BE1019956A3 - Hakmes met verhardende bekleding. - Google Patents
Hakmes met verhardende bekleding. Download PDFInfo
- Publication number
- BE1019956A3 BE1019956A3 BE2011/0241A BE201100241A BE1019956A3 BE 1019956 A3 BE1019956 A3 BE 1019956A3 BE 2011/0241 A BE2011/0241 A BE 2011/0241A BE 201100241 A BE201100241 A BE 201100241A BE 1019956 A3 BE1019956 A3 BE 1019956A3
- Authority
- BE
- Belgium
- Prior art keywords
- blade
- width
- coating
- transverse
- chopping knife
- Prior art date
Links
Classifications
-
- A—HUMAN NECESSITIES
- A01—AGRICULTURE; FORESTRY; ANIMAL HUSBANDRY; HUNTING; TRAPPING; FISHING
- A01F—PROCESSING OF HARVESTED PRODUCE; HAY OR STRAW PRESSES; DEVICES FOR STORING AGRICULTURAL OR HORTICULTURAL PRODUCE
- A01F12/00—Parts or details of threshing apparatus
- A01F12/40—Arrangements of straw crushers or cutters
-
- A—HUMAN NECESSITIES
- A01—AGRICULTURE; FORESTRY; ANIMAL HUSBANDRY; HUNTING; TRAPPING; FISHING
- A01F—PROCESSING OF HARVESTED PRODUCE; HAY OR STRAW PRESSES; DEVICES FOR STORING AGRICULTURAL OR HORTICULTURAL PRODUCE
- A01F29/00—Cutting apparatus specially adapted for cutting hay, straw or the like
- A01F29/02—Cutting apparatus specially adapted for cutting hay, straw or the like having rotating knives with their cutting edges in a plane perpendicular to their rotational axis
Landscapes
- Life Sciences & Earth Sciences (AREA)
- Environmental Sciences (AREA)
- Knives (AREA)
- Turbine Rotor Nozzle Sealing (AREA)
Abstract
Een hakmes (100,200) voor een landbouwmachine omvat een plaatvormig lemmet (105) met een voorste gebied (120) en een achterste gebied (110). De breedte (d) van de bekleding (140,141) neemt af in een richting (D) van het voorste gebied (120) naar het achterste gebied (110) van het lemmet (105).
Description
Hakmes met verhardende bekleding Toepassingsgebied van de uitvinding
De uitvinding heeft betrekking op het toepassingsgebied van het oogsten van gewassen. Meer in het bijzonder heeft ze betrekking op hakmessen voor maaidorsmachines, bv. voor maïsmaaiborden.
Achtergrond van de uitvinding
Maaidorsmachines zijn landbouwkundige machines voor het oogsten van graangewassen, zoals tarwe, haver, rogge, gerst, maïs, sojabonen en vlas. Graan en stro worden gescheiden in een maaidorsmachine, bv. door de acties van maaien, dorsen en wannen in een enkel operationeel proces te combineren. In een conventionele maaidorsmachine snijdt een maaibord de gewassen en voert deze toe aan een dorstrommel waarop slaglijsten zijn bevestigd. Volgend op het scheidingsproces wordt het afvalstro toegeleverd aan een hakselaar om het stro te versnipperen. Het versnipperd stro kan dan stroomafwaarts van de hakselaar uitgeworpen worden, bv. het kan verspreid worden over het veld. De fundamentele integratie van een hakselaar in de materiaalstroom van een maaidorsmachine is bijvoorbeeld beschreven in US 5501635.
Het materiaal toegeleverd aan de hakselaar kan een soort van normaal droog stro zijn, bijvoorbeeld stro van tarwe, gerst, rogge of haver. Maïs, zonnebloemen en/of andere planten kunnen eveneens versnipperd worden. In gekende strohakselaars zijn verschillende hakmessen op een rotor geplaatst, waarvan de lengteas loodrecht georiënteerd is ten opzichte van de voortbewegingsrichting, en nagenoeg in een horizontaal vlak gelegen is. De hakselaar omvat voorts tegen-messen, die niet roteren, bijvoorbeeld die vast staan met betrekking tot de rotor. De hakmessen worden voorbij de tegen-messen geleid op een bepaalde afstand daarvan, zodanig dat het stro versneden kan worden tussen de hakmessen en de tegen-messen.
