BE1020646A3 - Verbeterde draaginrichting voor een chocoladevorm en werkwijze voor de vervaardiging ervan. - Google Patents

Description

VERBETERDE DRAAGINRICHTING VOOR EEN CHOCOLADEVORM EN WERKWIJZE VOOR DE VERVAARDIGING ERVAN

TECHNISCH DOMEIN

De onderhavige uitvinding heeft betrekking op een verbeterde draaginrichting voor een chocoladevorm. Tevens heeft onderhavige uitvinding betrekking op een verbeterde werkwijze voor de vervaardiging van een chocoladevorm voorzien op de draaginrichting.

ACHTERGROND

Chocolade is gekend in allerlei vormen, onder meer als chocoladelolly's. Chocoladelolly's hebben echter als nadeel dat bij verbruik chocolade wordt gemorst. FR 1 385 584 beschrijft een dergelijke traditionele chocoladelolly en een werkwijze voor de aanmaak ervan.

Uit de stand der techniek zijn er verscheidene draaginrichtingen gekend voor het dragen van traditioneel suikergoed. Ondermeer US 6 763 681 en US 5 115 648 beschrijven dergelijke draaginrichtingen voor traditioneel suikergoed. Deze zijn echter niet geschikt voor het dragen van chocoladevormen. Bovendien kunnen de productiemethodes voor het aanmaken van deze suikergoed-ringen niet geëxtrapoleerd worden naar toepassingen met chocolade. Hiervoor dienen andere, meer specifieke technieken worden ontwikkeld.

De onderhavige uitvinding heeft tot doel esthetische, ergonomische en veilige draaginrichtingen voor chocoladevormen te verschaffen. Bovendien zijn deze draaginrichtingen volgens de uitvinding geschikt om te worden aangewend in traditionele chocolade mallen die worden aangewend in de chocolade industrie.

SAMENVATTING VAN DE UITVINDING

De uitvinding betreft in het bijzonder een draaginrichting zoals omschreven in conclusie 1. Voorkeursvormen worden in de conclusies 2-19 opgenomen.

In een tweede aspect betreft de uitvinding een werkwijze zoals omschreven door conclusie 20.

BESCHRIJVING VAN DE FIGUREN

De bijhorende figuren 1-11 tonen voorkeursuitvoeringen van de uitvinding.

In Figuur 1 wordt een perspectivisch aanzicht weergegeven waarbij de draaginrichting volgens de uitvinding wordt weergegeven omheen de ringvinger van een hand.

In Figuur 2 wordt een gedeeltelijk perspectivisch aanzicht weergegeven waarbij het bevestigingselement intern in de chocoladevorm in stippellijn is weergegeven. Figuur 2A geeft een andere uitvoeringsvorm van de draaginrichting met chocoladevorm weer.

In Figuren 3 en 4 worden verschillende aanzichten weergegeven van een uitvoeringsvorm van de draaginrichting.

Figuren 5A tot 5C geven tevens uitvoeringsvormen van de draaginrichting volgens onderhavige uitvinding weer.

In Figuur 6 wordt in bovenaanzicht van een uitvoeringsvorm van een chocolademal volgens onderhavige uitvinding weergegeven.

In Figuur 7 wordt het doorsnedeaanzicht weergegeven van een gesloten mal volgens lijn VI-VI van Figuur 6 waarbij in Figuur 8 de draaginrichting is voorzien.

In Figuur 9 wordt het bovenaanzicht weergegeven uit Figuur 8.

In Figuur 10 wordt op schematische wijze een uitvoeringsvorm van de werkwijze in de achtereenvolgende stappen a tot en met f toegelicht.

In Figuur 11 wordt een andere uitvoeringsvorm van de werkwijze volgens onderhavige uitvinding toegelicht.

GEDETAILLEERDE BESCHRIJVING

Onderhavige uitvinding bedraagt een draaginrichting voorzien van een chocoladevorm.

"Een", "de" en "het" refereren in dit document naar zowel het enkelvoud als het meervoud tenzij de context duidelijk anders veronderstelt. Bijvoorbeeld, "een vorm" betekent een of meer dan een vormen.

