BE1022555B1 - Hulpmiddel voor cupvoeden - Google Patents

Hulpmiddel voor cupvoeden Download PDF

Info

Publication number
BE1022555B1
BE1022555B1 BE2014/5028A BE201405028A BE1022555B1 BE 1022555 B1 BE1022555 B1 BE 1022555B1 BE 2014/5028 A BE2014/5028 A BE 2014/5028A BE 201405028 A BE201405028 A BE 201405028A BE 1022555 B1 BE1022555 B1 BE 1022555B1
Authority
BE
Belgium
Prior art keywords
aid
incision
chamber
liquid chamber
liquid
Prior art date
Application number
BE2014/5028A
Other languages
English (en)
Other versions
BE1022555A1 (nl
Inventor
Frederik PIERREUX
WEERDT Viktor DE
Original Assignee
Materni Bvba
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by Materni Bvba filed Critical Materni Bvba
Priority to BE2014/5028A priority Critical patent/BE1022555B1/nl
Priority to PCT/BE2015/000057 priority patent/WO2016061641A1/en
Priority to EP15813240.7A priority patent/EP3426221B1/en
Priority to CA2965358A priority patent/CA2965358C/en
Priority to US15/520,643 priority patent/US10952929B2/en
Application granted granted Critical
Publication of BE1022555A1 publication Critical patent/BE1022555A1/nl
Publication of BE1022555B1 publication Critical patent/BE1022555B1/nl

Links

Classifications

    • AHUMAN NECESSITIES
    • A61MEDICAL OR VETERINARY SCIENCE; HYGIENE
    • A61JCONTAINERS SPECIALLY ADAPTED FOR MEDICAL OR PHARMACEUTICAL PURPOSES; DEVICES OR METHODS SPECIALLY ADAPTED FOR BRINGING PHARMACEUTICAL PRODUCTS INTO PARTICULAR PHYSICAL OR ADMINISTERING FORMS; DEVICES FOR ADMINISTERING FOOD OR MEDICINES ORALLY; BABY COMFORTERS; DEVICES FOR RECEIVING SPITTLE
    • A61J11/00Teats
    • A61J11/001Teats having means for regulating the flow rate
    • A61J11/0015Teats having means for regulating the flow rate by size or shape of the opening
    • AHUMAN NECESSITIES
    • A47FURNITURE; DOMESTIC ARTICLES OR APPLIANCES; COFFEE MILLS; SPICE MILLS; SUCTION CLEANERS IN GENERAL
    • A47GHOUSEHOLD OR TABLE EQUIPMENT
    • A47G19/00Table service
    • A47G19/22Drinking vessels or saucers used for table service
    • A47G19/2205Drinking glasses or vessels
    • A47G19/2266Means for facilitating drinking, e.g. for infants or invalids
    • A47G19/2272Means for facilitating drinking, e.g. for infants or invalids from drinking glasses or cups comprising lids or covers
    • AHUMAN NECESSITIES
    • A61MEDICAL OR VETERINARY SCIENCE; HYGIENE
    • A61JCONTAINERS SPECIALLY ADAPTED FOR MEDICAL OR PHARMACEUTICAL PURPOSES; DEVICES OR METHODS SPECIALLY ADAPTED FOR BRINGING PHARMACEUTICAL PRODUCTS INTO PARTICULAR PHYSICAL OR ADMINISTERING FORMS; DEVICES FOR ADMINISTERING FOOD OR MEDICINES ORALLY; BABY COMFORTERS; DEVICES FOR RECEIVING SPITTLE
    • A61J11/00Teats
    • A61J11/04Teats with means for fastening to bottles
    • A61J11/045Teats with means for fastening to bottles with interlocking means, e.g. protrusions or indentations on the teat
    • AHUMAN NECESSITIES
    • A61MEDICAL OR VETERINARY SCIENCE; HYGIENE
    • A61JCONTAINERS SPECIALLY ADAPTED FOR MEDICAL OR PHARMACEUTICAL PURPOSES; DEVICES OR METHODS SPECIALLY ADAPTED FOR BRINGING PHARMACEUTICAL PRODUCTS INTO PARTICULAR PHYSICAL OR ADMINISTERING FORMS; DEVICES FOR ADMINISTERING FOOD OR MEDICINES ORALLY; BABY COMFORTERS; DEVICES FOR RECEIVING SPITTLE
    • A61J9/00Feeding-bottles in general
    • AHUMAN NECESSITIES
    • A61MEDICAL OR VETERINARY SCIENCE; HYGIENE
    • A61JCONTAINERS SPECIALLY ADAPTED FOR MEDICAL OR PHARMACEUTICAL PURPOSES; DEVICES OR METHODS SPECIALLY ADAPTED FOR BRINGING PHARMACEUTICAL PRODUCTS INTO PARTICULAR PHYSICAL OR ADMINISTERING FORMS; DEVICES FOR ADMINISTERING FOOD OR MEDICINES ORALLY; BABY COMFORTERS; DEVICES FOR RECEIVING SPITTLE
    • A61J1/00Containers specially adapted for medical or pharmaceutical purposes
    • A61J1/14Details; Accessories therefor
    • A61J1/20Arrangements for transferring or mixing fluids, e.g. from vial to syringe
    • A61J1/2093Containers having several compartments for products to be mixed
    • AHUMAN NECESSITIES
    • A61MEDICAL OR VETERINARY SCIENCE; HYGIENE
    • A61JCONTAINERS SPECIALLY ADAPTED FOR MEDICAL OR PHARMACEUTICAL PURPOSES; DEVICES OR METHODS SPECIALLY ADAPTED FOR BRINGING PHARMACEUTICAL PRODUCTS INTO PARTICULAR PHYSICAL OR ADMINISTERING FORMS; DEVICES FOR ADMINISTERING FOOD OR MEDICINES ORALLY; BABY COMFORTERS; DEVICES FOR RECEIVING SPITTLE
    • A61J11/00Teats
    • A61J11/04Teats with means for fastening to bottles

