BE1021888B1 - Werkwijze en inrichting voor het vormen van een plaatmateriaal - Google Patents

Abstract

WERKWIJZE EN INRICHTING VOOR HET VORMEN VAN EEN 5 PLAATMATERIAAL Deze uitvinding betreft enerzijds een werkwijze voor het vormen van een kunststof plaatmateriaal. Anderzijds heeft deze uitvinding betrekking op een inrichting aangepast voor het uitvoeren van dergelijke werkwijze. 2013/0590

Description

WERKWIJZE EN INRICHTING VOOR HET VORMEN VAN EEN

PLAATMATERIAAL

Deze uitvinding betreft enerzijds een werkwijze voor het vormen van een kunststof plaatmateriaal. Anderzijds heeft deze uitvinding betrekking op een inrichting aangepast voor het uitvoeren van dergelijke werkwijze.

Het plaatmateriaal dat vervaardigd wordt met dergelijke werkwijze is in het bijzonder een kunststofpaneel, dat zowel een vloer - als wandpaneel kan zijn. De dikte van dergelijke panelen is bij voorkeur gelegen tussen 2 en 10 mm., in het bijzonder tussen 3 en 8 mm. De panelen die standaard vervaardigd worden hebben bij voorkeur een breedte gelegen tussen 1 en 300 cm. en een lengte tussen 10 en 500 cm.

De panelen worden vervaardigd via een extrusieproces waarbij een polymeermassa onder druk wordt gesmolten, daarna door een extrusiekop wordt gedreven en uit deze extrusiekop wordt getrokken in de vorm van een plaatvormige kunststofstreng, die vervolgens tussen twee of meer walsen van een walsinrichting tot een plaat van bepaalde dikte verwerkt wordt.

Nadeel van deze techniek is dat er spanningen opgebouwd worden in het afgewerkte materiaal. Hierdoor bestaat het risico dat er later haarscheurtjes in het materiaal kunnen ontstaan.

Om dergelijke inwendige spanningen uit materiaal te doen verdwijnen is het uit het domein die betrekking heeft op de productie van foliemateriaal (diktes kleiner dan 1 mm.) gekend om het materiaal een doorbuiging te laten ondergaan vooraleer het via koelrollen afgekoeld wordt. Dergelijke oplossing wordt beschreven in de Amerikaanse octrooipublicatie US 4,954,306, die beschrijft hoe een Polyvinylbutyral folie met een dikte van 0,76 mm. na opwarming, eerst een doorbuiging ondergaat, dan d.m.v. koelrollen afgekoeld wordt, om vervolgens opgerold te worden op een stockeerrol. De mate van doorbuiging wordt bekomen door de voorwaartse beweging van de folie te regelen.

De inrichting en werkwijze beschreven in US 4,954,306 is echter enkel geschikt voor het vervaardigen van fbliemateriaal met een beperkte dikte (kleiner dan 1 mm.) die bovendien voldoende elastisch dient te zijn (lage E-modulus), zodat de folie na afkoelen nog kan opgerold worden.

Deze uitvinding heeft nu tot doel een werkwijze te verschaffen die zal toelaten om plaatmateriaal spanningsvrij te gaan vervaardigen.

Het doel van de uitvinding wordt bereikt via een werkwijze voor het vormen van een plaatmateriaal, waarbij een polymeermassa onder druk wordt gesmolten, daarna door een extrusiekop wordt gedreven en uit deze extrusiekop wordt getrokken in de vorm van een plaatvormige kunststofstreng, die vervolgens tussen twee of meer walsen van een walsinrichting tot een plaat van bepaalde dikte verwerkt wordt, die vervolgens via een afvoerinrichting wordt afgevoerd in de richting van een zaaginrichting om op de gewenste lengte te worden afgekort, waarbij de bekomen plaat bij het verlaten van de walsinrichting een dikte heeft gelegen tussen 2 en 10 mm., en een doorbuiging ondergaat om het plaatmateriaal spanningsvrij te maken vooraleer ze via de afvoerinrichting wordt afgevoerd.

Een ander onderwerp van deze uitvinding betreft een inrichting voor het vormen van een plaatmateriaal omvattende een extrusie-inrichting voor de vorming van een plaatvormige kunststofstreng, een walsinrichting omvattende één of meer walsen voorzien om de plaatvormige kunststofstreng tot een plaat van een dikte gelegen tussen 2 en 10 mm. te verwerken, en een afVoerinrichting om de plaat af te voeren, waarbij de inrichting detectiemiddelen omvat, en waarbij de inrichting voorzien is om op basis van de door de detectiemiddelen gegenereerde signalen, de afVoersnelheid van de plaat zodanig te regelen dat de plaat bij het verlaten van de walsinrichting een doorbuiging ondergaat

Om de eigenschappen van deze uitvinding te verduidelijken en om bijkomende voordelen en bijzonderheden ervan aan te duiden, volgt nu een meer gedetailleerde beschrijving van de werkwijze en inrichting overeenkomstig de uitvinding. Het weze duidelijk dat niets in de hierna volgende beschrijving kan geïnterpreteerd worden als een beperking van de in de conclusies opgeëiste bescherming.

