BE1019727A3

BE1019727A3 - Modulair kastsysteem.

Info

Publication number: BE1019727A3
Application number: BE2011/0130A
Authority: BE
Inventors: Rudi Dries
Original assignee: Liexco Sa
Priority date: 2011-02-23
Filing date: 2011-02-23
Publication date: 2012-10-02
Also published as: EP2677897A1; WO2012114299A1; US20130320829A1; EP2677897B1

Abstract

Modulair kastsysteem, omvattende: zij/tussenwandelementen (1), rugwandelementen (2), een set van verbindingsprofielen voor het verbinden van de wandelementen en de rugwandelementen met elkaar en functionele elementen voorzien om te worden aangebracht aan de rugwanden van de kastopstelling. De set van verbindingsprofielen omvat wandkoppelprofielen (10,20) voor het vasthouden van de wandelementen (1) en met eerste koppelmiddelen (12,22) voor het aankoppelen van andere verbindingsprofielen van de set en rugfunctionaliseringsprofielen (30) voor het vasthouden van de rugwandelementen (2) en met tweede koppelmiddelen (32) complementair aan de eerste koppelmiddelen (12,22). De rugfunctionaliseringsprofielen (30) omvatten eerste ophangmiddelen (33) voorzien voor het ontvangen van complementaire tweede ophangmiddelen, die voorzien zijn op de functionele elementen.

Description

Modulair kastsvsteem

Deze uitvinding heeft betrekking op een modulair kastsysteem volgens de aanhef van de eerste conclusie.

In de stand van de techniek zijn modulaire kastsystemen bekend, waarmee kastopstellingen opgebouwd kunnen worden op basis van wandelementen en verbindingsprofielen.

Het is een doel van de uitvinding om een dergelijk kastsysteem te verschaffen, waarmee een grotere verscheidenheid aan kastopstellingen gevormd kan worden.

Dit doel wordt volgens de uitvinding bereikt met het modulair kastsysteem dat alle kenmerken van de eerste conclusie vertoont.

Het modulair kastsysteem volgens de uitvinding omvat: - wandelementen voor het vormen van zij- en tussenwanden van een kastopstelling; - rugwarïdelementen voor het vormen van rugwanden van een kastopstelling; - een set "van verbihdingsprofielen voor het verbinden van de ''wandelëmentën én'deTugwandèle'menten met elkaar.

vvft: r:'i/ölgëris de uitvinding omvat de set van verbindingsprofielen minstens dé volgende profielen: -1 e ; wand kop p e I p rof i e I e n, die telkens eerste houdmiddelén omvatten voor y'-'hët'yasthouden van de wandelementen en eerste koppelmiddelen voor het aankoppeleh van' ändere verbindïhgsprófiëlemvarïde set;1 r‘ ·οαυ^ίΓ - rügïühctionaiisefingsprofielen, die telkens tweede houdmiddelen omvatten vöor het vasthouden van de rugwandelementen, tweede kóppëlmiddëlën die complementair zijn aan de eerste koppelmiddelen1 voor het koppelen van de rugfunctionaliseringsprofielen aan de wandkoppelprofielen, en eerste ophangmiddelen voorzien voor het ontvangen van complementaire tweede ophangmiddelen.

Het kastsysteem volgens de uitvinding omvat bovendien functionele elementen die de tweede ophangmiddelen vertonen en die voorzien zijn om via de rugfunctionaliseringsprofielen te worden aangebracht aan de rugwanden van de kastopstelling.

Door het voorzien van de rugfunctionaliseringsprofielen en de functionele elementen wordt de rugwand van de kastopstelling, opgebouwd met het kastsysteem volgens de uitvinding, gefunctionaliseerd. Dit wil zeggen dat de rugwand niet louter dienst doet als rugwand voor het gedeelte van de kastopstelling dat aan de voorzijde opgebouwd wordt, maar ook als rugwand voor de functionele elementen van de kastopstelling die aan de achterzijde bevestigd worden. Op die manier kan dus een grotere verscheidenheid aan kastopstellingen opgebouwd worden met het modulaire kastsysteem volgens de uitvinding dan de totnogtoe gekende modulaire kastsystemen.

eèn voorkeurs' uitvoeringsvorm omvat de set vän verbindingsprofielen bovendien rugkoppelprofielen, die eveneens de tweede houdmiddelen omvatten voor het vasthouden van de rugwandelementen en de tweede koppelmiddelen die complementair zijn aan .de eerste koppelmiddelen, waarbij de tweede koppelmiddelen telkens voorzien zijn aan weerszijden van de rugkoppelprofielen, zodanig dat een kastopstelling kan worden gevormd met wandelementen aan weerszijden van de rugwandelementen. Met behulp van deze rugkoppelprofielen kunnen, dus kastopstellingen rug aan rug tegen elkaar opgebouwd worden met een gemeenschappelijke rugwand. .

