BE1021028B1 - Anti-roos behandeling - Google Patents

Abstract

Anti-roosbehandeling. Deze uitvinding heeft betrekking op een kit voor de behandeling van aandoeningen van de hoofdhuid, in het bijzonder roos, omvattend een detergent samenstelling en een nabehandelingssamenstelling. De detergentsamenstelling bevat een actief antiroos bestanddeel en heeft een pH van maximaal 7.0. De nabehandelingssamenstelling heeft een pH tussen 4 en 6.5 en bevat een zure pH buffer, waarbij de buffer een organisch zwak zuur omvat, waarbij het organisch zwak zuur ten minste gedeeltelijk in niet-gedissocieerde toestand in de nabehandelingssamenstelling aanwezig is.

Description

Anti-roos behandeling.

De uitvinding heeft betrekking op een kit voor de behandeling van aandoeningen van de hoofdhuid, in het bijzonder roos, waarbij de kit een detergent samenstelling omvat en een nabehandelings-samenstelling.

Roos is een vaak voorkomende fysiologische aandoening, die zich uit in schilfervorming op de (hoofd)huid. Roos kan verder gepaard gaan met indicaties van ontsteking zoals erythrema of lokale of algemene schilfervorming en irritatie en jeuk. De schilfers bevatten clusters van corneocyten met een hoge cohesie die loskomen van het oppervlak van de stratum corneum. De afmetingen en het voorkomen van schilfers kunnen sterk variëren met de plaats en in de tijd. Er wordt aangenomen dat roos zich bij ongeveer de helft van de menselijke bevolking voordoet, wat het grote aantal middelen verklaart dat ontwikkeld werd en nog steeds wordt voor het behandelen van roos.

Zowel roos als seborrheoische dermatitis, een verder gevorderde vorm van roos, worden veroorzaakt door micro-organismen, in het bijzonder schimmels van het geslacht Malassezia. Malassezia behoort tot de groep van lipofiele schimmels die frequent op de huid van mens en dier voorkomen, vooral in de buurt van de haarfollikel openingen. Daar waar roos zich voornamelijk op de hoofdhuid manifesteert, komt Seborrheoische dermatitis vooral voor op de hoofdhuid, in nasolabiale plooien, wenkbrauwen, achter de oren, op de borst in het bijzonder op de sternum. De huidirritatie die met deze aandoeningen gepaard gaat wordt vermoedelijk veroorzaakt door de irritanten, zoals bijvoorbeeld oleinezuur en malassezine, die door het micro-organisme geproduceerd worden.

Modernere principes nemen aan dat er een zekere predispositie kan zijn voor het risico op roos en postuleren dat kolonisatie van Malassezia een commensaal effect is bij het optreden van roos. Andere factoren die aanleiding kunnen geven tot het ontstaan van roos op de hoofdhuid zijn blootstelling aan zonlicht waarop de huid reageert door verhoging van de pH, huidirritatie door overmatig gebruik van shampoo, overmatig kammen, gebruik van cosmetische producten, enz. De ernst van de aandoening kan variëren met het weer, en neemt vaak toe in de winter (Indian Journal of Dermatology, 2010, 55(2), 130-134; 2011 3(1):3-6).

Alhoewel diverse middelen ontwikkeld werden voor het behandelen van de voornoemde aandoeningen is gebleken dat er steeds een risico is op remissie. Deze remissie wordt vaak geassocieerd met een hernieuwde aanwezigheid van het micro-organisme. Voorbeeld van middelen voor het behandelen van roos zijn onder meer zink pyrithione bevattende shampoo, waarvaan aangenomen wordt dat deze een normalisering van het SC histamine niveau tot stand brengt waarbij jeuk aanzienlijk verminderd wordt (Acta Derm Venereol 2011; 91:404-408); salicylzuur blijkt in staat te zijn om hyperkeratotische huid te verwijderen doordat adhesie van cellen onderling wordt tegengewerkt. DE 102006037113 beschrijft een antiroos shampoo die een actief antiroos bestanddeel bevat zoals piroctone olamine, zink zouten en een surfactant op basis van laurylether citraat. Dit antiroos bestanddeel wordt in de shampoo opgenomen in plaats van de gebruikelijke detergenten, meestal sulfaten (zoals laurylether sulfaat) of stearaten. Shampoo op basis van citraten zou een beter volume, glans en kambaarheid van de haren leveren. WO 9324102 beschrijft een anti-roos shampoo met conditioner, met een verhoogde inhoud aan actieve stoffen die tot 18 % kan oplopen. Daartoe bevat de shampoo twee detergenten, met name laurylethersulfaat en ammonium laurylsulfaat, een siliconen conditioner, seleniumsulfide als anti-roosmiddel, gehydrogeneerd tallow ftaalzuuramide en hydroxypropylmethyl cellulose als suspendeermiddelen voor het seleniumdisulfïde. De buffer zorgt ervoor dat de pH van de shampoo bij 4-6.5 gehouden wordt voor het stabiliseren van het seleniumdisulfide dat niet stabiel is bij een pH boven 6.5 en ontbindt in toxische sulfiden.