Tijdens werking van de hakmessen verslijten de snijkanten, wat kan leiden tot een kwaliteitsverlies van de werking van de hakselaar, een veranderde doorvoer van het stro, verminderde doorvoersnelheden en, in het slechtste geval, het blokkeren van de hakselaar.
Verschillende varianten van hakmessen zijn bekend in de techniek. Bijvoorbeeld, een hakmes kan twee tegenoverliggende snijkanten hebben. Dit heeft het voordeel dat het mes omgekeerd kan worden bij slijtage van de snijkant georiënteerd in de draairichting, zodanig dat ruwweg een verdubbeling van zijn levensduur kan bekomen worden.
Om slijtage te verminderen kunnen snijkanten van de hakmessen verhard worden. In een eerste voorbeeld kan dit uitgevoerd worden door ze te bekleden met een wolfram-carbide of chroom-carbide bekleding. In een ander voorbeeld kunnen hardmetaalplaten, bv. metaal Carbide platen, gelast worden op de snijkant van de hakmessen. Zowel het aanbrengen van een harde laag door bekleding als door lassen doen de prijs van de hakmessen beduidend toenemen, in het bijzonder omwille van de kostprijs van het aan te brengen materiaal.
DE 20 2006 017 540 UI maakt een bekleding voor hakmessen publiek waarin de dikte van de bekleding varieert langs de richting van de snijkant. Door de dikte van de bekleding te doen toenemen naar de kant van het mes waar sneller slijten van de snijzijde verwacht wordt, kan de levensverwachting van het hakmes verhoogd worden. Desalniettemin zijn bij het aanbrengen van een bekleding met variabele dikte complexe en dure productiemethoden betrokken. Voorts is nog steeds meer duur materiaal voor de bekleding nodig.
Samenvatting van de uitvinding
Het is een doelstelling van uitvoeringsvormen overeenkomstig de onderhavige uitvinding om een goed hakmes te voorzien voor een landbouwmachine.
De bovenstaande doelstelling wordt verwezenlijkt door een werkwijze en een apparaat overeenkomstig de onderhavige uitvinding.
Volgens een eerste aspect voorziet de onderhavige uitvinding in een hakmes voor een landbouwmachine. Het hakmes omvat een plaatvormig lemmet met een voorste gebied en een achterste gebied, waarbij het achterste gebied aangepast is om het lemmet aan een lemmethouder te bevestigen. Het voorste gebied omvat tenminste één uitgestrekte snijkant. Het lemmet is in transversale richting afgelijnd door longitudinale zijden. De tenminste één uitgestrekte snijkant is voorzien van een bekleding die zich langs een oppervlak van het lemmet uitstrekt over een breedte loodrecht op een longitudinale zijde. De breedte van de bekleding neemt af in een richting van het voorste gebied naar het achterste gebied van het lemmet.
Het is een voordeel van uitvoeringsvormen van de onderhavige uitvinding dat het voorzien van een bekleding met een afnemende breedte de vereiste hoeveelheid van bekledingsmateriaal vermindert. Dit kan een kostvermindering veroorzaken.
In uitvoeringsvormen van de onderhavige uitvinding kan de breedte van de bekleding continu en monotoon afnemen in de richting van het voorste gebied naar het achterste gebied van het lemmet. Een dergelijke bekleding met een breedte die continu en monotoon afneemt is eenvoudig aan te brengen.
In uitvoeringsvormen van de onderhavige uitvinding kan het voorste gebied een transversale voorzijde omvatten en kan het achterste gebied een transversale achterzijde omvatten. De breedte van de bekleding kan afnemen van een eerste vooraf bepaalde breedte aan de transversale voorzijde naar een tweede vooraf bepaalde breedte op een vooraf bepaalde plaats tussen de transversale voorzijde en de transversale achterzijde. Deze vooraf bepaalde plaats kan afhankelijk zijn van de toepassing van de landbouwmachine, bv. sommige toepassingen kunnen een grotere snijkant van het lemmet vereisen dan andere toepassingen.
