BE1021025B1 - Een kleminrichting voor een fietsrek. - Google Patents

Een kleminrichting voor een fietsrek. Download PDF

Info

Publication number
BE1021025B1
BE1021025B1 BE2012/0869A BE201200869A BE1021025B1 BE 1021025 B1 BE1021025 B1 BE 1021025B1 BE 2012/0869 A BE2012/0869 A BE 2012/0869A BE 201200869 A BE201200869 A BE 201200869A BE 1021025 B1 BE1021025 B1 BE 1021025B1
Authority
BE
Belgium
Prior art keywords
clamp
clamping part
longitudinal axis
longitudinal
tensioner
Prior art date
Application number
BE2012/0869A
Other languages
English (en)
Inventor
Philip Sagaert
Original Assignee
Yakima Australia Pty Ltd.
Majaro Bvba
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by Yakima Australia Pty Ltd., Majaro Bvba filed Critical Yakima Australia Pty Ltd.
Priority to BE2012/0869A priority Critical patent/BE1021025B1/nl
Priority to EP13811558.9A priority patent/EP2934949B1/en
Priority to PCT/EP2013/077659 priority patent/WO2014096346A1/en
Priority to PL13811558T priority patent/PL2934949T3/pl
Application granted granted Critical
Publication of BE1021025B1 publication Critical patent/BE1021025B1/nl

Links

Classifications

    • BPERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
    • B60VEHICLES IN GENERAL
    • B60RVEHICLES, VEHICLE FITTINGS, OR VEHICLE PARTS, NOT OTHERWISE PROVIDED FOR
    • B60R9/00Supplementary fittings on vehicle exterior for carrying loads, e.g. luggage, sports gear or the like
    • B60R9/08Supplementary fittings on vehicle exterior for carrying loads, e.g. luggage, sports gear or the like specially adapted for sports gear
    • B60R9/10Supplementary fittings on vehicle exterior for carrying loads, e.g. luggage, sports gear or the like specially adapted for sports gear for cycles

Landscapes

  • Engineering & Computer Science (AREA)
  • Mechanical Engineering (AREA)
  • Clamps And Clips (AREA)

Abstract

EEN KLEMINRICHTING VOOR EEN FIETSREK De kleminrichting 1 voor een fietsrek 2 volgens de uitvinding bevat een langsgeleiding 60 die zich minstens gedeeltelijk in de holte 56 van de buis 50 bevindt waardoor het risico op contact door een gebruiker tijdens manipulatie van de buis 50 wordt verminderd.

