BE1020023A5 - Systeem en werkwijze voor het aansturen van producten. - Google Patents

Systeem en werkwijze voor het aansturen van producten. Download PDF

Info

Publication number
BE1020023A5
BE1020023A5 BE2011/0055A BE201100055A BE1020023A5 BE 1020023 A5 BE1020023 A5 BE 1020023A5 BE 2011/0055 A BE2011/0055 A BE 2011/0055A BE 201100055 A BE201100055 A BE 201100055A BE 1020023 A5 BE1020023 A5 BE 1020023A5
Authority
BE
Belgium
Prior art keywords
control unit
mode
control
active
inactive
Prior art date
Application number
BE2011/0055A
Other languages
English (en)
Inventor
Tom Verdickt
Ruyck Tim De
Original Assignee
Niko Nv
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by Niko Nv filed Critical Niko Nv
Priority to BE2011/0055A priority Critical patent/BE1020023A5/nl
Application granted granted Critical
Publication of BE1020023A5 publication Critical patent/BE1020023A5/nl

Links

Classifications

    • GPHYSICS
    • G05CONTROLLING; REGULATING
    • G05BCONTROL OR REGULATING SYSTEMS IN GENERAL; FUNCTIONAL ELEMENTS OF SUCH SYSTEMS; MONITORING OR TESTING ARRANGEMENTS FOR SUCH SYSTEMS OR ELEMENTS
    • G05B19/00Programme-control systems
    • G05B19/02Programme-control systems electric
    • G05B19/04Programme control other than numerical control, i.e. in sequence controllers or logic controllers
    • G05B19/042Programme control other than numerical control, i.e. in sequence controllers or logic controllers using digital processors
    • G05B19/0428Safety, monitoring
    • GPHYSICS
    • G05CONTROLLING; REGULATING
    • G05BCONTROL OR REGULATING SYSTEMS IN GENERAL; FUNCTIONAL ELEMENTS OF SUCH SYSTEMS; MONITORING OR TESTING ARRANGEMENTS FOR SUCH SYSTEMS OR ELEMENTS
    • G05B2219/00Program-control systems
    • G05B2219/20Pc systems
    • G05B2219/24Pc safety
    • G05B2219/24182Redundancy
    • GPHYSICS
    • G05CONTROLLING; REGULATING
    • G05BCONTROL OR REGULATING SYSTEMS IN GENERAL; FUNCTIONAL ELEMENTS OF SUCH SYSTEMS; MONITORING OR TESTING ARRANGEMENTS FOR SUCH SYSTEMS OR ELEMENTS
    • G05B2219/00Program-control systems
    • G05B2219/20Pc systems
    • G05B2219/24Pc safety
    • G05B2219/24186Redundant processors are synchronised
    • GPHYSICS
    • G05CONTROLLING; REGULATING
    • G05BCONTROL OR REGULATING SYSTEMS IN GENERAL; FUNCTIONAL ELEMENTS OF SUCH SYSTEMS; MONITORING OR TESTING ARRANGEMENTS FOR SUCH SYSTEMS OR ELEMENTS
    • G05B2219/00Program-control systems
    • G05B2219/20Pc systems
    • G05B2219/24Pc safety
    • G05B2219/24187Redundant processors run identical programs
    • GPHYSICS
    • G05CONTROLLING; REGULATING
    • G05BCONTROL OR REGULATING SYSTEMS IN GENERAL; FUNCTIONAL ELEMENTS OF SUCH SYSTEMS; MONITORING OR TESTING ARRANGEMENTS FOR SUCH SYSTEMS OR ELEMENTS
    • G05B2219/00Program-control systems
    • G05B2219/20Pc systems
    • G05B2219/26Pc applications
    • G05B2219/2642Domotique, domestic, home control, automation, smart house

Abstract

De uitvinding heeft betrekking op een systeem voor het aansturen van producten in een gebouw, het systeem omvattende een aantal besturingseenheden die elk zijn ingericht voor het aansturen van de producten en die elk zich in een actieve modus en een inactieve modus kunnen bevinden voor het al dan niet aansturen van de producten, waarbij de besturingseenheden zijn ingericht om een eerste besturingseenheid in de actieve modus te brengen en de overige besturingseenheden in de inactieve modus te brengen.

