BE1021521B1 - Werkwijze om een schema van een domotica-installatie te vervaardigen - Google Patents

Werkwijze om een schema van een domotica-installatie te vervaardigen Download PDF

Info

Publication number
BE1021521B1
BE1021521B1 BE2012/0500A BE201200500A BE1021521B1 BE 1021521 B1 BE1021521 B1 BE 1021521B1 BE 2012/0500 A BE2012/0500 A BE 2012/0500A BE 201200500 A BE201200500 A BE 201200500A BE 1021521 B1 BE1021521 B1 BE 1021521B1
Authority
BE
Belgium
Prior art keywords
actors
diagram
indication
home automation
elements
Prior art date
Application number
BE2012/0500A
Other languages
English (en)
Original Assignee
IDGS, besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by IDGS, besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid filed Critical IDGS, besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
Priority to BE2012/0500A priority Critical patent/BE1021521B1/nl
Application granted granted Critical
Publication of BE1021521B1 publication Critical patent/BE1021521B1/nl

Links

Classifications

    • GPHYSICS
    • G06COMPUTING; CALCULATING OR COUNTING
    • G06FELECTRIC DIGITAL DATA PROCESSING
    • G06F30/00Computer-aided design [CAD]
    • G06F30/10Geometric CAD
    • G06F30/18Network design, e.g. design based on topological or interconnect aspects of utility systems, piping, heating ventilation air conditioning [HVAC] or cabling
    • GPHYSICS
    • G06COMPUTING; CALCULATING OR COUNTING
    • G06FELECTRIC DIGITAL DATA PROCESSING
    • G06F30/00Computer-aided design [CAD]
    • G06F30/10Geometric CAD
    • G06F30/13Architectural design, e.g. computer-aided architectural design [CAAD] related to design of buildings, bridges, landscapes, production plants or roads
    • HELECTRICITY
    • H04ELECTRIC COMMUNICATION TECHNIQUE
    • H04LTRANSMISSION OF DIGITAL INFORMATION, e.g. TELEGRAPHIC COMMUNICATION
    • H04L12/00Data switching networks
    • H04L12/28Data switching networks characterised by path configuration, e.g. LAN [Local Area Networks] or WAN [Wide Area Networks]
    • H04L12/2803Home automation networks

Landscapes

  • Engineering & Computer Science (AREA)
  • Physics & Mathematics (AREA)
  • Geometry (AREA)
  • Theoretical Computer Science (AREA)
  • General Physics & Mathematics (AREA)
  • Mathematical Analysis (AREA)
  • Computational Mathematics (AREA)
  • Mathematical Optimization (AREA)
  • Pure & Applied Mathematics (AREA)
  • Computer Hardware Design (AREA)
  • Evolutionary Computation (AREA)
  • General Engineering & Computer Science (AREA)
  • Computer Networks & Wireless Communication (AREA)
  • Programmable Controllers (AREA)

Abstract

Werkwijze om een schema van een domotica-installatie te vervaardigen. Werkwijze om een schema (1), dat één of meer deelschema's (2,16,22) omvat, van een domotica-installatie of een ontwerp daarvoor te vervaardigen, waarin de domotica- installatie actoren omvat om verbruikers aan te sturen, daardoor gekenmerkt dat een deelschema gevormd wordt door een ééndraadschema (16) voor de actoren, waarbij de afzonderlijke actoren worden weergegeven als afzonderlijke elementen (17) en waarbij de afzonderlijke elementen (17) op het ééndraadschema (16) voor de actoren worden voorzien van een unieke identificatiecode (7).

