BE1021913B1 - Verloren bekisting voor het storten van een betonplaat, constructie voor het storten van een vloer, dak of plafond, werkwijze voor het storten van een betonplaat, evenals betonplaat - Google Patents

Verloren bekisting voor het storten van een betonplaat, constructie voor het storten van een vloer, dak of plafond, werkwijze voor het storten van een betonplaat, evenals betonplaat Download PDF

Info

Publication number
BE1021913B1
BE1021913B1 BE2014/0371A BE201400371A BE1021913B1 BE 1021913 B1 BE1021913 B1 BE 1021913B1 BE 2014/0371 A BE2014/0371 A BE 2014/0371A BE 201400371 A BE201400371 A BE 201400371A BE 1021913 B1 BE1021913 B1 BE 1021913B1
Authority
BE
Belgium
Prior art keywords
membrane
concrete
formwork
supporting
concrete slab
Prior art date
Application number
BE2014/0371A
Other languages
English (en)
Original Assignee
Aquadraat Engineering Bvba
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by Aquadraat Engineering Bvba filed Critical Aquadraat Engineering Bvba
Priority to BE2014/0371A priority Critical patent/BE1021913B1/nl
Priority to PCT/IB2015/053585 priority patent/WO2015173775A1/en
Priority to EP15730268.8A priority patent/EP3143219B1/en
Application granted granted Critical
Publication of BE1021913B1 publication Critical patent/BE1021913B1/nl

Links

Classifications

    • EFIXED CONSTRUCTIONS
    • E04BUILDING
    • E04BGENERAL BUILDING CONSTRUCTIONS; WALLS, e.g. PARTITIONS; ROOFS; FLOORS; CEILINGS; INSULATION OR OTHER PROTECTION OF BUILDINGS
    • E04B5/00Floors; Floor construction with regard to insulation; Connections specially adapted therefor
    • E04B5/16Load-carrying floor structures wholly or partly cast or similarly formed in situ
    • E04B5/32Floor structures wholly cast in situ with or without form units or reinforcements
    • E04B5/36Floor structures wholly cast in situ with or without form units or reinforcements with form units as part of the floor
    • E04B5/38Floor structures wholly cast in situ with or without form units or reinforcements with form units as part of the floor with slab-shaped form units acting simultaneously as reinforcement; Form slabs with reinforcements extending laterally outside the element

Landscapes

  • Engineering & Computer Science (AREA)
  • Architecture (AREA)
  • Physics & Mathematics (AREA)
  • Electromagnetism (AREA)
  • Civil Engineering (AREA)
  • Structural Engineering (AREA)
  • Forms Removed On Construction Sites Or Auxiliary Members Thereof (AREA)

Abstract

Verloren bekisting (1) voor het storten van een betonplaat (21), die (1) een membraan (17) bevat bestaande uit een kunststoffen folie of dekzeil of dergelijke, waarbij het membraan (17) een dragend deel van de bekisting (1) vormt dat te storten beton (33) kan dragen gedurende de uitharding ervan.