Adone Baroni e.a. beschrijven in het artikel "New Strategies in Dandruff Treatment: Growth Controll of Malessezia ovaiis" in Pharmacology and Treatment, 2000; 201: pp. 332-336 het effect op de ontwikkeling van roos bij in vitro experimenten, van een behandeling op basis van zuur gebufferde lotion of shampoo die kaneelzuur omvat. De auteurs stellen vast dat een verlaging van de pH en een stijging van de ionische sterkte de ontwikkeling van roos afremt. Het artikel leert echter niet of deze behandeling ook onder fysiologische omstandigheden de ontwikkeling van roos kan afremmen. W088/0041 beschrijft een formulering die een fase I en een fase II samenstelling bevat, voor het behandelen, reinigen, conditioneren, cosmetisch of medisch behandelen van de huid en het haar. De fase I samenstelling heeft een neutrale tot basische pH van 7.5-8.5 en bevat één of meer anionische, kationische, non-ionische of amfotere detergenten, een conditioner die het haar conditioneert voor de fase II samenstelling, een alcohol voor het bevorderen van de indringbaarheid van de fase II samenstelling, en eventueel één of meer schimmelwerende stoffen, bijvoorbeeld piroctone olamine. Voorbeelden van fysiologisch aanvaardbare conditioners zijn gelatine, caseine, keratineuze stoffen zoals bijvoorbeeld albumine proteïnes. Deze laten een dunne proteïne laag achter op huid en haar. De fase I samenstelling is bedoeld voor het grondig reinigen van het haar en de huid, en voor het conidtioneren van de huid voor de behandeling met de fase II samenstelling. De fase II samenstelling is een spoelmiddel dat een fysiologisch aanvaardbaar zuur met anti-microbiële werking bevat en bedoeld is voor gebruik onmiddellijk na beëindigen van de behandeling met de fase I samenstelling. Voorbeelden van geschikte organische zuren zijn azijnzuur, propionzuur, fumaarzuur, benzoëzuur, maleïnezuur, azelaïne zuur, citroenzuur, salicylzuur, malonzuur, melkzuur, sorbinezuur enz.

Er wordt aangenomen dat de fase I samenstelling het keratine proteïne van huid en haar een wollige stereochemisch open oppervlaktestructuur verleent, die reiniging bevordert. De daarop volgende tweede behandeling met het spoelmiddel met zure pH leidt tot herstel van de pH van de huid en tot coaguleren van de huidproteïnen en de met de fase I samenstelling opgebrachte proteïnen, waardoor een gesloten, stereochemisch dichte geclusterde structuur gevormd wordt. Er wordt aangenomen dat deze beschermende laag een inhiberende werking op het micro-organisme heeft. Er wordt verder aangenomen dat de fase II samenstelling een astringente, anti-irriterende en antiseptische werking heeft, en een biochemisch stimulerend effect op cellulair niveau waarbij de samenstelling deelneemt aan het cellulair metabolisme.

De in W088/0041 beschreven kit heeft echter het nadeel dat de fase I samenstelling een basische pH heeft, waarbij het micro-organisme gestimuleerd wordt over te schakelen op een alternatief metabolisme waarbij irritanten afgescheiden worden. In combinatie met de open structuur van huid en haar wordt hierdoor het risico op remissie verhoogd. Hoewel de beschrijving toelicht dat de pH van de fase II samenstelling kan variëren van 3-6, tonen de voorbeelden uitsluitend samenstellingen met een pH van 3.5, 4.5 wat aanzienlijk lager is dan de pH van de hoofdhuid die normaal gezien in het bereik van 4.8-5.0 ligt. De in W088/0041 beschreven kit heeft het bijkomend nadeel dat in de fase II samenstelling grote hoeveelheden astringent aanwezig zijn om de irritatie die optreedt bij aanbrengen van de kit te neutraliseren.

Alhoewel de hierboven beschreven bekende samenstellingen voor het behandelen van roos met een detergent samenstelling die een actief antiroos bestanddeel bevat, de mogelijkheid bieden om roos op korte termijn te bestrijden, gaat het gebruik ervan meestal gepaard met remissie na enige tijd, ook indien een antiroos behandehngssamenstelhng met zure pH gebruikt wordt.

Er is bijgevolg een behoefte aan een antiroos behandeling waarmee roos op doeltreffende wijze bestreden kan worden met effect op lange termijn, zonder evenwel wezenlijke irritatie en/of inflammatie van de hoofdhuid teweeg te brengen.

Het doel van deze uitvinding bestaat er daarom in een kit en een werkwijze te bieden voor de behandeling van roos, waarmee roos effectief bestreden kan worden en het risico op remissie sterk beperkt kan worden.

