BE1020002A3 - Inbindkaft voor het inbinden van een bundel bladen. - Google Patents

Abstract

Inbindkaft voor het inbinden van een vooraf samengebonden bundel (11) bladen, waarbij de inbindkaft (1) gevormd wordt door een U-vormige rug (2) met een bodem (5) en twee opstaande benen (6-7) en daaraan bevestigde flappen (3-4), daardoor gekenmerkt dat mintens een gedeelte van de binnenzijde (12) van de rug (2) is voorzien van een zelfklevende lijm (10) om de bundel (11) in de rug (2) vast te houden.

Description

Inbindkaft voor het inbinden van een bundel bladen.

De huidige uitvinding heeft betrekking op een inbindkaft voor het inbinden van een bundel bladen.

Men kent reeds verschillende systemen die toelaten om een bundel bladen in te binden in een inbindkaft.

Bij deze systemen wordt gebruik gemaakt van een inbindkaft gevormd door een rug en twee daaraan bevestigde flappen.

Bij een eerste type van systeem is de rug vervaardigd uit staal en is in de rug een smeltlijm aangebracht.

Om dit systeem te kunnen toepassen is een inbindtoestel vereist dat toelaat de rug met de smeltlijm te verwarmen om, bij het inbinden, de smeltlijm vloeibaar te maken, zodat de in te binden bundel met een rand in de vloeibare lijm kan gedrukt worden, waarbij, na het af koelen van de rug, de smeltlijm terug hard wordt, waardoor de bundel stevig in de rug zit vastgekleefd.

Een tweede type systeem gaat uit van een bundel bladen die op voorhand moet voorzien worden van een reeks perforaties langs een rand van de bundel, waarbij voor het inbinden, gebruik gemaakt wordt van een inbindrug met flexibele ringen die door middel van een speciaal daartoe voorzien toestel doorheen de perforaties van de bundel worden aangebracht.

Een voordeel van beide systemen is dat losse bladen kunnen worden ingebonden. Een nadeel is echter dat de gebruiker dient te investeren in speciaal daarvoor ontworpen toestellen, zijnde een verwarmingstoestel voor het eerste systeem, respectievelijk een perforator en een inbindtoestel voor het tweede systeem.

Ook kan het inbinden slechts gebeuren op die plaats waar de gepaste toestellen aanwezig zijn.

Een derde type systeem is bedoeld om een reeds vooraf samengebonden bundel in te binden in een inbindkaft. De in te binden bundel wordt bijvoorbeeld op voorhand langs een rand samengeniet met een klassieke nietmachine.

De uitvinding heeft betrekking op dit laatste type systemen voor het inbinden van een vooraf samengebonden bundel.

Zulk systeem is beschreven in BE 1.017.065 waarbij gebruik gemaakt wordt van een inbindfarde met een U-vormige rug en daaraan bevestigde flappen en waarbij op de binnenzijde van de flappen een kleefstrook is voorzien om de bundel langs de buitenste schutbladen van de bundel in de farde vast te kleven.

Een nadeel van dit systeem is echter dat de lijmstrook steeds duidelijk zichtbaar blijft, wat voor veeleisende gebruikers een probleem is.

Bovendien moet de lijmstrook relatief breed zijn om een voldoende lijmkracht te bekomen die moet beletten dat de lijmstrook van de ingebonden bundel loskomt bij het openen van de farde.

Bijkomend wordt met dit systeem een lijmverbinding bekomen die enkel inwerkt op een buitenste schutblad van de bundel, welk schutblad bijgevolg voldoende sterk moet zijn om er voor de zorgen dat het schutblad niet zou scheuren bij het gebruik van de farde.

De huidige uitvinding heeft tot doel aan één of meerdere van de voornoemde en/of andere nadelen een oplossing te bieden.

Hiertoe betreft de uitvinding een inbindkaft voor het inbinden van een vooraf samengebonden bundel bladen, waarbij de inbindkaft gevormd wordt door een U-vormige rug met een bodem en twee opstaande benen en daaraan bevestigde flappen, waarbij minstens een gedeelte van de binnenzijde van de rug is voorzien van een zelfklevende lijm om de bundel in de rug vast te houden.