Description

Werkwijze om een schema van een domotica-installatie te vervaardigen.
De huidige uitvinding heeft betrekking op een werkwijze om een schema van een bestaande domotica-installatie te vervaardigen, of een schema van een ontwerp van een domotica-installatie te vervaardigen.
Het belang van een goed schema van een elektrische installatie van een gebouw, dus van de bedrading en componenten die een dergelijke installatie vormen, is groot.
Een dergelijk goed schema laat onder andere toe om een ontwerp goed te laten uitvoeren door een uitvoerder, en om later gemakkelijk en veilig aanpassingen of herstellingen te kunnen doen aan de installatie. Daarom is er in de meeste landen een wetgeving voor de aanwezigheid van een schema van een elektrische installatie van een gebouw, evenals een aantal minimumvereisten aan dit schema.
Een goed schema is in nog grotere mate van belang voor een domotica-installatie, vanwege de veel grotere complexiteit van een domotica-installatie vergeleken met een klassieke elektrische installatie.
Juist door de grotere complexiteit van domotica-installaties voldoen de bestaande werkwijzen om schema's van domotica-installaties te vervaardigen niet. Volgens bestaande werkwijzen vervaardigde schema's geven niet voldoende informatie van de ontwerper naar de uitvoerder, waardoor de uitvoerder tijdens het uitvoeren een aantal vrijheden heeft, en dus niet gespecificeerde zaken naar eigen inzicht dient in te vullen, waardoor deze door verschillende uitvoerders verschillend worden uitgevoerd.
Tevens geven deze schema's niet genoeg informatie wanneer later, mogelijkerwijs vele jaren later, eventueel wanneer de ontwerper en uitvoerder niet meer actief zijn, een domotica-installatie dient te worden aangepast of hersteld.
De huidige uitvinding heeft tot doel aan minstens één van de voornoemde en andere nadelen een oplossing te bieden, doordat zij voorziet in een werkwijze om een schema, dat één of meer deelschema's omvat, van een domotica-installatie of een ontwerp daarvoor te vervaardigen, waarin de domotica-installatie actoren omvat om verbruikers aan te sturen, waarin een deelschema gevormd wordt door een ééndraadschema voor de actoren, waarbij de afzonderlijke actoren worden weergegeven als afzonderlijke elementen en waarbij de afzonderlijke elementen op het ééndraadschema voor de actoren worden voorzien van een unieke identificatiecode.
Hierbij is 'verbruiker' een in het vakgebied gebruikelijke term voor een component die een gewenste actie of toestand bewerkstelligt, en daarbij normaal gesproken energie verbruikt, bijvoorbeeld een lamp, een slot of een motor, en is een 'actor' een door middel van een signaal in een bepaalde staat te brengen aansturingsmiddel voor een verbruiker, bijvoorbeeld een relais of een dimmer.
Een ééndraadsschema is hierbij een schematische voorstelling van een elektrische installatie die geen rekening houdt met de plaats van de elektrische componenten maar die, met behulp van symbolen, de samenstelling van iedere elementaire stroombaan geeft alsmede hun onderlinge verbinding om een elektrische installatie te vormen.
De uitvinding laat toe om dezelfde identificatiecode te gebruiken op andere deelschema's of in lijsten, of op of nabij de actor, zodat een actor altijd ondubbelzinnig geïdentificeerd kan worden.
Dit draagt bij aan het verbeteren van de bruikbaarheid van het gevormde schema.
In een voorkeurdragende variant wordt een deelschema gevormd door een situatieschema dat een weergave is van de verbruikers in hun werkelijke positie, waarbij de weergave van een verbruiker in het tweede deelschema voorzien wordt van de identificatiecode van het element dat de actor weergeeft die de verbruiker aanstuurt.
