BE1020902A3 - Verbindingssysteem voor een doek of dergelijke, werkwijze voor het verbinden van een doek of dergelijke met een element en nieuw gebruik van een halve rits voorzien aan de zijrand van een doek of dergelijke. - Google Patents

Verbindingssysteem voor een doek of dergelijke, werkwijze voor het verbinden van een doek of dergelijke met een element en nieuw gebruik van een halve rits voorzien aan de zijrand van een doek of dergelijke. Download PDF

Info

Publication number
BE1020902A3
BE1020902A3 BE201200649A BE201200649A BE1020902A3 BE 1020902 A3 BE1020902 A3 BE 1020902A3 BE 201200649 A BE201200649 A BE 201200649A BE 201200649 A BE201200649 A BE 201200649A BE 1020902 A3 BE1020902 A3 BE 1020902A3
Authority
BE
Belgium
Prior art keywords
cloth
profile
channel
slot
shaped chamber
Prior art date
Application number
BE201200649A
Other languages
English (en)
Inventor
Ludwig Kestelyn
Original Assignee
Sunprotex Bvba
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by Sunprotex Bvba filed Critical Sunprotex Bvba
Priority to BE201200649A priority Critical patent/BE1020902A3/nl
Priority to PCT/IB2013/058494 priority patent/WO2014053931A1/en
Priority to EP13792471.8A priority patent/EP2909415B8/en
Priority to PL13792471T priority patent/PL2909415T3/pl
Application granted granted Critical
Publication of BE1020902A3 publication Critical patent/BE1020902A3/nl

Links

Classifications

    • EFIXED CONSTRUCTIONS
    • E06DOORS, WINDOWS, SHUTTERS, OR ROLLER BLINDS IN GENERAL; LADDERS
    • E06BFIXED OR MOVABLE CLOSURES FOR OPENINGS IN BUILDINGS, VEHICLES, FENCES OR LIKE ENCLOSURES IN GENERAL, e.g. DOORS, WINDOWS, BLINDS, GATES
    • E06B9/00Screening or protective devices for wall or similar openings, with or without operating or securing mechanisms; Closures of similar construction
    • E06B9/24Screens or other constructions affording protection against light, especially against sunshine; Similar screens for privacy or appearance; Slat blinds
    • E06B9/40Roller blinds
    • E06B9/42Parts or details of roller blinds, e.g. suspension devices, blind boxes
    • EFIXED CONSTRUCTIONS
    • E06DOORS, WINDOWS, SHUTTERS, OR ROLLER BLINDS IN GENERAL; LADDERS
    • E06BFIXED OR MOVABLE CLOSURES FOR OPENINGS IN BUILDINGS, VEHICLES, FENCES OR LIKE ENCLOSURES IN GENERAL, e.g. DOORS, WINDOWS, BLINDS, GATES
    • E06B9/00Screening or protective devices for wall or similar openings, with or without operating or securing mechanisms; Closures of similar construction
    • E06B9/56Operating, guiding or securing devices or arrangements for roll-type closures; Spring drums; Tape drums; Counterweighting arrangements therefor
    • E06B9/58Guiding devices
    • E06B9/581Means to prevent or induce disengagement of shutter from side rails

Landscapes

  • Engineering & Computer Science (AREA)
  • Structural Engineering (AREA)
  • Architecture (AREA)
  • Civil Engineering (AREA)
  • Treatment Of Fiber Materials (AREA)
  • Details Of Garments (AREA)

