BE1021611B1 - Archeologische zeefinstallatie en gebruik van dergelijke installatie - Google Patents

Archeologische zeefinstallatie en gebruik van dergelijke installatie Download PDF

Info

Publication number
BE1021611B1
BE1021611B1 BE2013/0088A BE201300088A BE1021611B1 BE 1021611 B1 BE1021611 B1 BE 1021611B1 BE 2013/0088 A BE2013/0088 A BE 2013/0088A BE 201300088 A BE201300088 A BE 201300088A BE 1021611 B1 BE1021611 B1 BE 1021611B1
Authority
BE
Belgium
Prior art keywords
archaeological
spraying
installation
container
artifacts
Prior art date
Application number
BE2013/0088A
Other languages
English (en)
Inventor
Noten Willy Van
Original Assignee
Monument-Vandekerckhove
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by Monument-Vandekerckhove filed Critical Monument-Vandekerckhove
Priority to BE2013/0088A priority Critical patent/BE1021611B1/nl
Priority to NL2012217A priority patent/NL2012217C2/nl
Application granted granted Critical
Publication of BE1021611B1 publication Critical patent/BE1021611B1/nl

Links

Classifications

    • BPERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
    • B08CLEANING
    • B08BCLEANING IN GENERAL; PREVENTION OF FOULING IN GENERAL
    • B08B3/00Cleaning by methods involving the use or presence of liquid or steam
    • B08B3/02Cleaning by the force of jets or sprays
    • B08B3/022Cleaning travelling work
    • BPERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
    • B07SEPARATING SOLIDS FROM SOLIDS; SORTING
    • B07BSEPARATING SOLIDS FROM SOLIDS BY SIEVING, SCREENING, SIFTING OR BY USING GAS CURRENTS; SEPARATING BY OTHER DRY METHODS APPLICABLE TO BULK MATERIAL, e.g. LOOSE ARTICLES FIT TO BE HANDLED LIKE BULK MATERIAL
    • B07B1/00Sieving, screening, sifting, or sorting solid materials using networks, gratings, grids, or the like
    • B07B1/46Constructional details of screens in general; Cleaning or heating of screens

Landscapes

  • Chemical And Physical Treatments For Wood And The Like (AREA)
  • Dry Formation Of Fiberboard And The Like (AREA)

Abstract

Archeologische zeefinstallatie (1) voor het scheiden van archeologische artefacten van restmateriaal, waarbij de archeologische zeefinstallatie (1) een transportinrichting (5) omvat voor het transporteren van ten minste één recipiënt (2) langsheen een sproei-installatie (4) tijdens het besproeien van het recipiënt (2).