Op deze manier kan bij later gebruik van het schema altijd een relatie gemaakt worden tussen een actor en een verbruiker, zodat de aanpassingen gemakkelijk gemaakt kunnen worden.
In een verdere voorkeurdragende variant worden, in het ééndraadschema voor de actoren, de elementen die actoren weergeven voorzien van een aanduiding die hun positie in het situatieschema weergeeft.
Op deze manier is de relatie tussen een actor en een verbruiker in twee richtingen, dus uitgaande van zowel het ééndraadsschema als het situatieschema gemakkelijk vast te stellen, en wordt de bruikbaarheid van het schema verder verhoogd.
In voorkeurdragende varianten zijn een of meer van de volgende kenmerken aanwezig: - de elementen die actoren weergeven worden voorzien van een aanduiding die het actortype voorstelt, - de elementen die actoren weergeven worden voorzien van een aanduiding die het type weergeeft van een op een actor aangesloten verbruiker, - minimaal één actor is op een buslijn aangesloten, waarbij de elementen die actoren weergeven worden voorzien van een aanduiding die aangeeft op welke buslijn zij zijn aangesloten, waarbij de aanduidingen deel kunnen uitmaken of niet van de identificatiecode.
Al deze varianten geven een verbeterde bruikbaarheid van het schema doordat relaties tussen componenten gemakkelijker vast te stellen zijn.
In een verdere voorkeurdragende variant omvat de domotica-installatie sensoren om een actuele toestand of een gewenste toestand te detecteren, welke sensoren via een buslijn verbonden zijn met een centrale verwerkingseenheid, waarbij een ééndraadsschema van minimaal één buslijn en daarop aangesloten sensoren vervaardigd wordt, dat een deelschema vormt.
Ook deze variant geeft een verder verbeterde praktische bruikbaarheid van het gevormde schema, doordat relaties tussen componenten gemakkelijker vast te stellen zijn.
In een verdere voorkeurdragende variant zijn in de domotica-installatie minimaal twee actoren van eenzelfde type uitgevoerd als een actormodule met minimaal twee uitgangen.
Dit is een in de praktijk veel voorkomende situatie, bijvoorbeeld een relaisblok met één aansluiting op een buslijn, maar met acht onafhankelijk schakelbare uitgangen, waarbij in het bijzonder de werkwijzen volgens de uitvinding een voordeel bieden in het vormen van een overzichtelijk en bruikbaar schema.
In voorkeurdragende varianten hiervan zijn een of meer van de volgende kenmerken aanwezig: - de elementen die actoren weergeven worden voorzien van een aanduiding die een volgnummer van de actormodule weergeeft, - de elementen die actoren weergeven worden voorzien van een aanduiding die het volgnummer weergeeft van de uitgang van de actormodule waarop het element betrekking heeft, waarbij de aanduidingen deel kunnen uitmaken of niet van de identificatiecode.
In een verdere voorkeurdragende variant wordt de werkwijze minimaal deels door middel van een daartoe geprogrammeerde computer uitgevoerd.
Bij voorkeur omvat hierbij de werkwijze een definitiestap, waarin een beschrijving wordt gemaakt van de verbruikers en actoren en hun onderlinge verbindingen van een te installeren of geïnstalleerde domotica-installatie, waarbij in de definitiestap de afzonderlijke actoren en de afzonderlijke verbruikers aan elkaar gerelateerd worden.
Op deze manier kan een met een computer gemaakt ontwerp van een domotica-installatie op een gemakkelijke wijze worden omgezet in een bruikbaar en volledig schema van een domotica-installatie.