In uitvoeringsvormen van de onderhavige uitvinding kan de tweede vooraf bepaalde breedte op een vooraf bepaalde plaats tussen de transversale voorzijde en de transversale achterzijde gelijk zijn aan nul. In dit geval, in het bijzonder als de vorm van het lemmet bijvoorbeeld in wezen rechthoekig is, kan de bekleding een driehoekige vorm hebben. In alternatieve uitvoeringsvormen van de onderhavige uitvinding kan de tweede vooraf bepaalde breedte op een vooraf bepaalde plaats tussen de transversale voorzijde en de transversale achterzijde verschillend zijn van nul.
In andere uitvoeringsvormen van de onderhavige uitvinding kan de breedte van de bekleding stapsgewijs afnemen in de richting van het voorste gebied naar het achterste gebied van het lemmet. In dergelijke uitvoeringsvormen kan het lemmet een transversale voorzijde hebben aan het voorste gebied en een transversale achterzijde aan het achterste gebied, waarbij de bekleding ten minste twee delen kan omvatten, zodanig dat de tenminste twee delen aanliggend kunnen zijn in de richting van de tenminste één snijkant van het lemmet. In uitvoeringsvormen van de onderhavige uitvinding, kan de breedte van elk deel nagenoeg constant zijn, bv. met een breedteverschil niet groter dan 10%, vb. niet groter dan 5%, tussen de grootste en de kleinste breedte van een deel, en kan de breedte van een deel dichter bij de transversale achterzijde van het lemmet kleiner zijn dan de breedte van een deel dichter bij de transversale voorzijde. De bekleding heeft dan een trapvormige vorm, tenminste aan één kant daarvan. In nog andere uitvoeringsvormen, kan de breedte van ieder deel continu en monotoon afnemen. In dergelijke uitvoeringsvormen kan de breedte van een deel gedefinieerd worden als de gemiddelde breedte van dat deel. Ook in deze uitvoeringsvormen kan de breedte van een deel dichter bij de transversale achterzijde van het lemmet kleiner zijn dan de breedte van een deel dichter bij de transversale voorzijde. De bekleding heeft dan een trapvormige vorm, tenminste aan één kant daarvan. Deze uitvoeringsvorm maakt in feite een combinatie van een continu en monotoon afnemende breedte van de bekleding in de richting van het voorste gebied naar het achterste gebied, en een stapsgewijs afnemende breedte van de bekleding.
In uitvoeringsvormen van de onderhavige uitvinding kan de bekleding een verhardende bekleding zijn. Het is een voordeel van uitvoeringsvormen volgens de onderhavige uitvinding dat de verhardende bekleding voorzien op de tenminste één snijkant de levensduur van het lemmet verhoogt. In uitvoeringsvormen van de onderhavige uitvinding kan de bekleding vervaardigd zijn van wolfraam-carbide of chroom-carbide.
In uitvoeringsvormen van de onderhavige uitvinding kan de bekleding een afnemende dikte hebben in een richting van het voorste gebied naar het achterste gebied van het lemmet. De dikte van de bekleding verminderen kan de hoeveelheid vereist bekledingsmateriaal doen afnemen, wat kan voorzien in een drastische kostvermindering, gezien de hoge prijs van de gebruikte bekledingsmaterialen. Door een dikkere bekleding aan de transversale voorzijde dan aan de transversale achterzijde te hebben, is deze aanwezig in zijn optimale hoeveelheid op die plaatsen waar dat het meest nodig is, dus waar het lemmet zonder bekleding het snelst slijtage zou ondergaan.