Deze beschrijving wordt verduidelijkt door middel van de hierbij gevoegde tekeningen waarbij: - figuur 1: een schematische voorstelling van een inrichting overeenkomstig de uitvinding; - figuur 2: toont een detailvoorstelling van een deel van de inrichting waarop de doorbuiging van het plaatmateriaal duidelijk zichtbaar is.

Alle verschillende materialen waaronder in hoofdzaak polymeren en mineralen worden door middel van schroeftransport naar een voormenger gebracht waar een eerste homogenisatie gebeurd van de verschillende materialen nadien vallen ze in een trechter die het materiaal dan transporteert op de schroeven van de extruder. Deze schroeven zijn in verschillende temperatuurzones opgebouwd en hebben als doel het materiaal op te warmen (geleren) en te transporteren, dit mede teweeg gebracht door een speciale geometrie van de schroeven. Door dit transport en drukopbouw worden ze zo door de matrijs geduwd. De opening van de matrijs zorgt voor de dikte van de platen (plaatvormige kunststofstreng).

Nadien komt het fijn kalibreren en spanningsvrij maken van de platen om dit te bekomen dient men heel duidelijke parameters te volgen. Deze navolglijn (afVoerinrichting) is opgebouwd uit verschillende onderdelen namelijk: een trekband, een transportband en een walsinrichting (kalandrette). Deze kalandrette is opgebouwd uit drie rollen die synchroon draaien en die continu op de juiste temperatuur worden gehouden. De plaatvormige kunststofstreng wordt van onder naar boven getransporteerd de juiste temperatuur en druk zorgen ervoor dat de streng verder op de juiste dikte wordt gebracht en dit over de volledige breedte van de plaat.

De overgang van de plaat van de kalandrette naar de afVoerinrichting, met name de transportband mag in geen geval recht verlopen maar men dient deze eerst te laten doorbuigen door deze bijvoorbeeld in een zakvorm te leggen om zo op de transportband te komen (zie figuur 2). Dit bekomt men door een synchronisatie te programmeren tussen een oog/sensor (die een bepaalde afstand controleert tussen de plaat en het oog) en de trekkracht/treksnelheid van de trekband. Komt de plaat onder spanning te staan (recht!) dan dient de trekband minder te trekken en omgekeerd. Dit is een innovatieve ontwikkeling en laat toe om een plaat (pannel) spanningsvrij te maken.

In een laatste fase worden ze dan na de trekband op maat gezaagd via bijvoorbeeld een zaaginrichting.

Claims (2)

1. CONCLUSIES

   1. Werkwijze voor het vormen van een plaatmateriaal, waarbij een polymeermassa onder druk wordt gesmolten, daarna door een extrusiekop wordt gedreven en uit deze extrusiekop wordt getrokken in de vorm van een plaatvormige kunststofstreng, die vervolgens tussen twee of meer walsen van een walsinrichting tot een plaat van bepaalde dikte verwerkt wordt, die vervolgens via een afvoerinrichting wordt afgevoerd in de richting van een zaaginrichting om op de gewenste lengte te worden afgekort, met het kenmerk dat de bekomen plaat bij het verlaten van de walsinrichting een dikte heeft gelegen tussen 2 en 10 mm., en een doorbuiging ondergaat om het plaatmateriaal sparmingsvrij te maken vooraleer ze via de afVoerinrichting wordt afgevoerd.
2. 2. Inrichting voor het vormen van een plaatmateriaal omvattende een extrusie-inrichting voor de vorming van een plaatvormige kunststofstreng, een walsinrichting omvattende één of meer walsen voorzien om de plaatvormige kunststofstreng tot een plaat van een dikte gelegen tussen 2 en 10 mm. te verwerken, en een afVoerinrichting om de plaat af te voeren, met het kenmerk dat de inrichting detectiemiddelen omvat, en dat de inrichting voorzien is om op basis van de door de detectiemiddelen gegenereerde signalen, de afvoersnelheid van de plaat zodanig te regelen dat de plaat bij het verlaten van de walsinrichting een doorbuiging ondergaat.