In een voorkeurs uitvoeringsvorm omvatten de rugfunctionaliseringsprofielen telkens een holle ruimte waarin een TL-verlichting opgenomen is. Deze holle ruimte wordt bij voorkeur afgesloten dóór een doorschijnend element, zodat rechtstreeks oogcontact met de TL-verlichting vermeden wordt.

In een voorkeurs uitvoeringsvorm omvatten de rugfunctionaliseringsprofielen telkens schuine delen aan weerszijden, die gericht zijn naar een door de tweede houdmiddelen vastgehouden rugwandelement en waarop een LED-verlichting voorzien is. De schuine oriëntatie heeft als voordeel dat de LED-verlichting als indirecte verlichting werkt. De schuine delen staan bij voorkeur in een hoek van 0-60°, met meer voorkeur 0-45°, ten opzichte van het door de tweede houdmiddelen vastgehouden rugwandelement.

In een voorkeurs uitvoeringsvorm omvat de set van verbindingsprofielen bovendien voorzijdeprofielen, voorzien voor het afwerken van een voorzijde van een kastopstelling, en koppelstukken voor het koppelen van de voorzijdeprofielen aan de eerste koppelmiddelen. De koppelstukken zijn bijgevolg complementair aan de wandkoppelprofielen, die op hun beurt dus zowel vooraan als achteraan de wandelementen gebruikt kunnen worden. Bij voorkeur worden de wandkoppelprofielen voorzien als integraal deel van de wand profielen.

Dë koppelstukken verschaffen; bij voorkeur een holle-ruimte tussen de voorzijdeprofielen en de wandkoppelprofielen, waarin een TL-verlichting opgenomen is en die afgesloten is door middel van doorschijnende elementen aan weerszijden van de koppelstukken. Op die manier wordt vooraan de kastopstelling verlichting geïntegreerd.

De tweede houdmiddelen van de rugfunctionaliseringsprofielen en de rugkoppelprofielen omvatten bij voorkeur veerkrachtige profielen voor het vasthouden van de rugwanden door inklemming.

De uitvinding zal nader toegelicht worden aan de hand van onderstaande beschrijving en de aangehechte figuren.

Figuur 1 en 2 tonen respectievelijk een doorsnede en een perspectief van een deel van een eerste kastopstelling, opgebouwd met een voorkeurs uitvoeringsvorm van het modulair kastsysteem volgens de uitvinding.

Figuur 3 en 4 tonen respectievelijk een doorsnede en een perspectief van een deel van een tweede kastopstelling, opgebouwd met een voorkeurs uitvoeringsvorm van het modulair kastsysteem volgens de uitvinding.

Figuur 5 en 6 tonen respectievelijk een doorsnede en een perspectief van een deel van een derde kastopstelling, opgebouwd met een voorkeurs uitvoeringsvorm van het modulair kastsysteem volgens de uitvinding.

Figuur 7 en 8 tonen respectievelijk een doorsnede en een perspectief van een deel van een vierde kastopstelling, opgebouwd met een voorkeurs uitvoeringsvorm van het modulair kastsysteem volgens de uitvinding.

Figuur 9-12 tonen perspectiefbeelden van voorkeurs uitvoeringsvormen van de functionele elementen die voorzien zijn om te worden aangebracht op de rugwand.

De eerste kastopstelling getoond in figuur 1 en 2 omvat een wandelement 1, opgebouwd uit dunne afwerkingsplaten 3 aan weerszijden, waartussen zich een isolatiemateriaal 4 bevindt en waarop zowel links als rechts een wandkoppelprofiel 10, 20 als integraal ondeirdeel aangebracht is, door middel van de eerstehoudelementen 11, 21 die bevestigd zijn (bv. door verlijming) tegen de binnenkant van de afwerkingsplaten 3 en zo de wandelementen 1 vasthouden. Dit wandelement 1 kan een zijwand of een tussenwand van de kastopstelling vormen. De kastopstelling omvat verder rugwandelementen 2, uitgevoerd als dunne panelen, die de rugwand van de kastopstelling vormen. De verbinding van de wandelementen 1 en de rugwandelementen 2 met elkaar gebeurt door middel van een rugfunctionaliseringsprofiel 30.