Volgens een tweede aspect voorziet de onderhavige uitvinding in een werkwijze voor de vervaardiging van een hakmes. De werkwijze omvat het verstrekken van een plaatvormig lemmet met een voorste gebied en een achterste gebied, waarbij het achterste gebied aangepast is om het lemmet aan een lemmethouder te bevestigen en het voorste gebied tenminste één uitgestrekte snijkant omvat, het lemmet in transversale richting afgelijnd zijnde door longitudinale zijden. De werkwijze omvat voorts het aanbrengen van een bekleding op de tenminste één snijkant van het lemmet zodanig dat de bekleding zich langs een oppervlak van het lemmet uitstrekt over een breedte loodrecht op een longitudinale zijde. Het aanbrengen van een bekleding op de tenminste één snijkant volgens uitvoeringsvormen van de onderhavige uitvinding is zodanig dat de breedte van de bekleding afneemt in een richting van het voorste gebied naar het achterste gebied van het lemmet.
Volgens uitvoeringsvormen van de onderhavige uitvinding kan het aanbrengen van een bekleding uitgevoerd worden middels dampafzetting, waarbij de afzetting van de bekleding op het lemmet ingeperkt kan zijn door een masker om een vooraf bepaald breedteprofiel te bekomen, bv. een continu en monotoon afnemend breedteprofiel en/of een stapsgewijs afnemend breedteprofiel.
In uitvoeringsvormen van de onderhavige uitvinding kan het aanbrengen van een bekleding uitgevoerd worden middels opspuiten, bijvoorbeeld thermisch opspuiten. Hier kan opnieuw de afzetting van de bekleding op het lemmet ingeperkt kan worden, bijvoorbeeld door een masker om een vooraf bepaald breedteprofiel te bekomen, bv. een continu en monotoon afnemend breedteprofiel en/of een stapsgewijs afnemend breedteprofiel.
Het is een voordeel van uitvoeringsvormen van de onderhavige uitvinding dat kan voorzien worden in een hakmes met beperkte slijtage.
Het is een voordeel van uitvoeringsvormen van de onderhavige uitvinding dat voorzien kan worden in een hakmes met goede prijs-kwaliteitverhouding.
Het is een voordeel van uitvoeringsvormen van de onderhavige uitvinding dat voorzien kan worden in een hakmes dat gemakkelijk en kostenefficiënt vervaardigd kan worden.
Specifieke en voorkeursdragende aspecten van de uitvinding zijn opgenomen in de aangehechte onafhankelijke en afhankelijke conclusies. Kenmerken van de afhankelijke conclusies kunnen worden gecombineerd met kenmerken van de onafhankelijke conclusies en met kenmerken van andere afhankelijke conclusies zoals aangewezen en niet enkel zoals uitdrukkelijk in de conclusies naar voor gebracht.
Deze en andere aspecten van de uitvinding zullen duidelijk zijn aan de hand van en verhelderd worden met verwijzing naar de hiernavolgende beschreven uitvoeringsvormen.
Korte beschrijving van de figuren FIG. 1 illustreert een hakmes overeenkomstig een uitvoeringsvorm van de onderhavige uitvinding.
FIG. 2 illustreert een hakmes overeenkomstig een tweede uitvoeringsvorm van de onderhavige uitvinding.
FIG. 3A, FIG. 3B en FIG. 3C illustreren vormen van dwarsdoorsneden van het hakmes van FIG. 1, met verschillende plaatsen van een verhardende bekleding volgens uitvoeringsvormen van de onderhavige uitvinding.
FIG. 4 tot FIG. 6 illustreren alternatieve vormen van dwarsdoorsneden van hakmessen overeenkomstig uitvoeringsvormen van de onderhavige uitvinding.
FIG. 7 tot FIG. 9 illustreren lemmetvormen van hakmessen overeenkomstig uitvoeringsvormen van de onderhavige uitvinding.
FIG. 10 en FIG. 11 illustreren een schematisch bovenaanzicht en een schematisch 3D aanzicht van een hakmes zoals in FIG. 1, maar met een afgerond achterste gebied.
De figuren zijn enkel schematisch en niet limiterend. In de figuren kunnen de afmetingen van sommige onderdelen overdreven en niet op schaal zijn voorgesteld voor illustratieve doeleinden.
In de verschillende figuren verwijzen dezelfde referentienummers naar dezelfde of gelijkaardige elementen. Referentienummers in de conclusies mogen niet worden geïnterpreteerd om de beschermingsomvang te beperken.
