BE1022343B1 - Stortbaar beton voor polierbare betonvloeren - Google Patents

Stortbaar beton voor polierbare betonvloeren Download PDF

Info

Publication number
BE1022343B1
BE1022343B1 BE2015/5057A BE201505057A BE1022343B1 BE 1022343 B1 BE1022343 B1 BE 1022343B1 BE 2015/5057 A BE2015/5057 A BE 2015/5057A BE 201505057 A BE201505057 A BE 201505057A BE 1022343 B1 BE1022343 B1 BE 1022343B1
Authority
BE
Belgium
Prior art keywords
concrete
water
cement
sand
concrete mortar
Prior art date
Application number
BE2015/5057A
Other languages
English (en)
Inventor
Groote Bernard De
Original Assignee
Degroote Bernard Bvba
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by Degroote Bernard Bvba filed Critical Degroote Bernard Bvba
Application granted granted Critical
Publication of BE1022343B1 publication Critical patent/BE1022343B1/nl

Links

Classifications

    • CCHEMISTRY; METALLURGY
    • C04CEMENTS; CONCRETE; ARTIFICIAL STONE; CERAMICS; REFRACTORIES
    • C04BLIME, MAGNESIA; SLAG; CEMENTS; COMPOSITIONS THEREOF, e.g. MORTARS, CONCRETE OR LIKE BUILDING MATERIALS; ARTIFICIAL STONE; CERAMICS; REFRACTORIES; TREATMENT OF NATURAL STONE
    • C04B28/00Compositions of mortars, concrete or artificial stone, containing inorganic binders or the reaction product of an inorganic and an organic binder, e.g. polycarboxylate cements
    • C04B28/02Compositions of mortars, concrete or artificial stone, containing inorganic binders or the reaction product of an inorganic and an organic binder, e.g. polycarboxylate cements containing hydraulic cements other than calcium sulfates
    • CCHEMISTRY; METALLURGY
    • C04CEMENTS; CONCRETE; ARTIFICIAL STONE; CERAMICS; REFRACTORIES
    • C04BLIME, MAGNESIA; SLAG; CEMENTS; COMPOSITIONS THEREOF, e.g. MORTARS, CONCRETE OR LIKE BUILDING MATERIALS; ARTIFICIAL STONE; CERAMICS; REFRACTORIES; TREATMENT OF NATURAL STONE
    • C04B2111/00Mortars, concrete or artificial stone or mixtures to prepare them, characterised by specific function, property or use
    • C04B2111/60Flooring materials
    • CCHEMISTRY; METALLURGY
    • C04CEMENTS; CONCRETE; ARTIFICIAL STONE; CERAMICS; REFRACTORIES
    • C04BLIME, MAGNESIA; SLAG; CEMENTS; COMPOSITIONS THEREOF, e.g. MORTARS, CONCRETE OR LIKE BUILDING MATERIALS; ARTIFICIAL STONE; CERAMICS; REFRACTORIES; TREATMENT OF NATURAL STONE
    • C04B2111/00Mortars, concrete or artificial stone or mixtures to prepare them, characterised by specific function, property or use
    • C04B2111/60Flooring materials
    • C04B2111/62Self-levelling compositions

Abstract

Deze uitvinding betreft een stortbaar betonspecie geschikt voor het vormen van een polierbare betonvloer, omvattende cement, zand, kalksteen en water, waarbij het genoemde zand rivierzand met een deeltjesgrootte van kleiner dan 250 micrometer (µm) van maximaal 6 gew.%. Door gebruik te maken van dergelijke betonspecie wordt het ongewenst effect van delaminatie vermeden.