Het doel van deze uitvinding bestaat er eveneens in een kit en een werkwijze te bieden voor de behandeling van gelijkaardige aandoeningen die schilfervorming van de huid met zich meebrengen zoals Seborrheïsche dermatitis en psoriasis.

Dit wordt met de uitvinding bereikt met de technische kenmerken van het kenmerk van de eerste conclusie.

Daartoe wordt de uitvinding gekenmerkt doordat de detergent samenstelling een pH heeft lager dan 7.0 en een actief antiroos bestanddeel bevat, en de nabehandelingssamenstelling een pH heeft tussen 4.0 en 6.5, waarbij de nabehandehngssamenstelling een zure pH buffer bevat, waarbij de buffer een organisch zwak zuur omvat, waarbij het organisch zwak zuur ten minste gedeeltelijk in niet-gedissocieerde toestand in de nabehandelings-samenstelhng aanwezig is.

De detergent-samenstelhng is bij voorkeur een waterige samenstehing. De nabehandehngssamenstelhng is bij voorkeur eveneens een waterige samenstelling en is voorzien om aangebracht te worden na de gebruikehjke detergent samenstelling. De nabehandehngssamenstelhng heeft bij voorkeur een pH die zo dicht mogelijk de pH van de hoofdhuid benadert, die meestal een pH heeft van ongeveer 4.8-5.0. De nabehandelings-samenstelling heeft daarom bij voorkeur een pH tussen 4.0 en 6.0, met meer voorkeur tussen 4.5 en 5.5, met de meeste voorkeur tussen 4.5 en 5.0.

Door een nabehandelingssamenstelling volgens deze uitvinding te voorzien die een pH heeft zoals hierboven beschreven, waarbij de zure pH buffer een organisch zwak zuur bevat dat zich ten minste gedeeltelijk in niet geïoniseerde toestand bevindt, blijkt het niet alleen mogelijk te zijn een efficiënte behandeling van de roos te verkrijgen, maar blijkt het ook mogelijk te zijn het risico op remissie te minimaliseren. Er werd gevonden dat het gebruik van de nabehandelingssamenstelling volgens de uitvinding, na de huid met de detergent samenstelling volgens de uitvinding te hebben gereinigd, het mogelijk maakt zelfs bijzonder hardnekkige vormen van roos effectief te behandelen en een minimaal risico op remissie op korte en middellange termijn te bereiken, variërend van enkele weken tot zelfs maanden.

Met de kit van deze uitvinding wordt het micro-organisme dat verantwoordelijk is voor het optreden van roos, via een dubbele actie aangepakt. Het gebruik van een detergentsamenstelling volgens de uitvinding, die een actief antiroos bestanddeel bevat heeft het ogenblikkelijke effect dat het op de huid aanwezige micro-organisme gedood wordt. Doordat de detergentsamenstelling een pH heeft lager dan 7.0 kan het risico dat het micro-organisme op een alternatief metabolisme omschakelt waarbij irriterende stoffen uitgescheiden worden, tot een minimum beperkt worden. Aldus is het mogelijk het risico op irritatie van de hoofdhuid, die roosvorming in de hand werkt, op korte termijn te minimaliseren. Irritatie van de hoofdhuid brengt namelijk een verhoogd risico op inflammatie met zich mee en een verhoogd risico op nestelen van het micro-organisme.

Door het effect van het reinigen van de hoofdhuid met een detergent-samenstelling die een zure pH heeft en een actief antiroos bestanddeel bevat, te laten volgen door een verlengd aanzuren van de hoofdhuid via aanbrengen van een nabehandelingssamenstelling die een zure buffer bevat, kan een effectievere bestrijding van de roos verkregen worden dan met een éénstapsbehandeling met detergentsamenstelling alleen mogelijk bleek te zijn.

De uitvinders nemen aan dat bij het behandelen van de hoofdhuid met de detergentsamenstelling, de micro-organismen die de roos veroorzaken oppervlakkig, maar slechts gedeeltelijk afgedood worden en deels in staat zijn te overleven en zich terug te manifesteren, ook indien een detergentsamenstelling met zure pH gebruikt wordt. Hierdoor wordt remissie in de hand gewerkt. Het risico op remissie is reëel aangezien roos veroorzaakt wordt door schimmels van het geslacht Malassezia, die commensaal zijn, en natuurlijk voorkomen op de huid. Het risico op remissie is ook reëel aangezien de huid op veranderende omgevingsomstandigheden reageert door verhogen van de pH, wat irritatie met zich meebrengt, waardoor het risico op roosvorming in de hand gewerkt wordt.