Description

EEN KLEMINRtCHTING VOOR EEN FIETSREK
[01] De uitvinding betreft een kleminrichting voor het bevestigen van een fiets op een fietsrek.
[02] Een dergelijke klem voor een fietsrek is bijvoorbeeld gekend uit W02009/065817. Deze kleminrichting bevat echter een scharnierbare klem voor het verwijderbaar bevestigen van de kleminrichting aan het fietsrek. Een deel van deze schamierbare klem moet gedeeltelijk in en uit de langwerpige holle buis gebracht worden bij het bevestigen of verwijderen van de kleminrichting. Dit is een handeling die de gebruiker niet op een eenvoudige en efficiënte manier kan uitvoeren. De gebruiker moet bij het bevestigen enerzijds de langwerpige holle buis vastnemen, vervolgens de spanner volgens de langsas, tegen de veerdruk van de klem voor het bevestigen aan de fiets bewegen. Daarnaast moet de gebruiker ook nog terzelfdertijd het beweegbaar deel van de klem rond het frame van het fietsrek correct positioneren ten opzichte van de holle buis en zo houden dit klemdeel in de buis wordt bewogen. Dit leidt tot het risico dat de gebruiker met zijn vingers geklemd raakt tussen dit klemdeel en de holle buis. Bovendien vergt dit een coördinatie van drie gelijktijdige handelingen op vaak moeilijk bereikbare plaatsen, dit is in het bijzonder het geval als er meerdere fietsen op het fietsrek bevestigd moeten worden. Bovendien laat deze scharnierbare klem slechts in beperkte mate toe om toleranties ten gevolge van sleet of vervorming van het fietsrek en/of de klem op te vangen zodat ook bij langdurig gebruik een zekere klemming kan gegarandeerd worden.
[03] Een alternatieve kleminrichting is bijvoorbeeld gekend uit DE9214916U. Deze kleminrichting maakt voor het bevestigen van de kleminrichting aan het fietsrek gebruik van een klem met een vast klemdeel dat bevestigd is aan het langseinde van de holle buis. Daarnaast bevat deze klem ook een beweegbaar klemdeel dat kan bewogen worden volgens de langsas door middel van de spanner in de vorm van een vleugelmoer. Een dergelijke klem vereist niet meer dat de bebruiker klemdelen in de holle buis moet invoeren tijdens het bevestigen van de kleminrichting. Echter ook hier bestaat het risco op klemming van de vingers van de gebruiker, in het bijzonder tijdens het aanbrengen van deze klem op het fietsrek. Deze klem bevat zoals zichtbaar in de figuren namelijk een een langsgeleiding die ervoor zorgt dat het beweegbaar klemdeel uitgelijnd blijft met het vast klemdeel. Deze geleiding wordt gevormd door een omgebogen plaatje van het beweegbaar klemdeel dat samenwerkt met een afgeplatte kant van het vast klemdeel. Het is duidelijk dat een dergelijke uitvoering van de geleiding een groot risico met zich meedraagt dat de gebruiker in aanraking komt met of geklemd raakt tussen de elementen van deze geleiding bij het manipuleren van de kleminrichting waarbij de gebruiker de holle buis en de spanner moet vastnemen.
[04] Bijgevolg bestaat er een nood aan een kleminrichting voor een fietsrek die de voornoemde nadelen het hoofd biedt en dus met een groot gebruiksgemak en een verminderd risico op kwetsuren door een gebruiker kan worden aangebracht.
[05] Volgens een eerste aspect van de uitvinding wordt er voorzien in een kleminrichting voor een fietsrek, deze kleminrichting bevattende: - een langwerpige holle buis bevattende: - een eerste langseinde en een tweede langseinde; - een centrale langsas en een holte; - een eerste klem aangebracht aan het eerste langseinde voor het verwijderbaar bevestigen van de kleminrichting aan het fietsrek; - een tweede klem aangebracht aan het tweede langseinde voor het verwijderbaar bevestigen van de kleminrichting aan een fiets; - een spanner die geconfigureerd is om samen te werken met de eerste klem en de tweede klem zodat de eerste klem en de tweede klem beide door deze spanner kunnen worden opgespannen, de eerste klem bevattende: - een vast klemdeel dat bevestigd is aan het eerste langseinde; - een beweegbaar klemdeel dat geconfigureerd is om bewogen te worden volgens de langsas ten opzichte van het eerste langseinde door middel van de spanner; en - een langsgeleiding die zo geconfigureerd is dat het beweegbaar klemdeel uitgelijnd blijft met het vast klemdeel,
DMRDOOR GEKENMERKT DAT de langsgeleiding minstens gedeeltelijk in de holte van de buis is aangebracht.
[06] Doordat de langsgeleiding in de holte van de buis is aangebracht wordt het risico dat een gebruiker in contact komt of geklemd raakt tussen de elementen van deze geleiding sterk gereduceerd.
[07] Volgens een uitvoeringsvorm strekt de langsgeleiding zich volgens de langsas uit over een geleidingszone die het eerste langseinde bevat.
[08] Hierdoor wordt de geleiding dicht bij de eerste klem aangebracht waardoor de uitlijning van het beweegbaar klemdeel en het vast klemdeel met een grote nauwkeurigheid kan worden verzekerd.
[09] Bij voorkeur bevat de langsgeleiding een deel van het beweegbaar klemdeel dat dwars op de langsas een niet cirkelvormige doorsnede bevat die aansluit aan het vast klemdeel en/of de holte van de buis.
[10] Dit laat toe om de geleiding op een eenvoudige wijze te realiseren zonder dat complexe of extra elementen aan de kleminrichting moeten worden toegevoegd.