Description

Verloren bekisting voor het storten van een betonplaat, constructie voor het storten van een vloer, dak of plafond, werkwijze voor het storten van een betonplaat, evenals betonplaat.
De huidige uitvinding heeft eerst en vooral betrekking op een verloren bekisting voor het storten van een betonplaat.
Zonder de uitvinding hiertoe te beperken, heeft de huidige uitvinding meer bepaald betrekking op zulke bekisting die bedoeld is om te worden aangebracht op een onderliggende dragende structuur, waarbij overhangende gedeelten van de te vormen betonplaat een overspanning vormen tussen steungedeelten van de dragende structuur en waarbij in de te vormen betonplaat een wapening wordt voorzien.
Typisch is een bekisting volgens de uitvinding bedoeld voor het storten van een betonplaat ter afdekking van een voorziening voor waterbeheer, zoals bijvoorbeeld een ondergrondse voorziening voor de infiltratie van hemelwater, een voorziening voor de buffering van hemelwater of een ondergrondse wateropslag of dergelijke, doch de uitvinding is niet beperkt tot deze toepassingen.
Door de toename van de regenintensiteit als gevolg van het wijzigende klimaat en door het steeds meer volbouwen van open ruimtes en het aanleggen van grote verharde terreinen, zoals parkings, autowegen en zo meer, worden thans meer en meer maatregelen getroffen die overstromingen bij regen dienen te voorkomen.
Hiertoe worden onder verharde terreinen voorzieningen aangelegd in de vorm van ondergrondse, holle ruimtes of putten, waarin het regenwater tijdelijk of langdurig kan worden opgevangen, bijvoorbeeld om het later op een gecontroleerde wijze te doen afvloeien naar een riool, om het te gebruiken in andere toepassingen of om het lokaal te laten infiltreren in de ondergrond.
Er zijn reeds vele manieren bekend om zulke voorzieningen voor waterbeheer aan te leggen.
In vele gevallen worden hiertoe in een bouwput infiltratie-eenheden of buffereenheden aangebracht, die vergelijkbaar zijn met een soort kunststoffen kratten of steunen die een open structuur hebben en die vaak stapelbaar zijn en/of onderling gekoppeld kunnen worden ter vorming van grote, ondergrondse, open constructies waarin water kan worden opgevangen.
Deze ondergrondse constructies vormen tevens een dragende structuur, waarop nadien een betonplaat kan worden gestort of waarop een grondlaag of dergelijke kan worden aangebracht.
Het is ongebruikelijk rechtstreeks op de kunststoffen buffereenheden en/of infiltratie-eenheden een betonplaat te storten.
Dit gebeurt eerder uitzonderlijk.
In vele gevallen wordt bovenop de infiltratie-eenheden en/of buf fereenheden een dekking voorzien in de vorm van een zandlaag of één of ander funderingspakket en wordt dan pas een verzwaarde wegenisverharding aangebracht, bijvoorbeeld uit beton, asfalt, klinkers of uit nog andere materialen, gekozen in functie van de belastingsklasse of op gelijk welke andere basis.
De producenten van de infiltratie-eenheden en buffereenheden geven op welke verkeersklasse met welke minimale dekking overeenkomt.
Een nadeel van deze systemen is dat het aanleggen van de constructie meerdere verschillende stappen vergt.
Er bestaan echter ook methodes waarbij het beton rechtstreeks op de bovenzijde van de kunststoffen infiltratie-eenheden of buffereenheden wordt gestort, zodat deze infiltratie-eenheden of buffereenheden in zekere zin kunnen beschouwd worden als gedeelten van een verloren bekisting.
Een nadeel van deze bekende methodes om ondergrondse voorzieningen voor waterbeheer aan te leggen, is dat de gebruikte kunststoffen infiltratie-eenheden zeer duur zijn.
Nog een ander nadeel verbonden aan het gebruik van de kunststoffen infiltratie-eenheden is dat het installeren ervan een grote precisie vereist, aangezien de verschillende infiltratie-eenheden nauw dienen aan te sluiten ter vorming van een vlak dat geschikt is voor een bekisting.
Dit vergt o. a. ook een zeer precieze afwerking en uitlijning van de bodem van de bouwput zelf.
Bijgevolg is het aanbrengen van zulke kunststoffen infiltratie-eenheden in de bouwput een arbeidsintensieve en tijdrovende klus, wat de kosten die gepaard gaan met de installatie van de ondergrondse voorziening voor waterbeheer nog meer opdrijft.
De huidige uitvinding heeft dan ook als doel een oplossing te bieden aan één of meer van de voornoemde en/of andere nadelen.
Meer bepaald heeft de uitvinding tot doel een oplossing aan te bieden die toelaat op een eenvoudige wijze en uiterst snel en efficiënt een betonplaat te kunnen storten bovenop een dragende structuur.
Nog een doel van de uitvinding bestaat erin het bouwen van de dragende structuur zelf voor de betonnen plaat zoveel mogelijk te vereenvoudigen.
In het bijzonder is het een doel van de uitvinding een techniek aan te bieden die een minder precieze uitlijning van de verschillende delen van deze dragende structuur toelaat, evenals van de bouwput.
Nog een ander doel van de uitvinding bestaat erin zoveel mogelijk gebruik te maken van relatief goedkope materialen die in de bouw alom beschikbaar zijn en die met gangbare technieken en verbindingsmiddelen gemakkelijk kunnen worden samengesteld.
Hiertoe betreft de huidige uitvinding een verloren bekisting voor het storten van een betonplaat, die een membraan bevat bestaande uit een kunststoffen folie of dekzeil of dergelijke, waarbij het membraan een dragend deel van de bekisting vormt dat te storten beton kan dragen gedurende de uitharding ervan.
De kracht van de uitvinding ligt in het feit dat compleet tegen de momenteel gangbare gedachten is ingegaan, wat tot een aantal verrassende effecten leidt die mekaar bovendien onderling versterken.
Volgens de stand van de techniek worden immers steevast rigide elementen gebruikt voor het samenstellen van een bekisting in de veronderstelling, enerzijds, dat dit noodzakelijk is om de grote drukken onder het gewicht van het beton op te vangen, en, anderzijds, omdat niet rigide elementen onvermijdelijk een zekere doorbuiging vertonen, waardoor de maatvoering die doorgaans wordt opgelegd aan de constructie niet kan worden aangehouden of het uiteindelijk verkregen resultaat onvoorspelbaar wordt geacht.
Een eerste groot voordeel van een verloren bekisting volgens de uitvinding is juist dat het membraan ervan buigzaam of flexibel is, en eventueel zelfs elastisch en rekbaar en daardoor gemakkelijk, als het ware vanzelf, bepaalde uitlijnfouten in de dragende structuur voor de betonplaat worden opgevangen, zodat grotere toleranties op de afwerking van deze dragende structuur aanvaardbaar zijn dan met de gebruikelijke technieken het geval is, wat bovendien toelaat het bouwproces te versnellen.
Het membraan past zich echter niet enkel aan aan mogelijke afwijkingen van de dragende structuur, het buigt uiteraard ook door onder de druk van het beton op plaatsen waar het niet ondersteund is door de dragende structuur.
In tegenstelling tot wat gewoonlijk gedacht wordt, is deze doorbuiging verrassend genoeg niet nadelig voor de constructie, maar draagt zij juist bij aan de stabiliteit van de constructie.
