BE1021567B1

BE1021567B1 - DEVICE FOR CUTTING FIBER MATERIAL AND AGRICULTURAL MACHINE INCLUDING THIS DEVICE

Info

Publication number: BE1021567B1
Application number: BE2012/0728A
Authority: BE
Inventors: Remi Vallaey; Filip Sanders
Original assignee: Huis Vallaey Bvba
Priority date: 2012-10-25
Filing date: 2012-10-25
Publication date: 2015-12-14
Also published as: EP2911501A1; WO2014064503A1

Abstract

Inrichting (1) voor het snijden van vezelig materiaal omvattende een om een rotatie-as roteerbaar snijdorgaan dat aan zijn beide uiteinden voorzien is van zich dwars op de rotatie-as uitstrekkende schijfvormige flenzen waarbij tussen de genoemde flenzen (2) een verbindingslichaam (4) is voorzien, waarbij het verbindingslichaam (4) voorzien is van een doorgang (5) voor een aandrijfas (6) van het snijdorgaan en dat het genoemde snijdorgaan minstens twee genoemde snijmessen (3) omvat die voorzien zijn op het genoemde verbindingslichaam (4). Via deze inrichting (1) is het mogelijk vezelig materiaal te versnijden in vezels met een relatief grote lengte en kleine standaardafwijking van de vezellengte.Device (1) for cutting fibrous material comprising a cutting member which is rotatable about an axis of rotation and which is provided at both ends with disc-shaped flanges extending transversely to the axis of rotation, with a connecting body (4) between said flanges (2) is provided, wherein the connecting body (4) is provided with a passage (5) for a drive shaft (6) of the cutting member and in that said cutting member comprises at least two said cutting blades (3) provided on said connecting body (4). Via this device (1) it is possible to cut fibrous material into fibers having a relatively great length and small standard deviation of the fiber length.

Description

INRICHTING VOOR HET SNIJDEN VAN VEZELIG MATERIAAL EN LANDBOUWMACHINE OMVATTENDE DEZE INRICHTINGDEVICE FOR CUTTING FIBER MATERIAL AND AGRICULTURAL MACHINE INCLUDING THIS DEVICE

Deze uitvinding betreft enerzijds een inrichting voor het snijden van vezelig materiaal omvattende een om een rotatie-as roteerbaar snijdorgaan dat aan zijn beide uiteinden voorzien is van zich dwars op de rotatie-as uitstrekkende schijfvormige flenzen en voorzien is van één of meerdere snijmessen die zich volgens de lengterichting van de inrichting uitstrekken.This invention relates, on the one hand, to a device for cutting fibrous material comprising a cutting member rotatable about a rotation axis and provided at its both ends with disc-shaped flanges extending transversely to the rotation axis and provided with one or more cutting blades extend the longitudinal direction of the device.

Anderzijds betreft deze inrichting een landbouwmachine voor het oogsten en snijden van vezelige landbouwgewassen.On the other hand, this device relates to an agricultural machine for harvesting and cutting fibrous agricultural crops.

Voor het oogsten en versnijden van vezelige landbouwgewassen wordt er gebruik gemaakt van landbouwmachines die voorzien zijn van aanvoerrollen en een snijdorgaan. Na het oogsten van het landbouwgewas wordt het geoogst vezelig materiaal via de aanvoerrollen naar het snijdorgaan gebracht. Het snijdorgaan snijdt het vezelig materiaal, lange vezels, in vezelig materiaal van de gewenste lengte, kortere vezels. Dezelfde landbouwmachine brengt de versneden vezels terug op het veld. Dit kan actief met behulp van uitwerpmiddelen gebeuren of ze kunnen gewoon vanuit het snijdorgaan vallen op het veld.For harvesting and cutting fibrous agricultural crops, use is made of agricultural machines that are provided with feed rollers and a cutter. After harvesting the agricultural crop, the harvested fibrous material is brought to the cutter via the feed rollers. The cutter cuts the fibrous material, long fibers, into fibrous material of the desired length, shorter fibers. The same agricultural machine returns the cut fibers to the field. This can be done actively with the aid of ejector means or they can simply fall onto the field from the cutter.

Vaak wordt er gebruik gemaakt van messentrommels indien men een relatief kleine lengte van het versneden vezelig materiaal wenst. Met een relatief kleine lengte worden vezels kleiner dan 20 mm aangeduid. Dit is bijvoorbeeld zo bij snijmaïs. Messentrommels zijn roterende trommels waarop er meerdere messen worden voorzien. Door de vele messen en door de snelheid waarmee deze messentrommels roteren, zijn deze messentrommels zeer geschikt indien men vezels wil bekomen met een relatief kleine lengte.Knife drums are often used if a relatively small length of the cut fibrous material is desired. With a relatively small length, fibers smaller than 20 mm are indicated. This is the case with silage maize, for example. Knife drums are rotating drums on which several knives are provided. Because of the many knives and the speed with which these knife drums rotate, these knife drums are very suitable if you want to obtain fibers with a relatively small length.

Bij het oogsten en snijden van vezelig materiaal zoals hennep, kenaf, suikerriet enz. zijn vezels met een relatief grote lengte gewenst. Zo wenst de verwerkende industrie een lengte van de vezels tussen de 30 cm en 60 cm. Voor de verwerkende industrie is het ook belangrijk dat de verschillende vezels allemaal ongeveer dezelfde lengte hebben. De standaardafwijking van de vezellengte moet zo laag mogelijk zijn.When harvesting and cutting fibrous material such as hemp, kenaf, sugar cane, etc., fibers with a relatively large length are desired. For example, the processing industry wants a fiber length between 30 cm and 60 cm. It is also important for the processing industry that the different fibers all have approximately the same length. The standard deviation of the fiber length must be as low as possible.

In EP 1180322 wordt een landbouwmachine omschreven met een messentrommel die aangedreven wordt met een gereduceerde snelheid van 200 à 300 omwentelingen per minuut. Daar de messentrommel van deze landbouwmachine trager draait dan de messentrommel van landbouwmachines die bijvoorbeeld gebruikt worden om snijmaïs te hakselen/versnijden, kan men het vezelig materiaal, de lange vezels, versnijden in vezels met een relatief grote lengte, gelegen tussen de 10 cm à 90 cm. Het probleem bij deze inrichting is echter dat er een relatief hoge standaardafwijking is van de vezellengte. Een groot deel van de vezels heeft ofwel een te kleine lengte (<30 cm) of een te grote lengte (>60 cm). De reden dat er veel vezels zijn met een te kleine lengte is dat het vezelig materiaal gedurende een zekere periode in trommel kan blijven, waardoor de reeds gesneden vezels terug op de aanvoerrollen kunnen terechtkomen. Vezels kunnen zo meer dan eenmaal worden aangesneden door snijmessen. NL1001602 beschrijft een inrichting voor het snijden van hennep waarbij het roterend snijdorgaan één snijmes omvat en een tegenmes. Daar er slechts gebruik wordt gemaakt van één snijmes, kan men vezels verkrijgen met een relatief grote lengte, want per rotatie van het snijdorgaan is er slechts één snijdactie. Het snijmes hier, is verbonden met de aandrijfas via meerdere schijven die op de aandrijfas zijn aangebracht. Het probleem bij deze inrichting is dat het vezelig materiaal rond de aandrijfas kan komen vast te zitten. Hierdoor kan de inrichting stilvallen.In EP 1180322 an agricultural machine is described with a knife drum that is driven at a reduced speed of 200 to 300 revolutions per minute. Since the knife drum of this agricultural machine rotates slower than the knife drum of agricultural machines used, for example, to chop / cut cutting maize, the fibrous material, the long fibers, can be cut into fibers with a relatively large length, between 10 cm and 90 cm. cm. The problem with this device, however, is that there is a relatively high standard deviation of the fiber length. A large part of the fibers is either too short (<30 cm) or too long (> 60 cm). The reason that there are many fibers with a length that is too small is that the fibrous material can remain in a drum for a certain period, whereby the already cut fibers can end up on the feed rollers. Fiber can thus be cut more than once by cutting blades. NL1001602 describes a device for cutting hemp, wherein the rotating cutter comprises one cutting knife and a counter knife. Since only one cutting blade is used, fibers with a relatively large length can be obtained, because per rotation of the cutting member there is only one cutting action. The cutting blade here is connected to the drive shaft via a plurality of discs mounted on the drive shaft. The problem with this device is that the fibrous material can get stuck around the drive shaft. This allows the device to stop.