Een verder voordeel van alle varianten van de werkwijze volgens de uitvinding is dat deze op alle domotica-systemen van alle fabrikanten kunnen worden toegepast, en dus universeel, met andere woorden systeemonafhankelijk, zijn.
Met het inzicht de kenmerken van de uitvinding beter aan te tonen, is hierna, als voorbeeld zonder enig beperkend karakter, een voorkeurdragende variant beschreven van de werkwijze, met verwijzing naar de bijgaande tekeningen, waarin :
Figuur 1 een schema weergeeft dat het resultaat is van een werkwijze volgens de uitvinding; figuur 2 een deelschema van figuur 1 weergeeft; figuur 3 een weergave op grotere schaal is van het met F3 aangeduide deel van het deelschema van figuur 1; figuren 4A en 4B samen een tweede deelschema van figuur 1 weergeven; en figuur 5 een verder aanvullend deelschema van figuur 1 weergeeft.
De hierna beschreven werkwijze betreft het vervaardigen van een schema 1 van een domotica-installatie met een aantal types actoren, te weten motorsturingen, dimmers, en relais; een aantal types verbruikers, waaronder lampen en motoren, en een aantal types sensoren, waaronder rookmelders, drukknoppen en bewegingssensoren.
Zoals gebruikelijk in domotica-installaties zijn de actoren per type ondergebracht in actormodules, met in dit geval acht uitgangen.
Een schema 1 zoals weergegeven in figuur 1 kan gemaakt worden van een bestaande, reeds gebouwde domotica- installatie, maar ook samen met een ontwerp van een installatie, dus voor een nog te bouwen domotica- installatie. Deze laatste werkwijze wordt hier beschreven.
De werkwijze wordt in dit voorbeeld uitgevoerd door middel van een computerprogramma. Dit kan gebeuren op basis van een bestaande plattegrond van een gebouw of op basis van een te maken plattegrond.
Eerst wordt een definitiestap uitgevoerd, waarin de componenten, dus de sensoren en verbruikers, van het domoticasysteem en hun onderlinge verbindingen worden beschreven. Hiertoe wordt een situatieschema 2 gemaakt, dat in figuren 2 en 3 is weergegeven.
Hierin worden de diverse ruimtes voorzien van een volgnummer 3 en een aanduiding 4 van hun functie.
In de diverse ruimtes van een gebouw worden de gewenste verbruikers en sensoren weergegeven. Dit kan bijvoorbeeld een weergave 5 van een lamp of een weergave 6 van een bewegingssensor zijn.
Iedere weergave van een verbruiker of sensor wordt voorzien van een unieke identificatiecode, in dit voorbeeld identificatiecode 7 'REL2.2' bij de weergave 5 van de verbruiker en identificatiecode 8 'M3-1' bij de weergave 6 van de sensor.
Ook wordt bij de weergave 5 van de verbruiker een code 9 geplaatst die weergeeft in welke gezekerde kring in de domotica-installatie de betreffende verbruiker geplaatst zal worden, en wat zijn volgnummer daarin zal zijn, zodat de verbruikers gegroepeerd worden op basis van de kring waarin zij geplaatst gaan worden.
De identificatiecode 7 bestaat uit drie aanduidingen. De eerste aanduiding 10 is een aanduiding van het type actor waaraan de betreffende verbruiker gekoppeld is, in dit voorbeeld: 'REL' voor relais, maar andere codes zoals DIM voor dimmer of M voor motorsturing zijn ook mogelijk.
De tweede aanduiding 11 is een aanduiding van het volgnummer van de actormodule waarin deze actor zich, na uitvoering van het ontwerp, bevindt: in dit voorbeeld '2'.
De derde aanduiding 12 is een aanduiding van het volgnummer van de uitgang die de betreffende actor heeft in de betreffende actormodule: in dit voorbeeld '2'.
De identificatiecode 8 bestaat ook uit drie aanduidingen. De eerste aanduiding 13 is een aanduiding van het type sensor, in dit voorbeeld: 'M' voor bewegingssensor.
