BE1022796B1 - Afstandhouder voor betonwapeningen - Google Patents

Afstandhouder voor betonwapeningen Download PDF

Info

Publication number
BE1022796B1
BE1022796B1 BE2015/5529A BE201505529A BE1022796B1 BE 1022796 B1 BE1022796 B1 BE 1022796B1 BE 2015/5529 A BE2015/5529 A BE 2015/5529A BE 201505529 A BE201505529 A BE 201505529A BE 1022796 B1 BE1022796 B1 BE 1022796B1
Authority
BE
Belgium
Prior art keywords
bars
longitudinal
longitudinal bars
spacer
transverse
Prior art date
Application number
BE2015/5529A
Other languages
English (en)
Inventor
Den Broecke Hugo Van
Original Assignee
Intersig Nv
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Priority to BE2015/5529A priority Critical patent/BE1022796B1/nl
Application filed by Intersig Nv filed Critical Intersig Nv
Priority to PCT/EP2016/069875 priority patent/WO2017032767A1/en
Priority to PL16762741T priority patent/PL3341535T3/pl
Priority to LT16762741T priority patent/LT3341535T/lt
Priority to SI201630486T priority patent/SI3341535T1/sl
Priority to EP16762741.3A priority patent/EP3341535B1/en
Priority to ES16762741T priority patent/ES2762935T3/es
Priority to DK16762741.3T priority patent/DK3341535T3/da
Priority to PT167627413T priority patent/PT3341535T/pt
Application granted granted Critical
Publication of BE1022796B1 publication Critical patent/BE1022796B1/nl
Priority to HRP20191969TT priority patent/HRP20191969T1/hr

Links

Classifications

    • EFIXED CONSTRUCTIONS
    • E04BUILDING
    • E04CSTRUCTURAL ELEMENTS; BUILDING MATERIALS
    • E04C5/00Reinforcing elements, e.g. for concrete; Auxiliary elements therefor
    • E04C5/16Auxiliary parts for reinforcements, e.g. connectors, spacers, stirrups
    • E04C5/18Spacers of metal or substantially of metal
    • EFIXED CONSTRUCTIONS
    • E04BUILDING
    • E04CSTRUCTURAL ELEMENTS; BUILDING MATERIALS
    • E04C5/00Reinforcing elements, e.g. for concrete; Auxiliary elements therefor
    • E04C5/01Reinforcing elements of metal, e.g. with non-structural coatings
    • E04C5/06Reinforcing elements of metal, e.g. with non-structural coatings of high bending resistance, i.e. of essentially three-dimensional extent, e.g. lattice girders
    • E04C5/065Light-weight girders, e.g. with precast parts

Landscapes

  • Engineering & Computer Science (AREA)
  • Architecture (AREA)
  • Civil Engineering (AREA)
  • Structural Engineering (AREA)
  • Reinforcement Elements For Buildings (AREA)

Abstract

De onderhavige uitvinding omvat afstandhouders voor betonwapeningen. De hierin verschafte afstandhouders kunnen eenvoudig worden gestapeld, waardoor de met transport en opslag gemoeide kosten worden verminderd. Voorts worden hierin toepassingen voor de afstandhouders, stapels van de afstandhouders, methodes om de 10 afstandhouders te stapelen en werkwijzen voor het vervaardigen van de afstandhouders verschaft.