Description

Archeologische zeefinstallatie en gebruik van dergelijke installatie.
De huidige uitvinding heeft betrekking op een archeologische zeefinstallatie volgens de aanhef van de eerste conclusie.
De huidige uitvinding betreft ook het gebruik van de archeologische zeefinstallatie.
Dergelijke zeefinstallaties zijn reeds bekend voor de vakman. NL1020680 beschrijft bijvoorbeeld een archeologische zeefinstallatie voor het scheiden van archeologische artefacten van restmateriaal. De archeologische zeefinstallatie omvat een recipiënt voorzien van een zeef voor het opvangen van de archeologische artefacten samen met het restmateriaal. Verder omvat de archeologische zeefinstallatie een sproei-installatie voor het besproeien van het recipiënt met sproeimiddel zodanig dat het sproeimiddel tenminste gedeeltelijk het restmateriaal scheidt van de archeologische artefacten en het sproeimiddel het restmateriaal ten minste gedeeltelijk wegvoert langsheen de zeef waarbij de zeef zodanig is voorzien dat de archeologische artefacten enerzijds worden tegengehouden door de zeef en achterblijven in het recipiënt en anderzijds het van de archeologische artefacten afgescheiden restmateriaal samen met ten minste een deel van het sproeimiddel worden doorgelaten doorheen de zeef en worden afgevoerd uit het recipiënt. De archeologische zeefinstallatie is voorzien van een tank teneinde de het scheiden van de archeologische artefacten van het restmateriaal te laten geschieden bij een onderdruk. Daartoe is het noodzakelijk het recipiënt naar de tank te brengen en daar in de tank te monteren wat tijdrovend is. Tevens heeft een dergelijke archeologische zeefinstallatie het nadeel dat slechts een enkele lading per keer kan worden besproeid.
Het is dan ook een doel van de onderhavige uitvinding te voorzien in een archeologische zeefinstallatie die het mogelijk maakt het scheiden van archeologische artefacten van restmateriaal sneller te laten gebeuren.
Dit wordt bereikt met een archeologische zeefinstallatie die de technische kenmerken vertoont van het kenmerkend deel van de eerste conclusie.
Daartoe omvat de archeologische zeefinstallatie een transportinrichting voor het transporteren van ten minste één recipiënt langsheen de sproei-installatie tijdens het besproeien van het recipiënt.
Er werd ondervonden dat een dergelijke archeologische zeefinstallatie toelaat om meerdere recipiënten te transporteren langsheen de sproei-installatie. Zo wordt het mogelijk om sneller verschillende recipiënten langsheen de sproei-installatie te transporteren.
De zeef is bij voorkeur zodanig gekozen dat de grootte van de mazen van de zeef enerzijds een doorvoer van het sproeimiddel en het van de archeologische artefacten afgescheiden restmateriaal toelaat doch anderzijds een doorvoer van archeologische artefacten verhinderd. Hiertoe is de grootte van de mazen van de zeef bijvoorbeeld aangepast aan, bijvoorbeeld, de kleinst verwachte grootte van de archeologische artefacten.
Volgens voorkeuruitvoeringsvormen van de huidige uitvinding omvat de transportinrichting een transportband voor het ondersteunen van een recipiënt en het langsheen de sproei-installatie transporteren van het recipiënt. Ondervonden werd dat een dergelijke transportinrichting eenvoudig toelaat recipiënten te transporteren naar de sproei-inrichting, in het bijzonder wanneer het recipiënt balkvormig is en/of de bodem van het recipiënt de zeef bevat.
Volgens voorkeuruitvoeringsvormen van de onderhavige uitvinding is de transportinrichting cirkelvormig en voorzien om het recipiënt periodiek langsheen de sproei-installatie te transporteren. Een dergelijke installatie laat toe om met behulp van een transportinstallatie met een betrekkelijk korte lengte de recipiënten toch aan een voldoende besproeiing te onderwerpen door de recipiënten periodiek, bijvoorbeeld gedurende een bepaalde tijd, bijvoorbeeld vooraf bepaalde tijd, of bijvoorbeeld een aantal keer, langsheen de sproei-installatie te laten transporteren.
Een dergelijke configuratie van de transportinstallatie is van bijzonder belang indien, bijvoorbeeld, de archeologische zeefinstallatie is voorzien in een transporteenheid voor het transporteren van de archeologische zeefinstallatie daar in een dergelijke configuratie, teneinde de transporteerbaarheid te verhogen, de beschikbare plaats voor de transportinstallatie beperkt is.
Volgens verdere voorkeursuitvoeringsvormen van de onderhavige uitvinding is de transporteenheid een zeecontainer. Ondervonden werd dat een dergelijke zeer bekende en genormeerde transporteenheid toelaat de archeologische zeefinstallatie gemakkelijk te transporteren, bijvoorbeeld met voor de vakman zeer bekende middelen zoals bijvoorbeeld een vrachtwagen, een schip, etc. , naar de archeologische site te waar ze ingezet zal worden.