De termen "omvatten", "omvattende", "bestaan uit", "bestaande uit", "voorzien van", "bevatten", "bevattende", "behelzen", "behelzende", "inhouden", "inhoudende" zijn synoniemen en zijn inclusieve of open termen die de aanwezigheid van wat volgt aanduiden, en die de aanwezigheid niet uitsluiten of beletten van andere componenten, kenmerken, elementen, leden, stappen, gekend uit of beschreven in de stand der techniek.

Het citeren van numerieke intervallen door de eindpunten omvat alle gehele getallen, breuken en/of reële getallen tussen de eindpunten, deze eindpunten inbegrepen.

Wanneer "ongeveer" of "rond" in dit document gebruikt wordt bij een meetbare grootheid, een parameter, een tijdsduur of moment, en dergelijke, dan worden variaties bedoeld van +/-20% of minder, bij voorkeur +/-10% of minder, meer bij voorkeur +/-5% of minder, nog meer bij voorkeur +/-1% of minder, en zelfs nog meer bij voorkeur +/-0.1% of minder dan en van de geciteerde waarde, voor zoverre zulke variaties van toepassing zijn in de beschreven uitvinding. Hier moet echter wel onder verstaan worden dat de waarde van de grootheid waarbij de term "ongeveer" of "rond" gebruikt wordt, zelf specifiek wordt bekendgemaakt.

Tenzij anders gedefinieerd hebben alle termen die gebruikt worden in de beschrijving van de uitvinding, ook technische en wetenschappelijke termen, de betekenis zoals ze algemeen begrepen worden door de vakman in het technisch veld van de uitvinding.

In wat volgt, wordt de uitvinding beschreven a.d.h.v. niet-limiterende voorbeelden die de uitvinding illustreren, en die niet bedoeld zijn of geïnterpreteerd mogen worden om de omvang van de uitvinding te limiteren.

De draaginrichting zal bij voorkeur een gedeeltelijk open of gesloten ring omvatten, waarbij de ring over een ringdiameter beschikt, geschikt om gedeeltelijk rondom een vinger van een hand te worden aangebracht. Tevens zal de draaginrichting voorzien zijn van een bevestigingselement voorzien aan de ring, welk bevestigingselement geschikt is voor het bevestigen van een chocoladevorm, waarbij het bevestigingselement zich uitstrekt weg van de ring en minstens deels omgeven is in de chocoladevorm. In een voorkeursvorm zal de ratio tussen de lengte van de chocoladevorm en de lengte het bevestigingselement zich bevinden tussen 1 en 8, meer bij voorkeur tussen 1.5 en 4, meer bij voorkeur tussen 1.5 en 3, meest bij voorkeur tussen 1.5 en 2. In een voorkeursvorm bedraagt de ratio ongeveer 1.66.

De uitvinders vonden dat binnen deze vooropgestelde ratio een goede verankering van de chocoladevorm aan de ring wordt bewerkstelligd, zonder dat enerzijds het risico bestaat dat de chocoladevorm afbreekt (wegens te weinig ondersteuning) of dat het bevestigingselement te hoog of te ver uitsteekt in de chocoladevorm. Dit laatste kan leiden tot een minder aangename consumptie-ervaring, daar de consument rond het stokje heen dient te bijten/knabbelen. Vooropgestelde ratio zorgt ervoor dat bovenvernoemde problemen niet voorvallen.

In een verdere voorkeursvorm zal het bevestigingselement aan zijn vrije einde voorzien zijn van een verbreding, waarbij de verbreding bij voorkeur minstens deels of volledig vervat zit in de chocoladevorm. Het is gebleken dat deze verbreding tevens zorgt voor een verbeterde verankering van de chocolade aan de draagstructuur.

In een uitvoeringsvorm zal de gemiddelde breedte Dl over de gehele lengte van het bevestigingselement kleiner zijn dan de gemiddelde dikte d over de gehele lengte van de chocoladevorm. Dit zorgt ervoor dat bij een optimaal productieproces, het bevestigingselement in de chocoladevorm niet zichtbaar is voor de gebruiker, wat de esthetiek van het geheel verhoogt. In het bijzonder zal deze gemiddelde breedte (Dl) maximaal 0.9 maal de gemiddelde dikte d van de chocoladevorm bedragen.