Landscapes

  • Health & Medical Sciences (AREA)
  • General Health & Medical Sciences (AREA)
  • Life Sciences & Earth Sciences (AREA)
  • Animal Behavior & Ethology (AREA)
  • Public Health (AREA)
  • Veterinary Medicine (AREA)
  • Physics & Mathematics (AREA)
  • Fluid Mechanics (AREA)
  • Pediatric Medicine (AREA)
  • Medical Preparation Storing Or Oral Administration Devices (AREA)
  • Closures For Containers (AREA)

Abstract

Hulpmiddel voor het cupvoeden van zuigelingen, welk hulpmiddel een eerste vloeistofkamer en een tweede vloeistofkamer heeft, waarbij de eerste vloeistofkamer voorzien is voor bevestiging op een zuigfles, waarbij de eerste vloeistofkamer en de tweede vloeistofkamer een gemeenschappelijke wand hebben, waarbij de tweede vloeistofkamer open is zodat vloeistof in de tweede vloeistofkamer voor een zuigeling toegankelijk is, daardoor gekenmerkt dat ten minste de gemeenschappelijke wand vervaardigd is uit een elastisch materiaal en voorzien is van een insnede met een lengte van minimum 3 mm zodanig dat een vloeistofstroom doorheen de insnede van de eerste vloeistofkamer naar de tweede vloeistofkamer regelbaar is door manipulatie van de wand.

