BE1020349A3

BE1020349A3 - Rolbekleding, rol en werkwijze voor de aanmaak van een emulsie voor het industrieel coaten van vlakke en gebogen oppervlakken.

Info

Publication number: BE1020349A3
Application number: BE2012/0483A
Authority: BE
Inventors: Dirk Vidts; Aellie Paul Verf
Original assignee: Hannecard Nv
Priority date: 2012-07-10
Filing date: 2012-07-10
Publication date: 2013-08-06

Description

ROLBEKLEDING, ROL EN WERKWIJZE VOOR DE AANMAAK VAN EEN EMULSIE VOOR HET INDUSTRIEEL COATEN VAN VLAKKE EN GEBOGEN OPPERVLAKKEN

TECHNISCH DOMEIN

De onderhavige uitvinding heeft betrekking op een verbeterde rolbekleding voor het industrieel coaten van vlakke en gebogen oppervlakken. Tevens heeft onderhavige uitvinding betrekking op een verbeterde werkwijze voor het industrieel coaten van vlakke en gebogen oppervlakken.

ACHTERGROND

Deze rolbekledingen worden gebruikt in veeleisende industriële omgevingen waar ze onderhevig zijn aan langdurig gebruik en hoge lasten en spanningen. Ze hebben diverse toepassingen, waaronder het doseren en aanbrengen van coatings (bijvoorbeeld verf, lak).

De bekleding heeft als specifieke functie en doel bijvoorbeeld het beschermen van de metalen kern. Door corrosie, temperatuurverschillen en andere slijtage-gerelateerde factoren, heeft het buitenoppervlak een kortere levensduur dan de gehele rol zelf. Dit genoodzaakt het herbekleden van de rol, of reparatie van de bekleding, bijvoorbeeld door het opnieuw naslijpen van het oppervlak. Algemeen vergt de procedure voor het herbekleden van een rol meerdere tijdrovende stappen. De rol of dragend element wordt gedemonteerd op de plaats van gebruik en getransporteerd naar de plaats van herbekleding. Na deze herbekleding, gaat de rol terug naar de klant en geïnstalleerd op een productielijn. De klant zal in het algemeen de rollen zelf nabewerken tussen de verschillende herbekledingsstappen in, om de beklede oppervlakte correct af te stemmen/aan te passen aan het productieproces. De reparatieprocedure vergt ook dat de rol wordt gedemonteerd op de plaats van gebruik en wordt getransporteerd naar de nabewerking post, meestal op de plaats van gebruik.

Een probleem met de gekende rollen is de grote omvang en het gewicht welke het demonteren en monteren op een gezonde en veilige manier noodzakelijk maken. Dit kan het gebruik van hijsende machines vergen, diverse medewerkers en verloren machine-uren, terwijl de reserverol wordt geïnstalleerd. De risico-evaluatie in verband met een dergelijke procedure kan ook gevolgen hebben voor de verzekering. Bovendien, door het gewicht en de omvang van de rollen, zijn de transportkosten hoog. De tijd tussen het verwijderen van de rol en de terugkeer van de herbekiede rol (doorlooptijd) is lang, vaak meerdere weken (gemakkelijk 2 tot 4 weken). Daarom, om te zorgen dat het proces blijft draaien, moet de exploitant investeren in een voorraad van reserverollen.

Er is nood aan een beklede rol met een grotere duurzaamheid en met een uniformer lak-beeld en een betere bevochtigbaarheid, resulterend in een hogere kwaliteit van het eindproduct. Verder is er tevens nood aan een optimalisatie van het (her)bekledingsproces waarbij preferentieel de hoge transportkosten voor het transporteren van de rol naar de plaats van (her)bekleding geminimaliseerd worden.

De onderhavige uitvinding heeft een verbeterde beklede rol als voorwerp die een oplossing biedt voor minstens één van voornoemde nadelen bij industrieel coaten.

SAMENVATTING VAN DE UITVINDING

De uitvinding betreft in het bijzonder een functionele bekleding (3) voor een rol (1) waarbij de rol (1) is voorzien van een stijve cilindrische rolkern (2) aan zijn uiteinden voorzien van lagers (4) en waarbij de rolbekleding (3) is aangebracht op de rolkern (2), en waarbij de rolbekleding (3) in een gelijke dikte radiaal op het buitenoppervlak van de rolkern (2) is voorzien, zoals omschreven door conclusie 1.