Description

SYSTEEM EN WERKWIJZE VOOR HET AANSTUREN VAN PRODUCTEN
De onderhavige uitvinding heeft betrekking op een systeem en werkwijze voor het aansturen van één of meer producten in een gebouw.
Systemen voor het aansturen van producten, in het bijzonder domoticasystemen voor het aansturen van residentiële producten, zijn op zich al bekend. Dergelijke systemen vormen een elektrische installatie die is ingericht om de werking van één of meer van de op of in een gebouw voorziene producten op afstand aan te sturen. Voorbeelden van aan te sturen producten zijn een verwarmingsketel, verwarmingsradiator, verlichtingsarmatuur, actuator, bijvoorbeeld een elektromotor voor het bedienen van een garagedeur, een toegangspoort of rolluik, schakelmateriaal zoals stopcontacten, luchtbehandelinginstallaties en dergelijke.
In bepaalde bekende domoticasystemen wordt gebruik gemaakt van een gedistribueerde sturing, dat wil zeggen dat de sturing van de producten over een aantal besturingseenheden verdeeld is en elk van de besturingseenheden zijn eigen verzameling producten aanstuurt. De besturingseenheden zijn hierbij op verschillende locaties voorzien. Met andere woorden, de sturing vindt plaats door op een aantal verschillende locaties besturingseenheden te voorzien, waarbij elk van de eenheden slechts een paar van het totaal aantal te besturen producten aanstuurt.
Voordeel van een dergelijke gedistribueerde sturing is dat wanneer één van de besturingseenheden uitvalt, dit meestal slechts invloed heeft op de door de betreffende besturingseenheid aangestuurde verzameling producten. Op de buiten de verzameling vallende producten heeft uitval dus geen of slechts een kleine invloed. Een bezwaar blijft uiteraard wel dat de genoemde verzameling producten niet meer wordt aangestuurd. Een verder bezwaar van de gedistribueerde sturing is dat de onderlinge communicatie tussen de individuele besturingseenheden complex kan zijn en tijdrovend kan zijn, zeker wanneer de wijze van sturing van een product uit een eerste groep van invloed is of moet zijn op de wijze van sturing van een product uit de andere groep.
Uiteraard is het mogelijk om de uitgevallen besturingseenheid te vervangen door een nieuwe besturingseenheid. Bij de overgang van de besturing van de uitgevallen besturingseenheid op een nieuwe besturingseenheid is de aansturing tijdelijk onderbroken. Verder vergt een dergelijke toevoeging van een nieuwe besturingseenheid soms een algehele herinstelling (reset) van het systeem. In andere gevallen is op zijn minst nodig om de nieuwe besturingseenheid te configureren. De instellingen van de uitgevallen besturingseenheid zijn immers niet meer beschikbaar en het systeem moet opnieuw worden geprogrammeerd. Dit betekent dat de wijze van aansturing van vóór de uitval pas na geruime tijd hersteld is.
Het is een doel van de onderhavige uitvinding een systeem en werkwijze te verschaffen waarin ten minste een van de bovengenoemde bezwaren is ondervangen of althans is verminderd.
Het is verder een doel van de uitvinding een systeem en werkwijze te verschaffen waarin uitval van een besturingseenheid snel en zonder noemenswaardige onderbreking kan worden opgelost.
Het is verder een doel van de uitvinding een systeem en werkwijze te verschaffen waarin na uitval van een besturingseenheid de aansturing van de producten op in hoofdzaak dezelfde wijze kan worden voortgezet.
Ten minste één van de bovengenoemde doelen wordt volgens een eerste aspect van de uitvinding bereikt in een systeem voor het aansturen van één of meer producten in een gebouw, het systeem omvattende een aantal besturingseenheden die elk zijn ingericht voor het aansturen van de producten en die elk zich in een actieve modus en een inactieve modus kunnen bevinden voor het al dan niet aansturen van de producten, waarbij de besturingseenheden zijn ingericht om een eerste besturingseenheid in de actieve modus te brengen en de overige besturingseenheden in de inactieve modus te brengen en waarbij de andere besturingseenheden zijn ingericht om een overgang van de actieve naar inactieve modus van de eerste besturingseenheid te detecteren en bij detectie van een overgang naar de inactieve modus één van de overige besturingseenheden van de inactieve modus naar de actieve modus te brengen om het aansturen van de producten over te nemen.
In een dergelijk systeem worden alle producten telkens door slechts één besturingseenheid aangestuurd. Wanneer een besturingseenheid uitvalt (d.w.z. inactief wordt) neemt een van de overigen besturingseenheden de aansturing van alle producten over.
Elk van de producten kan zijn voorzien van een communicatie-element voor het ontvangen van bedienings-signalen. Op basis van deze bedieningssignalen is het product te bedienen. In uitvoeringsvormen van de uitvinding omvat elk van de besturingseenheden: - een verwerkingseenheid voor het genereren van bedieningssignalen en voor het genereren van een modussignaal dat representatief is voor de modus van de betreffende besturingseenheid; - een communicatie-eenheid voor het zenden van de bedieningsignalen naar een of meer van de producten, het zenden van het gegenereerde modussignaal naar de andere besturingseenheden en het ontvangen van modussignalen van andere besturingseenheden; waarbij de besturingseenheden verder zijn ingericht om in de inactieve modus aan de hand van de ontvangen modussignalen de modus van ten minste een andere besturingseenheid te bepalen, en om, indien een actieve besturingseenheid inactief is geworden, één van de andere besturingseenheden te selecteren en de geselecteerde besturingseenheid in de actieve modus te brengen.
In bepaalde uitvoeringen wordt enkel een modussignaal gestuurd wanneer de betreffende besturingseenheid zich in de actieve modus bevindt. Het modussignaal is dan dus representatief voor alleen de actieve modus. In andere gevallen kan het modussignaal informatie bevatten die aangeeft of de besturingseenheid zich in de actieve of inactieve modus bevindt.
Volgens een verdere uitvoering is elk van de besturingseenheden uitgevoerd om schakelbaar te zijn tussen de actieve modus waarin de betreffende besturingseenheid bedieningssignalen naar een of meer van de producten zendt en een inactieve modus waarin de betreffende besturingseenheid geen bedieningssignalen zendt.
Volgens een verdere uitvoering zijn de besturingseenheden ingericht om in de opstartfase een enkele besturingseenheid in de actieve modus te schakelen of houden en de overige besturingseenheden in de inactieve modus te schakelen.