Bij het snijden van het vezelig materiaal wil men rafelige vezels vermijden en wil men vermijden dat vezels niet volledig worden doorgesneden. Om voorgaande te vermijden wordt het snijvlak van het mes schuin afgewerkt en het tegenmes recht. Hierdoor wordt er een soort ‘schaareffect’ bekomen wanneer het snijmes in aanraking komt met het tegenmes en wordt het vezelig materiaal goed versneden in kortere vezels. Tijdens het gebruik van de inrichting wordt het snijmes echter steeds botter, dus minder schuin. Om een te bot snijmes te voorkomen, moet het snijmes na een bepaalde tijd geslepen worden. Het slijpen gebeurt, met behulp van een slijpsysteem, in de werkplaats of op het veld. Bij het slijpen verliest het snijmes gewicht. Daar er slechts één snijmes aanwezig is in het snijdorgaan, is er dus gewichtsverlies aan één kant van het snijdorgaan, waardoor het snijdorgaan na het slijpen niet meer in evenwicht is. Om het snijdorgaan terug in evenwicht te brengen na het slijpen, kan het snijdorgaan uitgebalanceerd worden met behulp van (vaste) tegengewichten. Indien het snijdorgaan uit evenwicht is, dus in onbalans, kan dit nefaste gevolgen hebben voor bijvoorbeeld de aandrijving van het orgaan, daar een roterend orgaan in onbalans davert en trilt. Het terug uit balanceren van het snijdorgaan is tijdsrovend en arbeidsintensief en kan ook niet op het veld uitgevoerd worden.When cutting the fibrous material, one wants to avoid frayed fibers and to prevent fibers from being cut completely. To avoid the foregoing, the cutting surface of the knife is slanted and the counter knife straight. This results in a kind of "scissors effect" when the cutting blade comes into contact with the counter knife and the fibrous material is well cut into shorter fibers. During the use of the device, however, the cutting knife becomes increasingly blunt, so less oblique. To prevent a blunt cutting blade, the cutting blade must be sharpened after a certain time. The grinding is done with the help of a grinding system, in the workshop or in the field. The blade loses weight when sharpening. Since only one cutter blade is present in the cutter, there is thus a loss of weight on one side of the cutter, so that the cutter is no longer in equilibrium after sharpening. In order to bring the cutter back into balance after grinding, the cutter can be balanced with the aid of (fixed) counterweights. If the cutting member is out of balance, i.e. in imbalance, this can have adverse consequences for, for example, the drive of the member, since a rotating member shatters and vibrates in imbalance. Balancing the cutter back is time-consuming and labor-intensive and cannot be carried out on the field either.

De standaardafwijking van de lengtes van de vezels bekomen via de inrichting omschreven in NL1001602 is ook relatief hoog. Bepaalde vezels worden meer dan eenmaal gesneden door het snijmes. Vezels kunnen meer dan eenmaal worden gesneden omdat na het snijden van het vezelig materiaal, het gesneden materiaal niet altijd direct, vanuit het snijdorgaan, op het veld terugvalt. Vezelig materiaal kan zo gedurende een bepaalde periode in het snijdorgaan blijven waardoor het terug op de aanvoerrollen kan terechtkomen nadat het al is aangesneden.The standard deviation of the lengths of the fibers obtained via the device described in NL1001602 is also relatively high. Certain fibers are cut more than once by the cutting blade. Fibers can be cut more than once because after cutting the fibrous material, the cut material does not always fall back directly onto the field from the cutter. Fibrous material can thus remain in the cutter for a certain period of time, so that it can return to the feed rollers after it has already been cut.

Een eerste doel van deze uitvinding is te voorzien in een inrichting voor het snijden van vezelig materiaal omvattende een snijdorgaan waarbij men vezels kan verkrijgen met een relatief grote lengte, waarvan de standaardafwijking van de vezellengte gering is en waar er geen of weinig gevaar is dat vezels zich wikkelen rond de aandrijfas die het snijdorgaan aandrijft.A first object of this invention is to provide a device for cutting fibrous material comprising a cutting member whereby fibers with a relatively large length can be obtained, the standard deviation of the fiber length of which is small and where there is little or no risk that fibers wrap around the drive shaft that drives the cutter.

Dit doel wordt bereikt door te voorzien in een inrichting voor het snijden van vezelig materiaal omvattende een om een rotatie-as roteerbaar snijdorgaan dat aan zijn beide uiteinden voorzien is van zich dwars op de rotatie-as uitstrekkende schijfvormige flenzen en voorzien is van één of meerdere snijmessen die zich volgens de lengterichting van de inrichting uitstrekken, waarbij tussen de genoemde flenzen een verbindingslichaam is voorzien dat zich uitstrekt volgens de lengterichting van de inrichting, waarbij het verbindingslichaam voorzien is van een doorgang voor een aandrijfas van het snijdorgaan, waarbij het genoemde snijdorgaan minstens twee genoemde snijmessen omvat die voorzien zijn op het genoemde verbindingslichaam en waarbij de dwarsdoorsnede, loodrecht op de lengterichting van de inrichting, van het verbindingslichaam, ter hoogte van de genoemde doorgang voor de aandrijfas, breder is dan ter hoogte van de genoemde snijmessen.This object is achieved by providing a device for cutting fibrous material comprising a cutting member rotatable about an axis of rotation which is provided at its both ends with disc-shaped flanges extending transversely to the axis of rotation and provided with one or more cutting blades extending in the longitudinal direction of the device, wherein a connecting body is provided between said flanges extending in the longitudinal direction of the device, wherein the connecting body is provided with a passage for a drive shaft of the cutting member, said cutting member being at least two said cutting blades provided on said connecting body and wherein the cross-section perpendicular to the longitudinal direction of the device of the connecting body at the height of said passage for the drive shaft is wider than at the height of said cutting blades.

Het snijdorgaan is in het bijzonder geschikt om vezelig materiaal te snijden in vezels met een relatief grote lengte. Zo kunnen er vezels met een lengte tussen de 30 cm à 60 cm verkregen worden. De lengterichting van de inrichting komt nagenoeg overeen met de richting van de rotatie-as van de inrichting.The cutting member is particularly suitable for cutting fibrous material into fibers with a relatively large length. In this way fibers with a length between 30 cm to 60 cm can be obtained. The longitudinal direction of the device substantially corresponds to the direction of the axis of rotation of the device.