Met zulke inbindkaft is het inbinden van een vooraf samengebonden bundel bladen zeer eenvoudig. Het volstaat de in te binden bundel in de rug te duwen tot tegen de zelfklevende lijm.

Buiten alle verwachtingen wordt met zulk inbindelement volgens de uitvinding een zeer sterke binding bekomen, niettegenstaande de vooroordelen die op dat gebied bestaan dat met zelfklevende lijm slechts een beperkte lijmkracht kan worden bekomen.

Wellicht is dit laatste wel waar voor wat betreft los trekkrachten loodrecht op het vlak van een laag zelfklevende lijm, maar is de verdienste van de uitvinder vastgesteld te hebben dat met zulke laag zelfklevende lijm relatief belangrijke schuifkrachten kunnen opgevangen worden en dit te hebben toegepast voor het inbinden van een bundel door middel van dit type lijm en dit zonder noodzaak van bijkomende andere middelen of lijmen om de ingebonden bundel in de kaft vast te houden.

Er is voor het inbinden ook niet echt een aangepast specifiek toestel nodig. Enkel een klassieke nietmachine is nodig die meestal zo wie zo voor handen is en die bovendien niet duur is en weinig plaats in beslag neemt en waar iedereen mee overweg kan, ook zonder een doorgedreven opleiding.

Doordat de bindlijm zich aan de binnenzijde van de rug bevindt is de lijm na het inbinden van een bundel zo goed als onzichtbaar aan de buitenzijde van de kaft.

Nog een voordeel is dat de inbindkaft eenvoudig te fabriceren is.

Nog een ander voordeel is dat de bundel niet wordt beschadigd door het kleven in de inbindkaft en er resten van de kleefstof op de bundel achterblijven wanneer de bundel uit de inbindkaft wordt verwijderd.

Een bijkomend voordeel is dat bij het openen van de inbindkaft met een reeds ingebonden bundel bladen de lijm niet trekt op de buitenste schutbladen van de bundel, waardoor deze hierdoor ook niet beschadigd kunnen worden.

Bij voorkeur is minstens een gedeelte van de binnenzijde van één of van beide benen van de rug voorzien van zelfklevende lijm om een voldoende schuif weer stand op te bouwen tegen het uit de rug verwijderen van de ingebonden bundel.

Volgens een voorkeurdragend kenmerk is de rug minstens deels vervaardigd uit een elastisch verend materiaal, zodat de benen op een reversibele manier uit elkaar en naar elkaar toe kunnen bewogen worden.

Op die manier is het gemakkelijk om een ingebonden bundel zonder beschadigingen uit de inbindkaft te nemen door de benen van de rug uit elkaar te bewegen, waarvoor slechts weinig kracht nodig is gezien de beperkte kleefkracht van de zelfklevende lijm in een richting loofrecht op de laag zelfklevende lijm.

Aldus kan de inbindkaft meerdere malen worden hergebruikt en is het ook mogelijk om een ingebonden bundel in de inbindkaft te herpositioneren indien niet goed bij aanvang.

Om de benen van de rug makkelijk uit elkaar te kunnen bewegen geniet het de voorkeur dat de flappen’ stijve flappen zijn die via een plooilijn scharnierbaar met de rug zijn verbonden.

Om de benen open te plooien worden de stijve flappen langs de voornoemde plooilijnen omgeslagen tot tegen de overeenstemmende benen van de rug en nog iets verder overgeplooid om de benen te openen. De flappen fungeren dan als het ware als een soort hefboom om zonder al te veel moeite de benen van de rug open te trekken om een bundel uit te rug te verwijderen of er in aan te brengen.

Met het inzicht de kenmerken van de uitvinding beter aan te tonen, zijn hierna, als voorbeeld zonder enig beperkend karakter, enkele voorkeurdragende uitvoeringsvormen beschreven van een inbindkaft volgens de uitvinding, met verwijzing naar de bijgaande tekeningen, waarin: figuur 1 schematisch een doorsnede van een inbindkaft volgens de uitvinding weergeeft; figuren 2 en 3 de inbindkaft van figuur 1 weergeven tijdens verschillende stappen bij het bevestigen van de bundel; figuren 4, 5 en 6 drie varianten tonen van een inbindkaft volgens de uitvinding.