In een verdere voorkeursvorm zal het bevestigingselement een lengte hebben die kleiner is dan de opening van de ring. In het bijzonder kan het bevestigingselement een verrassingselement omvatten, zoals een figuurtje, of een ander suikergoed zoals een kauwgom.

In een verdere voorkeursvorm zal de draaginrichting een draagplatform, in hoofdzake zich loodrecht uitstrekkend ten op zich van de lengterichting van het bevestigingselement, omvatten, voorzien tussen ring en bevestigingselement. In onderhavige uitvoeringsvorm zal het bevestigingselement aldus steunen op het draagplatform.

Bij voorkeur zal het draagplatform een lengte hebben groter dan de opening van de ring. In het bijzonder bedraagt de lengte van het draagplatform 1.1 tot 2.5 maal de opening van de ring. Het draagplatform zorgt ervoor dat de hand van de consument niet in aanraking komt met de chocoladevorm en voorkomt aldus dat de handen bevuild worden tijdens het eten of dragen (bijvoorbeeld wegens het smelten van de chocolade door het contact met de lichaamswarmte). De lengte is dermate ontworpen dat deze de volledige bovenzijde van de vinger zal overspannen waaraan de ring gedragen wordt, alsook deels de bovenzijde van de twee naburige vingers.

Omwille van bovenste reden zal in een verdere uitvoeringsvorm tevens de breedte (D2) van het draagplatform 0.5 tot 5 maal de breedte van de chocoladevorm bevatten, meer bij voorkeur 0.5 tot 1.5 maal, meest bij voorkeur 1 tot 1.5 maal.

In een mogelijke uitvoeringsvorm zal de chocoladevorm rusten op het draagplatform. Dit zorgt voor extra ondersteuning van de chocoladevorm. In een andere uitvoeringsvorm bestaat er een verticale afstand tussen chocoladevorm en draagplatform. In het bijzonder zal deze afstand zich bevinden tussen 0.5 en 8 mm, meer in het bijzonder tussen 0.5 en 5 mm, nog meer bij voorkeur tussen 1 en 3 mm. Het voordeel hierbij is dat de consument eenvoudig alle chocolade kan consumeren, zonder dat hierbij een verlies van chocolade (aan het draagplatform) optreedt.

Bij voorkeur zal het draagplatform afgerond zijn en bij voorkeur ellipsvormig, rond, rechthoekig of veelhoekig. In een voorkeursvorm is het draagplatform rechthoekig met afgeronde hoeken.

De ring van de draaginrichting zal bij voorkeur minstens gedeeltelijk open zijn. Dit zorgt voor een zekere speling van de diameter van de ring, waardoor deze in principe geschikt is voor de meest courante formaten van vingers.

In een verdere uitvoeringsvorm zal de ring aan de onderzijde voorzien zijn van één of meerdere voetsteunen. In een voorkeursvorm omvat de ring twee horizontale voetsteunen, waarbij elke voetsteun bevestigd is aan één van de twee open uiteindes van de ring. Deze voetsteunen zorgen er enerzijds voor dat de ring goed gepositioneerd blijft op de vinger, en anderzijds zorgen zij er ook voor dat ring kan gepositioneerd op een voetsteun. Tevens zorgen de voetsteunen voor een extra gewicht dat belangrijk is gebleken bij de productie van de draaginrichting met chocoladevorm.

Bij voorkeur zal het bevestigingselement zich in hoofdzaak loodrecht uitstrekken op het draagplatform of de ring.

Bij voorkeur zal de ring uit een minstens gedeeltelijk elastisch materiaal is vervaardigd. De draaginrichting kan ondermeer worden verkregen middels een spuitgietproces.