Het risico op overleving van het micro-organisme is vooral groot op moeilijker bereikbare locaties, bijvoorbeeld ter hoogte van de haarfollikels, oneffenheden, huidporiën, openingen naar de haarzakjes en andere oneffenheden op de hoofdhuid, locaties waar er een risico is op nestelen en kolonisatie van het micro-organisme. Dit is bijzonder relevant voor roos aangezien schimmels van het geslacht Malassezia zich hoofdzakelijk in de buurt van de haarfollikel openingen nestelen. Op deze locaties is er een dreiging dat niet de gehele populatie aan micro-organismen bereikbaar is, en is het risico groot dat het micro-organisme zich na een eerste behandeling, bij stopzetten of onderbreken van de behandeling, weer vermenigvuldigt en na enige tijd aanleiding geeft tot remissie.

Het aanbrengen van een nabehandelingssamenstelling zoals hierboven beschreven, na een reiniging met een detergentsamenstelling zoals hierboven beschreven te hebben uitgevoerd, maakt het mogelijk eventueel achtergebleven micro-organismen en micro-organismen genesteld op moeilijk bereikbare locaties te bereiken en te doden of te elimineren. Dit effect wordt niet alleen bereikt omdat een additionele behandeling met een afdodende werking wordt verschaft door aanbrengen van een nabehandelingssamenstelling met een zure pH, maar moet ook toegeschreven worden aan de het verhoogde vermogen van het in de nabehandelingssamenstelling aanwezig organisch zuur dat zich ten minste gedeeltelijk in niet gedissocieerd toestand bevindt en een lagere polariteit heeft, om in de huid en moeilijk bereikbare plaatsen binnen te dringen. Het verhoogde indringingsvermogen van het niet-gedissocieerde zuur maakt het mogelijk dat ook micro-organisme genesteld ter hoogte van moeilijk bereikbare locaties zoals de haarfollikels, oneffenheden, huidporiën, openingen naar de haarzakjes en andere oneffenheden op de hoofdhuid, die moeilijk bereikbaar zijn voor de detergent samenstelling, efficiënt gedood kan worden.

Zonder hiertoe beperkt te willen worden, nemen de uitvinders verder aan dat het niet-gedissocieerde zuur door zijn geringere polariteit beter in staat is in de Hpofiele huid te dringen en in moeilijk bereikbare locaties van de lipofiele huid, in tegenstelling tot zuur in niet-gedissocieerde toestand dat een veel geringer indringingsvermogen heeft.

Dit indringingsvermogen heeft voor gevolg dat de aanwezigheid van het organisch zuur niet beperkt blijft tot het huidoppervlak, maar zich ook uitstrekt tot in de stratum corneum, waardoor bewerkstelligd kan worden dat ook micro-organismen of sporen ervan die zich eventueel op grotere diepte genesteld zouden hebben, afigedood worden. Doordat het organisch zuur in staat is de stratum corneum te penetreren, blijft een hoeveelheid organisch zuur in of op de hoofdhuid aanwezig ook bij naspoelen bijvoorbeeld met water, en is het mogelijk de pH van de hoofdhuid langer zuur te houden en een verlengde en voortdurende vrijgave van zuur vanuit de stratum corneum naar het huidoppervlak waar het micro-organisme zich dreigt te nestelen of genesteld heeft, te verzekeren. Als het ware wordt een verlengde afgifte van het organisch zuur verschaft. Aldus wordt het mogelijk sporen of hardnekkige kolonies van het micro-organisme of een nieuw zich nestelend micro-organisme die niet bestreden konden worden en die verantwoordelijk zijn voor remissie, ook te doden. De nabehandelingssamenstelling verschaft aldus een verlengde aanwezigheid van een zure buffer, waardoor een hogere en voortdurende graad van afdoding van het micro-organisme verkregen kan worden.

De uitvinders nemen verder aan dat het gebruik van een nabehandelingssamenstelling zoals hierboven beschreven op de hoofdhuid de fysisch-chemische eigenschappen in de omgeving van de huid verandert, waardoor voorkomen kan worden dat eventueel aanwezige micro-organismen overschakelen op een ander metabolisme waarbij irritanten worden afgescheiden. Bij alkalische pH schakelt het micro-organisme namelijk op een ander metabolisme over waarbij stoffen zoals melassine en tryptofaanachtige verbindingen worden vrijgesteld die huid-irritatie veroorzaken, en daardoor bijdragen tot inflammatie van de huid en roos bevorderend werken. Er is namelijk vastgesteld dat geïrriteerde of geïflammeerde huid een hogere pH heeft en een verhoogde gevoeligheid vertoont voor het ontwikkelen van roos. Doordat het risico op irritatie voorkomen kan worden, kan met deze uitvinding het risico op het ontwikkelen van roos verder verlaagd worden.

Aldus wordt het micro-organisme dat verantwoordelijk is voor het ontstaan van roos aangepakt via een dubbele actie, enerzijds door de detergentsamenstelling, inhet bijzonder het in de detergentsamenstelling aanwezige actief antiroos bestanddeel en een zure pH, en anderzijds via de nabehandelingssamenstelling door het organisch zuur dat een beter indringingsvermogen heeft en verlengd op de huid en/of hoofdhuid aanwezig blijft. De detergentsamenstelling heeft daarbij tot doel de pH van de huid aan te zuren en het micro-organisme te doden in een omgeving met een zure pH. De nabehandelingssamenstelling heeft tot doel de pH van de huid gedurende een langere tijd laag te houden en aldus terugkeer van het micro-organisme tegen te gaan.