[11] Volgens een optionele uitvoeringsvorm bevat de langsgeleiding een deel van het beweegbaar klemdeel en het vast klemdeel volgens de langsas waarin een respectievelijke tand en/of groef zijn aangebracht.
[12] Op deze wijze kan een nauwkeurige langsgeleiding gerealiseerd worden.
[13] Bij voorkeur bevat de holte dwars op de langsas een niet cirkelvormige doorsnede, zoals bijvoorbeeld een nagenoeg driehoekige doorsnede.
[14] Dit laat toe om de krachten die ontstaan ten gevolge van een koppel rond de langsas op het beweegbaar klemdeel beter te verdelen over het oppervlak van de geleiding.
[15] Volgens een verdere uitvoeringsvorm bevat de eerste klem een begrenzer die in de holte van de buis is aangebracht en die geconfigureerd is om te verhinderen dat de geleiding volgens de langsas voorbij een uiterste stand wordt bewogen waarbij ze volledig uit de holte wordt bewogen.
[16] Zo wordt vermeden dat de gebruiker de eerste klem moet manipuleren om de geleiding terug in de holte van de buis te positioneren.
[17] Volgens een uitvoeringsvorm strekt de begrenzer zich volgens de langsas uit over een begrenzingszone die zich tussen het eerste langseinde en het tweede langseinde bevindt.
[18] Bij voorkeur bevat de begrenzer een deel van het beweegbaar klemdeel dat dwars op de langsas een doorsnede bevat die in de uiterste stand aanloopt tegen een uitsteeksel in de holte van de buis, optioneel wordt het uitsteeksel gevormd door het vast klemdeel.
[19] De begrenzer kan zo op een eenvoudige wijze gerealiseerd worden zonder toevoeging van complexe elementen.
[20] Volgens een verder uitvoeringsvorm bevat het beweegbaar klemdeel een verbindingsdeel bevat met een bevestiging voor de spanner dat zich volgens de langsas uitstrekt: - doorheen de holte van de buis; - voorbij het tweede langseinde; - doorheen de tweede klem; en - tot aan de bevestiging voor de spanner.
[21] Volgens een uitvoeringsvorm bevat de bevestiging schroefdraad waarop de spanner door middel van overeenkomstige schroefdraad kan worden aangebracht.
[22] Dit laat toe om de eerste klem en de tweede klem terzelfdertijd aan de zijde van het tweede langseinde te bedienen door middel van de spanner zonder dat een manipulatie van de gebruiker aan de zijde van het eerste langseinde noodzakelijk is.
[23] Bij voorkeur bevat de tweede klem: - een eerste scharnierbaar klemdeel dat aanleunt tegen het tweede langseinde van de buis; - een tweede scharnierbaar klemdeel dat aanleunt tegen de spanner; - een scharnier dat het eerste scharnierbaar klemdeel en het tweede scharnierbaar klemdeel scharnierbaar volgens een scharnieras dwars op de langsas verbindt.
[24] Dit laat toe om de tweede klem makkelijk aan de fiets te bevestigen met en te manipuleren met dezelfde spanner waarmee ook de eerste klem wordt bediend.
[25] Volgens een voorkeurdragende uitvoeringsvorm bevat de tweede klem een veer die geconfigureerd is om het eerste scharnierbaar klemdeel en het tweede scharnierbaar klemdeel open te scharnieren.
[26] Op deze wijze zal de ook bij het ontspannen van de spanner in eerste instantie de eerste klem in de geklemde positie op het fietsrek 2 geklemd blijven door de veerdruk. Dit is voordelig aangezien de gebruiker in veel gevallen enkel de tweede klem wenst te openen om bijvoorbeeld de fiets op het fietsrek te bevestigen of om de fiets van het fietsrek te verwijderen zonder daarbij de kleminrichting 1 zelf van het fietsrek te verwijderen.
[27] Volgens een tweede aspect van de uitvinding wordt voorzien in een methode voor het bevestigen van een kleminrichting volgens het eerste aspect van de uitvinding, daardoor gekenmerkt dat deze methode de volgende stappen bevat: - het vastnemen van de buis; - het beweegbaar klemdeel door middel van de spanner volgens de langsas bewegen van een gesloten positie naar een geopende positie; - het bevestigen van de eerste klem op het fietsrek; - het beweegbaar klemdeel door middel van de spanner volgens de langsas bewegen naar een klempositie.
[28] De uitvinding zal nu verder worden beschreven aan de hand van de tekeningen waarin: - Figuur 1 een uitvoeringsvorm van de kleminrichting volgens de uitvinding toont in een gesloten positie; - Figuur 2 een doorsnede toont van Figuur 1 volgens de langsas L; - Figuur 3 de kleminrichting uit Figuur 1 toont in gesloten positie waarbij de spanner werd losgeschroefd; - Figuur 4 de kleminrichting uit Figuur 1 toont in een geopende positie; - Figuren 5 tot 7 een methode weergeven voor het bevestigen van de kleminrichting uit Figuur 1 op een fietsrek; - Figuur 8 een doorsnede toont volgens de lijn VIII-VIII in Figuur 2; - Figuur 9 een doorsnede gelijkaardig aan Figuur 8 toont voor een alternatieve uitvoeringsvorm van de geleiding.