Volgens een verdere uitvoering is elk van de besturingseenheden ingericht om in de actieve modus met de verwerkingseenheid een modussignaal te genereren en het modussignaal met de communicatie-eenheid naar de overige besturingseenheden te sturen.
Volgens een verdere uitvoering is een actieve besturingseenheid ingericht om het modussignaal periodiek, in het bijzonder met een in hoofdzaak vast tijdsinterval, naar de inactieve besturingseenheden te sturen en/of is een inactieve besturingseenheid ingericht om periodiek, in het bijzonder met een vast tijdsinterval, te controleren of een modussignaal van de actieve besturingseenheid ontvangen is.
Volgens een verdere uitvoering is de besturingseenheid is ingericht om, in inactieve modus, bij het niet ontvangen van een modussignaal te constateren dat de actieve besturingseenheid is overgegaan naar de inactieve modus.
In de bovengenoemde uitvoering worden de inactieve besturingseenheden dus op inactieve wijze op de hoogte gebracht van de modusovergang: bij het niet-ontvangen van een modussignaal binnen een vooraf ingesteld tijdsinterval wordt geconstateerd dat de modusovergang heeft plaatsgevonden. In andere uitvoeringen is het mogelijk dat de actieve besturingseenheid wel een modussignaal stuurt naar de inactieve besturingseenheden waarbij het modussignaal een indicatie bevat dat de actieve besturingseenheid inactief is geworden of binnen een bepaald tijdsinterval inactief gaat worden. In deze uitvoeringen worden de inactieve besturingseenheden dus op actieve wijze op de hoogte gebracht van de modusverandering. Een combinatie van een inactieve en actieve wijze van het op de hoogte brengen van de inactieve besturingseenheden is uiteraard ook mogelijk.
Volgens een verdere uitvoering zijn de besturingseenheden ingericht om in de inactieve modus hun interne toestand (internal state) in hoofdzaak te synchroniseren met de interne toestand van de besturingseenheid in de actieve modus. De besturingseenheden zullen dus steeds de status van alle producten kennen op basis van de bedieningssignalen die gegenereerd worden door de actieve besturingseenheid.
Wanneer dus geconstateerd is dat een actieve besturingseenheid inactief is geworden en een andere besturingseenheid de rol van actieve besturingseenheid heeft overgenomen, zal er niet of nauwelijks sprake zijn van een "hickup" of een merkbare onderbreking van het systeem. De andere besturingseenheid die de rol van nieuwe actieve besturingseenheid heeft gekregen, heeft immers een in hoofdzaak gelijke interne toestand als de voormalig actieve besturingseenheid en de werking van de nieuwe actieve besturingseenheid correspondeert dus geheel of in grote mate met die van de voormalig actieve besturingseenheid.
In werking stuurt, in een bepaalde uitvoering, één enkele actieve besturingseenheid de producten aan en fungeren de overige besturingseenheden als back-up.
Volgens een verdere uitvoering omvat het systeem een communicatienetwerk voor communicatie tussen de communicatie-elementen van de producten en de communicatie-eenheden van de besturingseenheden.
Volgens een verdere uitvoering omvat het communicatienetwerk een draadloze verbinding, zoals bijvoorbeeld een WiFi-verbinding. In andere uitvoeringen omvat het communicatienetwerk een bedraad netwerk ("wired netwerk"), in het bijzonder een digitale gegevensbus. In weer andere uitvoeringen wordt gebruik gemaakt van een combinatie van een draadloze verbinding en een bedraad netwerk.
De communicatie-eenheid van een product kan zijn uitgevoerd om naast het ontvangen van bedieningssignalen ook bedieningssignalen te sturen. Wanneer dergelijke producten worden toegepast kan de communicatie-eenheid van de besturingseenheid zijn ingericht voor het ontvangen van bedieningssignalen van een of meer van de producten. In het geval van een dergelijke tweewegcommunicatie kunnen de bedieningssignalen van de producten bijvoorbeeld de actuele status van de producten weergegeven. De ontvangen bedieningssignalen kunnen door de verwerkingseenheid verder verwerkt worden.
In een verdere uitvoering omvat de besturingseenheid een opslagmedium, in het bijzonder een geheugen. In dit geheugen kan ondermeer informatie corresponderend met de hierboven genoemde interne toestand van de besturingseenheid zijn opgeslagen. Het geheugen kan een al dan niet vluchtig geheugenelement (chip) zijn. De betreffende informatie kan verder actueel gehouden worden door deze te synchroniseren met informatie op het opslagmedium van de actieve besturingseenheid.
De uitvinding heeft tevens betrekking op een samenstel van het hierin beschreven system en een of meer daarop aangesloten of aansluitbare producten.
Volgens een ander aspect van de uitvinding wordt een werkwijze voor aansturen van één of meer producten in een gebouw verschaft, de werkwijze omvattende - het via een eerste actieve besturingseenheid aansturen van de producten; - het door ten minste een tweede, inactieve besturingseenheid bepalen of de eerste besturingseenheid nog actief is; - het indien de eerste besturingseenheid is overgegaan van een actieve naar een inactieve modus, in de actieve modus schakelen van de tweede besturingseenheid om de producten via de tweede besturingseenheid aan te sturen.
Meer specifiek kan in bepaalde uitvoeringen van de uitvinding de werkwijze omvatten: - het genereren door de eerste, zich in een actieve modus bevindende besturingseenheid van een modussignaal dat representatief is voor de actuele modus; - het door ten minste een tweede, zich in een inactieve modus bevindende besturingseenheid ontvangen van het modussignaal; - het bepalen door de tweede besturingseenheid van de actuele modus'van de eerste besturingseenheid.
De modussignalen die representatief zijn voor de modus van de eerste besturingseenheid worden bij voorkeur (op directe of indirecte wijze) vanaf de eerste besturingseenheid naar de tweede besturingseenheid gestuurd. Er zijn echter ook andere uitvoeringen mogelijk waarbij de tweede besturingseenheid de modussignalen ontvangt van een andere eenheid, bijvoorbeeld een andere tweede besturingseenheid (in uitvoeringen waarin er twee of meer tweede besturingseenheden zijn).
Volgens een uitvoering van de werkwijze worden alleen in de actieve modus van een besturingseenheid de bedieningssignalen naar een of meer van de producten gezonden. Met andere woorden, in de inactieve modus zendt een besturingseenheid dan dus geen bedieningssignalen uit.
In de opstartfase wordt één van de besturingseenheden (bijv. de eerste besturingseenheid) in een actieve modus geschakeld en worden de één of meer overige besturingseenheden (bijv. de tweede besturingseenheid) in een inactieve modus geschakeld.