De chocoladevorm zal bij voorkeur een volle chocoladëvorm zijn (met andere woorden niet hol) en kan een fantasiefiguur omvatten (bijvoorbeeld een aapje, een konijn, een clown, etc.). Bij voorkeur heeft de chocoladevorm een gewicht tussen 5 en 25 gram, meer bij voorkeur tussen 10 en 20 gram, meer bij voorkeur tussen 12.5 en 18 gram, meest bij voorkeur 15 gram.

In een tweede aspect biedt onderhavige uitvinding tevens een werkwijze voor het vervaardigen van een draaginrichting met chocoladevorm volgens bovenstaande uitvoeringsvormen. Bij voorkeur worden hierbij de draaginrichtingen in een chocoaldemal of chocolademalheft aangebracht, om vervolgens te worden voorzien met een gesmolten chocoladeproduct in één of meerdere lagen. In een andere mogelijke uitvoeringsvorm wordt in een eerste instantie de mallen of malhelften voorzien van één of meerdere gekleurde lagen chocolade als decoratie, waarna de draaginrichtingen worden voorzien. Vervolgens wordt, de overheersende chocoladelaag aangebracht.

Bij voorkeur worden de draaginrichtingen middels een oriëntatie-inrichting in de juiste oriëntatie aangeleverd. Met oriëntatie-inrichting wordt begrepen een inrichting die ervoor zorgt dat de draaginrichtingen allen op de gewenste wijze, dat wil zeggen in de gewenste oriëntatie, worden aangeleverd. Dergelijke oriëntatie-inrichtingen zijn gekend in de stand der techniek en kunnen ondermeer trilkommen, trilvullers of trilgoten omvatten. Door de specifieke configuratie en het gewicht van de draaginrichting, en meer bepaald de aanwezigheid van de voetsteunen in combinatie met de oriëntatie-inrichting, zullen de draaginrichting telkens in de juiste oriëntatie gepresenteerd worden aan de mallen. De mallen zijn hiertoe voorzien van één of meerdere specifieke uitsparingen voor het ontvangen van de draaginrichting. Bij voorkeur zullen de draagstructuren een gewicht hebben tussen 1 en 4 gram, meer bij voorkeur tussen 1.5 en 3 gram, meest bij voorkeur ongeveer 2gram. Het is gebleken dat deze gewichtsranges ideaal zijn voor de positionering van de ringen in de mal, alsook voor het efficiënt vasthouden van de chocoladevorm op de draagstructuur. Tevens blijkt dit gewicht ideaal te zijn voor het draagcomfort van de consument.

FIG U U RB ESCH RZ J VIN G

De uitvinding betreft een draaginrichting (1) voor een chocoladevorm (2). In de figuren 1-11 is de chocoladevorm een driedimensionaal konijn of een clown. Bij voorkeur wordt gebruik gemaakt van een vol chocoladefiguur, waarbij vol dient beschouwd te worden als 'niet hol'. Een dergelijke driedimensionale chocoladevorm (2) kan worden verkregen uit dubbele mal 15, waarin elke malhelft (15a, 15b) hol is. Chocoladevormen volgens de uitvinding kunnen ook aan één zijde vlak zijn, gebruikelijk is dit de achterzijde of rug van de vorm. Zo kan het zijn dat de chocoladevorm (2) enkel een voorzijde heeft in een reliëf en een achterzijde die vlak is. De chocoladevormen (2) volgens de uitvinding kunnen eveneens voorzien zijn uit verdere decoratieve elementen, bijvoorbeeld uit verschillende kleuren van chocolade. Dit kan worden verkregen door het in meervoudige lagen aanbrengen van de verschillende kleuren van chocolade in de mal. In een andere uitvoeringsvorm wordt een mal 15 gebruikt bestaande uit slechts één deel of helft, zoals weergegeven in figuur 11. De verkregen chocoladevorm zal hierbij aan één zijde vlak zijn (gebruikelijk de achterzijde), waarbij de andere zijde voorzien is van een reliëf.