Description

STORTBAAK BETON VOOR POLIERBARE BETONVLOEREN
Deze uitvinding betreft enerzijds een stortbaar betonspecie geschikt voor het vormen van een polierbare betonvloer. Anderzijds betreft deze uitvinding een werkwijze voor het vormen van dergelijk betonspecie.
Elke aannemer betonvloeren wordt de laatste j aren steeds vaker geconfronteerd met het ongewenst optreden van delaminatie bij gepolierde betonvloeren. Bij dit fenomeen scheidt een dunne laag van 3 tot 10 mm. dik, in uitzonderlijke gevallen 30 mm., zich af van het betonoppervlak. Deze delaminatie kan zowel onmiddellijk na de afwerking optreden, als enkele dagen of maanden na de ingebruikname van de vloer. Het gedelamnineerde oppervlak kan enkele vierkante centimeters tot enkele vierkante meters groot zijn. Delaminatie wordt zichtbaar wanneer het oppervlak van het verharde beton schade begint te vertonen bij circulatie.
Vermoedelijk wordt delaminatie bij gepolierde betonvloeren veroorzaakt doordat water (afkomstig uit het beton) en luchtbellen tijdens het polieren - door de inwerking van de schroefbladen van de poliermachine - migreren naar het oppervlak waar ze ingesloten raken onder de (ondertussen) compactere oppervlaktelaag. Hierdoor ontstaan er zwakkere zones waar de oppervlaktelaag kan loskomen o.i.v. het polieren, het gebruik ervan of de krimp van het beton.
De Chinese octrooipublicatie CN 101 786 850 beschrijft een cementgebonden zelfnivellerende mortel, de bereidingswijze en de toepassing ervan. De betreffende mortel omvat volgende componenten: 31-40 gew.% cement, 13-15 gew.% gips, 5 - 15 gew.% kalk, 50 - 70 gew.% zand en additieven. Het zand dat gebruikt wordt kan ofwel kwart, rivierzand of industrieel residu zijn.
De Europese octrooipublicatie EP 1 452 503 beschrijft de samenstelling van een zelfnivellerende specie die per kubieke meter (m3) volgende componenten omvat: 320 kg. Portland cement, 400 kg. kalk, 1352 kg zand (0-2 mm. of 0 - 4 mm.) en grind (2-8 mm. of 4 - 8 mm) en additieven.
Deze uitvinding heeft nu tot doel een stortbaar betonspecie te verschaffen voor de vorming van polierbare betonvloeren, welk betonspecie het risico op delaminatie van het gepolierde betonoppervlak sterk zal verminderen en zelfs zal voorkomen.
Het doel van de uitvinding wordt bereikt door te voorzien in een stortbaar betonspecie geschikt voor het vormen van een polierbare betonvloer, omvattende cement, zand, kalksteen en water, waarbij het genoemde zand rivierzand is en dat dit rivierzand een deeltjesgrootte heeft van kleiner dan 250 micrometer (pm) van maximaal 6 gew.%.
Om de deeltjesgrootte (of korrel grootte) van het rivierzand te bepalen kan gebruikt gemaakt worden van de bekende techniek genaamd zeefanalyse. Het type rivierzand dat gebruikt wordt binnen het kader van deze uitvinding is bij voorkeur een ronde kwartszand 0/8 met de volgende specifieke kenmerken: chloridegehalte van < 0,02 % (m/m), schelpgehalte van < 0,5 % (m/m) en geen aanwezigheid van organische bestanddelen. Ter vergelijking heeft een rond zeezand 0/4 een chloridegehalte van < 0,045 %, schelpgehalte van < 17% en zij er steeds organische bestanddelen aanwezig.
Door gebruik te maken van rivierzand, wat een grover zand is, dan het zeezand dat tot op heden gebruikt wordt in dergelijke betonsamenstellingen, komt men tot een minder viskeuze betonspecie dan de tot op heden toegepaste betonspecies voor het vormen van polierbare betonvloeren. Door gebruik te maken van een minder viskeuze betonspecie kunnen luchtbellen en water als het ware ontsnappen, vooraleer het oppervlak verdicht is. Hierdoor raakt het water en de luchtbellen niet meer ingesloten onder het betonoppervlak, en zal er ook dan ook geen delaminatie meer kunnen optreden.
In een voorkeurdragende uitvoeringsvorm van de betonspecie volgens de uitvinding bevat de betonspecie minimaal 309 kg/m3 bij voorkeur minimaal 320 kg/m3 cement. Dergelijke samenstelling is in het bijzonder geschikt voor binnentoepassingen. De hoeveelheid cement in de betonspecie hangt af van de toepassing, en is bij voorkeur gelegen tussen 309 kg/m3 en 393 kg/m3.
Bij een meer voorkeurdragende uitvoeringsvorm van de betonspecie volgens de uitvinding is de water (w) / cement (c) factor zonder absorptie, van de genoemde betonspecie maximaal 0,52. In het bijzonder is de water (w) /cement (c) factor met absorptie, van de genoemde betonspecie maximaal 0,49.
In een alternatieve uitvoeringsvorm van de betonspecie volgens de uitvinding bevat de betonspecie minimaal 370 kg/m3, bij voorkeur minimaal 380 kg/m3 cement. Dergelijke samenstelling is in het bijzonder geschikt voor buitentoepassingen. Bij dergelijk betonspecie is de water (w) /cement (c) factor zonder absorptie, van het genoemde betonspecie maximaal 0,44 en is de water (w) /cement (c) factor met absorptie, van het genoemde betonspecie maximaal 0,41.
