BE1021064B1

BE1021064B1 - Opbergsysteem en opbergmeubel verkregen met het opbergsysteem

Info

Publication number: BE1021064B1
Application number: BE2013/0036A
Authority: BE
Inventors: Feyter Anna Danielle Emile De
Original assignee: DE FEYTER, Ann; ANISSA CONCEPTS, besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
Priority date: 2013-01-18
Filing date: 2013-01-18
Publication date: 2015-03-24
Also published as: WO2014110635A2; WO2014110635A3

Abstract

Opbergsysteem en opbergmeubel verkregen met het opbergsysteem. Opbergsysteem waarbij het een modulair opbergsysteem is voor het samenstellen van een opbergmeubel uitgaande van, enerzijds, een basiselement dat een voet bevat en een op de voet bevestigde draagstructuur in de vorm van een kader of portiek met opstaande stijlen in de vorm van geprofileerde balken of latten, en, anderzijds, één of meer opbergelementen of een combinatie van opbergelementen gekozen uit een assortiment van opbergelementen met legschabben, ophangbaren voor kleerhangers, ladeblokken, en andere opbergelementen die tussen de stijlen kunnen worden aangebracht en er aan worden bevestigd.

Description

Opbergsysteem en opbergmeubel verkregen met het opbergsysteem.

De huidige uitvinding heeft betrekking op een opbergsysteem, meer speciaal op een modulair opbergsysteem.

De uitvinding betreft in het bijzonder een modulair opbergsysteem voor het samenstellen van een opbergmeubel uitgaande van, enerzijds, een basiselement dat een voet bevat en een op de voet bevestigde draagstructuur in de vorm van een kader of portiek met opstaande stijlen in de vorm van geprofileerde balken of latten, en, anderzijds, één of meer opbergelementen of een combinatie van opbergelement gekozen uit een assortiment van opbergelementen met legschabben, ophangbaren voor kleerhangers, ladeblokken, en andere opbergelementen die tussen de stijlen kunnen worden aangebracht en er aan worden bevestigd.

Het opbergsysteem volgens de uitvinding is een handig systeem dat gemakkelijk hanteerbaar is door zijn eenvoudige manier van montage en dat overal bruikbaar is, zowel thuis als in een winkel.

Bij voorkeur is het basiselement verkrijgbaar in verschillende hoogtes en breedtes en kunnen deze basiselementen hetzij op zich staand gebruikt worden of in combinatie naast of tegen elkaar en al of niet met hun basiselementen verbonden aan elkaar.

De opbergelementen kunnen eventueel met verschillende breedtes en dieptes worden aangeboden en kunnen bij voorkeur op verschillende hoogtes en in gevarieerde combinaties boven elkaar in het basiselement worden opgehangen. Zo kan bijvoorbeeld de vrije hanghoogte onder de ophangbaren voor kleerhangers vrij gekozen worden.

Dit leidt tot een veelzijdig personaliseerbaar opbergsysteem met een grote diversiteit aan combinat iemogeli j kheden.

Door zijn relatief compacte draagstructuur is het compact van vorm en licht in gewicht ten opzichte van klassieke opbergsystemen in de vorm van kasten of rekken.

Door zijn moduleerbaarheid is het bovendien makkelijk om een gekozen configuratie met een bepaalde combinatie van opbergelementen makkelijk om te bouwen tot een andere configuratie met dezelfde of met andere opbergelementen.

Een andere keuzemogelijkheid voor het nog verder kunnen personaliseren van een opbergmeubel is door een variatie aan kleuren en materialen aan te bieden.

Het kader van een basiselement kan bijvoorbeeld vervaardigd zijn uit profielen uit hout of uit metaal.

Voor een makkelijke montage van de opbergelementen in het basiselement worden de stijlen van het basiselement bij voorkeur voorzien van bevestigingsgroeven die zich in lengterichting van de stijlen uitstrekken.

De opbergelementen kunnen dan voorzien zijn van bevestigingselementen die bij montage van het opbergmeubel in de bevestigingsgroeven kunnen geschoven worden en die toelaten de opbergelementen op een gewenste hoogte aan de stijlen te bevestigen door vijzen of dergelijke.