Description

Verbindingssysteem voor een doek of dergelijke, werkwijze voor het verbinden van een doek of dergelijke met een element en nieuw gebruik van een halve rits voorzien aan de zijrand van een doek of dergelijke.
De huidige uitvinding heeft betrekking op een verbindingssysteem vóór een doek of dergelijke, zoals bijvoorbeeld voor een doek voor rolgordijnen, een geveldoek of gevelzeil, een al dan niet bedrukte folie en dergelijke meer.
Een doek of dergelijke dient in de breedste zin te worden geïnterpreteerd en omvat ook zeilen, vliezen, weefsels, folies, filmen, of combinaties ervan, voor binnen- en buitentoepassing, onafhankelijk van de wijze waarop zij vervaardigd zijn, en onafhankelijk van de materialen waaruit zij vervaardigd zijn.
Een doek dient vaak verbonden te worden met een element zoals een profiel of een raamwerk of dergelijke meer.
In de toepassing van rolgordijnen bijvoorbeeld is het bekend dat het doek, bijvoorbeeld een rechthoekig deel doek, ter plaatse van één zijrand verbonden wordt met een rolbuis, terwijl de overstaande zijrand voorzien wordt van een profiel of dergelijke welke het nodige gewicht geeft aan het doek met het oog op een strakke uitstraling wanneer het rolgordijn is afgerold.
Het profiel wordt thans gebruikelijk met het gordijndoek verbonden door aan de betreffende zijrand van het doek over de gehele breedte een omboording te voorzien in de vorm van een zoom, waarin een zogenaamde pees wordt gevoerd.
In combinatie daarmee wordt een profiel aangewend welke over een kanaalvormige kamer beschikt waarin de zoom met ingevoerde pees kan gevoerd worden, bijvoorbeeld door inschuiven langs een open kops uiteinde.
Een beperking of nadeel van deze oplossing is dat de verbindingslijn, vaak een lasnaad, van de zoom zichtbaar blijft, ook na het aanbrengen van de pees in het profiel.
Zulke lasnaad of verbindingslijn wordt overigens ook gecreëerd bij andere verbindingen met een doek of dergelij ke.
In een andere toepassing waar een doek dient te worden opgespannen in een raamwerk of dergelijke is er ook behoefte aan verbindingssystemen. Zulke toepassing is onder andere bekend bij de gevelbekleding of bij de grote met reclameboodschappen bedrukte doeken.
De verbinding van het doek met het raamwerk wordt gebruikelijk voltrokken door het doek langsheen de omtreksrand te voorzien van rivetten of verstevigingsringen.
Doorheen deze rivetten worden koorden of elastieken gevoerd welke bijkomend met een vaste structuur worden verbonden.
Zulke vaste .structuur bestaat bijvoorbeeld uit een buizenraamwerk dat verbonden wordt met een gevel of een stelling.
Een nadeel van zulke verbinding voor doeken of dergelijke bestaat erin dat het doek op discrete punten wordt verbonden en eventueel aangespannen waardoor zich vervormingen presenteren in het doekoppervlâk.
Bovendien is de spankracht relatief beperkt aangezien de discrete punten alle krachten dienen op te nemen.
Ook bij het aanbrengen van artistieke werken op canvas of dergelijke in een kader is er nood aan verbindingssystemen.
Ter duiding van de stand van de techniek wordt ook verwezen naar een bekend geleidingssysteem voor vlakhangende zonweringdoeken, waarbij het doek aan twee overstaande zijranden voorzien is van een halve rits. Naar zulk zonweringssysteem wordt vaak verwezen als "Ritsscreen" of Zipscreen.
De uitvoering met een halve rits, zoals omschreven in het BE 905.440, voorkomt dat een zonweringsdoek bij hevige windvlagen gaat klapperen. De halve rits omvat in algemene termen discrete blokjes welke op regelmatige onderlinge afstand gepositioneerd zijn.
De halve rits is gebruikelijk met het doek verbonden door middel van een las.
Zoals verduidelijkt in het BE 905.440, is de halve rits voorzien in een inwendige ruimte in een eerste profiel welke is en afgebakend door een eerste mantel waarin over de volledige lengte van het eerste profiel een eerste sleuf is voorzien. Aldus kan de rits langs één van de kopse uiteinden van dit eerste profiel in de inwendige ruimte gevoerd worden, waarbij het doek doorheen de eerste sleuf reikt.
De ritsblokjes vertonen een grotere breedte dan de breedte van de eerste sleuf, terwijl de inwendige ruimte in het eerste profiel voldoende ruimte biedt zodat de rits zonder al te veel weerstand doorheen het profiel op en neer kan bewogen worden.
Dit eerste profiel is op haar beurt naar buiten verend aangebracht in een vast met het gebouw verbonden tweede profiel, een en ander zodanig dat de twee overstaande profielen ten allen tijde van elkaar worden weggedrukt.
Dit tweede profiel omvat een kanaalvormige kamer afgebakend door een tweede mantel voorzien van een tweede hier breed uitgevoerde sleuf waar doorheen het doek wordt gevoerd.
Het eerste profiel is in het tweede profiel aangebracht met beide sleuven in eikaars nabijheid, i.e. zodanig dat het doek tussen de overstaande halve ritsen een vlak vormt met het oog op een vlotte op en neer geleiding.
De veerkracht is echter beperkt of zelfs afwezig wanneer het doek onbelast blijft, bijvoorbeeld bij windstille omstandigheden, een en ander zodanig dat het doek daarbij zonder al te veel weerstand op en af kan gerold worden.