Immers, door het doorbuigen en het eventuele uitrekken van het membraan worden de steungedeelten van de dragende structuur, waarop de verloren bekisting steunt, zijdelings verankerd in de gestorte betonplaat, waardoor zijdelingse (doorgaans horizontale) krachten worden opgevangen.
Dat de zijde van de betonplaat aanliggend aan het membraan niet 100% vlak is uitgevoerd, heeft in de beoogde toepassingen trouwens geen enkel belang, aangezien het gaat om ondergrondse voorzieningen die na de constructie nooit door personen worden betreed, doch die enkel via camera-inspectie worden gecontroleerd of geïnspecteerd.
Nog een ander groot voordeel van zulke bekisting volgens de uitvinding is dat ze zeer snel en efficiënt kan worden geïnstalleerd.
Het volstaat immers het membraan van de bekisting over de dragend structuur uit te rollen en te fixeren.
Hierbij wordt bovendien een naadloze afwerking van de gestorte betonplaat verkregen aan de zijde van het membraan.
Kortom, het gebruik van een flexibel membraan in een verloren bekisting, wat doorgaans als onmogelijk of nadelig wordt aanzien, blijkt integendeel voor de hier beoogde toepassingen een eenvoudigere en snellere oplossing te zijn, waarbij bovendien een meer stabiele constructie wordt gerealiseerd.
De uitvinding heeft tevens betrekking op een constructie voor het storten van een vloer, plafond of dak, waarbij de constructie een verloren bekisting volgens de uitvinding, zoals hiervoor beschreven, omvat.
In zulke constructie volgens de uitvinding is de verloren bekisting aangebracht op een dragende structuur, waarbij de bekisting bedoeld is om een betonplaat te storten op de dragende structuur, waarbij overhangende gedeelten van de te storten betonplaat een overspanning vormen tussen steungedeelten van de dragende structuur en waarbij in de bekisting een wapening is voorzien, waarbij het membraan van de bekisting de dragende structuur minstens gedeeltelijk overspant en bedoeld is om gestort beton voor de betonplaat te dragen, in het bijzonder in de overhangende gedeelten, en te doen steunen op de steungedeelten.
Het is duidelijk dat zulke constructie volgens de uitvinding al de reeds vernoemde voordelen heeft en uitermate geschikt is voor het aanleggen van bijvoorbeeld ondergrondse voorzieningen voor waterbeheer.
Volgens een voorkeurdragende uitvoeringsvorm van zulke constructie overeenkomstig de uitvinding bevat de dragende structuur één of meerdere van de volgende elementen: - een PP-infiltratie-eenheid; - een betonnen of gemetste kolom voorzien van een zool; - een kunststoffen kolom voorzien van een zool; en/of - een keerwandelement.
Uiteraard zijn de voornoemde elementen slechts enkele van de mogelijke voorbeelden en is het niet uitgesloten van de uitvinding vele andere mogelijke elementen toe te passen om een dragende structuur te realiseren.
Het is bovendien duidelijk dat het toepassen van reeds bestaande elementen, zoals de bekende infiltratie-eenheden en keerwandelementen, voor het bouwen van de dragende structuur volgens de uitvinding niet uitgesloten is.
Een groot voordeel van het toepassen van bijvoorbeeld betonnen of gemetste kolommen is voorts dat het zeer goedkoop is en ze gemakkelijk door elke bouwvakker kunnnen worden geplaatst.
De uitvinding heeft tevens betrekking op een werkwijze voor het storten van een betonplaat ter afdekking van een voorziening voor waterbeheer, waarbij de betonplaat dient te steunen op een onderliggende dragende structuur en waarbij overhangende gedeelten van de betonplaat een overspanning vormen tussen steungedeelten van de dragende structuur.
Meer bepaald heeft de uitvinding betrekking op zulke werkwijze, die minstens de volgende stappen bevat: - het aanleggen of bouwen van de steungedeelten van de dragende structuur; het aanbrengen van een bekisting op de dragende structuur, door het aanbrengen van een membraan over de dragende structuur; - het fixeren van het membraan aan een gedeelte van de bekisting zelf en/of aan een gedeelte buiten de bekisting; - het aanbrengen van een wapening over het membraan; - het storten van beton op het membraan, waarbij het gestort beton door het membraan wordt gedragen, in het bijzonder in de overhangende gedeelten, en steunt op de steungedeelten en waarbij het membraan een uitrekking of vervorming ondergaat en aldus een zekere verzakking van het gestort beton rond de steungedeelten wordt bekomen; en, - het laten uitharden van het beton.
Zulke werkwijze is klaarblijkelijk enorm efficiënt en laat toe zeer snel een voorziening voor waterbeheer te bouwen.
Tot slot heeft de uitvinding ook nog betrekking op een betonplaat die een voorziening voor waterbeheer afdekt, waarbij de betonplaat steunt op een onderliggende dragende structuur, waarbij overhangende gedeelten van de betonplaat een overspanning vormen tussen steungedeelten van de dragende structuur en waarbij de betonplaat een zekere doorbuiging vertoont tussen de steungedeelten van de dragende structuur die minstens 1/200 beter nog minstens 1/100 en liefst zelfs minstens 1/30 van de afstand tussen de betreffende nabijgelegen steungedeelten bedraagt.
De doorbuiging wordt op eenvoudige manier gerealiseerd met een verloren bekisting volgens de uitvinding die voorzien is van een flexibel membraan en zorgt ervoor dat de steungedeelten stevig zijn verankerd in de betonplaat.
Met het inzicht de kenmerken van de uitvinding beter aan te tonen, zijn hierna als voorbeeld zonder enig beperkend karakter enkele voorkeurdragende uitvoeringsvormen van een verloren bekisting voor het storten van een betonplaat; een constructie voor het storten van een vloer, dak of plafond; een werkwijze voor het storten van een betonplaat, evenals een betonplaat volgens de uitvinding beschreven, met verwijzing naar bijgaande figuren, waarin: figuur 1 een doorsnede doorheen een eerste uitvoeringsvorm van een verloren bekisting volgens de uitvinding weergeeft, waarbij het middelste gedeelte is weggelaten; figuur 2 op grotere schaal het gedeelte weergeeft dat in figuur 1 met F2 is aangeduid; figuur 3 een bovenaanzicht weergeeft op een gedeelte van de bekisting aangeduid met pijl F3 in figuur 2; figuur 4 een doorsnede doorheen een constructie volgens de uitvinding weergeeft voor het storten van een vloer, waarbij de verloren bekisting uit figuur 1 op een dragende structuur is aangebracht; figuur 5 op grotere schaal het gedeelte weergeeft dat in figuur 4 met F5 is aangeduid; figuur 6 op analoge wijze als in figuur 5 de toestand weergeeft nadat het beton voor de vloer is gestort; figuur 7 een bovenaanzicht weergeeft op een dragende structuur aangebracht in een bouwput; figuur 8 een zijaanzicht weergeeft volgens pijl F8 in figuur 7, waarbij voor de duidelijkheid het middelste gedeelte is weggelaten; figuur 9 een zicht weergeeft volgens de pijlen F9 op een gedeelte van de bouwput nadat een tweede uitvoeringsvorm van een verloren bekisting volgens de uitvinding is aangebracht en beton in de bekisting werd gestort; figuur 10 op grotere schaal het gedeelte weergeeft dat is aangeduid met F10 in figuur 9; figuur 11 een bovenaanzicht volgens pijl Fll in figuur 12 weergeeft op een gedeelte van een constructie volgens de uitvinding waarbij een derde mogelijke uitvoeringsvorm van een verloren bekisting volgens de uitvinding werd toegepast; figuur 12 een doorsnede doorheen de voornoemde constructie weergeeft, nadat beton in deze verloren bekisting is gestort; figuren 13 en 14 op grotere schaal de gedeelten weergeven die zijn aangeduid met F13 en F14, respectievelijk in de figuren 11 en 12; en, figuren 15 en 16 op grotere schaal de gedeelten weergeven die zijn aangeduid met F15 en F16, respectievelijk in de figuren 11 en 12.