De wandkoppelprofielen 10, 20 omvatten telkens eerste koppelmiddelen 12, 22 en het rugfunctionaliseringprofiel 30 omvat tweede koppelmiddelen 32. De eerste en tweede koppelmiddelen zijn complementair aan elkaar en grijpen in elkaar. Het rugfunctionaliseringsprofiel 30 heeft aan weerszijden tweede houdmiddelen 31 voor het vasthouden van de rugwandelementen 2. De vorm van het rugfunctionaliseringprofiel is daarbij zodanig, dat de vastgehouden rugwandelementen 2 zich uitstrekken onder een hoek van nagenoeg 90° ten opzichte van de wandelementen 1. Het rugfunctionaliseringsprofiel 30 omvat verder eerste ophangmiddelen, hier uitgevoerd als sleuven 33. Deze sleuven zijn voorzien voor het ontvangen van complementaire tweede ophangmiddelen, die op hun beurt voorzien zijn op functionele elementen 90-95 (zie fig. 9-12), die voorzien zijn om via de rugfunctionaliseringsprofielen 30 te worden aangebracht aan de rugwanden 2 van de kastopstelling. Door het aanbrengen van deze functionele elementen 90-95 krijgt de rugwand van de kastopstelling een functie in het interieur van de woning, bv. als een bureau, voor het ophangen van verlichting, enz.

De wandkoppelprofielen 10, 20 hebben aan de zijkanten van het wandelement 1 sleuven 13, 23 voor het ophangen van accessoires in de binnenruimte van de kastopstelling, zoals bv. schabben, laden, enz. Deze sleuven 13, 23 hebben dezelfde vorm als de sleuven 33 op het rugwandfunctionaliseringsprofiel 30, zodat de accessoires en de functionele e[ejmenten_ in feitejaan weerszijden kunnen gebruikt worden, dwz. zowel in de binnenruimte van de kast als tegen de rugwand.

De tweede houdmiddelen 31 van het rugfunctionaliseringprofiel 30, waarmee de rugwandelementen 2 vastgehouden worden, zijn uitgevoerd als sleuven met aan tegenovergestelde zijden telkens een veerkrachtige strip 37. De rugwandelementen 2 worden tussen deze strips 37 ingeklemd.

Het rugfunctionaliseringprofiel 30 omvat een holle ruimte waarin een TL-verlichting 35 opgenomen is. Deze holle ruimte wordt afgesloten door een doorschijnend element 80, dat op het rugfunctionaliseringprofiel 30 bevestigd is door middel van dichtingsprofielen 81 en waarmee rechtstreeks oogcontact met de TL-verlichting 35 vermeden wordt. Het rugfunctionaliseringprofiel 30 omvat verder schuine delen 34 aan weerszijden, waarop een LED-verlichting 36 voorzien is. De schuine oriëntatie heeft als voordeel dat de LED-verlichting 36 als indirecte verlichting werkt. De schuine delen 34 staan bij voorkeur in een hoek van 0-60°, met meer voorkeur 0-45°, ten opzichte van de door de tweede houdmiddelen 31 vastgehouden rugwandelementen 2.

De eerste kastopstelling getoond in figuur 1 en 2 omvat voorts een voorzijdeprofiel 50, dat de voorzijde van de kastopstelling afwerkt. Dit voorzijdeprofiel 50 is door middel van een koppelstuk 60 gekoppeld aan een van de wandkoppelprofielen 10 van het wandelement 1. Het koppelstuk heeft hiertoe aan weerszijden de tweede koppelmiddelen, die ook voorzien zijn op het rugfunctionaliseringprofiel 30 en die complementair zijn aan de eerste koppelmiddelen 12, zodat het koppelstuk 60 complementair gekoppeld kan worden aan het wandkoppelprofiel 10. Zoals getoond is ook de koppeling tussen het voorzijdeprofiel 50 en het koppelstuk 60 op deze manier uitgevoerd.