Dit geleidingssysteem voor zonweringdoeken voldoet echter niet om zonder aanpassingen te worden toegepast als een spansysteem voor een doek of dergelijke.
Het is ten andere duidelijk dat de discrete blokjes van de rits bij voorkeur zo klein mogelijk zijn met het oog op een beperkte verdikking bij oprollen van het doek, terwijl de sleuf, enerzijds, ruim breder dient te zijn dan de dikte van het doek en, anderzijds, smaller dient te zijn dan de breedte van de blokjes ter voorkoming van al te snelle uittreding.
Deze evenwichtsoefening resulteert in een samenbouw welke geschikt is om weerstand te bieden aan krachten welke zich voordoen bij gebruikelijke windsterkten op niet al te grote rolgordij noppervlakten.
Wanneer het rolgordijnoppervlak groter wordt, of wanneer een andere toepassing beoogt wordt, zoals bijvoorbeeld bij het bekleden van een gevel door middel van een textiel, dan nemen de krachten kwadratisch toe met de lengtematen.
Een bijkomend nadeel is dat de verbindingslijn of lasnaad zichtbaar kan zijn.
De huidige uitvinding biedt een alternatief voor de bestaande verbindingssystemen of heeft tot doel aan de voornoemde en andere nadelen een oplossing te bieden door een verbindingssysteem voor een doek of dergelijke te voorzien.
Hiertoe betreft de uitvinding een verbindingssysteem voor een doek of dergelijke, welk verbindingssysteem kan samenwerken met een doek waarvan minstens een deel van een rand voorzien is een zogenaamde halve rits, waarbij het verbindingssysteem minstens een eerste profiel omvat voorzien van een eerste mantel welke een eerste inwendige ruimte definieert, doch welke eerste mantel voorzien is van een eerste sleuf over hoofdzakelijk de volledige lengte van het eerste profiel, waarbij de eerste inwendige ruimte gepast is uitgevoerd zodat de halve rits er kan worden ingevoerd terwijl het doek of dergelijke doorheen de eerste sleuf kan reiken, en welk eerste profiel kan samenwerken met een kanaalvormige kamer voorzien in een element waarmee beoogt wordt het doek te verbinden, zoals bijvoorbeeld.een tweede profiel of dergelijke, welke kanaalvormige kamer is afgebakend door een tweede mantel welke een tweede inwendige ruimte definieert, doch welke tweede mantel voorzien is van een tweede sleuf over hoofdzakelijk de volledige lengte van de kanaalvormige kamer, waarbij de geometrie en de afmetingen van het eerste profiel zodanig is afgestemd op de geometrie en de afmetingen van de kanaalvormige kamer dat het eerste profiel met ingevoerde halve rits en uittredend doek of dergelijke in de kanaalvormige kamer kan worden aahgebracht, waarbij meer bepaald de eerste sleuf in of nabij het meest verscholen deel van de kanaalvormige kamer wordt geplaatst, i.e. in de zone van de kanaalvormige kamer het verst verwijderd van de tweede sleuf, terwijl het doek of dergelijke doorheen de tweede sleuf kan reiken, en zodanig dat bij het uitoefenen van een trekkracht op het doek of dergelijke, het eerste profiel desgevallend deels gekanteld wordt doch waarbij volledige omkering van het eerste profiel in de kanaalvormige kamer, i.e. zodanig dat de eerste sleuf in lijn met of in de nabijheid van de tweede sleuf terecht komt, voorkomen wordt.
Volgens een bijzondere uitvoeringsvariante maakt de kanaalvormige kamer en/of de halve rits deel uit van het verbindingssysteem volgens de uitvinding.
In technische termen wordt het technisch resultaat onder andere bekomen wanneer de grootste doormeter van de dwarse doorsnede van het eerste profiel, i.e. de grootst mogelijk te meten afstand tussen twee aan de buitenzijde van het eerste profiel gelegen punten, niet kleiner is dan de diameter van de grootste virtuele cirkel welke in de kanaalvormige kamer in dwarsdoorsnede kan getekend worden.
Een en ander resulteert in een verbindingssysteem waarbij de lasnaad of dergelijk van de halve rits met het doek ten allen tijde verborgen blijft in de kanaalvormige kamer en dat uittrede van het eerste profiel uit de kanaalvormige kamer voorkomen wordt, ook wanneer de breedte van de tweede sleuf van de kanaalvormige kamer groter is dan de kleinste breedte van het eerste profiel.
Inderdaad, volgens een voorkeurdragende uitvoeringsvariante zijn de geometrie en de afmetingen van het eerste profiel zodanig afgestemd op de geometrie en de afmetingen van de kanaalvormige kamer dat, bij het uitoefenen van een trekkracht op het doek of dergelijke, het eerste profiel gedeeltelijk gekanteld wordt, in elk geval over minder dan 180°, bij voorkeur over minder dan 90° of zelfs over minder dan 70°, waarbij de kanteling tot de blokkering leidt van het eerste profiel in de kanaalvormige kamer.
De vorm van de kanaalvormige kamer kan in doorsnede bijvoorbeeld hoofdzakelijk ovaal zijn zonder beduidende sleufdiepte.
Een eerste profiel volgens de uitvinding dat kan samenwerken met zulke in doorsnede ovaalvormige kanaalvormige kamer kan ovaal of hoofdzakelijk rechthoekig zijn, uiteraard globaal kleiner dan de kanaalvormige kamer, en met grootste doormeter van het eerste profiel, bijvoorbeeld de afstand tussen de eerste sleuf en het tegenover gelegen wanddeel aan de buitenzijde van het eerste profiel, groter dan de voorziene breedte in de kanaalvormige kamer.