De in de figuren 1 tot 3 weergegeven eerste uitvoeringsvorm van een verloren bekisting 1 overeenkomstig de uitvinding heeft in bovenaanzicht een rechthoekige vorm, waarbij de omtrek ervan is gevormd door zijdelingse elementen 2 die in dit geval bestaan uit betonnen steunblokken 3.
Deze betonnen steunblokken 3 kunnen bijvoorbeeld betonnen blokken zijn met een lengte van 50 cm, een hoogte van 30 cm en een dikte van 14 cm.
Als alternatief kunnen tevens gewapende betonnen balkjes gebruikt worden bijvoorbeeld met een lengte van 1 m tot 2 m en met een vierkante doorsnede van 14 cm bij 14 cm.
Hiertoe kunnen bijvoorbeeld standaard te verkrijgen lintelen worden gebruikt.
Uiteraard is het niet uitgesloten van de uitvinding hiertoe andere afmetingen en/of andere materialen toe te passen.
Tussen twee overstaande zijden 4 en 5 van de bekisting 1 zijn overstaande zijdelingse elementen 2 onderling verbonden door middel van dwarse elementen 6.
Deze dwarse elementen 6 worden in het geval van de figuur 1 gevormd door holle stalen buizen 7, doch andersoortige dwarse elementen 6 bijvoorbeeld in de vorm van stalen wapening of dergelijke zijn volgens de uitvinding niet uitgesloten.
De stalen buizen 7 kunnen bijvoorbeeld typisch een diameter van om en bij 35 mm hebben, doch andere dimensies zijn uiteraard niet uitgesloten.
Voor het aanbrengen van de stalen buizen 7 tussen een paar steunblokken 3 is er in dit geval in elk uiteinde 8 van de betreffende stalen buis 6 een inzetstuk 9 aangebracht dat met zijn uiteinde 10 passend in de holte 11 van de stalen buis 7 kan worden geschoven.
De inzetstukken 9 zijn in dit geval niet vast verbonden aan de stalen holle buizen 7, maar het is niet uitgesloten van wel zulke vaste verbinding toe te passen, bijvoorbeeld door middel van een lasverbinding of dergelijke meer.
Zulk inzetstuk 9 is voorts voorzien van een steunstuk 12 waartegen een uiteinde 8 van de stalen buis 7 kan steunen en kracht mee kan overbrengen op een steunblok 3.
Het andere uiteinde 13 van de inzetstukken 9 is in de betreffende betonnen steunblok 3 verankerd.
Hiertoe kan dit uiteinde 13 van zulk inzetstuk 8 rechtstreeks tijdens het vervaardigen van de betonnen steunblok 3 mee in de nog niet uitgeharde substantie zijn aangebracht of kan het achteraf in de steunblok 3 zijn verankerd bijvoorbeeld door het uitvoeren van een boring en het aanbrengen van een plug of chemisch anker of dergelijke meer.
Uiteraard zijn vele andere mogelijke technieken en uitvoeringsvormen niet uitgesloten van de uitvinding.
Aan weerszijden van de stalen buizen 7 is een wapeningsnet 15 aangebracht.
Deze wapeningsnetten 14 zijn uiteraard zodanig gedimensioneerd dat de te storten betonplaat de vereiste belasting aankan, bijvoorbeeld de belasting van verkeer dat rijdt boven op de te storten betonplaat.
Typisch zouden bijvoorbeeld wapeningsnetten 14 met mazen 15 van 150 mm gebruikt kunnen worden en met wapeningsstaven 16 die bijvoorbeeld een doormeter van 6 mm hebben, doch andere dimensies zijn niet uitgesloten.
Speciaal aan een verloren bekisting 1 volgens de uitvinding is dat het een membraan 17 bevat bestaande uit een kunststoffen folie of dekzeil of dergelijke, waarbij het membraan 17 een dragend deel van de bekisting 1 vormt dat te storten beton kan dragen gedurende de uitharding ervan.
Het membraan 17 kan bijvoorbeeld een PE-folie (polyethyleen) zijn die minstens buigzaam en flexibel is en naar gelang de toepassing eventueel ook een zekere elasticiteit vertoont.
Zoals in de inleiding reeds werd toegelicht, is het immers de bedoeling dat na het storten van beton het membraan 17 van de bekisting 1 een zekere uitzakking ondergaat omwille van zijn buigzaamheid of elasticiteit, zodanig dat gemakkelijk uitlijnfouten kunnen worden opgevangen en een grote stabiliteit van de constructie wordt verkregen.
Het membraan 17 is gefixeerd en is hiertoe in het getoonde voorbeeld van de figuren 1 tot 3 vastgemaakt met zijn randen 18 aan een gedeelte van de bekisting 1 zelf, meer bepaald aan de steunblokken 3.
Voor het vastmaken van het membraan 17 aan de steunblokken 3 zijn in dit geval betonankers 19 gebruikt, doch uiteraard kunnen hiertoe vele andere middelen gebruikt worden.
Hierbij is het membraan 17 opgespannen tussen de twee overstaande zijden 4 van de omtrek van de bekisting 1.
De zijdelingse elementen 2 of steunblokken 3 worden op een vaste afstand van elkaar gehouden door de holle stalen buizen 7 en de inzetstukken 9.
De spankracht voor het opspannen van het membraan 17 wordt aldus door de holle stalen buizen 7 opgevangen.
Een voordeel van het toepassen van holle stalen buizen 7 bestaat erin dat zulke holle buizen 7 verhoudingsgewijs grotere buigingsmomenten kunnen opvangen dan volle buizen met hetzelfde gewicht.
Anderzijds is het de bedoeling dat gans het stalen geraamte gevormd door de stalen buizen 7 mee in het te storten beton wordt ingebed.
Het gebruik van holle stalen buizen 7 als wapening wordt om veiligheidsredenen echter niet noodzakelijk zonder meer aanvaard, waardoor de bijdrage van de holle stalen buizen 7 tot de wapening van de betonplaat bij de sterkteberekening mogelijks niet kan worden meegerekend.
Aldus zal een ontwerp waarbij de holle stalen buizen 7 niet mee in rekening kunnen worden gebracht bij de sterkteberekening, doorgaans meer staal bevatten dan een gelijkaardig ontwerp, waarbij de steunblokken 3 verbonden zijn door middel van dwarse elementen 6 die bestaan uit wapeningsstaven.
In het laatste geval moet voor het dimensioneren van de wapeningsstaven echter wel zowel de gebruiksbelasting op de betonplaat worden meegerekend als de krachten die werken op de wapeningsstaven ten gevolge van het opspannen van het membraan.
Het is duidelijk dat naargelang het geval door een juiste keuze van de ontwerpparameters de hoeveelheid gebruikt staal kan geminimaliseerd worden.
In de figuren 4 tot 6 is een constructie 20 overeenkomstig de uitvinding weergegeven voor het storten van een betonplaat 21, meer bepaald een vloer of dak 21 ter afdekking van een voorziening voor waterbeheer, in dit geval een infiltratiebekken 22.
De betonplaat 21 vormt hierbij een verhard terrein en kan bijvoorbeeld een parking, een autoweg, een plein of dergelijke meer zijn.
In een vierkante of rechthoekige bouwput 23 is hiertoe een dragende structuur 24 aangebracht die centraal een regelmatig patroon van betonnen paaltjes 25 bevat en waarbij de randen 26 van de bouwput 24 omzoomt zijn met een gordel bestaande uit kunststoffen (bijvoorbeeld PP) infiltratie-eenheden 27.
De paaltjes 25 zijn met betonblokken 28 gemetste paaltjes 25, waarbij een betonnen zool 29 de voet van elke paal 25 vormt en op deze betonnen zool 29 in dit geval telkens twee betonblokken 28 zijn gemetst.
De zolen 29 van de paaltjes 25 zijn uiteraard bedoeld om de belasting die via de paaltjes 25 op de ondergrond dient te worden overgedragen beter te verdelen over het grondoppervlak en aldus verzakking van de paaltjes 25 te verhinderen.