Alternatief kunnen bevestigingslatten worden voorzien die bij montage van het opbergmeubel in de bevestigingsgroeven kunnen worden geschoven, welke bevestigingslatten zijn voorzien van gaten of doorgangen die op verschillende hoogtes in de stijlen en/of in de bevestigingslatten of bevestigingselementen zijn aangebracht om samen te kunnen werken met pennen of met penvormige uiteinden van de opbergelementen.

De stijlen kunnen tevens aan de buitenzijde van het kader en/of aan de voor- en/of achterzijde zijn voorzien van bevestigingsgroeven die toelaten het basiselement met hun stijlen aan elkaar te koppelen, bijvoorbeeld door middel van verbindingselementen die voorzien zijn van koppeldelen die passen in een voornoemde bevestigingsgroef.

Bijkomend kan het basiselement zijn voorzien van één of meer accessoiregroeven die zich volgens de lengterichting van de stijlen uitstrekken en die bedoeld zijn voor de montage van een accessoire zoals een lichtstrook.

Zulke lichtstrook, bijvoorbeeld een LED-strip, of ander accessoire kan aan het opbergmeubel een extra touch geven en maakt het mogelijk om het opbergmeubel nog meer te personaliseren.

Bij voorkeur worden de kaders of portieken die de draagstructuur vormen opgebouwd uit balken of latten van hetzelfde type, wat ten goede komt van mindere productiekosten en minder benodigde opslagruimten.

De uitvinding heeft tevens betrekking op een opbergmeubel dat is samengesteld volgens het opbergsysteem zoals hiervoor beschreven.

Met het inzicht de kenmerken van de uitvinding beter aan te tonen, zijn hierna, als voorbeeld zonder enig beperkend karakter, enkele voorkeurdragende uitvoeringsvormen beschreven van een opbergsysteem en opbergmeubel volgens de uitvinding, met verwijzing naar de bijgaande tekeningen, waarin :

Figuur 1 schematisch en in perspectief een opbergmeubel volgens de uitvinding weergeeft dat is samengesteld volgens het opbergsysteem van de uitvinding; figuur 2 het opbergmeubel van figuur 1 toont in een uiteengenomen toestand; figuur 3 op grotere schaal een doorsnede toont volgens lijn III-III in figuur 2 ; figuren 4 en 5 twee mogelijke combinaties toont van opbergmeubelen samengesteld volgens het opbergsysteem van de uitvinding; figuur 6 een andere uitvoeringsvorm toont van een opbergmeubel volgens de uitvinding; figuur 7 het opbergmeubel van figuur 6 toont in een uiteengenomen toestand; figuur 8 een doorsnede toont volgens lijn VIII-VIII in figuur 7; figuur 9 een mogelijke combinatie toont van een opbergmeubelen zoals weergegeven in figuur 6; figuur 10 een kleerhanger weergeeft die bruikbaar is in een opbergmeubel volgens de uitvinding.

Het opbergmeubel 0 van figuur 1 is samengesteld uit, enerzijds, een basiselement 1 dat een voet 2 bevat en een op de voet 2 bevestigde draagstructuur 3 in de vorm van een kader met opstaande stijlen 4 in de vorm van geprofileerde balken of latten, en, anderzijds, een combinatie van opbergelementen 5 die tussen de stijlen 4 zijn aangebracht en er aan zijn bevestigd.

De opbergelementen 5 zijn op verschillende hoogtes boven elkaar in de draagstructuur aangebracht.

Het betreft meer bepaald in het weergegeven voorbeeld van figuur 1 een legschab 5a met eenzelfde diepte als de diepte van de stijlen 4, een ophangbaar 5b voor kleerhangers en een ladeblok 5c waarvan de diepte merkelijk groter is dan de diepte van de stijlen 4.

De opbergelementen 5 kunnen worden gekozen uit een assortiment van deze en andere opbergelementen 5 die van elkaar kunnen verschillen in type, diepte, kleur, materiaal, textuur, maatvoering en dergelijke meer.

Het kader is in dit geval samengesteld uit latten in de vorm van identieke holle metalen profielen 6 met een dwarsdoorsnede zoals in detail weergegeven in figuur 3 en voorzien van kamers 7. ’

De profielen 6 zijn aan de naar elkaar toegekeerde zijden 8 aan de binnenzijde van het kader 3 voorzien van bevestigingsgroeven 9 die zich centraal in lengterichting van de profielen 6 uitstrekken en die zijn voorzien van ondersneden zijranden 10.