De vorm van de kanaalvormige kamer kan in doorsnede bijvoorbeeld een rond deel bevatten, aangevuld met een in doorsnede bijvoorbeeld rechthoekige sleuf met sleufdiepte bijvoorbeeld een derde van de totale diepte van de kanaalvormige kamer. Voor de eenvoud wordt naar deze basisvorm verwezen als een boomvormige dwarsdoorsnede.
Een eerste profiel volgens de uitvinding dat kan samenwerken met zulke in doorsnede boomvormige kanaalvormige kamer kan eveneens een hoofdzakelijk rond deel bevatten met onderbreking ter vorming van de eerste sleuf, en tegenover de eerste sleuf aan de buitenzijde voorzien zijn van een uitstekende vin welke in aangebrachte positie in de tweede sleuf van de kanaalvormige kamer plaatsneemt.
De huidige uitvinding heeft tevens betrekking op een werkwijze voor het verbinden van een doek of dergelijke met een element, welke werkwijze, uitgaande van een doek met daaraan verbonden halve rits, enerzijds, en een element waarmee het doek beoogt wordt te worden verbonden, welk element voorzien is van een kanaalvormige kamer welke is afgebakend door een tweede mantel welke een tweede inwendige ruimte definieert, doch welke tweede mantel voorzien is van een tweede sleuf over hoofdzakelijk de volledige lengte van de kanaalvormige kamer, anderzijds, de stappen omvat van het voorzien van een eerste profiel voorzien van een eerste mantel welke een eerste inwendige ruimte definieert, doch welke eerste mantel voorzien is van een eerste sleuf over hoofdzakelijk de volledige lengte van het eerste profiel, waarbij de halve rits in de eerste inwendige ruimte wordt gevoerd terwijl het doek of dergelijke doorheen de eerste sleuf reikt, waarna het eerste profiel in de kanaalvormige kamer wordt voorzien, meer bepaald met de eerste sleuf in of nabij het meest verscholen deel van de kanaalvormige kamer, i.e. in de zone van de kanaalvormige kamer verwijderd van de tweede sleuf, terwijl het doek of dergelijke doorheen de tweede sleuf voert.
De huidige uitvinding heeft tevens betrekking op het nieuwe gebruik van een halve rits voorzien aan de zijrand van een doek of dergelijke, welke gebruik het realiseren van een verbinding betreft zonder geleidingsdoeleinden van de halve rits in het eerste profiel.
Met het inzicht de kenmerken van de uitvinding beter aan te tonen, zijn hierna, als voorbeeld zonder enig beperkend karakter, enkele voorkeurdragende uitvoeringsvormen van een verbindingssysteem voor een doek of dergelijke volgens de uitvinding beschreven, met verwijzing naar de bijgaande tekeningen, waarin: figuren 1 tot 3 in doorsnede drie alternatieve uitvoeringsvormen van een verbindingssysteem volgens de uitvinding weergeven.
Figuur 1 geeft op schematische wijze en in doorsnede een verbindingssysteem volgens de uitvinding weer, met eerste profiel 1 waarin de halve rits 2 dat verbonden is met de rand van een doek 3 is gevoerd.
Het geheel is op gepaste wijze in een kanaalvormige kamer 4 in element 5 voorzien.
Het element 5 betreft hier een schematisch weergegeven profiel 5.
De halve rits 2 omvat in algemene termen discrete blokjes welke op regelmatige onderlinge afstand gepositioneerd zijn.
De halve rits 2 is met het doek 3 verbonden door middel van een las of lasnaad 6.
Het eerste profiel 1 is voorzien van een eerste mantel 7 welke hier hoofdzakelijk rond of cirkelvormig is uitgevoerd en welke een eerste inwendige ruimte 8 definieert, doch welke eerste mantel 7 voorzien is van een eerste sleuf 9 over hoofdzakelijk de volledige lengte van het eerste profiel 1.
De eerste inwendige ruimte 8 is uitgevoerd zodat de halve rits 2 er kan worden ingevoerd terwijl het doek of dergelijke 3 doorheen de eerste sleuf 9 kan reiken.
De eerste mantel 7 is aan de buitenzijde, hier meer bepaald tegenover de sleuf 9, voorzien van een uitstekende vin 10 welke deel uitmaakt van het eerste profiel 1.
Het aanbrengen van de halve rits 2 kan bijvoorbeeld via één van de kopse uiteinden van het eerste profiel 1, terwijl de eerste sleuf 9 een breedte vertoont welke kleiner is dan de breedte van de discrete blokjes van de halve rits 2 ter voorkoming van al te snelle uittreding.
De kanaalvormige kamer 4 in het element 5 is afgebakend door een tweede mantel 11 welke een tweede inwendige ruimte 12 definieert, doch welke tweede mantel 11 voorzien is van een tweede sleuf 13 over hoofdzakelijk de volledige lengte van de kanaalvormige kamer 4.
De vorm van de kanaalvormige kamer 4 vertoont hier in doorsnede een rond compartiment 14 en een in doorsnede rechthoekige kamer 15, zijnde de sleuf 13 welke hier over een beduidende sleufdiepte beschikt, hier tussen een derde en de helft van de totale diepte van de kanaalvormige kamer 4. Voor de eenvoud wordt naar deze basisvorm verwezen als een boomvormige dwarsdoorsnede.
De breedte van de tweede sleuf 13 is hier doch niet noodzakelijk kleiner dan de kleinste doormeter van het eerste profiel 1.