Description

Hulpmiddel voor cupvoeden
De huidige uitvinding heeft betrekking op een hulpmiddel voor het cupvoeden van zuigelingen.
Cupvoeden van zuigelingen is bekend en kan toegepast worden wanneer een zuigeling onvoldoende aan de borst drinkt. Dit kan verschillende oorzaken hebben, en is vaak tijdelijk, waarna borstvoeding terug opgestart wordt. Om geen tepel-speenverwarring te creëren bij pasgeboren zuigelingen, wordt cupvoeden toegepast als alternatief voor voeden door middel van een zuigfles met speen. Cupvoeden wil zeggen dat door middel van een cup, dit is een komvormig element, vloeistof, dit is typisch melk, tot bij de mond van de zuigeling gebracht wordt, waarbij de zuigeling dan met de tong de vloeistof uit de cup trekt en zo gevoed wordt. Bij cupvoeden is het typisch niet de bedoeling om de cup leeg te gieten in de mond van de zuigeling.
Vele hulpmiddelen zijn bekend voor het cupvoeden van zuigelingen. Zo kan een lepeltje gebruikt worden als cup, waarbij het lepeltje telkens opnieuw gevuld wordt en bij de mond van de zuigeling gebracht wordt zodat de zuigeling via het lepeltje kan gevoed worden. Het is echter omslachtig om een lepeltje telkens opnieuw te vullen. Daarom kan alternatief de cup gevormd worden door een bekertje. Een bekertje heeft een noemenswaardig groter volume dan een lepeltje, en kan bijvoorbeeld een gehele voedingshoeveelheid van de zuigeling bevatten. Echter het voeden van een zuigeling door middel van een bekertje is risicovol omdat door een ongecontroleerde beweging van het bekertje een golf vloeistof over de zuigeling kan gegoten worden, wat verslikking en/of bevuiling kan veroorzaken. US 5,556,008 beschrijft een hulpmiddel voor het cupvoeden van zuigelingen. Het hulpmiddel heeft een eerste vloeistofkamer en een tweede vloeistofkamer, en waarbij de eerste vloeistofkamer voorzien is voor bevestiging op een zuigfles, waarbij de eerste vloeistofkamer en de tweede vloeistofkamer een gemeenschappelijke wand hebben, en waarbij de tweede vloeistofkamer open is zodat vloeistof in de tweede vloeistofkamer voor een zuigeling toegankelijk is. Daarbij is verder een terugslagklep voorzien tussen de zuigfles en de eerste vloeistofkamer zodanig dat vloeistof wel van de zuigfles naar de eerste vloeistofkamer kan vloeien maar niet andersom. In de gemeenschappelijke wand is een perforatie voorzien. De eerste vloeistofkamer is samendrukbaar waardoor vloeistof in de eerste vloeistofkamer, ten gevolge van de terugslagklep tussen zuigfles en eerste vloeistofkamer, doorheen de perforatie kan gepompt worden. Hierdoor kan, door het uitvoeren van de pompbeweging, de hoeveelheid vloeistof in de tweede vloeistofkamer gecontroleerd worden.
Een nadeel van het hulpmiddel van US 5,556,008 is dat het hulpmiddel complex gevormd is en omslachtig is in gebruik. Wanneer het hulpmiddel gebruikt wordt, in het bijzonder aan het eind van het voeden van de zuigeling, moet het hulpmiddel gedemonteerd worden van de zuigfles. Typisch zit in de zuigfles nog een restant vloeistof, en zit ook in de eerste vloeistofkamer nog een restant vloeistof. Het is nagenoeg onmogelijk om het hulpmiddel van de zuigfles te demonteren zonder vloeistof te verspillen. Vele zuigelingen krijgen moedermelk die door kolven verkregen is. Deze moedermelk is vaak niet in overvloed aanwezig, en daarom te kostbaar om te verspillen.
Het is een doel van de uitvinding om een hulpmiddel te voorzien dat eenvoudiger is in vorm en in gebruik.
Hiertoe voorziet de uitvinding in een hulpmiddel voor het cupvoeden van zuigelingen, welk hulpmiddel een eerste vloeistofkamer en een tweede vloeistofkamer heeft, waarbij de eerste vloeistofkamer voorzien is voor bevestiging op een zuigfles, waarbij de eerste vloeistofkamer en de tweede vloeistofkamer een gemeenschappelijke wand hebben, waarbij de tweede vloeistofkamer open is zodat vloeistof in de tweede vloeistofkamer voor een zuigeling toegankelijk is, daardoor gekenmerkt dat ten minste de gemeenschappelijke wand vervaardigd is uit een elastisch materiaal en voorzien is van een insnede met een lengte van minimum 3 mm zodanig dat een vloeistofstroom doorheen de insnede van de eerste vloeistofkamer naar de tweede vloeistofkamer regelbaar is door manipulatie van de wand.
De eerste en tweede vloeistofkamer hebben een gemeenschappelijke elastische wand. In deze gemeenschappelijke elastische wand is een insnede gemaakt met een lengte van minimum 3 mm. Wanneer een insnede met een lengte van minimum 3 mm in een elastische wand gemaakt wordt, zal manipulatie van de gemeenschappelijke elastische wand de grootte bepalen van de opening die gevormd wordt door de insnede. Omdat de insnede een lengte heeft van minimum 3 mm, zal de opening die kan ontstaan door manipulatie van de wand voldoende groot zijn om vloeistof doorheen de opening te laten vloeien zonder een noemenswaardig drukverschil tussen de eerste kamer en de tweede kamer te moeten creëren. Als gevolg is geen terugslagklep nodig tussen de eerste vloeistofkamer en de zuigfles, zodanig dat vloeistof vrij kan vloeien tussen de eerste vloeistofkamer en de zuigfles. Dit vereenvoudigt noemenswaardig het gebruik van het hulpmiddel volgens de uitvinding. Namelijk bij het demonteren van het hulpmiddel van de zuigfles, kan de fles rechtop gezet worden, waardoor alle vloeistof uit de zuigfles en uit de eerste vloeistofkamer beneden in de fles verzameld wordt. Hierdoor kan het hulpmiddel verwijderd worden zonder verspilling van vloeistof. Verder is het hulpmiddel volgens de uitvinding noemenswaardig eenvoudiger gevormd omdat geen pompbeweging nodig is om de vloeistof van de eerste vloeistofkamer naar de tweede vloeistofkamer te krijgen. Hierdoor is een terugslagklep overbodig, en kan ook de eerste vloeistofkamer en de tweede vloeistofkamer met de gemeenschappelijke wand via een eenvoudig ontwerp vervaardigd worden. Omdat vloeistof zonder pompbeweging en daardoor met relatief lage drukverschillen kan vloeien van eerste vloeistofkamer naar tweede vloeistofkamer, is het onnodig om de stroomrichting doorheen de insnede weg te richten van de tweede vloeistofkamer. De insnede kan zodanig gepositioneerd zijn tussen eerste en tweede vloeistofkamer dat de vloeistof recht de tweede vloeistofkamer instroomt richting de cup. Zo kan het zwaartepunt van de eerste vloeistofkamer en het zwaartepunt van de tweede vloeistofkamer in lijn liggen met de insnede. Deze vrijheid laat een noemenswaardig eenvoudigere opbouw van het hulpmiddel toe.