Gedetailleerde beschrijving van illustratieve uitvoeringsvormen
De huidige uitvinding zal beschreven worden met betrekking tot bijzondere uitvoeringsvormen en met verwijzing naar bepaalde tekeningen, echter de uitvinding wordt daartoe niet beperkt maar is enkel beperkt door de conclusies. De beschreven tekeningen zijn slechts schematisch en niet beperkend. In de tekeningen kunnen voor illustratieve doeleinden de afmetingen van sommige elementen vergroot en niet op schaal getekend zijn. De afmetingen en de relatieve afmetingen komen soms niet overeen met de actuele praktische uitvoering van de uitvinding.
Verder worden de termen eerste, tweede, derde en dergelijke in de beschrijving en in de conclusies gebruikt voor het onderscheiden van gelijkaardige elementen en niet noodzakelijk voor het beschrijven van een volgorde, noch in de tijd, noch in de ruimte, noch in rangorde of op enige andere wijze. Het dient te worden begrepen dat de termen op die manier gebruikt onder geschikte omstandigheden verwisselbaar zijn en dat de uitvoeringsvormen van de uitvinding hierin beschreven geschikt zijn om in andere volgorde te werken dan hierin beschreven of weergegeven.
Bovendien, de termen bovenste, onderste, boven, voor en dergelijke in de beschrijving en de conclusies worden aangewend voor beschrijvingsdoeleinden en niet noodzakelijk om relatieve posities te beschrijven. Het dient te worden begrepen dat de termen die zo aangewend worden onder gegeven omstandigheden onderling kunnen gewisseld worden en dat de uitvoeringsvormen van de uitvinding hierin beschreven ook geschikt zijn om te werken volgens andere oriëntaties dan hierin beschreven of weergegeven.
Het dient opgemerkt te worden dat de term "bevat", zoals gebruikt in de conclusies, niet als beperkt tot de erna beschreven middelen dient geïnterpreteerd te worden; deze term sluit geen andere elementen of stappen uit. Hij is zodoende te interpreteren als het specificeren van de aanwezigheid van de vermelde kenmerken, waarden, stappen of componenten waarnaar verwezen wordt, maar sluit de aanwezigheid of toevoeging van één of meerdere andere kenmerken, waarden, stappen of componenten, of groepen daarvan niet uit. Dus, de omvang van de uitdrukking "een inrichting bevattende middelen A en B" dient niet beperkt te worden tot inrichtingen die slechts uit componenten A en B bestaan. Het betekent dat met betrekking tot de huidige uitvinding, A en B de enige relevante componenten van de inrichting zijn.
Verwijzing doorheen deze specificatie naar "één uitvoeringsvorm" of "een uitvoeringsvorm" betekent dat een specifiek kenmerk, structuur of karakteristiek beschreven in verband met de uitvoeringsvorm is opgenomen in tenminste één uitvoeringsvorm van de onderhavige uitvinding. Dus, voorkomen van de uitdrukkingen "in één uitvoeringsvorm" of "in een uitvoeringsvorm" op diverse plaatsen doorheen deze specificatie hoeven niet noodzakelijk allemaal naar dezelfde uitvoeringsvorm te refereren, maar kunnen dit wel doen. Voorts, de specifieke kenmerken, structuren of karakteristieken kunnen gecombineerd worden op eender welke geschikte manier, zoals duidelijk zou zijn voor een gemiddelde vakman op basis van deze bekendmaking, in één of meerdere uitvoeringsvormen.