De actieve besturingseenheid kan in een bepaalde uitvoering een modussignaal op periodieke wijze, bijvoorbeeld telkens met een in hoofdzaak vast tijdsinterval, naar de overige besturingseenheden sturen. De inactieve besturingseenheden kunnen dan bepalen in welk tijdsinterval een modussignaal naar verwachting kan worden uitgelezen. Indien blijkt dat er wel een modussignaal verwacht is maar geen modussignaal ontvangen is, kan geconcludeerd worden dat de eerste bedieningseenheid zich niet meer in de actieve modus bevindt (dat wil zeggen dat de bedieningseenheid zich in de inactieve modus bevindt of dat deze defect is). In andere uitvoeringsvormen wordt pas geconcludeerd dat de besturingseenheid zich niet meer in de actieve modus bevindt als een aantal (bijv. 2) opeenvolgende modussignalen niet ontvangen werden.
Bij een geconstateerde overgang van de actieve naar de inactieve modus van de eerste besturingseenheid kan of moet één enkele besturingseenheid van de tweede besturingseenheden geselecteerd worden. Deze besturingseenheid wordt dan in de actieve modus gebracht.
Bij voorkeur omvat de werkwijze het geheel of ten minste gedeeltelijk synchroniseren van de interne toestand (internal state) van de een of meer inactieve besturingseenheden met de interne toestand van de actieve besturingseenheid. Bij overname van een uitgevallen besturingseenheid door een andere besturingseenheid, kunnen dan de producten in hoofdzaak zonder tijdsverlies en/of in hoofdzaak zonder verandering van de aansturingswijze of staat van aansturing bediend blijven.
Verdere voordelen, kenmerken en details van de onderhavige uitvinding zullen worden verduidelijkt aan de hand van de navolgende beschrijving van een uitvoeringsvorm daarvan. In de beschrijving wordt verwezen naar de bij gevoegde figuren, waarin tonen:
Figuur 1 een schematisch aanzicht van een domoticasysteem in een standaard woonhuis;
Figuur 2 een schematisch aanzicht van een uitvoeringsvorm van een domoticasysteem combinatie met een tweetal producten;
Figuur 3 een schematisch aanzicht van een tweede uitvoeringsvorm van een domoticasysteem en een tweetal producten; en
Figuur 4 een schematisch detailaanzicht van een besturingseenheid van de uitvoeringsvorm van figuren 2 en.3.
In figuur 1 is een gedeeltelijk opengewerkt aanzicht van een woning weergegeven waarin een uitvoeringsvorm van het systeem volgens de uitvinding is toegepast. Deze uitvoeringsvorm is in meer detail ook in figuren 2 en 3 weergegeven. Het domoticasysteem is in de getoonde uitvoering gekoppeld met een groot aantal producten, althans componenten die in of op de producten zijn voorzien. De producten kunnen bijvoorbeeld een elektromotor 16 voor het openen en sluiten van een garagedeur 15, een elektromotor voor het openen en sluiten van een toegangspoort 30, een thermostaat 31 voor het bedienen van een verwarmingsketel, de verwarmingsketel zelf, de elektromotoren van een rolluik 32, een luchtbehandelingsysteem 33, een dakraam 35 en een alarmsysteem 36 zijn.
De genoemde componenten worden bestuurd vanuit een centrale besturingseenheid 1 of besturingseenheid 21 die op willekeurige plaatsen in het huis zijn aangebracht. Tussen elk van de centrale besturingseenheden 1,21 en elk van de componenten kunnen een of meer bedrade netwerken of draadloze verbindingen zijn gerealiseerd. In beide gevallen is communicatie tussen enerzijds een besturingseenheid en anderzijds elk van de componenten in twee richtingen te realiseren.
In een voorkeursuitvoeringsvorm van de uitvinding zijn de componenten al door de fabrikant in het betreffende product aangebracht. In andere uitvoeringen is het echter mogelijk om de componenten later toe te voegen, bijvoorbeeld door deze aan te sluiten op de bestaande besturing van een dergelijk product.
De besturingseenheid van een dergelijk domoticasysteem is in detail in figuur 2 weergegeven. De centrale besturingseenheid 1 omvat een behuizing 6 waarin onder meer een centrale verwerkingseenheid 2 (bijvoorbeeld een processor), een geheugen 4 (bijvoorbeeld een vluchtig of niet-vluchtig geheugenelement) en een voeding 7 is aangebracht. Verder is voorzien in een communicatie-eenheid 3 voor het via een databus 19 verzenden van vanuit de centrale verwerkingseenheid 2 gegenereerde signalen en/of het ontvangen en verder verwerken van signalen die van andere producten of besturingseenheden afkomstig zijn. In bepaalde uitvoeringen is de centrale besturingseenheid 1 voorzien van een USB poort 5 waarmee de besturingseenheid op een externe programmeer-eenheid, bijvoorbeeld een laptop of soortgelijke computer (of een memory stick L), is aan te sluiten. In plaats van of naast de USB-poort kunnen uiteraard ook andere contactverbindingen verschaft worden om de besturingseenheid programmeerbaar te maken, bijvoorbeeld een ethernetpoort om de besturings-eenheid op een ethernetverbinding aan te sluiten. De besturingseenheid kan in bepaalde uitvoeringen ook zijn aangesloten op een (datacommunicatie-) bus en kan, indien nodig, ethernetberichten omzetten in busberichten. In nog andere uitvoeringen kan de centrale besturingseenheid op draadloze wijze geprogrammeerd worden, bijvoorbeeld door een computer via een (niet weergegeven) draadloze (Wifi) verbinding te koppelen.
Verder kan de centrale besturingseenheid 1 eventueel zijn voorzien van een of meer instelelementen, zoals draaiknoppen etc. waarmee bepaalde instellingen nog handmatig te veranderen zijn. Deze instellingen kunnen eventueel ook gerealiseerd worden via een (niet weergegeven) afstandbediening.
De tweede centrale besturingseenheid 21 heeft geheel of vrijwel geheel dezelfde opbouw als de eerste besturingseenheid. De tweede besturingseenheid 21 omvat een behuizing 26 waarin onder meer een centrale verwerkingseenheid 22 (bijvoorbeeld een processor), een geheugen 24 (bijvoorbeeld een vluchtig of niet-vluchtig geheugenelement) en een voeding 27 is aangebracht. Verder is voorzien in een communicatie-eenheid 23 voor het via een databus 19 verzenden van vanuit de centrale verwerkingseenheid 22 gegenereerde signalen en/of het ontvangen en verder verwerken van signalen die van andere producten of besturingseenheden afkomstig zijn. Ook de tweede besturingseenheid 21 kan door een programmeereenheid geprogrammeerd worden. In bepaalde uitvoeringen is het bijvoorbeeld mogelijk om een tijdelijke communicatieverbinding vanaf de programmeereenheid via de databus 19 met de besturingseenheid 21 tot stand te brengen.