In een tweede aspect betreft de uitvinding een rol (1) voor het industrieel coaten van vlakke en gebogen oppervlakken, zoals omschreven door conclusie 16.

In een derde aspect betreft de uitvinding een werkwijze voor het industrieel coaten van vlakke en gebogen oppervlakken, zoals omschreven door conclusie 17.

In een vierde aspect betreft de uitvinding een werkwijze voor de aanmaak van een emulsie, gebruikt voor rolbekleding, zoals omschreven in conclusie 18.

In een vierde aspect betreft de uitvinding een werkwijze voor het naslijpen en/of bekleden van een rol (1) voor het industrieel coaten van vlakke en gebogen oppervlakken, zoals omschreven door conclusie 25.

Verdere voorkeursvormen worden uitgewerkt in de deelconclusies.

BESCHRIJVING VAN DE FIGUREN

De bijhorende figuren 1 en 2 tonen voorkeursuitvoeringen van de uitvinding.

Figuur 1 is een driedimensionale voorstelling in perspectief van een beklede rol, volgens een voorkeursvorm van de uitvinding.

Figuur 2 toont een doorsnede van een beklede rol, volgens een voorkeursvorm van de uitvinding.

GEDETAILLEERDE BESCHRIJVING

"Een", "de" en "het" refereren in dit document naar zowel het enkelvoud als het meervoud tenzij de context duidelijk anders veronderstelt. Bijvoorbeeld, "een buidel" betekent een of meer dan een buidel.

De termen "omvatten", "omvattende", "bestaan uit", "bestaande uit", "voorzien van", "bevatten", "bevattende", "behelzen", "behelzende", "inhouden", "inhoudende" zijn synoniemen en zijn inclusieve of open termen die de aanwezigheid van wat volgt aanduiden, en die de aanwezigheid niet uitsluiten of beletten van andere componenten, kenmerken, elementen, leden, stappen, gekend uit of beschreven in de stand der techniek.

Het citeren van numerieke Intervallen door de eindpunten omvat alle gehele getallen, breuken en/of reële getallen tussen de eindpunten, deze eindpunten inbegrepen.

Wanneer "ongeveer" of "rond" in dit document gebruikt wordt bij een meetbare grootheid, een parameter, een tijdsduur of moment, en dergelijke, dan worden variaties bedoeld van +/-20% of minder, bij voorkeur +/-10% of minder, meer bij voorkeur +/-5% of minder, nog meer bij voorkeur +/-1% of minder, en zelfs nog meer bij voorkeur +/-0.1% of minder dan en van de geciteerde waarde, voor zoverre zulke variaties van toepassing zijn in de beschreven uitvinding. Hier moet echter wel onder verstaan worden dat de waarde van de grootheid waarbij de term "ongeveer" of "rond" gebruikt wordt, zelf specifiek wordt bekendgemaakt.

Tenzij anders gedefinieerd hebben alle termen die gebruikt worden in de beschrijving van de uitvinding, ook technische en wetenschappelijke termen, de betekenis zoals ze algemeen begrepen worden door de vakman in het technisch veld van de uitvinding.

In wat volgt, wordt de uitvinding beschreven a.d.h.v. niet-limiterende voorbeelden die de uitvinding illustreren, en die niet bedoeld zijn of geïnterpreteerd mogen worden om de omvang van de uitvinding te limiteren.

In een eerste aspect betreft de uitvinding een functionele bekleding (3) voor een.rol (1) voor het industrieel coaten van vlakke en gebogen oppervlakken, waarbij de rol (1) is voorzien van een stijve cilindrische rolkern (2) aan zijn uiteinden voorzien van lagers (4) en waarbij de rolbekleding (3) is aangebracht op de rolkern (2), en waarbij de rolbekleding (3) in een gelijke dikte radiaal op het buitenoppervlak van de rolkern (2) is voorzien, waarbij de functionele rolbekleding (3) verkregen wordt via een emulsie.

De functionele rolbekleding voor een rol (1) volgens onderhavige uitvinding zal een langere levensduur kennen. De rolbekleding (3) is slijtvaster en leidt tot een grotere duurzaamheid van de rol (1), welke tevens een economisch voordeel biedt.

Verder wordt tevens een meer homogene en uniforme rolbekleding (3) verkregen. Dit leidt tot een betrouwbaarder, consistenter en uniformer coaten van vlakke en gebogen oppervlakken.