De aandrijfas bevindt zich in een doorgang van het verbindingslichaam van het snijdorgaan. Het verbindingslichaam schermt de aandrijfas af van het vezelig materiaal, waardoor het vezelig materiaal zich niet kan wikkelen rond de aandrijfas. Via het verbindingslichaam worden de versneden vezels naar beneden geduwd waardoor ze zich eenvoudig uit het snijdorgaan kunnen verwijderen. De specifieke vorm van het verbindingslichaam, namelijk dat de dwarsdoorsnede van het verbindingslichaam, loodrecht op de lengterichting van de inrichting, ter hoogte van de genoemde doorgang voor de aandrijfas, breder is dan ter hoogte van de genoemde snijmessen, voorziet in een goede toegang van het vezelig materiaal in het snijdorgaan en voorziet erin dat het vezelig materiaal en dus ook de afgesneden vezel eenvoudiger naar beneden wordt geduwd. De afgesneden vezel kan zich hierdoor eenvoudig uit het snijdorgaan verwijderen. Het verbindingslichaam deelt bovendien het snijdorgaan op in evenveel ruimtes, snijdruimtes, als er snijmessen zijn. Dit wil zeggen dat als een versneden vezel zich in één snijdruimte bevindt, deze zich niet of moeilijk kan verplaatsen naar een andere snijdruimte. Een versneden vezel zal na het versnijden direct naar het veld geleid worden via het verbindingslichaam en kan dus niet meer dan eenmaal worden aangesneden. Hierdoor is de standaardafwijking van de vezellengte gering.The drive shaft is located in a passage of the connecting body of the cutter. The connecting body shields the drive shaft from the fibrous material, as a result of which the fibrous material cannot wrap around the drive shaft. The cut fibers are pushed downwards via the connecting body so that they can easily remove themselves from the cutting member. The specific shape of the connecting body, namely that the cross section of the connecting body, perpendicular to the longitudinal direction of the device, at the height of said passage for the drive shaft, is wider than at the height of said cutting blades, provides good access to the fibrous material in the cutter and provides that the fibrous material and therefore also the cut fiber is pushed down more easily. The cut-off fiber can hereby easily remove itself from the cutting member. Moreover, the connecting body divides the cutting member into as many spaces, cutting spaces as there are cutting blades. This means that if a shredded fiber is in one cutting space, it cannot move to another cutting space, or only with difficulty. After cutting, a shredded fiber will be led directly to the field via the connecting body and can therefore not be cut more than once. As a result, the standard deviation of the fiber length is small.

In een voorkeursdragende uitvoeringsvorm bevat het snijdorgaan twee tegenover elkaar liggende snijmessen. Een snijdorgaan met slechts twee snijmessen is geschikter om vezelig materiaal te snijden in vezels van een relatief grote lengte dan snijdorganen met drie of meer snijmessen. Om vezelig materiaal te snijden in vezels met een relatief grote lengte zijn er twee mogelijkheden. Men kan het toerental van het snijdorgaan beperken zodanig dat het langer duurt voor het vezelig materiaal, dat binnenkomt in het snijdorgaan, opnieuw wordt aangesneden en/of men kan het aantal snijmessen beperken om het aantal snijdacties per rotatie van het snijdorgaan te beperken. Trage rotatie van een snijdorgaan is mogelijk indien het snijdorgaan wordt aangedreven via bijvoorbeeld een hydromoter ( hydraulische motor). Via een hydromotor kan een laag toerental van het snijdorgaan worden bekomen. Echter het minimaal toerental dat behaald kan worden met zo’n hydromotor of met andere aandrijfmiddelen is beperkt. Het is dus eenvoudiger om met een beperkter aantal snijmessen te werken. Het voordeel van twee snijmessen is dat het toerental hoger mag zijn dan bij 3 of meerdere snijmessen om vezels te bekomen van dezelfde lengte. Een hoger toerental is beter voor een hydromotor en andere aandrijfmiddelen.In a preferred embodiment, the cutting member comprises two opposite cutting blades. A cutter with only two blades is more suitable for cutting fibrous material into fibers of a relatively large length than blades with three or more blades. There are two options for cutting fibrous material into fibers with a relatively large length. It is possible to limit the speed of rotation of the cutter so that it takes longer for the fibrous material entering the cutter to be cut again and / or to limit the number of blades to limit the number of cutting actions per rotation of the cutter. Slow rotation of a cutter is possible if the cutter is driven via, for example, a hydromoter (hydraulic motor). A low speed of the cutter can be achieved via a hydro engine. However, the minimum speed that can be achieved with such a hydromotor or with other drive means is limited. It is therefore easier to work with a more limited number of cutting blades. The advantage of two cutting blades is that the speed can be higher than with 3 or more cutting blades to obtain fibers of the same length. A higher speed is better for a hydro engine and other drive means.

Een bijkomend voordeel van het gebruik van twee tegenover elkaar liggende snijmessen is dat er geen gevaar is voor onbalans na het slijpen van de snijmessen. Bij het slijpen van de snijmessen, met behulp van bijvoorbeeld een slijpsysteem, worden beide messen op een gelijkmatige manier geslepen en verliezen beide snijmessen dus evenveel gewicht. Daar de messen tegenover elkaar gelegen zijn, is er dus evenveel gewichtverlies aan tegenoverliggende delen van het snijdorgaan en blijft het snijdorgaan na elke slijpactie in evenwicht (balans). Er dienen dus geen extra maatregelen genomen te worden na elke slijpactie om onbalans te voorkomen. Uiteraard kan onbalans ook vermeden worden indien er drie of meerdere snijmessen aanwezig zijn. Dit door ervoor te zorgen dat de afstanden tussen de opeenvolgende snijmessen van het snijdorgaan dezelfde zijn en de snijmessen zicht op gelijke afstand van de rotatie-as uitstrekken.An additional advantage of using two opposing cutting blades is that there is no risk of imbalance after grinding the cutting blades. When sharpening the cutting blades, for example with the aid of a sharpening system, both blades are sharpened uniformly and both blades therefore lose the same amount of weight. Since the knives are opposite each other, there is thus equal weight loss on opposite parts of the cutter and the cutter remains in balance after each sharpening action (balance). No additional measures must therefore be taken after each sharpening action to prevent imbalance. Of course, imbalance can also be avoided if there are three or more cutting blades. This is achieved by ensuring that the distances between the successive cutting blades of the cutting member are the same and that the cutting blades extend at an equal distance from the axis of rotation.