[29] Figuren 1 tot 8 tonen een uitvoeringsvorm van de kleminrichting 1 voor een fietsrek 2 volgens de uitvinding in verschillende posities. Een dergelijk fietsrek 2 bestaat bijvoorbeeld uit een opvouwbaar samenstel dat verwijderbaar op de trekhaak van een voertuig kan worden aangebracht en waarop één of meerdere fietsen kunnen worden aangebracht. De kleminrichting 1 zorgt ervoor dat de fietsen vastgemaakt kunnen worden op het fietsrek. Het is daarbij noodzakelijk om de kleminrichting 1 op een flexibele manier op verschillende plaatsen op het fietsrek 1 te kunnen bevestigen om zo toe te laten om een zo groot mogelijke combinatie van verscheidenheid aan modellen van fietsen op een veilige manier te kunnen vastklemmen. Deze kleminrichting 1 bevat een langwerpige holle buis 50 die aan weerszijden begrensd wordt door een eerste langseinde 52 en een tweede langseinde 54. De holte 56 en de langsas L van deze holle buis 50 zijn het best zichtbaar in de doorsnede van Figuur 2.
[30] Aan het eerste langseinde 52 van de holle buis 50 is een eerste klem 10 aangebracht. Met deze eerste klem 10 kan de kleminrichting 1 verwijderbaar aan het fietsrek 2 bevestigd worden. Aan het tweede langseinde 54 van de holle buis 50 dat zich aan het tegenoverliggende einde van het eerste langseinde 52 bevindt is een tweede klem 40 aangebracht. Met deze tweede klem 40 kan de kleminrichting 1 verwijderbaar aan een fiets bevestigd worden wanneer een fiets op het fietsrek moet worden bevestigd. Zowel de eerste klem 10 als de tweede klem 40 kunnen, zoals verder meer in detail zal worden beschreven, beide door middel van een spanner 30 worden opgespannen. De eerste klem 10 bestaat uit twee delen, namelijk een vast klemdeel 20 en een beweegbaar klemdeel 12. Het vast klemdeel 20 is bevestigd aan het eerste langseinde 52 van de holle buis 50. Zoals zichtbaar in Figuur 2 wordt dit vast klemdeel 20 volgens deze uitvoeringsvorm bevestigd door middel van een rivet 22, maar het spreekt voor zich dat eender welk ander geschikt bevestigingsmiddel zoals bijvoorbeeld een schroefverbinding, boutverbinding, lijmverbinding, ... kan worden aangewend om het vast klemdeel 20 aan het langseinde 52 van de holle buis 50 te bevestigen. Dit vast klemdeel 20 bevat zoals zicht baar een contactelement 24 voor het fietsrek 2 dat bij deze uitvoeringsvorm uitgevoerd is als een cirkelsegment. Dit is echter niet noodzakelijk, eender welke andere geschikte vorm van dit contactvlak is mogelijk zolang het kan aansluiten aan een deel van de omtrek van het fietsrek 2 waarop de kleminrichting 1 moet bevestigd worden. Het vast klemdeel 20 werkt ter hoogte van het langseinde 52 samen met het beweegbaar klemdeel 12. Dit beweegbaar klemdeel 12 bevat een haakvormig contactelement 14 voor het fietsrek 2 en kan volgens de langsas L bewogen worden ten opzichte van het langseinde 52 van een gesloten positie weergegeven in Figuur 1 naar een geopende positie zoals weergegeven in Figuren 4 en 5 en naar een klempositie zoals weergegeven in Figuren 6 en 7. De beweging van het beweegbaar klemdeel 12 wordt mogelijk gemaakt door de spanner 30. Hiervoor bevat het beweegbaar klemdeel 12, zoals zichtbaar in de doorsnede van Figuur 3, een verbindingsdeel 13. Dit verbindingsdeel 13 is uitgevoerd als een as die verbonden is met het haakvormig contactelement 14 en die zich uitstrekt volgens de langsas L doorheen de holte 56 van de buis 50 tot voorbij het tweede langseinde 54, vervolgens doorheen de tweede klem 40 en tenslotte tot aan een bevestiging 16 voor de spanner 30. Deze bevestiging 16 voor de spanner 30 is gevormd als een stuk van het verbindingsdeel 13 dat voorzien is van schroefdraad waarop de spanner door middel van een inwendige schroef 36 voorzien van overeenkomstige schroefdraad kan worden aangebracht. De spanner 30 kan door middel van het in of uit schroeven op deze bevestiging 16 volgens de langsrichting L worden bewogen. Het is duidelijk dat de gesloten positie weergegeven in Figuur 1 bereikt wordt wanneer de spanner 30 zo ver als mogelijk op de bevestiging 16 geschroefd is en zich dus zo dicht als mogelijk bij het tweede uiteinde 54 van de buis bevindt. Hierdoor wordt de tweede klem 40 tussen de spanner 30 en dit tweede uiteinde in een gesloten positie opgespannen. Ook het beweegbare klemdeel 12 van de eerste klem wordt op deze wijze met zijn haakvormig contactelement 14 in een uiterste positie bij het eerste uiteinde 52 van de buis 50 bewogen. De spanner 30 bevat verder nog een knop 32 die met het schroefelement 36 verbonden is en een gebruiker toelaat om met de hand het schroefelement 36 te verdraaien. In de knop 32 is zoals zichtbaar ook nog een optioneel slot 34 aangebracht die naar keuze de mogelijkheid om de knop te verdraaien verhindert. Dit enerzijds om een zekere bevestiging van de fietsen op het fietsrek 2 tijdens het transport toe te laten, maar anderzijds ook om bijvoorbeeld diefstal van de fietsen aanwezig op het fietsrek 2 tijdens onbewaakte momenten te verhinderen.