Volgens voorkeursuitvoeringsvormen van de onderhavige uitvinding, omvat de archeologische zeefinstallatie een aanvoeraansluiting voor het koppelen van de sproei-installatie aan een aanvoer van sproeimiddel. Een dergelijke aanvoeraansluiting laat toe de archeologische zeefinstallatie op eenvoudige wijze te koppelen aan een aanvoer van sproeimiddel. In het bijzonder wanneer de archeologische zeefinstallatie voorzien is in een transporteenheid, in het bijzonder een zeecontainer, is een dergelijke aanvoeraansluiting voordelig daar deze toelaat de archeologische zeefinstallatie makkelijke te transporteren en eens te bestemming ook makkelijk aan te sluiten op een aanvoer van sproeimiddel, zoals bijvoorbeeld water, bijvoorbeeld een genormeerde aansluiting voor waterleidingen overeenkomstig met, bijvoorbeeld, de aansluiting van een brandweerslang of een tuinslang.
Volgens voorkeursuitvoeringsvormen van de onderhavige uitvinding, omvat de archeologische zeefinstallatie aan aandrijfinstallatie voor het aandrijven van de transporteenheid. Een dergelijke aandrijfinstallatie maakt het mogelijk de archeologische zeefinstallatie meer zelfstandig te laten werken, in het bijzonder wanneer de archeologische zeefinstallatie voorzien is in een transporteenheid, verder in het bijzonder een zeecontainer.
Volgens voorkeursuitvoeringsvormen van de onderhavige uitvinding, omvat de archeologische zeefinstallatie een afvoer voor het afvoeren van het doorheen de zeef doorgelaten van de archeologische artefacten afgescheiden restmateriaal samen met het sproeimiddel. Een dergelijke afvoer maakt een meer gecontroleerd wegvloeien van het sproeimiddel mogelijk in het bijzonder wanneer de archeologische zeefinstallatie voorzien is in een transporteenheid, verder in het bijzonder een zeecontainer.
Volgens voorkeursuitvoeringsvormen van de onderhavige uitvinding, is het sproeimiddel water. Hoewel elke andere sproeimiddel, mogelijk is volgens de onderhavige uitvinding, werd ondervonden dat water over het algemeen op in de grond begraven archeologische artefacten relatief weinig schade toebrengt. Daarenboven is het sproeimiddel dat over het algemeen relatief eenvoudig verkrijgbaar is. Echter elk ander sproeimiddel dat bij de vakman bekend is, zoals bijvoorbeeld andere polaire oplosmiddelen of zelfs apolaire oplosmiddelen zijn ook mogelijk, afhankelijk van de gewenste effecten van het sproeimiddel.
Volgens voorkeursuitvoeringsvormen van de onderhavige uitvinding, omvat de bodem van het recipiënt de zeef. Ondervonden werd dat in een dergelijke configuratie de zeef een verbeterde doorlating van het sproeimiddel en anderzijds het van de archeologische artefacten afgescheiden restmateriaal toelaat en dus ook een verbeterde scheiding van archeologische artefacten van restmateriaal.
Volgens voorkeursuitvoeringsvormen van de onderhavige uitvinding, is het recipiënt balkvormig, bijvoorbeeld in de vorm van een bak, bijvoorbeeld doch zeker niet noodzakelijk een kunststoffen bak, waarbij bijvoorbeeld, bij voorkeur in de bodem, de zeef vervat is in één van de wanden van het recipiënt.
Bij voorkeur omvat het recipiënt een aanduiding van de plaats waar het mengsel van het archeologisch artefact en het restmateriaal werden teruggevonden.
Volgens voorkeursuitvoeringsvormen van de onderhavige uitvinding, is de transportinrichting voorzien om * meerdere recipiënten sequentieel langsheen de sproei-installatie te transporteren. Ondervonden werd dat een dergelijke configuratie mogelijk maakt om op een relatief kleine ruimte toch een relatief hoge capaciteit mogelijk te maken voor het behandelen van recipiënten, wat vooral indien de archeologische zeefinstallatie voorzien is in een transporteenheid, zoals in het bijzonder een zeecontainer, voordelig is.
De uitvinding heeft tevens betrekking op Archeologische site omvattende een archeologische zeefinstallatie volgens de onderhavige uitvinding.
Volgens voorkeuruitvoeringsvormen van de onderhavige uitvinding, is de aanvoeraansluiting van de archeologische zeefinstallatie verbonden is met de aanvoer van sproeimiddel.
Volgens voorkeuruitvoeringsvormen van de onderhavige uitvinding, is de aanvoer van sproeimiddel verbonden met een op de archeologische site aanwezig bassin, bijvoorbeeld een waterbassin indien het sproeimiddel water bevat of zelfs is, en van daaruit voorzien is om sproeimiddel aan te voeren naar archeologische zeefinstallatie. Ondervonden werd dat vaak relatief grote hoeveelheden sproeimiddel nodig zijn bij het besproeien van de recipiënten en dat daarom het aanleggen van een bassin op de archeologische site zelf toelaat deze hoeveelheden sproeimiddel makkelijker aan te voeren.
Volgens verdere voorkeuruitvoeringsvormen van de onderhavige uitvinding, is de afvoer voorzien om het doorheen de zeef doorgelaten van de archeologische artefacten afgescheiden restmateriaal samen met het sproeimiddel af te voeren naar het bassin. Een dergelijke opstelling laat toe belangrijke hoeveelheden van het sproeimiddel te recupereren door afgevoerd sproeimiddel nadat het restmateriaal heeft afgevoerd vanuit het recipiënt opnieuw op te vangen in het bassin en dus opnieuw beschikbaar te maken om een volgend recipiënt te besproeien. Daarenboven is het vaak zo dat het restmateriaal, bijvoorbeeld zand, klei of andere grondsoorten, makkelijk gescheiden kan worden van het sproeimiddel doordat het bijvoorbeeld neerslaat in het bassin.