In het bijzonder zal de emulsie voor de rolbekleding volgens onderhavige uitvinding bij voorkeur omvatten: een pre-polymeer; - een weekmaker, met een concentratie in de genoemde emulsie gelegen tussen 10.0wt% en 20.0wt%; - een vulstof, met een concentratie in de genoemde emulsie gelegen tussen 20.0wt% en 40.0wt%; - een kleurstof, met een concentratie in de genoemde emulsie gelegen tussen 0.1 wt% en 5.0wt%; - een verharder, met een concentratie in de genoemde emulsie gelegen 0.1 wt% en 5.0wt%; - een antistatische vulstof, met een concentratie in de genoemde emulsie gelegen 0.1wt% en 10.0wt%; en - een "hoge oppervlakte energie"-vulstof, met een concentratie in de genoemde emulsie gelegen 0.1wt% en 10.0wt%;

De emulsie voor het maken van een rolbekleding volgens onderhavige uitvinding, zal voor lange tijd stabiel blijven. De gekende emulsies uit de stand der techniek laten niet toe om deze te gaan transporteren, daar de emulsies onstabiel zijn en niet voor langere tijd homogeen blijven. Aldus dienen de rollen die bekleed of herbekleed dienen te worden telkenmale getransporteerd te worden naar de productieplaats van de emulsie wat leidt tot hoge transportkosten en soms transportschade van de rollen.

De emulsie volgens onderhavige uitvinding is dermate stabiel zodat deze voor langere tijd (weken, maanden) kan worden gestockeerd of getransporteerd naar plaats van gebruik (verschillend van de productieplaats). Dit laat toe om rollen te gaan bekleden en herbekleden op de plaats van gebruik of dichtbij de plaats van gebruik. Bijgevolg zal de noodzaak tot transport van de rollen geminimaliseerd worden, wat een betere productie-efficiëntie en bijgevolg ook lagere productiekost tot gevolg heeft.

In een voorkeursvorm van een bekleding (3) volgens de uitvinding omvat het prepolymeer een elastomeer of rubber.

Met de term "prepolymeer" wordt in onderhavige uitvinding preferentieel een polymeer bedoeld, dewelk een visco-elastische eigenschap heeft en een lage Young's modulus en een hoge vloeigrens heeft vergeleken met vaste materialen. In een voorkeursvorm van de uitvinding wordt het elastomeer geselecteerd uit de groep van stoffen, welke omvatten polyurethaan of een polyurethaanmengsel, isopreen isobutyleen copolymeer, nitril butadieen rubber, chloropreen, EPDM, chloor-sulfo-rubbers, polyester polymeer, siliconen en fluorocarbon elastomeer, meer bij voorkeur is het elastomeer polyurethaan.

Met de term "weekmaker" wordt in onderhavige uitvinding een materiaal bedoeld, welke de eigenschap heeft het bepalen van de hardheid van het genoemde mengsel. In een voorkeursvorm van de uitvinding wordt de weekmaker geselecteerd uit de groep van stoffen, welke bij voorkeur benzoaat esters omvatten.

Met de term "vulstof" wordt in onderhavige uitvinding een materiaal bedoeld, welke de eigenschap heeft het verbeteren van de hardheid en duurzaamheid van het genoemde mengsel voor de rolbekleding (3). In een voorkeursvorm van de uitvinding wordt de vulstof geselecteerd uit de groep van stoffen, welke bij voorkeur kwarts omvatten. Meer bij voorkeur zullen de kwartsdeeltjes een partikel grootte tussen de 5 en 50 pm omvatten, meer bij voorkeur tussen de 20 en 40 pm.

Met de term "kleurstof" wordt in onderhavige uitvinding een materiaal bedoeld, welke de eigenschap heeft het bepalen van de kleur van het genoemde mengsel. Voorbeelden van dergelijke kleurstoffen kunnen zijn ondermeer methylblauw, titaandioxide. Het dient duidelijk te zijn voor een geschoolde vakman dat het aantal kleurstoffen die gebruikt kunnen worden in onderhavige uitvinding zeer talrijk zijn.

Met de term "verharder" wordt in onderhavige uitvinding een materiaal bedoeld, welke de eigenschap heeft het uitharden van het genoemde mengsel. In een voorkeursvorm van de uitvinding omvat de verharder trimethylpropaan of afgeleiden hiervan.

Met de term "antistatische vulstof" wordt in onderhavige uitvinding een materiaal bedoeld, welke de eigenschap heeft het antistatisch maken van het genoemde mengsel. In een uitvoeringsvorm kan de antistatische vulstof onder meer ammonium zouten omvatten.