De tweede aanduiding 14 is het volgnummer 3 van de ruimte waarin de sensor zich bevindt, in dit voorbeeld: '3'.
De derde aanduiding 15 is een volgnummer van de sensor binnen de ruimte, in dit voorbeeld: Ί'
De aanduidingen 10-15 en de keuze in welke kring de betreffende verbruiker geïnstalleerd dient te worden, welke laatste keuze aan de basis ligt van code 9, liggen deels al vast op basis van eerdere keuzes, en worden voor het overige deel door de ontwerper van de domotica-installatie bepaald.
Zij vormen ontwerpkeuzes die de ontwerper moet maken voor het ontwerpen van de domotica-installatie volgens opgelegde randvoorwaarden. In de definitiestap wordt een relatie tussen de specifieke verbruikers en de specifieke actoren gemaakt.
Het computerprogramma dat gebruikt wordt kan hierbij voorstellen doen voor aanduidingen 10-15 aan de ontwerper, of conflicten tussen aanduidingen 10-15 signaleren of zelfs onmogelijk maken.
Vervolgens wordt een ééndraadsschema 16 voor de actoren gemaakt, waarop ook de verbruikers staan aangeven, zowel de verbruikers die via een actor werken als de verbruikers die niet via een actor werken.
Op dit ééndraadsschema 16 voor de actoren wordt iedere actor weergegeven als een rechthoekig element 17, zoals getoond in figuren 4A en 4B.
Ieder van deze elementen 17 is voorzien van een afzonderlijke identificatiecode 7. De identificatiecodes 7 van de elementen 17 komen overeen met de in het situatieschema 2 gebruikte identificatiecodes 7 bij de verbruikers.
Zoals gebruikelijk bij een domotica-installatie is iedere actor aangesloten op een buslijn voor signaaloverdracht. Ieder element 17 is daarom tevens voorzien van een buslijnaanduiding 18, in dit geval 'Bl', waarbij Ί' het volgnummer van de buslijn is.
Verder is onder ieder element 17 een plaatsaanduiding 19 weergeven, die overeenkomt met het volgnummer 3 en de aanduiding van de functie 4 van de ruimte waarin de verbruiker die door de actor wordt aangestuurd zich bevindt.
In dit ééndraadschema 16 staan de actoren, en de daardoor aangestuurde verbruikers, per gezekerde kring gegroepeerd weergegeven.
Opgemerkt dient te worden dat in werkelijkheid een aantal actoren samen een actormodule vormen. De verschillende actoren in een actormodule worden echter onafhankelijk van elkaar weergegeven door elementen 17 in het ééndraadsschema 16 voor de actoren.
De elementen 17 zijn gegroepeerd weergegeven per gezekerde kring 20, waarbij per kring 20 een kringaanduiding 21 wordt weergegeven, die overeenkomt met het eerste deel van de code 9.
De sensoren van de domotica-installatie worden in een apart ééndraadsschema 22 van een buslijn weergegeven, zoals getoond in figuur 5.
In dit ééndraads schema 22 van een buslijn zijn de verschillende sensoren die aan de buslijn gekoppeld zijn weergegeven, met hun identificatiecodes 8.
Het situatieschema 2, het ééndraadschema 16 van de actoren en het ééndraadschema 22 van de buslijn vormen deelschema's van het totale schema 1 van de domotica-installatie.
Afhankelijk van de omstandigheden kunnen nog andere deelschema's deel uitmaken van het schema. Bijvoorbeeld kan een apart deelschema voor contactoren worden samengesteld.
Ook een zogenaamde DALI installatie voor lichtsturing in grotere gebouwen kan door middel van de werkwijze volgens de uitvinding in een schema 2, dat een aantal deelschema's 1, 16, 22 omvat, worden weergegeven.
De huidige uitvinding is geenszins beperkt tot de als voorbeeld beschreven variant, doch een werkwijze volgens de uitvinding kan in allerlei vormen en afmetingen worden verwezenlijkt zonder buiten het kader van de uitvinding te treden.