De centrale besturingseenheid 1,21 is in het weergegeven voorbeeld ingericht voor het aansturen van een verwarmingsketel 10 en een garagedeur 15. De verwarmingsketel 10 kan een standaard verwarmingsketel zijn waarmee warm water voor het verwarmen van de woning opgewekt kan worden. De verwarmingsketel 10 omvat een bestaande besturing 12 waarmee op gebruikelijke wijze de ketel kan worden aangestuurd. De besturingseenheid van de verwarmingsketel 10 is in de weergegeven uitvoeringsvorm gekoppeld met een component die behoort bij het domoticasysteem. Deze component omvat een met de bus 19 te koppelen communicatie-eenheid 11 waarmee bedieningssignalen van de centrale besturingseenheid 1 ontvangen kunnen worden en/of waarbij bedieningssignalen teruggestuurd kunnen worden naar de besturingseenheid 1. De verwarmingsketel kan nu via de bus 19 met een centrale besturingseenheid 1,21 door de processor daarvan gestuurd worden.
Op soortgelijke wijze zijn beide centrale besturingseenheden 1,21 via de bus 19 gekoppeld met een actuator 16, bijvoorbeeld een elektromotor, voor het openen en sluiten van een garagedeur 15. De actuator is zoals warmteketel 10, gekoppeld met een communicatie-eenheid 17. Deze communicatie-eenheid is geschikt voor het via de bus 19 ontvangen van besturingssignalen van elk van de besturingseenheden 1,21. In bepaalde uitvoeringen is het tevens mogelijk de besturingssignalen vanaf de communicatie-eenheid 17 naar de besturingseenheden 1,21 te sturen. In andere gevallen is echter alleen één-wegcommunicatie vanaf een besturingseenheid naar de garagedeur 15 gerealiseerd.
Bij het inschakelen van het systeem treedt een opstartprocedure in werking. De beide besturingseenheden 1 en 21 communiceren met elkaar via hun respectievelijke communicatie-eenheden 3 en 23 en de daarop aangesloten communicatieverbinding, in het weergegeven voorbeeld een communicatiebus 19. Via een vooraf op het opslagmedium 4 van de besturingseenheid opgeslagen opstartprotocol bepalen de besturingseenheden 1,21 gezamenlijk welke van de beide besturingseenheden 1, 21 als actieve besturingseenheid zal worden ingezet en welke als inactieve, back-up besturingseenheid .
In een bepaalde uitvoering van de uitvinding zal bij het opstarten elke besturingseenheid een aanvraag bij alle overige op het netwerk aangesloten besturingseenheden indienen of hij de actieve besturingseenheid mag worden.
Deze aanvraag kan plaatsvinden door een signaal dienaangaande naar de overige besturingseenheden te sturen.
De volgorde waarop de besturingseenheden de aanvrage indienen kan toevallig zijn, bijvoorbeeld afhankelijk van welke besturingseenheid per ongeluk het snelst opgestart is. In andere uitvoeringen kan bijvoorbeeld gewerkt worden met ingebouwde willekeurige vertragingen of is de vertraging gerelateerd aan de eigenschappen van een onderliggend communicatieprotocol. Er zijn uiteraard nog talloze andere uitvoeringen denkbaar om hetzelfde doel te bereiken (bijvoorbeeld op basis van een andere al dan niet willekeurige of toevallige eigenschap van de systemen, zoals bijvoorbeeld nauwkeurige "time stamps")· Van belang is dat het systeem is ingericht om uit te maken welke besturingseenheid actief wordt als er meerdere kandidaten zijn en dat het systeem verder is ingericht om met grote zekerheid één enkele besturingseenheid aan te wijzen, zonder dat er een kans is dat er uiteindelijk toch twee of meer kandidaten zijn die er niet onderling uit geraken wie er actief mag worden.
Als een (op dat moment nog inactieve) besturingseenheid een dergelijke aanvraag ziet binnenkomen en deze aanvraag is afkomstig van een besturingseenheid die een adres heeft dat aan bepaalde voorwaarden voldoet (bijvoorbeeld een hoger MAC-adres heeft), zal de besturingseenheid die aanvraag weigeren en een negatief antwoord terugsturen. Een besturingseenheid wordt pas actief als hij gedurende een bepaalde tijd (bijvoorbeeld 1 seconde) geen negatieve antwoorden op zijn vraag gekregen heeft.
In het weergegeven voorbeeld kiezen de beide besturingseenheden 1 en 21 ervoor dat besturingseenheid 1 in de actieve modus wordt gezet, terwijl besturingseenheid 21 inactief blijft en als back-up zal fungeren. In andere voorbeelden kan de keuze uiteraard andersom uitvallen. Het is de eerste besturingseenheid 1 die vanaf dat moment de verschillende producten 10, 15 gaat aansturen.
Na de opstartfase treedt de aanstuurfase in werking. In deze fase blijft de eerste besturingseenheid 1 actief en stuurt deze de producten 10, 15 aan. De andere besturingseenheid 21 blijft inactief, en stuurt derhalve geen van de producten aan zolang althans de eerste besturingseenheid 1 actief blijft. Om diverse redenen kan echter de situatie optreden dat de eerste besturingseenheid 1 niet meer actief is.
Er kan bijvoorbeeld een (dreigend) defect in de eerste besturingseenheid 1 zijn. Hierdoor is het bijvoorbeeld niet meer mogelijk om de producten 10, 15 op juiste wijze aan te sturen. Zodra de eerste besturingseenheid 1 merkt dat er een defect is opgetreden, schakelt deze zichzelf om naar de inactieve toestand. In een ander geval is de besturingseenheid 1 zodanig defect dat deze zichzelf niet meer in de inactieve toestand om kan schakelen. Om in beide gevallen aan de tweede besturingseenheid 21 te laten weten dat de eerste besturingseenheid 1 niet meer kan functioneren, kan volgens een uitvoeringsvorm van de uitvinding de volgende procedure worden toegepast.
De eerste besturingseenheid 1 stuurt, zolang deze zich in de actieve modus bevindt, eens om de zoveel tijd een modussignaal uit naar de tweede besturingseenheid 21. Het modussignaal wordt vervolgens door de tweede besturingseenheid 21 opgevangen en via de verwerkingseenheid 22 daarvan verwerkt. De tweede besturingseenheid 21 verwacht een dergelijk modussignaal eens in de zoveel tijd en kan dus constateren, indien er geen modussignaal ontvangen is, dat op een of andere manier de eerste besturingseenheid niet meer in de actieve modus is (hetzij doordat deze zichzelf in de inactieve modus heeft geschakeld, hetzij doordat deze geheel defect is geraakt). Zodra de tweede besturingseenheid 21 constateert dat er geen modussignaal ontvangen is, neemt deze de aansturing van de producten 10, 15 over. De tweede besturingseenheid 21 schakelt zichzelf dan in een actieve modus en gaat op geheel dezelfde wijze als voorheen de eerste besturingseenheid 1 bedieningssignalen genereren en deze via de communicatie-eenheid 27 naar de respectievelijke communicatie-eenheden 11, 17 van de producten 10, 15 versturen.