[31] Zoals zichtbaar in de doorsnede van Figuur 2 bevat de tweede klem 40 twee scharnierbare klemdelen 42, 44 die met elkaar verbonden zijn door middel van een scharnier 46 met een scharnieras P dwars op de langsas L. Het eerste schamierbaar klemdeel 42 leunt daarbij aan tegen het tweede langseinde 54 van de buis 50. Het tweede scharnierbaar klemdeel 44 leunt aan de andere zijde aan tegen de spanner 30. Tussen beide scharnierbare klemdelen 42, 44 een veer 48 aangebracht. Deze spiraalvormige drukveer 48 is zo aangebracht dat ze een kracht uitoefent die beide scharnierbare klemdelen 42, 44 probeert open te scharnieren. Om deze veer 48 op een eenvoudige wijze op zijn plaats te houden in de tweede klem 40 is de spiraalvormige drukveer 48 aangebracht rondom het verbindingsdeel 13. Het is duidelijk dat eender welke andere geschikte bevestiging van de veer mogelijk is, alsook andere geschikte types veren dan de veer 48 weergegeven in de uitvoeringsvorm van Figuur 3, zolang de veer 48 aangebracht is om beide scharnierbare 42, 44 open te scharnieren. Eén van de mogelijke alternatieven is bijvoorbeeld het aanbrengen van een torsieveer ter hoogte van het scharnier 46.
[32] Als de spanner 30 in de gesloten toestand weergegeven in Figuur 2 wordt losgeschroefd zal de veer 48 ervoor zorgen dat beide schamierbare klemdelen 42, 44 van de tweede klem 40 zullen open scharnieren zoals weergegeven in Figuur 3. Eenmaal de spanner voldoende werd losgeschroefd kan de het beweegbaar klemdeel 12 van de eerste klem 10 worden bewogen volgens de langsas L naar de geopende positie weergegeven in Figuur 4. Hiervoor neemt de gebruiker met één hand de buis 50 vast en drukt de gebruiker met de andere hand de spanner 30 volgens de langsas L in de richting van de buis 50. Dit zal ervoor zorgen dat de scharnierbare klemdelen 42, 44 tegen de druk van de veer 48 in terug naar de hun gesloten positie worden bewogen. Terzelfdertijd zal de spanner door middel van het verbindingsdeel 13 het haakvormig contactelement 14 van het beweegbaar klemdeel 12 volgens de langsas L weg van het eerste uiteinde 52 van de buis 50 bewegen. Zo zal de eerste klem 10 zijn geopende positie bereiken waarin, zoals weergegeven in Figuren 4 en 5, de eerste klem 10 op eenvoudige wijze op het fietsrek 2 kan worden aangebracht. Eenmaal het fietsrek 2 aanwezig is in de geopende eerste klem 10 kan de gebruiker de kracht uitgeoefend op de spanner 30 achterwege laten. De veer 48 zal op dat moment de scharnierbare klemdelen 42, 44 van de tweede klem 40 terug naar een geopend positie dwingen en daarbij de spanner 30 volgens de langsas L weg bewegen van het tweede uiteinde 54 van de buis 50 en daarbij via het verbindingsdeel 13 het haakvormig contactelement 14 naar de geklemde positie zoals weergegeven in Figuur 6 bewegen en ook daar houden. Nadat optioneel de fiets in de geopende tweede klem 40 werd aangebracht kan door het opnieuw aanschroeven van de spanner 30 ook de tweede klem 40 naar de opgespannen positie bewogen zoals weergegeven in Figuur 7.
[33] Zoals weergegeven in de doorsnedes van Figuren 2 en 8, is het haakvormig contactelement 14 van het beweegbaar klemdeel 12 verbonden met een langsgeleiding 60. Deze langsgeleiding 60 strekt zich uit in een geleidingszone 62 volgens de langsas L ter hoogte van het eerste langseinde 52. Zoals meer in detail zal worden beschreven zorgt deze langsgeleiding 60 ervoor dat tijdens het beweegbaar klemdeel 12 in de zijn verschillende posities telkens uitgelijnd blijft met het vast klem deel 20. Zoals zichtbaar werd deze langsgeleiding 60 minstens gedeeltelijk in de holte 56 van de buis 50 aangebracht en wordt zo vermeden dat de gebruiker tijdens het vastnemen van de buis 50 in contact kan komen met de langsgeleiding 60 en dus ook vermeden dat de gebruiker er bijvoorbeeld met zijn vingers tussen kan geklemd geraken. De langsgeleiding 60 volgens het weergegeven uitvoeringsvoorbeeld wordt op eenvoudige wijze gerealiseerd door middel van de nagenoeg driehoekige doorsnede van de holte 56 van de buis 50 die, zoals zichtbaar in de doorsnede van Figuur 4, aansluit op de doorsnede van het beweegbaar klemdeel 12 en het vast klemdeel 20. Het vast klemdeel 20 bevat zoals zichtbaar een nagenoeg V-vormige doorsnede die de onderste punt van de holte 56 opvult. Het beweegbaar klemdeel 12 is enigszins complementair met deze doorsnede van het vast klemdeel 20 en sluit aan de contactoppervlakken aan met de nagenoeg trapeziumvormige doorsnede van de holte 56. De doorsnede van het beweegbaar klemdeel 12 zoals weergegeven in Figuur 8 is nagenoeg constant voor de volledige lengte van de geleidingszone 62. Het is duidelijk dat op deze wijze de geleiding 60 mogelijk maakt dat het beweegbaar klemdeel over de lengte van de geleidingszone 62 zal kunnen worden bewogen volgens de langsas L zonder dat het beweegbaar klemdeel 12 een rotatie zal kunnen uitvoeren rond deze langsas L ten opzichte van het vast klemdeel 20 aangezien de doorsnede van het beweegbaar klemdeel 12 op de weergegeven aansluit bij de doorsnede van de holte 56 en het vast klemdeel 20. Zo blijft het beweegbaar klemdeel 12 uitgelijnd met het vast klemdeel 20 zonder dat de langsgeleiding aanleiding geeft tot een risico tot contact of klemming bij manipulatie van de buis 50 door de gebruiker. Zoals eveneens zichtbaar in Figuren 2 en 8 bevat de doorsnede van het beweegbaar klemdeel 12 een tand 18. Volgens een niet weergegeven variante uitvoeringsvorm kan deze tand 18 samenwerken met een overeenkomstige groef aangebracht in het vast klemdeel 20. Deze optionele tand 18 en/of groef kan zorgen voor een bijkomend contactoppervlak voor de geleiding 60 om de uitlijning van het vast