Het gebruik van een nabehandelingssamenstelling die een pH heeft van maximaal 6.0, bij voorkeur maximaal 5.5 maakt het mogelijk het risico op irritatie van de hoofdhuid te minimaliseren, waardoor er een veminderd risico is op inflammatie ten gevolge van de irritatie, en een verminderd risico op remissie. Het gebruik van een nabehandelingssamenstelling die een pH heeft van ten minste 4.5, bij voorkeur ten minste 5 maakt het mogelijk het risico op irriterend eczeem te minimaliseren.

Het zwak organisch zuur voor de nabehandelingssamenstelling kan gekozen worden uit een brede waaier van beschikbare zuren, maar wordt bij voorkeur zodanig gekozen dat het een optimale fysiologische compatibiliteit met de huid vertoont, dit wil bijvoorbeeld zeggen niet toxisch is of zo weinig mogelijk allergische reacties veroorzaakt. Het zwak organisch zuur wordt bij voorkeur zodanig gekozen dat het een voldoende wateroplosbaarheid vertoont bij de concentraties die voor een bepaalde nabehandelingssamenstelling worden gekozen.

Zwakke organische zuren die de voorkeur genieten zijn deze die een pKa waarde hebben tussen 2.5 en de 4.25. Voorbeelden van dergelijke zuren zijn organische zuren die ten minste een carboxylgroep bevatten, zoals bijvoorbeeld citroenzuur, malonzuur, sorbinezuur of glycerolzuur. Deze zuren bevinden zich bij de aangegeven pH ten minste gedeeltelijk in de niet gedissocieerde toestand.

Bij voorkeur wordt gebruik gemaakt van een zure pH buffer op basis van citroenzuur als zwak organisch zuur en natriumhydroxide als geconjugeerde base. Binnen het buffersysteem van de uitvinding treedt het citroenzuur ten minste gedeeltelijk in niet geladen vorm op en vertoont het een optimaal indringingsvermogen in de stratum corneum van de hoofdhuid zoals hierboven beschreven. Citroenzuur biedt daarnaast het voordeel dat het risico op huidirritatie of haarschade beperkt wordt Dit in tegenstelling tot andere organische zuren zoals bijvoorbeeld melkzuur die in mindere of meerdere mate aanleiding kunnen geven tot korrels die zich op het haar afzetten en haarschade veroorzaken, zoals het afbreken van het haar.

De hoeveelheid buffer die aan de nabehandelings-samenstelling wordt toegevoegd kan binnen brede grenzen gevarieerd worden, en wordt bij voorkeur zodanig gekozen dat een voldoende hoeveelheid zuur in niet-gedissocieerde toestand kan worden aangebracht. De hoeveelheid zure buffer zal in het algemeen variëren tussen 0.05 en 10 gew. %, bij voorkeur tussen 0.0 en 5 gew. % ten opzichte van het gewicht van de nabehandelingssamenstelling.

De detergentsamenstelling heeft bij voorkeur een pH tussen 4.0 en 6.0. Bij een lagere pH neemt het risico op irritatief eczeem toe, bij een pH boven 6 neemt het risico toe dat het micro-organisme overschakelt op een alternatief metabolisme waarbij irriterende stoffen afgescheiden worden.

De nabehandelingssamenstelling volgens deze uitvinding wordt bij voorkeur aangebracht door ze op de hoofdhuid in te wrijven, de hoofdhuid goed te masseren en vervolgens gedurende enige tijd in te laten werken. Op deze wijze wordt een verlengd contact tussen de nabehandelingssamenstelling en de hoofdhuid verzekerd, heeft het organisch zuur de mogelijkheid de fysich-chemische condities op de hoofdhuid te veranderen, door te dringen tot de moeilijker bereikbare plaatsen op de hoofdhuid zoals bijvoorbeeld haarfollikels waar vaak kolonisatie van het micro-organisme optreedt, en de stratum corneum te penetreren.

De detergentsamenstelling van deze kit bevat de gebruikelijke ingrediënten en een anti-roosmiddel om te reinigen en een eerste afdoding van de micro-organismen te bewerkstelligen. Typische anti-roosmiddelen die een afdodende werking naar het micro-organisme hebben zijn bijvoorbeeld kétoconazole, climbazole, piroctone-olamine, selenium-disulfide, zinkpyrithione en dergelijke meer. De in de detergentsamenstelling aanwezige hoeveelheid anti-roosmiddel kan binnen brede grenzen gevarieerd worden. Bij voorkeur is de concentratie anti-roosmiddelen gelegen tussen de 0.2 en de 5.0 gew.%.

