In de stapelpositie komt de vleugel 11 tegen de aanslag 15 van de kraag 7, zoals weergegeven in figuren 10 en 11.

Op figuur 11 is ook duidelijk te zien hoe de lippen 20 de neiging hebben om de vleugels 11 tegen de voornoemde aanslag 15 naar buiten te duwen.

Op figuur 11 is tevens duidelijk te zien dat in deze positie de bovenste rand 12 van de vleugels 11 tegen de steunrand 5 komt, in het bijzonder tegen de bovenste zijde van de holle kraag 7, zodanig dat het gewicht van de bak 1 gedragen wordt door de vleugels 11. Dit kan gerealiseerd worden door de knop-gat verbindingen 13 geschikt te kiezen.

Dit heeft als voordeel dat niet al het gewicht verdeeld wordt over de knop-gat 13 verbindingen, omdat de bak 1 als het ware gedragen wordt door of steunt op de vleugels 11.

Men kan de bak 1 opvullen met spullen en nadien op een andere bak 1 stapelen. Dit is weergegeven in figuur 12, die een doorsnede toont van een aantal op elkaar gestapelde bakken 1.

Zoals te zien is in deze figuur, steunt een bovenliggende bak 1 met de vleugels 11 op de steunrand 5 van een onderliggende bak 1. Meer bepaald zal de omgeplooide onderste rand 14 van de vleugels 11 rusten op de steunrand 5, waarbij de voornoemde gaten 19 over de pennen 8 op de steunrand 5 passen.

Hierdoor zullen de vleugels 11 geblokkeerd worden in de stapelpositie.

Verder zal ook de voornoemde opstaande ribbe 9 dienst doen als een blokkeringsmiddel om de vleugels 11 in de stapelpositie te houden.

Zowel de pennen 8 als de opstaande ribben 9 zullen bijdragen tot de stabiliteit van de bakken 1 en van de gestapelde bakken 1, zodat de laterale stabiliteit van zowel de bak 1 als van de stapel verbeterd wordt.

Hierdoor kan vermeden worden dat de bakken 1 onderling verschuiven of overhellen tijdens transport en/of wanneer de bakken 1 niet gelijkmatig geladen zijn.

In figuur 13 is een onderaanzicht weergegeven van een bak 1 in de stapelpositie, waar de gaten 19 in de omgeplooide onderste rand 14 van de vleugels 11 zichtbaar is.

Ook is zichtbaar dat de bodem 2 van de bak 1 gevormd met twee uitsparingen 22 of verdiepingen waar de voornoemde omgeplooide onderste rand 14 in past wanneer de vleugels 11 zich in de opbergpositie bevinden. Hierdoor za.1 een vlakke bodem 2 bekomen worden, zelfs wanneer de vleugels 11 zich in de opbergpositie bevinden.

In figuren 14 tot 16 is een alternatieve uitvoeringsvorm weergegeven van een bak 1 volgens de uitvinding.

De bak uit figuren 14 tot 16 verschilt van de vorige uitvoeringsvorm hoofdzakelijk in de vormgeving van de vleugels 11.

De bak 1 is in dit geval ééndelig uitgevoerd, wat wil zeggen dat de bak 1 met de vleugels 11 één geheel vormt, bijvoorbeeld door het gieten of spuitgieten in een matrijs.

Als gevolg hiervan zijn er geen knop-gat verbindingen 13 voorzien.

Hierbij zijn de vleugels 11 zodanig vormgegeven dat ze zich, wanneer een geen kracht wordt op uitgeoefend in de stapelpositie bevinden.

De onderste rand 14 van de vleugels 11 is niet omgeplooid, en er zijn geen pennen 8 en gaten 19 voorzien.

Er is wel een slipgat 17 en een tap 18 voorzien die zullen verhinderen dat de vleugels 11 verder kunnen doordraaien in een buitenwaartse laterale richting, zodat de bak 1 voldoende stabiliteit heeft ook als deze gevuld is en/of gestapeld is.