In de bovengenoemde uitvoering kan de tweede besturingseenheid 21 op passieve wijze constateren dat de eerste besturingseenheid 1 niet meer in de actieve toestand is, namelijk door het niet ontvangen van een modussignaal binnen een tijdsinterval waarin een dergelijk modussignaal wel verwacht werd. Dit betekent dat ook in het geval de eerste besturingseenheid 1 defect is en dus niet meer in de inactieve toestand kan worden geschakeld, de besturingseenheid 21 het aansturen van de producten over kan nemen. In andere uitvoeringen kan de eerste besturingseenheid een modussignaal versturen waarin informatie is opgenomen die representatief is voor de modus van de eerste besturingseenheid, dat wil zeggen informatie die aanduidt of de eenheid actief of inactief is. Op deze wijze kan de tweede besturingseenheid 21 op actieve wijze constateren in welke toestand de eerste besturingseenheid 1 zich bevindt. Een voordeel van deze uitvoering zou kunnen zijn dat wanneer bijvoorbeeld de eerste besturingseenheid 1 van plan is zich om te schakelen van de actieve naar de inactieve toestand, er zonder tijdverlies een modussignaal naar de tweede besturingseenheid gestuurd kan worden en de tweede besturingseenheid 21 direct de aansturing van de producten over kan nemen. Een bezwaar van deze procedure is echter dat wanneer de eerste besturingseenheid 1 defect geraakt is, en derhalve geen toestandsignalen meer kan versturen, de tweede besturingseenheid 21 hier van niet op de hoogte wordt gebracht.
In andere uitvoeringsvormen is gekozen voor een combinatie van beide procedures, zodat de tweede besturingseenheid 21 zowel op directe als op indirecte wijze op de hoogte kan worden gebracht van het niet meer in de actieve modus bevinden van de eerste besturingseenheid.
In figuur 3 is een verdere uitvoeringsvorm van de uitvinding weergegeven. De uitvoering komt overeen met de in figuur 2 weergegeven uitvoering met dien verstande dat er nog een extra back-up besturingseenheid 31 aan de communicatiebus 19 is gekoppeld. De derde centrale besturingseenheid 41 heeft geheel of vrijwel geheel dezelfde opbouw als de eerste besturingseenheid. De tweede besturingseenheid 41 omvat een behuizing 46 waarin onder meer een centrale verwerkingseenheid 42 (bijvoorbeeld een processor), een geheugen 44 (bijvoorbeeld een vluchtig of niet-vluchtig geheugenelement) en een voeding 47 is aangebracht. Verder is voorzien in een communicatie-eenheid 43 voor het via de databus 19 verzenden van vanuit de centrale verwerkingseenheid 42 gegenereerde signalen en/of het ontvangen en verder verwerken van signalen die van andere producten of van een of meer van de besturingseenheden 1,21 afkomstig zijn.
De werking van deze uitvoeringsvorm is vrijwel geheel gelijk aan die van de eerste uitvoeringsvorm. In de opstartfase bepalen de drie (of meer) besturingseenheden 1, 21, 41 gezamenlijk welke daarvan als actieve besturingseenheid 1 wordt ingezet, en welke besturingseenheden als back-up eenheden worden ingezet. Nadat een van de drie (of meer) besturingseenheden gekozen is als actieve besturingseenheid, kan de aanstuurfase beginnen. Stel nu dat wederom de eerste besturingseenheid 1 als actieve besturingseenheid gekozen is en deze besturingseenheid 1 op gegeven moment niet meer actief is (om welke reden dan ook), dan constateren beide back-up besturingseenheden 21 en 41 dat er geen actieve besturingseenheid meer is. Op dit moment moet één van de besturingseenheden 21, 41 in de actieve modus worden gezet. Op soortgelijke wijze als eerder tijdens de opstartfase is gebeurd, bepalen de beide besturingseenheden 21, 41 samen welke van de twee de producten moet aansturen.Beide besturingseenheden 21,41 dienen een aanvraag in of ze actief mogen worden, en de besturingseenheid die geen negatief antwoord krijgt, mag actief worden. De geselecteerde besturingseenheid 21 of 41 schakelt zichzelf vervolgens in de actieve modus en begint met het aansturen van de producten.
Wanneer ook de geselecteerde back-up besturingseenheid 21/41 defect geraakt, herhaalt de procedure zich en schakelt de volgende back-up besturingseenheid 21/41 zichzelf van de inactieve naar de actieve modus.
Bij de overgang van de aansturing van de ene besturingseenheid naar de andere besturingseenheid en de daardoor noodzakelijke herinstelling (reset) van het systeem, treden over het algemeen langdurige onderbrekingen op omdat de nieuwe, actieve besturingseenheid geladen moet worden met configuratiegegevens waarmee de aansturing kan plaatsvinden. Om de overgang sneller en, bij voorkeur, ook zonder noemenswaardige verandering van de aansturing, te laten plaatsvinden, wordt in een uitvoeringsvorm van de uitvinding ervoor gezorgd dat de interne status of interne toestand van de oorspronkelijk actieve besturingseenheid, bijvoorbeeld besturingseenheid 1 in het bovengenoemde voorbeeld, ook wordt opgeslagen op (respectievelijke opslagmedia 24, 44 van) de besturingeenheden 21, 41.
De interne toestand omvat bijvoorbeeld kennis van de toestand van alle uitgangen in het systeem en alle tijdsvertragingen die er op een bepaald moment in het systeem aan het lopen zijn. Bijvoorbeeld "lamp 3 is aan", "rolluik 5 staat op 50%", of "dimmer 123 is in 5 seconden aan het opdimmen naar 95%".
Om ervoor te zorgen dat de interne toestand wordt opgeslagen stuurt de eerste besturingseenheid 1 om de zoveel tijd informatie over zijn interne toestand door naar alle overige besturingseenheden 21, 41 (push principe) of halen alle besturingseenheden 21, 41 deze informatie op van de eerste besturingseenheid 1 (pull principe). Een andere manier om de interne toestand van de inactieve besturingseenheden te laten overeenkomen met die van de actieve besturingseenheid is de volgende. De inactieve besturingseenheden berekenen op elk moment de huidige toestand van het systeem op net dezelfde manier als de actieve besturingseenheid, bijvoorbeeld door te kijken naar de inputs die ze vanuit het netwerk krijgen. Als de actieve besturingseenheid dan inactief wordt, behoeft die interne informatie niet meer opgehaald worden uit de voormalige actieve besturingseenheid, maar zal die informatie reeds aanwezig zijn in de inactieve besturingseenheden.
Wanneer nu de actieve besturingseenheid inactief wordt, kan een andere besturingseenheid de aansturing overnemen met gedeeltelijk of geheel dezelfde interne toestand als de besturingseenheid die de producten oorspronkelijk aanstuurde. Dit betekent dat er bij een dergelijke overgang van de ene besturingseenheid op de andere er geen of nagenoeg geen vertraging of andere vorm van "hickup" zal plaatsvinden. In de praktijk behoeft een gebruiker het niet of nauwelijks te merken dat een dergelijke overname van taken heeft plaatsgevonden.
De onderhavige uitvinding is niet beperkt tot de hierin beschreven uitvoeringsvormen daarvan. De gevraagde rechten worden veeleer bepaald door de navolgende conclusies, binnen de strekking waarvan talloze aanpassingen en wijzigingen denkbaar zijn.