De geometrie en de afmetingen van het eerste profiel 1 is zodanig afgestemd op de geometrie en de afmetingen van de kanaalvormige kamer 4 dat het eerste profiel 1 met ingevoerde halve rits 2 en uittredend doek of dergelijke 3 in de kanaalvormige kamer 4 kan worden aangebracht, hier gezien de kleinere sleufbreedte in vergelijking tot de kleinste doormeter van het eerste profiel 1, via één van de kopse uiteinden van de kanaalvormige kamer 4.
Volgens de uitvinding wordt het eerste profiel 1 tijdens de invoering of plaatsing ervan in de kanaalvormige kamer 4, met de eerste sleuf 9 in of nabij of minstens hoofdzakelijk in de richting van het meest verscholen deel van de kanaalvormige kamer 4 geplaatst.
Met het meest verscholen deel van de kanaalvormige kamer 4 wordt bedoeld de zone van de kanaalvormige kamer 4 dat verwijderd van de tweede sleuf 13 is gelegen.
Een en ander impliceert dat tijdens het invoeren of plaatsen van het eerste profiel 1 met ingevoerde halve rits 2 waarmee het doek 3 verbonden is, het doek 3 tussen de tweede mantel 11 en het eerste profiel 1 wordt geleid om verder via de tweede sleuf 2 uit het element 5 te treden.
De geometrie en de afmetingen van het eerste profiel 1 is bijkomend zodanig afgestemd. op de geometrie en de afmetingen van de kanaalvormige kamer 4 dat het eerste profiel 1, eenmaal ingevoerd zoals besproken, niet de ruimte wordt geboden om zodanig te verdraaien dat de eerste sleuf 9 zich naar de tweede sleuf 13 zou richten.
Met andere woorden zijn de geometrie en de afmetingen van het eerste profiel 1 zodanig afgestemd op de geometrie en de afmetingen van de kanaalvormige kamer 4 dat bij het uitoefenen van een trekkracht op het doek of dergelijke 3, het eerste profiel 1 desgevallend deels gekanteld wordt doch waarbij volledige omkering van het eerste profiel 1 in de kanaalvormige kamer 4, i.e. zodanig dat de eerste sleuf 9 in lijn met of in de nabijheid van de tweede sleuf 13 terecht komt, voorkomen wordt.
Een en ander wordt onder andere bekomen wanneer de grootste doormeter D van het eerste profiel 1 gemeten in de dwarse doorsnede, i.e. de grootst mogelijk te meten afstand tussen twee aan de buitenzijde van het eerste profiel 1 gelegen punten, niet kleiner is dan de diameter van de grootste virtuele cirkel welke in de kanaalvormige kamer 4 weergegeven in dwarsdoorsnede kan getekend worden.
In de besproken en in figuur 1 weergegeven uitvoeringsvorm komt het erop neer dat de afstand tussen het vrije uiteinde van de vin 10 en de overstaande buitenzijde van de eerste mantel 7, i.e. nabij de eerste sleuf 9, groter is dan de diameter van het ronde compartiment 14 van de kanaalvormige kamer 4.
De werkwijze voor het verbinden van het doek of dergelijke 3 met een element 5 volgens de uitvinding, en de werking van het verbindinssysteem volgens de uitvinding is als volgt.
Uitgaande van een doek of dergelijke 3 waaraan op bekende wijze een halve rist 2 is voorzien, en tevens van de overige hoger beschreven componenten, zijnde het eerste profiel 1 en het element 5 waarmee beoogt wordt het doek of dergelijke 3 te verbinden, wordt als volgt te werk gegaan.
De halve rits 2 wordt in het eerste profiel 1 gevoerd via één van.de open kopse uiteinden van het eerste profiel 1.
Het doek 3 treedt uit de eerste sleuf 9, en het eerste profiel 1 wordt over hoofdzakelijk 180° rond haar as gedraaid terwijl het doek 3 in positie wordt gehouden. Aldus wordt het doek 3 langsheen de buitenwand van de eerste mantel 7 en langs de vin 10 geleid, om van daaruit verder in het verlengde van de vin 10 te verlopen.
In die positie wordt het eerste profiel 1 in de kanaalvormige kamer 4 gevoerd, in deze uitvoeringsvorm langs een van de kopse uiteinden van de kanaalvormige kamer 4.
Het doek 3 treedt daarbij doorheen de tweede sleuf 13, de vin 10 en het aanleunend deel van het doek 3 nemen deels plaats in de in doorsnede rechthoekige kamer 15, zijnde de sleuf 13 welke hier over een beduidende sleufdiepte beschikt, en de eerste mantel 7 welke hier hoofdzakelijk rond of cirkelvormig is uitgevoerd, samen met het aanleunend deel doek 3 en de in het profiel 1 gevoerde rits 2 worden in het ronde compartiment 14 van de kanaalvormige kamer 4 gevoerd.
Bij het uitoefenen van een trekkracht op het doek of dergelijke 3, bijvoorbeeld door het ophangen van het doek 3 waarbij het profiel 5 onderaan een gewicht vormt, zal het eerste profiel 1 gekanteld worden tot dat de vin 10 tegen één der wanden welke de in doorsnede rechthoekige kamer 15 afbakenen aanleunt.
Verdere kanteling wordt aldus voorkomen, waardoor de verbogen opstelling van de eerste sleuf 9, en vooral van de lasnaad 6 gegarandeerd blijft.
Deze opstelling garandeert ten andere, gezien de tangentiële oriëntatie van de trekkracht nabij de eerste sleuf 9, een grotere weerstand tegen trekkrachten dan wanneer de eerste sleuf 9 in lijn zou gepositioneerd zijn met de tweede sleuf 13.
De in figuur 2 weergegeven variante uitvoeringsvorm verschilt van de in figuur 1 weergegeven uitvoeringsvorm doordat de vorm van de kanaalvormige kamer 4 hoofdzakelijk ovaal is uitgevoerd, zonder beduidende sleufdiepte.