Vergelijkbaar dient het geapprecieerd te worden dat in de beschrijving van voorbeeldmatige uitvoeringsvormen van de uitvinding verscheidene kenmerken van de uitvinding soms samen gegroepeerd worden in één enkele uitvoeringsvorm, figuur of beschrijving daarvan met als doel het stroomlijnen van de openbaarmaking en het helpen in het begrijpen van één of meerdere van de verscheidene inventieve aspecten. Deze methode van openbaarmaking dient hoe dan ook niet geïnterpreteerd te worden als een weerspiegeling van een intentie dat de uitvinding meer kenmerken vereist dan expliciet vernoemd in iedere conclusie. Eerder, zoals de volgende conclusies weerspiegelen, inventieve aspecten liggen in minder dan alle kenmerken van één enkele voorafgaande openbaar gemaakte uitvoeringsvorm. Dus, de conclusies volgend op de gedetailleerde beschrijving zijn hierbij expliciet opgenomen in deze gedetailleerde beschrijving, met iedere op zichzelf staande conclusie als een afzonderlijke uitvoeringsvorm van deze uitvinding.
Voorts, terwijl sommige hierin beschreven uitvoeringsvormen sommige, maar niet andere, in andere uitvoeringsvormen inbegrepen kenmerken bevatten, zijn combinaties van kenmerken van verschillende uitvoeringsvormen bedoeld als gelegen binnen de reikwijdte van de uitvinding, en vormen deze verschillende uitvoeringsvormen, zoals zou begrepen worden door de vakman. Bijvoorbeeld, in de volgende conclusies kunnen eender welke van de beschreven uitvoeringsvormen gebruikt worden in eender welke combinatie.
In de hier voorziene beschrijving worden talrijke specifieke details naar voren gebracht. Het is hoe dan ook te begrijpen dat uitvoeringsvormen van de uitvinding kunnen uitgevoerd worden zonder deze specifieke details. In andere gevallen zijn welgekende werkwijzen, structuren en technieken niet in detail getoond om deze beschrijving helder te houden.
In een eerste aspect heeft de onderhavige uitvinding betrekking op een hakmes voor een landbouwmachine, in het bijzonder voor gebruik in een hakselonderdeel van een oogstmachine. Zulke hakselaar kan een vast onderdeel zijn van een oogstmachine, of kan een verwijderbaar onderdeel vormen, bv. een deel van een maaibord voorzetstuk voor een maaidorsmachine. Ter illustratie, hoewel uitvoeringsvormen van de onderhavige uitvinding niet daartoe beperkt zijn, is een voorbeeldmatig hakmes 100 overeenkomstig met het eerste aspect van de onderhavige uitvinding getoond in FIG. 1, en zal het in meer detail hieronder worden beschreven.
Het hakmes 100 omvat een plaatvormig lemmet 105 met een voorste gebied 120 en een achterste gebied 110. Het hakmes 100 kan bijvoorbeeld vervaardigd zijn uit een dunne plaat van metaal, zoals staal, bv. gehard staal, bijvoorbeeld een chroom-vanadium legering, bv. 58 CrV4 of 50 CrV4, een koolstof legering, bv. SAE J403, of bijvoorbeeld een boor legering, bv. 10B38.
Bijvoorbeeld, het lemmet 105 kan een in wezen rechthoekige vorm bezitten, zoals geïllustreerd in FIG. 1 en FIG. 2. Het lemmet 105 kan bijvoorbeeld een breedte W tussen 40 en 60 mm, bijvoorbeeld 50 mm hebben, een hoogte H tussen 170 en 210 mm, bijvoorbeeld 200 mm en een dikte T tussen 3 and 8 mm, bijvoorbeeld 6 mm. Het lemmet 105 kan begrensd zijn door longitudinale zijden 106,107 en door transversale kanten 108,109.
Anderzijds kan het lemmet 105 een veelhoekige vorm hebben. Bijvoorbeeld, het lemmet 105 kan vierhoekig van vorm zijn, bv. een gelijkbenig trapezium, bijvoorbeeld met één transversale kant 108 korter dan de andere transversale kant 109 zoals geïllustreerd in FIG. 7. Het lemmet 105 kan bijvoorbeeld ook een zeshoekige vorm hebben, bv. zoals getoond in FIG. 8.
Het achterste gebied 110 van het lemmet 105 kan aangepast zijn om het lemmet 105 aan een lemmethouder (niet getoond) te bevestigen, bv. een lemmethouder in een hakselonderdeel van een oogstmachine. Meerdere hakmessen kunnen bijvoorbeeld geplaatst zijn aan een nagenoeg horizontale of horizontale staaf zodanig dat de messen zwenkbaar zijn opgesteld. Anderzijds kunnen meerdere hakmessen bevestigd zijn in een hakselonderdeel zodanig dat deze stationair blijven ten opzichte van het hakselonderdeel, bv. om te werken als tegen-messen.