Claims (26)

1. Systeem voor het aansturen van één of meer producten in een gebouw, het systeem omvattende een aantal besturingseenheden die elk zijn ingericht voor het aansturen van de producten en die elk zich in een actieve modus en een inactieve modus kunnen bevinden voor het al dan niet aansturen van de producten, waarbij de besturingseenheden zijn ingericht om een eerste besturingseenheid in de actieve modus te brengen en de overige besturingseenheden in de inactieve modus te brengen en waarbij de inactieve besturingseenheden zijn ingericht om een overgang van de actieve naar inactieve modus van de eerste besturingseenheid te detecteren en het bij detectie van een overgang naar de inactieve modus één van de overige besturingseenheden van de inactieve modus naar de actieve modus brengen om het aansturen van de producten over te nemen, waarbij de besturingseenheden zijn ingericht om in de opstartfase een enkele besturingseenheid in de actieve modus te schakelen of houden en de overige besturingseenheden in de inactieve modus te schakelen.
2. Systeem volgens conclusie 1, waarbij elk van de producten voorzien is van een communicatie-element voor het ontvangen van bedieningssignalen op basis waarvan van het product te bedienen is en waarbij elk van de besturingseenheden omvat : - een verwerkingseenheid voor het genereren van bedieningssignalen en voor het genereren van een modussignaal dat representatief is voor de modus van de betreffende besturingseenheid; - een communicatie-eenheid voor het zenden van de bedieningsignalen naar een of meer van de producten, het zenden van het gegenereerde modussignaal naar de andere besturingseenheden en het ontvangen van modussignalen van andere besturingseenheden; waarbij de besturingseenheden verder zijn ingericht om in de inactieve modus aan de hand van de ontvangen modussignalen de modus van ten minste een andere besturingseenheid te bepalen, en om, indien een actieve besturingseenheid inactief is geworden, één van de andere besturingseenheden te selecteren en de geselecteerde besturingseenheid in de actieve modus te brengen.
3. Systeem volgens conclusie 1 of 2, waarbij elk van de besturingseenheden uitgevoerd is om schakelbaar te zijn tussen de actieve modus waarin de betreffende besturingseenheid bedieningssignalen naar een of meer van de producten zendt en een inactieve modus waarin de betreffende besturingseenheid geen bedieningssignalen zendt.
4. Systeem volgens een van de voorgaande conclusies, waarbij het systeem een opslagmedium omvat waarop een opstartprotocol is opgeslagen dat ingericht is om te bepalen welke van de besturingseenheden als actieve besturingseenheid zal worden ingezet.
5. Systeem volgens een van de voorgaande conclusies, waarbij elk van de besturingseenheden is ingericht om in de actieve modus met de verwerkingseenheid een modussignaal te genereren en het modussignaal met de communicatie-eenheid naar de overige besturingseenheden te sturen.
6. Systeem volgens conclusie 5, waarbij een actieve besturingseenheid is ingericht om het modussignaal periodiek, in het bijzonder met een in hoofdzaak vast tijdsinterval, naar de inactieve besturingseenheden te sturen en/of waarbij een inactieve besturingseenheid is ingericht om periodiek, in het bijzonder met een vast tijdsinterval, te controleren of een modussignaal van de actieve besturingseenheid ontvangen is.
7. Systeem volgens conclusie 6, waarin de besturingseenheid is ingericht om, in inactieve modus, bij het niet ontvangen van een modussignaal te constateren dat de actieve besturingseenheid is overgegaan naar de inactieve modus.
8. Systeem volgens een van de voorgaande conclusies, waarbij de besturingseenheden zijn ingericht om in de inactieve modus hun interne toestand (internal state) in hoofdzaak te synchroniseren met de interne toestand van de besturingseenheid in de actieve modus.
9. Systeem volgens een van de voorgaande conclusies, waarbij, in werking, één enkele actieve besturingseenheid de producten aanstuurt en de overige besturingseenheden als back-up fungeren.
10. Systeem volgens een van de voorgaande conclusies, omvattende een communicatienetwerk voor communicatie tussen de communicatie-elementen van de producten en de communicatie-eenheden van de besturingseenheden.
11. Systeem volgens conclusie 10, waarin het communicatienetwerk een draadloze verbinding omvat.
12. Systeem volgens conclusie 10 of 11, waarin het communicatienetwerk een bedraad netwerk, in het bijzonder een digitale gegevensbus en/of een ethernetverbinding, omvat.
13. Systeem volgens een van de voorgaande conclusies, waarin het communicatie-element van een product tevens is ingericht voor het verzenden van bedieningssignalen en waarin de communicatie-eenheid van de besturingseenheid is ingericht voor het ontvangen van bedieningssignalen van een of meer van de producten en waarbij de verwerkingseenheid is ingericht voor het verwerken van ontvangen bedieningssignalen.
14. Systeem volgens een van de voorgaande conclusies, waarbij een besturingseenheid een opslagmedium, in het bijzonder een geheugen, omvat en waarbij op het opslagmedium informatie corresponderend met de interne toestand van de besturingseenheid is opgeslagen.
15. Domoticasysteem omvattende een systeem volgens een van de voorgaande conclusies, waarbij het systeem is ingericht voor het aansturen van residentiële producten.
16. Samenstel van een systeem volgens een van de voorgaande conclusies en ten minste één product.
17. Samenstel volgens conclusie 16, waarbij het product ten minste één van een schakelaar, verwarmingstoestel, thermostaat, actuator, verlichting, venster, rolluik, poort, deur, (alarm-) sensor of ventilatiesysteem omvat.
18. Werkwijze voor aansturen van één of meer producten in een gebouw, de werkwijze omvattende: - het via een eerste actieve besturingseenheid aansturen van de producten; - het door ten minste een tweede, inactieve besturingseenheid bepalen of de eerste besturingseenheid nog actief is; - het indien de eerste besturingseenheid is overgegaan van een actieve naar een inactieve modus, in de actieve modus schakelen van de tweede besturingseenheid om de producten via de tweede besturingseenheid aan te sturen.
19. Werkwijze volgens conclusie 18, omvattende: - het genereren door de eerste, zich in een actieve modus bevindende besturingseenheid van een modussignaal dat representatief is voor de actuele modus; - het verzenden van het modussignaal naar een of meer tweede besturingseenheden; - het door de een of meer tweede, zich in een inactieve modus bevindende besturingseenheden ontvangen van het modussignaal; - het bepalen door een tweede besturingseenheid van de actuele modus van de eerste besturingseenheid; omvattende het in de opstartfase in een actieve modus schakelen van de eerste besturingseenheid en het in een inactieve modus schakelen van de een of meer tweede besturingseenheden.
20. Werkwijze volgens conclusie 18 of 19, omvattende het alleen in de actieve modus van een besturingseenheid zenden van bedieningssignalen naar een of meer van de producten.
21. Werkwijze volgens een van de conclusies 18-20, waarbij bij het opstarten elke besturingseenheid een aanvraag bij alle overige op het netwerk aangesloten besturingseenheden indient of hij de actieve besturingseenheid mag worden, waarbij een besturingseenheid bij voorkeur pas actief wordt als hij gedurende een bepaalde tijd geen negatieve antwoorden gekregen heeft op zijn vraag.
22. Werkwijze volgens een van de conclusies 19-21, omvattende het periodiek, in het bijzonder met een in hoofdzaak vast tijdsinterval, door een actieve besturingseenheid verzenden van het modussignaal naar de overige besturingseenheden en/of het periodiek, in het bijzonder met een vast tijdsinterval, door een inactieve besturingseenheid controleren of een modussignaal ontvangen is.
23. Werkwijze volgens conclusie 22, omvattende het bij het niet ontvangen van een modussignaal door de ten minste een tweede besturingseenheid constateren dat de eerste besturingseenheid is overgegaan naar de inactieve modus.
24. Werkwijze volgens conclusie 23, omvattende het bij een geconstateerde overgang van de actieve naar de inactieve modus van de eerste besturingseenheid selecteren van één enkele besturingseenheid van de tweede besturingseenheden en het naar de actieve modus (laten) schakelen daarvan.
25. Werkwijze volgens een van de conclusies 18-24, omvattende het geheel of ten minste gedeeltelijk synchroniseren van de interne toestand (internal state) van de een of meer inactieve besturingseenheden met de interne toestand van de actieve besturingseenheid.
26. Werkwijze volgens een van de conclusies 18-25, waarin een systeem volgens een van de conclusies 1-15 wordt toegepast.
BE2011/0055A 2011-01-28 2011-01-28 Systeem en werkwijze voor het aansturen van producten. BE1020023A5 (nl)