klemdeel 20 en het beweegbaar klemdeel 12 te verzekeren. Het is duidelijk dat tal van variante doorsnedes van het vast klemdeel 20, het beweegbaar klemdeel 12 en de holte 56 mogelijk zijn om de geleiding te realiseren. Om een zekere uitlijning te realiseren is het enkel van belang dat het deel van het beweegbaar klemdeel 12, in het bijzonder in de geleidingszone 62, een niet cirkelvormige doorsnede bevat die aansluit aan het vast klemdeel 20 en/of de holte 56 van de buis 50. Hoewel het zelfs met een cirkelvormige doorsnede van de holte 56 mogelijk zou zijn om de geleiding te realiseren, zoals weergegeven in Figuur 9, geniet het de voorkeur om een holte 56 te gebruiken die een niet cirkelvormige doorsnede bevat, aangezien de krachten die ontstaan ten gevolge van koppels die worden uitgeoefend rondom de langsas L op het beweegbaar klemdeel 12 dan beter verdeeld worden over het oppervlak van het beweegbaar klemdeel 12 dat aansluit bij de holte 56.
[34] Verder sluit, zoals zichtbaar in de doorsnede van Figuur 2 en in de gedeeltelijke doorsnede van Figuur 5, op de geleidingszone 62 van de eerste klem 10 een begrenzingszone 72 die een begrenzer 70 bevat. Deze begrenzer 70 is eveneens aangebracht in de holte 56 van de buis 50 en die de beweging van de geleiding 60 volgens de langsas L beperkt om te verhinderen dat de geleiding voorbij een uiterste stand volledig uit de holte 56 zou worden bewogen. De begrenzer 70 wordt volgens dit uitvoeringsvoorbeeld gevormd door een deel van het beweegbaar klemdeel 12 dat dwars op de langsas L een stopribbe met een doorsnede 74 bevat die in de uiterste stand aanloopt tegen een uitsteeksel 76 in de holte 56 van de buis 50. De doorsnede 74 van de stopribbe stemt zoals weergegeven in Figuur 3 nagenoeg overeen met de doorsnede van de holte 56 en het uitsteeksel 76 wordt zoals zichtbaar in de gedeeltelijke doorsnede van Figuur 5 gevormd door een overeenkomstige stopribbe 76 van het vast klemdeel 20 die in de holte 56 naar binnen uitsteekt. Volgens een alternatieve uitvoeringsvorm waarbij bijvoorbeeld het vast klemdeel 20 weergegeven in Figuur 3 op de buis wordt bevestigd door middel van een lijmverbinding, wordt het uitsteeksel 76 gevormd door een alternatief deel van dit vast klemdeel 20 dat zich in de holte 56 bevindt. Het is duidelijk dat tal van alternatieve uitvoeringsvormen bedenkbaar zijn, waarbij het zelfs niet noodzakelijk is om de begrenzer 70 aan de geleiding 60 aan te brengen. Het geniet wel de voorkeur om ook deze begrenzer 70 tussen de beide langseinden 52, 54 in de holte 56 van de buis 50 aan te brengen om zo eveneens het risico op contact tijdens manipulatie van de buis 50 te reduceren.
[35] Verder is het ook zichtbaar in de doorsnede dat het haakvormig contactelement 14 van het beweegbaar klemdeel 12 is uitgevoerd als een samenstelling van een metalen haakvorm 141 die omspoten is met een kunststof omkapseling 142 waarmee ook de geleidingszone 62 en de begrenzingszone 72 wordt vormgegeven. De metalen haakvorm 141 is via een geschikte verbinding zoals een boutverbinding, schroefverbinding, soldeerverbinding, rivetverbinding, ... aan het verbindingsdeel 13 verbonden. Dit laat toe om het haakvormig element 14 met een voldoende hoge stijfheid te vormen zodat deze bestand is tegen de krachten die tijdens het opspannen van de kleminrichting 1 worden gegenereerd en anderzijds op een flexibel en eenvoudige manier de gewenste doorsnedes voor de geleidingszone 62 en de begrenzingszone 72 te realiseren. Het is duidelijk dat variante uitvoeringsvormen mogelijk zijn, waarbij het haakvormig element 14 bijvoorbeeld volledig uit metaal of uit kunststof is vervaardigd, of waarbij bijvoorbeeld het haakvormig element 14 en het verbindingselement 13 als één geheel zijn uitgevoerd.
[36] Tot slot is het ook voordelig als zoals weergegeven in Figuur 7, zelfs in de klempositie, de haakvormige contactelementen 14, 24 het fietsrek 2, hier in de vorm van een ronde buis niet volledig omsluiten, door een segment van de omtrek achterwege te laten. Dit laat namelijk toe om toleranties en vervormingen ten opzichte van de theoretische dimensionering van het fietsrek 2 en/of de haakvormige contactelementen 14, 24 zonder problemen op te vangen. Het is duidelijk dat de eerste haak makkelijk kan worden geklemd op een buis van het fietsrek 2, zelfs als de straal van de buis lokaal door toleranties wat groter is dan verwacht. Het is bovendien ook mogelijk om het geval waarin de omtrek van de buis van het fietsrek 2 bijvoorbeeld lokaal wat ingedeukt is en dus resulteert in een omtrek die kleiner is dan de originele omtrek, dan kan ook hier de eerste klem 10 probleemloos worden opgespannen aangezien het segment dat niet omsloten wordt door de haakvormige contactelementen 14, 24 toelaat om het haakvormig contactelement 14 van het beweegbaar klemdeel 12 volgens de langsrichting L verder in de richting van het haakvormig contactelement 24 te bewegen dan bij een volledig omsloten omtrek.
[37] Het is duidelijk dat talloze variante uitvoeringsvormen mogelijk zijn zonder af te wijken van de beschermingsomvang van de uitvinding zoals bepaald door de conclusies.