Volgens een bijzondere uitvoeringsvorm van de betonspecie overeenkomstig de uitvinding bevat de betonspecie minimaal 660 kg/m3, bij voorkeur minimaal 697 kg/m3 rivierzand. Deze hoeveelheden zijn in het bijzonder geschikt voor binnentoepassingen. Voor buitentoepassingen zal er ongeveer 708 kg/m3 rivierzand toegevoegd worden. De hoeveelheid rivierzand in de betonspecie hangt af van de toepassing, en is bij voorkeur gelegen tussen 660 kg/m3 en 744 kg/m3.
Een ander onderwerp van deze uitvinding betreft een werkwijze voor het vervaardigen van een stortbaar betonspecie geschikt voor het vormen van een polierbare betonvloer, waarbij minstens cement, water, kalksteen en rivierzand dat een deeltjesgrootte heeft van kleiner dan 250 micrometer (pm) van maximaal 6 gew.%., worden vermengd tot een homogene betonspecie. Door enkel gebruik te maken van dergelijk rivierzand wordt een (t a v. de gekende species voor dergelijke toepassingen) minder viskeuze specie bekomen waardoor de kans op delaminatie van de ermee gevormde vloer sterk verminderd tot zelfs uitgesloten wordt. Vanzelfsprekend kunnen andere gekende toeslag- of hulpstoffen eveneens toegevoegd worden tijdens de vervaardiging van de specie.
De uitvinding wordt hierna toegelicht aan de hand van de hierna volgende beschrijving en een aantal uitgewerkte voorbeelden. Deze voorbeelden moeten worden beschouwd als illustratie van de uitvinding en dienen niet beschouwd te worden als beperkend voor de beschermingsomvang van de uitvinding.
Betonspecies geschikt voor het vormen van polierbare betonvloeren worden standaard uitsluitend met fijn zeezand vervaardigd. Dit fijn zeezand vormt echter in combinatie met PCE (polycarboxylaten) superplast een plakkerig beton. Nadeel van plakkerig beton is dat het aanmaakwater veel trager naar het oppervlak zal migreren waar het een voortijdige uitdroging van het betonoppervlak zal voorkomen. Dit verschijnsel van waterafscheiding is binnen de betonindustrie gekend als ‘Weeding’. Het bleedingwater wordt na verloop van tijd terug opgenomen door de beton, waardoor deze steeds vochtig blijft aan het oppervlak om tijdens het polieren de kwartslaag in te werken. Deze kwartslaag is tevens een droge materie en heeft een bepaald percentage aan water nodig om te kunnen hydrateren en te hechten aan de onderliggende beton. Echter, sinds de invoering van de strengere (BENOR) normen, waarbij de nadruk gelegd werd op het laag houden van de water / cement (w/c) factor, om op die manier ‘beton op weerstand’ te vervaardigen met een lage krimp ten gevolge van het laag watergehalte, werd een maximum watergehalte opgelegd aan de betonsamenstelling. Bijgevolg, is het niet meer mogelijk om nog water toe te voegen om op die manier een goede hechting te verzekeren. Om dit op te lossen en het betonspecie alsnog verpompbaar en verwerkbaar te houden, voegt men een zogenaamde superplastificeerder toe op basis van polycarboxylaten (PCE). Dergelijke PCE superplast zorgt voor een sterische hinder tussen de cementpartikels en werkt vertragend op de beton. Dit, gecombineerd met onvoldoende water volgens het gehalte fijn materiaal, zorgt voor het ongewenst fenomeen van korstvorming.
Korstvorming uit zich in de afwezigheid van afscheidingswater op een reeds verhard betonoppervlak, terwijl het onderliggende beton nog plastisch is. In de praktijk heeft dit tot gevolg dat op het moment dat de betonpolierders merken dat het betonoppervlak aan het uitdrogen is, ze verplicht zijn om het instrooien van het kwartsm aten aal op te starten om deze alsnog in de beton te kunnen indraaien en de gewenste vlakheid te bereiken. Echter, hierdoor ervaren de polierders het zogenaamde matraseffect, waarbij t.g.v. de trillingen van de poliermachines, het fijne materiaal, als het afscheidingswater naar het betonoppervlak migreren, terwijl men de toplaag reeds aan het verdichten is. Deze fijne partikels en water, verzamelen zich onder de (verdichte) toplaag, met het eerder beschreven delaminatie-effect tot gevolg.
Om dit te vermijden werd door de octrooihouder een nieuwe betonsamenstelling, specifiek geschikt voor het vormen van polierbare vloeren, ontwikkeld. Deze ontwikkeling is er gekomen op basis van hun eigen ervaringen, waarbij ze tot de vaststelling kwamen dat de twee grootste aspecten voor het in de hand werken van delaminatie, de volgende waren: - een te laag watergehalte volgens de dosering fijne zandsoorten; - een te hoge dosering van PCE superplasten, wat op zich noodzakelijk is om een goede verwerkbaarheid van het beton te behouden en het tekort aan water te compenseren.