Uiteraard kunnen allerlei andere elementen worden gebruikt om een dragende structuur 24 mee te bouwen, zoals bijvoorbeeld kunststoffen kolommen voorzien van een zool, keerwandelementen, stalen frames en zo meer.
De bouwput 23 is vooraf voorzien van een bekleding 30 die in dit geval bestaat uit een geo-textiel 30.
In het getoonde voorbeeld is het de bedoeling dat hemelwater, dat na een regenbui in de infiltratiebekken 22 terecht komt, doorheen het geo-textiel 30 in de bodem kan insijpelen.
In andere toepassingen kan het echter bijvoorbeeld de bedoeling zijn zulke infiltratie van hemelwater naar de ondergrond te verhinderen en het hemelwater in de put 22 tijdelijk op te slaan voor ander gebruik of om op gecontroleerde wijze af te voeren uit de put 22 naar een riool of afvoerkanaal of dergelijke.
In zulke toepassing kan de bouwput 23 bijvoorbeeld worden bekleed met een waterdichte laag.
De constructie 20 bevat voorts een bekisting 1 zoals hiervoor besproken met betrekking tot de figuren 1 tot 3.
De verloren bekisting 1 is hierbij aangebracht op de dragende structuur 24, waarbij de bekisting 1 uiteraard bedoeld is om de betonplaat 22 te storten bovenop de dragende structuur 24.
Het is niet de bedoeling dat de bekisting 1 op voorhand wordt vervaardigd en dan over de dragende structuur 24 wordt geplaatst.
Een praktische manier van werken bestaat erin het membraan 17 uit te rollen over de dragende structuur 24 en het nadien te fixeren en eventueel op te spannen, hetzij aan gedeelten van de bekisting 1 zelf die nadien worden aangebracht, hetzij aan de dragende structuur 24 of andere vaste elementen in de bouwput 23 en zo meer.
Zoals meer in detail is te zien in figuur 6 bijvoorbeeld, vormen overhangende gedeelten 31 van de te storten betonplaat 21 een overspanning 31 tussen steungedeelten 32 van de dragende structuur 24.
De steungedeelten 32 worden in dit geval gevormd door de paaltjes 25 en de infiltratie-eenheden 27.
De wapeningsnetten 14 die zijn voorzien in de verloren bekisting 1 zorgen ervoor dat de betonplaat 22 de belasting kan dragen in de overhangende gedeelten 31 en kan overbrengen via de paaltjes 25 naar de ondergrond.
Het membraan 17 van de bekisting 1 overspant de volledige dragende structuur 24 en is bedoeld om gestort beton 33 voor de betonplaat 21 te dragen, in het bijzonder in de overhangende gedeelten 31, en te doen steunen op de steungedeelten 32.
Het is immers in deze overhangende gedeelten 31 dat het membraan 17 een dragend gedeelte van de bekisting 1 vormt en het membraan 17 moet dan ook voldoende stevig zijn om het gewicht van het vloeibare beton te kunnen dragen tot dit beton is uitgehard.
Het is duidelijk dat een niet correcte uitlijning van de toppen van de paaltjes 25 en de infiltratie-eenheden 27 hierbij niet problematisch is, aangezien door de buigzaamheid en de elasticiteit van het membraan 17 van de bekisting 1, onder het gewicht van het beton 33, de bekisting 1 vervormt en het gestort beton vindt aldus automatisch steun op de steungedeelten 32.
Op deze wijze wordt tevens een zeer gelijkmatige verdeling van de over te brengen kracht op de dragende structuur gerealiseerd.
Zoals meer in detail is weergegeven in figuur 6, is het bovendien zo dat, na het storten van het beton 33, een doorzakking D van het membraan wordt verwezenlijkt in de overhangende gedeelten 31.
Deze doorzakking D bedraagt volgens de uitvinding minstens 1/200, liever nog minstens 1/100, liefst meer dan 1/30 en zelfs nog meer van de afstand L tussen de betreffende nabijgelegen steungedeelten 32 of dus de lengte L van de overspanning 31.
Op deze manier wordt een stevige verankering van de paaltjes 25 en de infiltratie-eenheden 27 in de betonplaat 21 verkregen, waarbij eventuele spatkrachten of andere zijdelingse of horizontale krachten die op delen van de dragende structuur 24 inwerken gemakkelijk worden opgevangen.
In het hier besproken voorbeeld is het membraan 17 van de bekisting 1 gefixeerd in de bekisting 1 zelf.
Als alternatief of bijkomend is het echter niet uitgesloten het membraan 17 te fixeren door het vast te maken aan een gedeelte buiten de bekisting 1.
Bijvoorbeeld kan het membraan 17 van de verloren bekisting 1 bijkomend gefixeerd worden aan één of meerdere steungedeelten 32 van de dragende structuur 24.
Om een goede doorbuiging van het membraan 17 te verkrijgen bij het storten van het beton 33 kan een membraan 17 gebruikt worden met een zekere elasticiteit, doch dit is niet noodzakelijk het geval.
Het kan volstaan een membraan 17 te gebruiken met een zekere buigbaarheid echter zonder rekbaar te zijn.
Immers, het membraan 17 kan worden gefixeerd aan twee tegenovergestelde zijden 4 en 5 en van een bepaalde 'overlengte' worden voorzien, waarbij de afstand tussen de betreffende overstaande zijden 4 en 5 aldus korter is dan de overeenkomstige dimensies in de betreffende richting van het membraan 17.
Op deze wijze kan het membraan 17 tijdens het storten van het beton 33 de nodige doorbuiging tussen de steungedeelten 32 in verkrijgen.
Om een gelijke verdeling van de doorbuigingen te realiseren in de verschillende overhangende gedeelten 31 kan bijvoorbeeld een wapening worden toegepast met uitstekende delen die het membraan 17 reeds vervormen overeenkomstig de te realiseren doorbuiging in de overhangende gedeelten 31 alvorens het beton 33 wordt gestort.
Het opspannen van het membraan 17 van de verloren bekisting 1 kan gebeuren voorafgaand aan het eigenlijke storten van het beton 33, wat de praktische uitvoerbaarheid en uitvoeringssnelheid ten goede kan komen.
Het is echter niet noodzakelijk het membraan 17 op te spannen voor het storten van het beton 33, aangezien het membraan 17 tijdens het storten van het beton 33 altijd automatisch opspant onder de belasting van het vloeibare beton 33 op het membraan 17.
In figuur 7 is een andere uitvoeringsvorm van een dragende structuur 24 in bovenaanzicht weergegeven, waarbij ditmaal de bouwput 23 omzoomd is door paaltjes 34 in plaats van door infiltratie-eenheden 27, zoals in het vorige voorbeeld het geval was.
De infiltratiebekken 22 is verder afgesloten door middel van plaatmateriaal 35 dat is aangebracht tegen de paaltjes 34 die de omtrek van de infiltratiebekken 22 vormen.
Figuren 9 en 10 geven de situatie weer nadat op deze dragende structuur 24 een betonplaat 21 is gestort met behulp van een verloren bekisting 1 volgens de uitvinding, die weliswaar ditmaal anders is uitgevoerd.
De verloren bekisting 1 van de figuren 9 en 10 bevat zijdelings elementen 2 die ditmaal uitgevoerd zijn als een stalen balk of ligger 36 met in het voorbeeld een L-vormige dwarsdoorsnede.
De dwarse elementen 6 van de verloren bekisting 1 worden gevormd door wapeningsstaal 37 en niet meer door holle stalen buizen 7, zoals in het vorige voorbeeld het geval was.
Dwars op de stalen liggers 36 zijn bussen 38 gelast waarin dit wapeningsstaal passend kan worden ingebracht.
Op deze manier worden de zijdelingse elementen 2 opnieuw op een vaste afstand van elkaar gehouden.
Hierbij is het de bedoeling dat het wapeningsstaal 37 voldoende zwaar is uitgevoerd om de spankracht voor het opspannen van het membraan 17 van de bekisting 1 op te kunnen nemen.