Description

AFSTANDHOUDER VOOR BETONWAPENINGEN GEBIED VAN DE UITVINDING
De onderhavige uitvinding omvat afstandhouders voor betonwapeningen. De hierin verschafte afstandhouders kunnen gemakkelijk worden gestapeld, waardoor de met vervoer en opslag verbonden kosten kunnen worden verminderd. Voorts worden hierin toepassingen van de afstandhouders, stapels van de afstandhouders, werkwijzen voor het stapelen van de .afstandhouders en werkwijzen voor het vervaardigen van de afstandhouders verschaft.
ACHTERGROND
Versterkingen voor platte structuren van gewapend beton worden gewoonlijk van stalen wapeningsnetten gemaakt. Vaak worden een of meer wapeningsnetten aan zowel de bovenzijde als de onderzijde in de platte structuur voorzien, zodat zowel trek- als duwspanningen op een optimale manier kunnen worden opgevangen.
Tijdens het bouwen worden de wapeningsnetten gewoonlijk op de gewenste afstand van elkaar gehouden door middel van lineaire afstandhouders (ook wel bekend als “high chair spacers”). Er zijn verschillende soorten afstandhouders bekend, waaronder tralieliggers en U- of Π-vormige afstandhouders. Van afstandhouders is bekend dat ze erg stevig zijn, maar weinig materiaal benodigen.
Een soort afstandhouder dat vaak wordt toegepast, is een tralieligger met een driehoekige of trapeziumvormige doorsnede. Hoewel sommige uitvoeringen van afstandhouders (bijv. tralieliggers) geen Stapelproblemen opleveren, hebben afstandhouders met U- of Π-vormige dwarsstaven (U- of Π-vormige afstandhouders of zoals ze soms ook worden genoemd “square top high chairs") het nadeel dat ze moeilijk stapelbaar zijn. Er is derhalve behoefte aan nieuwe afstandhouders. Er is tevens een behoefte aan nieuwe werkwijzen voor het produceren van afstandhouders.
SAMENVATTING VAN DE UITVINDING
In een eerste aspect heeft de onderhavige uitvinding betrekking op een afstandhouder voor betonwapeningen en/of betonnen constructies omvattende drie evenwijdige rechte langsstaven, waaronder twee onderste langsstaven en een bovenste langsstaaf, die met elkaar verbonden zijn door U- of Π-vormige dwarsstaven die dwars op de langsstaven verlopen en die zijdelings met de langsstaven zijn verbonden; met het kenmerk, dat de bovenste langsstaaf excentrisch is gepositioneerd.
In een bijzondere uitvoeringsvorm is de afstandhouder volgens de uitvinding zodanig voorzien dat de dwarsstaven U- of Π-vormige dwarsstaven zijn, waarbij de U- of Π-vormige dwarsstaven ieder twee beenelementen omvatten, een eerste beenelement en een tweede beenelement, waarbij beide beenelementen een proximaal uiteinde en een distaai uiteinde hebben, waarbij de beenelementen aan hun proximale uiteinde verbonden zijn met een basiselement, waarbij de kleinste hoek tussen het basiselement en de eerste langsstaaf een stompe hoek is, en waarbij de kleinste hoek tussen het basiselement en de tweede langsstaaf een scherpe hoek is.
In een bijzondere uitvoeringsvorm is de afstandhouder volgens de uitvinding zodanig voorzien dat de bovenste langsstaaf niet uitsteekt over de bovenzijde van de dwarsstaven. In een bijzondere uitvoeringsvorm is de afstandhouder volgens de uitvinding zodanig voorzien dat ten minste de bovenste langsstaaf is bevestigd aan de buitenzijde van de dwarsstaven.
In een bijzondere uitvoeringsvorm is de afstandhouder volgens de uitvinding zodanig voorzien dat genoemde afstandhouder een enkele bovenste langsstaaf omvat.
In een bijzondere uitvoeringsvorm is de afstandhouder volgens de uitvinding zodanig voorzien dat genoemde afstandhouder een enkele bundel bovenste langsstaven omvat.
In een bijzondere uitvoeringsvorm is de afstandhouder volgens de uitvinding zodanig voorzien dat de dwarsstaven niet uitsteken, of maximaal 0,5 mm over de onderste langsstaven uitsteken.
In een bijzondere uitvoeringsvorm is de afstandhouder volgens de uitvinding zodanig voorzien dat de afstandhouder twee of meer dwarsstaven van verschillende diameters omvat.
In een tweede aspect heeft de onderhavige uitvinding betrekking op de toepassing van een afstandhouder volgens de uitvinding als een bouwelement.
In een derde aspect heeft de onderhavige uitvinding betrekking op een stapel met twee of meer afstandhouders volgens de uitvinding, waarbij de dwarsdoorsnede van elke volgende afstandhouder een spiegelbeeld is van de dwarsdoorsnede van de onderliggende afstandhouder. in een vierde aspect heeft de onderhavige uitvinding betrekking op een werkwijze voor het vervaardigen van een afstandhouder volgens de uitvinding, waarbij genoemde werkwijze omvat (a) voorzien van een veelheid dwarsstaven in een vlak; (b) vervolgens plaatsen en bevestigen van een eerste, tweede en derde evenwijdige langsstaaf aan genoemde veelheid dwarsstaven, waarbij genoemde langsstaven dwars op de dwarsstaven staan en waarbij - de eerste en derde langsstaven perifere langsstaven zijn; en - de tweede langsstaaf de tussenliggende langsstaaf is tussen de perifere langsstaven; waardoor een roosterconstructie ontstaat; (c) afsnijden van de over de perifere langsstaven uitstekende dwarsstaven; en (d) buigen van de roosterconstructie, waardoor een afstandhouder ontstaat, omvattende drie evenwijdige rechte langsstaven, waaronder twee onderste langsstaven en een bovenste langsstaaf, die met elkaar verbonden zijn door U- of Π-vormige dwarsstaven die dwars op de langsstaven verlopen en die zijdelings verbonden zijn met de langsstaven; met het kenmerk, dat de tussenliggende langsstaaf die zich tussen de perifere langsstaven bevindt, excentrisch is gepositioneerd.
In een bijzondere uitvoeringsvorm voorziet de werkwijze volgens de uitvinding dat elke volgende afstandhouder het spiegelbeeld is van de vorige afstandhouder.
In een verder aspect heeft de onderhavige uitvinding betrekking op een werkwijze voor het vervaardigen van een afstandhouder volgens de uitvinding, waarbij genoemde werkwijze omvat: (a) voorzien van ten minste drie evenwijdige langsstaven in een vlak, omvattende - twee perifere langsstaven; en - een tussenliggende langsstaaf tussen de perifere langsstaven; (b) plaatsen van dwarsstaven dwars op de langsstaven boven en/of onder de langsstaven, en bevestigen van de dwarsstaven aan de langsstaven, waardoor een roosterconstructie ontstaat; (c) eventueel, afsnijden van de over de perifere langsstaven uitstekende dwarsstaven; en (d) buigen van de roosterconstructie, waardoor een afstandhouder ontstaat, omvattende drie evenwijdige rechte langsstaven, waaronder twee onderste langsstaven en een bovenste langsstaaf, die met elkaar verbonden zijn door U- of Π-vormige dwarsstaven die dwars op de langsstaven verlopen en die zijdelings verbonden zijn met de langsstaven; met het kenmerk, dat de tussenliggende langsstaaf die zich tussen de perifere langsstaven bevindt, excentrisch is gepositioneerd.
In een bijzondere uitvoeringsvorm voorziet de werkwijze volgens de uitvinding dat stap (a) de volgende stap omvat: (aa) voorzien van ten minste zes evenwijdige langsstaven in een vlak, omvattende - twee perifere langsstaven; - ten minste één stans- of snijgleuf omvattende een paar naast elkaar liggende langsstaven; - een tussenliggende langsstaaf die excentrisch tussen iedere perifere langsstaaf en de naastgelegen stans- of snijgleuf is gepositioneerd; - eventueel, een of meer verdere tussenliggende langsstaven, waarbij één verdere tussenliggende langsstaaf, bij voorkeur slechts één verdere tussenliggende langsstaaf, excentrisch tussen elk paar naastgelegen stansgleuven is voorzien als de langsstaven twee of meer stansgleuven vormen; en, - eventueel, een of meer extra langsstaven die zich tussen de perifere langsstaven en buiten de stansgleuven bevinden; waarbij stap b de volgende stap omvat: (ba) plaatsen van dwarsstaven dwars op de langsstaven boven en/of onder laatstgenoemde, en bevestigen van de dwarsstaven aan de langsstaven, waardoor een roosterconstructie ontstaat; waarbij stap c wordt gevolgd door de volgende stap: (ca) uitstansen of uitsnijden van de dwarsstaafgedeeltes tussen de naastgelegen langsstaven van de stansgleuf, waardoor twee of meer langwerpige roosters ontstaan, waarbij elk rooster drie evenwijdige langsstaven omvat die met elkaar verbonden zijn door dwarsstaven die dwars op de langsstaven lopen en zijdelings verbonden zijn met de langsstaven; waarbij de dwarsstaven bij voorkeur niet uitsteken of maximaal 0,5 mm over de buitenste langsstaven uitsteken; en waarbij stap d de volgende stap omvat: (da) buigen van de twee of meer langwerpige roosters, waardoor twee of meer afstandhouders ontstaan, elk omvattende drie evenwijdige rechte langsstaven waaronder twee onderste langsstaven en een bovenste langsstaaf, die met elkaar verbonden zijn door U- of Π-vormige dwarsstaven die dwars op de langsstaven verlopen, en die zijdelings met de langsstaven zijn verbonden; waarbij de dwarsstaven bij voorkeur niet uitsteken of maximaal 0,5 mm over de onderste langsstaven uitsteken.