Op basis van deze vaststellingen werd een eigen betonspecie ontwikkeld waarbij gebruikt gemaakt werd van een specifiek grof zandtype met een perfecte korrelkromme, in afstemming op het cementgehalte en de overige granulaten (kalksteen) in de betonspecie. Meer bepaald wordt nu gebruik gemaakt van rivierzand dat een deeltjesgrootte (korrelgrootte) heeft van kleiner dan 250 micrometer (pm) van maximaal 6 gew.%. Ter vergelijking, de huidige betonsamenstellingen voor het vormen van polierbare betonvloeren, worden vervaardigd met fijne zeezanden die een doorval op 250 μ hebben van 15 à 20 gew.%.
Door de betonsamenstelling in die zin aan te passen, werd een grover specie bekomen, zodat ook de hoeveelheid superplast en overige granulaten (kalksteen) diende aangepast te worden. Uit testen is nu gebleken dat het betonspecie volgens de uitvinding 15 liter water per kubieke meter beton minder nodig heeft dan wanneer er zeezand gebruikt zou worden. Op deze manier, en zoals zal blijken uit onderstaande uitvoeringsvoorbeelden, bekomt men een beton met meer vrij water en een lagere w/c factor dan de tot op heden gekende betonspecie. Bovendien wordt in de betonspecie specifiek geschikt voor binnentoepassing, geen gebruik meer gemaakt van een superplastificeerder bij aanmaak van het beton op de betoncentrale.
Voorbeeld 1
Voor het vormen van een betonvloer in een overdekte ruimte, die achteraf nog gepolierd dient te worden, werd lm3 verpompbare polierbeton gemaakt. De eisen (BENOR) die aan het beton werden gesteld waren: sterkteklasse: C25/30; omgevingsklasse: EE2; consistentieklasse: S3. Aanvullende eis: pompbeton, polierbeton, min. Druksterkte op kubus van 33 N/mm2 i.p.v. 30 N/mm2, min. 320 kg. cement, gewapend beton.
Hiervoor werden, per kubieke meter betonspecie, de volgende grondstoffen in de genoemde hoeveelheden gebruikt. Hierbij wordt ook telkens de ondergrens en bovengrens weergegeven waarbinnen de verschillende grondstoffen kunnen toegevoegd worden. In dit voorbeeld werden geen plastificerende hulpstoffen (plastificeerder of superplasticifeerder) toegevoegd.
• 157 kg (152,29 kg - 161,71 kg) CEM IIEA 42,5 N LA
• 162 kg (157,14 kg - 166,86 kg) CEM 152,5 R HES
4 er kan ook geopteerd worden om i.p.v. een combinatie van twee cementsoorten (en dit in alle mogelijke verhoudingen) toe te voegen, te kiezen voor ofwel 100% CEM IIEA 42,5 N LA ofwel voor 100% CEM I
52,5 R HES • 30 kg (29,10 kg - 30,90 kg.) vliegas • 697 kg (662,15 kg - 717,91 kg) rivierzand 0/4 • 233 kg (226,01 kg - 239,99 kg) kalksteen 2/6,3 • 934 kg (905,98 kg - 962,02 kg) kalksteen 6/20 • 169 liter (163,93 1 - 169 1) water (effectief)
Zeefrest beton (ondergrens): 0,063 100% 0,125 99% 0,25 97% 0,5 84% 1 74% 2 68% 4 57% 5,6 53% 6,3 50% 8 44% 10 35% 11,2 30% 12,5 25% 14 20% 16 12% 20 3% 22.4 1% 33.5 0% 40 0% 45 0%
De grondstoffen werden nauwkeurig afgewogen via daartoe geschikte installaties en gemengd tot een homogene betonspecie. De bekomen specie had de volgende specificaties: • 2.384 kg (2.312,48 kg - 2.455,52 kg) volumemassa • 0,52 (0,5 - 0,52) w/c - factor zonder absorptie • 0,49 (0,47 - 0,49) w/c - factor met absorptie • max. alkaligehalte 1,88 kg. • chloridegehalte 0,14 % tov cement • 139 liter (401 kg) (134,83 1 (388,97 kg) - 139 1 (401 kg) fijne deeltjes • theoretisch volume 1.000 liter (970 1. - 1.030 1.)
Voorbeeld 2
Voor het vormen van een betonvloer, die achteraf nog gepolierd dient te worden, werd lm3 verpompbare polierbeton gemaakt. De eisen (BENOR) die aan het beton werden gesteld waren: sterkteklasse: C30/37; omgevingsklasse: EE3; consistentieklasse: S3. Aanvullende eis: pompbeton, polierbeton, min. Druksterkte op kubus van 40 N/mm2 i.p.v. 37 N/mm2, min. 350 kg cement, gewapend beton.
Hiervoor werden, per kubieke meter betonspecie, de volgende grondstoffen in de genoemde hoeveelheden gebruikt. Hierbij wordt ook telkens de ondergrens en bovengrens weergegeven waarbinnen de verschillende grondstoffen kunnen toegevoegd worden. In dit voorbeeld werden geen plastificerende hulpstoffen (plastificeerder of superplasticifeerder) toegevoegd.
• 173 kg (167,81 kg - 178,19 kg) CEM III/A 42,5 N LA
• 178 kg (172,66 kg - 183,34 kg) CEM 152,5 R HES
4 er kan ook geopteerd worden om i.p.v. een combinatie van twee cementsoorten toe te voegen (en dit in alle mogelijke verhoudingen), te kiezen voor ofwel 100% CEM 111/A 42,5 N LA ofwel voor 100% CEM I