Een gat 130, bv. een geboord gat, met een vooraf bepaalde diameter, bijvoorbeeld een diameter van 18 tot 20 mm, kan bijvoorbeeld voorzien worden in het achterste gebied 110 van het lemmet om toe te laten het lemmet 105 te bevestigen, bv. met een schroef, aan de lemmethouder. Anderzijds, kan het lemmet bijvoorbeeld bevestigd zijn door middel van een sleuf, zoals de sleuf 230 van het hakmes 200 getoond in FIG. 2, die kan passen in een overeenkomstig bevestigingselement van de lemmethouder. Tevens kan het achterste gebied 110 van het lemmet 105 afgerond zijn, bv. de transversale kant 108 van het achterste gebied 110 en de longitudinale zijden 106, 107 kunnen een gladde kromme vormen, zoals geïllustreerd in FIG. 9. Bijgevolg kan het lemmet 105 een vorm bezitten gebaseerd op een veelhoekige vorm zoals hierboven openbaar gemaakt, maar met de transversale kant 108 afgerond in plaats van recht (vergelijk bv. FIG. 9 met FIG. 1). Zulke afgeronde vorm aan de transversale kant verwijderd van de snijkant kan toegepast worden op iedere geschikte vorm van lemmet.
Het voorste gebied 120 omvat tenminste één uitgestrekte snijkant, bijvoorbeeld twee snijkanten 150 en 151. De tenminste één uitgestrekte snijkant is gevormd langs een longitudinale zijde 106, 107 van het lemmet 105. In de uitvoeringsvorm geïllustreerd in FIG. 1 zijn twee snijkanten 150, 151 voorzien, één aan iedere longitudinale zijde 106, 107. Als er in uitvoeringsvormen van de onderhavige uitvinding meer dan één snijkant 150,151 is, dan kan deze veelheid aan snijkanten voorzien zijn op hetzelfde oppervlak van het voorste gebied 120 van het lemmet 105. In alternatieve uitvoeringsvormen kan de veelheid aan snijkanten 150, 151 voorzien zijn aan tegenovergelegen oppervlakken van het voorste gebied 120 van het lemmet 105.
FIG. 3A, FIG. 3B en FIG. 3C illustreren een dwarsdoorsnede van uitvoeringsvormen van het lemmet 105 van FIG. 1. Het lemmet 105 geïllustreerd in dwarsdoorsnede heeft een zeshoekige vorm. Daarenboven is de zeshoekige vorm symmetrisch. Dit is echter niet bedoeld om beperkend te zijn voor de onderhavige uitvinding.
Het lemmet 105 kan, in dwarsdoorsnede ter hoogte van de tenminste één snijkant 150, 151, een trapezium vorm bezitten, zoals geïllustreerd in FIG. 4. Alternatief, kan het lemmet 105, in dwarsdoorsnede ter hoogte van de tenminste één snijkant, een veelhoekige vorm vertonen, bijvoorbeeld zoals in FIG. 5. Het lemmet 105 kan, bijvoorbeeld, in dwarsdoorsnede ter hoogte van de tenminste één snijkant, een vierhoekige vorm met twee paar parallelle zijden vertonen, zoals geïllustreerd in FIG. 6. FIG. 10 en FIG. 11 illustreren een lemmet 105, respectievelijk in bovenaanzicht en 3D aanzicht, dat in dwarsdoorsnede een vorm heeft zoals in FIG. 6, met snijkanten 150,151 en verhardende bekledingen 140,141 aan tegenovergelegen kanten van het lemmet 105.
