BE1020696A3 - Paneel voor een sectionaalpoort, sectionaalpoort, profiel en gebruik daarvan. - Google Patents

Description

Paneel voor een sectionaalpoort, sectionaalpoort, profiel en gebruik daarvan.

De huidige uitvinding heeft betrekking op een paneel voor een sectionaalpoort, een sectionaalpoort, een profiel en het gebruik van een dergelijk profiel.

Meer speciaal betreft de uitvinding sectionaalpoorten, dat wil zeggen poorten met een aantal horizontale panelen die omhoog getrokken kunnen worden om de poort te openen, en die wederom naar beneden gelaten of geduwd kunnen worden om de poort te sluiten.

Dergelijke sectionaalpoorten zijn meestal zodanig ontworpen en/of geïnstalleerd dat als de panelen vanuit gesloten positie geopend worden, zij omhoog getrokken worden, maar tevens enigszins richting de binnenkant van de poort bewegen, dat wil zeggen in de richting van de ruimte die wordt afgesloten door de poort. Dit kan bijvoorbeeld bereikt worden door het vlak waarin de panelen zich bevinden als de sectionaalpoort gesloten is, licht naar binnen te laten hellen.

Het sluiten van een dergelijke poort gaat omgekeerd, waarbij tijdens het grootste deel van de sluitbeweging de panelen met relatief weinig wrijving bewegen, en tijdens de laatste fase van het sluiten enigszins naar buiten geduwd worden, tegen een daartoe voorziene dichting.

Dit kan veroorzaakt worden door de zwaartekracht in combinatie met het ontwerp van de poort, en dient om wrijving van onderdelen van de poort tegen elkaar, bijvoorbeeld de panelen tegen dichtingen of geleidingswieltjes tegen geleidingsrails, te voorkomen of verminderen, zodat deze onderdelen minder aan slijtage onderhevig zijn, en er een lagere kracht nodig is om de poort te openen en te sluiten.

Echter, bij poorten die voorzien zijn van een dichting die tegen de zijkant en/of bovenkant van de panelen werkt, dus bijvoorbeeld een rubberstrook . die aan het kader van de poort is bevestigd en die de zijkant van de panelen als aanslag gebruikt om zodoende een gesloten poort goed te kunnen afdichten, werkt dit niet.

Een dergelijke sectionaalpoort is bijvoorbeeld beschreven in EP2426309, en kan worden toegepast om een zeer goede isolatiewaarde te bereiken.

De zijkant en/of bovenkant van de panelen schuift in dit geval langs de dichting, met slijtage en/of risico van lostrekken van de dichtingen tot gevolg, wat tot hogere kosten en slechtere afdichting leidt.

Ook bewegen de panelen van de poort hierdoor minder soepel, waardoor een grotere kracht nodig is om deze te bedienen.

De huidige uitvinding heeft tot doel aan minstens één van de voornoemde en andere nadelen een oplossing te bieden, doordat zij voorziet . in een paneel voor een sectionaalpoort, waarbij één of beide zijkanten en/of de bovenkant van het paneel een oppervlak hebben dat een hoek maakt met de buitenkant en de binnenkant van het paneel, waarbij de ingesloten hoek van dit oppervlak met de buitenkant een stompe hoek is en de ingesloten hoek van dit oppervlak met de binnenkant een scherpe hoek is.

Dit heeft als voordeel dat een dergelijk paneel gebruikt kan worden in een sectionaalpoort met een dichting op de zijkanten van de panelen en op de bovenkant van het bovenste paneel, waarbij de panelen tijdens het openen gemakkelijk loskomen van deze dichting en dus verdere beweging met relatief weinig wrijving kunnen voortzetten.

Dit heeft als verdere voordelen dat een beperkte kracht nodig is voor de opening, en dat slijtage aan de dichting en de panelen verminderd wordt.

Doordat een dergelijk paneel, vanwege het genoemde oppervlak dat een scherpe hoek maakt met de binnenkant van het paneel, tijdens de laatste fase van een sluitbeweging van een sectionaalpoort tegen de dichfing aangeduwd wordt, wordt in ieder geval een beter aansluitende dichting verkregen.

De buitenkant en de binnenkant van de panelen zijn hierbij de zijden van het paneel die naar de buitenzijde, respectievelijk de binnenzijde van het gebouw gericht zijn waarin een sectionaalpoort met dergelijke panelen gebruikt wordt. De zijkanten zijn de kopse kanten van de panelen.

Bij voorkeur ligt hierbij de scherpe hoek tussen 45° en 85° en bij nog meer voorkeur tussen 60° en 85°.

In een voorkeurdragende uitvoeringsvorm omvat het paneel een paneellichaam en profielen aan elk van de zijkanten en de bovenkant van het paneellichaam, waarbij genoemde oppervlak gevormd wordt door het profiel.