52,5 R HES • 0 kg vliegas • 718 kg (682,10 kg - 753,9 kg) rivierzand 0/4 • 231 kg (219,45 kg - 242,55 kg) kalksteen 2/6,3 • 923 kg (876,85 kg - 969,15 kg) kalksteen 6/20 • 169 liter (163,93 1 - 169 1) water (effectief)
Zeefrest beton (ondergrens): 0,063 100% 0,125 99% 0,25 97% 0,5 84% 1 73% 2 67% 4 56% 5,6 52% 6,3 49% 8 43% 10 35% 11,2 30% 12,5 25% 14 20% 16 12% 20 2% 22.4 0% 33.5 0% 40 0% 45 0%
De grondstoffen werden nauwkeurig afgewogen via daartoe geschikte installaties en gemengd tot een homogene betonspecie. De bekomen specie had de volgende specificaties: • 2.393 kg (2.321,21 kg - 2.464,79 kg) volumemassa • 0,48 (0,46 - 0,48) w/c - factor zonder absorptie • 0,45 (0,43 - 0,45) w/c - factor met absorptie • max. alkaligehalte 2,06 kg. • chloridegehalte 0,13 % tov cement • 137 liter (404 kg) (132,891 (391,88 kg) - 137 1 (404 kg) fijne deeltjes • theoretisch volume 1.000 liter (970 1. - 1.030 1.)
Voorbeeld 3
Voor het vormen van een betonvloer, die achteraf nog gepolierd dient te worden, werd lm3 verpompbare polierbeton gemaakt. De eisen (BENOR) die aan het beton werden gesteld waren: sterkteklasse: C35/45; omgevingsklasse: EE4; consistentieklasse: S3. Aanvullende eis: pompbeton, polierbeton, min. Druksterkte op kubus van 48 N/mm2 i.p.v. 45 N/mm2, min. 380 kg cement, gewapend beton.
Hiervoor werden, per kubieke meter betonspecie, de volgende grondstoffen in de genoemde hoeveelheden gebruikt. Hierbij wordt ook telkens de ondergrens en bovengrens weergegeven waarbinnen de verschillende grondstoffen kunnen toegevoegd worden.
• 188 kg (182,36 kg - 193,64 kg) CEM III/A 42,5 N LA
• 193 kg (187,21 kg - 198,79 kg) CEM I 52,5 R HES
4 er kan ook geopteerd worden om i.p.v. een combinatie van twee cementsoorten toe te voegen (en dit in alle mogelijke verhoudingen), te kiezen voor ofwel 100% CEM III/A 42,5 N LA ofwel voor 100% CEM I
52,5 R HES • 0 kg vliegas • 708 kg (672,60 kg - 743,4 kg) rivierzand 0/4 • 227 kg (215,65 kg - 238,35 kg) kalksteen 2/6,3 • 910 kg (864,5 kg - 955,5 kg) kalksteen 6/20 • 169 liter (163,93 1 - 169 1) water (effectief) • 1,2 kg superplast
Zeefrest beton (ondergrens): 0,063 100% 0,125 99% 0,25 97% 0,5 84% 1 73% 2 67% 4 56% 5,6 52% 6,3 49% 8 43% 10 35% 11,2 30% 12,5 25% 14 20% 16 12% 20 2% 22,4 0% 33,5 0% 40 0% 45 0%
De grondstoffen werden nauwkeurig afgewogen via daartoe geschikte installaties en gemengd tot een homogene betonspecie. De bekomen specie had de volgende specificaties: • 2.397 kg (2.325,09 kg - 2.468,91 kg) volumemassa • 0,44 (0,42 - 0,44) w/c - factor zonder absorptie • 0,41 (0,39 - 0,41) w/c - factor met absorptie • max. alkaligehalte 2,21 kg. • chloridegehalte 0,13 % tov cement • 147 liter (433 kg) (142,59 1 (420,01 kg) - 147 1 (433 kg) fijne deeltjes • theoretisch volume 1.000 liter (970 1. - 1.030 1.)
Vergelijken we nu de betonspecie overeenkomstig de uitvinding met de standaard (BENOR) betonspecie dan zien we een aantal duidelijke verschillen. 1) Lagere waterbehoefte + toe te voegen water
Bij iedere betonsamenstelling is de w/c factor zowel met als zonder absorptie bij de betonspecie overeenkomstig de uitvinding lager dan de gangbare standaard BENOR beton. Dit zorgt voor een vermindering aan krimp en een betere duurzaamheid van de beton. Bovendien zal er minder water verdampen aan het betonoppervlak, waardoor de poriënstructuur hier veel dichter zal zijn: (bij huidige BENOR normering waarde w/c factor zonder absorptie) • 0,52 bij C 25/30 EE2 volgens uitvinding, terwijl 0,55 bij standaard C25/30 EE2 BENOR; • 0,48 bij C 30/37 EE3 volgens uitvinding, terwijl 0,50 bij standaard C30/37 EE3 BENOR; • 0,44 bij C 35/45 EE4 volgens uitvinding, terwijl 0,45 bij standaard C35/45 EE4 BENOR. 2) Geen of mindere (naargelang betontype) toevoeging van plastificeerder(s) PCE-superplast in combinatie met een groot volume aan fijn materiaal zorgt voor een viskeuze betonspecie. Water en ongewenste luchtbellen) kunnen hierdoor trager migreren naar het betonoppervlak. Dit in combinatie met minder vrij water (bij standaard beton is er een grotere waterbehoefte van de grondstoffen) zorgt voor het uitdrogen van het betonoppervlak. Bovendien is de kans groter dat het bleedingwater (door het trager opstijgen ervan in de plakkerige betonmassa) en de aanwezige luchtbellen nog aan het opstijgen zijn terwijl het oppervlak reeds bewerkt (verdicht) wordt. Trillingen van de poliermachines zorgen namelijk voor het in beweging zetten van deze twee elementen in de betonmassa. 3) Inert skelet - korrelverdeling