In de bevestigingsgroeven 9 van de stijlen 6 zijn bij de montage van het opbergmeubel 1 bevestigingslatten 11 geschoven waarvan de vorm in dwarsdoorsnede gezien complementair is aan de vorm van de bevestigingsgroeven 9 zoals te zien is in figuur 3.

De bevestigingslatten 11 zijn voorzien van gaten of doorgangen 12 die op verschillende hoogtes op gelijke onderlinge afstanden van elkaar zijn verdeeld over de lengte van de bevestigingslatten 11.

Deze gaten 12 maken het mogelijk om bij montage van het opbergmeubel 1 bijvoorbeeld de ophangbaar 5b met haar uiteinden 13 in de gaten 12 te steken om de ophangbaar 5b aldus op een gewenste hoogte op te hangen.

Het ladeblok 5c kan desgevallend op haar beide zijkanten 14 worden voorzien van niet weergegeven pennen die in de voornoemde gaten 12 passen en die het mogelijk maken het ladeblok 5c op een gewenste hoogte op te hangen in de draagstructuur 3 op een analoge manier als hiervoor beschreven voor de ophangbaar 5b.

Alternatief kunnen op de zijkanten 14 van het ladeblok 5c bevestigingselementen worden bevestigd die een koppelgedeelte bezitten waarvan de vorm in doorsnede gezien complementair is aan deze van de bevestigingsgroeven 9 zodat de bevestigingselementen in de bevestigingsgroeven 9 kunnen geschoven worden.

Ook het legblad 5a kan op een analoge manier door middel van pennen zijn bevestigd of door middel van vijzen, bouten of dergelijke.

De profielen 6 zijn op de naar buitengekeerde zijde voorzien van een accessoiregroef 15 waarin een lichtstrip 16 is geschoven die kan zorgen voor een verlicht accent in de vorm van een verlichte lijn in de lengterichting van het betreffende profiel.

Andere accessoires voor montage in de voornoemde accessoiregroef 15 behoren ook tot de mogelijkheden.

In het voorbeeld van figuur 3 is het profiel 6 aan weerszijden van de centrale bevestigingsgroef 10 tevens voorzien van een bijkomende groef 17 die dienst kan doen als bevestigingsgroef en/of als accessoiregroef, bijvoorbeeld voor het inschuiven van een bevestigingslat 18 met een reeks gaten 19 die kunnen samenwerken met pennen van de opbergelementen 5 voor de ophanging er van in de draagstructuur 3, dit op een analoge manier als beschreven voor de bevestigingslat 11.

De profielen 6 van de draags truc tuur zijn op maat gemaakt of gezaagd en zijn met hun uiteinden losmaakbaar aan elkaar bevestigd door middel van verbindingselementen in de vorm van hoekelementen 19 waarvan de uiteinden 20 zich vastklemmen in de profielen 6.

Op deze manier kunnen opbergmeubels 1 met verschillende configuratie worden samengesteld.

In figuur 4 is een combinatie van drie opbergmeubels 0 weergegeven met eenzelfde configuratie, elk met twee ophangbaren, doch met een verschillende hoogte van draagstructuur 3.

De drie opbergmeubelen 0 zijn ten opzichte van elkaar opgesteld volgens een hoekopstelling waarbij twee opbergmeubelen 0 in eikaars verlengde naast elkaar zijn opgesteld en een derde opbergmeubel 0 haaks daarop is geplaatst.

De opbergmeubelen 0 kunnen met hun stijlen 4 aan elkaar zijn bevestigd, bijvoorbeeld door middel van niet weergegeven verbindingselementen die voorzien zijn van koppeldelen die passen in een voornoemde bevestigings-en/of accessoiregroeven.

In figuur 5 is een andere mogelijke configuratie weergegeven, ditmaal met legschabben 5a in plaats van ophangbaren 5b.

In figuur 6 is een variant getoond van een opbergmeubel 0 volgens de uitvinding met een basiselement 1 met een draagstructuur 3 die in dit geval wordt gevormd door een kader dat is samengesteld uit houten geprofileerde balken 21 die in verstek zijn gezaagd en haaks met elkaar zijn verbonden door middel van hoekijzers 22 die tegen de voor-en achterzijde van het kader zijn gevezen en die verzonken liggen in groeven 23 die in de lengterichting van de balken 21 zijn uitgefreesd.