Bij voorkeur heeft de insnede een lengte van minimum 5 mm, meer bij voorkeur van minimaal 7 mm. Tests hebben uitgewezen dat de lengte van de insnede het gebruiksgemak tijdens het cupvoeden beïnvloedt alsook toelaat om een vloeistof met hogere viscositeit, in de praktijk ook wel dikkere melk genoemd, via het hulpmiddel van de uitvinding aan een zuigeling te kunnen toedienen.
Bij voorkeur is de insnede continu. Daarbij is continu gedefinieerd als in één stuk. Verder bij voorkeur is continu gedefinieerd als zonder noemenswaardige hoeken. Verder bij voorkeur is continu gedefinieerd als in één rechte lijn. Tests hebben uitgewezen dat een continue insnede gemakkelijk te manipuleren is om vloeistof van de eerste vloeistofkamer naar de tweede vloeistofkamer te laten vloeien op gecontroleerde wijze.
Bij voorkeur is de insnede zodanig in de elastische gemeenschappelijke wand gevormd dat de insnede hoofdzakelijk gesloten is wanneer de elastische gemeenschappelijke wand zich in een ruststand bevindt, en waarbij de insnede voorzien is om geleidelijk geopend te worden door manipulatie van de elastische gemeenschapppelijke wand. Doordat de insnede voornamelijk gesloten is in een ruststand van de elastische gemeenschappelijke wand, zal het hulpstuk op een zuigfles kunnen geplaatst worden en deze zuigfles middels de eerste kamer afsluiten zonder dat daarvoor een manipulatie van het hulpstuk nodig is. Telkens wanneer het hulpstuk door een gebruiker losgelaten wordt, zal de insnede afsluiten omdat de gemeenschappelijke elastische wand dan naar zijn ruststand gaat. Hierdoor kan een comfortabele en gebruiksvriendelijke werking van het hulpstuk bekomen worden. Verder kan de insnede geleidelijk geopend worden door manipulatie van de gemeenschappelijke elastische wand. Door het geleidelijk openen van de insnede, kan de doorstroom van vloeistof doorheen de insnede nagenoeg traploos geregeld worden. Hierdoor is het proces van het cupvoeden nagenoeg perfect controleerbaar op een wijze die voor een gebruiker natuurlijk aanvoelt.
Bij voorkeur heeft de eerste vloeistofkamer een volume van minstens 1 cm3. Doordat de eerste vloeistofkamer een volume heeft van minstens 1cm3, komt de gemeenschappelijke elastische wand ten minste gedeeltelijk op een afstand te liggen van de hals van de fles. Hierdoor is de elastische gemeenschappelijke wand eenvoudig hanteerbaar door de vingers van een gebruiker, en zo manipuleerbaar voor de grootte te beïnvloeden van de opening die gevormd wordt door de insnede.
Bij voorkeur heeft de tweede vloeistofkamer een tussenschot dat de vloeistofkamer in twee segmenten verdeeld. Daarbij is het tussenschot bij voorkeur hoofdzakelijk evenwijdig met de wand geplaatst. Door een tussenschot te voorzien in de tweede vloeistofkamer, kan het vullen van de tweede vloeistofkamer beter gecontroleerd worden. Namelijk het tussenschot zal als barrière dienen waardoor vloeistof die doorheen de insnede stroomt niet per ongeluk rechtstreeks aan de mond van de zuigeling kan inlopen. Daardoor maakt het tussenschot gebruik van het hulpstuk volgens de uitvinding eenvoudiger.
Bij voorkeur is de eerste vloeistofkamer voorzien van een opening die aangepast is om in verbinding te staan met een flesopening zodat zuigfles en eerste vloeistofkamer voorzien zijn om samen een gesloten geheel te vormen. Hiertoe is het hulpmiddel bij voorkeur voorzien van een kraag ter plaatse van de opening, welke kraag, wanneer het hulpmiddel op een zuigfles gemonteerd is, met behulp van een bevestigingring tegen een rand van de flesopening gedrukt is. Zuigflessen zijn typisch voorzien van buitenste schroefdraad. Door het hulpmiddel met hulp van een bevestigingsring op de zuigfles te bevestigen, kan het hulpmiddel op een conventionele manier, zoals een speen, op een zuigfles bevestigd worden.
Bij voorkeur is de eerste vloeistofkamer zodanig op de zuigfles bevestigbaar dat de vloeistof vrij van de zuigfles naar de eerste vloeistofkamer en terug kan vloeien. Dit impliceert dat geen terugslagklep aanwezig is, omdat een terugslagklep vrij vloeien van vloeistof van de zuigfles naar de eerste vloeistofkamer en terug zou verhinderen. Omdat in het hulpmiddel volgens de uitvinding geen pompbeweging nodig is door de insnede van meer dan 3mm, is ook geen terugslagklep nodig en kan vloeistof vrij vloeien.
Bij voorkeur is de eerste vloeistofkamer hoofdzakelijk cilindervormig waarbij het eerste eind van de cilinder voorzien is voor bevestiging op de zuigfles en waarbij het tweede eind van de cilinder voorzien is van de gemeenschappelijke wand. Hierdoor strekt het hulpmiddel zich uit vanaf de opening van de fles in een richting hoofdzakelijk parallel aan de longitudinale as van de fles. Tests hebben uitgewezen dat dit het gebruik van het hulpmiddel noemenswaardig vergemakkelijkt. Verder bij voorkeur is de insnede vervaardigd op, of minstens nabij, de longitudinale as van de zuigfles wanneer het hulpmiddel op de zuigfles bevestigd is.
Bij voorkeur is het hulpmiddel in één stuk vervaardigd uit een elastisch materiaal door middel van spuitgieten. Door het vervaardigen in één stuk door middel van spuitgieten, is productie van het hulpmiddel eenvoudig en goedkoop. Daarbij is het hulpmiddel bij voorkeur gemaakt uit een thermoplastisch elastomeer. Het thermoplastisch elastomeer is bij voorkeur zodanig gekozen dat het steriliseerbaar is zodat het hulpmiddel na gebruik gereinigd kan worden, gesteriliseerd kan worden en opnieuw gebruikt kan worden.