Het membraan 17 is gespannen tussen de metalen balken 36 en is aan deze balken bevestigd met daartoe geschikte middelen 39.
Bijvoorbeeld bij gebruik van een membraan 17 bestaande uit HDPE (hoge dichtheid polyethyleen) kan een HDPE-extrusielas 30 als stootrand worden gebruikt.
De verloren bekisting 1 is voorts omgeven door zijdelingse panelen 40 ter vorming van een kuip waarin het beton 33 kan worden gestort.
In het vorige voorbeeld werd deze functie vervuld door de steunblokken 3.
De zijdelingse panelen 40 zijn vast gemonteerd op het plaatmateriaal 35 van de dragende structuur 24.
De randen 18 van het membraan 17 bedekken tevens de binnenzijde van de zijdelingse panelen 40, zodat het ganse membraan 17 de eigenlijke kuip voor het beton 33 vormt.
Het verkregen resultaat weergegeven in de figuren 9 en 10 is vergelijkbaar met dit weergegeven in figuur 6, waarbij in de overhangende gedeelten 31 de betonplaat 21 een zekere doorzakking D vertoont die bijdraagt aan de stabiliteit van de constructie 20.
In de figuren 11 tot 16 is nog een andere mogelijke manier van werken geïllustreerd.
In een bouwput 23 is een dragende structuur 24 voorzien, gelijkaardig als in de situatie van figuur 7.
Op deze dragende structuur 24 is een verloren bekisting 1 volgens de uitvinding aangebracht, die nog anders is uitgevoerd en waarbij in de verloren bekisting 1 een beton 33 is gestort.
De verloren bekisting 1 van de figuren 11 tot 16 bevat zijdelings elementen 2 die, zoals in het vorige voorbeeld van de figuren 9 en 10, bestaan uit een stalen balk of ligger 36 met in dit voorbeeld opnieuw een L-vormige dwarsdoorsnede.
In de richting dwars op de zijdelingse elementen 2 is de situatie eerder vergelijkbaar met de uitvoeringsvorm van de figuren 1 tot 6, aangezien er o.a. opnieuw gebruik wordt gemaakt van dwarse elementen 6 bestaande uit holle, stalen buizen 41, die bedoeld zijn om de spankracht van het membraan 17 van de verloren bekisting 1 op te vangen.
In tegenstelling tot wat het geval was bij de vorige uitvoeringsvormen van een verloren bekisting 1 volgens uitvinding, is het in dit geval niet de bedoeling dat deze stalen, dwarse elementen 41 permanent in het beton 33 aanwezig blijven, maar is het juist de bedoeling ze na het uitharden van het beton 33 weg te nemen.
Om dit mogelijk te maken, zijn in de metalen liggers 36 gaten 42 voorzien en zijn er doorheen tegenoverstaande gaten 42 in het paar liggers 36 eerst kunststoffen, dwarse elementen 43 aangebracht die zich uitstrekken tussen de twee overstaande liggers 36.
Deze kunststoffen, dwarse elementen 43 zijn uitgevoerd als holle doorvoerbuizen 43, die bijvoorbeeld bestaan uit PVC of HDPE, en ze vormen wél een deel van de verloren bekisting 1 dat permanent in het beton 33 achterblijft en ze zijn bedoeld om een afscherming te vormen tussen het te storten beton 33 en de stalen, dwarse elementen 41, die na het plaatsen van de kunststoffen doorvoerbuizen 43 in deze doorvoerbuizen 43 worden aangebracht om tijdelijk de spankracht op te vangen.
Teneinde in de verloren bekisting 1 een afgesloten geheel te vormen voor het vloeibare beton 33 dienen de kunststoffen doorvoerbuizen 43 uiteraard een doormeter te hebben die overeenstemt met de gaten 42 in de metalen liggers 36.
De doormeter van de stalen, holle buizen 41 is liefst in voldoende mate kleiner dan de doormeter van de doorvoerbuizen 43 om het inbrengen van de stalen buizen 41 in de doorvoerbuizen 43 te vergemakkelijken.
In een praktische uitwerking, die tevens geïllustreerd is in de figuren 11 tot 16, bestaan de holle, stalen buizen 41 uit korte segmenten 44 van bijvoorbeeld 1 à 2 meter die aan elkaar gekoppeld worden.
Zoals meer in detail is weergegeven in de figuren 15 en 16 is deze koppeling van de segmenten 44 in dit geval gerealiseerd door tussenliggende stalen pennen 45, die telkens tussen twee segmenten 44 worden aangebracht, maar andere methodes zijn niet uitgesloten.
Door gebruik te maken van zulke korte segmenten 44 kan verhinderd worden dat de ondergrondse bouwput 23 grote dimensies moet aannemen om het aanbrengen en terug wegnemen van de stalen, dwarse elementen 41 mogelijk te maken.
De stalen, holle buizen 41 strekken zich uit doorheen de liggers 36 en steunen aan weerszijden tegen een flens 46 die aangeschroefd kan worden op de betreffende stalen ligger 36 met behulp van moeren 47, wat meer in detail is weergegeven in de figuren 13 en 14.
Op deze manier kunnen de segmenten 44 stevig tegen elkaar aan worden gedrukt om aldus de spankracht van het membraan 17 te kunnen opvangen.
Het membraan 17 is onder de liggers 36 gevoerd en op de buitenzijde van de liggers 36 gefixeerd.
Boven en onder de doorvoerbuizen 43 worden opnieuw wapeningsnetten 14 voorzien zoals in het geval van figuur 1 bijvoorbeeld.
Na het storten van het beton 33 en het uitharden ervan is het de bedoeling niet alleen de segmenten 44 en pennen 45 weg te nemen, maar teven de metalen liggers 36.
Dit kan eenvoudig gebeuren in dit geval door eerst het membraan 17 los te maken, en daarna de moeren 47 verder aan te draaien waardoor de liggers 36 uit elkaar worden bewogen en losgetrokken van de gevormde betonplaat 21, wat het ontkisten zeer sterk vereenvoudigt.
Uiteraard dient een bekistingsolie op het metalen kader van de bekisting 1 te worden voorzien.
Het is duidelijk dat de stalen dwarselementen 41 in dit geval slechts een tijdelijke constructie vormen.
De bekisting 1 volgens de uitvinding bevat dan ook gedeelten die na het storten van het beton 33 worden achtergelaten en daardoor gedeelten vormen van een verloren bekisting 1, doch ook tijdelijk aangebrachte gedeelten.
Deze derde uitvoeringsvorm heeft als belangrijk voordeel dat de eigenlijke wapening gevormd door de wapeningsnetten 14 effectiever kan worden ingezet.
Zoals hiervoor reeds besproken, heeft de eerste uitvoeringsvorm van de figuren 1 tot 6 immers het nadeel dat de holle, stalen buizen 7 die permanent in het beton 33 achterblijven, niet echt als wapening kunnen worden meegeteld, wat de prijs van de oplossing verhoogt en de constructie relatief zwaar maakt.
Bovendien bevinden deze buizen 7 zich in de middenzone van het beton 33 waar ze het minst effectief zijn voor het opvangen van buigmomenten.
Deze derde uitvoeringsvorm van een verloren bekisting 1 volgens de uitvinding biedt daarom een nog praktischere en economischere oplossing en biedt tevens al de voordelen van de voorgaande uitvoeringsvormen, bijvoorbeeld met betrekking tot het realiseren van een doorzakking D en dergelijke meer.
De uitvinding is geenszins beperkt tot de als voorbeeld beschreven en aan de hand van de figuren geïllustreerde uitvoeringsvormen van een verloren bekisting 1, een constructie 20 en een betonplaat 21 volgens de uitvinding, doch zulke verloren bekistingen 1, constructies 20 en betonplaten 21 kunnen op allerlei andere manieren worden verwezenlijkt zonder buiten het kader van de uitvinding te treden.
De uitvinding is tevens niet beperkt tot de beschreven voorbeelden van werkwijzen volgens de uitvinding voor het storten van een betonplaat, doch anere werkwijzen kunnen tevens worden toegepast zonder buiten het kader van de uitvinding te treden.