Ook is er in deze uitvoeringsvorm geen aanslag 15 voorzien ter plaatse van de steunrand 5 voor de vleugels 11 in de stapelpositie.

Verder is het gebruik en de werking van de bak 1 analoog als de hoger beschreven uitvoeringsvorm.

Alhoewel in de voorbeelden telkens open bakken 1 werden getoond, is het niet uitgesloten bakken 1 te hebben die voorzien zijn van een ééndelig of meerdelig deksel, al of niet verbonden met een zijwand 3, 4. Ook zijn andere vormen van de bak 1 vanzelfsprekend niet uitgesloten. De bodem 2 en/of zijwanden 3, 4 en/of een eventueel deksel kunnen een gesloten of een open structuur bezitten. Ook kan de bak 1 voorzien zijn van de nodige versterkingen.

De huidige uitvinding is geenszins beperkt tot de als voorbeeld beschreven en in de figuren weergegeven uitvoeringsvormen, doch een herbruikbare en stapelbare en nestbare bak volgens de uitvinding voor het stockeren en/of transporteren van goederen, kan in allerlei vormen en afmetingen worden verwezenlijkt zonder buiten het kader van de uitvinding te treden.

Claims (13)

1. Conclusies .

   1. - Herbruikbare stapelbare en nestbare bak voor het stockeren en/of transporteren van goederen, welke bak (1) een bodem (2) bezit en minstens twee overstaande opstaande zijwanden (3, 4) die vanaf de bodem (2) naar boven toe divergeren en die bovenaan voorzien zijn van een steunrand (5) voor een bovenliggende bak (1), daardoor gekenmerkt dat de bak (1) voorzien is van twee vleugels (11) die met een bovenste rand (12) verdraaibaar bevestigd of verbonden zijn met een steunrand (5) van één van beide van voornoemde overstaande zijwanden (3, 4) tussen een opbergpositie, enerzijds, waarin de vleugels (11) met hun onderste rand (14) naar binnen zijn gedraaid zodanig dat de identieke bakken (1) in deze situatie nestbaar zijn om de bakken (1) minstens gedeeltelijk in elkaar te kunnen stapelen, en een stapelpositie, anderzijds, waarin de vleugels (11) met hun onderste rand (14) naar buiten zijn gedraaid tot in een stapelpositie waarin de vleugels (11) met hun onderste rand (11) op een voornoemde steunrand (5) van een onderliggende bak (1) kunnen rusten om de bakken (1) op elkaar te kunnen stapelen. 2. ~ Herbruikbare stapelbare en nestbare bak volgens conclusie 1, daardoor gekenmerkt dat de steunrand (5) voorzien is van een aanslag (15) voor de vleugels (11) in hun stapelpositie.
2. 3. - Herbruikbare stapelbare en nestbare bak volgens conclusie 2, daardoor gekenmerkt dat de steunrand (5) wordt gevormd door een dubbel omgeplooid gedeelte van de bovenste rand (6) van de opstaande wanden (3, 4), welk gedeelte een holle kraag (7) definieert waarin de bovenste rand (12) van de vleugel (11) zich uitstrekt, waarbij de voornoemde aanslag (15) wordt gevormd door de buitenste wand van de kraag ( 7) .
3. 4. - Herbruikbare stapelbare en nestbare bak volgens één van de voorgaande conclusies, daardoor gekenmerkt dat de opbergpositie van de vleugels (11) overeenkomt met een positie waarin de vleugels (11) tegen de overstaande zijwanden (3) zijn gedraaid.
4. 5. - Herbruikbare stapelbare en nestbare bak. volgens één van de voorgaande conclusies, daardoor gekenmerkt dat elke vleugel (11) langs zijn bovenste rand (12) verdraaibaar is door middel van twee coaxiale knop~gat verbindingen (13) tussen de vleugel (11) en de steunrand (5) van de bak (1).