De detergentsamenstelling kan verder andere bestanddelen omvatten die compatibel zijn met de menselijke huid en haren zoals bijvoorbeeld een reinigingsmiddel, een oppervlakte-actieve stof, additieven voor allerlei doeleinden, zoals additieven om de viscositeit te verhogen, geurstof en kleurstoffen. Andere voorbeelden zijn schuimmiddelen, weekmakers en bevochtigingsmiddelen (zoals glycerol, propaan-l,2-diol, polypropyleen- glycol en andere polyhydrische alcoholen). Schuimmiddelen zijn substanties die de vorming van schuim bevorderen. Daarvoor kan elke substantie met een oppervlakte-actieve activiteit gebruikt worden. Oppervlakte-actieve stoffen kunnen anionisch, kationisch of niet-ionisch zijn.

Voorbeelden van geschikte schuimmiddelen omvatten cetrimide, lecithine, zepen en dergelijke meer en bij voorbeeld, anionische oppervlakte-actieve stoffen (gebaseerd op sulfaten, sufonaten of carboxylaat anionen): natrium dodecyl sulfaat, ammonium lauryl sulfaat en andere alkyl sulfaat zouten, natrium lauryl ether sulfaat, alkyl benzeen sulfonaat zepen. Ook kationische oppervlakte-actieve stoffen (gebaseerd op quaternaire ammonium kationen) zijn mogelijk zoals cetyl trimethy] ammonium bromide en andere alkyltrimehtylammonium zouten, cetylpyridinium chloride, polygeethoxyleerde talkamine, benzalkonium chloride, benzéthonium chloride. Ook zwitterionische (amfoterische) oppervlakte-actieve stoffen zijn mogelijk zoals docecyl betaine, dedecyl, dodecyl dimethylamine oxide, cocamidopropyl betaine, coco ampho glycinaat. Ook niet-ionische oppervlakte-actieve stoffen zijn mogelijk zoals alkyl polyfethyleen oxide), alkyl poiyglucosiden, waaronder octyl glucoside, decyi maltoside, vetalcoholen, cetyl alcohol, oleyl alcohol. Door schuimmiddelen te gebruiken om de samenstelling toe te dienen, kan deze gemakkelijker en effectiever op het te behandelen oppervlak aangebracht worden. Door de viscositeit en de adhesie eigenschappen van de schuimmiddelen goed te kiezen, kan eenzelfde hoeveelheid samenstelling over een groter oppervlak verspreid worden en zorgen voor een efficiëntere behandeling.

Bij voorkeur wordt er een anti-jeukmiddel aan de detergent samenstelling toegevoegd, om het risico op irritatie en inflammatie tot een minimum te beperken. Het anti-jeukmiddel kan ook, maar moet niet, in de nabehandelingssamenstelling aanwezig zijn. Typische anti-jeuk middelen geschikt in het kader van deze uitvinding zijn ichtyol of menthol.

De kit van deze uitvinding kan bijvoorbeeld commercieel beschikbaar gesteld worden als twee aparte flesjes, waarbij een eerste flesje een hoeveelheid van een detergentsamenstelling bevat zoals hierboven beschreven en een tweede flesje een hoeveelheid van de nabehandelingssamenstelling bevat zoals hierboven beschreven.

Deze uitvinding heeft eveneens betrekking op een werkwijze voor het behandelen van haar, huid of behaarde huid of een combinatie hiervan met de kit zoals hierboven beschreven.

De werkwijze omvat een eerste stap waarbij het haar behandeld wordt met de detergent samenstelling, die vervolgens wordt uitgespoeld, waarna het haar behandeld wordt met de nabehandelings-samenstelling, die vervolgens wordt uitgespoeld. Typisch wordt een effectieve hoeveelheid detergent samenstelling op het haar aangebracht. De detergent samenstelling wordt bij voorkeur goed in het haar met de handen en vingers gemasseerd en wordt gedurende een bepaalde periode op het haar gelaten, die voldoende is om het afdoden van de micro-organismen die de roos veroorzaken te laten plaatsvinden. Na het afspoelen van de detergent samenstelling, bijvoorbeeld met water, wordt een effectieve hoeveelheid nabehandelingssamenstelling op de hoofdhuid aangebracht. De nabehandelingssamenstelling wordt bij voorkeur goed op de hoofdhuid met de handen en vingers gemasseerd en wordt gedurende een bepaalde periode op het haar gelaten die voldoende is om eventueel achtergebleven micro-organismen en micro-organismen genesteld op moeilijk bereikbare locaties te bereiken en te elimineren en in de hoofdhuid te dringen. De nabehandelingssamenstelling wordt bijvoorbeeld met water afgespoeld. Optioneel kan het haar daarna met een haardroger gedroogd worden. Bij de aanvang van de behandeling wordt het haar bij voorkeur dagelijks of toch drie maal per week met de kit behandeld. Nadien kan de frequentie van de behandeling verminderd worden tot bij voorkeur tweemaal per week. Bij voorkeur duurt een dergelijke behandeling ongeveer een maand, maar indien nodig kan de behandeling langer duren of korter, afhankelijk van de resultaten van de behandeling.

