BE1020506A3 - WASTE WATER TREATMENT PLANT. - Google Patents

WASTE WATER TREATMENT PLANT. Download PDF

Info

Publication number
BE1020506A3
BE1020506A3 BE2012/0314A BE201200314A BE1020506A3 BE 1020506 A3 BE1020506 A3 BE 1020506A3 BE 2012/0314 A BE2012/0314 A BE 2012/0314A BE 201200314 A BE201200314 A BE 201200314A BE 1020506 A3 BE1020506 A3 BE 1020506A3
Authority
BE
Belgium
Prior art keywords
chamber
water
water level
outlet
level
Prior art date
Application number
BE2012/0314A
Other languages
Dutch (nl)
Original Assignee
M H C Nv
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by M H C Nv filed Critical M H C Nv
Priority to BE2012/0314A priority Critical patent/BE1020506A3/en
Priority to FR1301072A priority patent/FR2990428B1/en
Application granted granted Critical
Publication of BE1020506A3 publication Critical patent/BE1020506A3/en

Links

Classifications

    • CCHEMISTRY; METALLURGY
    • C02TREATMENT OF WATER, WASTE WATER, SEWAGE, OR SLUDGE
    • C02FTREATMENT OF WATER, WASTE WATER, SEWAGE, OR SLUDGE
    • C02F3/00Biological treatment of water, waste water, or sewage
    • C02F3/02Aerobic processes
    • C02F3/12Activated sludge processes
    • C02F3/1236Particular type of activated sludge installations
    • C02F3/1242Small compact installations for use in homes, apartment blocks, hotels or the like
    • C02F3/1247Small compact installations for use in homes, apartment blocks, hotels or the like comprising circular tanks with elements, e.g. decanters, aeration basins, in the form of segments, crowns or sectors
    • CCHEMISTRY; METALLURGY
    • C02TREATMENT OF WATER, WASTE WATER, SEWAGE, OR SLUDGE
    • C02FTREATMENT OF WATER, WASTE WATER, SEWAGE, OR SLUDGE
    • C02F9/00Multistage treatment of water, waste water or sewage
    • C02F9/20Portable or detachable small-scale multistage treatment devices, e.g. point of use or laboratory water purification systems
    • CCHEMISTRY; METALLURGY
    • C02TREATMENT OF WATER, WASTE WATER, SEWAGE, OR SLUDGE
    • C02FTREATMENT OF WATER, WASTE WATER, SEWAGE, OR SLUDGE
    • C02F2103/00Nature of the water, waste water, sewage or sludge to be treated
    • C02F2103/002Grey water, e.g. from clothes washers, showers or dishwashers
    • CCHEMISTRY; METALLURGY
    • C02TREATMENT OF WATER, WASTE WATER, SEWAGE, OR SLUDGE
    • C02FTREATMENT OF WATER, WASTE WATER, SEWAGE, OR SLUDGE
    • C02F2103/00Nature of the water, waste water, sewage or sludge to be treated
    • C02F2103/005Black water originating from toilets
    • YGENERAL TAGGING OF NEW TECHNOLOGICAL DEVELOPMENTS; GENERAL TAGGING OF CROSS-SECTIONAL TECHNOLOGIES SPANNING OVER SEVERAL SECTIONS OF THE IPC; TECHNICAL SUBJECTS COVERED BY FORMER USPC CROSS-REFERENCE ART COLLECTIONS [XRACs] AND DIGESTS
    • Y02TECHNOLOGIES OR APPLICATIONS FOR MITIGATION OR ADAPTATION AGAINST CLIMATE CHANGE
    • Y02ATECHNOLOGIES FOR ADAPTATION TO CLIMATE CHANGE
    • Y02A20/00Water conservation; Efficient water supply; Efficient water use
    • Y02A20/20Controlling water pollution; Waste water treatment
    • Y02A20/208Off-grid powered water treatment
    • YGENERAL TAGGING OF NEW TECHNOLOGICAL DEVELOPMENTS; GENERAL TAGGING OF CROSS-SECTIONAL TECHNOLOGIES SPANNING OVER SEVERAL SECTIONS OF THE IPC; TECHNICAL SUBJECTS COVERED BY FORMER USPC CROSS-REFERENCE ART COLLECTIONS [XRACs] AND DIGESTS
    • Y02TECHNOLOGIES OR APPLICATIONS FOR MITIGATION OR ADAPTATION AGAINST CLIMATE CHANGE
    • Y02WCLIMATE CHANGE MITIGATION TECHNOLOGIES RELATED TO WASTEWATER TREATMENT OR WASTE MANAGEMENT
    • Y02W10/00Technologies for wastewater treatment
    • Y02W10/10Biological treatment of water, waste water, or sewage

Landscapes

  • Life Sciences & Earth Sciences (AREA)
  • Water Supply & Treatment (AREA)
  • Hydrology & Water Resources (AREA)
  • Engineering & Computer Science (AREA)
  • Environmental & Geological Engineering (AREA)
  • Chemical & Material Sciences (AREA)
  • Organic Chemistry (AREA)
  • Clinical Laboratory Science (AREA)
  • Health & Medical Sciences (AREA)
  • Biodiversity & Conservation Biology (AREA)
  • Microbiology (AREA)
  • Treatment Of Biological Wastes In General (AREA)
  • Biological Treatment Of Waste Water (AREA)

Description

AfvalwaterbehandelingsinstallatieWaste water treatment plant

De uitvinding heeft betrekking op een compacte behandelingsinstallatie om huishoudelijk afvalwater te behandelen.The invention relates to a compact treatment installation for treating domestic waste water.

In die specificatie verwijst "zwart afvalwater" naar afvalwater dat fecaliën en urine bevat, dus afvalwater van toiletten. "Grijs afvalwater" verwijst naar afvalwater afkomstig van huishoudelijke activiteiten zoals wassen, douchen, afwassen, baden, enz. "Hemelwater" verwijst naar regen, sneeuw en hagel, met inbegrip van dooiwater.In that specification, "black waste water" refers to waste water containing faeces and urine, that is, waste water from toilets. "Gray wastewater" refers to wastewater from household activities such as washing, showering, washing dishes, bathing, etc. "Rainwater" refers to rain, snow and hail, including thaw water.

In bekende installaties wordt het zwart afvalwater naar een septische put of een ander type voorbehandelingsinstallatie gevoerd, waarbij het effluent ervan met het grijs afvalwater en het hemelwater direct geloosd wordt in een oppervlaktewater, zoals een waterloop, of in een kunstmatige afvoerweg voor hemelwater. De behandeling van het zwart afvalwater is niet optimaal in die installatie, terwijl het grijs afvalwater niet behandeld wordt.In known installations, the black waste water is fed to a septic tank or other type of pre-treatment installation, wherein its effluent with the gray waste water and the rainwater is discharged directly into a surface water, such as a watercourse, or into an artificial drainage route for rainwater. The treatment of the black waste water is not optimal in that installation, while the gray waste water is not treated.

In andere bekende installaties worden grijs afvalwater en zwart afvalwater samen naar een septische put of een ander type voorbehandelingsinstallatie gevoerd. Het effluent ervan wordt achteraf met hemelwater geloosd in een oppervlaktewater, zoals een waterloop, of in een kunstmatige afvoerweg voor hemelwater. De behandeling van het zwart afvalwater met grote hoeveelheden grijs afvalwater is ook niet optimaal.In other known installations, gray waste water and black waste water are fed together to a septic tank or another type of pre-treatment installation. Its effluent is subsequently discharged with rainwater into a surface water, such as a watercourse, or into an artificial drainage route for rainwater. The treatment of black waste water with large quantities of gray waste water is also not optimal.

In nog andere behandelingsinstallaties worden zwart afvalwater, grijs afvalwater en hemelwater (bijvoorbeeld afkomstig van het dak van een huis) samen in eenzelfde behandelingskamer gevoerd. De behandeling van het afvalwater in zo een installatie is ook niet optimaal.In still other treatment installations, black waste water, gray waste water and rainwater (for example from the roof of a house) are fed together in the same treatment room. The treatment of the waste water in such an installation is also not optimal.

De aanvrager heeft nu een compacte installatie uitgevonden die een optimale behandeling van grijs afvalwater, alsook van zwart afvalwater toelaat.The applicant has now invented a compact installation that allows optimum treatment of gray waste water as well as black waste water.

De installatie volgens de uitvinding is een compacte behandelingsinstallatie voor het behandelen van grijs afvalwater, alsook zwart afvalwater, afkomstig van één of een paar gebouwen, waarbij die installatie bevat: - een tank 2 waarin zich binnenwanden 3,4 bevinden om vier kamers 10,20,30,40 te vormen in het volume van de tank 2, waarbij elke kamer 10,20,30,40 vrijwel een gemiddeld maximaal volume heeft dat 15% tot 50%, bij voorkeur 15% tot 30%, liever nagenoeg 25%, van het volume van de tank 2 bedraagt, en - bij voorkeur een deksel 5 om tenminste gedeeltelijk de tank 2 af te dichten, waarbij het deksel 5, bij voorkeur, voorzien is van minstens een mangat 6,7 om toegang te hebben naar de kamers 10,20,30,40.The installation according to the invention is a compact treatment installation for treating gray waste water, as well as black waste water, originating from one or a few buildings, said installation comprising: - a tank 2 in which inner walls 3,4 are situated around four chambers 10,20 , 30.40 to be formed in the volume of the tank 2, wherein each chamber 10.20.30.40 has substantially an average maximum volume that is 15% to 50%, preferably 15% to 30%, more preferably substantially 25%, of the volume of the tank 2, and - preferably a lid 5 to at least partially seal the tank 2, the lid 5, preferably, being provided with at least one manhole 6,7 to have access to the chambers 10.20.30.40.

Door die binnenwanden zijn de volgende vier kamers gedefinieerd: (a) een eerste kamer 10 die bestemd is om grijs afvalwater, alsook hemelwater, op te vangen en te voorzien van een voorbehandeling, waarbij die eerste kamer 10 voorzien is van een inlaat 11, bij voorkeur voorzien van een middel 12, en een uitlaat 50A, bij voorkeur voorzien van een middel 51, (b) een tweede kamer 20 die bestemd is om water van de eerste kamer 10, alsook minstens hemelwater, op te vangen en te bufferen, waarbij die tweede kamer 20 voorzien is van een inlaat 50B, bij voorkeur voorzien van een middel 52, en, bij voorkeur, een uitlaat 21, bij voorkeur voorzien van een middel 22, (c) een derde kamer 30 voor het behandelen, bij voorkeur op een biologische manier, van minstens zwart afvalwater, waarbij die derde kamer 30 voorzien is van een inlaat 31, bij voorkeur voorzien van een middel 32, en een uitlaat 80A, bij voorkeur voorzien van een middel 81, en (d) een vierde kamer 40 voor het opvangen van water dat uit de derde kamer 30 vloeit, waarbij die vierde kamer 40 voorzien is van een inlaat 80B, bij voorkeur voorzien van een middel 82, en een uitlaat 41, bij voorkeur voorzien van een middel 42, en waarbij die vierde kamer bij voorkeur voorzien is van een middel 100 om slib te vervoeren van de vierde kamer 40 naar de eerste kamer 10 en, bij voorkeur, een slibgeleidingssysteem 101.The following four chambers are defined by these inner walls: (a) a first chamber 10 which is intended to collect gray waste water, as well as rain water, and to provide it with a pretreatment, said first chamber 10 being provided with an inlet 11, at preferably provided with a means 12, and an outlet 50A, preferably provided with a means 51, (b) a second chamber 20 which is intended to collect and buffer water from the first chamber 10, as well as at least rainwater, wherein said second chamber 20 is provided with an inlet 50B, preferably provided with a means 52, and, preferably, an outlet 21, preferably provided with a means 22, (c) a third chamber 30 for treating, preferably on in a biological manner, of at least black waste water, said third chamber 30 being provided with an inlet 31, preferably provided with a means 32, and an outlet 80A, preferably provided with a means 81, and (d) a fourth chamber 40 for collecting water from it the third chamber 30 flows, said fourth chamber 40 being provided with an inlet 80B, preferably provided with a means 82, and an outlet 41, preferably provided with a means 42, and wherein said fourth chamber is preferably provided with a means means 100 for transporting sludge from the fourth chamber 40 to the first chamber 10 and, preferably, a sludge guidance system 101.

De installatie is van een middel 50 voorzien dat de uitlaat 50A van de eerste kamer 10 verbindt met de inlaat 5 0B van de tweede kamer 20, om water van de eerste kamer 10 naar de tweede kamer 20 te vervoeren of te laten vloeien zodra het waterpeil in de eerste kamer 10 boven een maximaal waterpeil in de eerste kamer 10 ligt dat minstens onder, bij voorkeur minstens 2 cm onder, de inlaat 11 ligt en/of zolang het waterpeil in de tweede kamer 20 onder een maximaal waterpeil in de tweede kamer 20 ligt dat minstens onder, bij voorkeur minstens 2 cm onder, het vloeipeil van de inlaat 11 en/of de inlaat 50B ligt, en/of zolang het waterpeil in de eerste kamer 10 boven een bepaald minimaal waterpeil in de eerste kamer 10 ligt dat minstens 10 cm onder, bij voorkeur minstens 20 cm onder, het maximaal waterpeil in de eerste kamer 10 ligt en/of minstens boven, bij voorkeur minstens 10 cm boven, het maximaal slibopslagniveau in de eerste kamer 10 ligt.The installation is provided with a means 50 which connects the outlet 50A of the first chamber 10 to the inlet 50B of the second chamber 20, to transport water from the first chamber 10 to the second chamber 20 as soon as the water level in the first chamber 10 lies above a maximum water level in the first chamber 10 which is at least below, preferably at least 2 cm below, the inlet 11 and / or as long as the water level in the second chamber 20 is below a maximum water level in the second chamber 20 lies at least below, preferably at least 2 cm below, the flow level of the inlet 11 and / or the inlet 50B, and / or as long as the water level in the first chamber 10 is above a certain minimum water level in the first chamber 10 which is at least 10 cm below, preferably at least 20 cm below, the maximum water level is in the first chamber 10 and / or at least above, preferably at least 10 cm above, the maximum sludge storage level is in the first chamber 10.

De installatie is ook van een middel 80 voorzien dat de uitlaat 80A van de derde kamer 30 met de inlaat 80B van de vierde kamer 40 verbindt, om water van de derde kamer 30 naar de vierde kamer 40 te vervoeren of te laten vloeien, zodra het waterpeil in de derde kamer 30 boven een maximaal waterpeil in de derde kamer 30 ligt dat minstens onder, bij voorkeur minstens 2 cm onder, de inlaat 31 ligt.The installation is also provided with a means 80 which connects the outlet 80A of the third chamber 30 with the inlet 80B of the fourth chamber 40, to transport water from the third chamber 30 to the fourth chamber 40 as soon as the water level in the third chamber 30 is above a maximum water level in the third chamber 30 that is at least below, preferably at least 2 cm below, the inlet 31.

De installatie is ook van een middel 70 voorzien, bij voorkeur een pompsysteem, om een bepaald volume aan water van de tweede kamer 20 naar de derde kamer 30 te vervoeren of te laten vloeien.The installation is also provided with a means 70, preferably a pump system, for transporting or flowing a certain volume of water from the second chamber 20 to the third chamber 30.

De installatie is ook van een middel 60 voorzien om hemelwater te vervoeren of te laten vloeien naar de eerste kamer 10 minstens zolang het waterpeil in de eerste kamer 10 lager is dan een bepaald maximaal waterpeil in de eerste kamer 10 en/of het waterpeil in de tweede kamer 20 lager is dan een bepaald maximaal waterpeil in de tweede kamer 20, en om minstens een deel van het hemelwater te vervoeren of te laten vloeien naar de tweede kamer 20 zodra het waterpeil in de eerste kamer 10 hoger is dan bovengenoemd maximaal waterpeil in de eerste kamer 10 en/of het waterdebiet aan de inlaat 11 groter is dan een bepaald waterdebiet en dit zolang het waterpeil in de tweede kamer 20 het bovengenoemd maximaal waterpeil in de tweede kamer 20 niet overschrijdt, en/of minstens een deel van het hemelwater te vervoeren of te laten vloeien naar de uitlaat 21 van de tweede kamer 20 zodra het waterpeil in de tweede kamer 20 hoger is dan bovengenoemd maximaal waterpeil in de tweede kamer 20 en/of het waterdebiet aan de inlaat 11 groter is dan een bepaald waterdebiet.The installation is also provided with a means 60 for transporting rain water or allowing it to flow to the first chamber 10 at least as long as the water level in the first chamber 10 is lower than a certain maximum water level in the first chamber 10 and / or the water level in the first chamber 10 second chamber 20 is lower than a certain maximum water level in the second chamber 20, and to transport or allow at least a part of the rainwater to flow to the second chamber 20 as soon as the water level in the first chamber 10 is higher than the above-mentioned maximum water level in the first chamber 10 and / or the water flow at the inlet 11 is greater than a certain water flow and this as long as the water level in the second chamber 20 does not exceed the above-mentioned maximum water level in the second chamber 20, and / or at least a part of the rainwater to transport or allow to flow to the outlet 21 of the second chamber 20 as soon as the water level in the second chamber 20 is higher than the above-mentioned maximum water level in the second chamber 20 and / or the flow rate at the inlet 11 is greater than a certain water flow rate.