Bij voorkeur is de tweede vloeistofkamer komvormig zodat de tweede vloeistofkamer een vooraf bepaalde hoeveelheid vloeistof kan bevatten. Hierdoor kan de tweede vloeistofkamer als cup fungeren, en kan de zuigeling gevoed worden door middel van de cup.
De uitvinding zal nu nader worden beschreven aan de hand van een in de tekening weergegeven uitvoeringsvoorbeeld.
In de tekening laat : figuur 1 een ploftekening zien van een hulpmiddel volgens een voorkeursuitvoeringsvorm van de uitvinding en een zuigfles; figuur 2 een doorsnede zien van de gemeenschappelijke wand van het hulpmiddel volgens een voorkeursuitvoeringsvorm van de uitvinding.
In de tekening is aan eenzelfde of analoog element eenzelfde verwijzingscijfer toegekend.
Figuur 1 toont een hulpmiddel 1 volgens een uitvoeringsvorm van de uitvinding. Het hulpmiddel 1 is voorzien om op een zuigfles 2 geplaatst te worden. De vakman zal begrijpen dat het hulpmiddel 1 op verschillende manieren, en volgens verschillende bevestigingstechnieken op de zuigfles kan geplaatst worden. In het voorbeeld zoals weergegeven in figuur 1, is het hulpmiddel 1 voorzien van een kraag 8 met een diameter die hoofdzakelijk gelijk is aan een diameter van de hals van de zuigfles 2. Verder is een bevestigingsring 5 voorzien die schroefdraad heeft die complementair is met schroefdraad 3 van de zuigfles 2, en die voorzien is van een naar binnen gerichte flens 7 die de naar buiten gerichte flens 8 van het hulpstuk tegen de hals 4 van de fles 2 drukt. Zo wordt het hulpmiddel 2 volgens de uitvinding tegen de zuigfles 2 gedrukt volgens de weergegeven uitvoeringsvorm. Daarbij is de naar binnen gerichte flens 7 zodanig gevormd dat de bevestigingsring 5 een opening 6 vertoont waar minstens een gedeelte van het hulpmiddel 1 volgens de uitvinding zich doorheen kan uitstrekken. Daarmee wordt het hulpmiddel 1 gemonteerd op een zuigfles 2 op analoge wijze dan dat een speen met een zuigfles 2 verbonden wordt. De vakman zal daarom elke bevestigingstechniek die gekend is voor het bevestigen van een speen op een zuigfles 2 kunnen toepassen voor het bevestigen van het hulpstuk 1 volgens de uitvinding op een zuigfles 2. Hierdoor zal de vakman begrijpen dat bevestigingsring en hulpstuk volgens de uitvinding ook integraal gevormd kunnen worden. Alternatief kan de bevestigingsring van een kliksysteem worden voorzien dat compatibel is met de zuigfles.
Figuur 1 toont een hulpmiddel 1 met een eerste vloeistofkamer 9 en een tweede vloeistofkamer 10. De eerste vloeistofkamer 9 is gescheiden van de tweede vloeistofkamer 10 door middel van een gemeenschappelijke wand 12. De eerste vloeistofkamer 9 is hoofdzakelijk gesloten ten minste wanneer het hulpmiddel 1 op een zuigfles 2 bevestigd is en wanneer de elastische gemeenschappelijke wand in rust is. Daarbij wil hoofdzakelijk gesloten zeggen dat vloeistof niet noemenswaardig uit de ruimte, die bepaald wordt door de eerste vloeistofkamer en de zuigfles, ontsnapt ongeacht de oriëntatie van het hulpmiddel 1. De tweede vloeistofkamer 10 is open. Dit wil zeggen dat vloeistof in de vloeistofkamer langs minstens één zijde van het hulpmiddel 1 vrij toegankelijk is. De tweede vloeistofkamer 10 kan ook als een cup of kom omschreven worden. De tweede vloeistofkamer 10 is zodanig gevormd dat een zuigeling vloeistof uit de tweede vloeistofkamer kan onttrekken en zo gevoed kan worden. Typisch zal een zuigeling met de tong vloeistof uit de tweede vloeistofkamer 10 naar de mond bewegen. Daarbij is het hulpstuk uit de uitvinding voorzien om vloeistof uit de zuigfles 2 op een efficiënte en controleerbare manier in de tweede vloeistofkamer te krijgen.
Om vloeistof uit de zuigfles 2 naar de tweede vloeistofkamer 10 te krijgen op een efficiënte en gecontroleerde manier, is het hulpmiddel volgens de uitvinding voorzien van een insnede 13. De insnede 13 is voorzien in de gemeenschappelijke wand 12 die zich uitstrekt tussen de eerste vloeistofkamer 9 en de tweede vloeistofkamer 10. De gemeenschappelijke wand 12 is vervaardigd uit een elastisch materiaal. Bij voorkeur is het gehele hulpstuk 1 vervaardigd uit een elastisch materiaal. Het elastisch materiaal waaruit het hulpmiddel 1 volgens de uitvinding vervaardigd is, is typisch gekozen uit bekende materialen voor het vervaardigen van spenen. Deze materialen zijn elastisch, zijn te verwerken via spuitgieten, en kunnen gesteriliseerd worden. Bij voorkeur is het elastisch materiaal een thermoplastisch elastomeer.
De eerste vloeistofkamer 9 zoals weergegeven in figuur 1 is cilindervormig. Daarbij heeft de cilinder een eerste eind ter plaatse van de naar buiten gerichte flens 8, en een tweede eind ter plaatse van de gemeenschappelijke wand 12. Ter plaatse van het eerste eind is de eerste vloeistofkamer open, zodat vloeistof uit de zuigfles in de eerste vloeistofkamer kan lopen, en zodat vloeistof uit de eerste vloeistofkamer terug in de zuigfles kan lopen. Ter plaatse van de eerste opening is geen terugslagklep voorzien zodat vloeistof vrij in en uit de vloeistofkamer kan lopen. Ter plaatse van het tweede eind is de vloeistofkamer voorzien van een wand 12. Deze wand 12 strekt zicht tussen de eerste vloeistofkamer 9 en de tweede vloeistofkamer 10. In de wand is een insnede 13 voorzien die hoofdzakelijk gesloten is wanneer de wand zich in een ruststand bevindt. Omdat de wand 12 vervaardigd is uit een elastisch materiaal, kan de wand 12 gemanipuleerd worden zodanig dat de insnede 13 opent, waardoor vloeistof uit de eerste vloeistofkamer 9 in de tweede vloeistofkamer 10 kan stromen. Dit is hieronder verder toegelicht aan de hand van figuur 2.