Claims (15)

  1. CONCLUSIES
    1. Een kleminrichting (1) voor een fietsrek (2), deze kleminrichting (1) bevattende: - een langwerpige holle buis (50) bevattende: - een eerste langseinde (52) en een tweede langseinde (54); - een centrale langsas (L) en een holte (56); - een eerste klem (10) aangebracht aan het eerste langseinde (52) voor het verwijderbaar bevestigen van de kleminrichting (1) aan het fietsrek (2); - een tweede klem (40) aangebracht aan het tweede langseinde (54) voor het verwijderbaar bevestigen van de kleminrichting (1) aan een fiets; - een spanner (30) die geconfigureerd is om samen te werken met de eerste klem (10) en de tweede klem (40) zodat de eerste klem (10) en de tweede klem (20) beide door deze spanner (30) kunnen worden opgespannen, de eerste klem (10) bevattende: - een vast klemdeel (20) dat bevestigd is aan het eerste langseinde (52); - een beweegbaar klemdeel (12) dat geconfigureerd is om bewogen te worden volgens de langsas (L) ten opzichte van het eerste langseinde (52) door middel van de spanner (30); en - een langsgeleiding (60) die zo geconfigureerd is dat het beweegbaar klemdeel (12) uitgelijnd blijft met het vast klemdeel (20), DAARDOOR GEKENMERKT DAT de langsgeleiding (60) minstens gedeeltelijk in de holte (56) van de buis (50) is aangebracht.
  2. 2. Een inrichting volgens conclusie 1, daardoor gekenmerkt dat de langsgeleiding (60) zich volgens de langsas (L) uitstrekt over een geleidingszone (62) die het eerste langseinde (52) bevat.
  3. 3. Een inrichting volgens minstens één van de voorgaande conclusies, daardoor gekenmerkt dat de langsgeleiding (60) een deel van het beweegbaar klemdeel (12) bevat dat dwars op de langsas (L) een niet cirkelvormige doorsnede bevat die aansluit aan het vast klemdeel (20) en/of de holte (56) van de buis (50).
  4. 4. Een inrichting volgens minstens één van de voorgaande conclusies, daardoor gekenmerkt dat de langsgeleiding (60) een deel van het beweegbaar klemdeel (12) en het vast klemdeel (20) volgens de langsas (L) bevat waarin een respectievelijke tand (18) en/of groef zijn aangebracht.
  5. 5. Een inrichting volgens minstens één van de voorgaande conclusies, daardoor gekenmerkt dat de holte (56) dwars op de langsas (L) een niet cirkelvormige doorsnede bevat.
  6. 6. Een inrichting volgens conclusie 6, daardoor gekenmerkt dat de holte (56) dwars op de langsas (L) een nagenoeg driehoekige doorsnede bevat.
  7. 7. Een inrichting volgens minstens één van de voorgaande conclusies, daardoor gekenmerkt dat de eerste klem (10) een begrenzer (70) bevat die in de holte (56) van de buis (50) is aangebracht en die geconfigureerd is om te verhinderen dat de geleiding (60) volgens de langsas (L) voorbij een uiterste stand wordt bewogen waarbij ze volledig uit de holte (56) wordt bewogen.
  8. 8. Een inrichting volgens conclusie 7, daardoor gekenmerkt dat de begrenzer (70) zich volgens de langsas uitstrekt over een begrenzingszone (72) die zich tussen het eerste langseinde (52) en het tweede langseinde (54) bevindt.
  9. 9. Een inrichting volgens conclusie 8, daardoor gekenmerkt dat de begrenzer (70) een deel van het beweegbaar klemdeel (12) bevat dat dwars op de langsas (L) een doorsnede (74) bevat die in de uiterste stand aanloopt tegen een uitsteeksel (76) in de holte (56) van de buis (50).
  10. 10. Een inrichting volgens conclusie 9, daardoor gekenmerkt dat het uitsteeksel (76) gevormd wordt door het vast klemdeel (20).
  11. 11. Een inrichting volgens minstens één van de voorgaande conclusies, daardoor gekenmerkt dat het beweegbaar klemdeel (12) een verbindingsdeel (13) bevat met een bevestiging voor de spanner (30) dat zich volgens de langsas (L) uitstrekt: - doorheen de holte (56) van de buis (50); - voorbij het tweede langseinde (54); - doorheen de tweede klem (40); en - tot aan de bevestiging (16) voor de spanner (30).
  12. 12. Een inrichting volgens conclusie 11, daardoor gekenmerkt dat de bevestiging (16) schroefdraad bevat waarop de spanner (30) door middel van overeenkomstige schroefdraad kan worden aangebracht.
  13. 13. Een inrichting volgens minstens één van de voorgaande conclusies, daardoor gekenmerkt dat de tweede klem (40) bevat: - een eerste schamierbaar klemdeel (42) dat aanleunt tegen het tweede langseinde (54) van de buis (50); - een tweede scharnierbaar klemdeel (44) dat aanleunt tegen de spanner (30); - een scharnier (46) dat het eerste schamierbaar klemdeel (42) en het tweede scharnierbaar klemdeel (44) schamierbaar volgens een scharnieras (P) dwars op de langsas verbindt.
  14. 14. Een inrichting volgens conclusie 13, daardoor gekenmerkt dat een veer 48 bevat die geconfigureerd is om het eerste schamierbaar klemdeel (42) en het tweede scharnierbaar klemdeel (44) open te scharnieren.
  15. 15. Een methode voor het bevestigen van een kleminrichting (1) volgens minstens één van de voorgaande conclusies, daardoor gekenmerkt dat deze methode de volgende stappen bevat: - het vastnemen van de buis (50); - het beweegbaar klemdeel (12) door middel van de spanner (30) volgens de langsas (L) bewegen van een gesloten positie naar een geopende positie; - het bevestigen van de eerste klem (10) op het fietsrek (2); - het beweegbaar klemdeel (12) door middel van de spanner (30) volgens de langsas (L) bewegen naar een klempositie.
BE2012/0869A 2012-12-21 2012-12-21 Een kleminrichting voor een fietsrek. BE1021025B1 (nl)