Het zwart afvalwater kan bij voorkeur een voorbehandeling hebben ondergaan (bv. in een septische put of een voorbezinker). Daar ook hemelwater in de installatie terechtkomt, kan men ook zeggen dat het om een compacte behandelingsinstallatie voor het behandelen van grijs afvalwater en/of hemelwater, alsook zwart afvalwater gaat.The black waste water may preferably have undergone a pre-treatment (e.g. in a septic tank or a pre-settler). As rainwater also enters the installation, it can also be said that it is a compact treatment installation for treating gray waste water and / or rainwater, as well as black waste water.

De uitvinding heeft ook betrekking op een werkwijze voor het behandelen van grijs afvalwater en van zwart afvalwater dat afkomstig is van één of een beperkt aantal gebouwen of woningen, waarbij dat afvalwater behandeld wordt in een behandelingsinstallatie, waarin grijs afvalwater naar de eerste kamer 10 gevoerd wordt of vloeit om behandeld te worden, terwijl het zwarte afvalwater naar de derde kamer 30 gevoerd wordt of vloeit om behandeld te worden, waarin water afkomstig van de eerste kamer 10 in de tweede kamer 20 vloeit, waarin, als het waterpeil in de eerste kamer 10 te laag is, alsook als het waterpeil in de tweede kamer 20 te laag is, hemelwater in de eerste kamer 10 en in de tweede kamer 20 gevoerd wordt of vloeit, waarin water van de tweede kamer 20 naar de derde kamer 30 gevoerd wordt om de behandeling van het zwarte afvalwater in de derde kamer 30 te controleren, alsook bij voorkeur grijs afvalwater te behandelen, en waarin water van de derde kamer 30 naar de vierde kamer 40 gevoerd wordt of vloeit, waarbij het aldus behandelde afvalwater de behandelingsinstallatie via een uitlaat 41 voorzien bij de vierde kamer 40 verlaat.The invention also relates to a method for treating gray waste water and black waste water originating from one or a limited number of buildings or homes, said waste water being treated in a treatment installation, in which gray waste water is fed to the first chamber 10 or flows to be treated while the black waste water is fed to the third chamber 30 or flows to be treated, in which water from the first chamber 10 flows into the second chamber 20, wherein, if the water level in the first chamber 10 is too low, as well as if the water level in the second chamber 20 is too low, rain water is fed into or flows into the first chamber 10 and into the second chamber 20, wherein water is fed from the second chamber 20 to the third chamber 30 to control treatment of the black waste water in the third chamber 30, as well as preferably treat gray waste water, and in which water from the third chamber 30 to the fourth chamber 4 0 is fed or flows, the waste water thus treated leaving the treatment installation via an outlet 41 provided at the fourth chamber 40.

Details en kenmerken van uitvoeringsvormen van de behandelingsinstallatie volgens de uitvinding, alsook van de werkwijze volgens de uitvinding zijn in de conclusies gegeven.Details and characteristics of embodiments of the treatment installation according to the invention, as well as of the method according to the invention are given in the claims.

Kenmerken en details van de uitvinding zullen uit de volgende beschrijving voortvloeien, waarin verwezen is naar de bijgevoegde tekeningen van voordelige uitvoeringsvormen van behandelingsinstallaties volgens de uitvinding.Features and details of the invention will result from the following description, in which reference is made to the accompanying drawings of advantageous embodiments of treatment installations according to the invention.

In die tekeningen toont: - figuur 1 (Fig 1) een bovenaanzicht van een behandelingsinstallatie volgens de uitvinding; - figuur 2 (Fig 2) een aanzicht in doorsnede van de installatie van figuur 1 (Fig 1) langs de lijn II-II; - figuur 3 (Fig 3) een aanzicht in doorsnede van de installatie van figuur 1 (Fig 1) langs de lijn III-III; - figuur 4 (Fig 4) een bovenaanzicht van een detail van de eerste kamer 10 en de tweede kamer 20 van een voordelige uitvoeringsvorm van een installatie volgens de uitvinding, waarin details van de kamers 30,40, alsook van de middelen 12,22,50,52 en 70 niet getekend zijn; - figuur 5 (Fig 5) een aanzicht in doorsnede van de installatie van figuur 4 (Fig 4) langs de lijn V-V; - figuur 6 (Fig 6) een bovenaanzicht van een detail van de eerste kamer 10 en de tweede kamer 20 van een andere uitvoeringsvorm van een installatie volgens de uitvinding, waarin details van de kamers 30,40, alsook van de middelen 12,22,50,52 en 70 niet getekend zijn, en - figuur 7 (Fig 7) een aanzicht in doorsnede van de installatie van figuur 6 (Fig 6) langs de lijn VII-VII.In those drawings: figure 1 (Fig 1) shows a top view of a treatment installation according to the invention; figure 2 (Fig 2) shows a cross-sectional view of the installation of figure 1 (Fig 1) along the line II-II; figure 3 (Fig 3) shows a cross-sectional view of the installation of figure 1 (Fig 1) along the line III-III; - figure 4 (Fig. 4) shows a top view of a detail of the first chamber 10 and the second chamber 20 of an advantageous embodiment of an installation according to the invention, in which details of the chambers 30,40 and of the means 12,22, 50.52 and 70 are not drawn; figure 5 (Fig 5) shows a sectional view of the installation of figure 4 (Fig 4) along the line V-V; figure 6 (Fig. 6) shows a top view of a detail of the first chamber 10 and the second chamber 20 of another embodiment of an installation according to the invention, in which details of the chambers 30, 40, and of the means 12, 22, 50, 52 and 70 are not shown, and - Figure 7 (Fig. 7) shows a cross-sectional view of the installation of Figure 6 (Fig. 6) along the line VII-VII.

De compacte behandelingsinstallaties die in de figuren zijn afgebeeld zijn installaties die bestemd zijn om grijs afvalwater, alsook zwart afvalwater, afkomstig van één of een paar gebouwen, te behandelen. Die installaties zijn voorbeelden van voordelige uitvoeringsvormen volgens de uitvinding.The compact treatment installations shown in the figures are installations intended for treating gray wastewater, as well as black wastewater from one or a few buildings. Those installations are examples of advantageous embodiments according to the invention.

De in Fig 1 afgebeelde compacte behandelingsinstallatie is een installatie voor het behandelen van grijs afvalwater, alsook van zwart afvalwater, bij voorkeur van voorbehandeld zwart afvalwater, afkomstig van één of een paar gebouwen. Die installatie bevat: - een tank 2 waarin zich binnenwanden 3,4 bevinden om vier kamers 10,20,30,40 te vormen in het volume van de tank 2, waarbij elke kamer vrijwel een gemiddeld maximaal volume heeft dat 15% tot 50%, bij voorkeur 15% tot 30%, liever nagenoeg 25%, van het volume van de tank 2 bedraagt, en - bij voorkeur een deksel 5 om tenminste gedeeltelijk de tank af te dichten, waarbij het deksel bij voorkeur voorzien is van minstens een mangat 6,7 om toegang te hebben naar de kamers 10,20,30,40.The compact treatment plant shown in Fig. 1 is an installation for treating gray wastewater, as well as black wastewater, preferably pretreated black wastewater from one or a few buildings. This installation comprises: - a tank 2 in which inner walls 3,4 are situated to form four chambers 10,20,30,40 in the volume of the tank 2, each chamber having virtually an average maximum volume that is 15% to 50% , preferably 15% to 30%, more preferably substantially 25%, of the volume of the tank 2, and - preferably a lid 5 to at least partially seal the tank, the lid preferably being provided with at least one manhole 6.7 to access the rooms 10,20,30,40.

In Fig 1 bevat de tank 2 twee binnenwanden 3,4. Het is duidelijk dat de tank voorzien kan zijn van drie of meer binnenwanden om die kamers te definiëren. Bijvoorbeeld worden de vier kamers gevormd met drie binnenwanden, die evenwijdig aan elkaar geplaatst worden. In de afgebeelde uitvoeringsvormen heeft elke kamer nagenoeg 25% van het totaal volume. Kamers kunnen verschillende volumes hebben, bijvoorbeeld om over een grotere tweede kamer 20 te kunnen beschikken, waardoor een groter volume hemelwater gebufferd kan worden. De variatie aan toekomende debieten en volumes is voornamelijk van belang voor de grootte van de tweede kamer 20.In Fig. 1, the tank 2 comprises two inner walls 3,4. It is clear that the tank can be provided with three or more inner walls to define those chambers. For example, the four chambers are formed with three inner walls, which are placed parallel to each other. In the illustrated embodiments, each chamber has nearly 25% of the total volume. Chambers can have different volumes, for example in order to have a larger second chamber, so that a larger volume of rainwater can be buffered. The variation in incoming flows and volumes is mainly of importance for the size of the second chamber 20.

Bij voorkeur dekt het deksel 5 vrijwel volledig de bovenopening van de tank 2. Het deksel kan een los deksel zijn dat onafhankelijk staat van de kuip. In andere uitvoeringsvormen kan het deksel één geheel vormen met de tank. Het deksel kan van één of meerdere mangaten voorzien zijn. Volgens een mogelijke uitvoeringsvorm is het deksel 5 van een inlaat 11 voorzien, waardoor hemelwater gevoerd kan worden naar de eerste kamer 10, waarbij die inlaat 11 op een bepaald peil ligt, en dat de uitlaat 21 van de tweede kamer 20 op een peil onder het peil van bovengenoemde inlaat 11 ligt.Preferably, the lid 5 almost completely covers the top opening of the tank 2. The lid can be a separate lid that is independent of the tub. In other embodiments, the lid can be integral with the tank. The lid can be provided with one or more manholes. According to a possible embodiment, the cover 5 is provided with an inlet 11, through which rainwater can be fed to the first chamber 10, wherein said inlet 11 is at a certain level, and that the outlet 21 of the second chamber 20 is at a level below the level level of the above-mentioned inlet 11.

Door de binnenwanden 3,4, zijn de volgende vier kamers in de tank gedefinieerd: (a) een eerste kamer 10 die bestemd is om grijs afvalwater op te vangen, alsook hemelwater, op te vangen en te voorzien van een voorbehandeling, waarbij die eerste kamer 10 voorzien is van een inlaat 11 en een uitlaat 50A, (b) een tweede kamer 20 die bestemd is om water van de eerste kamer 10, alsook minstens hemelwater, op te vangen en te bufferen, waarbij die tweede kamer 20 voorzien is van een inlaat 50B en, bij voorkeur, van een uitlaat 21, (c) een derde kamer 30 voor het behandelen, bij voorkeur op een biologische manier, van minstens zwart afvalwater, waarbij die derde kamer 30 voorzien is van een inlaat 31 en een uitlaat 80A, en (d) een vierde kamer 40 voor het opvangen van water dat uit de derde kamer 30 vloeit, waarbij die vierde kamer 40 voorzien is van een inlaat 80B en een uitlaat 41.Through the inner walls 3,4, the following four chambers are defined in the tank: (a) a first chamber 10 intended to collect gray waste water, as well as rain water, and provide it with a pre-treatment, the first chamber 10 is provided with an inlet 11 and an outlet 50A, (b) a second chamber 20 which is intended to collect and buffer water from the first chamber 10, as well as at least rainwater, said second chamber 20 being provided with an inlet 50B and, preferably, an outlet 21, (c) a third chamber 30 for treating, preferably in a biological manner, at least black waste water, said third chamber 30 being provided with an inlet 31 and an outlet 80A, and (d) a fourth chamber 40 for collecting water flowing from the third chamber 30, said fourth chamber 40 being provided with an inlet 80B and an outlet 41.

In de eerste kamer 10 ondergaat grijs afvalwater en/of hemelwater een voorbehandeling. Dit kan bijvoorbeeld om een gravitaire afscheiding van niet in het water opgeloste deeltjes gaan (zoals een voorbezinking). Water kan in de eerste kamer 10 terechtkomen via de inlaat 11 van de eerste kamer 10, alsook via het middel 60 dat grijs afvalwater en/of hemelwater van de inlaat 11 naar de eerste kamer 10 brengt. Water kan de eerste kamer 10 verlaten via de uitlaat 50A van de eerste kamer 10.In the first chamber 10, gray waste water and / or rainwater undergoes a pretreatment. This may, for example, involve a gravity separation of particles not dissolved in the water (such as a pre-settling). Water can enter the first chamber 10 via the inlet 11 of the first chamber 10, as well as via the means 60 which brings gray waste water and / or rainwater from the inlet 11 to the first chamber 10. Water can leave the first chamber 10 through the outlet 50A of the first chamber 10.

De eerste kamer 10 is voorzien van een inlaat 11 voor water. In zijn meest eenvoudige uitvoeringsvorm is de inlaat 11 van de eerste kamer 10 een opening in de wand van de eerste kamer 10, bv. in de laterale wand van de tank 2 en/of van het deksel 5.The first chamber 10 is provided with an inlet 11 for water. In its simplest embodiment, the inlet 11 of the first chamber 10 is an opening in the wall of the first chamber 10, e.g. in the lateral wall of the tank 2 and / or of the lid 5.

De inlaat 11 is, bij voorkeur, voorzien van een middel 12 om water (grijs afvalwater en/of hemelwater) in de eerste kamer 10 te laten vloeien of te vervoeren op een peil dat gelegen is onder het waterpeil in de eerste kamer 10, bij voorkeur tot onder de drijvende laag bij de voorbehandeling afgescheiden deeltjes. De onderzijde van het middel 12 ligt daarnaast ook op een peil dat hoog genoeg is ten opzichte van de laag van bezonken materiaal die zich heeft afgescheiden tijdens de voorbehandeling in de eerste kamer 10. In een voordelige uitvoeringsvorm is het middel 12 voorzien van een ontluchting (bv. via openingen of gleuven).The inlet 11 is preferably provided with a means 12 for flowing water (gray waste water and / or rainwater) into the first chamber 10 or transporting it at a level below the water level in the first chamber 10, at particles separated to below the floating layer during the pretreatment. In addition, the underside of the means 12 also lies at a level high enough with respect to the layer of settled material that has separated during the pre-treatment in the first chamber 10. In an advantageous embodiment, the means 12 is provided with a vent ( eg through openings or slots).

In een uitvoeringsvorm is het middel 12 opgebouwd uit een buisstuk 12A gelegen in een vrijwel horizontaal vlak of horizontale richting, verbonden met een buisstuk 12B gelegen in een vrijwel verticaal vlak of verticale richting. Het buisstuk 12B is voorzien van een opening 12C aan de onderzijde van het buisstuk 12B door dewelke water in de eerste kamer 10 wordt gebracht en/of een opening 12D aan de bovenzijde van het buisstuk 12D waardoor lucht uit het middel 12 kan ontsnappen. Het peil van de opening 12C bevindt zich minstens 10 cm onder, bij voorkeur minstens 20 cm onder, het maximaal waterpeil in de eerste kamer 10 en minstens boven, bij voorkeur minstens 10 cm boven, het maximaal slibopslagniveau in de eerste kamer 10, terwijl het peil van de opening 12D zich minstens boven, bij voorkeur minstens 10 cm boven, het maximaal waterpeil in de eerste kamer 10 bevindt. Volgens een detail van de uitvoeringsvorm van de installatie van Fig 1 en Fig 2 is het middel 12 een T-vormig buissysteem. Ook andere uitvoeringsvormen zijn mogelijk, zoals bv. een buissysteem met bochtstuk.In one embodiment, the means 12 is composed of a tubular piece 12A located in a substantially horizontal plane or horizontal direction, connected to a tubular piece 12B located in a substantially vertical plane or vertical direction. The tube piece 12B is provided with an opening 12C on the underside of the tube piece 12B through which water is introduced into the first chamber 10 and / or an opening 12D on the top side of the tube piece 12D through which air can escape from the means 12. The level of the opening 12C is at least 10 cm below, preferably at least 20 cm below, the maximum water level in the first chamber 10 and at least above, preferably at least 10 cm above, the maximum sludge storage level in the first chamber 10, while the the level of the opening 12D is at least above, preferably at least 10 cm above, the maximum water level in the first chamber 10. According to a detail of the embodiment of the installation of Fig. 1 and Fig. 2, the means 12 is a T-shaped pipe system. Other embodiments are also possible, such as, for example, a pipe system with a bend.

Het middel 12 kan worden voorzien op de inlaat 11 en/of het middel 60.The means 12 can be provided on the inlet 11 and / or the means 60.

De eerste kamer 10 is eveneens voorzien van een uitlaat 50A voor water. In zijn meest eenvoudige uitvoeringsvorm is de uitlaat 50A van de eerste kamer 10 een opening in de wand van de eerste kamer 10, bv. in de binnenwand 3.The first chamber 10 is also provided with an outlet 50A for water. In its simplest embodiment, the outlet 50A of the first chamber 10 is an opening in the wall of the first chamber 10, e.g. in the inner wall 3.