Dit is een praktische manier om een dergelijk profiel te vervaardigen.

In een verdere voorkeurdragende uitvoeringsvorm is het paneellichaam hol met één of meer openingen aan de zijkanten, waarbij het profiel zodanig van formaat is en zodanig is aangebracht, dat het profiel de openingen afsluit.

Een hol paneellichaam, waarbij de holte van dit paneellichaam met een isolatieproduct gevuld kan zijn, dient afgesloten te zijn, opdat er geen luchttransport via de holte van het paneel kan plaatsvinden tussen binnen en buiten het gebouw waarin het paneel bedoeld is gebruikt te worden. Dit gebeurt traditioneel via een afsluitdop.

In de beschreven voorkeurdragende uitvoeringsvorm neemt het profiel de functie van deze afsluitdop over, zodat een afzonderlijke afsluitdop niet langer nodig is.

De uitvinding betreft tevens een sectionaalpoort die minimaal één paneel omvat zoals bovenstaand omschreven.

In een voorkeurdragende uitvoeringsvorm heeft deze sectionaalpoort tevens minimaal één dichting die de sectionaalpoort in gesloten toestand afdicht, waarbij de afmetingen van de onderdelen van de sectionaalpoort zodanig zijn dat in gesloten toestand van de sectionaalpoort het genoemde oppervlak of de genoemde oppervlakken dient of dienen als aanslag voor de dichting.

Een dergelijke sectionaalpoort heeft het voordeel van een gereduceerde slijtage van een zijdelingse dichting en een lichte bediening, zoals bovenstaand uitgelegd.

De uitvinding betreft verder een open profiel met een basis en twee parallelle flanken, waarbij de basis en de flanken van het profiel recht zijn en de door de buitenoppervlakken van de basis en een flank ingesloten hoek scherp is, en bij voorkeur tussen 45° en 85° ligt.

De uitvinding betreft verder het gebruik van een dergelijk Pr°fiel aan de zijkant en of bovenkant van een paneel van een sectionaalpoort, waarbij de basis van het profiel een aanslag vormt voor een dichting van de sectionaalpoort in gesloten toestand.

Met het inzicht de kenmerken van de uitvinding beter aan te tonen, is hierna, als voorbeeld zonder enig beperkend karakter, een voorkeurdragende uitvoeringsvorm beschreven van een sectionaalpoort volgens de uitvinding, met verwijzing naar de bijgaande tekeningen, waarin :

Figuur 1 schematisch en in perspectief een opening in een muur weergeeft die voorzien is van een sectionaalpoort volgens de uitvinding die voorzien is van panelen volgens de uitvinding; en

Figuur 2 een doorsnede weergeeft volgens lijn II-II

wanneer de sectionaalpoort gesloten is; en

Figuur 3 dezelfde doorsnede weergeeft als figuur 2, maar in een andere gebruikstoestand van de sectionaalpoort.

Figuur 4 een doorsnede weergeeft volgens lijn IV-IV wanneer de sectionaalpoort gesloten is; en Figuur 5 dezelfde doorsnede weergeeft als figuur 4, maar in een andere gebruikstoestand van de sectionaalpoort.

De sectionaalpoort 1 in figuren 1 tot 5 sluit een opening tussen een binnenzijde en een buitenzijde van een gebouw af en bestaat hoofdzakelijk uit een kader 2 en een aantal, in dit geval vier, boven elkaar gekoppelde panelen 3.

De onderste drie panelen 3, zoals getoond in figuren 2 en 3, hebben een binnenkant 4, een buitenkant 5 en twee zijkanten 6. Ze bestaan uit holle paneellichamen 7 die aan beide zijkanten voorzien zijn van profielen 8 die de zijkanten 6 van het paneel vormen. De profielen 8 zijn zodanig over de zijkanten van de paneellichamen 7 aangebracht dat ze de holte 9 in een paneellichaam 7 afsluiten.

Dit gebeurt bijvoorbeeld door de profielen 8 vast te lijmen over het gehele oppervlak waarmee ze in contact zijn met de paneellichamen 7, en door overblijvende openingen, bijvoorbeeld aan de boven- en onderkant van een paneel op te vullen. De holte 9 is voorzien van isolatiemateriaal, bijvoorbeeld isolatieschuim.

Het kan hierbij ook nuttig zijn de paneellichamen 7 aan hun zijkanten schuin af te zagen om een betere aansluiting met de profielen 9 te verkrijgen.

De dikte van de paneellichamen 7 is D.

De profielen 8 zijn open profielen, dat wil zeggen in doorsnede bij benadering ü-vormig of haakvormig, en zijn gemaakt van polyester. Ze hebben een rechte basis 10 en twee rechte, parallelle flanken, te weten een eerste rechte flank 11, die zich aan de binnenkant 4 van het paneel bevindt, en een tweede rechte flank 12 die zich aan de buitenkant 5 van het paneel bevindt. De afstand A tussen de twee flanken A is gelijk aan de dikte D van een paneellichaam 7.