De hoekijzers 22 aan de voor- en achterzijde kunnen ook vervangen worden door hoekijzers aan de binnen- en buitenzijde van de hoeken van het kader, waarbij ook deze hoekijzers verzonken kunnen gemonteerd worden in groeven 23 aan de binnen- en buitenzijde van de balken 21.

De balken 21 zijn in dit geval op hun vier zijden voorzien van een identieke groef 23 zoals deze aan de voornoemde voor- en achterzijde, welke groeven 23 in dwarsdoorsnede gezien bij voorkeur een zwaluwstaartvorm bezitten.

Deze groeven kunnen dienst doen als bevestigingsgroef of als accessoiregroef of beide voor het aanbrengen van opbergelementen 5 of voor het onderling aan elkaar bevestigen van basiselementen 1, bijvoorbeeld op een manier zoals weergegeven in figuur 9.

Een ander aspect van de uitvinding betreft een kleerhanger die hoofdzakelijk gevormd is door een brug 25 met een haak 26 ter plaatse van een knik 27 in de brug 25, waarbij de brug 25 ter plaatse van de haak 2 6 of van de knik 27 een indeuking 28 vertoont.

Door deze indeuking 28 is de kleerhanger 24 minder hoog dan een traditionele kleerhanger, waardoor opbergruimte kan bespaard worden.

De huidige uitvinding is geenszins beperkt tot de als voorbeeld beschreven en in de figuren weergegeven uitvoeringsvormen, doch een opbergsysteem en opbergmeubel volgens de uitvinding kunnen in allerlei vormen en afmetingen worden verwezenlijkt zonder buiten het kader van de uitvinding te treden.