De uitlaat 50A is, bij voorkeur, voorzien van een middel 51. Dit middel 51 is zodanig geconcipieerd dat er wordt vermeden dat een drijflaag van de eerste kamer 10 naar de tweede kamer 20 vloeit. Hiertoe ligt de onderzijde van het middel 51 voldoende diep onder het maximaal waterpeil in de eerste kamer 10. De onderzijde van het middel 51 ligt daarnaast ook op een peil dat hoog genoeg is ten opzichte van de laag van bezonken materiaal die zich heeft afgescheiden tijdens de voorbehandeling in de eerste kamer 10. In een voordelige uitvoeringsvorm is het middel 51 voorzien van een ontluchting (bv. via openingen of gleuven).The outlet 50A is preferably provided with a means 51. This means 51 is designed in such a way that a floating layer is prevented from flowing from the first chamber 10 to the second chamber 20. To this end, the underside of the means 51 is sufficiently deep below the maximum water level in the first chamber 10. The underside of the means 51 also lies at a level high enough with respect to the layer of settled material that has separated during the pretreatment in the first chamber 10. In an advantageous embodiment, the means 51 is provided with a vent (e.g. via openings or slots).

In een uitvoeringsvorm is het middel 51 opgebouwd uit een buisstuk 51A gelegen in een vrijwel horizontaal vlak of horizontale richting, verbonden met een buisstuk 51B gelegen in een vrijwel verticaal vlak of verticale richting. Het buisstuk 51B is voorzien van een opening 5IC aan de onderzijde van het buisstuk 51B door dewelke water uit de eerste kamer 10 kan vloeien of vervoerd worden en/of een opening 51D aan de bovenzijde van het buisstuk 51B waardoor lucht uit het middel 51 kan ontsnappen. Het peil van de opening 5IC bevindt zich minstens 10 cm onder, bij voorkeur minstens 20 cm onder, het maximaal waterpeil in de eerste kamer 10 en minstens boven, bij voorkeur minstens 10 cm boven, het maximaal slibopslagniveau in de eerste kamer, terwijl de opening 51D minstens 10 cm, bij voorkeur minstens 20 cm, boven het maximaal waterpeil van de eerste kamer 10 ligt. Volgens een detail van de uitvoeringsvorm van de installatie van Fig 1 en Fig 2 is het middel 51 een T-vormig buissysteem. Ook andere uitvoeringsvormen zijn mogelijk, zoals bv. een buissysteem met bochtstuk.In one embodiment, the means 51 is composed of a tubular piece 51A located in a substantially horizontal plane or horizontal direction, connected to a tubular piece 51B located in a substantially vertical plane or vertical direction. The tube piece 51B is provided with an opening 5IC on the underside of the tube piece 51B through which water can flow or be transported from the first chamber 10 and / or an opening 51D on the top side of the tube piece 51B through which air can escape from the means 51 . The level of the opening 5IC is at least 10 cm below, preferably at least 20 cm below, the maximum water level in the first chamber 10 and at least above, preferably at least 10 cm above, the maximum sludge storage level in the first chamber, while the opening 51D is at least 10 cm, preferably at least 20 cm, above the maximum water level of the first chamber 10. According to a detail of the embodiment of the installation of Fig. 1 and Fig. 2, the means 51 is a T-shaped pipe system. Other embodiments are also possible, such as, for example, a pipe system with a bend.

In de tweede kamer 20 wordt grijs afvalwater en/of hemelwater opgevangen en gebufferd. Water kan in de tweede kamer 20 terechtkomen via de inlaat 50B van de tweede kamer 20, alsook via het middel 60 dat grijs afvalwater en/of hemelwater van de inlaat 11 naar de tweede kamer 20 brengt. Water kan de tweede kamer 20 verlaten via het middel 70 dat water vervoert of laat vloeien van de tweede kamer 20 naar de derde kamer 30, alsook, in een uitvoeringsvorm, via de uitlaat 21 van de tweede kamer 20.In the second chamber 20, gray waste water and / or rainwater is collected and buffered. Water can enter the second chamber 20 via the inlet 50B of the second chamber 20, as well as via the means 60 which brings gray waste water and / or rainwater from the inlet 11 to the second chamber 20. Water can leave the second chamber 20 via the means 70 that carries or flows water from the second chamber 20 to the third chamber 30, as well as, in one embodiment, via the outlet 21 of the second chamber 20.

De tweede kamer 20 is voorzien van een inlaat 50B voor water. In zijn meest eenvoudige uitvoeringsvorm is de inlaat 5 0B van de tweede kamer 20 een opening in de wand van de tweede kamer 20, bv. in de binnenwand 3.The second chamber 20 is provided with an inlet 50B for water. In its simplest embodiment, the inlet 50 of the second chamber 20 is an opening in the wall of the second chamber 20, e.g. in the inner wall 3.

De inlaat 50B is, bij voorkeur, voorzien van een middel 52 om water (grijs afvalwater en/of hemelwater) in de tweede kamer 20 te laten vloeien of te vervoeren op een dusdanige manier dat optimale condities voor het opvangen en bufferen van water in de tweede kamer 20 gerealiseerd worden. In een voordelige uitvoeringsvorm is het middel 52 voorzien van een ontluchting (bv. via openingen of gleuven).The inlet 50B is, preferably, provided with a means 52 for flowing or transporting water (gray waste water and / or rainwater) into the second chamber 20 in such a way that optimum conditions for collecting and buffering water in the second chamber 20 can be realized. In an advantageous embodiment, the means 52 is provided with a vent (e.g. via openings or slots).

In een uitvoeringsvorm is het middel 52 opgebouwd uit een buisstuk 52A, gelegen in een vrijwel horizontaal vlak of horizontale richting, dat verbonden is met een buisstuk 52B, gelegen in een vrijwel verticaal vlak of verticale richting. Het buisstuk 52B is voorzien van een opening 52C onderaan het buisstuk 52B, via dewelke water in de tweede kamer 20 kan worden gebracht en/of een opening 52D aan de bovenzijde van het buisstuk 52B waardoor lucht uit het middel 52 kan ontsnappen. Het niveau van de opening 52C bevindt zich minstens 10 cm onder, bij voorkeur minstens 20 cm onder, het maximaal waterpeil in de tweede kamer 20. Bij voorkeur bevindt het niveau van de opening 52C zich minstens onder het minimaal waterpeil in de tweede kamer 20. Het niveau van de opening 52D bevindt zich minstens boven, bij voorkeur minstens 10 cm boven, het maximale waterpeil in de tweede kamer 20. Volgens een detail van de uitvoeringsvorm van de installatie van Fig 1 en Fig 2 is het middel 52 een T-vormig buissysteem. Ook andere uitvoeringsvormen zijn mogelijk, zoals bv. een buissysteem met bochtstuk.In one embodiment, the means 52 is composed of a tubular piece 52A located in a substantially horizontal plane or horizontal direction that is connected to a tubular piece 52B located in a substantially vertical plane or vertical direction. The pipe piece 52B is provided with an opening 52C at the bottom of the pipe section 52B, through which water can be introduced into the second chamber 20 and / or an opening 52D at the top of the pipe section 52B through which air can escape from the means 52. The level of the opening 52C is at least 10 cm below, preferably at least 20 cm below, the maximum water level in the second chamber 20. Preferably, the level of the opening 52C is at least below the minimum water level in the second chamber 20. The level of the opening 52D is at least above, preferably at least 10 cm above, the maximum water level in the second chamber 20. According to a detail of the embodiment of the installation of Fig. 1 and Fig. 2, the means 52 is T-shaped pipe system. Other embodiments are also possible, such as, for example, a pipe system with a bend.

Het middel 52 kan worden voorzien op de inlaat 50B en/of het middel 60.The means 52 can be provided on the inlet 50B and / or the means 60.

In een uitvoeringsvorm is de tweede kamer 20 voorzien van een uitlaat 21 voor water. Het peil van de uitlaat 21 ligt hoger dan het maximaal waterpeil in de tweede kamer 20 en, bij voorkeur, onder het peil van de inlaat 11 voor water. Dit laatste is niet vereist wanneer water van de eerste kamer 10 naar de tweede kamer 20 wordt verpompt. In de uitvoeringsvormen van Fig 2, Fig 5 en Fig 7 ligt de uitlaat 21 van de tweede kamer 20 op een peil dat onder het maximaal waterpeil van de eerste kamer 10 ligt. In zijn meest eenvoudige uitvoeringsvorm is de uitlaat 21 van de tweede kamer 20 een opening in de wand van de tweede kamer 20, bv. in de laterale wand van de tank 2.In one embodiment, the second chamber 20 is provided with an outlet 21 for water. The level of the outlet 21 is higher than the maximum water level in the second chamber 20 and, preferably, below the level of the water inlet 11. The latter is not required when water is pumped from the first chamber 10 to the second chamber 20. In the embodiments of Fig. 2, Fig. 5 and Fig. 7, the outlet 21 of the second chamber 20 is at a level that is below the maximum water level of the first chamber 10. In its simplest embodiment, the outlet 21 of the second chamber 20 is an opening in the wall of the second chamber 20, e.g. in the lateral wall of the tank 2.

De uitlaat 21 van de tweede kamer 20 is, bij voorkeur, voorzien van een middel 22 om water uit de tweede kamer 20 naar de uitlaat 21 van de tweede kamer 20 te vervoeren of te laten vloeien.In een voordelige uitvoeringsvorm is het middel 22 voorzien van een ontluchting (bv. via openingen of gleuven).The outlet 21 of the second chamber 20 is, preferably, provided with a means 22 for transporting or flowing water from the second chamber 20 to the outlet 21 of the second chamber 20. In an advantageous embodiment, the means 22 is provided of a vent (eg through openings or slots).

In een uitvoeringsvorm is het middel 22 opgebouwd uit een buisstuk 22A, gelegen in een vrijwel horizontaal vlak of horizontale richting, verbonden met een buisstuk 22B, gelegen in een vrijwel verticaal vlak of verticale richting. Het buisstuk 22B is voorzien van een opening 22C onderaan het buisstuk 22B via dewelke het water uit de tweede kamer 20 kan worden vervoerd of kan vloeien en/of een opening 22D bovenaan het buisstuk 22B zodat lucht uit het middel 22 kan ontsnappen. De opening 22C bevindt zich op een niveau dat minstens 10 cm onder, bij voorkeur minstens 20 cm onder, het maximaal waterpeil in de tweede kamer 20 is gelegen. Bij voorkeur bevindt de opening 22C zich op een niveau dat minstens onder het minimaal waterpeil in de tweede kamer 20 is gelegen. Het niveau van de opening 22D bevindt zich minstens boven, bij voorkeur minstens 10 cm boven, het maximaal waterpeil in de tweede kamer 20. Volgens een detail van de uitvoeringsvorm van de installatie van Fig 1 en Fig 2 is het middel 22 een T-vormig buissysteem. Ook andere uitvoeringsvormen zijn mogelijk zoals bv. een buissysteem met bochtstuk.In one embodiment, the means 22 is composed of a tubular piece 22A located in a substantially horizontal plane or horizontal direction connected to a tubular piece 22B located in a substantially vertical plane or vertical direction. The tube piece 22B is provided with an opening 22C at the bottom of the tube piece 22B through which the water can be transported or flow from the second chamber 20 and / or an opening 22D at the top of the tube piece 22B so that air can escape from the means 22. The opening 22C is at a level that is at least 10 cm below, preferably at least 20 cm below, the maximum water level in the second chamber 20. Preferably, the opening 22C is at a level that is at least below the minimum water level in the second chamber 20. The level of the opening 22D is at least above, preferably at least 10 cm above, the maximum water level in the second chamber 20. According to a detail of the embodiment of the installation of Fig. 1 and Fig. 2, the means 22 is T-shaped pipe system. Other embodiments are also possible, such as a pipe system with a bend.

In een voordelige uitvoeringsvorm is de uitlaat 21 van de tweede kamer 20 of het middel 22 of het verticaal buisstuk 22B van een filtersysteem 22E voorzien. Dit om te vermijden dat vaste deeltjes uit de tweede kamer 20 zouden vloeien.In an advantageous embodiment, the outlet 21 of the second chamber 20 or the means 22 or the vertical pipe piece 22B is provided with a filter system 22E. This is to prevent solid particles from flowing out of the second chamber.

Het middel 22 kan worden voorzien op de uitlaat 21 en/of het middel 60.The means 22 can be provided on the outlet 21 and / or the means 60.

In de derde kamer 30 wordt zwart afvalwater behandeld. Dit bij voorkeur op een biologische manier. In de derde kamer 30 wordt naast zwart afvalwater ook het water van de tweede kamer 20 behandeld. Water kan in de derde kamer 30 terechtkomen via de inlaat 31 van de derde kamer 30, alsook via het middel 70 dat grijs afvalwater en/of hemelwater van de tweede kamer 20 naar de derde kamer 30 brengt. Water kan de derde kamer 30 verlaten via de uitlaat 80A van de derde kamer 30.Black waste water is treated in the third chamber 30. This preferably in a biological way. In the third chamber 30, in addition to black waste water, the water from the second chamber 20 is also treated. Water can enter the third chamber 30 via the inlet 31 of the third chamber 30, as well as via the means 70 which transports gray waste water and / or rainwater from the second chamber 20 to the third chamber 30. Water can leave the third chamber 30 through the outlet 80A of the third chamber 30.

Bij voorkeur is de installatie van een systeem voorzien om minstens het zwart afvalwater in de derde kamer 30 (al dan niet gemengd met water van de tweede kamer 20) te beluchten en/of te roeren en/of te verdunnen. De derde kamer 30 kan ook voorzien zijn van een drager 35 waaraan slib zich kan hechten en waarop zich een biofilm kan vormen. In dat geval is het niet nodig het water van de derde kamer 30 te roeren of te verdunnen.The installation is preferably provided with a system for aerating and / or stirring and / or diluting at least the black waste water in the third chamber 30 (whether or not mixed with water from the second chamber 20). The third chamber 30 can also be provided with a carrier 35 to which sludge can adhere and on which a biofilm can form. In that case, it is not necessary to stir or dilute the water of the third chamber 30.

De derde kamer 30 is voorzien van een inlaat 31 voor water. In zijn meest eenvoudige uitvoeringsvorm is de inlaat 31 van de derde kamer 30 een opening in de wand van de derde kamer 30, bv. in de laterale wand van de tank 2 en/of van het deksel 5.The third chamber 30 is provided with an inlet 31 for water. In its simplest embodiment, the inlet 31 of the third chamber 30 is an opening in the wall of the third chamber 30, e.g. in the lateral wall of the tank 2 and / or of the lid 5.

De inlaat 31 kan worden voorzien van een middel 32 zodat het water op een dergelijke manier in de derde kamer 30 wordt ingébracht dat de behandeling kan verlopen onder optimale condities: het water wordt op een welbepaalde diepte in de derde kamer 30 ingebracht zodat het toekomende water effectief aan een behandeling wordt onderworpen en niet meteen naar de uitlaat 80A stroomt. In een voordelige uitvoeringsvorm is het middel 12 voorzien van een ontluchting (bv. via openingen of gleuven).The inlet 31 can be provided with a means 32 so that the water is introduced into the third chamber 30 in such a way that the treatment can proceed under optimum conditions: the water is introduced into the third chamber 30 at a specific depth so that the water to arrive is effectively treated and does not immediately flow to the outlet 80A. In an advantageous embodiment, the means 12 is provided with a vent (e.g. via openings or slots).

In een uitvoeringsvorm is het middel 32 opgebouwd uit een buisstuk 32A, gelegen in een vrijwel horizontaal vlak of horizontale richting, dat verbonden is met een buisstuk 32B, gelegen in een vrijwel verticaal vlak of verticale richting. Het buisstuk 32B is voorzien van een opening 32C aan de onderzijde van het buisstuk 32 via dewelke water naar de derde kamer 30 wordt vervoerd of vloeit en/of een opening 32D aan de bovenzijde van het buisstuk via dewelke lucht kan ontsnappen uit het middel 32. Het niveau van de opening 32C bevindt zich minstens 30 cm onder, bij voorkeur minstens 60 cm onder, het waterpeil in de derde kamer 30. Het niveau van de opening 32D bevindt zich minstens boven, bij voorkeur minstens 10 cm boven, het maximale waterpeil in de derde kamer 30.In one embodiment, the means 32 is composed of a tubular piece 32A located in a substantially horizontal plane or horizontal direction that is connected to a tubular piece 32B located in a substantially vertical plane or vertical direction. The pipe section 32B is provided with an opening 32C on the underside of the pipe section 32 through which water is transported or flows to the third chamber 30 and / or an opening 32D on the top side of the pipe section through which air can escape from the means 32. The level of the opening 32C is at least 30 cm below, preferably at least 60 cm below, the water level in the third chamber 30. The level of the opening 32D is at least above, preferably at least 10 cm above, the maximum water level the third room 30.