In een bijzondere uitvoeringsvorm omvat de werkwijze volgens de uitvinding voorts de stap van het stapelen van de achtereenvolgens geproduceerde afstandhouders.
KORTE BESCHRIJVING VAN DE TEKENINGEN
De volgende beschrijving van de figuren van specifieke uitvoeringsvormen van de uitvinding wordt slechts bij wijze van voorbeeld gegeven en is geenszins bedoeld om de onderhavige materie of de toepassing of het gebruik ervan te beperken. In de tekeningen hebben dezelfde verwijzingscijfers betrekking op soortgelijke of overeenkomstige delen en voorzieningen.
Figuur 1 toont een afstandhouder (100).
Figuur 2 toont een aanzicht van dichtbij van een afstandhouder (100).
Figuur 3 toont twee aanzichten van een stapel (200) afstandhouders (100).
Binnen de figuren wordt de volgende nummering gebruikt: 100 - afstandhouder: 110 — eerste beenelement; 111 - eerste hoekpunt; 112 - eindpunt van het eerste beenelement; 120 - tweede beenelement; 121 - tweede hoekpunt; 122 - eindpunt van het tweede beenelement; 130 - basiselement; 140 - bovenste langsstaaf; 141 - bovenkant van de bovenste langsstaaf; 142 - verbinding tussen de bovenste langsstaaf (140) en het basiselement (130); 150 - eerste onderste langsstaaf; 160 - tweede onderste langsstaaf (tweede); 170 - denkbeeldige lijn; 200 - stapel.
Voorts worden de volgende symbolen binnen de figuren gebruikt: d - afstand tussen de bovenkant (141) van de bovenste langsstaaf en de verbinding (142) tussen de bovenste langsstaaf en de dwarsstaaf, in de richting loodrecht tussen de bovenkant (141) van de bovenste langsstaaf en het tweede hoekpunt (121); e - afstand tussen de bovenkant (141) van de bovenste langsstaaf en het tweede hoekpunt (121); α - hoek tussen het eerste beenelement en het basiselement; β - hoek tussen het tweede beenelement en het basiselement; γ - hoek tussen het eerste beenelement en het tweede beenelement; δ -hoek tussen de richting waarin de afstand (e) wordt gemeten en het basiselement (130); ε - hoek tussen het tweede beenelement (120) en de denkbeeldige lijn (170); ζ - hoek tussen het eerste beenelement (120) en de denkbeeldige lijn (170).
UITVOERIGE BESCHRIJVING
De onderhavige uitvinding zal worden beschreven aan de hand van bijzondere uitvoeringsvormen, maar de uitvinding is niet hiertoe beperkt, maar slechts door de conclusies. Eventuele verwijzingstekens in de conclusies mogen niet worden uitgelegd als de omvang ervan beperkend.
Zoals hierin gebruikt, omvatten de enkelvoudsvormen “een”, “de” en “het” zowel de enkelvoudsvorm als de meervoudsvorm tenzij de context duidelijk anders aangeeft.
Zoals hierin gebruikt, zijn de termen “omvattende”, “omvat” en “omvatten” synoniem met “waaronder”, “includeren” of “bevatten”, “bevat”, en zijn inclusief of open en sluiten bijkomende, niet-vernoemde leden, elementen of werkwijzestappen niet uit. Indien de termen “omvattende”, “omvat" en “omvatten” betrekking hebben op opgesomde leden, elementen of werkwijzestappen, omvatten deze tevens uitvoeringsvormen die “bestaan uit" genoemde opgesomde leden, elementen of werkwijzestappen.
Voorts worden de termen eerste, tweede, derde en dergelijke in de beschrijving en in de conclusies gebruikt om onderscheid te maken tussen soortgelijke elementen en niet noodzakelijkerwijs om een numerieke of chronologische volgorde aan te geven, tenzij dit aangegeven is. Er dient begrepen te worden dat de zo gebruikte termen onder geschikte omstandigheden verwisselbaar zijn en dat de hierin beschreven uitvoeringsvormen van de uitvinding in andere volgorden dan hier beschreven of afgebeeld kunnen functioneren.
De term "ongeveer" zoals hierin gebruikt wanneer verwezen wordt naar een meetbare waarde zoals een parameter, een hoeveelheid, een tijdsduur en dergelijke, is bedoeld om variaties te omvatten van +/-10% of minder, bij voorkeur +/-5% of minder, met meer voorkeur +/-1% of minder, en met nog meer voorkeur +/-0,1% of minder van en vanaf de gespecificeerde waarde, voor zover dergelijke variaties van toepassing zijn om in de bekendgemaakte uitvinding te functioneren. Het dient begrepen te worden dat de waarde waarnaar de term "ongeveer" refereert, op zich ook specifiek, en bij voorkeur, bekend wordt gemaakt.
De opsomming van numerieke waarden aan de hand van cijferbereiken omvat alle cijfers en fracties binnen de betreffende bereiken, evenals de geciteerde eindpunten.
Alle in de onderhavige specificatie geciteerde documenten worden bij deze geacht volledig hierin te zijn opgenomen doorverwijzing.
Tenzij anders gedefinieerd, hebben alle termen die worden gebruikt bij het openbaren van de uitvinding, waaronder technische en wetenschappelijke termen, de betekenis zoals een gemiddelde vakman op het gebied waarvan deze uitvinding deel uitmaakt, deze gewoonlijk verstaat. Als verder hulpmiddel zijn definities voor de gebruikte termen in de beschrijving opgenomen om de materie van de onderhavige uitvinding beter te waarderen. De hierin gebruikte termen of definities dienen uitsluitend als ondersteuning voor een beter begrip van de uitvinding.
Verwijzing in deze specificatie naar “één uitvoeringsvorm” of “een uitvoeringsvorm” betekent dat een bepaalde voorziening, structuur of kenmerk die of dat in verband met de uitvoeringsvorm is beschreven, in ten minste één uitvoeringsvorm van de onderhavige uitvinding aanwezig is. Derhalve hebben de uitdrukkingen “in één uitvoeringsvorm” of “in een uitvoeringsvorm” op diverse plekken in deze specificatie niet noodzakelijkerwijs allemaal betrekking op dezelfde uitvoeringsvorm, hoewel dit wel het geval kan zijn. Voorts kunnen de bepaalde voorzieningen, structuren of kenmerken op iedere geschikte manier in een of meer uitvoeringsvormen worden gecombineerd, zoals dit voor een vakman uit deze openbaring duidelijk zou zijn. Hoewel sommige hierin beschreven uitvoeringsvormen enkele, maar niet alle voorzieningen die in andere uitvoeringsvormen zijn opgenomen, omvatten, zullen combinaties van voorzieningen van verschillende uitvoeringsvormen voorts worden geacht binnen het kader van de uitvinding te vallen en verschillende uitvoeringsvormen te vormen, zoals vakmensen zouden begrijpen. In de volgende conclusies kunnen bijvoorbeeld alle van de beschreven uitvoeringsvormen in iedere gewenste combinatie worden gebruikt.
Zoals hierin bedoeld, is een voorwerp “langwerpig” als de lengte van het voorwerp meer dan twee maal de breedte van het voorwerp bedraagt; bij voorkeur is de lengte meer dan drie, vier of vijf keer groter dan de breedte van het voorwerp.
De term “dwars op” of “loodrecht” zoals hierin gebruikt kan ook een afwijking omvatten van een exacte loodrechte richting. Meer in het bijzonder wordt een eerste staaf geacht dwars te staan op een vlak van een tweede staaf als de kleinste hoek tussen de langshartlijn van de eerste staaf en het vlak of de langshartlijn van de tweede staaf tussen 89° en 91 bij voorkeur tussen 89,5° en 90,5°; en met de meeste voorkeur 90° bedraagt.
Hierin worden afstandhouders verschaft voor betonwapeningen en/of betonnen constructies. Gewoonlijk omvatten de afstandhouders drie evenwijdige rechte langsstaven. De langsstaven omvatten gewoonlijk twee onderste langsstaven en een bovenste langsstaaf. Voorts zijn de langsstaven gewoonlijk met elkaar verbonden door middel van U- of Π-vormige dwarsstaven. Gewoonlijk verlopen de dwarsstaven dwars op de langsstaven. Tevens zijn de dwarsstaven verbonden, gewoonlijk zijdelings verbonden, met de langsstaven. De bovenste langsstaaf is gewoonlijk excentrisch geplaatst.
In bijzondere uitvoeringsvormen bestaan de hierin verschafte afstandhouders uit drie langsstaven.
Opgemerkt wordt dat, zoals hierin gebruikt, de term “staaf" verwijst naar een stang of pijp zoals die gewoonlijk in de metaalindustrie worden gebruikt voor het vervaardigen van metalen constructies. De staaf kan verschillende vormen hebben, waaronder, maar niet beperkt tot: rond, ovaal, vierkant, squircle, ellips of andere geometrische vormen.
Het oppervlak van de staven kan glad of geribbeld zijn of ieder ander soort oppervlaktemodificatie omvatten.
De hierin verschafte afstandhouders kunnen dicht op elkaar worden gestapeld. Overeenkomstig kunnen vele afstandhouders in een bepaald volume worden opgeslagen en/of getransporteerd, waardoor de hierin verschafte afstandhouders tegen lage kosten kunnen worden getransporteerd en/of opgeslagen. U- of Π-vormige dwarsstaven omvatten een eerste beenelement en een tweede beenelement. Beide beenelementen hebben een proximaal uiteinde en een distaai uiteinde, en de beenelementen zijn aan hun proximale uiteinde verbonden met een basiselement. De verbinding tussen het basiselement en het eerste beenelement wordt de eerste verbinding genoemd. De verbinding tussen het basiselement en het tweede beenelement wordt de tweede verbinding genoemd. In Figuren 1 en 2 komt de eerste verbinding overeen met het hoekpunt aangeduid met “111”, en de tweede verbinding komt overeen met het hoekpunt aangeduid met “121".