Claims

Conclusies

1. Opbergsysteem, daardoor gekenmerkt dat het een modulair opbergsysteem is voor het samenstellen van een opbergmeubel (0) uitgaande van, enerzijds, een basiselement (1) dat een voet (2) bevat en een op de voet (2) bevestigde draagstructuur (3) in de vorm van een kader of portiek met opstaande stijlen (4) in de vorm van geprofileerde balken (21) of latten (6), en, anderzijds, één of meer opbergelementen (5) of een combinatie van opbergelementen (5) gekozen uit een assortiment van opbergelementen (5) met legschabben (5a), ophangbaren (5b) voor kleerhangers, ladeblokken (5c), en andere opbergelementen (5) die tussen de stijlen (4) kunnen worden aangebracht en er aan worden bevestigd; en dat de stijlen (4) zijn voorzien van bevestigingsgroeven (9-23) die zich in lengterichting van de stijlen (4) uitstrekken en waarin bevestigingslatten (11) of bevestigingselementen kunnen gevat worden.
2. Opbergsysteem volgens conclusie 1, daardoor gekenmerkt dat bevestigingsgroeven (9-23) minstens op de naar elkaar toegekeerde zijden (8) van de stijlen (4), met andere woorden aan de binnenzijde van het kader of portiek, zijn voorzien.
3. Opbergsysteem volgens conclusie 1 of 2, daardoor gekenmerkt dat bevestigingsgroeven (9-23) minstens op de van elkaar afgekeerde zijden van de stijlen (4), met andere woorden aan de buitenzijde van het kader of portiek, zijn voorzien.
4. Opbergsysteem volgens conclusie 2 of 3, daardoor gekenmerkt dat bijkomende bevestigingsgroeven (23) zijn voorzien in de voorzijde en/of de achterzijde van de stijlen.
5. Opbergsysteem volgens één van de conclusies 1 tot 4, daardoor gekenmerkt dat de bevestigingsgroeven (9-23) zijn voorzien van ondersneden zijranden (10).
6. Opbergsysteem volgens één van conclusies 1 tot 5, daardoor gekenmerkt dat de bevestigingslatten (11) of bevestigingselementen in doorsnede gezien een koppelgedeelte bezitten waarvan de vorm complementair is aan de vorm van de bevestigingsgroeven (9-23) zodat de bevestigslatten (11) of bevestigingselementen bij montage in de bevestigingsgroeven (9-23) inschuifbaar zijn.
7. Opbergsysteem volgens één van de conclusies 1 tot 6, daardoor gekenmerkt dat de bevestigingsgroeven (9-23) centraal zijn gelegen in een betreffende zijde (8) waarin zij zijn voorzien.
8. Opbergsysteem volgens één van de conclusies 1 tot 7, daardoor gekenmerkt dat middelen zijn voorzien om de opbergelementen (5) op verschillende hoogtes aan de stijlen (4) te kunnen bevestigen.
9. Opbergsysteem volgens conclusie 8, daardoor gekenmerkt dat de voornoemde middelen worden gevormd door gaten of doorgangen (12) die op verschillende hoogtes in de stijlen (4) en/of in de bevestigingslatten (11) of bevestigingselementen zijn aangebracht om samen te werken met pennen of met penvormige uiteinden (13) van de opbergelementen (5).
10. Opbergsysteem volgens één van de voorgaande conclusies, daardoor gekenmerkt dat de stijlen (4) op minstens één zijde zijn voorzien van een accessoiregroef (15) die zich volgens de lengterichting van de stijl (4) uitstrekt en die bedoeld is voor de montage van een accessoire zoals een lichtstrook (16).
11. Opbergsysteem volgens één van de voorgaande conclusies, daardoor gekenmerkt dat de draagstructuur (3) is opgebouwd uit balken (21) of latten (6) van hetzelfde type.
12. Opbergsysteem volgens één van de voorgaande conclusies, daardoor gekenmerkt dat de balken (21) of latten (6) waaruit de draagstructuur (3) is opgebouwd aan hun uiteinden losmaakbaar met elkaar zijn verbonden door middel van verbindingselementen.
13. Opbergsysteem volgens conclusie 12, daardoor gekenmerkt dat de balken of latten gevormd zijn als holle metalen profielen (6) en dat de verbindingselementen hoekelementen (19) zijn die zich met hun uiteinden (20) vastklemmen in de profielen ( 6) .
14. Opbergsysteem volgens conclusie 12, daardoor gekenmerkt dat de balken (21) of latten (6) vervaardigd zijn uit houten profielen en dat de verbindingselementen hoekijzers 22 zijn die verdoken liggen in één of meer van de voornoemde bevestigings- en/of accessoiregroeven (23).
15. Opbergsysteem volgens één van de voorgaande conclusies, daardoor gekenmerkt: dat verbindingselementen zijn voorzien om twee of meer basiselementen (0) met hun kaders (3) in eikaars verlengde naast elkaar of haaks ten opzichte van elkaar met elkaar te verbinden, waarbij deze verbindingselementen zijn voorzien van koppeldelen die passen in een voornoemde bevestigings- en/of accessoiregroef (9-15).
16. Opbergsysteem volgens één van de voorgaande conclusies, daardoor gekenmerkt dat de diepte (A) van het kader of portiek kleiner is dan de diepte (B) van een ladeblok (5c), in het bijzonder kleiner is dan de standaarddiepte van een ladekast (5c).
17. Opbergsysteem volgens één van de voorgaande conclusies, daardoor gekenmerkt dat het systeem voorziet in een assortiment van basiselementen (1) die van elkaar verschillen in hoogte en/of breedte en die combineerbaar zijn met een assortiment van opbergelementen (5) met een gepaste breedte.
18. Opbergmeubel, daardoor gekenmerkt dat het is samengesteld volgens het opbergsysteem volgens één van de voorgaande conclusies.
19. Kleerhanger voor gebruik in een opbergsysteem volgens één van de conclusies 1 tot 17, waarbij de kleerhanger (24) hoofdzakelijk gevormd is door een brug (25) met een knik 27 en een haak (26) ter plaatse van de knik (27), daardoor gekenmerkt dat de brug (25) ter plaatse van de knik (27) een indeuking (28) vertoont.
20. Kleerhanger volgens conclusie 19, met het kenmerk, dat de indeuking (28) zodanig is dat de kleerhanger minder hoog is dan een traditionele kleerhanger.
21. Kleerhanger volgens conclusie 19 of 20, met het kenmerk, dat de indeuking (28) zich in hoofdzaak tegenover de haak bevindt.