De uitvinding heeft tevens betrekking op het gebruik van de archeologische zeefinstallatie of archeologische site volgens de uitvinding voor het scheiden van archeologische artefacten van restmateriaal.
Volgens voorkeuruitvoeringsvormen van de onderhavige uitvinding, omvat het gebruik de stappen van het vullen van een recipiënt voorzien van een zeef met archeologische artefacten samen met het restmateriaal, het op de transportinrichting plaatsen van het gevulde recipiënt en het laten transporteren van het recipiënt langsheen de sproei-installatie tijdens het besproeien van het recipiënt.
Volgens verdere voorkeursuitvoeringsvormen van de onderhavige uitvinding, worden meerdere met archeologische artefacten samen met het restmateriaal gevulde recipiënten door de transportinrichting langsheen de sproei-installatie getransporteerd.
De uitvinding zal verder worden verduidelijkt aan de hand van bijgevoegde figuren.
Figuur 1 toont een overzicht van een uitvoeringsvorm van de archeologische zeefinstallatie volgens de onderhavige uitvinding.
Figuur 2 toont een overzicht van een volgende uitvoeringsvorm van de archeologische zeefinstallatie volgens de onderhavige uitvinding.
Figuur 3 toont een bijkomend overzicht van de archeologische zeefinstallatie volgens figuur 3. 1. Archeologische zeefinstallatie 2. Recipiënt 3. Zeef 4. Sproei-installatie 5. Transportinrichting 6. Transportband 7. Transporteenheid 8. Afvoer 9. Archeologische site 10. Bassin 11. Sproeikop
De in figuur 1 getoonde uitvoeringsvorm van de archeologische zeefinstallatie 1 volgens de onderhavige uitvinding is voorzien voor het scheiden van archeologische artefacten van restmateriaal. Hoewel geen archeologische artefacten getoond worden in de figuren zijn dergelijke artefacten welbekend bij archeologen en kunnen deze bijvoorbeeld objecten bevatten zoals: aardewerk, bijvoorbeeld potten, borden, tassen, etc., glas, scherven van aardewerk of glas, metalen objecten, bijvoorbeeld messen, vorken, wapens, bijvoorbeeld zwaarden, biologische objecten, bijvoorbeeld menselijke of dierlijke resten, zaden, gewassen, bouwwerken of delen daarvan, etc.
Vaak is het archeologisch artefact bedekt met restmateriaal. Zoals eerder besproken dienen dergelijke archeologische artefacten vaak voorzichtig worden gereinigd voor opslag en/of verdere studie van het restmateriaal.
Dergelijk restmateriaal is bijvoorbeeld aarde, bijvoorbeeld wanneer de archeologische artefacten begraven worden teruggevonden, en kleeft bijvoorbeeld aan de teruggevonden archeologische artefacten. Andere voorbeelden van restmaterialen zijn bijvoorbeeld fauna en flora die zich gedurende de jaren voordat het archeologisch artefact werd teruggevonden bijvoorbeeld aan het archeologisch artefact hebben gehecht zoals bijvoorbeeld koralen, mos, etc.
Het restmateriaal hoeft niet aan de archeologische artefacten te kleven op een zodanige wijze dat het artefact nog te herkennen is. Vaak zijn de archeologische artefacten nog verborgen in het restmateriaal en worden de artefacten pas ontdekt nadat een voldoende hoeveelheid van het restmateriaal is verwijderd. Zo worden bijvoorbeeld terreinen afgegraven tot op een bepaalde diepte en wordt alle afgegraven grond systematisch gecontroleerd op mogelijk aanwezige archeologische artefacten.
Daartoe is de archeologische zeefinstallatie 1 voorzien voor het scheiden van de archeologische artefacten van het restmateriaal.
De archeologische zeefinstallatie 1 omvat tenminste één recipiënt 2. Het recipiënt 2 is voorzien om de archeologische artefacten op te vangen samen met het restmateriaal. De dimensies van het recipiënt 2 zijn bijvoorbeeld afgestemd op de archeologische artefacten en/of het restmateriaal. Het recipiënt 2 getoond in de figuren is baikvormig. Dit is echter niet noodzakelijk voor de onderhavige uitvinding en het recipiënt 2 kan tevens cylindervormig zijn of elke andere vorm die mogelijk wordt geacht door de vakman. Er werd echter ondervonden dat door gebruik te maken van balkvormige recipiënten 2, de recipiënten meer efficiënt kunnen worden gestapeld met minder verloren ruimte tussen de verschillende recipiënten 2.
Figuur 1 toont verder dat de archeologische zeefinstallatie 1 meerdere recipiënten 2 omvat. Dit laat toe om meerdere artefacten te behandelen en/of om sneller artefacten te behandelen. Het aantal recipiënten 2 kan echter worden bepaald door de vakman.