Claims (13)

  1. Conclusies .
    1. - Werkwijze om een schema (1), dat één of meer deelschema's (2,16,22) omvat, van een domotica-installatie of een ontwerp daarvoor te vervaardigen, waarin de domotica-installatie actoren omvat om verbruikers aan te sturen, daardoor gekenmerkt dat een deelschema gevormd wordt door een ééndraadschema (16) voor de actoren, waarbij de afzonderlijke actoren worden weergegeven als afzonderlijke elementen (17) en waarbij de afzonderlijke elementen (17) op het ééndraadschema (16) voor de actoren worden voorzien van een unieke identificatiecode (7).
  2. 2. - Werkwijze volgens conclusie 1, daardoor gekenmerkt dat een deelschema gevormd wordt door een situatieschema (2) dat de verbruikers in hun werkelijke positie voorstelt, waarbij de weergave (5) van een verbruiker in het situatieschema (2) voorzien wordt van de identificatiecode (7) van het element (17) dat de actor weergeeft die de verbruiker aanstuurt.
  3. 3. - Werkwijze volgens conclusie 2, daardoor gekenmerkt dat in het ééndraadschema (2) voor de actoren de elementen (17) die actoren weergeven worden voorzien van een aanduiding (19) die hun positie in het situatieschema (2) weergeeft.
  4. 4. - Werkwijze volgens één van de voorgaande conclusies, daardoor gekenmerkt dat de verbruikers per gezekerde kring gegroepeerd worden en in het ééndraadschema (2) voor de actoren per gezekerde kring (20) gegroepeerd worden weergegeven.
  5. 5. - Werkwijze volgens één van de voorgaande conclusies, daardoor gekenmerkt dat de elementen (17) die actoren weergeven worden voorzien van een aanduiding (10) die het actortype voorstelt, waarbij deze aanduiding (10) deel kan uitmaken van de identificatiecode (7).
  6. 6. - Werkwijze volgens één van de voorgaande conclusies, daardoor gekenmerkt dat de elementen (17) die actoren weergeven worden voorzien van een aanduiding die het type weergeeft van een op een actor aangesloten verbruiker, waarbij deze aanduiding deel kan uitmaken van de identificatiecode (7).
  7. 7. - Werkwijze volgens één van de voorgaande conclusies, daardoor gekenmerkt dat minimaal één actor op een buslijn is aangesloten, waarbij de elementen (17) die actoren weergeven worden voorzien van een aanduiding (18) die aangeeft op welke buslijn zij zijn aangesloten, waarbij deze aanduiding deel kan uitmaken van de identificatiecode (7) .
  8. 8. - Werkwijze volgens één van de voorgaande conclusies, daardoor gekenmerkt dat de domotica-installatie sensoren omvat om een actuele toestand of een gewenste toestand te detecteren, welke sensoren via een buslijn verbonden zijn met een centrale verwerkingseenheid, waarbij een ééndraadschema (22) van minimaal één buslijn en daarop aangesloten sensoren vervaardigd wordt, dat een deelschema vormt.
  9. 9. - Werkwijze volgens één van de voorgaande conclusies, daardoor gekenmerkt dat in de domotica-installatie minimaal twee actoren van eenzelfde type uitgevoerd zijn als een actormodule met minimaal twee uitgangen.
  10. 10. - Werkwijze volgens één van de voorgaande conclusies, daardoor gekenmerkt dat de elementen (17) die actoren weergeven worden voorzien van een aanduiding (11) die een volgnummer van de actormodule weergeeft, waarbij deze aanduiding (11) deel kan uitmaken van de identificatiecode(7).
  11. 11. - Werkwijze volgens één van de voorgaande conclusies, daardoor gekenmerkt dat de elementen (17) die actoren weergeven worden voorzien van een aanduiding (12) die het volgnummer weergeeft van de uitgang van de actormodule waarop het element (17) betrekking heeft, waarbij deze aanduiding (12) deel kan uitmaken van de identificatiecode (7) .
  12. 12. - Werkwijze volgens één van de voorgaande conclusies, daardoor gekenmerkt dat deze minimaal deels door middel van een daartoe geprogrammeerde computer wordt uitgevoerd.
  13. 13. - Werkwijze volgens conclusie 12, daardoor gekenmerkt dat deze een definitiestap omvat waarin een beschrijving wordt gemaakt van de verbruikers en actoren en hun onderlinge verbindingen van een te installeren of geïnstalleerde domotica-installatie, waarbij in de definitiestap de afzonderlijke actoren en de afzonderlijke verbruikers aan elkaar gerelateerd worden.
BE2012/0500A 2012-07-18 2012-07-18 Werkwijze om een schema van een domotica-installatie te vervaardigen BE1021521B1 (nl)