Claims (15)

  1. Conclusies
    1. Verloren bekisting (1) voor het storten van een betonplaat (21), daardoor gekenmerkt dat de bekisting (1) een membraan (17) bevat bestaande uit een kunststoffen folie of dekzeil of dergelijke, waarbij het membraan (17) een dragend deel van de bekisting (1) vormt dat te storten beton (33) kan dragen gedurende de uitharding ervan.
  2. 2. Verloren bekisting (1) volgens conclusie 1, daardoor gekenmerkt dat het membraan (17) is gefixeerd en hiertoe is vastgemaakt aan een gedeelte (2,3,36) van de bekisting (1) zelf.
  3. 3. Verloren bekisting (1) volgens conclusie 1 of 2, daardoor gekenmerkt dat het membraan (17) is opgespannen tussen minstens twee overstaande zijden (18) van zijn omtrek, waarbij de bekisting (1) aan overstaande zijden (4,5) voorzien is van één of meerdere zijdelingse elementen (2) en waarbij overstaande zijdelingse elementen (3,36) aan weerszijden van het membraan (17) onderling verbonden zijn door dwarse elementen (6), die de zijdelingse elementen (2) op een vaste afstand van elkaar vasthouden en die de spankracht voor het opspannen van het membraan (17) opvangen.
  4. 4. Verloren bekisting (1) volgens conclusie 3, daardoor gekenmerkt dat de dwarse elementen (6) gevormd worden door stalen buizen (7) of door wapeningsstaven (37) en de zijdelingse elementen gevormd worden door betonnen steunblokken (3) of metalen balken (36).
  5. 5. Verloren bekisting (1) volgens één of meerdere van de voorgaande conclusies, daardoor gekenmerkt dat het membraan (17) gevormd wordt door een PE-folie (polyethyleen) die een zekere elasticiteit vertoont teneinde een uitzakking (D) van het te storten beton toe te laten.
  6. 6. Constructie (20) voor het storten van een vloer, plafond of dak, die een bekisting volgens één of meerdere van de voorgaande conclusies omvat, daardoor gekenmerkt dat de bekisting (1) is aangebracht op een dragende structuur (24), waarbij de bekisting (1) bedoeld is om een betonplaat (21) te storten op de dragende structuur (24), waarbij overhangende gedeelten (31) van de te storten betonplaat (21) een overspanni.ng (31) vormen tussen steungedeelten (32) van de dragende structuur (24) en waarbij in de bekisting (1) een wapening (14) is voorzien, waarbij het membraan (17) van de bekisting (1) de dragende structuur (24) minstens gedeeltelijk overspant en bedoeld is om gestort beton (33) voor de betonplaat (21) te dragen, in het bijzonder in de overhangende gedeelten (31), en te doen steunen op de steungedeelten (32).
  7. 7. Constructie (20) volgens conclusie 6, daardoor gekenmerkt dat de dragende structuur (24) één of meerdere van de volgende elementen bevat: een PP-infiltratie-eenheid (27); - een betonnen of gemetste kolom (25) voorzien van een zool (29); - een kunststoffen kolom voorzien van een zool; en/of - een keerwandelement.
  8. 8. Constructie (20) volgens conclusie 6 of 7, daardoor gekenmerkt dat het membraan (17) van de bekisting (1) is gefixeerd en hiertoe is vastgemaakt aan een gedeelte buiten de bekisting (1).
  9. 9. Constructie (20) volgens conclusie 8, daardoor gekenmerkt dat het membraan (17) van de verloren bekisting (1) gefixeerd is aan één of meerdere steungedeelten (32) van de dragende structuur (24).
  10. 10. Constructie volgens één of meerdere van de conclusies 6 tot 9, daardoor gekenmerkt dat het membraan (17) van de verloren bekisting (1) aan minstens een gedeelte van zijn omtrek is gefixeerd.
  11. 11. Werkwijze voor het storten van een betonplaat (1) ter afdekking van een voorziening voor waterbeheer (22), waarbij de betonplaat (21) dient te steunen op een onderliggende dragende structuur (24), waarbij overhangende gedeelten (31) van de betonplaat (21) een overspanning (31) vormen tussen steungedeelten (32) van de dragende structuur (24), daardoor gekenmerkt dat de werkwijze de volgende stappen bevat : - het aanleggen of bouwen van de steungedeelten (32) van de dragende structuur (24); - het aanbrengen van een bekisting (1) op de dragende structuur, door het aanbrengen van een membraan (17) over de dragende structuur (24); - het fixeren van het membraan (17) aan een gedeelte van de bekisting (1) zelf en/of aan een gedeelte buiten de bekisting (1); het aanbrengen van een wapening (14) over het membraan (17); - het storten van beton (33) op het membraan (17), waarbij het gestort beton (33) door het membraan (17) wordt gedragen, in het bijzonder in de overhangende gedeelten (31), en steunt op de steungedeelten (32) en waarbij het membraan (17) een uitrekking of vervorming ondergaat en aldus een zekere verzakking (D) van het gestort beton (33) rond de steungedeelten (32) wordt bekomen; en, - het laten uitharden van het beton (33).
  12. 12. Werkwijze volgens conclusie 11, daardoor gekenmerkt dat voor het aanleggen of bouwen van de dragende structuur (24) elementen op de bodem van een bouwput (23) worden aangebracht die minstens gedeeltelijk de steungedeelten (32) ervan vormen, waarbij minstens één of meerdere van deze elementen bestaan uit: een patroon van paaltjes (25) ; een PP-infiltratie-eenheid (27); en/of, - een keerwandelement.
  13. 13. Werkwijze volgens één of meerdere van de conclusies 10 tot 12, daardoor gekenmerkt dat voor het fixeren van het membraan (17) aan minstens twee overstaande zijden (4,5) een reeks betonnen steunblokken (3) wordt aangebracht waartussen stalen buizen (3) of wapeningsstaven (37) worden voorzien die de betonnen steunblokken (3) op een vaste afstand van elkaar vasthouden en die de spankracht voor het opspannen van het membraan (17) opvangen en waarbij het membraan (17) in de steunblokken (3) wordt verankerd door betonankers (19).
  14. 14. Werkwijze volgens één of meerdere van de conclusies 10 tot 13, daardoor gekenmerkt dat na het storten van het beton (33) een doorzakking (D) van het membraan (17) wordt verwezenlijk die minstens 1/200, liever nog 1/100 en liefst minstens 1/30 van de afstand L tussen de betreffende nabijgelegen steungedeelten (32) bedraagt.
  15. 15. Betonplaat (21)die een voorziening voor waterbeheer afdekt, waarbij de betonplaat (21) steunt op een onderliggende dragende structuur (24), waarbij overhangende gedeelten (31) van de betonplaat (21) een overspanning (31) vormen tussen steungedeelten (32) van de dragende structuur (24), daardoor gekenmerkt dat de betonplaat (21) een zekere doorzakking (D) tussen de steungedeelten (32) van de dragende structuur (24) vertoont die minstens 1/200, liever nog 1/100 en liefst minstens 1/30 van de afstand (L) tussen de betreffende nabijgelegen steungedeelten (32) bedraagt.
BE2014/0371A 2014-05-16 2014-05-16 Verloren bekisting voor het storten van een betonplaat, constructie voor het storten van een vloer, dak of plafond, werkwijze voor het storten van een betonplaat, evenals betonplaat BE1021913B1 (nl)