Het recipiënt 2 is voorzien van een zeef 3. De zeef 3 is voorzien om de archeologische artefacten op te vangen samen met het restmateriaal. De zeef 3 is zodanig voorzien dat de archeologische artefacten enerzijds worden tegengehouden door de zeef 3 en achterblijven in het recipiënt 2 en anderzijds het van de archeologische artefacten afgescheiden restmateriaal samen met ten minste een deel van het sproeimiddel worden doorgelaten doorheen de zeef 3 en worden afgevoerd uit het recipiënt 2. Hiertoe wordt de grootte van de mazen van de zeef bij voorkeur aangepast aan de grootte, bijvoorbeeld de gemiddelde grootte of zelfs de minimale grootte, van de archeologische artefacten en de grootte van de deeltjes in het restmateriaal. De mazen zijn bij voorkeur groot genoeg om voldoende restmateriaal voldoende vlot doorheen de zeef 3 door te laten doch voldoende klein om in hoofdzaak geen, liefst helemaal geen, archeologische artefacten door te laten doorheen de zeef 3. De grootte van de mazen is bijvoorbeeld: 0.5mm - 4 mm, bijvoorbeeld 1mm of 2 mm.
Zoals getoond in de figuren, omvat bij voorkeur de bodem van het recipiënt 2 de zeef 3. Dit is echter niet noodzakelijk voor de onderhavige uitvinding en de zeef 3 kan ook aangebracht zijn aan de zijwanden van het recipiënt 2. Er werd echter ondervonden dat een zeef 3 aangebracht in de bodem van het recipiënt 2 een meer efficiënte afvoer van het sproeimiddel en het restmateriaal mogelijk maakt. Tevens is het mogelijk om naast de zeef 3 in de bodem van het recipiënt 2 bijkomende zeven te voorzien om de wegvloei van sproeimiddel en restmateriaal te vergemakkelijken. Deze bijkomende zeven zijn bijvoorbeeld aangebracht in de zijwanden van het recipiënt 2.
De archeologische installatie 1 is verder voorzien van een sproei-installatie 4. De sproei-installatie 4 is voorzien voor het besproeien van het recipiënt 2 met sproeimiddel zodanig dat het sproeimiddel tenminste gedeeltelijk het restmateriaal scheidt van de archeologische artefacten en het sproeimiddel het restmateriaal ten minste gedeeltelijk wegvoert langsheen de zeef 3. De sproei-installatie 4 is slechts schematisch voorgesteld in de figuren. De sproei-installatie 4 is bijvoorbeeld voorzien van één of meerdere sproeikoppen 11 die voorzien zijn om het sproeimiddel over de recipiënten te sproeien. Het aantal sproeikoppen 11 en de wijze waarop het sproeimiddel de sproeikop 11 verlaat kan echter worden bepaald door de vakman in functie van de toepassing.
De sproeikoppen 11 getoond in figuur 1 bevinden zich enkel boven de recipiënten. Dit is echter geenszins noodzakelijk voor de uitvinding en de sproeikoppen kunnen zich tevens naast, langs één of beide zijden, of zelfs onder de recipiënten bevinden teneinde een verhoogde blootstelling aan het sproeimiddel en dus een verbeterde reiniging te verwezenlijken.
Als sproeimiddel wordt bij voorkeur een sproeimiddel op basis van water of zelfs water gebruikt daar water vaak makkelijk voorhanden is en vaak geen nadelige invloed heeft op de artefacten en/of het milieu. Indien gewenst kunnen andere stoffen aan het water toegevoegd worden die het makkelijker maken bepaalde restmaterialen te verwijderen, zoals bijvoorbeeld zeep. Het gebruik van sproeimiddel op basis van water, of andere polaire sproeimiddelen, is echter niet noodzakelijk voor de onderhavige uitvinding en ook andere sproeimiddelen kunnen gebruikt worden zoals bijvoorbeeld eerder apolaire sproeimiddelen.
Bij voorkeur omvat de archeologische zeefinstallatie 1 een aanvoeraansluiting voor het koppelen van de sproei-installatie 4 aan een aanvoer van sproeimiddel. Aangezien bij voorkeur sproeimiddelen op basis van water gebruikt worden, is de aanvoeraansluiting vaak een wateraansluiting, bij voorkeur een gestandaardiseerde wateraansluiting die toelaat om de archeologische zeefinstallatie relatief makkelijk aan te sluiten aan de aanvoer.
Zoals getoond in figuur 2, omvat de archeologische zeefinstallatie 1 bij voorkeur een afvoer 8 voor het afvoeren van het doorheen de zeef 3 doorgelaten van de archeologische artefacten afgescheiden restmateriaal samen met het sproeimiddel.
De afvoer 8 getoond in figuur 2 is in de vorm van een sproeimiddelverzamelaar onder het recipiënt 2. De sproeimiddelverzamelaar is meer bepaald in de vorm van een schuine plaat waarop het sproeimiddel, mogelijk vermengd met doorheen de zeef 3 doorgelaten restmateriaal, wordt opgevangen en verder getransporteerd. Andere uitvoeringen zijn echter mogelijk, bijvoorbeeld een verzamelkom waarin het materiaal wordt samengebracht alvorens het verder te transporteren. Er werd echter ondervonden dat een dergelijke schuine plaat het voordeel heeft dat restmateriaal minder makkelijk achterblijft op de plaat en aldus verstoppingen van de sproeimiddelverzamelaar worden voorkomen. Daarenboven heeft een plaat het voordeel relatief makkelijk toegankelijk en vervangbaar te zijn. De plaat kan bijvoorbeeld gemaakt zijn uit metaal, bijvoorbeeld, roestvrij staal, plastic, etc.
Zoals getoond in de figuren omvat de archeologische transportinstallatie 1 verder een transportinrichting 5 voor het transporteren van ten minste één recipiënt 2 langsheen de sproei-installatie 4 tijdens het besproeien van het recipiënt 2.
De transportinrichting 5 omvat bij voorkeur, zoals getoond in de figuren, een transportband 6 voor het ondersteunen van een recipiënt 2 en het langsheen de sproei-installatie 4 transporteren van het recipiënt 2.