Het weergegeven eerste profiel 1 dat kan samenwerken met zulke in doorsnede ovaalvormige kanaalvormige kamer 4 kan hoofdzakelijk rechthoekig zijn of ovaal zoals weergegeven.
De vorm van het eerste profiel 1 zoals weergegeven in figuur 1 kan ook gecombineerd worden met de ovaalvormige kanaalvormige kamer 4 zoals weergegeven in figuur 2.
In figuur 3 is een praktische uitvoeringsvariant van een verbindingssysteem volgens de uitvinding weergegeven. Voor het behoud van het overzicht is hier slechts het deel van een element 5 weergegeven dat voorzien is van de kanaalvormige kamer 4.
Ook deze kanaalvormige kamer 4 is hier voorzien van een eerste profiel 1.
Het eerste profiel 1 is voorzien van een eerste mantel 7 welke een eerste inwendige ruimte 8 definieert.
Merk op dat de eerste mantel 7 voorzien is van een eerste sleuf 9, hier over de volledige lengte van het eerste profiel 1.
In de eerste inwendige ruimte 8 is een halve rits 2 voorzien welke verbonden is met het doek of dergelijke 3, meer bepaald op bekende wijze door middel van een las.
De eerste inwendige ruimte 8 biedt daartoe voldoende ruimte voor het aanbrengen van de rits 2, bijvoorbeeld via één van de kopse uiteinden van het eerste profiel 1, terwijl de eerste sleuf 9 een breedte vertoont welke kleiner is dan de breedte van de discrete blokjes van de rits 2 ter voorkoming van al te snelle uittreding.
Volgens een kenmerk van de onderhavige uitvinding zijn zowel de afmetingen als de geometrie van het eerste profiel 1 gepast afgestemd op de afmetingen en de geometrie van de kanaalvormige kamer 4 waarin deze is aangebracht in gebruikspositie.
Inderdaad, het eerste profiel 1 vertoont een hoofdzakelijk rechthoekige vorm doch hier met afgeronde hoeken.
De kanaalvormige kamer 4 is hoofdzakelijk omgeven door een tweede mantel 11 waarin een tweede sleuf 13 is voorzien.
De tweede sleuf 13 vertoont een breedte welke groter is dan de breedte of kleinste doormeter van het eerste profiel 1.
De tweede sleuf 13 is begrensd door twee hoofdzakelijk evenwijdige flanken 16.
Beide flanken 16 bakenen deels de tweede inwendige ruimte 12 van de kanaalvormige kamer 4 af. De sleuf 13 biedt toegang tot een dieper gelegen compartiment 17 van de inwendige ruimte 12.
Eén van de flanken 16 is voorzien van een neus 18 welke een gedeelte van het dieper gelegen compartiment 17 voorziet van een van de buitenzijde van de inwendige ruimte 12 verborgen hoek 19.
De geometrie van het dieper gelegen compartiment 17 is zodanig dat het eerste profiel 1 erin kan gekanteld worden waarbij het zich blokkeert in de verborgen hoek 19, i.e. achter de neus 18, enerzijds, en tegen het tegenover gedeelte van de tweede mantel 11 in de tweede inwendige ruimte 12, anderzijds.
De benodigde ruimte wordt hier onder andere ook geboden door een halfronde uitholling 20 in het meest verzonken gedeelte van de inwendige ruimte 12.
Het eerste profiel 1 is hier dusdanig in de kanaalvormige kamer 4 voorzien dat de eerste sleuf 9 maximaal verwijderd is van de tweede sleuf 13 in de tweede mantal 11 van de kanaalvormige kamer 4.
Het doek of dergelijke 3 verloopt daarbij van de eerste sleuf 9, tussen eerste profiel 1 en de neus 18 en verder uit de inwendige ruimte 12.
De werking van het voorkeurdragend verbindingssysteem voor een doek of dergelijke volgens figuur 3 verschilt van de werking van de besproken en in figuren 1 en 2 weergegeven uitvoeringsvormen doordat de tweede sleuf 13 breder is en door de aanwezigheid van de neus 18.
Er wordt uitgegaan van een doek of dergelijke 3 waarvan een rand voorzien is van een halve rits 2, welke op besproken wijze in het eerste profiel 1 is aangebracht.
Het eerste profiel 1 met ingevoerd rits 2 wordt in zijn geheel in één beweging doorheen de tweede sleuf 13 in de kanaalvormige kamer 4 aangebracht door deze over zijn volledige lengte voor te leggen en eventueel enige drukkracht toe te passen, waarbij de eerste sleuf 9 eerst in de kanaalvormige kamers 4 wordt gevoerd.
Het doek of dergelijke 2 wordt daarbij tussen het eerste profiel 1 en de neus 18 gevoerd.
Door vervolgens enige trekkracht op het doek of dergelijke 3 uit te oefenen, bijvoorbeeld wanneer het element 5 deel uitmaakt van een spansysteem, doch bij voorkeur volgens de richting hoofdzakelijk parallel aan de flank 16 waarlangs het doek 3 gevoerd is, wordt het eerste profiel 1 gekanteld waarbij het zich uiteindelijk blokkeert in de verborgen hoek 19, i.e. achter de neus 18, enerzijds, en tegen het tegenover gelegen gedeelte van de tweede mantel 11 in de tweede inwendige ruimte 12, anderzijds.
De benodigde ruimte wordt hier onder andere ook geboden door een halfronde uitholling 20 in het meest verzonken gedeelte van de inwendige ruimte 12.
De huidige uitvinding is geenszins beperkt tot de als voorbeeld beschreven en in de figuren weergegeven uitvoeringvormen, doch, een verbindingssysteem voor een doek of dergelijke 3 volgens de uitvinding kan in velerlei vormen en afmetingen worden uitgevoerd, zonder buiten het kader van de uitvinding te treden.