Priority Applications (1)

Application Number Priority Date Filing Date Title
BE2011/0055A BE1020023A5 (nl) 2011-01-28 2011-01-28 Systeem en werkwijze voor het aansturen van producten.

Applications Claiming Priority (2)

Application Number Priority Date Filing Date Title
BE2011/0055A BE1020023A5 (nl) 2011-01-28 2011-01-28 Systeem en werkwijze voor het aansturen van producten.
BE201100055 2011-01-28

Publications (1)

Publication Number Publication Date
BE1020023A5 true BE1020023A5 (nl) 2013-04-02

Family

ID=43768738

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
BE2011/0055A BE1020023A5 (nl) 2011-01-28 2011-01-28 Systeem en werkwijze voor het aansturen van producten.

Country Status (1)

Country Link
BE (1) BE1020023A5 (nl)

Cited By (1)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
CN109116740A (zh) * 2017-06-23 2019-01-01 美的智慧家居科技有限公司 应用于智能家居的移动装置

Citations (4)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
DE19625195A1 (de) * 1996-06-24 1998-01-02 Siemens Ag Synchronisationsverfahren
US20010056304A1 (en) * 2000-04-19 2001-12-27 Kabushiki Kaisha Toshiba Field apparatus control system and computer-readable storage medium
WO2002039198A2 (en) * 2000-11-07 2002-05-16 Schneider Automation Inc. A method and apparatus for an active standby control system on a network
US20080005256A1 (en) * 2005-02-09 2008-01-03 Yoshiaki Shibayama Feedback control device

Patent Citations (4)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
DE19625195A1 (de) * 1996-06-24 1998-01-02 Siemens Ag Synchronisationsverfahren
US20010056304A1 (en) * 2000-04-19 2001-12-27 Kabushiki Kaisha Toshiba Field apparatus control system and computer-readable storage medium
WO2002039198A2 (en) * 2000-11-07 2002-05-16 Schneider Automation Inc. A method and apparatus for an active standby control system on a network
US20080005256A1 (en) * 2005-02-09 2008-01-03 Yoshiaki Shibayama Feedback control device

Non-Patent Citations (1)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Title
GE FANUC: "GE Fanuc makes PACSystems RX3i Controller redundant", 2 June 2009 (2009-06-02), XP002630712, Retrieved from the Internet <URL:http://www.automation.com/content/new-high-availability-technology-continues-ge-fanuc-intelligent-platforms146-pacsystems174-rx3i-controller146s-multi-domain-functionality> [retrieved on 20110330] *

Cited By (1)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
CN109116740A (zh) * 2017-06-23 2019-01-01 美的智慧家居科技有限公司 应用于智能家居的移动装置

Similar Documents

Publication Publication Date Title
US10057353B2 (en) Redundant and selectable gateway and control elements for remote connected thermostats
EP2783260B1 (en) Dynamically adapting to changes in control system topology
JP5081298B2 (ja) 機器管理システム
CA2975809C (en) Automatic addressing of networked nodes
EP2579512B1 (en) Method of assigning identification codes to devices in a network
EP2783262A1 (en) Prioritized controller arbitration
TW201208487A (en) Method for controlling a lighting system, and lighting system
US9310793B2 (en) Data synchronization in a cooperative distributed control system
JP2017539183A (ja) ネットワークシステムにおけるノード障害からの適応回復
BE1020023A5 (nl) Systeem en werkwijze voor het aansturen van producten.
JP6797312B2 (ja) 通信システム、マスタ装置及びスレーブ装置
CN112567590A (zh) 在照明系统中集成插头负载控制器的方法
JP2007078327A (ja) 給湯システム
EP3297257B1 (en) Automatic addressing of networked nodes
JP6938787B2 (ja) 制御・監視信号伝送システムの子局生存確認方式
JP2023019836A (ja) 照明制御システム
TWI634763B (zh) 電力分配單元、電力分配系統及其中繼連網方法
JP6330448B2 (ja) 制御システム、制御装置、および中継装置
JP5518130B2 (ja) 冷凍空調装置
JP5241071B2 (ja) 冷凍空調装置
JP5265039B2 (ja) 冷凍空調装置
BE1023659A1 (nl) Besturingssysteem voor een thuisnetwerk en centraal besturingsapparaat daarin toegepast.

Legal Events

Date Code Title Description
MM Lapsed because of non-payment of the annual fee

Effective date: 20210131