Een ander voordeel is dat de grootte van het snijdorgaan kan beperkt worden indien er slechts gewerkt wordt met twee snijmessen. Om vezels met een relatief grote lengte bekomen moet de afstand tussen de snijmessen voldoende groot zijn. Deze afetand bepaald de afmetingen van de snijdruimte. Voordat het vezelig materiaal kan worden aangesneden moet eerst een deel van het vezelig materiaal in het snijdorgaan terechtkomen, dus in de snijdruimte. Het is belangrijk dat voor het aansnijden van dat vezelig materiaal, het vezelig materiaal dat in de snijdruimte terechtkomt niet of niet veel langer is, dan de lengte die de afmetingen van de snijdruimte toelaten. Dus om lange vezels te kunnen snijden mogen de afmetingen van de snijdruimte niet te beperkt zijn. Voor snijdorganen met dezelfde afmetingen geldt dat hoe minder snijdruimtes er zijn, hoe groter de snijdruimtes zijn. Indien er slechts twee snijmessen aanwezig zijn en dus twee snijdruimtes, kan het snijdorgaan in kleinere afmetingen worden uitgevoerd om een snijdruimte te creëren met de gewenste afmetingen dan dat er drie of meer snijmessen zijn. Een kleiner snijdorgaan betekent gewicht -en volumebesparing, maar ook een materiaalbesparing, dus een kostenbesparing.Another advantage is that the size of the cutting member can be limited if only two cutting blades are used. To obtain fibers of a relatively large length, the distance between the cutting blades must be sufficiently large. This distance determines the dimensions of the cutting space. Before the fibrous material can be cut, a part of the fibrous material must first end up in the cutting member, i.e. in the cutting space. It is important that for cutting that fibrous material, the fibrous material that ends up in the cutting space is not or not much longer than the length that the dimensions of the cutting space allow. So to cut long fibers, the dimensions of the cutting space must not be too limited. For cutting members with the same dimensions, the fewer cutting spaces there are, the larger the cutting spaces are. If only two cutting blades are present and thus two cutting spaces, the cutting member can be made in smaller dimensions to create a cutting space with the desired dimensions than that there are three or more cutting blades. A smaller cutter means saving weight and volume, but also a saving of materials, so a saving of costs.

De dwarsdoorsnede, loodrecht op de lengterichting van de inrichting, van het verbindingslichaam, is verder bij voorkeur langwerpig. De genoemde dwarsdoorsnede is langer dan dat ze breed is. Deze vorm is belangrijk om dat bij een langwerpige vorm de afmetingen van de snijdruimte voldoende zijn om vezelig materiaal met een relatief grote lengte te ontvangen.The cross-section perpendicular to the longitudinal direction of the device of the connecting body is further preferably elongated. The said cross-section is longer than it is wide. This shape is important because with an elongated shape the dimensions of the cutting space are sufficient to receive fibrous material with a relatively large length.

Bij voorkeur is het scheidingslichaam een gesloten lichaam. Zo kunnen vezels niet van de ene snijdruimte in de andere snijdruimte terechtkomen.The separating body is preferably a closed body. For example, fibers cannot get from one cutting space to the other cutting space.

In een voorkeursdragende uitvoeringsvorm is het genoemde verbindingslichaam een nagenoeg massief lichaam. Een massief lichaam betekent meer gewicht, waardoor ook het volledige snijdorgaan meer zal wegen. Een hoger gewicht helpt mee tot het behouden van een constant toerental. Hoe hoger het gewicht, hoe meer energie er nodig is om de snelheid van het toerental te wijzigen. Indien er veel vezelig materiaal moet worden aangesneden, hoe meer weerstand er is bij het aansnijden van dat materiaal, dus hoe meer risico er is dat het toerental vertraagt. Echter indien het snijdorgaan voldoende gewicht heeft, wordt dit risico verminderd. Een constant toerental is belangrijk om vezels te verkrijgen met een constante lengte, dus vezels met een relatief kleine standaardafwijking van de vezellengte.In a preferred embodiment, said connecting body is a substantially solid body. A solid body means more weight, so that the entire cutter will also weigh more. A higher weight helps to maintain a constant speed. The higher the weight, the more energy is required to change the speed of the speed. If a lot of fibrous material has to be cut, the more resistance there is when cutting that material, so the more risk there is that the speed will slow down. However, if the cutter has sufficient weight, this risk is reduced. A constant speed is important to obtain fibers with a constant length, that is, fibers with a relatively small standard deviation of the fiber length.

De snijmessen zijn bij voorkeur voorzien op de genoemde flenzen. Daar de snijmessen dan niet alleen voorzien zijn op het verbindingslichaam, maar ook op de flenzen, zijn de snijmessen steviger verankerd in het snijdorgaan, wat het snijdorgaan robuuster maakt. Meer voorkeursdragend zijn de snijmessen voorzien op de buitenkant van de flenzen. De snijmessen bevinden zich dan aan de buitenzijde van het snijdorgaan en de snijmessen bepalen dan de afmetingen van het snijdorgaan. De afmetingen van het snijdorgaan zijn liefst zo klein als mogelijk en dus niet groter dan nodig voor de snijmessen.The cutting blades are preferably provided on the said flanges. Since the cutting blades are then not only provided on the connecting body, but also on the flanges, the cutting blades are more firmly anchored in the cutting member, which makes the cutting member more robust. More preferably, the cutting blades are provided on the outside of the flanges. The cutting blades are then located on the outside of the cutting member and the cutting blades then determine the dimensions of the cutting member. The dimensions of the cutting member are preferably as small as possible and therefore not larger than necessary for the cutting blades.

Meer voorkeursdragend zijn er tussen het verbindingslichaam en de genoemde snijmessen, steunplaten voorzien die zich uitstrekken volgens de lengterichting van de inrichting. De snijmessen, die zich ook over de volledige lengterichting van de inrichting uitstrekken, worden zo over hun volledige lengte ondersteund. Dit komt de stevigheid en de robuustheid van het snijdorgaan ten goede. Verder zijn deze steunplaten bij voorkeur ook bevestigd aan de genoemde flenzen om een nog steviger en robuuster snijdorgaan te verkrijgen.More preferably, support plates are provided between the connecting body and the said cutting blades, which plates extend in the longitudinal direction of the device. The cutting blades, which also extend over the full length direction of the device, are thus supported over their full length. This improves the firmness and robustness of the cutter. Furthermore, these support plates are preferably also attached to the said flanges in order to obtain an even more robust and robust cutter.

In een specifieke voorkeursdragende uitvoeringsvorm bevindt zich onder het snijvlak van elk snijmes een afwikkelplaat, zodat het vezelig materiaal na het snijden ervan door één van snijmessen, eenvoudig kan loskomen van het genoemde snijmes. Bij het aansnijden van het vezelig materiaal met een snijmes, is er een risico dat het vezelig materiaal, ter hoogte van het deel dat is aangesneden, blijft hangen onder het snijmes. Indien de gesneden vezels daar blijven hangen is er gevaar dat ze zich na het snijden niet direct verwijderen uit het snijdorgaan en dat ze gedurende een bepaalde periode blijven in het snijdorgaan. Hierdoor zouden vezels meer dan eenmaal kunnen worden aangesneden, waardoor er te kleine vezels ontstaan en de standaardafwijking van de vezellengte groot wordt.In a specific preferred embodiment, there is a unwinding plate below the cutting surface of each cutting knife, so that the fibrous material can be easily detached from said cutting knife after it has been cut by one of cutting blades. When cutting the fibrous material with a cutting knife, there is a risk that the fibrous material, at the level of the part that has been cut off, lingers under the cutting knife. If the cut fibers remain there, there is a risk that they will not immediately remove themselves from the cutter after cutting and that they remain in the cutter for a certain period of time. As a result, fibers could be cut more than once, as a result of which too small fibers are created and the standard deviation of the fiber length becomes large.

Verder bij voorkeur is elke afwikkelplaat bevestigd aan het genoemde snijmes en bevestigd is aan de genoemde flenzen. De afwikkelplaat is zo stevig verankerd in het snijdorgaan.Further preferably, each unwinding plate is attached to said cutting knife and attached to said flanges. The unwinding plate is thus firmly anchored in the cutter.