Met de term "hoge oppervlakte energie-vulstof" wordt in onderhavige uitvinding een materiaal bedoeld, welke de eigenschap heeft het genoemde mengsel te voorzien van een hoge oppervlakte energie. In een uitvoeringsvorm kan de hoge oppervlakte energie vulstof onder meer koperchloride of afgeleiden hiervan omvatten.

In een voorkeursvorm van de emulsie volgens de uitvinding is de concentratie aan weekmaker in de emulsie gelegen tussen 10.0 en 20.0wt%, meer bij voorkeur tussen 12.0wt% en 18.0wt%, bij voorkeur tussen 13.0wt% en 17.0wt%, meest bij voorkeur ongeveer 15.0wt%.

In een voorkeursvorm van een emulsie volgens de uitvinding is de concentratie aan vulstof in de emulsie gelegen tussen 20.0wt% en 40.0wt%, meer bij voorkeur tussen 22.0wt% en 30.0wt%, nog bij voorkeur tussen 24.0wt% en 28.0wt%, meest bij voorkeur ongeveer 26.0wt%.

In een voorkeursvorm van een emulsie volgens de uitvinding is de concentratie aan kleurstof in de emulsie gelegen tussen 0.1wt% en 5.0wt%, meer bij voorkeur tussen 0.5wt% en 2.0wt%, bij voorkeur tussen 0.8wt% en 1.5wt%, meest bij voorkeur ongeveer 1.0wt%.

In een voorkeursvorm van een emulsie volgens de uitvinding is de concentratie aan verharder in de emulsie gelegen tussen 0.1wt% en 5.0wt%, meer bij voorkeur tussen 0.5wt% en 2.0wt%, nog bij voorkeur tussen 0.8wt% en 1.5wt%, meest bij voorkeur ongeveer 1.0wt%.

In een voorkeursvorm van een emulsie volgens de uitvinding is de concentratie aan antistatische vulstof in het genoemde mengsel gelegen tussen 0.1wt% en 10.0wt%, bij voorkeur tussen 1.0wt% en 7.0wt%, meer bij voorkeur tussen 2.0wt% en 4.0wt%, meer bij voorkeur ongeveer 3.0wt%.

In een voorkeursvorm van een emulsie volgens de uitvinding is de concentratie aan "hoge oppervlakte energie"-vulstof in het genoemde mengsel gelegen tussen 0.1wt% en 10.0wt%, nog bij voorkeur tussen 0.5wt% en 7.0wt%, meer bij voorkeur tussen 1.0wt% en 3.0wt%, meest bij voorkeur ongeveer 2.0wt%.

Bij voorkeur zal de emulsie een stabiele dispersie zijn. Met stabiele dispersie wordt in onderhavige uitvinding zowel een stabiele dispersie in tijd en ruimte bedoeld. In het bijzonder zullen de individuele partikels in de emulsie evenredig verdeeld zijn in de emulsie (ruimte) en blijft deze evenredige verdeeldheid stabiel in de tijd. Bij voorkeur zal de emulsie volgens onderhavige uitvinding minstens 6 maand, meer bij voorkeur minstens 1 jaar stabiel blijven in de tijd.

In het bijzonder zal de graad van dispersie en de stabiliteit van de dispersie gemeten worden met een grindometer fijnheidsmeter. Voorbeeld van een dergelijke grindometer is de TQC VF2113 met een schaalverdeling van 10 micron. Het spreekt voor zich dat tevens andere gekende manieren voor het meten van de dispersiegraad van emulsies tevens mogelijk zijn.

Bij voorkeur zullen de partikels in de stabiele emulsie een deeltjesgrootte kleiner dan 80 pm bezitten. Meer bij voorkeur zal de emulsie als stabiel beschouwd worden als de partikels in de emulsie een deeltjesgrootte tussen de 50 en 70 pm bezitten, meer bij voorkeur 60 pm zijn. Bij voorkeur zal de dispersiegraad gemeten worden op verschillende tijdstippen, en/of op verschillende plaatsen in de emulsie (bijvoorbeeld onderaan de emulsie en bovenaan of in het midden van de emulsie).

In het bijzonder zal de emulsie volgens onderhavige uitvinding leiden tot een rolbekleding met een hoge bevochtigbaarheidsgraad ('wettability') wat een consistenter en nog uniformer coaten van vlakke en gebogen oppervlakken tot gevolg heeft.