Voor afstandhouders met U- of Π-vormige dwarsstaven heeft de term “excentrisch” zoals hierin gebruikt wanneer wordt verwezen naar een bovenste langsstaaf betrekking op een van de volgende twee situaties: Π situatie 1 ) de afstand tussen de bovenste langsstaaf en de eerste verbinding is kleiner dan de afstand tussen de bovenste langsstaaf en de tweede verbinding, of □ situatie 2) de afstand tussen de bovenste langsstaaf en de tweede verbinding is kleiner dan de afstand tussen de bovenste langsstaaf en de eerste verbinding.
Bij voorkeur heeft de term “excentrisch”, wanneer gebruikt in samenhang met U- of Π-vormige dwarsstaven, betrekking op het geval waarin de afstand tussen de bovenste langsstaaf en de eerste verbinding kleiner is dan de afstand tussen de bovenste langsstaaf en de tweede verbinding. Gewoonlijk is de afstand om welke de bovenste langsstaaf “excentrisch” is, gelijk aan of groter dan de diameter van de bovenste langsstaaf.
Overeenkomstig wordt hier in een eerste aspect voorzien in een afstandhouder voor betonwapeningen en/of betonnen constructies, omvattende drie evenwijdige rechte langsstaven waaronder twee onderste langsstaven en een bovenste langsstaaf die met elkaar verbonden zijn door U- of Π-vormige dwarsstaven die dwars op de langsstaven verlopen en die zijdelings met de langsstaven zijn verbonden; met het kenmerk, dat de bovenste langsstaaf excentrisch is gepositioneerd.
Deze afstandhouders kunnen erg dicht op elkaar worden gestapeld, zoals onderstaand beschreven. De specifieke configuratie van de afstandhouders maakt het mogelijk om de elementen dicht op elkaar te stapelen, waardoor de door de stapel ingenomen ruimte wordt geoptimaliseerd. De nauw passende stapeling waarborgt tevens een betrouwbaardere en veiligere stapeling.
Gewoonlijk is de bovenste langsstaaf verbonden met het proximale uiteinde van de U- of Π-vormige dwarsstaven. Voorts omvatten de U- of Π-vormige dwarsstaven gewoonlijk beenelementen dié van het proximale uiteinde van een dwarsstaaf naar het distale uiteinde ervan lopen. De twee onderste langsstaven omvatten een eerste onderste langsstaaf en een tweede langsstaaf. De eerste onderste langsstaaf is gewoonlijk bevestigd aan het eerste beenelement en de tweede langsstaaf is gewoonlijk bevestigd aan het tweede beenelement. Het eerste beenelement en het tweede beenelement eindigen beide in een eindpunt. In het bijzonder komt het eerste eindpunt overeen met het eerste beenelement en het tweede eindpunt komt overeen met het tweede beenelement. Een denkbeeldige lijn loopt door de eindpunten. De hoek tussen het eerste beenelement en de denkbeeldige lijn is aangeduid als ζ. De hoek tussen het tweede beenelement en de denkbeeldige lijn is aangeduid als ε. In bijzondere uitvoeringsvormen is ζ tussen 45° en 90°, bij voorkeur tussen 60° en 85°, met meer voorkeur ongeveer 70°. De hoek tussen het tweede beenelement en de denkbeeldige lijn is aangeduid als ε. In bijzondere uitvoeringsvormen is ε tussen 45° en 90°, bij voorkeur tussen 60° en 85°, met meer voorkeur ongeveer 70°. Bij voorkeur zijn de hoeken ζ en ε gelijk binnen een marge van ±5,0°.
Bij voorkeur zijn het basiselement, het eerste beenelement en het tweede beenelement van een enkele dwarsstaaf zijn coplanair.
In bijzondere uitvoeringsvormen zijn de U- of Π-vormige dwarsstaven U- of Π-vormige dwarsstaven, waarbij de U- of Π-vormige dwarsstaven elk twee beenelementen omvatten, een eerste beenelement en een tweede beenelement, waarbij beide beenelementen een proximaal uiteinde en een distaai uiteinde hebben, waarbij de beenelementen aan hun proximale uiteinde verbonden zijn met een basiselement, waarbij de kleinste hoek tussen het basiselement en de eerste langsstaaf een stompe hoek is, en waarbij de kleinste hoek tussen het basiselement en de tweede langsstaaf een scherpe of stompe hoek is. Deze afstandhouders kunnen erg dicht op elkaar worden gestapeld, zoals onderstaand is beschreven.
In sommige voorkeursuitvoeringsvormen hebben het eerste beenelement en een tweede beenelement een verschillende lengte.
In sommige voorkeursuitvoeringsvormen hebben het eerste beenelement en een tweede beenelement dezelfde lengte.
Bij voorkeur is één en enkel één langsstaaf aan het basiselement bevestigd. Dit verbetert de stapelbaarheid van de hierin verschafte afstandhouders.
Bij voorkeur is de afstand tussen de bovenste langsstaaf en het eerste beenelement kleiner dan de afstand tussen de bovenste langsstaaf en het tweede beenelement.
Bij voorkeur zijn het eerste beenelement en het tweede beenelement recht. Bij voorkeur zijn het eerste beenelement en/of het tweede beenelement gebogen.
De configuratie van een dergelijke afstandhouder kan worden beschreven aan de hand van de volgende parameters: - de hoek a, die de kleinste hoek tussen het eerste beenelement en het basiselement is; - de hoek ß, die de kleinste hoek tussen het tweede beenelement en het basiselement is; - de hoek γ, die de kleinste hoek tussen het eerste beenelement en het tweede beenelement is, aan de distale zijde van het eerste beenelement en het tweede beenelement; - de hoek δ, die de kleinste hoek is tussen het basiselement en de lijn die door de volgende twee punten loopt: 1 ) de bovenkant van de bovenste langsstaaf, en 2) het hoekpunt bij de verbinding tussen het tweede beenelement en het basiselement; - de hoek ε, die de kleinste hoek tussen het tweede beenelement en de denkbeeldige lijn tussen de eindpunten van de eerste en tweede beenelementen is; - de hoek ζ, die de kleinste hoek tussen het eerste beenelement en de denkbeeldige lijn tussen de eindpunten van de eerste en tweede beenelementen is; - de lengte e, die gelijk is aan de afstand tussen de bovenkant van de bovenste langsstaaf en het hoekpunt tussen het basiselement en het tweede beenelement; • de lengte d, die gelijk is aan de afstand tussen de volgende twee punten: 1 ) de verbinding tussen de bovenste langsstaaf en het basiselement, en 2) de bovenkant van de bovenste langsstaaf, waarbij de afstand d wordt gemeten in de richting dwars op de richting waarin de lengte e wordt gemeten (waar de bovenste langsstaaf en het basiselement bevestigd zijn langs een hechtlijn, wordt het laagste bevestigingspunt gekozen); - de lengte van het eerste beenelement; - de lengte van het tweede beenelement; - de lengte van het basiselement.
De precieze betekenis van deze parameters wordt nader verduidelijkt in de figuren en in de onderstaande voorbeelden.
Gewoonlijk ligt de hoek α tussen 91 ° en 150°.
Gewoonlijk ligt de hoek β tussen 60° en 120°.
Gewoonlijk ligt de hoek γ tussen 10 en 40°.
Gewoonlijk ligt de hoek δ tussen 10° en 40°.
Gewoonlijk ligt de hoek ε tussen 1° en 20°.
Gewoonlijk ligt de hoek ζ tussen 1° en 20°.
Gewoonlijk ligt de lengte e tussen 5 mm en 50 mm.
Gewoonlijk ligt de lengte d tussen 2 mm en 10 mm.
Gewoonlijk ligt de lengte van het eerste beenelement tussen 20 mm en 300 mm.
Gewoonlijk ligt de lengte van het tweede beenelement tussen 25 mm en 305 mm. Gewoonlijk ligt de lengte van het basiselement tussen 10 mm en 60 mm, met meer voorkeur tussen 20 mm en 40 mm, en bedraagt bij voorkeur ongeveer 30 mm.
In bijzondere uitvoeringsvormen is de afstand d gelijk aan of groter dan de diameter van de bovenste langsstaaf. Dit verbetert de stapelbaarheid van de hierin verschafte afstandhouders. Het dient echter duidelijk te zijn dat een soortgelijk effect kan worden verkregen als de afstand d iets kleiner is dan de diameter van de bovenste langsstaaf. Bij voorkeur is de afstand d tussen -10% en +10% van de diameter van de bovenste langsstaaf, meer bij voorkeur tussen -5% en +5%, en meer bij voorkeur tussen -1% en +1% van de diameter van de bovenste langsstaaf.
De afstand “d” is in de voorbeelden gedefinieerd.
In bijzondere uitvoeringsvormen is ten minste de bovenste langsstaaf bevestigd aan de buitenzijde van de dwarsstaven. Dit verbetert de stapelbaarheid van de hierin verschafte afstandhouders.
De buitenzijde van een afstandhouder komt overeen met de bolle zijde van de kleinste bolle romp die de afstandhouder omgeeft.
In bijzondere uitvoeringsvormen omvat de afstandhouder een enkele bovenste langsstaaf. Dit verbetert de stapelbaarheid van de hierin verschafte afstandhouders.
In bijzondere uitvoeringsvormen omvat de afstandhouder een enkele bundel bovenste langsstaven. Dit verbetert de stapelbaarheid van de hierin verschafte afstandhouders.