Het buitenoppervlak 13 van de basis 10 en het buitenoppervlak 14 van de eerste flank 11 maken een ingesloten hoek α met elkaar van circa 80°. Aangezien de eerste flank 11 evenwijdig loopt met de binnenkant 4 van de panelen 3, maakt het buitenoppervlak 13 van de basis 10 dezelfde hoek α met de binnenkant 4 van de panelen 3.

Het bovenste paneel 3 heeft, zoals getoond in figuren 4 en 5, aanvullend aan zijn bovenkant ook een profiel 8, zodat een bovenoppervlak 16 van het paneel 3 gevormd wordt door het buitenoppervlak 13 van de basis 10 van dit profiel 8.

In dit geval is dit een profiel 8 waarvan het buitenoppervlak 13 van de basis 10 en het buitenoppervlak 14 van de eerste flank 11 maken een ingesloten hoek ß met elkaar van circa 75°.

Aan het kader 2 van de sectionaalpoort 1 zijn vier dichtingen bevestigd, uitgevoerd als stroken rubber, te weten een eerste dichting 17 en een tweede dichting 18, die zich aan de zijkant van de sectionaalpoort 1 bevinden, en een derde dichting 19 en een vierde dichting 20 die zich aan de bovenkant van de sectionaalpoort 1 bevinden. De tweede dichting 18 is hierbij uitvoerd als een dichting met drie ribben, en de vierde dichting 20 is dubbel uitgevoerd.

De eerste dichting 17 sluit hierbij bij voorkeur aan op de derde dichting 19 en de tweede dichting 18 sluit hierbij bij voorkeur aan op de vierde dichting 20, ter vorming van twee dichtingsbogen voor een goede luchtdichte afsluiting van de sectionaalpoort 1 in gesloten positie.

Met de sectionaalpoort 1 in gesloten positie, zoals weergegeven in figuren 2 en 4, zijn de eerste en derde dichtingen 17 en 19 in contact met de buitenkant van de panelen 3, in dit geval meer concreet met de tweede flank 12 van het profiel 8, en zijn de tweede en vierde dichting 18 en 20 in contact met het buitenoppervlak 13 van de basis 10 van het profiel 8.

De tweede flank 12, respectievelijk aan de zijkanten 6 van de panelen 3 en aan de bovenkant 15 van het bovenste paneel 3 vormt dus aanslagen voor respectievelijk de eerste en derde dichtingen 17 en 19.

Het buitenoppervlak 13 van de basis 10 vormt, respectievelijk aan de zijkanten 6 van de panelen 3 en aan de bovenkant 15 van het bovenste paneel 3, aanslagen voor respectievelijk de tweede en vierde dichtingen 18 en 20.

Het openen van de sectionaalpoort 1 heeft de volgende gevolgen, die met behulp van figuren 2 tot 5 worden beschreven.

De normale gesloten toestand van de sectionaalpoort is zoals bovenstaand beschreven, en zoals weergegeven in figuren 2 en 4. Zodra nu een opwaartse kracht op de panelen 3 wordt uitgeoefend, bewegen zij naar boven. Hierbij komt door het ontwerp van de sectionaalpoort ook een met pijl P weergegeven horizontale beweging tot stand, waardoor, zoals weergegeven in figuren 3 en 5, de panelen 3 loskomen van de dichtingen 17 tot 20.

De panelen 3 kunnen nu zonder verdere overmatige wrijving, of risico op beschadiging of slijtage aan de dichtingen 17 tot 20 verder omhoog gebracht worden op traditionele wijze zodat de sectionaalpoort 1 geopend wordt.

De huidige uitvinding is geenszins beperkt tot de als voorbeeld beschreven en in de figuren weergegeven uitvoeringsvorm, doch een paneel en sectionaalpoort volgens de uitvinding kunnen in allerlei vormen en afmetingen worden verwezenlijkt zonder buiten het kader van de uitvinding te treden.

Claims (16)

1. Paneel (3) voor een sectionaalpoort (1), daardoor gekenmerkt dat één of beide zijkanten (6>) en/of de bovenkant (15) van het paneel (3) een oppervlak (13, 16) hebben, welk oppervlak (13, 16) een hoek maakt met de buitenkant (5) en de binnenkant (4) van het paneel (3), waarbij de ingesloten hoek van dit oppervlak (13, 16) met de buitenkant (5) een stompe hoek is en de ingesloten hoek (α, ß) van dit oppervlak (13, 16) met de binnenkant (4) een scherpe hoek is.