Het koppelstuk 60 verschaft een holle .ruimte tussen het voorzijdeprofiel 50 en het wandkoppelprofiel 10, waarin een TL-verlichting 35 opgenomen is en die afgesloten is door middel van doorschijnende elementen 70 aan weerszijden van het koppelstuk 60. Op die manier wordt vooraan de kastopstelling verlichting geïntegreerd. De doorschijnende elementen 70 worden vastgehouden tussen dichtingsprofielen 71 op net dezelfde manier als het doorschijnend element 80 op het rugfunctionaliseringprofiel 30.

De tweede kastopstelling getoond in figuur 3 en 4 omvat twee maal het. hierboven beschreven wandelement 1 met de geïntegreerde wandkoppelprofielen 10, 20, telkens gekoppeld met het voorzijdeprofiel 50 door middel van koppelstukken 60. De twee wandelementen 1 zijn rug aan rug met elkaar gekoppeld door middel van rugkoppelprofielen 40. Deze rugkoppelprofielen 40 omvatten eveneens de tweede houdmiddelen 41 met veerkrachtige strips 47 voor het vasthouden van de rugwandelementen 2 onder een hoek van nagenoeg 90° ten opzichte van de wandelementen 1. De rugkoppelprofielen 40 vertonen aan weerszijden telkens de tweede koppelmiddelen 42 die complementair zijn aan de eerste koppelmiddelen 22 van de wandkoppelprofielen 20. Hierdoor ontstaat een kastopstelling met een kastgedeelte aan weerszijden van de rugwand.

De derde kastopstelling getoond in figuur 5 en 6 omvat het hierboven beschreven wandelement 1 met de geïntegreerde wandkoppelprofielen 10, 20, vooraan gekoppeld met het voorzijdeprofiel 50 door middel van het koppelstuk 60 en achteraan gekoppeld met de rugkoppelprofielen 40, waarin de rugwandelementen 2 vastgehouden zijn. Deze derde kastopstelling is met de rugkoppelprofielen 40 tegen een muur 5 geplaatst. De kastopstelling kan tegen deze muur 5 bevestigd zijn, bijvoorbeeld door middel van de tweede koppelmiddelen 42 van de rugkoppelprofielen 40 en een complementair profiel (niet getoond) of ander element dat op de muur 5 bevestigd wordt.

De vierde kastopstelling getoond in figuur 7 en 8 omvat het hierboven beschreven rugfunctionaliseringsprofiel 30, waarin twee rugwandelementen 2 vastgehouden worden, opgebouwd tegen een muur 5. De kastopstelling kan tegen deze muur 5 bevestigd zijn, bijvoorbeeld door middel van de tweede koppelmiddelen 32 van het rugfurictionaliseringsprofiel 30 en een complementair profiel (niet getoond) of ander element dat op de muur 5 bevestigd wordt. Hiermee kan de functionele wand van de kastopstelling van figuur 1 en 2 ook rechtstreeks tegen een muur opgebouwd worden.

Figuur 9-12 tonen voorbeelden van functionele elementen 90-95 die voorzien zijn om te worden gemonteerd op de rugwand van de kastopstelling van figuur 1 en 2, meer bepaald telkens tussen twee rugfunctionaliseringsprofielen 30 door middel van ophangmiddelen die complementair zijn aan de sleuven 33 in de rugfunctionaliseringsprofielen. De getoonde voorbeelden zijn een legplank 90, een stabiliserende voetsteun 91 die dient om het omkantelen van de kastopstelling tegen te gaan, een kleerhangroede met legplank 92, een kleerhangroede 93, een bureaublad 94 en een ladeblok 95. Uiteraard kunnen nog tal van andere functionele elementen opgehangen worden aan de rugfunctionaliseringsprofielen 30, voor zover zij voorzien zijn van de ophangmiddelen complementair aan de sleuven 33.

De combinatie van de kastopstellingen van de figuren 1-12 toont de verscheidenheid aan kastopstellingen die kan verkregen worden met één en hetzelfde modulair kastsysteem volgens een voorkeurs uitvoeringsvorm van de uitvinding.