Bij de betonspecie volgens deze uitvinding loopt deze veel constanter t a v. de standaard BENOR beton. Dit zorgt voor een betere cementmatrix waardoor de beton veel compacter zal zijn. Dit zal rechtstreeks zorgen voor minder krimp en een betere duurzaamheid. Bovendien, hoe minder fijn, hoe beperkter de poreuze mortellaag aan het oppervlak. De krimp is belangrijk voor zowel binnen als buitenvloeren, terwijl de lagere porositeit een positief bijkomend kenmerk is voor de vorst/dooigevoeligheid van de buitenvloeren. 4) Chloridegehalte
Deze is beduidend lager bij de betonspecie volgens de uitvinding dan bij standaard BENOR beton. Hierdoor is de kans op door chloride geïnitieerde corrosie van de wapening kleiner.
5) ASR
Het maximum alkaligehalte ligt bij de specie volgens de uitvinding lager dan bij standaard BENOR betonspecie. Dit zorgt bijgevolg voor een beperking van de kans op ASR reactie tussen cement en granulaten, waardoor het beton duurzamer wordt.
De vloeren (oppervlakte gelegen tussen 1.200 en 1.800 m2) die gegoten werden met de betonmengsels beschreven in voorbeeld 1 t/m 3, werden gepolierd. Op de verschillende gegoten vloeren, werden door een panel van twee polierders en een betondeskundige, visueel vastgesteld dat er een maand na uitvoering van de werken, over de volledige oppervlakken geen delamintie was opgetreden. Het oppervlak op zich was tevens veel slijtvaster dan bij een betonvloer uitgevoerd met zeezand. Er zat namelijk een dikkere kwarts slijtlaag ingewerkt. Ook tijdens het betonneren kon de betondeskundige waarnemen dat de beton veel magerder (minder viskeus) was in vergelijking met een standaard beton. Na het betonneren (en voor het polieren) kwam het aanwezige aanmaakwater gecontroleerd naar het oppervlak om deze vochtig te houden, m.a.w. het betonoppervlak was voldoende vochtig om het cement in de kwarts te kunnen hydrateren. Na controle van de mengsel lij sten en van de beton bleek er 15 tot 18 liter water per m3 beton minder gedoseerd te zijn dan een standaard polierbeton.
Volgende vaststellingen werden gedaan door hetzelfde panel gedurende een eerder uitgevoerd werk waarbij i.p.v. rivierzand, fijner zand werd gebruik. Meer specifiek werd een betonvloer gegoten van ongeveer 1.800 m2 met volgende betonsamenstelling per m3: C25/30, 340 kg cement, S4, maar met zeezand 0/4. Dit zeezand had volgens de technische fiche een doorval van +/- 15 gew. % op de zeef van 250 μ. Deze fijne zandsoorten houden veel langer het water vast in het mengsel waardoor we een uitgestelde bleeding verkregen. Na het gieten werd het oppervlak ingestrooid met kwarts en voorzien van een curing compound. Schadefenomeen ‘delaminatie’ is opgetreden enkele dgen na betonstort. De slijtvastheid van de toplaag was niet optimaal daar er niet voldoende kwarts kon ingestrooid worden. De toplaag droogde sneller uit dan de onderbeton waardoor we voortijdig het polieren dienden op te starten, om alsnog voldoende vochtigheid te hebben in de toplaag om de kwarts in te strooien en om de vlakheid van de vloer te kunnen behalen. Tijdens het polieren werd er door de polierders waargenomen dat de onderbeton nog niet voldoende was uitgehard. Men zat als het ware te polieren op een ‘matras’. Door de trillingen van de machines werd de aanwezige fijne materie van de beton (ongebonden cement, fijn zand,...) naar boven gedreven, samen met het ongebonden water (rond de zandkorrels) en dit verzamelde zich onder de reeds gedeeltelijke ingewerkte kwarts met een holle klank tot gevolg bij het aftikken van de vloer na afwerking.
Ten gevolge van betonsamenstelling (overmaat aan cement en fijn zeezand kon het aanwezige water in de beton kon niet voldoende snel migreren naar boven (om de toplaag vochtig te houden = bleeding), waardoor deze begon uit te drogen (luchtvochtigheid). Ook het effectieve watergehalte was te laag, gezien fijn zand een te hoge waterbehoefte heeft.
Om alsnog een bepaalde vloeibaarheid aan te houden (door de betoncentrale), werd het tekort aan water gecompenseerd door toevoeging van superplast. In dit geval resulteerde de toevoeging van superplast in combinatie met fijn zand tot een kleverige beton. Kleverige beton geeft trager lucht en water af omdat vochttransport in dergelijke beton heel moeilijk plaatsvindt.
Uit bovenstaande testen en vaststellingen blijkt duidelijk dat het gebruik van grover rivierzand met een deeltjesgrootte kleiner dan 250 micrometer (pm) van maximaal 6 gew.%., in plaats van fijnere zandsoorten het optreden van delaminatie zal voorkomen. Het zandtype (en diens waterbehoefte) in een mengsel bepaald namelijk de dosering cement (water/cementfactor) en dosering superplast (om tekort aan water te compenseren). Deze twee actoren zorgen finaal wel voor de snelheid van binding en mate van hydratatiegraad.