Bij voorkeur is er per genoemd snijmes een gebogen plaat bevestigd is aan het verbindingslichaam, om het gesneden vezelig materiaal naar beneden te leiden, waardoor het gesneden vezelig materiaal eenvoudig verwijderd kan worden uit het snijdorgaan. Deze gebogen plaat leidt als het ware de versneden vezel weg uit het snijdorgaan en helpt bij de verwijdering van de versneden vezels uit het snijdorgaan.Preferably, a curved plate is attached to the connecting body per said cutting knife to guide the cut fibrous material downwards, whereby the cut fibrous material can easily be removed from the cutting member. This curved plate, as it were, guides the cut fiber away from the cutter and helps with the removal of the cut fibers from the cutter.

De schijfVormige flenzen zijn bij voorkeur cilindervormig en voorzien van uitsparingen voor de lagers van het snijdorgaan. Deze uitsparingen zijn gelegen aan de buitenkant van het snijdorgaan. Daar de lagers voorzien zijn in deze genoemde uitsparingen van de flenzen, zijn ze afgescheiden van het vezelig materiaal. Vezelig materiaal kan dan de werking van de lagers niet bemoeilijken.The disc-shaped flanges are preferably cylindrical and provided with recesses for the bearings of the cutter. These recesses are located on the outside of the cutter. Since the bearings are provided in these recesses of the flanges, they are separated from the fibrous material. Fibrous material cannot then make the operation of the bearings more difficult.

Het tweede doel van deze uitvinding is te voorzien in een landbouwmachine voor het oogsten en versnijden van vezelige landbouwgewassen waarbij men vezels kan verkrijgen met een relatief grote lengte, waarvan de standaardafwijking van de vezellengte gering is en waarbij er geen of weinig gevaar is dat vezels zich wikkelen rond de aandrijfas van het snijdorgaan.The second object of this invention is to provide an agricultural machine for harvesting and cutting fibrous agricultural crops in which fibers with a relatively large length can be obtained, the standard deviation of the fiber length of which is small and in which there is little or no risk of fibers occurring. wrapping around the drive shaft of the cutter.

Dit doel wordt bereikt door te voorzien in een landbouwmachine voor het oogsten en snijden van vezelige landbouwgewassen omvattende een inrichting zoals hierboven omschreven.This object is achieved by providing an agricultural machine for harvesting and cutting fibrous agricultural crops comprising a device as described above.

De landbouwmachine is in het bijzonder geschikt voor het oogsten van vezelig materiaal en het snijden van vezelig materiaal in vezels met een lengte gelegen tussen de 30 cm en 60 cm.The agricultural machine is particularly suitable for harvesting fibrous material and cutting fibrous material into fibers with a length between 30 cm and 60 cm.

Voorkeursdragend omvat de landbouwmachine een tegenmes dat vast is opgesteld in de landbouwmachine en is de afstand tussen de rotatie-as en het tegenmes nagenoeg gelijk aan de afstand tussen de rotatie-as en het snijvlak van de genoemde snijmessen. Vezelig materiaal kan eenvoudiger worden aangesneden indien er naast het snijmes ook een tegenmes is. Bij het aansnijden van het vezelig materiaal door het snijmes wordt het vezelig materiaal deels tegengehouden door het tegenmes, waardoor de snijdactie eenvoudig kan worden uitgevoerd. Het tegenmes bevindt zich op ongeveer dezelfde afstand van de rotatie-as als het snijvlak van het snijmes, waardoor elke snijdactie vlot kan verlopen.The agricultural machine preferably comprises a counter-knife fixedly arranged in the agricultural machine and the distance between the axis of rotation and the counter-knife is substantially equal to the distance between the axis of rotation and the cutting surface of said cutting blades. Fibrous material can be cut more easily if there is a counter knife in addition to the cutting blade. When the fibrous material is cut by the cutting knife, the fibrous material is partially retained by the counter-knife, so that the cutting action can be carried out easily. The counter knife is located at approximately the same distance from the axis of rotation as the cutting surface of the cutting knife, so that every cutting action can proceed smoothly.

Voorkeursdragend omvat de landbouwmachine vaste zijwanden die zich aan weerszijden van de genoemde inrichting uitstrekken. Deze vaste zijwanden verhinderen dat vezelig materiaal in delen van de landbouwmachine terechtkomt waar ze niet horen en waar ze schade kunnen aanrichten. Deze vaste zijwanden beschermen bijkomend de lagers van vezelig materiaal.The agricultural machine preferably comprises fixed side walls which extend on either side of the said device. These fixed side walls prevent fibrous material from entering parts of the agricultural machine where they do not belong and where they can cause damage. These fixed side walls also protect the bearings of fibrous material.

Deze uitvinding wordt nu nader toegelicht aan de hand van de hierna volgende gedetailleerde beschrijving van een voorkeurdragende uitvoeringsvorm van een inrichting voor het snijden van vezelig materiaal volgens deze uitvinding en een landbouwmachine omvattende de genoemde inrichting volgens deze uitvinding. De bedoeling van deze beschrijving is uitsluitend verduidelijkende voorbeelden te geven en om verdere voordelen en bijzonderheden van deze inrichting en deze landbouwmachine omvattende deze inrichting aan te duiden, en kan dus geenszins geïnterpreteerd worden als een beperking van het toepassingsgebied van de uitvinding of van de in de conclusies opgeëiste octrooirechten.This invention will now be further elucidated on the basis of the following detailed description of a preferred embodiment of a device for cutting fibrous material according to the present invention and an agricultural machine comprising the said device according to the present invention. The purpose of this description is to give only illustrative examples and to indicate further advantages and details of this device and this agricultural machine comprising this device, and can therefore in no way be interpreted as limiting the scope of the invention or the claims claimed.

In deze gedetailleerde beschrijving wordt door middel van referentiecijfers verwezen naar de hierbij gevoegde tekeningen waarbij in - figuur 1 een doorsnede van een snijdorgaan, aandrijfas, vlakke zijwanden en lagers wordt weergegeven volgens de lengterichting van de inrichting; - figuur 2 een doorsnede van het snijdorgaan, aandrijfas, tegenmes wordt weergegeven, loodrecht op de lengterichting van de inrichting; - figuur 3 een perspectief voorstelling is van het snijdorgaan en de lagers.In this detailed description reference is made by reference numerals to the accompanying drawings, in which - figure 1 shows a section of a cutter, drive shaft, flat side walls and bearings according to the longitudinal direction of the device; figure 2 shows a cross section of the cutter, drive shaft, counter knife, perpendicular to the longitudinal direction of the device; Figure 3 is a perspective representation of the cutter and the bearings.

De landbouwmachine volgens deze uitvinding omvat aanvoerrollen, een inrichting (1) voor het snijden van vezelig materiaal, lagers (11) en aandrijfmiddelen voor de aanvoerrollen en de genoemde inrichting (1), waarbij de inrichting (1) voor het snijden van vezelig materiaal een snijdorgaan omvat.The agricultural machine according to the present invention comprises feed rollers, a device (1) for cutting fibrous material, bearings (11) and drive means for the feed rollers and said device (1), wherein the device (1) for cutting fibrous material is a cutter.