In een voordelige uitvoeringsvorm is het middel 32 / het buisstuk 32B voorzien van perforaties 32E (openingen of sleuven) om water in de derde kamer 30 in te brengen. De diameter van de perforatie-openingen, de sleufbreedte en de opening 32C is kleiner dan de afmeting van de drager 35 zodat vermeden wordt dat de drager via het middel 32 en de inlaat 31 de derde kamer 30 kan verlaten.In an advantageous embodiment, the means 32 / the pipe piece 32B is provided with perforations 32E (openings or slots) for introducing water into the third chamber 30. The diameter of the perforation openings, the slot width and the opening 32C is smaller than the size of the support 35, so that the support is prevented from leaving the third chamber 30 via the means 32 and the inlet 31.

In een voordelige uitvoeringsvorm is het middel 32 / de opening 32D voorzien van een middel om water dat, via het middel 70, uit de tweede kamer 20 wordt vervoerd of vloeit aan te sluiten op het middel 32 / de opening 32D.In an advantageous embodiment, the means 32 / the opening 32D is provided with a means for connecting water which, via the means 70, flows or flows from the second chamber 20 to the means 32 / the opening 32D.

Het middel 32 kan worden voorzien op de inlaat 31 en/of het middel 70.The means 32 can be provided on the inlet 31 and / or the means 70.

De derde kamer 30 is voorzien van een uitlaat 80A voor water. In zijn meest eenvoudige uitvoeringsvorm is de uitlaat 80A van de derde kamer 30 een opening in de wand van de derde kamer 30, bv. in de binnenwand 3.The third chamber 30 is provided with an outlet 80A for water. In its simplest embodiment, the outlet 80A of the third chamber 30 is an opening in the wall of the third chamber 30, e.g., in the inner wall 3.

De uitlaat 80A van de derde kamer 30 kan worden uitgerust met een middel 81. Het middel 81 heeft tot doel het water uit de derde kamer 30 naar de uitlaat 80A te geleiden en te vermijden dat een eventuele drager 35 uit de derde kamer 30 naar de vierde kamer 40 wordt afgevoerd. Hiertoe is het middel 81 voorzien van perforaties (openingen of gleuven) met een diameter of gleufbreedte kleiner dan of gelijk aan de afmetingen van de drager 35. In een basisuitvoeringsvorm is dit middel 81 een geperforeerde stop die op de uitlaat 80A wordt geplaatst.The outlet 80A of the third chamber 30 can be equipped with a means 81. The purpose of the means 81 is to guide the water from the third chamber 30 to the outlet 80A and to prevent any carrier 35 from the third chamber 30 to reach the outlet. fourth chamber 40 is discharged. To this end, the means 81 is provided with perforations (openings or slots) with a diameter or slot width of less than or equal to the dimensions of the support 35. In a basic embodiment, this means 81 is a perforated plug placed on the outlet 80A.

In een andere uitvoeringsvorm is het middel 81 opgebouwd uit een buisstuk 81A, gelegen in een vrijwel horizontaal vlak of horizontale richting, verbonden met een buisstuk 81B, gelegen in een vrijwel verticaal gelegen vlak of verticale richting. Het buisstuk 81B is voorzien van perforaties (openingen of sleuven) om water, maar niet de drager 35, door te laten.In another embodiment, the means 81 is composed of a tubular piece 81A located in a substantially horizontal plane or horizontal direction connected to a tubular piece 81B located in a substantially vertical plane or vertical direction. The pipe piece 81B is provided with perforations (openings or slots) to allow water, but not the carrier 35, through.

In de vierde kamer 40 ondergaat het in de derde kamer 30 (biologisch) behandelde water een nabehandeling. Dit kan bv. om een gravitaire afscheiding van niet in het water opgeloste deeltjes gaan (i.c. een nabezinking). Water kan in de vierde kamer 40 terechtkomen via de inlaat 80B van de vierde kamer 40. Water kan de vierde kamer 40 verlaten via de uitlaat 41 van de vierde kamer 40.In the fourth chamber 40, the (biologically) treated water in the third chamber 30 undergoes a post-treatment. This may, for example, involve a gravity separation of particles not dissolved in the water (i.c. a post-settling). Water can enter the fourth chamber 40 through the inlet 80B of the fourth chamber 40. Water can exit the fourth chamber 40 through the outlet 41 of the fourth chamber 40.

De vierde kamer 40 is voorzien van een inlaat 80B voor water. In zijn meest eenvoudige uitvoeringsvorm is de inlaat 80B van de vierde kamer 40 een opening in de wand van de vierde kamer 40, bv. in de binnenwand 3.The fourth chamber 40 is provided with an inlet 80B for water. In its simplest embodiment, the inlet 80B of the fourth chamber 40 is an opening in the wall of the fourth chamber 40, e.g. in the inner wall 3.

De inlaat 80B van de vierde kamer kan worden uitgerust met een middel 82. Het middel 82 heeft tot doel het water uit de derde kamer 30 op een welbepaalde diepte in de vierde kamer 40 in te brengen om al zo optimale condities te creëren voor de nabehandeling in de vierde kamer 40 (i.c. een nabezinking) van het in de derde kamer 30 behandelde water. Het water moet op een voldoende diep niveau ingébracht worden opdat de nabehandeling onder optimale condities kan gebeuren. Langs de andere kant mag het in de vierde kamer 40 bezonken materiaal niet verstoord worden door de inbreng van het water uit de derde kamer 30. In een voordelige uitvoeringsvorm is het middel 82 voorzien van een ontluchting (bv. via openingen of gleuven).The inlet 80B of the fourth chamber can be equipped with a means 82. The means 82 aims to introduce the water from the third chamber 30 into the fourth chamber 40 at a specific depth in order to create optimum conditions for the after-treatment. in the fourth chamber 40 (in this case a post-settling) of the water treated in the third chamber 30. The water must be introduced at a sufficiently deep level so that the post-treatment can be carried out under optimum conditions. On the other hand, the material settled in the fourth chamber 40 must not be disturbed by the introduction of the water from the third chamber 30. In an advantageous embodiment, the means 82 is provided with a vent (e.g. through openings or slots).

In een uitvoeringsvorm is het middel 82 opgebouwd uit een buisstuk 82A, gelegen in een vrijwel horizontaal vlak of horizontale richting, verbonden met een buisstuk 82B, gelegen in een vrijwel verticaal vlak of verticale richting. Het buisstuk 82B is voorzien van een opening 82C onderaan het buisstuk 82B via dewelke het water in de vierde kamer 40 wordt ingebracht en/of een opening 82D bovenaan het buisstuk zodat er een ontluchting van het middel 82 is voorzien.In one embodiment, the means 82 is composed of a tubular piece 82A located in a substantially horizontal plane or horizontal direction connected to a tubular piece 82B located in a substantially vertical plane or vertical direction. The pipe piece 82B is provided with an opening 82C at the bottom of the pipe section 82B through which the water is introduced into the fourth chamber 40 and / or an opening 82D at the top of the pipe section so that a vent of the means 82 is provided.

De vierde kamer 40 is voorzien van een uitlaat 41 voor water. In zijn meest eenvoudige uitvoeringsvorm is de uitlaat 41 van de vierde kamer 40 een opening in de wand van de vierde kamer 40, bv. in de laterale wand van de tank 2.The fourth chamber 40 is provided with an outlet 41 for water. In its simplest embodiment, the outlet 41 of the fourth chamber 40 is an opening in the wall of the fourth chamber 40, e.g., in the lateral wall of the tank 2.

De uitlaat 41 van de vierde kamer kan worden voorzien van een middel 42 dat verhindert dat een drijflaag tezamen met het in de vierde kamer 40 nabehandelde water via uitlaat 41 de installatie verlaat. In een voordelige uitvoeringsvorm is het middel 42 voorzien van een ontluchting (bv. via openingen of gleuven).The outlet 41 of the fourth chamber can be provided with a means 42 that prevents a floating layer, together with the water after treatment in the fourth chamber 40, from leaving the installation via outlet 41. In an advantageous embodiment, the means 42 is provided with a vent (e.g. via openings or slots).

In een uitvoeringsvorm is het middel 42 opgebouwd uit een buisstuk 42A, gelegen in een vrijwel horizontaal vlak of horizontale richting, dat verbonden is met een buisstuk 42B, gelegen in een vrijwel verticaal vlak of verticale richting. Het buisstuk 42B is voorzien van een opening 42C aan de onderzijde van het buisstuk via de welke water uit de vierde kamer 40 de installatie via het middel 42 en de uitlaat 41 kan verlaten en/of een opening 42D aan de bovenzijde van het buisstuk 42B via dewelke lucht uit het middel 42 kan ontsnappen. De opening 42C bevindt zich op een niveau dat minstens 10 cm onder, bij voorkeur minstens 20 cm onder, het waterpeil in de vierde kamer 40 is gelegen en op een niveau dat minstens boven, bij voorkeur minstens 10 cm boven, het maximaal slibopslagniveau in de vierde kamer 40 is gelegen. Het niveau van de opening 42D bevindt zich minstens boven, bij voorkeur minstens 10 cm boven, het maximaal waterpeil in de vierde kamer 40.In one embodiment, the means 42 is composed of a tubular piece 42A located in a substantially horizontal plane or horizontal direction that is connected to a tubular piece 42B located in a substantially vertical plane or vertical direction. The pipe section 42B is provided with an opening 42C on the underside of the pipe section through which water from the fourth chamber 40 can leave the installation via the means 42 and the outlet 41 and / or an opening 42D at the top of the pipe section 42B via which air can escape from the means 42. The aperture 42C is at a level at least 10 cm below, preferably at least 20 cm below, the water level in the fourth chamber 40 and at a level at least above, preferably at least 10 cm above, the maximum sludge storage level in the fourth chamber 40 is located. The level of the opening 42D is at least above, preferably at least 10 cm above, the maximum water level in the fourth chamber 40.

In een voordelige uitvoeringsvorm is het middel 42 / het buisstuk 42B uitgerust met een filtersysteem 42E.In an advantageous embodiment, the means 42 / the tube piece 42B is equipped with a filter system 42E.

De weg die het grijs afvalwater aflegt is die van de eerste kamer 10, via een middel 50 naar de tweede kamer 20, via een middel 70 naar de derde kamer 30 en dan via een middel 80 naar de vierde kamer 40. De weg die het zwart afvalwater aflegt is die van de derde kamer 30, via een middel 80 naar de vierde kamer 40. Behandeld grijs afvalwater en behandeld zwart afvalwater verlaat de installatie via uitlaat 41. De uitlaat 21 van de tweede kamer 20, die bij voorkeur wordt voorzien, vormt een nooduitlaat voor het geval er te veel water (i.c. hemelwater) in de installatie moet worden opgevangen, water dat niet (biologisch) kan behandeld worden in de derde kamer 30 zonder deze bioreactor te overbelasten of dat niet kan gebufferd worden in de tweede kamer 20.The path that the gray waste water travels is that of the first chamber 10, via a means 50 to the second chamber 20, via a means 70 to the third chamber 30 and then via a means 80 to the fourth chamber 40. The path that the gray waste water black waste water discharges is that of the third chamber 30, via a means 80 to the fourth chamber 40. Treated gray waste water and treated black waste water leaves the installation via outlet 41. The outlet 21 of the second chamber 20, which is preferably provided, forms an emergency outlet in case too much water (in this case rainwater) has to be collected in the installation, water that cannot be treated (biologically) in the third chamber 30 without overloading this bioreactor or that cannot be buffered in the second chamber 20.

De installatie is voorzien van een middel 50 om water van de (uitlaat 50A van de) eerste kamer 10 naar de (inlaat 5 0B van de) tweede kamer 20 te vervoeren of te laten vloeien zodra het waterpeil in de eerste kamer 10 boven een maximaal waterpeil in de eerste kamer 10 ligt dat minstens onder, bij voorkeur minstens 2 cm onder, de inlaat 11 van de eerste kamer 10 ligt.The installation is provided with a means 50 for transporting or flowing water from the (outlet 50A of the) first chamber 10 to the (inlet 50B of the) second chamber 20 as soon as the water level in the first chamber 10 exceeds a maximum the water level in the first chamber 10 is at least below, preferably at least 2 cm below, the inlet 11 of the first chamber 10.

In een uitvoeringsvorm vloeit water of wordt water vervoerd van de eerste kamer 10 naar de tweede kamer 20 zolang het waterpeil in de tweede kamer 20 onder een maximaal waterpeil in de tweede kamer 20 ligt dat minstens onder, bij voorkeur minstens 2 cm onder, het vloeipeil van de inlaat 11 van de eerste kamer 10 en/of de inlaat 50B van de tweede kamer 20 ligt. Is de tweede kamer 20 voorzien van een uitlaat 21, dan bevindt het maximaal waterpeil in de tweede kamer 20 zich minstens onder het peil van de uitlaat 21 van de tweede kamer 20.In one embodiment, water flows or water is transported from the first chamber 10 to the second chamber 20 as long as the water level in the second chamber 20 is below a maximum water level in the second chamber 20 that is at least below, preferably at least 2 cm below, the flow level from the inlet 11 of the first chamber 10 and / or the inlet 50B of the second chamber 20. If the second chamber 20 is provided with an outlet 21, the maximum water level in the second chamber 20 is at least below the level of the outlet 21 of the second chamber 20.

In een uitvoeringsvorm vloeit water of wordt water vervoerd van de eerste kamer 10 naar de tweede kamer 20 zolang het waterpeil in de eerste kamer 10 boven een bepaald minimaal waterpeil in de eerste kamer 10 ligt dat minstens 10 cm onder, bij voorkeur minstens 20 cm onder, het maximaal waterpeil in de eerste kamer 10 ligt en/of minstens boven, bij voorkeur minstens 10 cm boven, het maximaal slibopslagniveau in de eerste kamer 10 ligt. Dit om te vermijden dat een in de eerste kamer 10 afgescheiden drijflaag en/of in de eerste kamer 10 bezonken materiaal naar de tweede kamer 20 vloeit of vervoerd wordt.In one embodiment, water flows or water is transported from the first chamber 10 to the second chamber 20 as long as the water level in the first chamber 10 is above a certain minimum water level in the first chamber 10 which is at least 10 cm below, preferably at least 20 cm below the maximum water level is in the first chamber 10 and / or is at least above, preferably at least 10 cm above, the maximum sludge storage level in the first chamber 10. This is to prevent a floating layer separated in the first chamber 10 and / or material settled in the first chamber 10 from flowing or being transported to the second chamber 20.

In de meest eenvoudige uitvoeringsvorm is het middel 50 een opening, bv. in de binnenwand 3, die de uitlaat 50A van de eerste kamer 10 met de inlaat 50B van de tweede kamer 20 verbindt. Het water vloeit dan vanuit de eerste kamer 10 naar de tweede kamer 20. In een andere uitvoeringsvorm wordt het water verpompt van de eerste kamer 10 naar de tweede kamer 20. Het middel 50 is dan een pompsysteem, bv. een dompelpomp of een airlift.In the simplest embodiment, the means 50 is an opening, e.g. in the inner wall 3, which connects the outlet 50A of the first chamber 10 to the inlet 50B of the second chamber 20. The water then flows from the first chamber 10 to the second chamber 20. In another embodiment, the water is pumped from the first chamber 10 to the second chamber 20. The means 50 is then a pump system, e.g., a submersible pump or airlift.

Het middel 50 kan worden uitgerust met een middel 51 om te vermijden dat een drijflaag van de eerste kamer 10 naar de tweede kamer vloeit 20. Het middel 50 kan worden uitgerust met een middel 52 om water in de tweede kamer 20 te laten vloeien of te vervoeren op een dusdanige manier dat optimale condities voor het opvangen en bufferen van water in de tweede kamer 20 gerealiseerd worden.The means 50 can be equipped with a means 51 to prevent a float layer from flowing from the first chamber 10 to the second chamber 20. The means 50 can be equipped with a means 52 for allowing or flowing water into the second chamber 20 transporting in such a way that optimum conditions for collecting and buffering water in the second chamber 20 are realized.

In een voordelige uitvoeringsvorm is het middel 50 dusdanig uitgevoerd dat de eerste kamer 10, minstens ten dele, als bufferkamer gebruikt wordt. Bij een stijging van het waterpeil in de tweede kamer 20 stijgt dan ook het waterpeil in de eerste kamer 10 eens het waterpeil in de tweede kamer 20 een welbepaald waterpeil overschrijdt. In een voordelige uitvoeringsvorm bevindt het middel 50 zich dan op een niveau dat zich minstens 10 cm, bij voorkeur minstens 20 cm onder, het maximaal waterpeil in de tweede kamer 20 bevindt. In dat geval doet de eerste kamer 10 (ten dele) mee dienst als bufifervolume.In an advantageous embodiment, the means 50 is designed such that the first chamber 10 is used, at least in part, as a buffer chamber. When the water level in the second chamber 20 rises, the water level in the first chamber 10 therefore rises once the water level in the second chamber 20 exceeds a specific water level. In an advantageous embodiment, the means 50 is then at a level that is at least 10 cm, preferably at least 20 cm below, the maximum water level in the second chamber 20. In that case, the first chamber 10 (partly) serves as a buffer volume.