Claims (7)

  1. CONCLUSIES
    1. Stortbaar betonspecie geschikt voor het vormen van een polierbare betonvloer, omvattende cement, zand, kalksteen en water, met het kenmerk dat het genoemde zand rivierzand is en dat dit rivierzand een deeltjesgrootte heeft van kleiner dan 250 micrometer (μηι) van maximaal 6 gew.%.
  2. 2. Stortbaar betonspecie volgens conclusie 1, met het kenmerk dat de betonspecie minimaal 309 kg/m3 cement bevat.
  3. 3. Stortbaar betonspecie volgens conclusie 1 of 2, met het kenmerk dat de water (w) /cement (c) factor zonder absorptie, van de genoemde betonspecie maximaal 0,52 is.
  4. 4. Stortbaar betonspecie volgens één van de voorgaande conclusies, met het kenmerk dat de betonspecie minimaal 370 kg/m3 cement bevat.
  5. 5. Stortbaar betonspecie volgens conclusie 4, met het kenmerk dat de water (w) /cement (c) factor zonder absorptie, van het genoemde betonspecie maximaal 0,44 is.
  6. 6. Stortbaar betonspecie volgens één van de voorgaande conclusies, met het kenmerk dat de betonspecie minimaal 660 kg/m3 rivierzand bevat.
  7. 7. Werkwijze voor het vervaardigen van een stortbaar betonspecie geschikt voor het vormen van een polierbare betonvloer, met het kenmerk dat minstens cement, water, kalksteen en rivierzand dat een deeltjesgrootte heeft van kleiner dan 250 micrometer (pm) van maximaal 6 gew.%., worden vermengd tot een homogene betonspecie.
BE2015/5057A 2014-02-06 2015-02-06 Stortbaar beton voor polierbare betonvloeren BE1022343B1 (nl)