Deze landbouwmachine is geschikt om vezelig materiaal zoals hennep, kenaf, suikerriet enz. te oogsten en in de gewenste vezellengte te snijden. Het geoogste materiaal wordt via de aanvoerrollen gebracht naar het snijdorgaan, waarna het vezelig materiaal wordt aangesneden en de gesneden vezels terug op het veld vallen. Deze vezels rotten dan op het veld waarna ze verzameld worden. De vezels kunnen onder andere gebruikt worden voor de verwerkende industrie.This agricultural machine is suitable for harvesting fibrous material such as hemp, kenaf, sugar cane etc. and cutting it into the desired fiber length. The harvested material is brought to the cutter via the feed rollers, after which the fibrous material is cut and the cut fibers fall back onto the field. These fibers then rot on the field after which they are collected. The fibers can be used for, among other things, the processing industry.

Bijvoorbeeld bij hennepvezels vraagt de verwerkende industrie vezels met lengtes tussen de 30 cm en 60 cm. Bij voorkeur is de standaardafwijking van de vezellengte ook zo klein mogelijk. Uiteraard kunnen andere vezelige landbouwgewassen, waarvan men vezels met relatief grote lengte wenst, geoogst en gesneden worden door deze landbouwmachine volgens de uitvinding.For example, with hemp fibers, the processing industry requires fibers with lengths between 30 cm and 60 cm. Preferably, the standard deviation of the fiber length is also as small as possible. Of course, other fibrous agricultural crops, of which fibers with a relatively large length are desired, can be harvested and cut by this agricultural machine according to the invention.

Het nagenoeg cilindrisch snijdorgaan dat in de figuren is weergegeven is bijzonder geschikt om vezels van een relatief grote lengte af te leveren, zoals vezels tussen de 30 cm en 60 cm. Uiteraard kan het bereik van de versneden vezels ook verschillen van het hierop voorgestelde bereik. De standaardafwijking van de vezellengte is bovendien relatief klein.The substantially cylindrical cutter shown in the figures is particularly suitable for supplying fibers of a relatively great length, such as fibers between 30 cm and 60 cm. Of course, the range of the cut fibers can also differ from the range suggested here. Moreover, the standard deviation of the fiber length is relatively small.

Het snijdorgaan is aan zijn beide uiteinden voorzien van zich dwars op de rotatie-as uitstrekkende cilindervormige flenzen (2) en is voorzien van twee tegenover elkaar gelegen snijmessen (3) die zich volgens de lengterichting van de inrichting (1) en op gelijke afstand van de rotatie-as uitstrekken. Tussen de genoemde flenzen (2) is een massief gesloten verbindingslichaam (4) voorzien dat zich uitstrekt volgens de lengterichting van de inrichting (1) en dat voorzien is van een doorgang (5) voor een aandrijfas (6). In deze uitvoeringsvorm maakt de aandrijfas (6) geen deel uit van het snijdorgaan. Echter het snijdorgaan kan ook zo worden uitgevoerd dat de aandrijfas (6) een onderdeel van vormt van het snijdorgaan. De snijmessen (3) zijn voorzien op het verbindingslichaam (4) en aan de buitenkant van de genoemde flenzen (2). De snijmessen (3) bepalen dus het manteloppervlak van het nagenoeg cilindrisch snijdorgaan. Bij het snijdorgaan zoals op de figuren weergeven zijn de snijmessen (3) niet rechtstreeks verbonden met de genoemde flenzen (2) en het verbindingslichaam (4), maar zijn ze bevestigd op steunplaten (14). Deze steunplaten (14) zijn bevestigd aan de buitenkant van de genoemde flenzen (2) en het verbindingslichaam (4) en ze strekken zich uit volgens de lengterichting van de inrichting (1). Door de snijmessen (3) niet rechtstreeks op de flenzen (2) en het verbindingslichaam (4) te bevestigen, maar op de genoemde steunplaten (14), zijn de snijmessen (3) beter ondersteund. De snijmessen (3) zijn via bouten (15) verbonden met de steunplaten (14). Uiteraard zijn andere verbindingen mogelijk.The cutting member is provided at its both ends with cylindrical flanges (2) extending transversely to the axis of rotation and is provided with two opposite cutting blades (3) which extend along the longitudinal direction of the device (1) and at the same distance from extend the axis of rotation. A solidly closed connecting body (4) is provided between said flanges (2) and extends in the longitudinal direction of the device (1) and is provided with a passage (5) for a drive shaft (6). In this embodiment, the drive shaft (6) is not part of the cutter. However, the cutting member can also be designed such that the drive shaft (6) forms part of the cutting member. The cutting blades (3) are provided on the connecting body (4) and on the outside of said flanges (2). The cutting blades (3) thus determine the outer surface of the substantially cylindrical cutter. With the cutting member as shown in the figures, the cutting blades (3) are not directly connected to the said flanges (2) and the connecting body (4), but are mounted on support plates (14). These support plates (14) are attached to the outside of said flanges (2) and the connecting body (4) and they extend in the longitudinal direction of the device (1). By not mounting the cutting blades (3) directly on the flanges (2) and the connecting body (4), but on the said supporting plates (14), the cutting blades (3) are better supported. The cutting blades (3) are connected to the support plates (14) via bolts (15). Other connections are of course possible.

De dwarsdoorsnede, loodrecht op de lengterichting van de inrichting (1), van het verbindingslichaam (4) is langwerpig en deze is ter hoogte van de genoemde doorgang (5) voor de aandrijfas (6), breder dan ter hoogte van de genoemde snijmessen (3). De doorsnede heeft de vorm van nagenoeg twee dezelfde gelijkbenige trapeziums, waarbij de grote basissen (de evenwijdige zijden met de grootste lengte) van de twee trapeziums tegen elkaar liggen ter hoogte van de genoemde doorgang (5). Hierdoor is de genoemde doorsnede dus breder ter hoogte van de genoemde doorgang (5) van de aandrijfas (6) dan ter hoogte van de genoemde snijmessen (3).The cross-section perpendicular to the longitudinal direction of the device (1) of the connecting body (4) is elongated and at the height of said passage (5) for the drive shaft (6), wider than at the height of said cutting blades ( 3). The cross-section has the shape of almost two of the same isosceles trapeziums, the large bases (the parallel sides with the largest length) of the two trapeziums lying against each other at the height of the said passage (5). As a result, the said cross-section is thus wider at the height of the said passage (5) of the drive shaft (6) than at the height of the said cutting blades (3).

Onder het snijvlak (7) van elk snijmes (3) bevindt zich een afwikkelplaat (8). Deze afwikkelplaat (8) is bevestigd aan het genoemde snijmes (3) en bevestigd is aan de genoemde flenzen (2). De afwikkelplaat (8) vormt een scherpe hoek met het snijmes (3) waaraan het aan bevestigd is.Under the cutting surface (7) of each cutting knife (3) is a unwinding plate (8). This unwinding plate (8) is attached to the said cutting knife (3) and is attached to the said flanges (2). The unwinding plate (8) forms an acute angle with the cutting knife (3) to which it is attached.

Verder omvat het snijdorgaan per genoemd snijmes (3) een gebogen plaat (9) die bevestigd is aan het verbindingslichaam (4). De gebogen plaat (9) strekt zich uit vanaf de afwikkelplaat (8) tot net over de doorgang (5) van de aandrijfas (6).Furthermore, the cutting member comprises per said cutting knife (3) a curved plate (9) which is attached to the connecting body (4). The curved plate (9) extends from the unwinding plate (8) to just over the passage (5) of the drive shaft (6).