De zinsnede “een enkele bundel bovenste langsstaven” zoals hierin gebruikt, heeft betrekking op een veelheid dicht tegen elkaar gelegen, in langsrichting uitgelijnde langsstaven. Met andere woorden, de zinsnede “een enkele bundel bovenste langsstaven” zoals hierin gebruikt, heeft betrekking op een veelheid langsstaven die in langsrichting zijn uitgelijnd en waartussen de afstand kleiner is dan de diameter van de langsstaven, bij voorkeur minder dan de helft van de diameter van de langsstaven, met meer voorkeur minder dan vier keer de diameter van de langsstaven, met de meeste voorkeur minder dan 8 keer de diameter van de langsstaven. Een “enkele bundel bovenste langsstaven” kan langsstaven van uiteenlopende diameters omvatten.
In bijzondere uitvoeringsvormen steken de dwarsstaven niet uit of steken maximaal 0,5 mm uit over de onderste langsstaven. Overeenkomstig kunnen de afstandhouders gemakkelijk over wapeningsnetten worden gesleept.
In bijzondere uitvoeringsvormen omvat de afstandhouder twee of meer dwarsstaven van verschillende diameters. Dit kan de afweging tussen stevigheid en materiaaleffectiviteit van de hierin verschafte afstandhouders verbeteren. In bijzondere uitvoeringsvormen omvat de afstandhouder twee of meer langsstaven van verschillende diameters. In het bijzonder kan de bovenste langsstaaf een diameter hebben die verschilt van die van de perifere langsstaven. Dit kan de afweging tussen stevigheid en materiaaleffectiviteit van de hierin verschafte afstandhouders verbeteren.
In een tweede aspect verschaft de onderhavige uitvinding de toepassing van een hierin verschafte afstandhouder als een bouwelement.
Hierin verschafte afstandhouders kunnen erg efficiënt worden toegepast als bouwelementen. In het bijzonder kunnen hierin verschafte bouwelementen gemakkelijk en dicht op elkaar worden gestapeld, waardoor de met opslag en transport verbonden kosten kunnen worden verminderd en er rendementsverbeteringen in de bouwsector mogelijk worden.
In een derde aspect verschaft de onderhavige uitvinding een stapel omvattende twee of meer hierin verschafte afstandhouders, waarbij de dwarsdoorsnede van elke volgende afstandhouder een spiegelbeeld is van de dwarsdoorsnede van de onderliggende afstandhouder. Bij voorkeur is de afstandhouder een afstandhouder volgens aspect 1 en/of een uitvoeringsvorm daarvan.
Dergelijke stapels maken erg efficiënte opslag en/of transport van de hierin verschafte afstandhouders mogelijk, waardoor de met opslag en transport verbonden kosten kunnen worden verminderd en er rendementsverbeteringen mogelijk worden, bijvoorbeeld in de bouwsector.
Bij voorkeur omvat een stapel ten minste 5, met meer voorkeur ten minste 10, met meer voorkeur ten minste 25 afstandhouders. In feite maakt de specifieke uitvoering van de afstandhouders volgens de onderhavige uitvinding stapels met 100 of meer afstandhouders mogelijk.
Er is gebleken dat de stapels met de afstandhouders volgens de onderhavige uitvinding bijzonder stabiel zijn en ervoor zorgen dat de structurele integriteit van de afstandhouders tijdens transport gehandhaafd blijft. Hierdoor zal transport van de stapels geen invloed hebben op de kwaliteit van de afstandhouders, bijv. tijdens transport.
In een verder aspect verschaft de onderhavige uitvinding een werkwijze voor het stapelen van afstandhouders. Bij voorkeur zijn de afstandhouders afstandhouders volgens aspect 1 en/of een uitvoeringsvorm daarvan. Bij voorkeur is de stapel afstandhouders die door de werkwijze wordt verkregen, een stapel volgens aspect 3 en/of een voorkeursuitvoeringsvorm daarvan. In het bijzonder omvat de werkwijze de stappen: (q) voorzien van een veelheid afstandhouders omvattende een eerste afstandhouder en een tweede afstandhouder; (r) plaatsen van een eerste afstandhouder op een drager in een eerste oriëntatie; en, (s) plaatsen van een tweede afstandhouder boven op de eerste afstandhouder in een tweede oriëntatie, waarbij de tweede oriëntatie ongeveer 180° om de verticale richting is gedraaid ten opzichte van de eerste oriëntatie.
Overeenkomstig wordt een stapel afstandhouders verkregen. Bij voorkeur wordt een stapel volgens het derde aspect van de onderhavige uitvinding, of een voorkeursuitvoeringsvorm daarvan, verkregen.
De gemakkelijke en stabiele stapeling van de afstandhouders maakt automatisering van het stapelproces mogelijk.
In een bijzondere uitvoeringsvorm worden de eerste afstandhouder en een tweede afstandhouder parallel aan elkaar vervaardigd, waarbij de eerste afstandhouder het spiegelbeeld is van de tweede afstandhouder, waardoor de eerste en tweede afstandhouders op elkaar worden gestapeld zonder dat ten minste één van de afstandhouders hoeft te worden gedraaid.
In een andere voorkeursuitvoeringsvorm omvat de werkwijze voorts de volgende stap: (t) plaatsen van een of meer verdere afstandhouders boven op afstandhouders, waarbij elke volgende afstandhouder rond ongeveer 180° in de verticale richting wordt gedraaid ten opzichte van de oriëntatie van de laatste afstandhouder die daarvoor werd geplaatst.
Door een hierin verschafte werkwijze uit te voeren, wordt een stapel afstandhouders verkregen waarbij de dwarsdoorsnede van elke afstandhouder een spiegelbeeld is van de dwarsdoorsnede van de onderliggende afstandhouder. Tevens kunnen de afstandhouders door middel van een hierin verschafte werkwijze erg dicht op elkaar worden gestapeld.
Het begrip “drager” zoals hierin gebruikt, heeft betrekking op een voorwerp dat geschikt is om een of meer afstandhouders te dragen. Geschikte voorbeelden van dragers voor afstandhouders omvatten: fabrieksvloer, houten pallets en andere afstandhouders.
Er is gebleken dat terwijl de afstandhouders oorspronkelijk op een drager moeten worden gepositioneerd, de dragers niet langer nodig zijn zodra meerdere stapels afstandhouders naast elkaar zijn gepositioneerd, bijvoorbeeld tijdens het transport van de stapels. Dit is belangrijk vanuit een logistiek oogpunt, omdat het plaats bespaart tijdens transport en de dragers achteraf niet hoeven te worden geretourneerd.
In een vierde aspect worden hierin werkwijzen verschaft voor het vervaardigen van een afstandhouder.
De werkwijzen voor het produceren kunnen ofwel in dwarsrichting of in parallelle richting zijn (verwijzend naar de richting van de plaatsing van de langsstaven).
In een voorkeursuitvoeringsvorm verschaft de werkwijze een productiewerkwijze in dwarsrichting voor een afstandhouder volgens de uitvinding, waarbij genoemde werkwijze omvat: (a) voorzien van een veelheid dwarsstaven in een vlak; (b) vervolgens plaatsen en bevestigen van een eerste, tweede en derde evenwijdige langsstaaf aan genoemde veelheid dwarsstaven, waarbij genoemde langsstaven dwars op de dwarsstaven staan en waarbij - de eerste en derde langsstaven perifere langsstaven zijn; en - de tweede langsstaaf de tussenliggende langsstaaf tussen de perifere langsstaven is; waardoor een roosterconstructie ontstaat; (c) afsnijden van de dwarsstaven die uitsteken over de perifere langsstaven; en (d) buigen van de roosterconstructie, waardoor een afstandhouder tot stand komt, omvattende drie evenwijdige rechte langsstaven waaronder twee onderste langsstaven en een bovenste langsstaaf, die met elkaar verbonden zijn door U- of Π-vormige dwarsstaven die dwars op de langsstaven verlopen en die zijdelings met de langsstaven zijn verbonden; met het kenmerk, dat de tussen perifere langsstaven gepositioneerde tussenliggende langsstaaf excentrisch is gepositioneerd.
Bij voorkeur is iedere successieve afstandhouder het spiegelbeeld van de vorige afstandhouder. Als gevolg van de productiewerkwijze in dwarsrichting worden opeenvolgende afstandhouders geproduceerd, die ieder apart uit de machine komen en naar het stapelsysteem worden getransporteerd, waar de afstandhouders op elkaar worden gestapeld. Het achtereenvolgens produceren van afstandhouders die elk een spiegelbeeld van de vorige afstandhouder zijn, maakt gemakkelijker stapelen mogelijk en maakt de stapelmachine voor het draaien van de afstandhouders overbodig. Overeenkomstig zijn enkel lineaire bewegingen vereist, hetgeen het stapelproces vereenvoudigt.
In een andere voorkeursuitvoeringsvorm verschaft de werkwijze een productiewerkwijze in parallelle richting van een afstandhouder volgens de uitvinding, waarbij genoemde werkwijze omvat: (a) voorzien van ten minste drie evenwijdige langsstaven in een vlak, omvattende - twee perifere langsstaven; en - een tussenliggende langsstaaf tussen de perifere langsstaven; (b) plaatsen van dwarsstaven dwars op de langsstaven boven en/of onder de langsstaven, en bevestigen van de dwarsstaven aan de langsstaven, waardoor een roosterconstructie ontstaat; (c) eventueel, afsnijden van de over de perifere langsstaven uitstekende dwarsstaven; en (d) buigen van de roosterconstructie, waardoor een afstandhouder ontstaat, omvattende drie evenwijdige rechte langsstaven, waaronder twee onderste langsstaven en een bovenste langsstaaf, die met elkaar verbonden zijn door U- of Π-vormige dwarsstaven die dwars op de langsstaven verlopen en die zijdelings verbonden zijn met de langsstaven; met het kenmerk, dat de tussenliggende langsstaaf die zich tussen de perifere langsstaven bevindt, excentrisch is gepositioneerd.