Een dergelijke transportband 6 is echter niet noodzakelijk voor de uitvinding en tevens kan de sproei-installatie 4 voorzien zijn om te bewegen langsheen het recipiënt 2, bijvoorbeeld door middel van transporteerbaar opgestelde sproeikoppen 11 die langsheen het eerder statisch opgestelde recipiënt 2 worden getransporteerd. Er werd echter ondervonden dat de recipiënten 2 makkelijker kunnen worden getransporteerd langsheen de sproei-installatie 4 dan omgekeerd.
Hoewel de transportinrichting 5 eerder lineair kan zijn om het recipiënt 2 steeds een enkele keer langsheen de sproei-installatie 4 te transporteren, toont figuur 1 de voorkeursuitvoeringsvorm waarin de transportinrichting 5 cirkelvormig is en voorzien is om het recipiënt 2 periodiek langsheen de sproei-installatie 4 te transporteren.
De specifieke uitvoering van de transportinrichting 5, bijvoorbeeld in de vorm van een transportband 6, kan verder worden bepaald door de vakman en verschillende vormen van transportband 6 zijn mogelijk.
Bij voorkeur, zoals ook getoond in de figuren, is de transportinrichting 5 voorzien om meerdere recipiënten 2 sequentieel langsheen de sproei-installatie 4 te transporteren. Natuurlijk is het als alternatief of bovenop de sequentiële aanvoer van de recipiënten 2 mogelijk de transportinrichting 5 te voorzien dat recipiënten 2 ook parallel worden getransporteerd langsheen de sproei-installatie 4.
Figuur 2 toont dat de archeologische zeefinstallatie 1 is voorzien in een transporteenheid 7, meer bepaald een zogenaamde zeecontainer, voor het transporteren van de archeologische zeefinstallatie 1. Een dergelijke uitvoering is echter niet noodzakelijk voor de onderhavige uitvinding en de archeologische zeefinstallatie 1 kan tevens opgenomen in een ander type container, bijvoorbeeld een op maat gemaakte container, en/of vast op een voertuig of zelfs niet in een transporteenheid maar ter plaatse opgesteld of vast opgesteld op een bepaalde plaats. Naargelang de gewenste toepassing van de archeologische zeefinstallatie 1.
De transporteenheid 7 kan bijvoorbeeld voorzien zijn om één of meerdere van zijn zijwanden te openen, zoals getoond in figuren 2 en 3, teneinde een makkelijke toegang te verwezenlijken. Een dergelijke makkelijke toegang is vooral van belang indien bijvoorbeeld relatief zware gevulde recipiënten 2 aangevoerd moeten worden.
Hoewel niet getoond in de figuren, omvat de archeologische zeefinstallatie 1 aan aandrijfinstallatie voor het aandrijven van de transporteenheid. Deze transporteenheid kan bijvoorbeeld opgenomen zijn in de transportinrichting 5 om transport van de installatie 1 verder te vereenvoudigen, hoewel dit niet noodzakelijk is voor de onderhavige uitvinding.
De uitvinding heeft ook betrekking op een archeologische site 9 die de archeologische zeefinstallatie 1 volgens de onderhavige uitvinding omvat. Dit wordt bijvoorbeeld getoond in figuur 3. IN een dergelijke uitvoeringsvorm is de aanvoeraansluiting van de archeologische zeefinstallatie 1 bij voorkeur verbonden met de aanvoer van sproeimiddel. Meer bepaald, is bij voorkeur de aanvoer van sproeimiddel verbonden met een op de archeologische site aanwezig bassin 10, zoals getoond in figuur 3, en is van daaruit voorzien om sproeimiddel aan te voeren naar de archeologische zeefinstallatie 1. Een dergelijk bassin, bij voorkeur een waterbassin indien het sproeimiddel water omvat of zelfs is, laat toe te vermijden dat relatief grote hoeveelheiden water moeten aangevoerd worden en verloren gaan, wat vooral belangrijk is indien het om zoet water of zelfs drinkwater gaat. Daarenboven is het mogelijk, hoewel niet noodzakelijk, om ook de afvoer 8 te voorzien om het doorheen de zeef 3 doorgelaten van de archeologische artefacten afgescheiden restmateriaal samen met het sproeimiddel af te voeren naar het bassin 10 zodat hergebruik van het sproeimiddel mogelijk wordt en het verbruik van water verder wordt teruggedrongen.
De uitvinding heeft tevens betrekking op het gebruik van de archeologische zeefinstallatie 1 of archeologische site 9 volgens de uitvinding voor het scheiden van archeologische artefacten van restmateriaal.
Dat gebruik omvat bijvoorbeeld de stappen van het vullen van een recipiënt 2 voorzien van een zeef 3 met archeologische artefacten samen met het restmateriaal, het op de transportinrichting 5 plaatsen van het gevulde recipiënt 2 en het laten transporteren, door de transportinrichting 5, van het recipiënt 2 langsheen de sproei-installatie 4 tijdens het besproeien van het recipiënt 2. Desgewenst kan deze methode serieel worden verdergezet door verdere dergelijke recipiënten 2 te vullen met archeologische artefacten samen met het restmateriaal, het op de transportinrichting 5 plaatsen van de verdere gevulde recipiënten 2 en het laten transporteren, door de transportinrichting 5, van de recipiënten 2 langsheen de sproei-installatie 4 tijdens het besproeien van de recipiënten 2. Volgens een dergelijke werkwijze worden meerdere met archeologische artefacten samen met het restmateriaal gevulde recipiënten 2 door de transportinrichting 5 langsheen de sproei-installatie 4 getransporteerd.