De draaginrichting (1) is voorzien van een gedeeltelijk open (4) of gesloten ring (3) in een geschikte diameter om eenvoudig rondom de ringvinger van een hand (7) te worden gedragen. Een deels open (4) ringstructuur is voordelig omdat hierdoor klemming wordt vermeden. Bij voorkeur zijn de beide benen van de ring ook gedeeltelijk elastisch waardoor ze zich ietwat kunnen aanpassen aan dikte van de vinger. In een uitvoeringsvorm zoals zichtbaar in figuur 5 is de onderzijde van de ring (3) voorzien van één of meerdere steunvoeten (19, 19'). Deze steunvoeten (19, 19') zorgen voor additionele omklemming tijdens het dragen en zorgen er tevens voor dat de ring op een horizontaal oppervlak kan staan.

In een uitvoeringsvorm kan de draagrichting (1) omvat een draagplatform (8) voorzien bovenop de ring (3) voor het gedeeltelijk dragen van de bodem (12) of onderzijde van de chocoladevorm (2). Een bevestigingselement (9) is voorzien aan het draagplatform (8) waaromheen de chocolade wordt gegoten in de mal (15). Het bevestigingselement (9) verankert de chocoladevorm (2) op de draaginrichting (1).

Het bevestigingselement (9) strekt zich in hoofdzaak loodrecht uit op het draagplatform (8). Voor een nog betere hechting aan de chocoladevorm is deze voorzien van verbreding (11) aan het vrij einde van het bevestigingselement (9). Het bevestigingselement (9) heeft bij voorkeur een lengte heeft die kleiner is dan de diameter van de ring en voorzien van een bolvorm (13) aan zijn vrije einde (11) opnieuw om een aangenaam mondgevoel te veroorzaken.

In een voorkeursvorm is het bevestigingselement (9) voorzien van een -in de figuren niet weergegeven- verrassingselement. Dit verrassingselement is vanzelfsprekend initieel bij de aankoop niet toegankelijk noch zichtbaar. Verrassingselementen kunnen een sieraad, speelgoed, informatie (SMS, twitter of facebook gegevens), een figuurtje, etc. omvatten.

Het draagplatform (8) heeft een breedte die 1.1 tot 2.5 maal de opening (5) van de ring (3) is. Proeven hebben uitgewezen dat deze ratio ergonomisch voordelig is en lekken van smeltende chocolade vermijdt bij het opeten van de chocoladevorm (2). Het draagplatform (8) heeft bij voorkeur geen scherpe hoeken, meer bij voorkeur is deze afgerond en nog meer bij voorkeur ellipsvormig, rond of rechthoekig met afgeronde hoeken om kwetsuren aan lippen te vermijden. In een niet weergeven voorkeursvorm omvat het draagplatform een opstaande omtrekrand, waardoor de gesmolten chocolade op het draagplatvorm (8) blijft.

De draaginrichting is bij voorkeur uit minstens gedeeltelijk elastisch materiaal, zoals een kunststof uit PP of PE of een copolymeer vervaardigd.

In de Figuren 6 tot en met 11 worden voorkeursvormen van de werkwijze van de uitvinding toegelicht voor het vervaardigen van chocoladevormen (2) op draaginrichting (1) volgens de uitvinding. De chocoladevormen kunnen in mallen (15) worden gevormd uit een eerste (15a) en een tweede (15b) malhelft. Het is mogelijk dat slechts één van de malhelften (15a of 15b) hol is en dus een vorm verschaft, terwijl de andere malhelft (15a of 15b) vlak is en slechts de eerste malhelft afsluit. In een andere uitvoeringsvorm wordt een mal (15) gebruikt bestaande uit slechts één maldeel of -helft (figuur 11).