De installatie is uitgerust met een middel 70 om water van de tweede kamer 20 naar de derde kamer 30 te vervoeren. Hierdoor daalt het waterpeil in de tweede kamer 20 waardoor er buffercapaciteit in de tweede kamer 20 vrijkomt. De hoeveelheid water die zo naar de derde kamer 30 wordt gevoerd is een functie van de hoeveelheid water (zwart afvalwater + mengsel grijs afvalwater en hemelwater) die er in de derde kamer 30 kan behandeld worden. Door het vervoeren van water van de tweede kamer 20 naar de derde kamer 30, vloeit bovendien water met overtollige slibdeeltjes van de derde kamer 30 naar de vierde kamer 40, waarin de slibdeeltjes behandeld worden, waarbij die slibdeeltjes bezinken.The installation is equipped with a means 70 for transporting water from the second chamber 20 to the third chamber 30. As a result, the water level in the second chamber 20 drops, so that buffer capacity is released in the second chamber 20. The amount of water that is thus fed to the third chamber 30 is a function of the amount of water (black waste water + mixture of gray waste water and rainwater) that can be treated in the third chamber 30. Moreover, by transporting water from the second chamber 20 to the third chamber 30, water with excess sludge particles flows from the third chamber 30 to the fourth chamber 40, in which the sludge particles are treated, the sludge particles sinking.

In de uitvoeringsvorm zoals afgebeeld in Fig 1 en Fig 2, is de installatie van een pompsysteem 70 voorzien om water van de tweede kamer 20 naar de derde kamer 30 te vervoeren. Het pompsysteem kan een dompelpomp, een airlift, enz. zijn.In the embodiment as shown in Fig. 1 and Fig. 2, the installation is provided with a pumping system 70 for transporting water from the second chamber 20 to the third chamber 30. The pump system can be a submersible pump, airlift, etc.

In een uitvoeringsvorm kan het middel 70 worden voorzien van een middel 32 zodat het water op een dergelijke manier in de derde kamer 30 wordt ingebracht dat de behandeling kan verlopen onder optimale condities.In one embodiment, the means 70 can be provided with a means 32 so that the water is introduced into the third chamber 30 in such a manner that the treatment can proceed under optimum conditions.

In een uitvoeringsvorm wordt de tijd beperkt gedurende dewelke het middel 70 water van de tweede kamer 20 naar de derde kamer 30 vervoert waardoor de hoeveelheid water die in de derde kamer 30 behandeld wordt, beperkt wordt.In one embodiment, the time during which the agent 70 carries water from the second chamber 20 to the third chamber 30 is limited, thereby limiting the amount of water treated in the third chamber 30.

In een voordelige uitvoeringsvorm wordt het middel 70 op het middel 32 aangesloten.In an advantageous embodiment, the means 70 is connected to the means 32.

De installatie is voorzien van een middel 80 om water van de (uitlaat 80A van de) derde kamer 30 naar de (inlaat 80B van de) vierde kamer 40 te vervoeren of te laten vloeien, zodra het waterpeil in de derde kamer 30 boven een maximaal waterpeil in de derde kamer 30 ligt dat minstens onder, bij voorkeur minstens 2 cm onder, het peil van de inlaat 31 van de derde kamer 30 ligt.The installation is provided with a means 80 for transporting or flowing water from the (outlet 80A of the) third chamber 30 to the (inlet 80B of the) fourth chamber 40, as soon as the water level in the third chamber 30 exceeds a maximum the water level in the third chamber 30 is at least below, preferably at least 2 cm below, the level of the inlet 31 of the third chamber 30.

In de meest eenvoudige uitvoeringsvorm is het middel 80 een opening, bv. in de binnenwand 3, die de uitlaat 80A van de derde kamer 30 met de inlaat 80BIn the simplest embodiment, the means 80 is an opening, e.g., in the inner wall 3, which connects the outlet 80A of the third chamber 30 with the inlet 80B

van de vierde kamer 40 verbindt. Het water vloeit dan vanuit de derde kamer 30 naar de vierde kamer 40. In een andere uitvoeringsvorm wordt het water verpompt van de derde kamer 30 naar de vierde kamer 40. Het middel 80 is dan een pompsysteem, bv. een dompelpomp of een airlift.of the fourth chamber 40. The water then flows from the third chamber 30 to the fourth chamber 40. In another embodiment, the water is pumped from the third chamber 30 to the fourth chamber 40. The means 80 is then a pump system, e.g., a submersible pump or airlift.

Het middel 80 kan worden uitgerust met een middel 81 om te vermijden dat een eventuele drager 35 uit de derde kamer 30 naar de vierde kamer 40 wordt afgevoerd. Het middel 80 kan worden uitgerust met een middel 82 om het water uit de derde kamer 30 op een welbepaalde diepte in de vierde kamer 40 in te brengen om al zo optimale condities te creëren voor de nabehandeling in de vierde kamer 40 van het in de derde kamer 30 behandelde water.The means 80 can be equipped with a means 81 to prevent any carrier 35 from being discharged from the third chamber 30 to the fourth chamber 40. The means 80 can be equipped with a means 82 for introducing the water from the third chamber 30 at a specific depth into the fourth chamber 40 so as to create optimum conditions for the after-treatment in the fourth chamber 40 of the third chamber 30 room 30 treated water.

De installatie kan worden voorzien van een middel 100, bv. een pompsysteem, bv. een dompelpomp of een airlift, om slib van de vierde kamer 40 naar de eerste kamer 10 te vervoeren. Door het vervoeren van slib naar de eerste kamer 10, heeft men opgemerkt dat een betere behandeling van grijs afvalwater in de eerste kamer 10 bekomen kon worden, terwijl de installatie na een langere werkingsperiode gestopt moet worden voor het verwijderen van slib.The installation may be provided with a means 100, e.g. a pump system, e.g. a submersible pump or airlift, to transport sludge from the fourth chamber 40 to the first chamber 10. By transporting sludge to the first chamber 10, it has been noted that a better treatment of gray waste water in the first chamber 10 could be obtained, while the installation must be stopped after a longer operating period for the removal of sludge.

In een voordelige uitvoeringsvorm is de installatie ook van een slibgeleidingssysteem 101 voorzien dat het slib concentreert en verzamelt op een welbepaalde plaats, die bij voorkeur onder een mangat 6 ligt, van de vierde kamer 40 zodat dode zones vermeden worden en het slib op een efficiënte manier aan de hand van het middel 100 kan vervoerd worden naar de eerste kamer 10.In an advantageous embodiment, the installation is also provided with a sludge guiding system 101 which concentrates and collects the sludge from the fourth chamber 40 at a specific location, which is preferably located below a manhole 6, so that dead zones are avoided and the sludge is efficiently removed. the means 100 can be transported to the first chamber 10.

De installatie is voorzien van een middel 60, uitgerust met een middel 62, om hemelwater te vervoeren of te laten vloeien naar de eerste kamer 10, minstens zolang het waterpeil in de eerste kamer 10 lager is dan een bepaald maximaal waterpeil in de eerste kamer 10 en/of het waterpeil in de tweede kamer 20 lager is dan een bepaald maximaal waterpeil in de tweede kamer 20.The installation is provided with a means 60, equipped with a means 62, for transporting or allowing rain water to flow to the first chamber 10, at least as long as the water level in the first chamber 10 is lower than a certain maximum water level in the first chamber 10 and / or the water level in the second chamber 20 is lower than a certain maximum water level in the second chamber 20.

Het middel 60, uitgerust met een middel 64, vervoert minstens een deel van het hemelwater of laat minstens een deel van het hemelwater vloeien naar de tweede kamer 20 zodra het waterpeil in de eerste kamer 10 hoger is dan een bepaald maximaal waterpeil in de eerste kamer 10 en/of het waterdebiet aan de inlaat 11 groter is dan een bepaald waterdebiet en dit zolang het waterpeil in de tweede kamer 20 het bovengenoemd maximaal waterpeil in de tweede kamer 20 niet overschrijdt.The means 60, equipped with a means 64, transports at least a part of the rainwater or allows at least a part of the rainwater to flow to the second chamber 20 as soon as the water level in the first chamber 10 is higher than a certain maximum water level in the first chamber 10 and / or the water flow rate at the inlet 11 is greater than a certain water flow rate and this as long as the water level in the second chamber 20 does not exceed the above-mentioned maximum water level in the second chamber 20.

In een uitvoeringsvorm vervoert het middel 60, uitgerust met een middel 66, minstens een deel van het hemelwater of laat het middel 60, uitgerust met een middel 66, minstens een deel van het hemelwater vloeien naar de uitlaat 21 van de tweede kamer 20 zodra het waterpeil in de tweede kamer 20 hoger is dan een bepaald maximaal waterpeil in de tweede kamer 20 en/of het waterdebiet aan de inlaat 11 groter is dan een bepaald waterdebiet.In one embodiment, the means 60, equipped with a means 66, conveys at least a portion of the rainwater or the means 60, equipped with a means 66, flows at least a portion of the rainwater to the outlet 21 of the second chamber 20 as soon as the water level in the second chamber 20 is higher than a certain maximum water level in the second chamber 20 and / or the water flow rate at the inlet 11 is greater than a certain water flow rate.

In de uitvoeringsvorm van Fig 4, Fig 5 bevat het middel 60 om water te vervoeren ofte laten vloeien een verbindingselement 61, dat de inlaat 11 verbindt met de uitlaat 21 van de tweede kamer 20, waarbij dit verbindingselement 61 voorzien is van een middel 62,64,66. In Fig. 4, zijn de kamers 30,40 gelijkaardig aan de kamers 30,40 van de uitvoeringsvorm van Fig 1.In the embodiment of Fig. 4, Fig. 5, the means 60 for transporting or flowing water comprises a connecting element 61 which connects the inlet 11 to the outlet 21 of the second chamber 20, said connecting element 61 being provided with a means 62, 64.66. In FIG. 4, the chambers 30,40 are similar to the chambers 30,40 of the embodiment of Fig 1.

Het verbindingselement 61 is van een middel 62 voorzien om hemelwater te vervoeren of te laten vloeien naar de eerste kamer 10, minstens zolang het waterpeil in de eerste kamer 10 lager is dan een bepaald maximaal waterpeil in de eerste kamer 10 en/of het waterpeil in de tweede kamer 20 lager is dan een bepaald maximaal waterpeil in de tweede kamer 20.The connecting element 61 is provided with a means 62 for transporting rainwater or allowing it to flow to the first chamber 10, at least as long as the water level in the first chamber 10 is lower than a certain maximum water level in the first chamber 10 and / or the water level in the second chamber 20 is lower than a certain maximum water level in the second chamber 20.

Het verbindingselement 61 is van een middel 64 voorzien om minstens een deel van het hemelwater te vervoeren of te laten vloeien naar de tweede kamer 20 zodra het waterpeil in de eerste kamer 10 hoger is dan een bepaald maximaal waterpeil in de eerste kamer 10 en/of het waterdebiet aan de inlaat 11 groter is dan een bepaald waterdebiet en dit zolang het waterpeil in de tweede kamer 20 het bovengenoemd maximaal waterpeil in de tweede kamer 20 niet overschrijdt.The connecting element 61 is provided with a means 64 for transporting or allowing at least a part of the rain water to flow to the second chamber 20 as soon as the water level in the first chamber 10 is higher than a determined maximum water level in the first chamber 10 and / or the water flow rate at the inlet 11 is greater than a certain water flow rate as long as the water level in the second chamber 20 does not exceed the above-mentioned maximum water level in the second chamber 20.

Het verbindingselement 61 is van een middel 66 voorzien om minstens een deel van het hemelwater te vervoeren of te laten vloeien naar de uitlaat 21 van de tweede kamer 20 zodra het waterpeil in de tweede kamer 20 hoger is dan een bepaald maximaal waterpeil in de tweede kamer 20 en/of het waterdebiet aan de inlaat 11 groter is dan een bepaald waterdebiet.The connecting element 61 is provided with a means 66 for transporting or allowing at least a part of the rainwater to flow to the outlet 21 of the second chamber 20 as soon as the water level in the second chamber 20 is higher than a certain maximum water level in the second chamber 20 and / or the water flow rate at the inlet 11 is greater than a certain water flow rate.

In een uitvoeringsvorm bezit het verbindingselement 61 een helling, bij voorkeur van minstens 1 cm/m, in de richting van de uitlaat 21 van de tweede kamer 20, waardoor water naar de uitlaat 21 kan vloeien.In one embodiment, the connecting element 61 has a slope, preferably of at least 1 cm / m, in the direction of the outlet 21 of the second chamber 20, through which water can flow to the outlet 21.

Zoals afgebeeld in Fig 4 en Fig 5, bevat het middel 60 minstens de volgende elementen: - een verbindingselement 61 (hier in de vorm van een pijp) dat in de eerste kamer 10 en in de tweede kamer 20 loopt, - een eerste middel 62 met een buisstuk 62A, gelegen in een vrijwel horizontaal vlak of horizontale richting, dat het middel 62 verbindt met het verbindingselement 61 of de inlaat 11, verbonden met een buisstuk 62B, gelegen in een vrijwel verticaal vlak of verticale richting, dat voorzien is van een opening 62C waardoor water in de eerste kamer 10 kan vloeien, verbonden met een buisstuk 62F, gelegen in een vrijwel horizontaal vlak of horizontale richting, dat het middel 62 verbindt met het verbindingselement 61, - een tweede middel 64, voorzien van een buisstuk 64A, gelegen in een vrijwel horizontaal vlak of horizontale richting, dat het middel 64 verbindt met het verbindingselement 61, verbonden met een buisstuk 64B, gelegen in een vrijwel verticaal vlak of verticale richting, dat voorzien is van een opening 64C waardoor water in de tweede kamer 20 kan vloeien, verbonden met een buisstuk 64F, gelegen in een vrijwel horizontaal vlak of horizontale richting, dat het middel 64 verbindt met het verbindingselement 61, en - een derde middel 66 voorzien van een buisstuk 66A, gelegen in een vrijwel horizontaal vlak of horizontale richting, dat het middel 66 verbindt met het verbindingselement 61 of de uitlaat 21 van de tweede kamer 20, verbonden met een buisstuk 66F, gelegen in een vrijwel horizontaal vlak of horizontale richting, dat het middel 66 verbindt met het verbindingselement 61.As shown in Fig. 4 and Fig. 5, the means 60 comprises at least the following elements: - a connecting element 61 (here in the form of a pipe) which runs in the first chamber 10 and in the second chamber 20, - a first means 62 with a pipe piece 62A, located in a substantially horizontal plane or horizontal direction, which connects the means 62 to the connecting element 61 or the inlet 11, connected to a pipe piece 62B, located in a substantially vertical plane or vertical direction, which is provided with a opening 62C through which water can flow into the first chamber 10, connected to a pipe piece 62F, located in a substantially horizontal plane or horizontal direction, which connects the means 62 to the connecting element 61, - a second means 64, provided with a pipe piece 64A, located in a substantially horizontal plane or horizontal direction, connecting the means 64 to the connecting element 61, connected to a tubular piece 64B, located in a substantially vertical plane or vertical direction, which an opening 64C through which water can flow into the second chamber 20 is connected, connected to a pipe piece 64F, located in a substantially horizontal plane or horizontal direction, connecting the means 64 to the connecting element 61, and - a third means 66 provided with a tubular piece 66A located in a substantially horizontal plane or horizontal direction connecting the means 66 to the connecting element 61 or the outlet 21 of the second chamber 20 connected to a tubular piece 66F located in a substantially horizontal plane or horizontal direction, the means 66 connects to the connecting element 61.

Het verbindingselement 61 / het middel 62 is van een opening 62C voorzien om hemelwater naar de eerste kamer 10 te vervoeren of te laten vloeien, het verbindingselement 61/ het middel 64 is van een opening 64C voorzien om hemelwater naar de tweede kamer 20 te vervoeren of te laten vloeien en het verbindingselement 61 / het middel 66 is van een buisstuk 66 A voorzien om hemelwater naar een uitlaat van de tweede kamer 20 te vervoeren of te laten vloeien. De opening 62C heeft bijvoorbeeld een doorgangsoppervlak dat kleiner is dan het doorgangsoppervlak van de opening 64C, alsook kleiner dan het doorgangsoppervlak van de uitlaat 21.The connecting element 61 / means 62 is provided with an opening 62C for transporting or flowing rain water to the first chamber 10, the connecting element 61 / means 64 is provided with an opening 64C for transporting rain water to the second chamber 20 or and the connecting element 61 / means 66 is provided with a tubular piece 66A for conveying or flowing rain water to an outlet of the second chamber 20. The aperture 62C has, for example, a passage surface that is smaller than the passage surface of the opening 64C, as well as smaller than the passage surface of the outlet 21.

In een uitvoeringsvorm is de opening 62C aan een systeem gekoppeld om die opening 62C minstens gedeeltelijk af te dichten of te verkleinen zodra het waterpeil in de eerste kamer 10 boven een bepaald maximaal waterpeil in de eerste kamer 10 ligt en/of zodra het waterpeil in de tweede kamer 20 boven een bepaald maximaal waterpeil in de tweede kamer 20 ligt, bij voorkeur zodra het waterpeil in de eerste kamer 10 vrijwel boven het bovengenoemd maximaal waterpeil in de eerste kamer 10 reikt. Zo een systeem is bijvoorbeeld een klepmechanisme met een vlotter.In one embodiment, the opening 62C is coupled to a system to at least partially seal or reduce that opening 62C as soon as the water level in the first chamber 10 is above a certain maximum water level in the first chamber 10 and / or as soon as the water level in the second chamber 20 is above a certain maximum water level in the second chamber 20, preferably as soon as the water level in the first chamber 10 extends substantially above the above-mentioned maximum water level in the first chamber 10. Such a system is, for example, a valve mechanism with a float.