De rol volgens onderhavige uitvinding kan meermaals worden nageslepen, waarbij het aantal keren dat naslijpen mogelijk is groter zal zijn ten opzichte van een rol met standaard bekleding volgens de gekende stand der techniek. In een voorkeursvorm van een rol (1) volgens de uitvinding is het aantal keer dat de rol (1) nageslepen kan worden gelegen tussen 7 en 20 keer, meer bij voorkeur tussen 10 en 15 keer.

In het bijzonder laat onderhavige uitvinding toe dat meerdere uitvoeringsvormen voor de rol (1) mogelijk worden gemaakt. De rolbekleding (3) kan bijvoorbeeld verschillende gescheiden stroken omvatten, welke geschikt is om verschillende oppervlakken te coaten.

Figuur 1 toont een rol (1), waarbij de rol (1) is voorzien van een stijve cilindrische rolkern (2) aan zijn uiteinden voorzien van lagers (4). Hierbij is een functionele rolbekleding (3) aangebracht op de rolkern (2). De rolbekleding (3) is in een gelijke dikte radiaal op het buitenoppervlak van de rolkern (2) voorzien. De rol (1) heeft een lengte (L).

Figuur 2 toont een doorsnede loodrecht op de as van de beklede rol (1). Deze rol (1) heeft een totale roldiameter (D), welke de som is van de diameter (Dl) van de rolkern en de radiale dikte (D2) van de rolbekleding.

In een voorkeursvorm van een bekleding (3) volgens de uitvinding is de hardheid van de functionele rolbekleding (3) gelegen tussen 5 tot 100 Shore A, bij voorkeur tussen 15 tot 65 Shore A, meer bij voorkeur tussen 35 en 60 Shore A.

In een voorkeursvorm van een bekleding (3) volgens de uitvinding is de microscopische Ra oppervlakteruwheid van het buitenoppervlak van de rolbekleding (3) gelegen tussen 1 pm en 150 pm, meer bij voorkeur tussen de lpm en 5 pm, meest bij voorkeur tussen 0,5 pm en 1 pm.

In een voorkeursvorm van een bekleding (3) volgens de uitvinding is de massadichtheid van de functionele rolbekleding (3) gelegen tussen 0.1 g/cm3 en 1.5 g/cm3, bij voorkeur 0.25 g/cm3 en 1 g/cm3, meer bij voorkeur 0.4 g/cm3 en 0.8 g/cm3.

In een voorkeursvorm van een bekleding (3) volgens de uitvinding is de contacthoek tussen water en de functionele rolbekleding (3) bij voorkeur gelegen tussen 1° en 45°, meer bij voorkeur tussen 1° en 20°, nog meer bij voorkeur tussen 1° en 10°, meest bij voorkeur tussen 1° en 5°.

Met de term "contacthoek" wordt in onderhavige uitvinding de hoek bedoeld tussen een druppel en een vast oppervlak. Deze hoek hangt af van de oppervlaktespanning van de vloeistof en de oppervlakte-energie van de vaste stof.

De rolbekleding volgens onderhavige uitvinding zal bijgevolg een hoge bevochtigbaarheid bezitten. In het bijzonder zal de rolbekleding voldoen aan de NF EN 828, december 1998 voldoen. Dit heeft als voordeel dat een meer homogene en uniforme rolbekleding wordt verkregen. Dit leidt tot een consistenter en nog uniformer coaten van vlakke en gebogen oppervlakken.

In een voorkeursvorm van een bekleding (3) volgens de uitvinding is de radiale dikte (D2) van de functionele rolbekleding (3) gelegen tussen 10 mm en 50mm, bij voorkeur tussen 10 mm en 40 mm, meer bij voorkeur tussen 20 mm en 40mm, meest bij voorkeur 30 mm.

In een tweede aspect betreft de uitvinding een rol (1) voor het industrieel coaten van vlakke en gebogen oppervlakken.

In een voorkeursvorm van een rol (1) volgens de uitvinding is de totale diameter (D) van de rol (1) gelegen tussen 200 mm en 500 mm.

In een voorkeursvorm van een rol (1) volgens de uitvinding is de maximale lengte (L) van de rol (1) gelegen tussen 150 mm en 4000 mm.

In een voorkeursvorm van een rol (1) volgens de uitvinding betreft de rolkern (2) een stalen of ijzeren rolkern (2).