Priority Applications (1)

Application Number Priority Date Filing Date Title
BE2012/0500A BE1021521B1 (nl) 2012-07-18 2012-07-18 Werkwijze om een schema van een domotica-installatie te vervaardigen

Applications Claiming Priority (1)

Application Number Priority Date Filing Date Title
BE2012/0500A BE1021521B1 (nl) 2012-07-18 2012-07-18 Werkwijze om een schema van een domotica-installatie te vervaardigen

Publications (1)

Publication Number Publication Date
BE1021521B1 true BE1021521B1 (nl) 2015-12-07

Family

ID=46750127

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
BE2012/0500A BE1021521B1 (nl) 2012-07-18 2012-07-18 Werkwijze om een schema van een domotica-installatie te vervaardigen

Country Status (1)

Country Link
BE (1) BE1021521B1 (nl)

Citations (2)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
WO2008029326A2 (en) * 2006-09-06 2008-03-13 Koninklijke Philips Electronics N. V. Locating reference nodes for positioning
US20080201112A1 (en) * 2007-02-19 2008-08-21 Mario Bouchard Network design method and system therefor

Patent Citations (2)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
WO2008029326A2 (en) * 2006-09-06 2008-03-13 Koninklijke Philips Electronics N. V. Locating reference nodes for positioning
US20080201112A1 (en) * 2007-02-19 2008-08-21 Mario Bouchard Network design method and system therefor

Non-Patent Citations (1)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Title
KRATZER A ET AL: "CAD-EINSATZ IN DER ELEKTROKONSTRUKTION", FEINWERKTECHNIK + MESSTECHNIK, HANSER, MUNCHEN, DE, vol. 98, no. 10, 1 October 1990 (1990-10-01), XP000165969, ISSN: 0340-1952 *

Similar Documents

Publication Publication Date Title
US5530643A (en) Method of programming industrial controllers with highly distributed processing
US5452201A (en) Industrial controller with highly distributed processing
CN104521329B (zh) 用于照亮环境的照明系统和开始可编程控制器上的程序安装的方法
US11422521B2 (en) Configuring a load control system
CN101491161A (zh) 开关设备、用于控制灯的系统以及用于带有至少一个发光装置的建筑物的光控制系统
CN104054153A (zh) 用于接通/关断房屋的一组或全部灯或电器的方法和设备
KR100854696B1 (ko) 다목적 무대기계장치의 제어 시스템
CN108391340A (zh) 用于创建和/或扩展网络的照明系统、光源、传感器和方法
US8008802B2 (en) Bi-level switching with power packs
CN106687872B (zh) 用于配置建筑物自动化系统的方法
US11664680B2 (en) Method and system for power supply control
WO2003094579A2 (en) Transmission protocol for lighting system
US20100207548A1 (en) Linking sequence for wireless lighting control
US20070139210A1 (en) Wireless system with multi-device control
CA2935776A1 (en) Electrical device, network and method of controlling the same
BE1021521B1 (nl) Werkwijze om een schema van een domotica-installatie te vervaardigen
CN104137009B (zh) 用来控制系统的方法
JP7354124B2 (ja) 電気負荷を制御するデバイス、システムおよび方法
JP2010250991A (ja) 伝送制御装置、及びこの伝送制御装置を備えた遠隔制御監視システム
CN101072449B (zh) 用于遥控负载管理系统中的负载终端
US9639068B2 (en) Distributed control system operation and configuration
CN102156458A (zh) 电气设施的控制和保护设备
JP6369728B2 (ja) 監視端末器及びこの監視端末器を用いた照明制御システム
US20130161167A1 (en) Switching Device with Auto-Correction of Switching Member
Nývlt Buses, Protocols and Systems for Home and Building Automation