In een uitvoeringsvorm wordt het middel 66 uitgerust met een filtersysteem 66E om te vermijden dat deeltjes uit de tweede kamer 20 zouden vloeien. Het middel 64 kan ook voorzien zijn van een filter om te vermijden dat deeltjes in de tweede kamer 20 zouden vloeien.In one embodiment, the means 66 is equipped with a filter system 66E to prevent particles from flowing out of the second chamber 20. The means 64 may also be provided with a filter to prevent particles from flowing into the second chamber 20.

In een voordelige uitvoeringsvorm worden het middel 62 en het middel 12 geconcipieerd als één geheel.In an advantageous embodiment, the means 62 and the means 12 are conceived as a whole.

In een voordelige uitvoeringsvorm, weergegeven in Fig 6 en Fig 7, worden het middel 64 en het middel 66 geconcipieerd als één geheel.In an advantageous embodiment, shown in Fig. 6 and Fig. 7, the means 64 and the means 66 are conceived as a whole.

In een voordelige uitvoeringsvorm worden het middel 66 en het middel 22 geconcipieerd als één geheel.In an advantageous embodiment, the means 66 and the means 22 are conceived as a whole.

In een voordelige uitvoeringsvorm worden het middel 64, het middel 66 en het middel 22 geconcipieerd als één geheel.In an advantageous embodiment, the means 64, the means 66 and the means 22 are conceived as a whole.

Volgens een detail van uitvoeringsvormen is het middel 62 voorzien van een systeem waardoor zodra het waterdebiet aan de inlaat 11 hoger dan een bepaald waterdebiet is, minstens een deel van het waterdebiet niet in de eerste kamer 10 vloeit. Zulk een systeem is schematisch afgebeeld in Fig 6 en Fig 7. Een buisstuk 200, gelegen in een vrijwel horizontaal vlak of horizontale richting, wordt met de inlaat 11 (of het verbindingselement 61) verbonden. Dat buisstuk 200 is van een bochtstuk 201 voorzien, gelegen in een vrijwel verticaal vlak of verticale richting, om water naar de eerste kamer 10 te laten vloeien. Dat bochtstuk 201 is met buisstuk, gelegen in een vrijwel verticaal vlak of verticale richting, verbonden. Om het buisstuk 200 wordt een buisstuk 203, gelegen in een vrijwel horizontaal vlak of horizontale richting, geschoven met een diameter die groter is dan die van het buisstuk 200. Het buisstuk 200 is van één of meerdere openingen voorzien, bijvoorbeeld langs een bovenkant van het buisstuk 200 (bv. door een gedeelte van het dak van het buisstuk 200 weg te zagen), zodat een deel van het water dat doorheen het buisstuk stroomt, over de aldus gecreëerde overlooprand uit het buisstuk kan stromen wanneer het waterpeil in het buisstuk en dus ook het waterdebiet een bepaalde waterpeil of debiet overschrijdt. Het water dat in het buisstuk 203 stroomt vloeit dan via het verbindingselement 61 naar de uitlaat 21 en/of naar het middel 64 om water naar de tweede kamer 20 te vervoeren. Het bochtstuk 201 wordt in een T-stuk 204, gelegen in een vrijwel verticaal vlak of verticale richting, geplaatst. Dit T-stuk 204 is met het buisstuk 203 verbonden en sluit aan op het verbindingselement 61. Het T-stuk 204 heeft een onderopening die afgedicht wordt, maar waardoor het buisstuk 202 loopt.According to a detail of embodiments, the means 62 is provided with a system whereby as soon as the water flow rate at the inlet 11 is higher than a certain water flow rate, at least a part of the water flow rate does not flow into the first chamber 10. Such a system is shown schematically in Fig. 6 and Fig. 7. A pipe section 200, located in a substantially horizontal plane or horizontal direction, is connected to the inlet 11 (or the connecting element 61). Said pipe piece 200 is provided with a bend piece 201, located in a substantially vertical plane or vertical direction, for water to flow to the first chamber 10. That bend piece 201 is connected to a tube piece located in an almost vertical plane or vertical direction. A pipe piece 203, located in a substantially horizontal plane or horizontal direction, is slid around the pipe section 200 with a diameter larger than that of the pipe section 200. The pipe section 200 is provided with one or more openings, for example along an upper side of the pipe pipe section 200 (e.g. by sawing away a portion of the roof from the pipe section 200), so that a part of the water flowing through the pipe section can flow out of the pipe section over the thus created overflow edge when the water level in the pipe section and thus the water flow rate also exceeds a certain water level or flow rate. The water that flows into the pipe section 203 then flows via the connecting element 61 to the outlet 21 and / or to the means 64 for transporting water to the second chamber 20. The bend piece 201 is placed in a T-piece 204 located in a substantially vertical plane or vertical direction. This T-piece 204 is connected to the tube piece 203 and connects to the connecting element 61. The T-piece 204 has a bottom opening that is sealed, but through which the tube piece 202 runs.

Ook het middel 64 van de tweede kamer 20 kan ook van een dergelijk systeem voorzien zijn, waardoor van zodra het waterdebiet hoger is dan een bepaald waterdebiet, minstens een deel van het waterdebiet niet in de tweede kamer 20, maar direct naar de uitlaat 21 vloeit of vervoerd wordt.The means 64 of the second chamber 20 can also be provided with such a system, whereby as soon as the water flow rate is higher than a certain water flow rate, at least a part of the water flow rate does not flow into the second chamber 20, but directly to the outlet 21 or is being transported.

Volgens één specifiek kenmerk van een uitvoeringsvorm, is de behandelingsinstallatie van een middel 60 voorzien om water te vervoeren of te laten vloeien naar de eerste kamer 10 minstens zolang het waterpeil in de eerste kamer 10 lager is dan een bepaald maximaal waterpeil in de eerste kamer 10 en/of het waterpeil in de tweede kamer 20 lager is dan een bepaald maximaal waterpeil in de tweede kamer 20, en om minstens een deel van het water te vervoeren of te laten vloeien naar de tweede kamer 20 zodra het waterpeil in de eerste kamer 10 hoger is dan een bepaald maximaal waterpeil in de eerste kamer 10 en/of het waterdebiet aan de inlaat 11 groter is dan een bepaald waterdebiet en dit zolang het waterpeil in de tweede kamer 20 een bepaald maximaal waterpeil in de tweede kamer 20 niet overschrijdt, en/of minstens een deel van het water te vervoeren of te laten vloeien naar de uitlaat 21 van de tweede kamer 20 zodra het waterpeil in de tweede kamer 20 hoger is dan een bepaald maximaal waterpeil in de tweede kamer 20 en/of het waterdebiet aan de inlaat 11 groter is dan een bepaald waterdebiet, waarbij dit middel 60 voorzien is van een systeem waardoor van zodra het waterdebiet hoger is dan een bepaald waterdebiet, minstens een deel van het waterdebiet naar de tweede kamer 20 en/of naar de uitlaat 21 van de tweede kamer 20 gevoerd wordt of vloeit.According to one specific feature of an embodiment, the treatment installation is provided with a means 60 for transporting or flowing water to the first chamber 10 at least as long as the water level in the first chamber 10 is lower than a certain maximum water level in the first chamber 10 and / or the water level in the second chamber 20 is lower than a certain maximum water level in the second chamber 20, and to transport or allow at least a portion of the water to flow to the second chamber 20 once the water level in the first chamber 10 is higher than a certain maximum water level in the first chamber 10 and / or the water flow rate at the inlet 11 is greater than a certain water flow rate as long as the water level in the second chamber 20 does not exceed a certain maximum water level in the second chamber 20, and / or to transport or allow at least part of the water to flow to the outlet 21 of the second chamber 20 as soon as the water level in the second chamber 20 is higher than a certain maximum water the level in the second chamber 20 and / or the water flow at the inlet 11 is greater than a certain water flow, this means 60 being provided with a system whereby as soon as the water flow is higher than a certain water flow, at least a part of the water flow to the second chamber 20 and / or is fed or flows to the outlet 21 of the second chamber 20.

In de uitvoeringsvorm van Fig 1, bezit de installatie één enkele inlaat 11 voor grijs afvalwater en hemelwater. Het is duidelijk dat de installatie aparte inlaten kan bezitten voor grijs afvalwater en voor hemelwater. In dat geval vloeit het grijs afvalwater rechtstreeks in de eerste kamer 10, terwijl hemelwater rechtstreeks in de eerste kamer 10 en de tweede kamers 20 kan vloeien.In the embodiment of Fig. 1, the installation has a single inlet 11 for gray waste water and rainwater. It is clear that the installation can have separate inlets for gray waste water and rainwater. In that case, the gray waste water flows directly into the first chamber 10, while rain water can flow directly into the first chamber 10 and the second chambers 20.

De afgebeelde installaties zijn geschikt voor het behandelen van grijs afvalwater en van zwart afvalwater dat afkomstig is van één of een beperkt aantal gebouwen of woningen, waarbij grijs afvalwater naar de eerste kamer 10 gevoerd wordt of vloeit om behandeld te worden, terwijl zwart afvalwater naar de derde kamer 30 gevoerd wordt of vloeit om behandeld te worden, waarbij water afkomstig van de eerste kamer 10 in de tweede kamer 20 vloeit, waarbij, als het waterpeil in de eerste kamer 10 te laag is, alsook als het waterpeil in de tweede kamer 20 te laag is, hemelwater (eventueel gemengd met grijs afvalwater) in de eerste kamer 10 en in de tweede kamer 20 gevoerd wordt of vloeit, waarbij water van de tweede kamer 20 naar de derde kamer 30 gevoerd wordt om de behandeling van het zwart afvalwater in de derde kamer 30 te controleren, alsook om grijs afvalwater in de derde kamer 30 te behandelen, en waarbij water van de derde kamer 30 naar de vierde kamer 40 gevoerd wordt of vloeit, waarbij het aldus behandelde afvalwater de behandelingsinstallatie via een uitlaat voorzien bij de vierde kamer 40 verlaat. Het behandelde afvalwater verlaat dan de installatie via de uitlaat 41.The illustrated installations are suitable for treating gray waste water and black waste water originating from one or a limited number of buildings or homes, whereby gray waste water is fed to the first chamber 10 or flows to be treated, while black waste water flows to the third chamber 30 is fed or flows to be treated, wherein water from the first chamber 10 flows into the second chamber 20, wherein, if the water level in the first chamber 10 is too low, as well as if the water level in the second chamber 20 is too low, rainwater (optionally mixed with gray waste water) is introduced or flows into the first chamber 10 and into the second chamber 20, wherein water is fed from the second chamber 20 to the third chamber 30 in order to treat the black waste water to control the third chamber 30, as well as to treat gray waste water in the third chamber 30, and wherein water is fed or flows from the third chamber 30 to the fourth chamber 40, where leaving the treatment plant with the waste water thus treated via an outlet provided at the fourth chamber 40. The treated waste water then leaves the installation via the outlet 41.

Claims (27)