Applications Claiming Priority (2)

Application Number Priority Date Filing Date Title
BE2014/0073A BE1021820B1 (nl) 2014-02-06 2014-02-06 Stortbaar beton voor polierbare betonvloeren.
BE2014/0073 2014-02-06

Publications (1)

Publication Number Publication Date
BE1022343B1 true BE1022343B1 (nl) 2016-03-25

Family

ID=50389738

Family Applications (2)

Application Number Title Priority Date Filing Date
BE2014/0073A BE1021820B1 (nl) 2014-02-06 2014-02-06 Stortbaar beton voor polierbare betonvloeren.
BE2015/5057A BE1022343B1 (nl) 2014-02-06 2015-02-06 Stortbaar beton voor polierbare betonvloeren

Family Applications Before (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
BE2014/0073A BE1021820B1 (nl) 2014-02-06 2014-02-06 Stortbaar beton voor polierbare betonvloeren.

Country Status (2)

Country Link
EP (1) EP2905269A1 (nl)
BE (2) BE1021820B1 (nl)

Citations (6)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
DE2264075A1 (de) * 1972-12-29 1974-07-18 Ardex Chemie Gmbh Chem Fab Wit Mit anmachwasser bis zur fluessigen, pumpfaehigen konsistenz anmachbare moertelmischung fuer die herstellung von estrichen
DE10159340A1 (de) * 2000-12-05 2002-06-06 Akzo Nobel Nv Estrich, eine Zusammensetzung zur Herstellung einer Oberschicht für diesen Estrich sowie ein Verfahren zur Herstellung des Estrichs
EP1452503A1 (de) * 2003-02-27 2004-09-01 Dyckerhoff Fertigbeton Saar GmbH &amp; Co. KG Zementgebundene Fliessestriche
DE202005020698U1 (de) * 2005-01-08 2006-07-20 Henkel Kgaa Selbstverlaufende Bodenspachtelmasse mit verbesserter Oberflächenglätte
CN101786850A (zh) * 2010-01-08 2010-07-28 北京天维宝辰化学产品有限公司 一种改性水泥基自流平砂浆与制备方法及其应用
DE202010014322U1 (de) * 2009-02-06 2010-12-30 Unger, Alexander, Dr. Dünner schwimmender Estrich

Patent Citations (6)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
DE2264075A1 (de) * 1972-12-29 1974-07-18 Ardex Chemie Gmbh Chem Fab Wit Mit anmachwasser bis zur fluessigen, pumpfaehigen konsistenz anmachbare moertelmischung fuer die herstellung von estrichen
DE10159340A1 (de) * 2000-12-05 2002-06-06 Akzo Nobel Nv Estrich, eine Zusammensetzung zur Herstellung einer Oberschicht für diesen Estrich sowie ein Verfahren zur Herstellung des Estrichs
EP1452503A1 (de) * 2003-02-27 2004-09-01 Dyckerhoff Fertigbeton Saar GmbH &amp; Co. KG Zementgebundene Fliessestriche
DE202005020698U1 (de) * 2005-01-08 2006-07-20 Henkel Kgaa Selbstverlaufende Bodenspachtelmasse mit verbesserter Oberflächenglätte
DE202010014322U1 (de) * 2009-02-06 2010-12-30 Unger, Alexander, Dr. Dünner schwimmender Estrich
CN101786850A (zh) * 2010-01-08 2010-07-28 北京天维宝辰化学产品有限公司 一种改性水泥基自流平砂浆与制备方法及其应用

Also Published As

Publication number Publication date
BE1021820B1 (nl) 2016-01-20
EP2905269A1 (en) 2015-08-12

Similar Documents

Publication Publication Date Title
Ledesma et al. Maximum feasible use of recycled sand from construction and demolition waste for eco-mortar production–Part-I: ceramic masonry waste
Bosiljkov SCC mixes with poorly graded aggregate and high volume of limestone filler
Lotfy et al. Performance evaluation of structural concrete using controlled quality coarse and fine recycled concrete aggregate
Mailar et al. Investigation of concrete produced using recycled aluminium dross for hot weather concreting conditions
Karataş et al. Influence of ground pumice powder on the mechanical properties and durability of self-compacting mortars
Erdoǧdu Effect of retempering with superplasticizer admixtures on slump loss and compressive strength of concrete subjected to prolonged mixing
Sajedi et al. Relationships between compressive strength of cement–slag mortars under air and water curing regimes
CN103936369A (zh) C30级单粒级再生自密实混凝土及其制备方法
Gayarre et al. Influence of the ceramic recycled agreggates in the masonry mortars properties
Xi et al. Fresh and hardened properties of cement mortars using marble sludge fines and cement sludge fines
Le et al. Durability of mortars with leftover recycled sand
KR101366294B1 (ko) 고유동 수중불분리 콘크리트용 혼화제 및 이를 첨가한 고유동 수중불분리 콘크리트 조성물
EP3129201B1 (en) Process for the preparation of masonry composite materials
BE1022343B1 (nl) Stortbaar beton voor polierbare betonvloeren
JP5562630B2 (ja) セメント系硬化体中の結合材の化学組成の推定方法
Hoque et al. Influence of stone dust as partially replacing material of cement and sand on some mechanical properties of mortar
Nishibayashi et al. Effect of properties of mix constituents on rheological constants of self-compacting concrete
CA2555693C (en) High-resistance pourable mortars with high fluidity
NO151544B (no) Fremgangsmaate for aa forhindre korrosjon av armeringen i betong
RU2631741C1 (ru) Бетонная смесь
Mahajan et al. Quality Control of Ready Mixed Concrete
JPS60195046A (ja) セメント系セルフレベリング材組成物
RU2163578C1 (ru) Самовыравнивающаяся строительная смесь
KR102568500B1 (ko) 미장공정 생략 가능한 방통용 습식 자기충전 모르타르 조성물
Anisha et al. An experimental investigation on effect of fly ash on egg shell concrete

Legal Events

Date Code Title Description
MM Lapsed because of non-payment of the annual fee

Effective date: 20210228