In figuur 1 is schematisch een inbindkaft 1 voor het bevestigen van een bundel vooraf samengebonden bladen weergegeven, die hoofdzakelijk is opgebouwd uit een rug 2 en twee flappen 3-4.

In een praktische uitvoeringsvorm van de uitvinding is de rug 2 uit een enigszins elastisch verend materiaal vervaardigd, zoals bijvoorbeeld metaal of een stijve kunststof.

In de weergegeven uitvoeringsvorm is de inbindkaft 1 hoofdzakelijk opgebouwd uit een U-vormige rug 2 met een bodem 5 en twee benen 6-7.

Het is daarbij mogelijk dat beide benen 6-7 evenwijdig zijn aan elkaar of dat zij in rust, zoals weergegeven in figuur 1, vanaf de bodem 5 naar elkaar toe lopen.

In deze uitvoeringsvorm is de afstand A tussen de benen 6-7 ter hoogte van de bodem 5 groter dan de afstand B tussen de benen 6-7 ter hoogte van de uiteinden, één en ander zodanig dat deze uiteinden een smallere gleuf of toevoeropening 8 begrenzen voor de aan te brengen bundel.

In de uitvoeringsvorm van figuur 1 zijn de rug 2 en de flappen 3-4 als een doorlopend geheel gevormd en zijn twee plooilijnen 9 voorzien die de scheiding vormen tussen de rug 2 en de flappen 3-4.

In de meest eenvoudige uitvoeringsvorm wordt deze lijn 9 door een lokaal ingedrukte zone in de inbindkaft 1 gevormd.

Het is in alternatieve uitvoeringsvormen niet uitgesloten dat slechts één van beide flappen 3-4 scharnierbaar verbonden wordt met de rug 2.

Volgens de uitvinding is de inbindkaft 1 voorzien van een zelfklevende lijm 10 die toelaat, na het inbrengen van een vooraf samengebonden bundel bladen 11 in de rug 2, de voornoemde bundel 11 te bevestigen aan de binnenzijde 12 van de rug 2.

In een praktische uitvoeringsvorm is de zelfklevende lijm 10 een drukgevoelige lijm. De lijm 10 bevat bij voorkeur microsferen of elastomere copolymeren.

In de meest voorkeurdragende uitvoeringsvorm zoals weergegeven in figuur 1 bedekt de lijm 10 de volledige of nagenoeg volledige binnenzijde 12 van de rug 2, doch dit is niet strikt noodzakelijk.

In een praktische uitvoeringsvorm van de uitvinding is de lijm 10 voorzien van een verwijderbare afdekfolie 13 die vóór het bevestigen van een bundel 11 in de inbindkaft 1 verwijderd kan worden.

De afmetingen van deze afdekfolie 13 zijn bij voorkeur iets groter dan de afmetingen van de lijmlaag 10, één en ander zodanig dat de folie 13 makkelijk losgetrokken kan worden langs een vrije rand 14.

Het is in andere uitvoeringsvormen ook mogelijk dat de afmetingen van afdekfolie 13 en lijmstrook 10 aan elkaar gelijk zijn.

In een praktische uitvoeringsvorm van de uitvinding strekt de lijm 10 zich over de ganse lengte van de inbindkaft 1 uit.

Bij voorkeur wordt voldoende lijm 10 gebruikt om een voldoende groot kleefoppervlak te bekomen dat het ongewild loskomen of lostrekken van de bundel 11 uit de inbindkaft 1 kan voorkomen.

De voornoemde lijm 10 stelt de gebruiker in staat de bundel 11 stevig te bevestigen in de inbindkaft 1 zonder dat hiervoor nog andere middelen of andere lijmsoorten moeten voorzien worden. Een voorbeeld van een geschikte zelfklevende lijm is bijvoorbeeld de lijm PLASTOFLEX 9058 van ADLEY adhesives®.

De werkwijze voor het inbinden van een bundel van bladen 15 door middel van een inbindkaft 1 volgens de uitvinding is zeer eenvoudig en als volgt.

In een eerste stap worden de in te binden bladen 15 samengebonden door bijvoorbeeld één of meerdere nietjes 16 aan te brengen ter vorming van een samengebonden bundel 11. Het is duidelijk dat de voornoemde nietjes 16 zich liefst nabij de in te binden rand 17 van de bundel 11 bevinden.