Overeenkomstig vormt de tussenliggende langsstaaf een bovenste langsstaaf in de gerede afstandhouder na voltooiing van de stappen van de werkwijze.
Als gevolg van de productiewerkwijze in parallelle richting wordt een veelheid afstandhouders tegelijk geproduceerd, die elk de machine tegelijk verlaten en naar het stapelsysteem worden getransporteerd, waar de afstandhouders op elkaar worden gestapeld. De productiewerkwijze in parallelle richting voorziet in een efficiënte werkwijze met hoge doorvoer voor het produceren van de afstandhouders.
Bij voorkeur worden deze werkwijzen toegepast voor het produceren van afstandhouders volgens het eerste aspect van de onderhavige uitvinding.
De onderhavige werkwijze maakt efficiënte productie van afstandhouders mogelijk.
In bijzondere uitvoeringsvormen zijn de langsstaven door middel van lassen bevestigd aan de dwarsstaven.
In bijzondere uitvoeringsvormen omvat stap (a) de volgende stap: (aa) voorzien van ten minste zes evenwijdige langsstaven in een vlak, omvattende - twee perifere langsstaven; - ten minste één stans- of snijgleuf omvattende een paar naast elkaar liggende langsstaven; - een tussenliggende langsstaaf die excentrisch is gepositioneerd tussen iedere perifere langsstaaf en de naastgelegen stans- of snijgleuf; - eventueel, een of meer verdere tussenliggende langsstaven, waarbij één verdere tussenliggende langsstaaf, bij voorkeur slechts één verdere tussenliggende langsstaaf, excentrisch is voorzien tussen ieder paar naastgelegen stansgleuven als de langsstaven twee of meer stansgleuven vormen; en - eventueel, een of meer aanvullende langsstaven die zich tussen de perifere langsstaven en buiten de stansgleuven bevinden; stap b omvat de volgende stap: (ba) plaatsen van dwarsstaven dwars op de langsstaven boven en/of onder de laatstgenoemde en bevestigen van de dwarsstaven aan de langsstaven, waardoor een roosterconstructie ontstaat; stap c wordt gevolgd door de volgende stap: (ca) uitstansen of uitsnijden van de dwarsstaafgedeeltes tussen de naastgelegen langsstaven van de stansgleuf, waardoor twee of meer langwerpige roosters ontstaan, waarbij elk rooster drie evenwijdige langsstaven omvat die met elkaar verbonden zijn door dwarsstaven die dwars op de langsstaven lopen en zijdelings verbonden zijn met de langsstaven; waarbij de dwarsstaven bij voorkeur niet uitsteken of maximaal 0,5 mm over de buitenste langsstaven uitsteken; en waarbij stap d de volgende stap omvat: (da) buigen van de twee of meer langwerpige roosters, waardoor twee of meer afstandhouders ontstaan, elk omvattende drie evenwijdige rechte langsstaven waaronder twee onderste langsstaven en een bovenste langsstaaf, die met elkaar verbonden zijn door U- of Π-vormige dwarsstaven die dwars op de langsstaven verlopen, en die zijdelings met de langsstaven zijn verbonden; waarbij de dwarsstaven bij voorkeur niet uitsteken of maximaal 0,5 mm over de onderste langsstaven uitsteken.
Overeenkomstig kunnen afstandhouders, bij voorkeur de hierin verschafte afstandhouders, op een zeer efficiënte manier worden geproduceerd.
In bijzondere uitvoeringsvormen worden de hierin verschafte afstandhouders gemaakt met behulp van een werkwijze beschreven in Europese octrooiaanvraag nr. 14193221.0, waarvan de inhoud hierin in zijn geheel door verwijzing is opgenomen.
In bijzondere uitvoeringsvormen - omvat stap (aa) ontrollen en uitlijnen van ten minste zes langsstaven in een vlak; en - voordat stap (d) wordt uitgevoerd, worden de volgende onderdelen op een gewenste lengte gesneden: de perifere langsstaven; de langsstaven die deel uitmaken van een stansgleuf, en, indien aanwezig, de aanvullende langsstaven.
Overeenkomsig kan de effectiviteit van werkwijzen voor het vervaardigen van afstandhouders worden verbeterd.
In bijzondere uitvoeringsvormen wordt voor iedere langsstaaf een aparte rol voorzien. Verschillende rollen kunnen worden voorzien van langsstaven met verschillende doorsnedes, die onafhankelijk kunnen worden ontrold. Overeenkomstig kunnen afstandhouders waarvan een of meer langsstaven verschillende doorsnedes hebben dan de andere langsstaven, efficiënt worden vervaardigd.
In bijzondere uitvoeringsvormen worden de middelste langsstaven op een gewenste lengte gesneden voordat stap (d) wordt uitgevoerd. Overeenkomstig kunnen afstandhouders, bij voorkeur de hierin verschafte afstandhouders, op een zeer efficiënte manier worden geproduceerd.
Een gewenste lengte is, bijvoorbeeld, de lengte van een afstandhouder die door middel van de werkwijze wordt geproduceerd.
VOORBEELDEN
Voorbeeld 1
In een eerste voorbeeld wordt verwezen naar Fig. 1. Fig. 1 toont een dwarsdoorsnede van een afstandhouder (100) omvattende een eerste beenelement (110), een tweede beenelement (120) en een basiselement (130). Het eerste beenelement (110) en het basiselement (130) zijn in een eerste hoekpunt (111) verbonden. Het tweede beenelement (120) en de basis (130) zijn verbonden in een tweede hoekpunt (121). Tijdens de productie van de afstandhouder (100) door middel van een hierin verschafte werkwijze worden de hoekpunten (111,121) gevormd door dwarsstaven te buigen.
De afstandhouder (100) heeft een proximale zijde en een distale zijde. Aan de proximale zijde is een bovenste langsstaaf (140) bevestigd aan het basiselement (130). Aan de distale zijde zijn twee onderste langsstaven (150,160) bevestigd aan de beenelementen (110,120). In het bijzonder is een eerste onderste langsstaaf (150) bevestigd aan het eerste beenelement (110) en een tweede onderste langsstaaf (160) is bevestigd aan het tweede beenelement (120).
De hoek tussen het eerste beenelement (110) en het basiselement (130) is een stompe hoek (a). De hoek tussen het tweede beenelement (120) en het basiselement (130) is een scherpe hoek (ß). Er dient te worden opgemerkt dat de hoek tussen het tweede beenelement (120) en het basiselement (130) ook een stompe hoek (ß) kan zijn.
Het eerste beenelement (110) en het tweede beenelement (120) eindigen ieder in een eindpunt (112,122). In het bijzonder komt eindpunt (112) overeen met het eerste beenelement (110) en het tweede eindpunt (122) komt overeen met het tweede beenelement (120). Een denkbeeldige lijn (170) loopt door de eindpunten (112,122). De hoek tussen het eerste beenelement (110) en de denkbeeldige lijn (170) is aangeduid als ζ. De hoek tussen het tweede beenelement (120) en de denkbeeldige lijn (170) is aangeduid als ε. In het onderhavige voorbeeld zijn hoeken ε en ζ beide gelijk aan 80° binnen een marge van +10° en -20°.
Voorbeeld 2
In een tweede voorbeeld wordt verwezen naar Fig. 2. Fig. 2 toont een close-up van de dwarsdoorsnede van de in Fig. 1 getoonde afstandhouder (100). In het bijzonder heeft de afstandhouder (100) van Fig. 2 een bijzondere configuratie. De configuratie kan worden beschreven door middel van hoeken (α), (β), (γ), en (δ). Voorts kan de configuratie worden beschreven door middel van lengtes (d) en (e).
De α-hoek (a) is de kleinste hoek tussen het eerste beenelement (110) en het basiselement (130).
De ß-hoek (ß) is de kleinste hoek tussen het tweede beenelement (120) en het basiselement (130).
De γ-hoek (γ) is de kleinste hoek tussen het eerste beenelement (110) en het tweede beenelement (120).
De δ-hoek (δ) is de kleinste hoek tussen het basiselement (130) en de lijn die door de volgende twee punten loopt: 1) de bovenzijde (141) of de bovenste langsstaaf (140), en 2) het hoekpunt (121) op de onderlinge verbinding tussen het tweede beenelement (120) en het basiselement (130).
De lengte (d) is gelijk aan de afstand tussen de volgende twee punten: 1 ) de verbinding (141) tussen de bovenste langsstaaf (140) en het basiselement (130) en 2) de bovenzijde (141) van de bovenste langsstaaf (140), gemeten in de richting dwars op de richting waarin de lengte (e) wordt gemeten.
De lengte (e) is gelijk aan de afstand tussen de bovenzijde (141) van de bovenste langsstaaf (140) en het hoekpunt (121) tussen het basiselement (130) en het tweede beenelement (120).
Voorbeeld 3
Als verder voorbeeld wordt verwezen naar Fig. 3. Fig. 3 toont een stapel (200) afstandhouders (100). Iedere volgende afstandhouder (100) wordt over ongeveer 180® gedraaid in de verticale richting ten opzichte van de oriëntatie van de onderliggende afstandhouder (100). Overeenkomstig wordt een erg dicht gestapelde stapel (200) verkregen.