1. Compacte behandelingsinstallatie voor het behandelen van grijs afvalwater, alsook van zwart afvalwater, bij voorkeur van voorbehandeld zwart afvalwater, afkomstig van één of een paar gebouwen, waarbij die installatie bevat: - een tank 2 waarin zich binnenwanden 3,4 bevinden om vier kamers 10,20,30,40 te vormen in het volume van de tank 2, waarbij elke kamer 10,20,30,40 vrijwel een gemiddeld maximaal volume heeft dat 15% tot 50%, bij voorkeur 15% tot 30%, liever nagenoeg 25%, van het volume van de tank 2 bedraagt, en - bij voorkeur een deksel 5 om tenminste gedeeltelijk de tank 2 af te dichten, waarbij het deksel 5 bij voorkeur voorzien is van minstens een mangat 6,7 om toegang te hebben naar de kamers 10,20,30,40; waarbij door die binnenwanden de volgende vier kamers gedefinieerd zijn: (a) een eerste kamer 10 die bestemd is om grijs afvalwater, alsook hemelwater, op te vangen en te voorzien van een voorbehandeling, waarbij die eerste kamer 10 voorzien is van een inlaat 11 en een uitlaat 50A, (b) een tweede kamer 20 die bestemd is om water van de eerste kamer 10, alsook minstens hemelwater, op te vangen en te bufferen, waarbij die tweede kamer 20 voorzien is van een inlaat 50B en, bij voorkeur, een uitlaat 21, (c) een derde kamer 30 voor het behandelen, bij voorkeur op een biologische manier, van minstens zwart afvalwater, waarbij die derde kamer 30 voorzien is van een inlaat 31 en een uitlaat 80A, en (d) een vierde kamer 40 voor het opvangen van water dat uit de derde kamer 30 vloeit, waarbij die vierde kamer 40 voorzien is van een inlaat 80B en een uitlaat 41, waarbij de installatie voorzien is van een middel 50 dat de uitlaat 50A van de eerste kamer 10 verbindt met de inlaat 5 0B van de tweede kamer 20, om water van de eerste kamer 10 naar de tweede kamer 20 te vervoeren of te laten vloeien zodra het waterpeil in de eerste kamer 10 boven een maximaal waterpeil in de eerste kamer 10 ligt dat minstens onder, bij voorkeur minstens 2 cm onder, de inlaat 11 ligt en/of zolang het waterpeil in de tweede kamer 20 onder een maximaal waterpeil in de tweede kamer 20 ligt dat minstens onder, bij voorkeur minstens 2 cm onder, het vloeipeil van de inlaat 11 en/of de inlaat 50B ligt en/of zolang het waterpeil in de eerste kamer 10 boven een bepaald minimaal waterpeil in de eerste kamer 10 ligt dat minstens 10 cm onder, bij voorkeur minstens 20 cm onder, het maximaal waterpeil in de eerste kamer 10 ligt en/of minstens boven, bij voorkeur minstens 10 cm boven, het maximaal slibopslagniveau in de eerste kamer 10 ligt, waarbij de installatie voorzien is van een middel 80 dat de uitlaat 80A van de derde kamer 30 met de inlaat 80B van de vierde kamer 40 verbindt, om water van de derde kamer 30 naar de vierde kamer 40 te vervoeren of te laten vloeien, zodra het waterpeil in de derde kamer 30 boven een maximaal waterpeil in de derde kamer 30 ligt dat minstens onder, bij voorkeur minstens 2 cm onder, de inlaat 31 ligt, waarbij de installatie is voorzien van een middel 70, bij voorkeur een pompsysteem, om een bepaald volume aan water van de tweede kamer 20 naar de derde kamer 30 te vervoeren of te laten vloeien, en waarbij de behandelingsinstallatie voorzien is van een middel 60 om hemelwater te vervoeren of te laten vloeien naar de eerste kamer 10, minstens zolang het waterpeil in de eerste kamer 10 lager is dan een bepaald maximaal waterpeil in de eerste kamer 10 en/of het waterpeil in de tweede kamer 20 lager is dan een bepaald maximaal waterpeil in de tweede kamer 20, en om minstens een deel van het hemelwater te vervoeren of te laten vloeien naar de tweede kamer 20 zodra het waterpeil in de eerste kamer 10 hoger is dan bovengenoemd maximaal waterpeil in de eerste kamer 10 en/of het waterdebiet groter is dan een bepaald waterdebiet en dit zolang het waterpeil in de tweede kamer 20 het bovengenoemd maximaal waterpeil in de tweede kamer 20 niet overschrijdt, en/of minstens een deel van het hemelwater te vervoeren of te laten vloeien naar de uitlaat 21 van de tweede kamer 20 zodra het waterpeil in de tweede kamer 20 hoger is dan bovengenoemd maximaal waterpeil in de tweede kamer 20 en/of het waterdebiet groter is dan een bepaald waterdebiet.Compact treatment installation for treating gray wastewater, as well as black wastewater, preferably from pretreated black wastewater from one or a few buildings, said installation comprising: - a tank 2 in which inner walls 3,4 are situated around four chambers 10.20.30.40 in the volume of the tank 2, each chamber 10.20.30.40 having substantially an average maximum volume that is 15% to 50%, preferably 15% to 30%, more preferably substantially 25% of the volume of the tank 2, and - preferably a lid 5 to at least partially seal the tank 2, the lid 5 preferably being provided with at least one manhole 6.7 to have access to the chambers 10,20,30,40; wherein through these inner walls the following four chambers are defined: (a) a first chamber 10 intended to collect gray waste water, as well as rain water, and to provide it with a pretreatment, said first chamber 10 being provided with an inlet 11 and an outlet 50A, (b) a second chamber 20 intended to collect and buffer water from the first chamber 10, as well as at least rainwater, said second chamber 20 being provided with an inlet 50B and, preferably, a outlet 21, (c) a third chamber 30 for treating, preferably in a biological manner, at least black waste water, said third chamber 30 being provided with an inlet 31 and an outlet 80A, and (d) a fourth chamber 40 for collecting water flowing out of the third chamber 30, said fourth chamber 40 being provided with an inlet 80B and an outlet 41, the installation being provided with a means 50 which connects the outlet 50A of the first chamber 10 with the inlet 5 0B of the t second chamber 20, for transporting water from the first chamber 10 to the second chamber 20 as soon as the water level in the first chamber 10 is above a maximum water level in the first chamber 10 at least below, preferably at least 2 cm below , the inlet 11 is and / or as long as the water level in the second chamber 20 is below a maximum water level in the second chamber 20 that is at least below, preferably at least 2 cm below, the flow level of the inlet 11 and / or the inlet 50B and / or as long as the water level in the first chamber 10 is above a certain minimum water level in the first chamber 10 that is at least 10 cm below, preferably at least 20 cm below, the maximum water level in the first chamber 10 and / or at least above, preferably at least 10 cm above, the maximum sludge storage level is in the first chamber 10, the installation being provided with a means 80 which connects the outlet 80A of the third chamber 30 with the inlet 80B of the fourth chamber 40, in order to third ka 30 or to allow flow of the EIA 30 to the fourth chamber 40 as soon as the water level in the third chamber 30 is above a maximum water level in the third chamber 30 at least below, preferably at least 2 cm below, the inlet 31, installation is provided with a means 70, preferably a pump system, for transporting or flowing a certain volume of water from the second chamber 20 to the third chamber 30, and wherein the treatment installation is provided with a means 60 for transporting rainwater or to flow to the first chamber 10, at least as long as the water level in the first chamber 10 is lower than a certain maximum water level in the first chamber 10 and / or the water level in the second chamber 20 is lower than a certain maximum water level in the first chamber 10 second chamber 20, and to transport or allow at least part of the rainwater to flow to the second chamber 20 as soon as the water level in the first chamber 10 is higher than the above-mentioned maximum water level in the first chamber amer 10 and / or the water flow is greater than a certain water flow and this as long as the water level in the second chamber 20 does not exceed the above-mentioned maximum water level in the second chamber 20, and / or to transport or allow at least part of the rainwater to flow to the outlet 21 of the second chamber 20 as soon as the water level in the second chamber 20 is higher than the aforementioned maximum water level in the second chamber 20 and / or the water flow rate is greater than a certain water flow rate. 2. Installatie volgens conclusie 1, met het kenmerk dat de tweede kamer 20 is voorzien van een uitlaat 21 voor water, waarbij die uitlaat 21 hoger ligt dan het maximaal waterpeil in de tweede kamer 20 en bij voorkeur onder het peil van de inlaat 11 van de eerste kamer 10.Installation according to claim 1, characterized in that the second chamber 20 is provided with an outlet 21 for water, wherein said outlet 21 is higher than the maximum water level in the second chamber 20 and preferably below the level of the inlet 11 of the first room 10. 3. Compacte behandelingsinstallatie volgens conclusie 1 of 2, met het kenmerk dat de tank 2 of het deksel 5 ervan een inlaat 11 heeft waardoor minstens hemelwater gevoerd kan worden naar de eerste kamer 10, waarbij die inlaat 11 op een bepaald peil ligt, en dat de uitlaat 21 van de tweede kamer 20 op een peil ligt dat onder het peil van bovengenoemde inlaat 11 gelegen is.3. Compact treatment installation as claimed in claim 1 or 2, characterized in that the tank 2 or its cover 5 has an inlet 11 through which at least rainwater can be fed to the first chamber 10, said inlet 11 being at a certain level, and that the outlet 21 of the second chamber 20 is at a level below the level of the above-mentioned inlet 11. 4. Compacte behandelingsinstallatie volgens één der voorgaande conclusies , met het kenmerk dat het middel 60 om water te vervoeren of te laten vloeien een verbindingselement 61 bevat, dat de inlaat 11 verbindt met de uitlaat 21 van de tweede kamer 20, waarbij dit verbindingselement 61 voorzien is van een middel 62,64,66 om hemelwater te vervoeren of te laten vloeien naar de eerste kamer 10 minstens zolang het waterpeil in de eerste kamer 10 lager is dan een maximaal waterpeil in de eerste kamer 10 en/of zolang het waterpeil in de tweede kamer 20 lager is dan een maximaal waterpeil in de tweede kamer 20, en om minstens een deel van het hemelwater te vervoeren of te laten vloeien naar de tweede kamer 20 of naar de uitlaat 21 van de tweede kamer 20 zodra het waterpeil in de eerste kamer 10 hoger is dan bovengenoemd maximaal waterpeil en/of zodra het waterdebiet aan de inlaat 11 groter is dan een bepaald waterdebiet.4. Compact treatment installation as claimed in any of the foregoing claims, characterized in that the means 60 for transporting or flowing water comprises a connecting element 61, which connects the inlet 11 to the outlet 21 of the second chamber 20, said connecting element 61 providing is of a means 62.64.66 for transporting rainwater or allowing it to flow to the first chamber 10 at least as long as the water level in the first chamber 10 is lower than a maximum water level in the first chamber 10 and / or as long as the water level in the second chamber 20 is lower than a maximum water level in the second chamber 20, and to transport or allow at least a portion of the rainwater to flow to the second chamber 20 or to the outlet 21 of the second chamber 20 once the water level in the first chamber 10 is higher than the aforementioned maximum water level and / or as soon as the water flow rate at the inlet 11 is greater than a certain water flow rate. 5. Compacte behandelingsinstallatie volgens conclusie 4, waarbij dit verbindingselement 61 voorzien is van een middel om minstens een deel van het hemelwater te vervoeren of te laten vloeien naar de tweede kamer 20 zodra het waterpeil in de eerste kamer 10 hoger is dan het bovengenoemd maximaal waterpeil in de eerste kamer 10 en/of het waterdebiet aan de inlaat 11 groter is dan een bepaald waterdebiet en dit zolang het waterpeil in de tweede kamer 20 het bovengenoemd maximaal waterpeil in de tweede kamer 20 niet overschrijdt, en/of om minstens een deel van het hemelwater te vervoeren of te laten vloeien naar de uitlaat 21 van de tweede kamer 20 zodra het waterpeil in de tweede kamer 20 hoger is dan bovengenoemd maximaal waterpeil in de tweede kamer 20 en/of het waterdebiet aan de inlaat 11 groter is dan een bepaald waterdebiet.5. Compact treatment installation as claimed in claim 4, wherein this connecting element 61 is provided with a means for transporting or allowing at least a part of the rain water to flow to the second chamber 20 as soon as the water level in the first chamber 10 is higher than the above-mentioned maximum water level in the first chamber 10 and / or the water flow at the inlet 11 is greater than a certain water flow and this as long as the water level in the second chamber 20 does not exceed the above-mentioned maximum water level in the second chamber 20, and / or for at least a part of transporting or allowing the rainwater to flow to the outlet 21 of the second chamber 20 as soon as the water level in the second chamber 20 is higher than the above-mentioned maximum water level in the second chamber 20 and / or the water flow rate at the inlet 11 is greater than a determined water flow. 6. Compacte behandelingsinstallatie volgens conclusie 4 of 5, met het kenmerk dat het verbindingselement 61 van een eerste opening 62C voorzien is om hemelwater naar de eerste kamer 10 te vervoeren of te laten vloeien, van een tweede opening 64C om hemelwater naar de tweede kamer 20 te vervoeren of te laten vloeien, en van een buisstuk 66A om hemelwater naar een uitlaat 21 van de tweede kamer 20 te vervoeren of te laten vloeien.6. Compact treatment installation as claimed in claim 4 or 5, characterized in that the connecting element 61 is provided with a first opening 62C for transporting or allowing rain water to flow to the first chamber 10, from a second opening 64C for rain water to the second chamber 20 to transport or cause to flow, and from a tubular piece 66A to transport or cause rain water to flow to an outlet 21 of the second chamber 20. 7. Compacte behandelingsinstallatie volgens conclusie 6, met het kenmerk dat de eerste opening 62C een doorgangsoppervlak heeft dat kleiner is dan het doorgangsoppervlak van de tweede opening 64C, alsook kleiner dan het doorgangsoppervlak van de uitlaat 21.A compact treatment plant according to claim 6, characterized in that the first opening 62C has a passage surface that is smaller than the passage surface of the second opening 64C, as well as smaller than the passage surface of the outlet 21. 8. Compacte behandelingsinstallatie volgens conclusie 6 of 7, met het kenmerk dat de eerste opening 62C gekoppeld is aan een systeem om die opening 62C minstens gedeeltelijk af te dichten of te verkleinen zodra het waterpeil in de eerste kamer 10 boven het bovengenoemd maximaal waterpeil in de eerste kamer 10 ligt en/of zodra het waterpeil in de tweede kamer 20 boven het bovengenoemd maximaal waterpeil in de tweede kamer 20 ligt, bij voorkeur zodra het waterpeil in de eerste kamer 10 vrijwel boven het bovengenoemd maximaal waterpeil in de eerste kamer 10 reikt.Compact treatment installation according to claim 6 or 7, characterized in that the first opening 62C is coupled to a system for at least partially sealing or reducing that opening 62C as soon as the water level in the first chamber 10 is above the above-mentioned maximum water level in the first chamber 10 and / or as soon as the water level in the second chamber 20 is above the above-mentioned maximum water level in the second chamber 20, preferably as soon as the water level in the first chamber 10 extends substantially above the above-mentioned maximum water level in the first chamber 10. 9. Compacte behandelingsinstallatie volgens één der voorgaande conclusies, met het kenmerk dat het middel 60 minstens de volgende elementen bevat: - een verbindingselement 61 dat in de eerste kamer 10 en in de tweede kamer 20 loopt, - een eerste middel 62 met een buisstuk 62A, gelegen in een vrijwel horizontaal vlak of horizontale richting, dat het middel 62 verbindt met de inlaat 11 van de eerste kamer 10, verbonden met een buisstuk 62B, gelegen in een vrijwel verticaal vlak of verticale richting, dat voorzien is van een opening 62C waardoor water in de eerste kamer 10 kan vloeien, verbonden met een buisstuk 62F, gelegen in een vrijwel horizontaal vlak of horizontale richting, dat het middel 62 verbindt met het verbindingselement 61, - een tweede middel 64 voorzien van een buisstuk 64A, gelegen in een vrijwel horizontaal vlak of horizontale richting, dat het middel 64 verbindt met het verbindingselement 61, verbonden met een buisstuk 64B, gelegen in een vrijwel verticaal vlak of verticale richting, dat voorzien is van een opening 64C waardoor water in de tweede kamer 20 kan vloeien, verbonden met een buisstuk 64F, gelegen in een vrijwel horizontaal vlak of horizontale richting, dat het middel 64 verbindt met het verbindingselement 61, en - een derde middel 66 voorzien van een buisstuk 66A, gelegen in een vrijwel horizontaal vlak of horizontale richting, dat het middel 66 verbindt met de uitlaat 21 van de tweede kamer 20, verbonden met een buisstuk 66F, gelegen in een vrijwel horizontaal vlak of horizontale richting, dat het middel 66 verbindt met het verbindingselement 61.A compact treatment installation according to any one of the preceding claims, characterized in that the means 60 comprises at least the following elements: - a connecting element 61 which runs in the first chamber 10 and in the second chamber 20, - a first means 62 with a pipe piece 62A , located in a substantially horizontal plane or horizontal direction, connecting the means 62 to the inlet 11 of the first chamber 10, connected to a tubular piece 62B, located in a substantially vertical plane or vertical direction, which is provided with an opening 62C through which water can flow into the first chamber 10, connected to a pipe piece 62F, located in a substantially horizontal plane or horizontal direction, which connects the means 62 to the connecting element 61, - a second means 64 provided with a pipe piece 64A, located in a substantially horizontal plane or horizontal direction, connecting the means 64 to the connecting element 61, connected to a tubular piece 64B, located in a substantially vertical plane or vertical direction, which is provided with an opening 64C through which water can flow into the second chamber 20, connected to a pipe piece 64F, located in a substantially horizontal plane or horizontal direction, which connects the means 64 to the connecting element 61, and - a third means 66 provided with a tubular piece 66A located in a substantially horizontal plane or horizontal direction connecting the means 66 to the outlet 21 of the second chamber 20 connected to a tubular piece 66F located in a substantially horizontal plane or horizontal direction that the means 66 connects to the connecting element 61. 10. Compacte behandelingsinstallatie volgens één van de conclusies 4 t/m 9, met het kenmerk dat het verbindingselement 61 een helling bezit van minstens 1 cm/m in de richting van de uitlaat 21.Compact treatment installation according to one of claims 4 to 9, characterized in that the connecting element 61 has a slope of at least 1 cm / m in the direction of the outlet 21. 11. Compacte behandelingsinstallatie volgens één der voorgaande conclusies, met het kenmerk dat de uitlaat 21 van de tweede kamer 20 van een filtersysteem 22E voorzien is.Compact treatment installation according to one of the preceding claims, characterized in that the outlet 21 of the second chamber 20 is provided with a filter system 22E. 12. Compacte behandelingsinstallatie volgens één der voorgaande conclusies, met het kenmerk dat de installatie voorzien is van een pompsysteem 70 om water van de tweede kamer 20 naar de derde kamer 30 te vervoeren.A compact treatment installation as claimed in any one of the preceding claims, characterized in that the installation is provided with a pump system 70 for transporting water from the second chamber 20 to the third chamber 30. 13. Compacte behandelingsinstallatie volgens één der voorgaande conclusies, met het kenmerk dat het middel 50 om water van de eerste kamer 10 naar de tweede kamer 20 te vervoeren of te laten vloeien zodra het waterpeil in de eerste kamer 10 boven een maximaal waterpeil ligt een middel 51 bevat, dat is opgebouwd uit een buisstuk 51B, gelegen in een vrijwel verticaal vlak of verticale richting, met een onderopening 5IC en een bovenopening 51D en dat gekoppeld is aan een buisstuk 5 IA, gelegen in een vrijwel horizontaal vlak of horizontale richting, waarbij het buisstuk 51B zich in de eerste kamer 10 bevindt, zodat de onderopening 51C minstens 10 cm onder, bij voorkeur minstens 20 cm onder het maximaal waterpeil van de eerste kamer 10 ligt, terwijl de bovenopening 51D minstens 10cm boven, bij voorkeur minstens 20 cm boven, het maximaal waterpeil van de eerste kamer 10 ligt.A compact treatment installation according to any one of the preceding claims, characterized in that the means 50 for transporting water from the first chamber 10 to the second chamber 20 as soon as the water level in the first chamber 10 is above a maximum water level is a means 51, which is composed of a tubular piece 51B, located in a substantially vertical plane or vertical direction, with a bottom opening 5IC and an upper opening 51D and which is coupled to a tubular piece 5A1, located in a substantially horizontal plane or horizontal direction, wherein the pipe piece 51B is located in the first chamber 10, so that the bottom opening 51C is at least 10 cm below, preferably at least 20 cm below, the maximum water level of the first chamber 10, while the top opening 51D is at least 10 cm above, preferably at least 20 cm above , the maximum water level of the first chamber 10 is. 14. Compacte behandelingsinstallatie volgens één der voorgaande conclusies, met het kenmerk dat de uitlaat 21 van de tweede kamer 20 voorzien is van een middel 22 om water uit de tweede kamer 20 naar de uitlaat 21 van de tweede kamer 20 te vervoeren of te laten vloeien.A compact treatment installation according to any one of the preceding claims, characterized in that the outlet 21 of the second chamber 20 is provided with a means 22 for transporting or flowing water from the second chamber 20 to the outlet 21 of the second chamber 20 . 15. Compacte behandelingsinstallatie volgens één der voorgaande conclusies, met het kenmerk dat het middel 22 om water uit de tweede kamer 20 naar de uitlaat 21 van de tweede kamer 20 te vervoeren of te laten vloeien voorzien is van een buisstuk 22 A, gelegen in een vrijwel horizontaal vlak of horizontale richting, verbonden met een buisstuk 22B, gelegen in een vrijwel verticaal vlak of verticale richting, waarbij het buisstuk 22B voorzien is van een opening 22C onderaan het buisstuk 22B via dewelke het water uit de tweede kamer 20 kan worden vervoerd of kan vloeien en/of een opening 22D bovenaan het buisstuk 22B zodat er een ontluchting van het middel 22 is voorzien, waarbij de opening 22C zich op een niveau bevindt dat minstens 10 cm onder, bij voorkeur 20 cm onder, het maximaal waterpeil in de tweede kamer 20 is gelegen, waarbij de opening 22C zich bij voorkeur bevindt op een niveau dat minstens onder het minimaal waterpeil in de tweede kamer 20 is gelegen, en waarbij het niveau van de opening 22D zich bevindt minstens boven, bij voorkeur minstens 10 cm boven, het maximaal waterpeil in de tweede kamer 20.A compact treatment installation according to any one of the preceding claims, characterized in that the means 22 for transporting or flowing water from the second chamber 20 to the outlet 21 of the second chamber 20 is provided with a pipe piece 22 A, located in a substantially horizontal plane or horizontal direction, connected to a pipe piece 22B, located in a substantially vertical plane or vertical direction, wherein the pipe piece 22B is provided with an opening 22C at the bottom of the pipe piece 22B through which the water can be transported from the second chamber 20 or can flow and / or an opening 22D at the top of the pipe 22B so that a vent is provided for the means 22, the opening 22C being at a level at least 10 cm below, preferably 20 cm below, the maximum water level in the second chamber 20 is located, wherein the opening 22C is preferably located at a level that is at least below the minimum water level in the second chamber 20, and wherein the level of the opening 22D is at least above, preferably at least 10 cm above, the maximum water level in the second chamber 20. 16. Compacte behandelingsinstallatie volgens één der voorgaande conclusies, met het kenmerk dat de installatie voorzien is van een pompsysteem 100 om slib van de vierde kamer 40 naar de eerste kamer 10 te vervoeren.Compact treatment installation according to one of the preceding claims, characterized in that the installation is provided with a pumping system 100 for transporting sludge from the fourth chamber 40 to the first chamber 10. 17. Compacte behandelingsinstallatie volgens één der voorgaande conclusies, met het kenmerk dat de installatie één enkele inlaat 11 bezit voor grijs afvalwater en hemelwater.A compact treatment plant according to any one of the preceding claims, characterized in that the plant has a single inlet 11 for gray waste water and rainwater. 18. Compacte behandelingsinstallatie volgens één der voorgaande conclusies, met het kenmerk dat de installatie voorzien is van een systeem om minstens het zwart afvalwater in de derde kamer 30 te beluchten en/of te roeren en/of te verdunnen.A compact treatment installation according to any one of the preceding claims, characterized in that the installation is provided with a system for aerating and / or stirring and / or diluting at least the black waste water in the third chamber 30. 19. Compacte behandelingsinstallatie volgens één der voorgaande conclusies, met het kenmerk dat de uitlaat 21 van de tweede kamer 20 op een peil ligt dat onder het maximaal waterpeil van de eerste kamer 10 ligt.A compact treatment installation according to any one of the preceding claims, characterized in that the outlet 21 of the second chamber 20 is at a level that is below the maximum water level of the first chamber 10. 20. Compacte behandelingsinstallatie volgens één van de voorgaande conclusies, met het kenmerk dat de inlaat 11 of het middel 60 of 62 of 64 voorzien is van een systeem waardoor zodra het waterdebiet hoger dan een bepaald waterdebiet is, minstens een deel van het waterdebiet niet in de eerste kamer 10 vloeit.Compact treatment installation according to one of the preceding claims, characterized in that the inlet 11 or the means 60 or 62 or 64 is provided with a system whereby as soon as the water flow rate is higher than a certain water flow rate, at least a part of the water flow rate is not the first chamber 10 flows. 21. Compacte behandelingsinstallatie volgens de voorgaande conclusie, met het kenmerk dat de inlaat 1 l of het verbindingselement 61 verbonden is met een buisstuk 200, gelegen in een vrijwel horizontaal vlak of horizontale richting, met een bochtstuk 201, gelegen in een vrijwel verticaal vlak of verticale richting, om water naar de eerste kamer 10 te laten vloeien, waarbij een buisstuk 203, gelegen in een vrijwel horizontaal vlak of horizontale richting, om het buisstuk 200 geschoven wordt, waarbij het buisstuk 203 een diameter heeft die groter is dan die van het buisstuk 200, waarbij het buisstuk 200 van één of meerdere openingen 62 voorzien is, zodat een deel van het water dat doorheen het buisstuk 200 stroomt, door één of meerdere openingen uit het buisstuk 200 kan stromen wanneer het waterpeil in het buisstuk 200 en dus ook het waterdebiet een bepaald waterpeil of debiet overschrijdt.A compact treatment installation according to the preceding claim, characterized in that the inlet 11 or the connecting element 61 is connected to a pipe piece 200, located in a substantially horizontal plane or horizontal direction, to a bend piece 201, located in a substantially vertical plane or vertical direction, to cause water to flow to the first chamber 10, wherein a pipe section 203, located in a substantially horizontal plane or horizontal direction, is slid around the pipe section 200, the pipe section 203 having a diameter larger than that of the pipe section 200, wherein pipe section 200 is provided with one or more openings 62, so that part of the water flowing through pipe section 200 can flow out of pipe section 200 through one or more openings when the water level in pipe section 200 and therefore also the water flow exceeds a certain water level or flow. 22. Compacte behandelingsinstallatie volgens één van de voorgaande conclusies, met het kenmerk dat de behandelingsinstallatie voorzien is van een middel 60 om water te vervoeren of te laten vloeien naar de eerste kamer 10 minstens zolang het waterpeil in de eerste kamer 10 lager is dan een bepaald maximaal waterpeil in de eerste kamer 10 en/of het waterpeil in de tweede kamer 20 lager is dan een bepaald maximaal waterpeil in de tweede kamer 20, en om minstens een deel van het water te vervoeren of te laten vloeien naar de tweede kamer 20 zodra het waterpeil in de eerste kamer 10 hoger is dan bovengenoemd maximaal waterpeil in de eerste kamer 10 en/of het waterdebiet groter is dan een bepaald waterdebiet en dit zolang het waterpeil in de tweede kamer 20 het bovengenoemd maximaal waterpeil in de tweede kamer 20 niet overschrijdt, en/of minstens een deel van het water te vervoeren of te laten vloeien naar de uitlaat 21 van de tweede kamer 20 zodra het waterpeil in de tweede kamer 20 hoger is dan bovengenoemd maximaal waterpeil in de tweede kamer 20 en/of het waterdebiet groter is dan een bepaald waterdebiet, waarbij dit middel 60 voorzien is van een systeem waardoor zodra het waterdebiet aan de inlaat 11 hoger dan een bepaald waterdebiet is, minstens een deel van het waterdebiet naar de tweede kamer 20 en/of naar de uitlaat 21 van de tweede kamer 20 gevoerd wordt of vloeit.A compact treatment installation according to any one of the preceding claims, characterized in that the treatment installation is provided with a means 60 for transporting or flowing water to the first chamber 10 at least as long as the water level in the first chamber 10 is lower than a determined maximum water level in the first chamber 10 and / or the water level in the second chamber 20 is lower than a certain maximum water level in the second chamber 20, and to transport or allow at least part of the water to flow to the second chamber 20 as soon as the water level in the first chamber 10 is higher than the above-mentioned maximum water level in the first chamber 10 and / or the water flow rate is greater than a certain water flow rate, and this as long as the water level in the second chamber 20 does not exceed the above-mentioned maximum water level in the second chamber 20 and / or transport or allow at least part of the water to flow to the outlet 21 of the second chamber 20 as soon as the water level in the second chamber 20 is high there is then the aforementioned maximum water level in the second chamber 20 and / or the water flow rate is greater than a certain water flow rate, this means 60 being provided with a system whereby as soon as the water flow rate at the inlet 11 is higher than a certain water flow rate, at least a part from the water flow to the second chamber 20 and / or to the outlet 21 of the second chamber 20 or flows. 23. Compacte behandelingsinstallatie volgens één der voorgaande conclusies, met het kenmerk dat de derde kamer 30 van een drager voor slib voorzien is.A compact treatment plant according to any one of the preceding claims, characterized in that the third chamber 30 is provided with a carrier for sludge. 24. Werkwijze voor het behandelen van grijs afvalwater en van zwart afvalwater afkomstig van één of een beperkt aantal gebouwen of woningen, waarbij dat afvalwater behandeld wordt in een behandelingsinstallatie volgens één der voorgaande conclusies, waarin grijs afvalwater naar de eerste kamer 10 gevoerd wordt of vloeit om behandeld te worden, terwijl het zwarte afvalwater naar de derde kamer 30 gevoerd wordt of vloeit om behandeld te worden, waarin water afkomstig van de eerste kamer 10 in de tweede kamer 20 vloeit, waarin, als het waterpeil in de eerste kamer 10 te laag is, alsook als het waterpeil in de tweede kamer 20 te laag is, hemelwater in de eerste kamer 10 en in de tweede kamer 20 gevoerd wordt of vloeit, waarin water van de tweede kamer 20 naar de derde kamer 30 gevoerd wordt om de behandeling van zwart afvalwater in de derde kamer 30 te controleren, en waarin water van de derde kamer 30 naar de vierde kamer 40 gevoerd wordt of vloeit, waarbij het aldus behandelde afvalwater de behandelingsinstallatie via een uitlaat 41 voorzien bij de vierde kamer 40 verlaat.A method for treating gray waste water and black waste water from one or a limited number of buildings or dwellings, said waste water being treated in a treatment installation according to any one of the preceding claims, wherein gray waste water is fed or flows to the first chamber 10 to be treated while the black waste water is being fed or flows to the third chamber 30 to be treated, in which water from the first chamber 10 flows into the second chamber 20, in which, if the water level in the first chamber 10 is too low and, if the water level in the second chamber 20 is too low, rain water is or is being fed into the first chamber 10 and into the second chamber 20, wherein water is fed from the second chamber 20 to the third chamber 30 for the treatment of black waste water in the third chamber 30, and in which water is fed or flows from the third chamber 30 to the fourth chamber 40, the thus treated waste water leaves the treatment installation via an outlet 41 provided at the fourth chamber 40. 25. Werkwijze volgens conclusie 24, waarbij water de behandelingsinstallatie via een uitlaat 21 voorzien bij de tweede kamer 20 verlaat.25. Method as claimed in claim 24, wherein water leaves the treatment installation via an outlet 21 provided at the second chamber 20. 26. Werkwijze volgens conclusie 24 of 25, waarin water van de tweede kamer 20 naar de derde kamer 30 gevoerd wordt om het zwart afvalwater te verdunnen en/of om slibdeeltjes die op de bioreactor vastgehecht zijn te verwijderen, en/of om slibdeeltjes naar de bezinkingskamer te vervoeren of te laten vloeien.A method according to claim 24 or 25, wherein water is passed from the second chamber 20 to the third chamber 30 to dilute the black waste water and / or to remove sludge particles adhered to the bioreactor, and / or to remove sludge particles to the transport or allow sedimentation chamber to flow. 27. Werkwijze volgens één der conclusies 24 t/m 26, waarin slib van de derde kamer 30 gepompt wordt naar de eerste kamer 10, die ook als slibstockage werkt.The method of any one of claims 24 to 26, wherein sludge is pumped from the third chamber 30 to the first chamber 10, which also acts as sludge storage.
BE2012/0314A 2012-05-11 2012-05-11 WASTE WATER TREATMENT PLANT. BE1020506A3 (en)