De landbouwmachine omvat lagers (11) en de aandrijfmiddelen van de landbouwmachine voor het snijdorgaan omvatten een aandrijfas (6). De genoemde lagers (11) bevinden zich in de uitsparingen (12) van de cilindervormige flenzen (2). De flenzen (2) hebben deze uitsparingen (12) daar ze holle cilinders zijn met een eerste open grondvlak dat zich aan de buitenkant van het genoemde snijdorgaan bevindt, een nagenoeg gesloten mantelvlak en een nagenoeg gesloten tweede grondvlak.The agricultural machine comprises bearings (11) and the driving means of the agricultural machine for the cutter comprise a drive shaft (6). The said bearings (11) are located in the recesses (12) of the cylindrical flanges (2). The flanges (2) have these recesses (12) since they are hollow cylinders with a first open base surface located on the outside of the said cutting member, a substantially closed lateral surface and a substantially closed second base surface.

Het tegenmes (10) bevindt zich op nagenoeg dezelfde afstand van de rotatie-as als de snijvlakken (7) van de twee snijmessen (3). Het tegenmes (10) heeft een recht snijvlak en elk snijmes (3) heeft een schuin snijvlak (7) waarbij het smalste gedeelte van het snijvlak (7) eerst het tegenmes (10) tegenkomt. Deze vormgeving laat een goede snijdactie toe. Deze snijdactie kan worden omschreven als een schaareffect.The counter knife (10) is located at substantially the same distance from the axis of rotation as the cutting faces (7) of the two cutting blades (3). The counter knife (10) has a straight cutting surface and each cutting knife (3) has an oblique cutting surface (7), the narrowest part of the cutting surface (7) first encountering the counter knife (10). This design allows a good cutting action. This cutting action can be described as a scissor effect.

Bij het oogsten en snijden van vezelig materiaal zoals hennep, wordt er gebruik gemaakt van een landbouwmachine volgens de uitvinding. De hennep wordt geoogst en de lange vezels van de hennep worden via de aanvoerrollen gebracht naar het snijdorgaan. De lange vezels komen binnen in het snijdorgaan en worden gesneden door de snijmessen (3). De lengte van de vezels die worden afgesneden van de lange hennepvezel wordt onder andere bepaald door het toerental van het snijdorgaan. Dit is de rotatiesnelheid van het snijdorgaan. Om vezels van 30 cm a 60 cm te verkrijgen draait het snijdorgaan tussen de 100 toeren/minuut en de 300 toeren/minuut. Het snijdorgaan wordt aangedreven via een hydraulische motor. Een hydraulische motor maakt het mogelijk om met een laag toerental te werken.When harvesting and cutting fibrous material such as hemp, use is made of an agricultural machine according to the invention. The hemp is harvested and the long fibers of the hemp are brought to the cutter via the feed rollers. The long fibers enter the cutter and are cut by the blades (3). The length of the fibers that are cut off from the long hemp fiber is determined inter alia by the speed of the cutter. This is the rotation speed of the cutter. To obtain fibers of 30 cm to 60 cm, the cutter rotates between 100 revolutions / minute and 300 revolutions / minute. The cutter is driven via a hydraulic motor. A hydraulic motor makes it possible to work at a low speed.

De rotatiesnelheid van de aanvoerrollen is aangepast aan de rotatiesnelheid van het snijdorgaan. Het traploos regelen van de rotatiesnelheden van de aanvoerrollen en het snijdorgaan gebeurt met behulp van een bedieningskast. Deze bedieningskast kan bovendien voorzien zijn van een veiligheid zodat bij een overbelasting van het snijdorgaan door een teveel aan vezelig materiaal in het snijdorgaan, de aanvoerrollen direct worden uitgeschakeld zodanig dat verder ophoping van vezelig materiaal in het snijdorgaan wordt vermeden.The rotational speed of the feed rollers is adapted to the rotational speed of the cutter. The infinitely variable control of the rotational speeds of the feed rollers and the cutting member is done with the aid of a control box. This control box can moreover be provided with a safety such that in the event of an overload of the cutting member due to an excess of fibrous material in the cutting member, the supply rollers are immediately switched off, so that further accumulation of fibrous material in the cutting member is avoided.

De vorm van de snijdruimtes (16) van het in de figuur weergeven snijdorgaan worden onder andere bepaald door het verbindingslichaam (4) en de gebogen platen (9). Deze vorm is van belang voor het binnentreden van het vezelig materiaal in het snijdorgaan en het terug verwijderen van de versneden vezels uit het snijdorgaan.The shape of the cutting spaces (16) of the cutting element shown in the figure are determined inter alia by the connecting body (4) and the curved plates (9). This shape is important for entering the fibrous material in the cutter and for removing the cut fibers from the cutter again.

Door de specifieke vorm van het verbindingslichaam (4) hier omschreven is er voldoende ruimte wanneer de lange vezels binnenkomen in het snijdorgaan want onaangesneden lange vezels komen na elke snijdactie binnen aan de kant van het snijdorgaan waar het verbindingslichaam (4) niet bedekt is door de gebogen plaat (9). De vezel kan dus ongehinderd binnentreden. Onaangesneden vezels treden binnen aan de kant van het snijmes (3) dat zich tegenover het snijvlak (7) van het snijmes (3) bevindt. Daar elke gebogen plaat (9) zich uitstrekt vanaf de afwikkelplaat (8) tot net over de doorgang (5) van de aandrijfas (6), is er dus geen gebogen plaat (9) aanwezig aan de tegenoverliggende zijde van het snijvlak (7) van elk snijmes (3).Due to the specific shape of the connecting body (4) described here, there is sufficient space when the long fibers enter the cutting member because uncut long fibers enter after each cutting action on the side of the cutting member where the connecting body (4) is not covered by the curved plate (9). The fiber can therefore enter unhindered. Uncut fibers enter on the side of the cutting blade (3) that is opposite the cutting surface (7) of the cutting blade (3). Since each curved plate (9) extends from the unwinding plate (8) to just over the passage (5) of the drive shaft (6), there is therefore no curved plate (9) on the opposite side of the cutting surface (7). of each cutting knife (3).

Bij het binnentreden van de lange vezels in het snijdorgaan blijft het snijdorgaan uiteraard roteren. Het deel van de lange vezels dat later binnentreedt wordt door de gebogen plaat (9) naar beneden geduwd. Het in het snijdorgaan binnengetreden vezelig materiaal wordt afgesneden door het snijmes (3). Via de samenwerking tussen het snijmes (3) en het tegenmes (10), verloopt deze snijdactie vlot.When the long fibers enter the cutter, the cutter naturally continues to rotate. The part of the long fibers that enters later is pushed downwards by the curved plate (9). The fibrous material entering the cutter is cut off by the cutter (3). Via the cooperation between the cutting knife (3) and the counter knife (10), this cutting action runs smoothly.