Claims

1. Modulair kastsysteem, omvattende: - wandelementen (1 ) voor het vormen van zij- en tussenwanden van een kastopstelling; - rugwandelementen (2) voor het vormen van rugwanden van een kastopstelling; - een set van verbindingsprofielen voor het verbinden van de wandelementen en de rugwandelementen met elkaar; daardoor gekenmerkt, dat de set van verbindingsprofielen de volgende profielen omvat: - wandkoppelprofielen (10, 20), die telkens eerste houdmiddelen (11, 21) omvatten voor het vasthouden van de wandelementen (1) en eerste koppelmiddelen (12, 22) voor het aankoppelen van andere verbindingsprofielen van de set; - rugfunctionaliseringsprofielen (30), die telkens tweede houdmiddelen (31) omvatten voor het vasthouden van de rugwandelementen (2), tweede koppelmiddelen (32) die complementair zijn aan de eerste koppelmiddelen (12, 22) voor het koppelen van de rugfunctionaliseringsprofielen (30) aan de wandkoppelprofielen (10, 20), en eerste ophangmiddelen (33) voorzien voor het ontvangen van complementaire tweede ophangmiddelen; en dat het kastsysteem bovendien functionele elementen omvat die de tweede ophangmiddelen vertonen en die voorzien zijn om via de rugfunctionaliseringsprofielen (30) te worden aangebracht aan de rugwanden van de kastopstelling.

2. Modulair kastsysteem volgens conclusie 1, daardoor gekenmerkt, dat de set van verbindingsprofielen bovendien rugkoppelprofielen (40) omvat, die eveneens de tweede houdmiddelen (41) omvatten voor het vasthouden van de rugwandelementen (2) en de tweede koppelmiddelen (42) die complementair zijn aan de eerste koppelmiddelen (12, 22) van de wandkoppelprofielen (10, 20), waarbij de tweede koppelmiddelen (42) telkens voorzien zijn aan weerszijden van de rugkoppelprofielen (40), zodanig dat een kastopstelling kan worden gevormd met wandelementen (1) aan weerszijden van de rugwandelementen (2).

3. Modulair kastsysteem volgens één der voorgaande conclusies, daardoor gekenmerkt, dat de rugfunctionaliseringsprofielen (30) telkens een holle ruimte omvatten waarin een TL-verlichting (35) opgenomen is.

4. Modulair kastsysteem volgens één der voorgaande conclusies, daardoor gekenmerkt, dat de rugfunctionaliseringsprofielen (30) telkens schuine delen (34) aan weerszijden omvatten, die gericht zijn naar een door de tweede houdmiddelen vastgehouden rugwandelement en waarop een LED-verlichting (36) voorzien is.

5. Modulair kastsysteem volgens conclusie 4, daardoor gekenmerkt, dat de schuine delen (34) in een hoek van 0-60° staan ten opzichte van een door de tweede houdmiddelen (31) vastgehouden rugwandelement (2).

6. Modulair kastsysteem volgens conclusie 4, daardoor gekenmerkt, dat de schuine delen (34) in een hoek van 0-45° staan ten opzichte van een door de tweede houdmiddelen (31) vastgehouden rugwandelement (2).

7. Modulair kastsysteem volgens één der voorgaande conclusies, daardoor gekenmerkt, dat de set van verbindingsprofielen bovendien voorzijdeprofielen (50) omvat, voorzien voor het afwerken van een voorzijde van een kastopstelling, en koppelstukken (60) voor het koppelen van de voorzijdeprofielen (50) aan de eerste koppelmiddelen (12).

8. Modulair kastsysteem volgens conclusie 7, daardoor gekenmerkt, dat de koppelstukken (60) een holle ruimte verschaffen tussen de voorzijdeprofielen (50) en de wandkoppelprofielen (10), waarin een TL-verlichting (35) opgenomen is en die afgesloten is door middel van doorschijnende elementen (70) aan weerszijden van de koppelstukken.

9. Modulair kastsysteem volgens één der voorgaande conclusies, daardoor gekenmerkt, dat de wandkoppelprofielen (10, 20) aan weerszijden van de wandelementen (1) voorzien zijn als integraal onderdeel hiervan.

10. Modulair kastsysteem volgens één der voorgaande conclusies, daardoor gekenmerkt, dat de tweede houdmiddelen (31) van de rugfunctionaliseringsprofielen (30) en de rugkoppelprofielen (40) veerkrachtige profielen (37, 47) omvatten voor het vasthouden van de rugwanden door inklemming.