In een volgende stap kan de inbindkaft 1 worden opengevouwen en eventueel kunnen de flappen 3-4 langsheen de voorziene plooilijnen 9 worden opengevouwen tot tegen de benen 6-7 van rug. Bij het nog verder openvouwen van de flappen 3-4, zoals weergegeven met de pijlen C in figuur 2, wordt de opening 8 van de rug 2 verder opengetrokken doordat de benen 6-7 uit elkaar worden getrokken.

Zodoende wordt de toevoeropening 8 voor de bundel 11 iets groter gemaakt en kan de bundel 11 makkelijk in de rug 2 worden aangebracht en eventueel volgens de lengterichting van de rug 2 worden verschoven tot de bundel 11 zich op de gewenste positie in de inbindkaft 1 bevindt.

De bundel komt aldus met zijn rand 16 in contact met de lijm 10 op bodem 5.

Bij het lossen van de flappen 3-4 zullen de benen 6-7 van de rug 2 door de elasticiteit terug dicht veren, waardoor de lijm 10 aan de binnenzijde van de benen 6-7 in contact komt met de buitenste schutbladen 18 van de bundel 11.

De bundel 11 is nu stevig ingebonden dank zij vooral de grote schuif weer stand van de lijm 10 op de buitenste schutbladen 18 van de bundel 11 die zich verzet tegen het uittrekken van de bundel in een dwarse richting P zoals weergegeven in figuur 2.

De inbindkaft kan nu worden dichtgeplooid voor opberging zoals weergegeven in figuur 3.

Indien gewenst kan de ingebonden bundel 11 opnieuw uit de inbindkaft 1 worden verwijderd door opnieuw de rug 2 open te plooien door de flappen 3-4 open te plooien zoals hiervoor beschreven naar aanleiding van figuur 2.

Hierdoor komt de lijm 10 op de binnenzijde 12 van de benen 6-7 los van de buitenste schutbladen 18 van de bundel 11, waardoor de voornoemde schuifweerstand wordt weggenomen en de bundel 11 aldus makkelijk zonder veel krachtinspanning kan verwijderd worden.

Hierbij zal enkel de kleefkracht van de lijm 10 op de bodem 5 uitgeoefend op de rand 16 dienen te worden overwonnen die niet groot is aangezien deze kleefkracht werkt in een richting loodrecht op het vlak van de zelfklevende lijmlaag 10.

Hoewel de voornoemde lijm 10 zorgt voor een voldoende stevige bevestiging in de inbindkaft 1, kan de weerstand aan dwarse trekkrachten P bijkomend worden vergroot doordat de nietjes 16 achter de randen van de benen 6-7 blijven steken.

Het is duidelijk dat de uitvinding gebaseerd is op de onverwachte vaststelling dat een lijmstrook van een zachte lijmsoort in feite een anisotrope uitwerking heeft, in die zin dat een af schuif kracht in de richting van pijl P een grote weerstand ondervindt, terwijl een afpelkracht of een aftrekkracht weinig weerstand ondervindt.

In figuur 4 is een alternatieve uitvoeringsvorm van de uitvinding weergegeven waarbij de inbindkaft 1 is opgebouwd uit een U-vormige rug 2 en twee afzonderlijke flappen 3-4, die hoofdzakelijk bestaan uit een stijve drager 19 voorzien van twee bekledingslagen 20-21, respectievelijk een binnenbekleding 20 en een buitenbekleding 21.

In deze uitvoeringsvorm zijn de flappen 3-4 en de rug 2 met elkaar verbonden door middel van een soepele binnen- en buitenbekleding 20-21.

In deze uitvoeringsvorm bevinden de randen 22 van de rug 2 zich op een kleine afstand van de randen 23 van de dragers 19, zodat de scharnierbare plooilijn 9 door de binnenbekleding 18 en buitenbekleding 19 wordt gevormd.

De lijm 10 is in dit geval enkel voorzien op de binnenzijde van beide benen 6-7.

De naar buiten gerichte randen van de lijmlaag 10 zijn voorzien van een afschuining 24 die zorgt voor een conische geleiding van de bundel 11 in de rug 2 en die aldus vermijdt dat de bundel 11 bij het inbrengen in de rug 2 zou botsen op de randen van de lijmlaag 10.