5. 6. - Herbruikbare stapelbare en nestbare bak volgens één van de voorgaande conclusies, daardoor gekenmerkt dat in de stapelpositie de vleugels (11) met hun bovenste rand (12) tegen de steunrand (5) komen, zodat de bak (1) gedragen wordt door de vleugels (11).
6. 7. - Herbruikbare stapelbare en nestbare bak volgens één van de voorgaande conclusies, daardoor gekenmerkt dat er blokkeringsmiddelen zijn die de onderste rand (14) van de vleugels (11) in hun stapelpositie blokkeren in een buitenwaartse laterale richting.
7. 8. - Herbruikbare stapelbare en nestbare bak volgens conclusie 7, daardoor gekenmerkt dat de voornoemde blokkeringsmiddelen worden gevormd door een tap (18) die beweegbaar is in een slipgat (17) dat zich uitstrekt langs een cirkelsector met een middelpunt dat samenvalt met de rotatieas (X-X' ) van de draaibeweging van de betreffende vleugel (11).
8. 9. - Herbruikbare stapelbare en nestbare bak volgens conclusie 7 of 8, daardoor gekenmerkt dat de voornoemde blokkeringsmiddelen worden gevormd door een opstaande ribbe (9) op de steunrand (5). 10. ~ Herbruikbare stapelbare en nestbare bak volgens één van de conclusies 7 tot 9, daardoor gekenmerkt dat de voornoemde blokkeringsmiddelen worden gevormd door het feit dat de onderste rand (14) van de vleugels (11) haaks is omgeplooid en is voorzien van gaten (19) of pennen (8) die passen over of in overeenstemmende pennen (8) of gaten (19) op de steunrand (5).
9. 11. - Herbruikbare stapelbare en nestbare bak volgens conclusie 10, daardoor gekenmerkt dat de onderste rand (14) van vleugel (11) haaks naar binnen is omgeplooid, welke omgeplooide onderste rand (14) in de opbergpositie onder de bodem (2) van de bak (1) past.
10. 12. - Herbruikbare stapelbare en nestbare bak volgens één van de voorgaande conclusies 2 tot 14, daardoor gekenmerkt dat de bak (1) is voorzien van elastische middelen die de neiging hebben de vleugels (11) tegen de voornoemde aanslag (15) of aanslagen (15) naar buiten te duwen. 13. ™ Herbruikbare stapelbare en nestbare bak volgens conclusie 12, daardoor gekenmerkt dat de elastische middelen worden gevormd door een elastische buigbare lip (20) van de vleugel (11) die zich afzet tegen een betreffende overstaande zijwand (3). 14. " Herbruikbare stapelbare en nestbare bak volgens conclusie 13, daardoor gekenmerkt dat de elastische lip (20) wordt gevormd door een U-vormige insnijding (21) in de betreffende vleugel (11). 15. ~ Herbruikbare stapelbare en nestbare bak volgens één van de voorgaande conclusies 12 tot 14, daardoor gekenmerkt dat de elastische middelen zodanig zijn vormgegeven dat ze worden ingedrukt wanneer de bak (1) in een andere bak (1) genest is. 16. “ Herbruikbare stapelbare en nestbare bak volgens één van de voorgaande conclusies, daardoor gekenmerkt dat de bodem (2) en de zijwanden (3, 4) van de bak (1) zo goed als vlak zijn.
11. 17. - Herbruikbare stapelbare en nestbare bak volgens één van de voorgaande conclusies, daardoor gekenmerkt dat het een open bak (1) is zonder deksel.
12. 18. - Herbruikbare stapelbare en nestbare bak volgens één van de voorgaande conclusies, daardoor gekenmerkt dat het een bak (1) uit kunststof is.
13. 19. - Herbruikbare stapelbare en nestbare bak volgens één van de voorgaande conclusies, daardoor gekenmerkt dat hij ééndelig is uitgevoerd.