In de uitvoeringsvorm waarbij de malhelften (15a, 15b) zijn voorzien voor het eerst opnemen van de draaginrichtingen (1). Het draagplatform (8) sluit chocoladedicht elke malhelft af. Dit chocoladedicht afsluiten is noodzakelijk, daar slechts chocolade dient te worden voorzien aan de bovenzijde van het draagplatform (8). Het draagplatform (8) is hiertoe voorzien van een chocolade dichte omtrekrand in de mal. Gesmolten chocolade kan in één of verschillende lagen worden aangebracht in de mal (15) of malhelft (15a, 15b), mogelijks in verschillende kleuren. In een uitvoeringsvorm wordt de malhelft (15a) of de mal (15) eerst gedecoreerd. Deze decoratie kan bestaan uit bijvoorbeeld suikergoed, of gekleurde chocolade. Het decoratieve effect wordt aldus verhoogd. Het spreekt voor zich dat de ring (3) chocoladevrij dient te worden gehouden. De afdichting in de mal middels de omtrekrand van draagplatform (8) dient nauwkeurig te gebeuren. Bij voorkeur worden mallen aangewend, welke voorzien zijn van losmaakbare scharnieren (16); Losmaakbare scharnieren dienen in de context van onderhavige uitvinding te worden beschouwd als zijnde scharnieren die opgedeeld zijn in een scharnieras en scharnierlippen en middels een klik-of drukbeweging eenvoudig (de)monteerbaar zijn.

Bij voorkeur is het oppervlakte van de bodem (18) van de chocoladevorm volledig ondersteund door het draagplatform (8) en zijn er geen overhellende chocolade delen.

In Figuur 10 worden schematisch de verschillende processtappen weergeven van de werkwijze volgens de uitvinding. Vertrekkend bij a dienen eerst de draaginrichtingen (1) in een geschikte oriëntatie te worden gebracht middels een oriëntatie-inrichting (17) waarna deze automatisch kunnen worden aangevoerd in de malhelft (15a). Na het aanbrengen van deze draaginrichtingeh (1) in de malhelft (15a) in b wordt er chocolade in gesmolten toestand toegevoegd waarbij de andere malhelft (15b) op de eerste malhelft (15a) wordt gebracht. Na stolling worden de draaginrichtingen (1) met vorm (2) ontmalt.

Figuur 11 toont een andere uitvoeringsvorm van een werkwijze volgens onderhavige uitvinding, waarbij de draaginrichtingen (1) middels trilgoten (17) in de juiste oriëntatie aangeleverd worden aan een chocolademal (15). Decoratie van de mal kan voor of na het aanleveren van de draaginrichtingen gebeuren. Bij voorkeur gebeurt de decoratie voordat de draaginrichtingen in de mal gepositioneerd worden. Vervolgens worden de chocoladevormen vervolledigd door toevoeging van gesmolten chocolade in de daartoe voorziene uitsparingen in de mal (15).

De uitvinding is voordelig in productie en verbruik. Zo wordt bij het opeten van een chocoladevorm op een draaginrichting volgens de uitvinding het morsen (en düs verlies) vermeden. Hiertoe dient de bevestiging van draaginrichting op vorm zo lang mogelijk stand te houden waardoor de gebruiker eerder zuigend dan bijtend de chocolade zal consumeren.

Het spreekt voor zich dat de uitvinding alles in het werk stelt om enerzijds een zo eenvoudig mogelijk productieproces te verschaffen en anderzijds ergonomisch aangename chocolade producten te verschaffen.

Referentie in de figuren: 1. draaginrichting 2. chocoladevorm 3. ring 4. opening van ring 5. ringdiameter 6. een vinger 7. hand 8. draagplatform 9. bevestigingselement 10. de breedte van het draagplatform 11. verbreding aan vrij einde van het bevestigingselement 12. bodem van de vorm 13. boleinde 14. opstaande lekrand 15. mal- chocolademalhelft 15a en 15b 16. losmaakbaar scharnier 17. oriëntatie-inrichting 18. bodem van chocoladevorm 19. voetsteunen

Claims (21)

1. Draaginrichting (1) voorzien van een chocoladevorm (2) omvattende: een gedeeltelijk open of gesloten ring (3) met een ringdiameter (5) geschikt om minstens gedeeltelijk rondom een vinger (6) van een hand (7) te worden aangebracht, en een bevestigingselement (9) voorzien aan de ring (3), welk bevestigingselement (9) geschikt is voor het bevestigen van een chocoladevorm (2), waarbij het bevestigingselement (9) zich uitstrekt weg van de ring (3) en minstens deels omgeven is door de chocoladevorm (2), met het kenmerk, dat de ratio tussen de lengte van de chocoladevorm en de lengte van het bevestigingselement zich bevindt tussen 1 en 8.