Claims (13)

  1. CONCLUSIES
    1. Afstandhouder voor betonwapeningen en/of betonnen constructies, omvattende drie evenwijdige rechte langsstaven, waaronder twee onderste langsstaven en een bovenste langsstaaf, die met elkaar verbonden zijn door U- of Π-vormige dwarsstaven die dwars op de langsstaven verlopen en die zijdelings met de langsstaven zijn verbonden; met het kenmerk, dat de bovenste langsstaaf excentrisch is gepositioneerd; waarbij - genoemde afstandhouder een enkele bovenste langsstaaf omvat; of - waarbij genoemde afstandhouder een enkele bundel bovenste langsstaven omvat; en waarbij verder - de dwarsstaven een eerste beenelement en een tweede beenelement omvatten; - ζ en ε tussen 60° en 85° zijn, ζ zijnde de kleinste hoek tussen het eerste beenelement en een denkbeeldige lijn tussen de eindpunten van het eerste beenelement en het tweede beenelement, en ε zijnde de kleinste hoek tussen het tweede been element en de denkbeeldige lijn tussen de eindpunten van het eerste beenelement en het tweede beenelement.
  2. 2. Afstandhouder volgens conclusie 1, waarbij de dwarsstaven U- of Π-vormige dwarsstaven zijn, waarbij de U- of Π-vormige dwarsstaven ieder twee beenelementen omvatten, een eerste beenelement en een tweede beenelement, waarbij beide beenelementen een proximaal uiteinde en een distaai uiteinde hebben, waarbij de beenelementen aan hun proximale uiteinde verbonden zijn met een basiselement, waarbij de kleinste hoek tussen het basiselement en het eerste beenelement een stompe hoek is, en waarbij de kleinste hoek tussen het basiselement en het tweede beenelement een scherpe hoek is.
  3. 3. Afstandhouder volgens conclusie 2, waarbij de bovenste langsstaaf niet uitsteekt over de bovenzijde van de dwarsstaven.
  4. 4. Afstandhouder volgens één van conclusies 1 tot 3, waarbij ten minste de bovenste langsstaaf is bevestigd aan de buitenzijde van de dwarsstaven.
  5. 5. Afstandhouder volgens één van conclusies 1 tot 4, waarbij de dwarsstaven niet uitsteken, of maximaal 0,5 mm over de onderste langsstaven uitsteken.
  6. 6. Afstandhouder volgens één van conclusies 1 tot 5, waarbij de afstandhouder twee of meer dwarsstaven van verschillende diameters omvat.
  7. 7. Toepassing van een afstandhouder volgens één van conclusies 1 tot 6 als een bouwelement.
  8. 8. Stapel omvattende twee of meer afstandhouders volgens een van conclusies 1 tot 6, waarbij de dwarsdoorsnede van elke volgende afstandhouder een spiegelbeeld is van de dwarsdoorsnede van de onderliggende afstandhouder.
  9. 9. Werkwijze voor het vervaardigen van een afstandhouder volgens één van conclusies 1 tot 6, waarbij genoemde werkwijze omvat: (a) voorzien van een veelheid dwarsstaven in een vlak; (b) vervolgens plaatsen en bevestigen van een eerste, tweede en derde evenwijdige langsstaaf aan genoemde veelheid dwarsstaven, waarbij genoemde langsstaven dwars op de dwarsstaven staan en waarbij - de eerste en derde langsstaven perifere langsstaven zijn; en - de tweede langsstaaf de tussenliggende langsstaaf is tussen de perifere langsstaven; waardoor een roosterconstructie ontstaat; (c) afsnijden van de over de perifere langsstaven uitstekende dwarsstaven; en (d) buigen van de roosterconstructie, waardoor een afstandhouder ontstaat, omvattende drie evenwijdige rechte langsstaven, waaronder twee onderste langsstaven en een bovenste langsstaaf, die met elkaar verbonden zijn door U- of Π-vormige dwarsstaven die dwars op de langsstaven verlopen en die zijdelings verbonden zijn met de langsstaven; met het kenmerk, dat de tussenliggende langsstaaf die zich tussen de perifere langsstaven bevindt, excentrisch is gepositioneerd.
  10. 10. Werkwijze volgens conclusie 9, waarbij elke volgende afstandhouder het spiegelbeeld is van de vorige afstandhouder.
  11. 11. Werkwijze voor het vervaardigen van een afstandhouder volgens één van conclusies 1 tot 6, waarbij genoemde werkwijze omvat: (a) voorzien van ten minste drie evenwijdige langsstaven in een vlak, omvattende - twee perifere langsstaven; en - een tussenliggende langsstaaf tussen de perifere langsstaven; (b) plaatsen van dwarsstaven dwars op de langsstaven boven en/of onder de langsstaven, en bevestigen van de dwarsstaven aan de langsstaven, waardoor een roosterconstructie ontstaat; (c) eventueel, afsnijden van de over de perifere langsstaven uitstekende dwarsstaven; en (d) buigen van de roosterconstructie, waardoor een afstandhouder ontstaat, omvattende drie evenwijdige rechte langsstaven, waaronder twee onderste langsstaven en een bovenste langsstaaf, die met elkaar verbonden zijn door U- of Π-vormige dwarsstaven die dwars op de langsstaven verlopen en die zijdelings verbonden zijn met de langsstaven; met het kenmerk, dat de tussenliggende langsstaaf die zich tussen de perifere langsstaven bevindt, excentrisch is gepositioneerd.
  12. 12. Werkwijze volgens conclusie 11, waarbij stap (a) de volgende stap omvat: (aa) voorzien van ten minste zes evenwijdige langsstaven in een vlak, omvattende - twee perifere langsstaven; - ten minste één stans- of snijgleuf omvattende een paar naast elkaar liggende langsstaven; - een tussenliggende langsstaaf die excentrisch tussen iedere perifere langsstaaf en de naastgelegen stans- of snijgleuf is gepositioneerd; - eventueel, een of meer verdere tussenliggende langsstaven, waarbij één verdere tussenliggende langsstaaf, bij voorkeur slechts één verdere tussenliggende langsstaaf, excentrisch tussen elk paar naastgelegen stansgleuven is voorzien als de langsstaven twee of meer stansgleuven vormen; en - eventueel, een of meer extra langsstaven die zich tussen de perifere langsstaven en buiten de stansgleuven bevinden; waarbij stap b de volgende stap omvat: (ba) plaatsen van dwarsstaven dwars op de langsstaven boven en/of onder laatstgenoemde, en bevestigen van de dwarsstaven aan de langsstaven, waardoor een roosterconstructie ontstaat; waarbij stap c wordt gevolgd door de volgende stap: (ca) uitstansen of uitsnijden van de dwarsstaafgedeeltes tussen de naastgelegen langsstaven van de stansgleuf, waardoor twee of meer langwerpige roosters ontstaan, waarbij elk rooster drie evenwijdige langsstaven omvat die met elkaar verbonden zijn door dwarsstaven die dwars op de langsstaven lopen en zijdelings verbonden zijn met de langsstaven; waarbij de dwarsstaven bij voorkeur niet uitsteken of maximaal 0,5 mm over de buitenste langsstaven uitsteken; en waarbij stap d de volgende stap omvat: (da) buigen van de twee of meer langwerpige roosters, waardoor twee of meer afetandhouders ontstaan, elk omvattende drie evenwijdige rechte langsstaven waaronder twee onderste langsstaven en een bovenste langsstaaf, die met elkaar verbonden zijn door U- of Π-vormige dwarsstaven die dwars op de langsstaven verlopen, en die zijdelings met de langsstaven zijn verbonden; waarbij de dwarsstaven bij voorkeur niet uitsteken of maximaal 0,5 mm over de onderste langsstaven uitsteken.
  13. 13. Werkwijze volgens conclusies 9 tot 12, voorts omvattende de stap van het stapelen van de achtereenvolgens geproduceerde afstandhouders.
BE2015/5529A 2015-08-25 2015-08-25 Afstandhouder voor betonwapeningen BE1022796B1 (nl)