Priority Applications (3)

Application Number Priority Date Filing Date Title
BE2014/0371A BE1021913B1 (nl) 2014-05-16 2014-05-16 Verloren bekisting voor het storten van een betonplaat, constructie voor het storten van een vloer, dak of plafond, werkwijze voor het storten van een betonplaat, evenals betonplaat
PCT/IB2015/053585 WO2015173775A1 (en) 2014-05-16 2015-05-15 Formwork for pouring a concrete slab, construction for pouring a floor, roof or ceiling, method for pouring a concrete slab, as well as a concrete slab.
EP15730268.8A EP3143219B1 (en) 2014-05-16 2015-05-15 Lost formwork for pouring a concrete slab, construction for pouring a floor, roof or ceiling, method for pouring a concrete slab, as well as a concrete slab

Applications Claiming Priority (1)

Application Number Priority Date Filing Date Title
BE2014/0371A BE1021913B1 (nl) 2014-05-16 2014-05-16 Verloren bekisting voor het storten van een betonplaat, constructie voor het storten van een vloer, dak of plafond, werkwijze voor het storten van een betonplaat, evenals betonplaat

Publications (1)

Publication Number Publication Date
BE1021913B1 true BE1021913B1 (nl) 2016-01-26

Family

ID=51352354

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
BE2014/0371A BE1021913B1 (nl) 2014-05-16 2014-05-16 Verloren bekisting voor het storten van een betonplaat, constructie voor het storten van een vloer, dak of plafond, werkwijze voor het storten van een betonplaat, evenals betonplaat

Country Status (3)

Country Link
EP (1) EP3143219B1 (nl)
BE (1) BE1021913B1 (nl)
WO (1) WO2015173775A1 (nl)

Citations (4)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
DE1941662A1 (de) * 1968-10-14 1970-05-14 Vyzk Ustav Pozemnich Decken- und Dachkonstruktion
US3619959A (en) * 1969-07-07 1971-11-16 Sidney A Parker Concrete building
FR2453955A1 (fr) * 1979-04-10 1980-11-07 Ing Coordination Const Element pour la construction de planchers
US5390464A (en) * 1992-09-18 1995-02-21 West; Mark Method of forming a concrete column capital in a standard flat plate concrete slab

Patent Citations (4)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
DE1941662A1 (de) * 1968-10-14 1970-05-14 Vyzk Ustav Pozemnich Decken- und Dachkonstruktion
US3619959A (en) * 1969-07-07 1971-11-16 Sidney A Parker Concrete building
FR2453955A1 (fr) * 1979-04-10 1980-11-07 Ing Coordination Const Element pour la construction de planchers
US5390464A (en) * 1992-09-18 1995-02-21 West; Mark Method of forming a concrete column capital in a standard flat plate concrete slab

Also Published As

Publication number Publication date
EP3143219B1 (en) 2022-01-05
EP3143219A1 (en) 2017-03-22
WO2015173775A1 (en) 2015-11-19

Similar Documents

Publication Publication Date Title
KR101630235B1 (ko) 안전성이 강화된 피씨 트러스 벽체 구조물 및 이를 이용한 지하구조물 시공방법
US7770250B2 (en) Flared leg precast concrete bridge system
US20160010289A1 (en) Dual direction pre-stressed pre-tensioned precast concrete slabs and process for same
KR20140047118A (ko) 교량을 위한 기초 시스템
KR100654170B1 (ko) 도로경계석 시공장치
JP3844743B2 (ja) 箱桁橋構造およびその構築方法
JP2020090785A (ja) 拡幅用構造体、拡幅構造、床版拡幅工法、床版更新工法
CN113005908A (zh) 一种跨线天桥的安装方法
BE1021913B1 (nl) Verloren bekisting voor het storten van een betonplaat, constructie voor het storten van een vloer, dak of plafond, werkwijze voor het storten van een betonplaat, evenals betonplaat
KR20110136987A (ko) 역류방지형 콘크리트 타설구 및 바이브레이터 근입구가 구비된 거푸집을 이용한 지하외벽 선시공 공법
EA017909B1 (ru) Способ возведения опоры большого диаметра посредством послойного монтажа и способ возведения каркаса с использованием данного способа
KR20080105588A (ko) 조립식 중공 슬래브 및 이를 시공하는 방법
JP2004092075A (ja) 開削トンネルの構造と構築方法
JP6931876B2 (ja) 法面補強用透水壁の構築方法
KR101056395B1 (ko) 조립식 저류조 구조물 및 상기 저류조 구조물의 시공방법
AU2017377663B2 (en) Support module for a structure
US8572788B2 (en) Concrete diaphragm including form spanning between spaced-apart longitudinal members
KR100646870B1 (ko) 조립식 콘크리트 거푸집 및 그 설치공법
KR102273716B1 (ko) 기설 교량용 방음터널 및 그 시공 방법
KR102503888B1 (ko) 계단식 변단면 구조의 프리텐션 psc벽체를 구비한 지하공간구조물 및 이의 시공방법
JP5062418B2 (ja) プレキャストコンクリート桁による平版状物架構構造
KR100847724B1 (ko) 도로의 횡방향 프리스트레스트 콘크리트 포장 방법
KR20190055392A (ko) 궤도지지말뚝용 프리캐스트 거푸집 및 이를 이용한 콘크리트 궤도시공방법
KR20050089576A (ko) 프리캐스트 콘크리트 옹벽블록 및 그 블록을 이용한조립식 옹벽의 시공방법
KR101569066B1 (ko) 프리캐스트 연석모듈 제작방법

Legal Events

Date Code Title Description
PD Change of ownership

Owner name: AQUADRAAT ENGINEERING BV; BE

Free format text: DETAILS ASSIGNMENT: CHANGE OF OWNER(S), CHANGE OF LEGAL ENTITY

Effective date: 20220610

PD Change of ownership

Owner name: AQUADRAAT ENGINEERING; BE

Free format text: DETAILS ASSIGNMENT: CHANGE OF OWNER(S), CHANGE OF LEGAL ENTITY; FORMER OWNER NAME: AQUADRAAT ENGINEERING BVBA

Effective date: 20230116