Claims (5)

1. Verbindingssysteem voor een doek of dergelijke, welk verbindingssysteem kan samenwerken met een doek of dergelijke (3) waarvan minstens een deel van een rand voorzien is een zogenaamde halve rits (2), waarbij het verbindingssysteem minstens een eerste profiel (1) omvat voorzien van een eerste mantel (7) welke een eerste inwendige ruimte (8) definieert, doch welke eerste mantel (7) voorzien is van een eerste sleuf (9) over hoofdzakelijk de volledige lengte van het eerste profiel (1), waarbij de eerste inwendige ruimte (8) gepast is uitgevoerd zodat de halve rits (2) er kan worden ingevoerd terwijl het doek of dergelijke (3) doorheen de eerste sleuf (9) kan reiken, en welk eerste profiel (1) kan samenwerken met een kanaalvormige kamer (4) voorzien in een element (5) waarmee beoogt wordt het doek (3) te verbinden, zoals bijvoorbeeld een tweede profiel of dergelijke, welke kanaalvormige kamer (4) is afgebakend door een tweede mantel (11) welke een tweede inwendige ruimte (12) definieert, doch welke tweede mantel (11) voorzien is van een tweede sleuf (13) over hoofdzakelijk de volledige lengte van de kanaalvormige kamer (4), waarbij de geometrie en de afmetingen van het eerste profiel (1) zodanig is afgestemd op de geometrie en de afmetingen van de kanaalvormige kamer (4) dat het eerste profiel (1) met ingevoerde halve rits (2) en uittredend doek of dergelijke (3) in de kanaalvormige kamer (4) kan worden aangebracht, waarbij meer bepaald de eerste sleuf (9) in of nabij het meest verscholen deel van de kanaalvormige kamer (4) wordt geplaatst, i.e. in de zone van de kanaalvormige kamer (4) verwijderd van de tweede sleuf (13), terwijl het doek of dergelijke (3) doorheen de tweede sleuf kan reiken (13), en zodanig dat bij het uitoefenen van een trekkracht op het doek of dergelijke (3), het eerste profiel (1) desgevallend deels gekanteld wordt doch waarbij volledige omkering van het eerste profiel (1) in de kanaalvormige kamer (4), i.e. zodanig dat de eerste sleuf (9) in lijn met of in de nabijheid van de tweede sleuf (13) terecht komt, voorkomen wordt.
2. Verbindingssysteem volgens conclusie 1, daardoor gekenmerkt dat de kanaalvormige kamer (4) en/of de halve rits (2) deel uitmaken van het verbindingssysteem.
3. Verbindingssysteem volgens conclusie 1 of 2, daardoor gekenmerkt dat de grootste doormeter gemeten in de dwarse doorsnede van het eerste profiel (1), i.e. de grootst mogelijk te meten afstand tussen twee aan de buitenzijde van het eerste profiel (1) gelegen punten, niet kleiner is dan de diameter van de grootste virtuele cirkel welke in de kanaalvormige kamer (4) in dwarsdoorsnede kan getekend worden.
4. Werkwijze voor het verbinden van een doek of dergelijke (3) met een element (5), welke werkwijze, uitgaande van, enerzijds, een doek of dergelijke (3) met daaraan verbonden halve rits (2) en, anderzijds, een element (5) waarmee het doek (3) beoogt wordt te worden verbonden, welk element (5) voorzien is van een kanaalvormige kamer (4) welke is afgebakend door een tweede mantel (11) welke een tweede inwendige ruimte (12) definieert, doch welke tweede mantel (11) voorzien is van een tweede sleuf (13) over hoofdzakelijk de volledige lengte van de kanaalvormige kamer (13), de stappen omvat van het voorzien van een eerste profiel (1) voorzien van een eerste mantel (7) welke een eerste inwendige ruimte (8) definieert, doch welke eerste mantel (7) voorzien is van een eerste sleuf (9) over hoofdzakelijk de volledige lengte van het eerste profiel (1), waarbij de halve rits (2) in de eerste inwendige ruimte (8) wordt gevoerd terwijl het doek of dergêlijke (3) doorheen de eerste sleuf (9) reikt, waarna het eerste profiel (1) in de kanaalvormige kamer (4) wordt voorzien, meer bepaald met de eerste sleuf (9) in of nabij het meest verscholen deel van de kanaalvormige kamer (4), i.e. in de zone van de kanaalvormige kamer (4) verwijderd van. de tweede sleuf (13), terwijl het doek of dergelijke doorheen de tweede sleuf (13) voert.
5. Het gebruik van een halve rits (2) voorzien aan de zijrand van een doek of dergelijke (3), daardoor gekenmerkt dat het gebruik het realiseren van een verbinding betreft zonder geleidingsdoeleinden van de halve rits (2) in het. eerste profiel (1).
BE201200649A 2012-10-01 2012-10-01 Verbindingssysteem voor een doek of dergelijke, werkwijze voor het verbinden van een doek of dergelijke met een element en nieuw gebruik van een halve rits voorzien aan de zijrand van een doek of dergelijke. BE1020902A3 (nl)