De tweede vloeistofkamer 10 is voorzien voor het bevatten van een vooraf bepaalde hoeveelheid vloeistof. Bij voorkeur is de tweede vloeistofkamer 10 gesegmenteerd door middel van een tussenschot 14. Dit tussenschot 14 is bij voorkeur gepositioneerd in de tweede vloeistofkamer op een afstand van en hoofdzakelijk evenwijdig met de gemeenschappelijke wand 12. Hierdoor vormt het tussenschot 14 een barrière voor vloeistof die doorheen de insnede de tweede vloeistofkamer instroomt. Deze barrière 14 verhindert daarmee dat een zuigeling plots een golf vloeistof te verwerken krijgt ten gevolge van een verkeerde beweging van een gebruiker en daardoor ongecontroleerde opening van de insnede 13. Door het tussenschot zal een tweede segment 11 van de tweede vloeistofkamer 10 op een gecontroleerde wijze gevuld kunnen worden met vloeistof.
Figuur 2 toont een vlakdoorsnede van de gemeenschappelijke wand 12. Daarbij toont de linkse helft van figuur 2 de gemeenschappelijke wand 12 in een ruststand, en toont de rechtse helft van figuur 2 de gemeenschappelijke wand 12 in een gemanipuleerde stand. De insnede 13 is bij voorkeur zo vervaardigd in de gemeenschappelijke wand 12 dat de insnede in een ruststand van de gemeenschappelijke wand 12 hoofdzakelijk gesloten is en daarmee hoofdzakelijk een blokkade vormt zodat vloeistof niet doorheen de insnede kan stromen. In gemanipuleerde toestand van de insnede 13 spreidt de insnede 13 zich open zodanig dat een opening in de gemeenschappelijke wand 12 ontstaat waardoor vloeistof kan stromen. Hierdoor is de insnede 13 bij voorkeur continu gevormd. Echter de vakman zal begrijpen dat configuraties waarbij de insnede uit meerdere segmenten bestaat eveneens het beoogde effect kunnen hebben. Verder is de insnede 13 bij voorkeur niet gehoekt, dit wil zeggen bij voorkeur gebogen of meest bij voorkeur recht gevormd. Tests hebben uitgewezen dat een niet gehoekte insnede bij manipulatie van de gemeenschappelijke wand 12 zich gemakkelijk opent. Meest bij voorkeur is de insnede 13 rechtlijnig, en heeft ze een lengte van minimum 3 mm, bij voorkeur minimum 5 mm, meer bij voorkeur minimum 7 mm.
De gemeenschappelijke wand 12 wordt bij voorkeur gemanipuleerd door het samendrukken van de wand zoals geïllustreerd in de rechtse helft van figuur 2 met pijlen 15. Bij voorkeur wordt een kracht 15 aangebracht op de wand, waarbij de kracht 15 hoofdzakelijk in lijn ligt met de insnede 13. Door de elasticiteit van de gemeenschappelijke wand 12 zal de kracht 15 die in lijn ligt met de insnede 13 als gevolg hebben dat de gemeenschappelijk wand 12 vervormt en zo de insnede zich opent. De vakman zal begrijpen dat de grootte van de opening afhangt van de grootte van de kracht en de elasticiteit van het materiaal en de opbouw van het hulpmiddel. Tests hebben uitgewezen dat wanneer een zuigfles met een hulpmiddel in de hand genomen wordt, de gemeenschappelijke wand 12 eenvoudig tussen twee vingers genomen kan worden, waarbij de drukkracht van de vingers de grootte van de opening van de insnede 13 bepaalt. Op die manier kan een gebruiker op zeer eenvoudige wijze en intuïtief de vloeistofstroom van de eerste kamer 9 naar de tweede kamer 10 controleren. In figuur 2 is de geopende insnede aangeduid met referentiecijfer 13’.
Om een gebruiker toe te laten de gemeenschappelijke wand 12 te manipuleren, ligt de gemeenschappelijke wand 12 bij voorkeur ten minste gedeeltelijk op een afstand van de zuigfles. De zuigfles is namelijk typisch gemaakt uit een kunststof die niet of minstens weinig elastisch is, zodanig dat samendrukken van de zuigfles onmogelijk of minstens zeer moeilijk is. Wanneer de gemeenschappelijk wand 12 op een afstand ligt van de zuigfles, zoals ook het geval is in de uitvoeringsvorm van figuur 1, heeft een gebruiker voldoende ruimte ter plaatse van de buitenzijde van het hulpstuk om zijn vingers te plaatsen in lijn met de insnede 13. In de uitvoeringsvorm van figuur 1 wordt de afstand tussen de zuigfles 2 en de gemeenschappelijke wand 12 bekomen door de lengte van de cilindervormige eerste vloeistofkamer 9. Echter de vakman zal begrijpen dat vele uitvoeringsvormen kunnen bedacht worden waarbij de gemeenschappelijke wand 12 ten minste gedeeltelijk op een afstand van de zuigfles 2 ligt. Zo kan een tweede vloeistofkamer voorzien worden van een opening ter plaatse van één zijde, welke opening op de zuigfles 2 bevestigbaar is. Deze opening ligt dan typisch in lijn met de opening ter plaatse van de hals van de zuigfles. Wanneer de eerste vloeistofkamer een volume heeft van minimaal 1 cm2 en ter plaatse van een tweede zijde, die niet noodzakelijk de overstaande zijde is van de zijde waarin de opening voorzien is, voorzien is van de gemeenschappelijke wand, zal de gemeenschappelijke wand altijd toegankelijk zijn om samengedrukt te worden. Echter bij voorkeur ligt de gemeenschappelijke wand 12 van de eerste vloeistofkamer tegenover de opening die verbonden wordt met de fles zodanig dat de vloeistof vanuit de zuigfles 2 in hoofdzakelijk één richting doorheen de eerste vloeistofkamer en doorheen de insnede kan stromen richting de tweede vloeistofkamer.
Een cilindervormige eerste vloeistofkamer 9 heeft als voordeel dat de oriëntatie tussen het hulpmiddel volgens de uitvinding en de bevestigingsring 5 niet vooraf bepaald is. Het hulpmiddel kan in eender welke relatieve positie ten opzicht van de bevestigingsring en ten opzichte van de zuigfles 2 gebruikt worden. Verder bij voorkeur is de tweede vloeistofkamer 11 in twee van de drie dimensionele richtingen kleiner gevormd dan de eerste vloeistofkamer 9 zodanig dat de tweede vloeistofkamer 11 doorheen de opening 6 van de bevestigingsring beweegbaar is. Dit vereenvoudigt het monteren en demonteren van een hulpstuk volgens de uitvinding op een zuigfles 2. Verder zal een dergelijke vorm het produceren van een hulpmiddel 1 volgens de uitvinding vergemakkelijken omdat het hulpmiddel op eenvoudige wijze uit een matrijs geworpen kan worden.
Op basis van bovenstaande beschrijving zal een vakman de principes en verschillende uitvoeringsvormen van het hulpmiddel volgens de uitvinding begrijpen. De figuren en de beschrijving zijn niet beperkend voor de uitvinding, die enkel gedefinieerd wordt in de conclusies.