Priority Applications (4)

Application Number Priority Date Filing Date Title
BE2012/0869A BE1021025B1 (nl) 2012-12-21 2012-12-21 Een kleminrichting voor een fietsrek.
EP13811558.9A EP2934949B1 (en) 2012-12-21 2013-12-20 A clamping device for a bicycle rack
PCT/EP2013/077659 WO2014096346A1 (en) 2012-12-21 2013-12-20 A clamping device for a bicycle rack
PL13811558T PL2934949T3 (pl) 2012-12-21 2013-12-20 Zaciskowe urządzenie do rowerowego stojaka

Applications Claiming Priority (1)

Application Number Priority Date Filing Date Title
BE2012/0869A BE1021025B1 (nl) 2012-12-21 2012-12-21 Een kleminrichting voor een fietsrek.

Publications (1)

Publication Number Publication Date
BE1021025B1 true BE1021025B1 (nl) 2015-01-27

Family

ID=47826751

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
BE2012/0869A BE1021025B1 (nl) 2012-12-21 2012-12-21 Een kleminrichting voor een fietsrek.

Country Status (4)

Country Link
EP (1) EP2934949B1 (nl)
BE (1) BE1021025B1 (nl)
PL (1) PL2934949T3 (nl)
WO (1) WO2014096346A1 (nl)

Families Citing this family (5)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
DE202014101765U1 (de) * 2014-04-14 2015-07-17 Carman Enterprise Co., Ltd. Befestigungsstrebe zum Sichern eines Fahrrads auf Fahrradträgern
DE202015104516U1 (de) * 2015-08-26 2016-12-01 Fiamma S.P.A. Fahrradbefestigungsvorrichtung
IT201700053122A1 (it) * 2017-05-17 2017-08-17 Aurilis Group Italia S R L Dispositivo per il trattenimento di biciclette su un portabiciclette
EP3724035A1 (en) * 2017-12-14 2020-10-21 Aurilis Group Italia S.R.L. Device for keeping bicycles on a bicycle-holder
WO2023287961A1 (en) * 2021-07-14 2023-01-19 Cassel Enosh Bicycle rack

Citations (6)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
US20020192015A1 (en) * 2001-06-19 2002-12-19 Wang Chiu Kuei Replaceable top tube for bicycles
WO2003106221A1 (en) * 2002-06-14 2003-12-24 Thule Sweden Ab Load carrier for transporting a bicycle
WO2006004519A1 (en) * 2004-07-07 2006-01-12 Thule Sweden Ab Device for up and down tilting of a load carrie attached at a vehicle
DE202006017800U1 (de) * 2006-11-22 2007-01-18 Mft Transport Systeme Gmbh Haltearm für einen Fahrradträger
WO2009065817A1 (en) * 2007-11-21 2009-05-28 Thule Sweden Ab Bicycle support assembly for use with a load carrier for vehicles
DE102009039822A1 (de) * 2009-09-02 2011-03-03 Westfalia-Automotive Gmbh Befestigungseinrichtung mit einer Spannmutteranordnung

Family Cites Families (1)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
DE9214916U1 (de) 1992-11-03 1993-12-02 Erich Uebler Autozubehoerfabri Vorrichtung zur beabstandeten Halterung eines Fahrrads am Heckgepäckträger eines Kraftfahrzeugs

Patent Citations (6)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
US20020192015A1 (en) * 2001-06-19 2002-12-19 Wang Chiu Kuei Replaceable top tube for bicycles
WO2003106221A1 (en) * 2002-06-14 2003-12-24 Thule Sweden Ab Load carrier for transporting a bicycle
WO2006004519A1 (en) * 2004-07-07 2006-01-12 Thule Sweden Ab Device for up and down tilting of a load carrie attached at a vehicle
DE202006017800U1 (de) * 2006-11-22 2007-01-18 Mft Transport Systeme Gmbh Haltearm für einen Fahrradträger
WO2009065817A1 (en) * 2007-11-21 2009-05-28 Thule Sweden Ab Bicycle support assembly for use with a load carrier for vehicles
DE102009039822A1 (de) * 2009-09-02 2011-03-03 Westfalia-Automotive Gmbh Befestigungseinrichtung mit einer Spannmutteranordnung

Also Published As

Publication number Publication date
PL2934949T3 (pl) 2017-01-31
EP2934949A1 (en) 2015-10-28
WO2014096346A1 (en) 2014-06-26
EP2934949B1 (en) 2016-09-07

Similar Documents

Publication Publication Date Title
BE1021025B1 (nl) Een kleminrichting voor een fietsrek.
US9999719B2 (en) Clamp for an IV pump
US6161448A (en) Brake cable adjusting device for a bicycle
EP1884425A2 (fr) Adaptateur pour la fixation d'un balai d'essuie glace sur un bras
CH638085A5 (fr) Dispositif de fermeture pour chaussure de sport.
CH628389A5 (fr) Entrebailleur de porte.
US9994274B2 (en) Fixing system
CN110167795B (zh) 自行车固位设备
US585406A (en) Lantern-bracket
US20080246238A1 (en) Folding structure of a golf cart
EP2325706B1 (fr) Dispositif de fixation d'un bracelet
NL2005592C2 (en) Foldable stem assembly for a bicycle.
EP1745827B1 (fr) Fixation sécurisée de chaussure sur une planche de glisse
NL1029701C2 (nl) Fietsstuursamenstel, koppelstuk, electronische afleeseenheid, fietscomputer en fiets.
EP3312053B1 (fr) Ensemble de fixation d'un limiteur de debattement d'une tablette arriere sur le volet arriere d'un vehicule automobile
KR20080069062A (ko) 원터치 장착가능한 보조 핸들
FR2743345A1 (fr) Dispositif formant pare-boue de vehicule automobile
FR2589533A1 (fr) Attache reglable de tringlerie
FR2724466A1 (fr) Attelage demontable pour l'assemblage d'une monture de lunettes et de ses branches
FR2504399A1 (fr) Fixation de ski reglable par deplacement longitudinal commande par une seule main
EP1972495A2 (fr) Poignée destinée à la manutention d'un boîtier d'un moyen d'éclairage/signalisation pour véhicule automobile et procédé de manutention d'un tel boîtier
FR2655745A1 (fr) Monture de lunettes a ecran demontable.
FR2863974A3 (fr) Retroviseur exterieur d'automobile.
NL2000721C1 (nl) Fietsstuurpen met verstelbare hoek.
CA2931437A1 (en) Wheel fork

Legal Events

Date Code Title Description
MM Lapsed because of non-payment of the annual fee

Effective date: 20221231