Priority Applications (10)

Application Number Priority Date Filing Date Title
BE2015/5529A BE1022796B1 (nl) 2015-08-25 2015-08-25 Afstandhouder voor betonwapeningen
PL16762741T PL3341535T3 (pl) 2015-08-25 2016-08-23 Element dystansowy do zbrojenia betonu
LT16762741T LT3341535T (lt) 2015-08-25 2016-08-23 Skėtiklis betono armatūrai
SI201630486T SI3341535T1 (sl) 2015-08-25 2016-08-23 Distančnik za betonske armature
PCT/EP2016/069875 WO2017032767A1 (en) 2015-08-25 2016-08-23 Spacer for concrete reinforcements
EP16762741.3A EP3341535B1 (en) 2015-08-25 2016-08-23 Spacer for concrete reinforcements
ES16762741T ES2762935T3 (es) 2015-08-25 2016-08-23 Espaciador para refuerzos de hormigón
DK16762741.3T DK3341535T3 (da) 2015-08-25 2016-08-23 Afstandselement til betonarmeringer
PT167627413T PT3341535T (pt) 2015-08-25 2016-08-23 Elementos de espaçamento para armaduras de betão
HRP20191969TT HRP20191969T1 (hr) 2015-08-25 2019-10-30 Držač razmaka za betonske armature

Applications Claiming Priority (1)

Application Number Priority Date Filing Date Title
BE2015/5529A BE1022796B1 (nl) 2015-08-25 2015-08-25 Afstandhouder voor betonwapeningen

Publications (1)

Publication Number Publication Date
BE1022796B1 true BE1022796B1 (nl) 2016-09-08

Family

ID=54345395

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
BE2015/5529A BE1022796B1 (nl) 2015-08-25 2015-08-25 Afstandhouder voor betonwapeningen

Country Status (10)

Country Link
EP (1) EP3341535B1 (nl)
BE (1) BE1022796B1 (nl)
DK (1) DK3341535T3 (nl)
ES (1) ES2762935T3 (nl)
HR (1) HRP20191969T1 (nl)
LT (1) LT3341535T (nl)
PL (1) PL3341535T3 (nl)
PT (1) PT3341535T (nl)
SI (1) SI3341535T1 (nl)
WO (1) WO2017032767A1 (nl)

Citations (5)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
DE1135646B (de) * 1959-08-06 1962-08-30 O G Ohlssons Byggnads A B Buegelfoermiger Abstandhalter aus Bewehrungsstahl
FR1408791A (fr) * 1964-07-06 1965-08-20 Armatures de poutre en béton armé
GB1134546A (en) * 1966-07-25 1968-11-27 Cufflin Engineering And Tradin Improvements in girders for ferro-concrete ceilings
NL7511688A (nl) * 1974-10-17 1976-04-21 Arbed Steuninrichting voor een wapening.
JPH10338995A (ja) * 1997-06-07 1998-12-22 Hirao Tetsuken Kk ブロック式マットスペーサー

Family Cites Families (1)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
EP0333897B1 (de) * 1988-03-22 1992-06-03 Von Roll Ag Distanzhaltevorrichtung für Stahlbeton-Konstruktionen

Patent Citations (5)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
DE1135646B (de) * 1959-08-06 1962-08-30 O G Ohlssons Byggnads A B Buegelfoermiger Abstandhalter aus Bewehrungsstahl
FR1408791A (fr) * 1964-07-06 1965-08-20 Armatures de poutre en béton armé
GB1134546A (en) * 1966-07-25 1968-11-27 Cufflin Engineering And Tradin Improvements in girders for ferro-concrete ceilings
NL7511688A (nl) * 1974-10-17 1976-04-21 Arbed Steuninrichting voor een wapening.
JPH10338995A (ja) * 1997-06-07 1998-12-22 Hirao Tetsuken Kk ブロック式マットスペーサー

Also Published As

Publication number Publication date
SI3341535T1 (sl) 2019-12-31
WO2017032767A1 (en) 2017-03-02
LT3341535T (lt) 2019-12-10
ES2762935T3 (es) 2020-05-26
HRP20191969T1 (hr) 2020-01-24
DK3341535T3 (da) 2020-01-02
EP3341535A1 (en) 2018-07-04
EP3341535B1 (en) 2019-10-02
PT3341535T (pt) 2019-12-16
PL3341535T3 (pl) 2020-07-13

Similar Documents

Publication Publication Date Title
KR101991523B1 (ko) 메쉬 형상의 금속 매트를 생산하기 위한 방법 및 상기 방법을 수행하기 위한 장치
DK3123577T3 (en) CABLE TRACK AND METHOD FOR PREPARING SUCH A CABLE TRACK
US20120247058A1 (en) Supporting multiple mats
BE1022796B1 (nl) Afstandhouder voor betonwapeningen
AU2014310353B2 (en) Metal pallet with assemblable components
JP2017501939A5 (nl)
EP1921021A1 (en) Stretch film particularly for palletizing and method for manufacturing the film
SK8402002A3 (en) Shelving
US20120227350A1 (en) Rebar support for use when forming concrete structures
WO2009029988A1 (en) Steel strips with folded edges to form load bearing structure
US20160002921A1 (en) Bar for a support structure for a false ceiling and production process for producing the bar
BE1021453B1 (nl) Afstandhouder voor betonwapeningen
BE1020887A3 (nl) Afstandhouder voor betonwapeningen.
KR20120119214A (ko) 블록 교각
CA2732704A1 (en) Rebar support rings
KR101350940B1 (ko) 팔레트 지지 로드빔 고정용 타이빔 및 그 제조 방법
EP2599929A1 (en) Asymmetrical lattice girder
EA005848B1 (ru) Способ изготовления решетчатых конструкций и устройство для его реализации
US6502361B1 (en) Rod chairs
EP2604768A1 (en) Lattice girder
BE1025767B1 (nl) Versterkingselement
EP2140952A2 (en) A method of roll-forming a pallet rack upright
GB2538553A (en) Building formwork for a concrete shuttering process
RU2186915C2 (ru) Арматурный каркас (варианты)
KR101371197B1 (ko) 응력변화에 대응한 하이브리드 경량 철구조물의 제작방법