Claims (19)

  1. Conclusies:
    1. Archeologische zeefinstallatie (1) voor het scheiden van archeologische artefacten van restmateriaal, omvattende een recipiënt (2) voorzien van een zeef (3) voor het opvangen van de archeologische artefacten samen met het restmateriaal en een sproei-installatie (4) voor het besproeien van het recipiënt (2) met sproeimiddel zodanig dat het sproeimiddel tenminste gedeeltelijk het restmateriaal scheidt van de archeologische artefacten en het sproeimiddel het restmateriaal ten minste gedeeltelijk wegvoert langsheen de zeef (3) waarbij de zeef (3) zodanig is voorzien dat de archeologische artefacten enerzijds worden tegengehouden door de zeef (3) en achterblijven in het recipiënt (2) en anderzijds het van de archeologische artefacten afgescheiden restmateriaal samen met ten minste een deel van het sproeimiddel worden doorgelaten doorheen de zeef (3) en worden afgevoerd uit het recipiënt (2), met het kenmerk dat de archeologische zeefinstallatie (1) een transportinrichting (5) omvat voor het transporteren van ten minste één recipiënt (2) langsheen de sproei-installatie (4) tijdens het besproeien van het recipiënt (2).
  2. 2. Archeologische zeefinstallatie (1) volgens conclusie 1, met het kenmerk dat de transportinrichting (5) een transportband (6) omvat voor het ondersteunen van een recipiënt (2) en het langsheen de sproei-installatie (4) transporteren van het recipiënt (2).
  3. 3. Archeologische zeefinstallatie (1) volgens conclusie 1 of 2, met het kenmerk dat de transportinrichting (5) cirkelvormig is en voorzien is om het recipiënt (2) periodiek langsheen de sproei-installatie (4) te transporteren.
  4. 4. Archeologische zeefinstallatie (1) volgens één van de voorgaande conclusies, met het kenmerk dat de archeologische zeefinstallatie (1) is voorzien in een transporteenheid (7) voor het transporteren van de archeologische zeefinstallatie (1).
  5. 5. Archeologische zeefinstallatie (1) volgens conclusie 4, met het kenmerk dat de transporteenheid (7) een zeecontainer is.
  6. 6. Archeologische zeefinstallatie (1) volgens één van de voorgaande conclusies, met het kenmerk dat de archeologische zeefinstallatie (1) een aanvoeraansluiting omvat voor het koppelen van de sproei-installatie (4) aan een aanvoer van sproeimiddel.
  7. 7. Archeologische zeefinstallatie (1) volgens één van de voorgaande conclusies, met het kenmerk dat de archeologische zeefinstallatie (1) aan aandrijfinstallatie omvat voor het aandrijven van de transporteenheid.
  8. 8. Archeologische zeefinstallatie (1) volgens één van de voorgaande conclusies, met het kenmerk dat de archeologische zeefinstallatie (1) een afvoer (8) omvat voor het afvoeren van het doorheen de zeef (3) doorgelaten van de archeologische artefacten afgescheiden restmateriaal samen met het sproeimiddel.
  9. 9. Archeologische zeefinstallatie (1) volgens één van de voorgaande conclusies, met het kenmerk dat het sproeimiddel water is.
  10. 10. Archeologische zeefinstallatie (1) volgens één van de voorgaande conclusies, met het kenmerk dat de bodem van het recipiënt (2) de zeef (3) omvat.
  11. 11. Archeologische zeefinstallatie (1) volgens één van de voorgaande conclusies, met het kenmerk dat het recipiënt (2) balkvormig is.
  12. 12. Archeologische zeefinstallatie (1) volgens één van de voorgaande conclusies, met het kenmerk dat de transportinrichting (5) voorzien is om meerdere recipiënten (2) sequentieel langsheen de sproei-installatie (4) te transporteren.
  13. 13. Archeologische site (9) omvattende een archeologische zeefinstallatie (1) volgens één van de voorgaande conclusies.
  14. 14. Archeologische site volgens conclusie 13 minstens in combinatie met conclusie 6, met het kenmerk dat de aanvoeraansluiting van de archeologische zeefinstallatie (1) verbonden is met de aanvoer van sproeimiddel.
  15. 15. Archeologische site volgens conclusie 14, met het kenmerk dat de aanvoer van sproeimiddel verbonden is met een op de archeologische site aanwezig bassin (10) en van daaruit voorzien is om sproeimiddel aan te voeren naar de archeologische zeefinstallatie 1.
  16. 16. Archeologische site volgens conclusie 15 minstens in combinatie met conclusie 8, met het kenmerk dat de afvoer (8) voorzien is om het doorheen de zeef (3) doorgelaten van de archeologische artefacten afgescheiden restmateriaal samen met het sproeimiddel af te voeren naar het bassin (10).
  17. 17. Gebruik van de archeologische zeefinstallatie (1) of archeologische site (9) volgens één van de voorgaande conclusies voor het scheiden van archeologische artefacten van restmateriaal.
  18. 18. Gebruik volgens conclusie 17, met het kenmerk dat het gebruik de stappen omvat van het vullen van een recipiënt (2) voorzien van een zeef (3) met archeologische artefacten samen met het restmateriaal, het op de transportinrichting (5) plaatsen van het gevulde recipiënt (2) en het laten transporteren van het recipiënt (2) langsheen de sproei-installatie (4) tijdens het besproeien van het recipiënt (2).
  19. 19. Gebruik volgens conclusie 18, met het kenmerk dat meerdere met archeologische artefacten samen met het restmateriaal gevulde recipiënten (2) door de transportinrichting (5) langsheen de sproei-installatie (4) worden getransporteerd.
BE2013/0088A 2013-02-06 2013-02-06 Archeologische zeefinstallatie en gebruik van dergelijke installatie BE1021611B1 (nl)