Priority Applications (4)

Application Number Priority Date Filing Date Title
BE201200649A BE1020902A3 (nl) 2012-10-01 2012-10-01 Verbindingssysteem voor een doek of dergelijke, werkwijze voor het verbinden van een doek of dergelijke met een element en nieuw gebruik van een halve rits voorzien aan de zijrand van een doek of dergelijke.
PCT/IB2013/058494 WO2014053931A1 (en) 2012-10-01 2013-09-12 Connection system for a cloth or the like, method for connecting a cloth or the like to an element and new use of half a zipper provided on the side edge of a cloth or the like
EP13792471.8A EP2909415B8 (en) 2012-10-01 2013-09-12 Connection system for a cloth or the like, method for connecting a cloth or the like to an element and new use of half a zipper provided on the side edge of a cloth or the like
PL13792471T PL2909415T3 (pl) 2012-10-01 2013-09-12 System łączenia do tkaniny lub podobnych, sposób łączenia tkaniny lub podobnych z elementem oraz nowe zastosowanie pół-suwaka, umieszczonego na krawędzi bocznej tkaniny lub podobnych

Applications Claiming Priority (2)

Application Number Priority Date Filing Date Title
BE201200649A BE1020902A3 (nl) 2012-10-01 2012-10-01 Verbindingssysteem voor een doek of dergelijke, werkwijze voor het verbinden van een doek of dergelijke met een element en nieuw gebruik van een halve rits voorzien aan de zijrand van een doek of dergelijke.
BE201200649 2012-10-01

Publications (1)

Publication Number Publication Date
BE1020902A3 true BE1020902A3 (nl) 2014-08-05

Family

ID=47191432

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
BE201200649A BE1020902A3 (nl) 2012-10-01 2012-10-01 Verbindingssysteem voor een doek of dergelijke, werkwijze voor het verbinden van een doek of dergelijke met een element en nieuw gebruik van een halve rits voorzien aan de zijrand van een doek of dergelijke.

Country Status (4)

Country Link
EP (1) EP2909415B8 (nl)
BE (1) BE1020902A3 (nl)
PL (1) PL2909415T3 (nl)
WO (1) WO2014053931A1 (nl)

Citations (3)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
GB1005756A (en) * 1963-08-30 1965-09-29 Avery & Co Est 1834 Ltd J Blinds
BE905440A (fr) * 1986-08-11 1987-01-16 Hayashiguchi Seizo Ecran de fenetre.
US5117892A (en) * 1990-06-22 1992-06-02 Murray Alan C Window shade track construction

Patent Citations (3)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
GB1005756A (en) * 1963-08-30 1965-09-29 Avery & Co Est 1834 Ltd J Blinds
BE905440A (fr) * 1986-08-11 1987-01-16 Hayashiguchi Seizo Ecran de fenetre.
US5117892A (en) * 1990-06-22 1992-06-02 Murray Alan C Window shade track construction

Also Published As

Publication number Publication date
WO2014053931A1 (en) 2014-04-10
PL2909415T3 (pl) 2017-06-30
EP2909415A1 (en) 2015-08-26
EP2909415B1 (en) 2016-12-21
EP2909415B8 (en) 2017-04-19

Similar Documents

Publication Publication Date Title
CN101171397B (zh) 带有可折叠式叶片的可收起式遮帘
US20180313146A1 (en) Window treatment hembar
US20200131848A1 (en) Roll-up coverings for architectural openings and related methods, systems and devices
AU2017200369B2 (en) Cellular shade assembly and method for constructing same
US20110108206A1 (en) Roman Shade Window Curtain Having Rolling Spool For Multi-Step Retracting/Unfolding Control
US20120043029A1 (en) Dual Panel Window Shade Apparatus with Improved Bottom Weight Bar and Rail
US20230366267A1 (en) Roll-up coverings for architectural openings and related methods, systems and devices
EP2322751A1 (en) Screen device
US9890586B2 (en) Sunshade structure
US20150345214A1 (en) Separate Shade Covering for Blinds
EP3040504A1 (en) Unit cells, blind joining said unit cells, and blind assembly comprising said blind
BE1020902A3 (nl) Verbindingssysteem voor een doek of dergelijke, werkwijze voor het verbinden van een doek of dergelijke met een element en nieuw gebruik van een halve rits voorzien aan de zijrand van een doek of dergelijke.
CN102242597A (zh) 带有可折叠式叶片的可收起式遮帘
BE1025101A1 (nl) Scherminrichting
AU2012358726B2 (en) Sun protection device
GB2139683A (en) Guide structure for a shutter
JP6473039B2 (ja) 日射遮蔽装置の遮蔽体の下降ガイド機構
KR20150025472A (ko) 횡 방향 각도조절형 블라인드지 및 이를 이용한 블라인드
KR20150025474A (ko) 횡 방향 각도조절형 블라인드지
KR20120021343A (ko) 롤 업 쉐이드
JP2015078559A (ja) 巻取式横型ブラインド
IT201900018392A1 (it) Tapparella avvolgibile a lamelle orientabili provvista di mezzi semplificati per la rotazione angolare
EP2514910A1 (en) Window covering
DE102011005215A1 (de) Tageslichtrollladen 03