Claims (14)

  1. Conclusies
    1. Hulpmiddel voor het cupvoeden van zuigelingen, welk hulpmiddel een eerste vloeistofkamer en een tweede vloeistofkamer heeft, waarbij de eerste vloeistofkamer voorzien is voor bevestiging op een zuigfles, waarbij de eerste vloeistofkamer en de tweede vloeistofkamer een gemeenschappelijke wand hebben, waarbij de tweede vloeistofkamer open is zodat vloeistof in de tweede vloeistofkamer voor een zuigeling toegankelijk is, daardoor gekenmerkt dat ten minste de gemeenschappelijke wand vervaardigd is uit een elastisch materiaal en voorzien is van een insnede met een lengte van minimum 3 mm zodanig dat een vloeistofstroom doorheen de insnede van de eerste vloeistofkamer naar de tweede vloeistofkamer regelbaar is door manipulatie van de wand.
  2. 2. Hulpmiddel volgens conclusie 1, waarbij de insnede een lengte van minimum 5 mm heeft, bij voorkeur minimum 7 mm heeft.
  3. 3. Hulpmiddel volgens één van de voorgaande conclusies, waarbij de insnede continue is.
  4. 4. Hulpmiddel volgens één van de voorgaande conclusies, waarbij de insnede zodanig in de elastische gemeenschappelijke wand gevormd is dat de insnede hoofdzakelijk gesloten is wanneer de elastische gemeenschappelijke wand zich in een ruststand bevindt en waarbij de insnede voorzien is om geleidelijk geopend te worden door manipulatie van de elastische gemeenschappelijke wand.
  5. 5. Hulpmiddel volgens één van de voorgaande conclusies, waarbij de eerste vloeistofkamer een volume heeft van minimum 1 cm3.
  6. 6. Hulpmiddel volgens één van de voorgaande conclusies, waarbij de tweede vloeistofkamer een tussenschot heeft dat de vloeistofkamer in twee segmenten verdeelt.
  7. 7. Hulpmiddel volgens conclusie 6, waarbij het tussenschot hoofdzakelijk evenwijdig met de wand geplaatst is.
  8. 8. Hulpmiddel volgens één van de voorgaande conclusies, waarbij de eerste vloeistofkamer voorzien is van een opening die aangepast is om in verbinding te staan met een flesopening zodat zuigfles en eerste vloeistofkamer voorzien zijn om samen een gesloten geheel te vormen.
  9. 9. Hulpmiddel volgens conclusie 8, waarbij het hulpmiddel voorzien is van een kraag ter plaatse van de opening welke kraag, wanneer het hulpmiddel op een zuigfles gemonteerd is, met behulp van een bevestigingsring tegen een rand van de flesopening gedrukt is.
  10. 10. Hulpmiddel volgens één van de voorgaande conclusies, waarbij de eerste vloeistofkamer zodanig op de zuigfles bevestigbaar is dat vloeistof vrij van de zuigfles naar de eerste vloeistofkamer en terug kan vloeien.
  11. 11. Hulpmiddel volgens één van de voorgaande conclusies, waarbij de eerste vloeistofkamer hoofdzakelijk cilindervormig is waarbij het eerste eind van de cilinder voorzien is voor bevestiging op de zuigfles en waarbij het tweede eind van de cilinder voorzien is van de wand.
  12. 12. Hulpmiddel volgens één van de voorgaande conclusies, waarbij het hulpmiddel in één stuk vervaardigd is uit een elastisch materiaal door middel van spuitgieten.
  13. 13. Hulpmiddel volgens conclusie 12, waarbij het elastisch materiaal een thermoplastisch elastomeer is.
  14. 14. Hulpmiddel volgens één van de voorgaande conclusies, waarbij de tweede vloeistofkamer komvormig is zodat de tweede vloeistofkamer een vooraf bepaalde hoeveelheid vloeistof kan bevatten.
BE2014/5028A 2014-10-23 2014-10-23 Hulpmiddel voor cupvoeden BE1022555B1 (nl)