In figuur 5 wordt nog een andere variant getoond van een inbindkaft 1 volgens de uitvinding, bestaand uit een metalen rug 2 en flappen 3-4 uit karton of kunststof of een ander materiaal die met een rand zijn vastgemaakt aan de binnenzijde 12 van de rug 2 en die met deze rand als het ware deel uitmaken van de rug 2. De lijm 10 is in dit geval onrechtstreeks met tussenkomst van een flap 3-4 aangebracht op de binnenzijde van de rug 2.

Ook op de bodem is zelfklevende lijm 10 aangebracht, ditmaal echter als een afzonderlijke strook zonder door te lopen tot in de lijm 10 op de benen 6-7. Elk van de stroken lijm 10 is afzonderlijk voorzien van een afdeklaag 13.

In figuur 6 is nog een andere variant weergegeven van een inbindkaft volgens de uitvinding waarbij in dit geval enkel zelfklevende lijm 10 is voorzien op de bodem 5 van de rug 2, waarbij deze lijm 10 is afgedekt met een afdekfolie 13.

De huidige uitvinding is geenszins beperkt tot de als voorbeeld beschreven en in de figuren weergegeven uitvoeringsvormen, doch een inbindkaft volgens de uitvinding voor het inbinden van een bundel bladen kan in allerlei vormen en afmetingen worden verwezenlijkt zonder buiten het kader van de uitvinding te treden.

Claims (11)

1. 2. Inbindkaft volgens conclusie 1, daardoor gekenmerkt dat zij buiten voornoemde zelfklevende lijm (10) in de rug geen andere lijm of andere middelen bevat om de bundel (11) in de inbindkaft (1) vast te houden.
2. 3. Inbindkaft volgens conclusie 1 of 2, daardoor gekenmerkt dat minstens een gedeelte van de binnenzijde (12) van één of van beide benen (6-7) van de rug (2) voorzien is van zelfklevende lijm (10).
3. 4. Inbindkaft volgens één van de voorgaande conclusies, daardoor gekenmerkt dat de bodem (5) van de rug (2) minstens gedeeltelijk is voorzien van een zelfklevende lijm (10) .
4. 5. Inbindkaft volgens één van de voorgaande conclusies, daardoor gekenmerkt dat de rug (5) over zijn volledige of nagenoeg volledige binnenzijde (12) is voorzien van zelfklevende lijm (10).
5. 6. Inbindkaft volgens één van de voorgaande conclusies, daardoor gekenmerkt dat de zelfklevende lijm (10) is afgedekt met minstens één verwijderbare afdekfolie (13) die, vóór het inbinden van de bundel (11), eerst moet verwijderd worden.
6. 7. Inbindkaft volgens één van de voorgaande conclusies, daardoor gekenmerkt dat de kleefoppervlakte van de lijm (10) voldoende groot is om het ongewild manueel losmaken van de bundel (11) uit de rug (2) te verhinderen door een dwarse schuifkracht (P) uit te oefenen op de bundel (11).
7. 8. Inbindkaft volgens één van de voorgaande conclusies, daardoor gekenmerkt dat de zelfklevende lijm (10) een drukgevoelige lijm is.
8. 9. Inbindkaft volgens één van de voorgaande conclusies, daardoor gekenmerkt dat de zelfklevende lijm (10) microsferen bevat.
9. 10. Inbindkaft volgens één van de voorgaande conclusies, daardoor gekenmerkt dat de zelfklevende lijm (10) elastomere copolymeren bevat.
10. 11. Inbindkaft volgens één van de voorgaande conclusies, daardoor gekenmerkt dat de rug (2) minstens deels vervaardigd is uit een elastisch verend materiaal, zodat de benen op een reversibele manier uit elkaar en naar elkaar toe kunnen bewogen worden.
11. 12. Inbindkaft volgens één van de voorgaande conclusies, daardoor gekenmerkt dat de benen (6-7) van de rug (2) vanaf de bodem (5) schuin naar elkaar toelopen ter vorming van een smalle opening (8) waartussen de bundel (11) kan worden aangebracht. 13. inbindkaft volgens één van de voorgaande conclusies, daardoor gekenmerkt dat de flappen (3—4) stijve flappen zijn die via een plooilijn (9) scharnierbaar met de rug (2) zijn verbonden.