Om deze snijdactie steeds vlot te laten verlopen, dienen de snijmessen (3) geregeld geslepen te worden met behulp van een slijpsysteem. Via een slijpsysteem worden de twee snijmessen (3) gelijkmatig afgeslepen en is er na elke slijpactie evenveel gewichtverlies bij de twee snijmessen (3). Daar de snijmessen (3) zich recht tegenover elkaar bevinden en op een gelijke afstand van de rotatie-as, blijft het snijdorgaan na elke snijdactie in balans (evenwicht). Voor het snijdorgaan weergegeven in de figuren is er dus geen gevaar voor onbalans na slijpacties.To ensure that this cutting action runs smoothly, the cutting blades (3) must be regularly sharpened using a sharpening system. The two cutting blades (3) are sharpened evenly via a sharpening system and there is the same loss of weight with the two cutting blades (3) after each sharpening action. Since the cutting blades (3) are directly opposite each other and at an equal distance from the axis of rotation, the cutter remains in balance after each cutting action. Thus, for the cutter shown in the figures, there is no risk of imbalance after grinding actions.

De afwikkelplaat (8) en de precieze positie van de afwikkelplaat (8) zoals hierboven beschreven zorgt er voor dat de versneden vezel ter hoogte van waar hij is afgesneden niet blijft hangen in de hoek tussen het snijmes (3) en de steunplaat (14). Hierdoor en via de gebogen plaat (9) die de afgesneden vezels naar de richting van het veld duwt, verwijderen de afgesneden vezels zich eenvoudig uit het snijdorgaan en vallen de afgesneden vezels op het veld. Het verbindingslichaam (4), de afwikkelplaten (8) en de gebogen platen zorgen ervoor dat vezels na het aansnijden eenvoudig verwijderd worden uit het snijdorgaan en niet meer dan eenmaal kunnen worden aangesneden. De vezels worden als het ware geleid naar het veld. Hierdoor is er een relatief kleine standaardafwijking van de vezellengte, want gesneden vezels worden niet nogmaals aangesneden.The unwinding plate (8) and the precise position of the unwinding plate (8) as described above ensures that the cut fiber does not get stuck in the corner between the cutting knife (3) and the support plate (14) at the point where it is cut off . As a result, and via the curved plate (9) which pushes the cut fibers towards the field, the cut fibers simply remove from the cutter and the cut fibers fall onto the field. The connecting body (4), the unwinding plates (8) and the bent plates ensure that fibers are simply removed from the cutter after cutting and cannot be cut more than once. The fibers are led to the field, as it were. As a result, there is a relatively small standard deviation of the fiber length, because cut fibers are not cut again.

Door het massief zijn van het verbindingslichaam (4) heeft het snijdorgaan voldoende gewicht, waardoor er veel energie nodig is om het toerental van het snijdorgaan te veranderen. Het toerental van het snijdorgaan blijft dus makkelijk constant waardoor uiteraard de afgesneden vezels ook allemaal ongeveer dezelfde lengte hebben.Due to the fact that the connecting body (4) is solid, the cutter has sufficient weight, so that a great deal of energy is required to change the speed of the cutter. The speed of rotation of the cutting member therefore remains easily constant, so that naturally the cut fibers all have approximately the same length.

De aandrijfas (6) bevindt zich in een doorgang (5) van het verbindingslichaam (4) en is via het gesloten verbindingslichaam (4) volledig beschermd door het verbindingslichaam (4). Het vezelig materiaal kan zich dus niet rond de aandrijfas (6) wikkelen waardoor er ook geen gevaar is dat het snijdorgaan stopt met roteren doordat de aandrijfas (6) niet meer werkt door de opeenhoping van vezelig materiaal.The drive shaft (6) is located in a passage (5) of the connecting body (4) and is completely protected by the connecting body (4) via the closed connecting body (4). The fibrous material can therefore not wrap around the drive shaft (6), so that there is also no risk that the cutter stops rotating because the drive shaft (6) no longer works due to the accumulation of fibrous material.

De landbouwmachine omvat bovendien vaste zijwanden (13) die zich aan weerszijden van het snijdorgaan uitstrekken. Deze zorgen ervoor dat vezelig materiaal niet in delen van de landbouwmachine kan terechtkomen waar het niet moet terechtkomen en ze beschermen de lagers (11), samen met de flenzen (2), van vezelig materiaal.The agricultural machine furthermore comprises fixed side walls (13) which extend on either side of the cutter. These ensure that fibrous material cannot end up in parts of the agricultural machine where it should not end up and they protect the bearings (11), together with the flanges (2), of fibrous material.

Claims

CONCLUSIONS

Device (1) for cutting fibrous material comprising a cutting member rotatable about a axis of rotation which is provided at its both ends with disc-shaped flanges (2) extending transversely to the axis of rotation and provided with one or more cutting blades (3) extending in the longitudinal direction of the device (1), characterized in that a connecting body (4) is provided between said flanges (2) and extends in the longitudinal direction of the device (1), the connecting body (4) is provided with a passage (5) for a drive shaft (6) of the cutting member and that said cutting member comprises at least two said cutting blades (3) provided on said connecting body (4).

Device (1) according to claim 1, characterized in that the cutting member comprises two opposite cutting blades (3).

Device (1) according to claim 1 or 2, characterized in that the cross section, perpendicular to the longitudinal direction of the device (1), of the connecting body (4) is elongated.

Device (1) according to one of the preceding claims, characterized in that the cross section, perpendicular to the longitudinal direction of the device (1), of the connecting body (4) at the height of said passage (5) for the drive shaft (6) is wider than at the height of said cutting blades (3).

Device (1) according to one of the preceding claims, characterized in that the connecting body (4) is a closed body.

Device (1) according to one of the preceding claims, characterized in that said connecting body (4) is a substantially solid body.

Device (1) according to one of the preceding claims, characterized in that the cutting blades (3) are provided on said flanges (2).

Device (1) according to one of the preceding claims, characterized in that between the connecting body (4) and said cutting blades (3) there are provided support plates (14) which extend in the longitudinal direction of the device (1).

Device (1) according to one of the preceding claims, characterized in that a unwinding plate (8) is located below the cutting surface (7) of each cutting knife (3), so that the fibrous material after cutting thereof by one of cutting blades ( 3), can easily come loose from the mentioned cutting blade (3).

Device (1) according to claim 9, characterized in that each unwinding plate (8) is attached to said cutting knife (3) and is attached to said flanges (2).

Device (1) according to one of the preceding claims, characterized in that per said cutting knife (3) a curved plate (9) is attached to the connecting body (4), to guide the cut fibrous material downwards, whereby the cut fibrous material can be easily removed from the cutter.

Device (1) according to one of the preceding claims, characterized in that the disc-shaped flanges (2) are cylindrical and are provided with recesses (12) for the bearings (11) of the cutter, said recesses (12) are on the outside of the cutter.

Device (1) according to one of the preceding claims, characterized in that the device (1) is suitable for cutting fibrous material into fibers with a length between 30 cm and 60 cm.

An agricultural machine for harvesting and cutting fibrous agricultural crops, characterized in that said agricultural machine comprises a device (1) according to one of the preceding claims.

An agricultural machine as claimed in claim 14, characterized in that the agricultural machine comprises a counter knife (10) which is fixedly arranged in the agricultural machine and in that the distance between the axis of rotation and the counter knife (10) is substantially equal to the distance between the rotation axis and the cutting surface (7) of said cutting blades (3).

An agricultural machine as claimed in claim 14 or 15, characterized in that the agricultural machine comprises fixed side walls (13) which extend on either side of said device (1).

Agricultural machine according to one or more of claims 14 to 16, characterized in that the agricultural machine is suitable for harvesting fibrous material and cutting fibrous material into fibers with a length between 30 cm and 60 cm.