De kit van deze uitvinding is geschikt voor gebruik in een brede waaier van toepassingen, bijvoorbeeld op de menselijke huid, het menselijk hoofd, of een dierlijke pels. De kit van deze uitvinding is niet alleen geschikt voor de behandeling van roos, maar is eveneens geschikt voor de behandeling van gelijkaardige aandoeningen die schilfervorming van de huid met zich meebrengen zoals Seborrheïsche dermatitis. Deze aandoening worden eveneens veroorzaakt door Malassezia.

De uitvinding heeft daarom betrekking op een kit voor het behandelen van huid en behaarde huid in het algemeen, in het bijzonder voor het behandelen van huid of behaarde huid die met Malassezia geïnfecteerd is.

De uivinding heeft verder betrekking op het gebruik van een kit zoals hierboven beschreven voor het vervaardigen van een middel voor het behandelen van de hoofdhuid. De uivinding heeft eveneens betrekking op het gebruik van een kit zoals hierboven beschreven voor het vervaardigen van een middel voor het behandelen van een aandoening van de huid, veroorzaakt door Malassezia.

De uitvinding wordt verder toegelicht aan de hand van de onderstaande voorbeelden en vergelijkende experimenten.

Voorbeeld 1.

Een detergentsamenstelling werd bereid, bevattende

Piroctone-olamine 0.75 gew. %

Ichtyol 0.25 gew. %

Natriumlaurethsulfaat 25.00 gew. %

Triethanolamine laurylsufaat 10.00 gew. %

Cocoamidoproylbetaine 5.00 gew. %

Verdikkingsmiddelen 15.00 gew. %

Citroenzuur 0.35 gew. %

Water tot 100 gew. %

De detergentsamenstelling had een pH van 4.8.

Een nabehandelingssamenstelling werd bereid bevattende: Natriumlaurethsulfaat 25.00 gew. %

Triethanolamine laurylsufaat 10.00 gew. %

Cocoamidoproylbetaine 5.00 gew. %

Verdikkingsmiddelen 15.00 gew. %

Citroenzuur- NaOH buffer 0.91 gew. %

Water tot 100 gew. %

De nabehandelingssamenstelling had een pH van 4.8-5.0. 24 patiënten die allen leden aan een zware vorm van hoofdroos, seborrheïsche dermatitis of psoriasis, hebben gedurende een periode van één jaar, de huid/hoofdhuid gewassen met de detergent-samenstelling, de detergentsamenstelling maximaal 2 minuten laten inwerken, de gewassen huid afgespoeld met water, vervolgens de huid gespoeld met de nabehandelingssamenstelling, de nabehandelingssamenstelling goed ingemasseerd en kort laten inwerken, gevolgd door. afspoelen met water. Een wasbeurt zoals hiervoor beschreven duurde maximaal 5 minuten. Vervolgens werden de haren zoals gebruikelijk gedroogd met een haardroger en warme lucht. Deze behandeling werd 3 maal per week uitgevoerd gedurende een periode van 2 weken, gevolgd door een onderhoudsbehandeling van 2 keer per maand. De patiënten gebruikten uitsluitend de hierboven beschreven detergentsamenstelling, geen andere detergentsamenstelling.

De resultaten zijn als volgt. De kit van deze uitvinding werd geëvalueerd als een behandeling die - aanleiding gaf tot significante vermindering van schilfers bij 21 patiënten, ook na het sporten en bij blootstelling aan zonlicht - geen nieuwe roosvorming optrad tussen twee opeenvolgende behandelingen - de jeuk aanzienlijk verminderde bij 21 patiënten - bij 12 patiënten aanleiding gaf tot een aanzienlijke vermindering van erytheem.

Tabel 1 geeft de leeftijdsverdeling van de patiënten, tabel 2 toont de gebruiksfrequentie, tabel 3 toont de evaluatie door de patiënten.

Tabel 1

Tabel 2

Voorbeeld 2.

Om het effect van de kit van deze uitvinding te visualiseren werd de huid van 10 patiënten met seborrheïsch eczeem, na een behandeling met de kit zoals beschreven in voorbeeld 1 gedurende 1 week, behandeld met fluoresceïne voor het kleuren van de Malassezia. Vervolgens werd de huid onderzocht met behulp van een Vivascoop 1500, Réflectance

Confocal Microscopy. De resultaten worden getoond in de bijgevoegde foto’s, waarbij foto 1 de toestand van de huid toont voor behandeling en foto 2, 3 en 4 de toestand van de huid toont na behandeling.