2. Paneel volgens conclusie 1, daardoor gekenmerkt dat op het oppervlak (13, 16) geen dichting is gemonteerd.

3. Paneel (3) volgens conclusie 1 of 2, daardoor gekenmerkt dat beide zijkanten (6) en de bovenkant (15) van het paneel (3) een oppervlak (13) hebben dat een hoek maakt met de buitenkant (5) en de binnenkant (4) van het paneel (3), waarbij de ingesloten hoek van dit oppervlak (13) met de buitenkant (5) een stompe hoek is en de ingesloten hoek (α, ß) van dit oppervlak (13) met de binnenkant (4) een scherpe hoek is.

4. Paneel volgens conclusie één van de voorgaande conclusies, daardoor gekenmerkt dat de scherpe hoek (α, β) tussen 45° en 85° ligt.

5. Paneel volgens één van de voorgaande conclusies, daardoor gekenmerkt dat het paneel (3) een paneellichaam (7) omvat en een profiel (8) aan de zijkanten en/of bovenkant (15) van het paneellichaam (7), waarbij het genoemde oppervlak (13) gevormd wordt door het profiel (8) .

6. Paneel volgens conclusie 5, daardoor gekenmerkt dat het profiel (8) een open profiel (8) is met een basis (10) en twee parallelle flanken (11,12) dat met zijn open zijde over het paneellichaam (7) is aangebracht, waarbij het genoemde oppervlak (13) gevormd wordt door de basis (10).

7. Paneel volgens conclusie 5 of 6, daardoor gekenmerkt dat de basis (10) en de flanken (11,12) van het profiel recht zijn, waarbij het genoemde oppervlak gevormd wordt door het buitenoppervlak (13) van de basis (10) en waarbij de ingesloten hoek (a, ß)van de buitenoppervlakken (13, 14) van de basis (10) en een flank (11) gelijk is aan de scherpe hoek (α, ß),waarbij deze flank (11) aan de binnenkant (4) van het paneel (3) is aangebracht

8 Paneel volgens conclusie 6 of 7, daardoor gekenmerkt dat de afstand (A) tussen de flanken (11, 12) overeenkomt met de dikte (D) van het paneellichaam (7).

9. Sectionaalpoort (1) die minimaal één paneel (3) volgens één van de voorgaande conclusies omvat.

10. Sectionaalpoort volgens conclusie 9, daardoor gekenmerkt dat deze tevens minimaal één dichting (18, 20) heeft die de sectionaalpoort (1) in gesloten toestand afdicht, waarbij de afmetingen van de onderdelen van de sectionaalpoort (1) zodanig zijn dat in gesloten toestand van de sectionaalpoort (1) het genoemde oppervlak of de genoemde oppervlakken (13, 16) dient of dienen als aanslag voor de minimaal één dichting (18, 20).

11. Sectionaalpoort volgens conclusie 9 of 10, daardoor gekenmerkt dat deze voorzien is van twee of meer panelen (3) volgens één van de conclusies 1 tot 8, waarbij het bovenste paneel (3) een paneel is dat aan de bovenkant (15) een oppervlak (16) heeft dat een hoek (ß) maakt met de binnenkant (4) en de buitenkant (5) van het paneel en aan de zijkanten (6) een oppervlak (13) heeft dat een hoek (a) maakt met de buitenkant (5) en de binnenkant (4) van het paneel (3) en een daaronder gelegen paneel (3) een paneel is dat aan de zijkanten (6) een oppervlak (13) heeft dat een hoek (of) maakt met de buitenkant (5) en de binnenkant (4) van het paneel (3).

12. Sectionaalpoort volgens één van de conclusies 9 tot 11-, daardoor gekenmerkt dat deze zodanig ontworpen is en/of zodanig geïnstalleerd is, dat tijdens de eerste fase van de opening van een gesloten sectionaalpoort (1) de panelen (3) zowel verticaal als inwaarts gericht horizontaal bewegen.

13. Open profiel (8) met een basis (10) en twee parallelle flanken (11,12), waarbij de basis (10) en de flanken (10) recht zijn en de door de buitenoppervlakken (13,14) van de basis (10) en een flank (11) ingesloten hoek (α, ß) scherp is.

14. Profiel volgens conclusie 13, daardoor gekenmerkt dat de ingesloten scherpe hoek (α, ß)tussen 45° en 85° ligt.

15. Gebruik van een profiel (8) volgens conclusie 13 of 14 aan de zijkant (6) van een paneel (3) van een sectionaalpoort (1), waarbij de basis (10) van het profiel een aanslag vormt voor een dichting (18, 20) van de sectionaalpoort (1) in gesloten toestand.

16. Gebruik volgens conclusie 15, daardoor gekenmerkt dat het paneel (3) een hol paneellichaam (7) omvat, waarbij het profiel (8) het holle paneellichaam (7) afsluit.