In een verder aspect betreft de uitvinding een werkwijze voor het industrieel coaten van vlakke en gebogen oppervlakken. Bij voorkeur zal het coaten gebeuren middels het gebruik van matrijzen, bij voorkeur via een (spuit)gietproces of extrusie.

Tevens betreft de uitvinding een werkwijze voor het naslijpen en/of bekleden van een rol (1) voor het industrieel coaten van vlakke en gebogen oppervlakken.

Bij voorkeur betreft de uitvinding tevens een bekleding, die wordt toegepast in processen waar een antistatische eigenschap vereist wordt.

Verder betreft de uitvinding een bekleding, die wordt toegepast in productieprocessen waar een hoge oppervlakte energie vereist wordt (high surface energy).

Bij voorkeur zal de emulsie volgens onderhavige werkwijze worden verkregen door een specifiek productieproces waarbij middels een reeks specifieke meng-stappen de ingrediënten dermate vermengd worden opdat een chemisch en colloidaal stabiele emulsie bekomen wordt. In een voorkeursvorm zal aldus middels deze werkwijze in één productieplaats een voormengsel of pre-emulsie bekomen worden (de master batch), waarna deze getransporteerd kan worden naar de plaats waar de rollen zullen worden (her)bekleed, alwaar door toevoeging van een verharder de eind-emulsie (casting batch) wordt bekomen.

Bij voorkeur zal het voormengsel minstens een pre-polymeer, een vulstof en een weekmaker omvatten. Verder kunnen tevens kleurstoffen aan het voormengsel worden toegevoegd.

In het bijzonder gebeurt de vermenging van het voormengsel (master batch) via twee specifieke mengstappen, elk met specifiek gekozen inrichtingen. Bij voorkeur omvatten deze inrichtingen enerzijds een mengkop met U-vormige roerarm en anderzijds een mengkop met rotor-stator mixer. In een voorkeursvorm zal de stator een schijf betreffen, voorzien van spleten, waarbij de richting van een spleet een radiale component omvat ten opzichte van de schijf. Meer bij voorkeur zal de rotor een micronizeerder omvatten.

Verder zal bij voorkeur tijdens het eerste mengen en/of het tweede mengen van de ingrediënten het mengvat onder vacuüm worden gehouden. Bij voorkeur zal een druk tussen 0.5 en 1.5 bar gebruikt worden, meer bij voorkeur tussen 0.7 en 1.0 bar.

In een voorkeursvorm zal de eerste mengkop worden aangedreven met een roteersnelheid van 50 rpm, en zal de tweede mengkop worden aangedreven met een variabele roteersnelheid gelegen tussen 2000 en 3000 rpm.

In eên verdere voorkeursvorm zal de tweede mengkop schraapmessen omvatten, waarbij de term schraapmessen dient te worden geïnterpreteerd als elke uitrusting, voorzien aan de mengkop, die er voor kan zorgen dat eventueel residueel materiaal van de wanden van het mengvat wordt verwijderd. De schraapmessen kunnen in meerdere uitvoeringsvormen bestaan.

In het bijzonder zal de eerste en/of de tweede mengkop opgesteld zijn aan het bovenste gedeelte van het mengvat.

Bij voorkeur wordt de temperatuur van het mengvat tijdens het eerste mengen gehouden tussen 70°C en 100°C, meer bij voorkeur tussen 75°C en 85°C.

In een verdere voorkeursvorm wordt de temperatuur van het mengvat tijdens het tweede mengen bij voorkeur gehouden tussen 80°C en 120°C, meer bij voorkeur tussen 100°C en 120°C.

Aldus wordt een voormengsel bekomen, dat kan worden gestockeerd of getransporteerd naar de plaats van gebruik. Onderhavige werkwijze laat toe om het productieproces van de emulsie te gaan concentreren op één enkele plaats, waardoor vermeden wordt dat elke site waar (her)bekleding van de rollen gebeurt een eigen productie-eenheid dient te hebben. De werkwijze volgens onderhavige uitvinding laat optimalisering van het productieproces toe, waarbij hoge kosten voor aankoop en stockage van ingrediënten, alsook investeringen in vaste kosten, vermeden kunnen worden door centralisatie van het productieproces.