2. Draaginrichting (1) volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat de verhouding tussen de lengte van de chocoladevorm en het bevestigingselement zich bevindt tussen 1.5 en 4, meer bij voorkeur tussen 1.5 en 3, meest bij voorkeur tussen 1.5 en 2.

3. Draaginrichting (1) volgens één de voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat het bevestigingselement (9) voorzien is van een verbreding (11) aan zijn vrij einde, vervat in de chocoladevorm (2).

4. Draaginrichting (1) volgens één der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de gemiddelde breedte over de gehele lengte van het bevestigingselement (9) kleiner is dan de gemiddelde dikte over de gehele lengte van de chocoladevorm (2).

5. Draaginrichting (1) volgens conclusie 4, met het kenmerk, dat de gemiddelde breedte over de gehele lengte van het bevestigingselement (9) maximaal 0.9 maal de gemiddelde dikte over de gehele lengte van de chocoladevorm (2) bedraagt.

6. Draaginrichting (1) volgens één der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de draaginrichting (1) een draagplatform (8) omvat, in hoofdzake zich loodrecht uitstrekkend ten opzichte van de lengterichting van het bevestigingselement (9), voorzien tussen ring (3) en bevestigingselement (9).

7. Draaginrichting (1) volgens conclusie 6, met het kenmerk, dat het draagplatform (8) een lengte heeft groter dan de diameter (5) van de ring (3).

8. Draaginrichting (1) volgens conclusie 6 of 7, met het kenmerk, dat de lengte van het draagplatform (8) 1.1 tot 2.5 maal de opening (5) van de ring (3) bedraagt.

9. Draaginrichting (1) volgens één der conclusies 6 tot 8, met het kenmerk, dat de breedte (D2) van het draagplatform (8) 0.5 tot 1.5 maal de breedte (d2) van de chocoladevorm (2) bevat.

10. Draaginrichting (1) volgens één der conclusies 6 tot 9, met het kenmerk, dat de chocoladevorm (2) rust op het draagplatform (8).

11. Draaginrichting (1) volgens één der conclusies 6 tot 9, met het kenmerk, dat de verticale afstand tussen chocoladevorm (2) en draagplatform (8) zich bevindt tussen 0.5 en 8 mm.

12. Draaginrichting (1) volgens één der conclusies 6 tot 11, met het kenmerk, dat het draagplatform (8) afgerond is en bij voorkeur ellipsvormig, rond, rechthoekig of veelhoekig.

13. Draaginrichting (1) volgens één der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de ring (3) minstens gedeeltelijk open is.

14. Draaginrichting (1) volgens één der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de ring (3) aan de onderzijde voorzien is van één of meerdere voetsteunen (19, 19').

15. Draaginrichting (1) volgens één der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de ring (3) uit een minstens gedeeltelijk elastisch materiaal is vervaardigd.

16. Draaginrichting (1) volgens één de voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat het bevestigingselement (9) zich in hoofdzaak loodrecht uitstrekt op het draagplatform (8) of de ring (3).

17. Draaginrichting (1) volgens één de voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat het bevestigingselement (9) een lengte heeft die kleiner is dan de opening van de ring (3).

18. Draaginrichting (1) volgens één de voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat het bevestigingselement (9) een verrassingselement omvat.

19. Draaginrichting (1) volgens één der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de chocoladevorm (2) bij voorkeur volle chocolade is,.

20. Werkwijze voor de vervaardiging van een draaginrichting (1) voorzien van een chocoladevorm (2) volgens een van de voorgaande conclusies 1-19, omvattende optioneel, het decoreren van één of meerdere chocolademallen (15); het aanbrengen van de draaginrichtingen in een chocolademal(helft) (15) ; en het voorzien van een gesmolten chocoladeproduct in één of meerdere lagen.

21. Werkwijze volgens conclusie 20, met het kenmerk, dat de draaginrichtingen middels een oriëntatie-inrichting (17) in de juiste oriëntatie worden aangeleverd.