Priority Applications (5)

Application Number Priority Date Filing Date Title
BE2014/5028A BE1022555B1 (nl) 2014-10-23 2014-10-23 Hulpmiddel voor cupvoeden
PCT/BE2015/000057 WO2016061641A1 (en) 2014-10-23 2015-10-23 Aid for cup feeding
EP15813240.7A EP3426221B1 (en) 2014-10-23 2015-10-23 Aid for cup feeding
CA2965358A CA2965358C (en) 2014-10-23 2015-10-23 Aid for cup feeding
US15/520,643 US10952929B2 (en) 2014-10-23 2015-10-23 Aid for cup feeding

Applications Claiming Priority (1)

Application Number Priority Date Filing Date Title
BE2014/5028A BE1022555B1 (nl) 2014-10-23 2014-10-23 Hulpmiddel voor cupvoeden

Publications (2)

Publication Number Publication Date
BE1022555A1 BE1022555A1 (nl) 2016-06-01
BE1022555B1 true BE1022555B1 (nl) 2016-06-01

Family

ID=52814751

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
BE2014/5028A BE1022555B1 (nl) 2014-10-23 2014-10-23 Hulpmiddel voor cupvoeden

Country Status (5)

Country Link
US (1) US10952929B2 (nl)
EP (1) EP3426221B1 (nl)
BE (1) BE1022555B1 (nl)
CA (1) CA2965358C (nl)
WO (1) WO2016061641A1 (nl)

Families Citing this family (1)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
CN109350539B (zh) * 2018-12-06 2024-05-28 浙江夕尔科技有限公司 奶瓶

Citations (5)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
US5553726A (en) * 1993-11-08 1996-09-10 Park; Ki H. Dripless feeder nipple system with detachable valve
WO1999022693A1 (en) * 1997-11-03 1999-05-14 Dieringer Mary F Natural nipple baby feeding apparatus
WO1999039617A1 (en) * 1998-02-06 1999-08-12 Playtex Products, Inc. Leak-proof cup with flow control
WO2003105635A1 (en) * 2002-06-14 2003-12-24 Vital Innovations Limited A valve
JP2007039039A (ja) * 2005-06-29 2007-02-15 Kotobuki & Co Ltd 先漏れ防止容器

Family Cites Families (10)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
US3424157A (en) * 1965-10-23 1969-01-28 Rocco J Di Paolo Nursing nipple with flow-regulating means
JPH02161950A (ja) * 1988-12-15 1990-06-21 Jiekusu Kk 乳首
US5137183A (en) * 1990-08-02 1992-08-11 Mikulec Timothy L Compressible feeding apparatus
US5556008A (en) * 1994-04-08 1996-09-17 Medela, Inc. Soft-cup feeder
US6071523A (en) * 1998-06-03 2000-06-06 Taro Pharmaceuticals Industries, Ltd. Spill resistant pharmaceutical compositions in semi-solid form
US20040006874A1 (en) * 2002-07-09 2004-01-15 Great Lakes Engineering & Design, Inc. Travel feeding utensil
GT200300162A (es) * 2002-08-05 2008-01-21 Producto de bebida anti - derrame.
US8459504B2 (en) * 2008-09-12 2013-06-11 Paula Braxton Food dispensing mouthpiece
CH704758A1 (de) * 2011-03-29 2012-10-15 Medela Holding Ag Saugnippeleinheit.
EP2694012A4 (en) * 2011-04-07 2015-02-18 Tw Innovations Llc TETE FOR BIBERON

Patent Citations (5)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
US5553726A (en) * 1993-11-08 1996-09-10 Park; Ki H. Dripless feeder nipple system with detachable valve
WO1999022693A1 (en) * 1997-11-03 1999-05-14 Dieringer Mary F Natural nipple baby feeding apparatus
WO1999039617A1 (en) * 1998-02-06 1999-08-12 Playtex Products, Inc. Leak-proof cup with flow control
WO2003105635A1 (en) * 2002-06-14 2003-12-24 Vital Innovations Limited A valve
JP2007039039A (ja) * 2005-06-29 2007-02-15 Kotobuki & Co Ltd 先漏れ防止容器

Also Published As

Publication number Publication date
EP3426221B1 (en) 2022-12-28
CA2965358A1 (en) 2016-04-28
EP3426221A1 (en) 2019-01-16
US10952929B2 (en) 2021-03-23
CA2965358C (en) 2023-09-26
BE1022555A1 (nl) 2016-06-01
US20170312187A1 (en) 2017-11-02
WO2016061641A1 (en) 2016-04-28

Similar Documents

Publication Publication Date Title
CN101965172B (zh) 改进的喂养装置
US8020303B1 (en) Infant feeding device
US8215504B2 (en) Sucker for drinking purposes
US20140135683A1 (en) Systems, components, and methods for expressing breast milk
CA2974863C (en) Adapter with media separating diaphragm for a breast shield
US3100487A (en) Apparatus for administering liquids
JP2018108387A (ja) 容器を通気し、容器から流体を注入し、容器からの流体の流量を変更するためのシステム及び方法
US5556008A (en) Soft-cup feeder
AU2016221970B2 (en) Breast shield
JP6327350B2 (ja) 搾乳器
BE1022555B1 (nl) Hulpmiddel voor cupvoeden
US9901517B2 (en) Feeding device and a feeding apparatus with such feeding device
AU2020200780B2 (en) A Dispenser
US10751260B2 (en) Dispenser
WO2012146884A1 (en) Modular oral system for infants
US9955807B2 (en) Adjustable drinking cups
US1126316A (en) Nursing-pail.
SE1250626A1 (sv) Kalvamma
US571245A (en) Bottle
GB2465363A (en) A cup with a conduit and a mouthpiece
JP6701074B2 (ja) 乳幼児用哺乳乳首
KR200439491Y1 (ko) 다기능 젖병
GB2544298B (en) A food preparation and delivery apparatus
CN206543283U (zh) 一种新型鼻饲装置
US20190282447A1 (en) Metering pipette

Legal Events

Date Code Title Description
FG Patent granted

Effective date: 20160601

PD Change of ownership

Owner name: MATERNI NV; BE

Free format text: DETAILS ASSIGNMENT: CHANGE OF OWNER(S), CHANGEMENT DE FORME JURIDIQUE; FORMER OWNER NAME: MATERNI BVBA

Effective date: 20190311