Uit de aanwezigheid van de talrijke fluorescerende deeltjes in de vorm van witte stippen in fig. la, 2a en 3a blijkt duidelijk dat een aanzienlijke hoeveelheid Malassezia op de huid genesteld is. Na behandeling met de detergentsamenstelling en nabehandelings-samenstelling zoals beschreven in voorbeeld 1 is de hoeveelheid fluorescerende deeltjes in de vorm van witte stippen, representatief voor de aanwezigheid van Malassezia en roos, aanzienlijk verminderd.

Vergelijkend experiment A. 24 patiënten die allen leden aan een zware vorm van hoofdroos, seborrheïsche dermatitis of psoriasis, hebben gedurende een periode van één jaar, de huid/hoofdhuid gewassen met de detergentsamenstelling van voorbeeld 1, met het verschil dat de detergentsamenstelling een pH had van 7.8.

De detergentsamenstelling werd na wassen, maximaal 2 minuten op de huid gelaten om te kunnen inwerken, de gewassen huid werd afgespoeld met water, en vervolgens gespoeld met de nabehandelings-samenstelling zoals beschreven in voorbeeld 1, met een pH van 4.8-5.0. De nabehandelingssamenstelling werd goed ingemasseerd en kort laten inwerken, gevolgd door. afspoelen met water. Een wasbeurt zoals hiervoor beschreven duurde maximaal 5 minuten. Vervolgens werden de haren zoals gebruikelijk gedroogd met een haardroger en warme lucht. Deze behandeling werd 3 maal per week uitgevoerd gedurende een periode van 2 weken, gevolgd door een onderhoudsbehandeling van 2 keer per maand. De patiënten gebruikten uitsluitend de hierboven beschreven detergentsamenstelling, geen andere detergentsamenstelling.

De resultaten zijn als volgt. De kit van deze uitvinding werd geëvalueerd als een behandeling die - aanleiding gaf tot vermindering van schilfers onmiddellijk na het behandelen, maar met een terugkeer na behandeling - aanzienlijk meer jeuk en irritatie werd waargenomen bij gebruik.

Claims (12)

1. CONCLUSIES.

   1. Kit voor de behandeling van aandoeningen van de hoofdhuid, in het bijzonder roos, waarbij de kit een detergent samenstelling omvat en een nabehandelingssamenstelling, gekenmerkt doordat de detergent samenstelling een pH heeft lager dan 7.0 en een actief antiroos bestanddeel bevat, en de nabehandelingssamenstelling een pH heeft tussen 4.0 en 6.5, waarbij de nabehandelingssamenstelling een zure pH buffer omvat, waarbij de buffer een organisch zwak zuur omvat, waarbij het organisch zwak zuur ten minste gedeeltelijk in niet-gedissocieerde toestand in de nabehandelingssamenstelling aanwezig is.
2. 2. Kit volgens conclusie 1 waarbij de zure buffer een pH heeft begrepen tussen 4.0 en 6.0, bij voorkeur tussen 4.5 en 5.5.
3. 3. Kit volgens conclusie 1 of 2, waarbij het organisch zwak zuur een pKaWaarde heeft, die ligt tussen de 2.5 en de 4.25.
4. 4. Kit volgens één der voorgaande conclusies, waarbij de buffer een citroenzuur/natriumhydroxide buffer is.
5. 5. Kit volgens één der voorgaande conclusies waarbij de detergent-samenstelling een pH heeft tussen 4.0 en 6.0. 6 Kit volgens één der voorgaande conclusies, waarbij het actief antiroos bestanddeel gekozen is uit de groep van kétoconazole, ciimbazole, piroctone-olamine, selenium-disulfide, zinkpyrithione.
6. 7. Kit volgens één der voorgaande conclusies, waarbij de concentratie van het actief antiroos bestanddeel ligt tussen 0.2 en 5.0 gew.%.
7. 8. Kit volgens één der conclusies 4-7, waarbij de concentratie van het citroenzuur ligt tussen 1.0 en 5.0 gew.%.
8. 9. Kit volgens één der conclusies 4-8 waarbij de concentratie van het natrium hydroxide ligt tussen 0.2 en 4.0 gew.%.
9. 10. Kit volgens één der voorgaande conclusies waarbij de shampoo een anti-jeukmiddel bevat.
10. 11. Een werkwijze voor het behandelen van haar met de kit volgens één der conclusies 1 tot en met 10, omvattend een eerste stap waarbij de hoofdhuid behandeld wordt met de detergentsamenstelling, die vervolgens wordt afgespoeld, waarna de hoofdhuid behandeld wordt met de nabehandelingssamenstelling, die vervolgens wordt afgespoeld.
11. 12. Gebruik van een kit volgens één der conclusies 1 tot en met 10 voor het vervaardigen van een middel voor het behandelen van de hoofdhuid.
12. 13. Gebruik van een kit volgens één der conclusies 1 tot en met 10 voor het vervaardigen van een middel voor het behandelen van een aandoening van de huid, veroorzaakt door Malassezia.