Voor het (her)bekleden van een rol, wordt een verharder aan het voormengsel toegevoegd, om zo de finale eind-emulsie te verkrijgen (de casting batch). Bij voorkeur zal vóór toevoeging van de verharder, het voormengsel voor enkele uren verhit worden tot een temperatuur tussen de 70°C en 100°C, meer bij voorkeur tussen de 85°C en 95°C. Vervolgens wordt de gewenste hoeveelheid verharder toegevoegd. Meer bij voorkeur zal na toevoeging van de verharder het mengsel onder vacuum worden gebracht.

In een voorkeursvorm wordt tevens alles klaargemaakt om over te gaan tot het bekleden van een rol. Bij voorkeur zal het coaten gebeuren middels het gebruik van matrijzen via een (spuit)gietproces of extrusie.

In het bijzonder zullen de matrijzen verhit worden tot een maximale temperatuur van 150°C, meer bij voorkeur 130°C, in een oven.

Bij voorkeur gebeurt het gietproces in verticale configuratie, waarbij de matrijs en rolkern in verticale positie worden gehouden. In een andere voorkeursvorm gebeurt het gietproces in horizontale configuratie.

Uitharden van de rolbekleding gebeurt preferentieel in een oven op de gewenste temperatuur. Bij voorkeur bedraagt deze temperatuur maximaal 150°C.

Het is verondersteld dat de huidige uitvinding niet beperkt is tot de uitvoeringsvormen die hierboven beschreven zijn en dat enkele aanpassingen of veranderingen aan de beschreven voorbeelden kunnen toegevoegd worden zonder de toegevoegde conclusies te herwaarderen.

REFERENTIES IN DE FIGUREN:

Beklede rol (1)

Rolkern (2)

Rolbekleding (3)

Lager(4)

Rollengte (L)

Totale roldiameter (D)

Diameter rolkern (Dl)

Radiale dikte rolbekleding (D2)

Claims

1. Functionele bekleding (3) voor een rol (1) voor het industrieel coaten van vlakke en gebogen oppervlakken, waarbij de rol (1) is voorzien van een stijve cilindrische rolkern (2) aan zijn uiteinden voorzien van lagers (4) en waarbij de rolbekleding (3) is aangebracht op de rolkern (2), en waarbij de rolbekleding (3) in een gelijke dikte radiaal op het buitenoppervlak van de rolkern (2) is voorzien, met het kenmerk, dat de functionele rolbekleding (3) wordt verkregen middels een emulsie, de emulsie omvattende: - een pre-polymeer; - een weekmaker, met een concentratie in de genoemde emulsie gelegen tussen 10.0wt% en 20.0wt%; - een vulstof, met een concentratie in de genoemde emulsie gelegen tussen 20.0wt% en 40.0wt%; - een kleurstof, met een concentratie in de genoemde emulsie gelegen tussen 0.1wt% en 5.0wt%; - een verharder, met een concentratie in de genoemde emulsie gelegen 0.1wt% en 5.0wt%; - een antistatische vulstof, met een concentratie in de genoemde emulsie gelegen 0.1wt% en 10,0wt%; en - een "hoge oppervlakte energie"-vulstof, met een concentratie in de genoemde emulsie gelegen 0.1wt% en 10.0wt%.

2. Bekleding (3) volgens conclusie 1, met het kenmerk dat de vulstof kwart omvat.

3. Bekleding (3) volgens één van de conclusies 1 tot 2, met het kenmerk dat de emulsie een partikelgrootte kleiner dan 80 pm omvat, meer bij voorkeur tussen de 50 en 70 pm.

4. Bekleding (3) volgens conclusie 1 tot 3, met het kenmerk dat het prepolymeer een elastomeer of rubber omvat.

5. Bekleding (3) volgens één van de conclusies 1 tot 4, met het kenmerk, dat de hardheid van de functionele rolbekleding (3) is gelegen tussen 5 tot 100 Shore A, bij voorkeur tussen 15 tot 65 Shore A, meer bij voorkeur tussen 35 en 60 Shore A.

6. Bekleding (3) volgens één der voorgaande conclusies 1 tot 5, met het kenmerk, dat de microscopische Ra oppervlakteruwheid van het buitenoppervlak van de rolbekleding (3) gelegen is tussen lpm en 150pm, bij voorkeur tussen 1 pm en 2pm.

7. Bekleding (3) volgens één der voorgaande conclusies 1 tot 6, met het kenmerk, dat de concentratie aan weekmaker in de genoemde emulsie gelegen is tussen 12.0wt% en 18.0wt%, bij voorkeur tussen 13.0wt% en 17.0wt%, meer bij voorkeur ongeveer 15.0wt%.