Priority Applications (2)

Application Number Priority Date Filing Date Title
BE2013/0088A BE1021611B1 (nl) 2013-02-06 2013-02-06 Archeologische zeefinstallatie en gebruik van dergelijke installatie
NL2012217A NL2012217C2 (nl) 2013-02-06 2014-02-06 Archeologische zeefinstallatie en gebruik van dergelijke installatie.

Applications Claiming Priority (1)

Application Number Priority Date Filing Date Title
BE2013/0088A BE1021611B1 (nl) 2013-02-06 2013-02-06 Archeologische zeefinstallatie en gebruik van dergelijke installatie

Publications (1)

Publication Number Publication Date
BE1021611B1 true BE1021611B1 (nl) 2015-12-18

Family

ID=48484940

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
BE2013/0088A BE1021611B1 (nl) 2013-02-06 2013-02-06 Archeologische zeefinstallatie en gebruik van dergelijke installatie

Country Status (2)

Country Link
BE (1) BE1021611B1 (nl)
NL (1) NL2012217C2 (nl)

Families Citing this family (1)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
CN104775444B (zh) * 2015-04-08 2016-09-14 敦煌研究院 一种用于潮湿环境保护考古现场土遗址降排水的方法

Citations (3)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
DE20120508U1 (de) * 2001-12-19 2002-03-07 Delta Anlagentechnik GmbH, 42329 Wuppertal Vorrichtung zum Reinigen, Spülen und Trocknen von Gegenständen, insbesondere Kleinteilen
NL1020680C2 (nl) * 2002-05-27 2003-12-08 Archeologisch Diensten Ct Jws Zeefinrichting en werkwijze voor het zeven van grond.
DE102007023402A1 (de) * 2007-05-18 2008-11-20 Robert Sporer Durchlaufwaschanlage

Patent Citations (3)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
DE20120508U1 (de) * 2001-12-19 2002-03-07 Delta Anlagentechnik GmbH, 42329 Wuppertal Vorrichtung zum Reinigen, Spülen und Trocknen von Gegenständen, insbesondere Kleinteilen
NL1020680C2 (nl) * 2002-05-27 2003-12-08 Archeologisch Diensten Ct Jws Zeefinrichting en werkwijze voor het zeven van grond.
DE102007023402A1 (de) * 2007-05-18 2008-11-20 Robert Sporer Durchlaufwaschanlage

Non-Patent Citations (1)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Title
DUDDEK K ET AL: "Mobilität im Trend", AUFBEREITUNGS-TECHNIK - MINERAL PROCESSING, BAUVERLAG BV GMBH, DE, vol. 51, no. 4, 1 April 2010 (2010-04-01), pages 58 - 63, XP001552844, ISSN: 1434-9302 *

Also Published As

Publication number Publication date
NL2012217C2 (nl) 2014-08-07

Similar Documents

Publication Publication Date Title
KR101836442B1 (ko) 패류 선별장치
US8092674B2 (en) Traveling band screen machine
US11134695B2 (en) Method for washing, sorting, counting and bagging shellfish
EP2230213B1 (de) Vorrichtung zur Reinigung von Wasser aus Schwimmbecken oder Teichen
US5543063A (en) Method for recovering produce wash treatment effluent
US8267101B2 (en) Fruit bin cleaning method and apparatus
US3390768A (en) Tomato harvesting apparatus
AU2013328326B2 (en) Improved apparatus for emptying containers of horticultural products
EP2425725A1 (de) Apparat zum Waschen und/oder Abspülen von unverpacktem Gemüse oder Obst
BE1021611B1 (nl) Archeologische zeefinstallatie en gebruik van dergelijke installatie
JP5406404B1 (ja) 洗浄選別装置
US1507864A (en) Method of loading
CN204355597U (zh) 用于城市垃圾桶的垃圾处理和垃圾桶清洗车
US11766678B1 (en) Cryogenic processing system for plant material
KR101831248B1 (ko) 딸기 세척기의 부유물 제거장치
US20040084064A1 (en) Apparatus and method for recovering, cleaning, and recycling animal bedding contaminated with manure and urine
CN105494152B (zh) 一种具有定时喂养和自动清洁功能的鸟笼
US2894516A (en) Hydraulic dumping apparatus
US9822043B2 (en) Liquid fertilizer system
JP2006333820A (ja) 異物除去装置
JP5849114B2 (ja) 水流を利用したもやし移送システム
GB2349804A (en) A washer for root crops and tubers
EP3211993A1 (en) Device for depuration of crustaceans and shellfish
RU2479981C2 (ru) Способ уборки картофеля и устройство для его осуществления
SE539203C2 (sv) Anordning för avvattning och rening av slam eller muddermassor