Priority Applications (2)

Application Number Priority Date Filing Date Title
BE2012/0314A BE1020506A3 (en) 2012-05-11 2012-05-11 WASTE WATER TREATMENT PLANT.
FR1301072A FR2990428B1 (en) 2012-05-11 2013-05-10 INSTALLATION FOR TREATING WASTEWATER.

Applications Claiming Priority (2)

Application Number Priority Date Filing Date Title
BE2012/0314A BE1020506A3 (en) 2012-05-11 2012-05-11 WASTE WATER TREATMENT PLANT.
BE201200314 2012-05-11

Publications (1)

Publication Number Publication Date
BE1020506A3 true BE1020506A3 (en) 2013-11-05

Family

ID=49487442

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
BE2012/0314A BE1020506A3 (en) 2012-05-11 2012-05-11 WASTE WATER TREATMENT PLANT.

Country Status (2)

Country Link
BE (1) BE1020506A3 (en)
FR (1) FR2990428B1 (en)

Citations (11)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
GB1037843A (en) * 1964-01-24 1966-08-03 Schreiber August Improvements in or relating to activated sludge plant for the biological purification of sewage
DE1924273A1 (en) * 1969-05-12 1970-12-17 Schreiber August Clarification plant for effluent
AT300685B (en) * 1970-07-06 1972-08-10 Schreiber August Small sewage treatment plant for wastewater treatment using the activated sludge process
US4306968A (en) * 1978-10-10 1981-12-22 Mcneil Corporation Sewage treatment system
DE9104168U1 (en) * 1990-05-08 1991-07-18 Envicon Klärtechnik GmbH, 4220 Dinslaken Small sewage treatment plant
WO1997043218A1 (en) * 1996-05-14 1997-11-20 Alliedsignal Inc. Immobilized cell bioreactor and method of biodegrading pollutants in a fluid
EP1127848A1 (en) * 2000-02-22 2001-08-29 Kia Loong Phua Integrated wastewater treatment apparatus
EP1167302A1 (en) * 2000-06-23 2002-01-02 Nassar Delphin Group Ltd. Process for biological and/or physical elimination of undesired substances from water
WO2009047230A1 (en) * 2007-10-08 2009-04-16 Biokube International A/S A plant for waste water treatment
DE102008018270A1 (en) * 2008-04-10 2009-10-22 Martin Bergmann Plastic container for waste water treatment in small clarification plant, comprises a modular construction with a base module, two-piece cylinder module and a cover module, and a separation unit connected with the base module
DE202011103744U1 (en) * 2011-07-15 2011-12-16 Köver GmbH & Co. KG Metall- und Kunststoffverarbeitung Containers for applications of sewage and rainwater technology

Patent Citations (11)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
GB1037843A (en) * 1964-01-24 1966-08-03 Schreiber August Improvements in or relating to activated sludge plant for the biological purification of sewage
DE1924273A1 (en) * 1969-05-12 1970-12-17 Schreiber August Clarification plant for effluent
AT300685B (en) * 1970-07-06 1972-08-10 Schreiber August Small sewage treatment plant for wastewater treatment using the activated sludge process
US4306968A (en) * 1978-10-10 1981-12-22 Mcneil Corporation Sewage treatment system
DE9104168U1 (en) * 1990-05-08 1991-07-18 Envicon Klärtechnik GmbH, 4220 Dinslaken Small sewage treatment plant
WO1997043218A1 (en) * 1996-05-14 1997-11-20 Alliedsignal Inc. Immobilized cell bioreactor and method of biodegrading pollutants in a fluid
EP1127848A1 (en) * 2000-02-22 2001-08-29 Kia Loong Phua Integrated wastewater treatment apparatus
EP1167302A1 (en) * 2000-06-23 2002-01-02 Nassar Delphin Group Ltd. Process for biological and/or physical elimination of undesired substances from water
WO2009047230A1 (en) * 2007-10-08 2009-04-16 Biokube International A/S A plant for waste water treatment
DE102008018270A1 (en) * 2008-04-10 2009-10-22 Martin Bergmann Plastic container for waste water treatment in small clarification plant, comprises a modular construction with a base module, two-piece cylinder module and a cover module, and a separation unit connected with the base module
DE202011103744U1 (en) * 2011-07-15 2011-12-16 Köver GmbH & Co. KG Metall- und Kunststoffverarbeitung Containers for applications of sewage and rainwater technology

Also Published As

Publication number Publication date
FR2990428B1 (en) 2016-03-04
FR2990428A1 (en) 2013-11-15

Similar Documents

Publication Publication Date Title
EP2251072B1 (en) Separator and separation method
KR100800559B1 (en) First flush stormwater treatment apparatus including cartridge screw type screen
KR100907290B1 (en) Storage system
EP2995735B1 (en) Rainwater discharge chamber capable of discharging rainwater and soil
CN105107241A (en) Secondary sedimentation tank system capable of improving organic wastewater effluent quality and processing method
NL7900528A (en) METHOD AND APPARATUS FOR TREATING SEWAGE WASTE WATER
KR20100086610A (en) Non-point pollution decrease facilities by using a turbulent flow and filtration function
US11414852B2 (en) Removable trash filter basket with hinged wier for catch basins
BE1020506A3 (en) WASTE WATER TREATMENT PLANT.
CN207101976U (en) Water drainage device
CN107558599A (en) A kind of easy care rainwater depth-type filtration device
KR20050116814A (en) Saltwater intrusion prevention system
EP2712846A1 (en) Device and method for water treatment
CN208995244U (en) A kind of grease trap aeration accumulator tank convenient for frizing
KR100545746B1 (en) Improved structure sedimentation tank with excellent sludge settling efficiency and water treatment efficiency
CN109761392B (en) Siphon type sewage treatment device
KR101263353B1 (en) Rain water treatment system
AU2018297054B2 (en) Grey water treatment systems and methods of treating grey water
KR101403882B1 (en) Water processing plant and water drainage system
CN207713572U (en) A kind of New Type of Sewage Treatment System
JPWO2009060510A1 (en) Aquarium equipment
CN114477368B (en) Scum collecting system and method in wastewater treatment system
RU155863U1 (en) DEVICE FOR CLEANING STRAIN WATER
JP2019088343A (en) Toilet device
CN207761037U (en) A kind of easy care rainwater depth-type filtration device

Legal Events

Date Code Title Description
PD Change of ownership

Owner name: ECOBETON WATER TECHNOLOGIES NV; BE

Free format text: DETAILS ASSIGNMENT: CHANGE OF OWNER(S), ASSIGNMENT; FORMER OWNER NAME: M.H.C. NV

Effective date: 20211203