8. Bekleding (3) volgens één der voorgaande conclusies 1 tot 7, met het kenmerk, dat de concentratie aan vulstof in de genoemde emulsie gelegen is tussen 22.0wt% en 30.0wt%, bij voorkeur tussen 24.0wt% en 28.0wt%, meer bij voorkeur ongeveer 26.0wt%.

9. Bekleding (3) volgens één der voorgaande conclusies 1 tot 8, met het kenmerk, dat de concentratie aan kleurstof in de genoemde emulsie gelegen is tussen 0.5wt% en 2.0wt%, bij voorkeur tussen 0.8wt% en 1.5wt%, meer bij voorkeur ongeveer 1.0wt%.

10. Bekleding (3) volgens één der voorgaande conclusies 1 tot 9, met het kenmerk, dat de concentratie aan verharder in de genoemde emulsie gelegen is tussen 0.5wt% en 2.0wt%, bij voorkeur tussen 0.8wt% en 1.5wt%, meer bij voorkeur ongeveer 1.0wt%.

11. Bekleding (3) volgens één der voorgaande conclusies 1 tot 10, met het kenmerk, dat de concentratie aan antistatische vulstof in de genoemde emulsie gelegen is tussen 1.0wt% en 7.0wt%, bij voorkeur tussen 2.0wt% en 4.0wt%, meer bij voorkeur ongeveer 3.0wt%.

12. Bekleding (3) volgens één der voorgaande conclusies 1 tot 11, met het kenmerk, dat de concentratie aan "hoge oppervlakte energie"-vulstof in de genoemde emulsie gelegen is tussen 0.5wt% en 7.0wt%, bij voorkeur tussen 1.0wt% en 3.0wt%, meer bij voorkeur ongeveer 2.0wt%.

13. Bekleding (3) volgens één der voorgaande conclusies 1 tot 12, met het kenmerk, dat de massadichtheid van de functionele rolbekleding (3) gelegen is tussen 0.1 g/cm3 en 1.5 g/cm3.

14. Bekleding (3) volgens één der voorgaande conclusies 1 tot 13, met het kenmerk, dat de contacthoek tussen water en de functionele rolbekleding (3) is gelegen tussen 1° en 45°.

15. Bekleding (3) volgens één der voorgaande conclusies 1 tot 14, met het kenmerk, dat de radiale dikte (D2) van de functionele rolbekleding (3) gelegen is tussen 10 mm en 60mm.

16. Rol (1) voor het industrieel coaten van vlakke en gebogen oppervlakken, waarbij de rol (1) is voorzien van een functionele bekleding (3) volgens conclusies 1 tot 15.

17. Werkwijze voor het industrieel coaten van vlakke en gebogen oppervlakken met een rol (1) zoals omschreven door conclusie 16, met het kenmerk dat coating gebeurt middels een (spuit)gietenproces of extrusie.

18. Werkwijze voor de aanmaak van een emulsie voor een rolbekleding volgens één van de conclusies 1 tot 15, met het kenmerk dat de emulsie verkregen wordt middels minstens twee mengstappen verkregen via minstens twee verschillende menginrichtingen.

19. Werkwijze volgens conclusie 18, met het kenmerk dat één menginrichting een mengkop met U-vormige roerarm omvat.

20. Werkwijze volgens één van de conclusies 17 tot 19, met het kenmerk dat één menginrichting een mengkop met rotor-stator mixer omvat.

21. Werkwijze volgens één van de conclusies 17 tot 20, met het kenmerk dat het mengen onder vacuüm gebeurt.

22. Werkwijze volgens conclusie 21, met het kenmerk dat een druk tussen 0.5 en 1.5 bar wordt gebruikt.

23. Werkwijze volgens één van de conclusies 17 tot 22, met het kenmerk dat de temperatuur tijdens de eerste mengstap tussen 70°C en 100°C ligt.

24. Werkwijze volgens één van de conclusies 17 tot 23, met het kenmerk dat de temperatuur tijdens de tweede mengstap tussen 80°C en 120°C ligt.

25. Werkwijze voor het naslijpen en/of bekleden van een rol (1) voor het industrieel coaten van vlakke en gebogen oppervlakken, welke werkwijze minstens één van volgende stappen omvat: - het naslijpen van de bekleding (3) van de rol (1); - het aanbrengen van een nieuwe bekleding (3) op de rol (1), welke bekleding gespecifieerd werd in de voorgaande conclusies 1-15.