De vermelde tenminste één uitgestrekte snijkant 150, 151 is voorzien van een bekleding 140, 141 om de snijkant 150, 151 te verharden. De bekleding 140, 141 strekt zich uit van de longitudinale zijde 106, 107 over een breedte d, waarbij de breedte d loodrecht op de longitudinale zijde langs een oppervlak van het lemmet 105 gedefinieerd is. Het is specifiek voor uitvoeringsvormen van de onderhavige uitvinding dat deze breedte d van de bekleding 104,141 afneemt in de richting D van de transversale kant 109 aan het voorste gebied 120 naar de transversale kant 108 aan het achterste gebied 110 van het lemmet 105. Deze bekleding 140, 141 kan bijvoorbeeld aangebracht worden op beide oppervlakken van het lemmet 105, zoals geïllustreerd in FIG. 3A, of kan aangebracht worden op een enkel oppervlak zoals geïllustreerd in FIG. 3B en FIG. 3C. Als een veelvoud aan snijkanten 150,151 voorzien zijn, dan kunnen de bekledingen 140, 141 daarvan aangebracht zijn aan eenzelfde oppervlak van het lemmet 105, zoals bijvoorbeeld in FIG. 3B en in FIG. 4, of op tegenovergelegen oppervlakken van het lemmet 105, zoals bijvoorbeeld in FIG. 3C en in FIG. 6.
Deze bekleding kan bijvoorbeeld een wolfraam-carbide bekleding of een chroom-gebaseerde Carbide bekleding zijn. De bekleding kan van nagenoeg uniforme dikte zijn, bijvoorbeeld meer dan 0,10 mm dikte, bv. 0,15 mm, of meer dan 0,15 mm dikte, bv. 0,20 mm of 0,25 mm, of meer dan 0,25 mm dikte, bv. 0,30 mm, of meer dan 0,30 mm dikte, bv. 0,8 mm. In alternatieve uitvoeringsvormen, kan de dikte van de bekleding afnemen van de transversale voorzijde 109 naar de transversale achterzijde 108. Zulke afname van dikte kan continu verlopen, of kan afnemen in discrete stappen, bv. de bekleding kan een veelheid aan opeenvolgende gebieden omvatten zodanig dat de bekleding in elk gebied een nagenoeg uniforme dikte bezit en de dikte van de bekleding van een gebied dichter bij de transversale achterzijde 108 van het lemmet kleiner is dan de dikte van de bekleding van een gebied dichter bij de transversale voorzijde 109.
In toepassingen waar het hakmes 100 is aangebracht aan een hakselonderdeel van een oogstmachine, bijvoorbeeld zodanig dat het mes kan zwenken of draaien rond een staaf, zal het voorste gebied 120 in het algemeen sterkere krachten moeten weerstaan dan het achterste gebied 110. Daarom helpt het voorzien van een breder bekleed gebied dichter bij de voorzijde, bv. nabij de transversale kant 109, om de levensduur van een hakmes overeenkomstig uitvoeringsvormen van de onderhavige uitvinding te verbeteren.
In uitvoeringsvormen van de onderhavige uitvinding, bijvoorbeeld in het voorbeeldmatig hakmes 100, kan de breedte d van de bekleding 140, 141 continu en monotoon afnemen in de richting van het voorste gebied 120 naar het achterste gebied 110 van het lemmet, zoals aangeduid door pijl D in FIG. 1. Bijvoorbeeld, de breedte d kan lineair afnemen van een vooraf bepaalde breedte aan de voorzijde van het lemmet, om te eindigen in een breedte gelijk aan nul op een vooraf bepaald punt op de tenminste één snijkant 106, 107, tussen de transversale voorzijde 109 en de transversale achterzijde 108 van het lemmet 105. In dit voorbeeld, zou de bekleding 140,141 een in wezen driehoekig profiel vertonen.
In andere uitvoeringsvormen van de onderhavige uitvinding kan de breedte van de bekleding stapsgewijs afnemen in de richting D van de transversale voorzijde 109 aan het voorste gebied 120 naar de transversale achterzijde 108 aan het achterste gebied 110 van het lemmet 105. Bijvoorbeeld, in het hakmes 200, geïllustreerd in FIG. 2, kan de bekleding 140 bestaan uit twee delen, zodanig dat de twee delen aanliggend zijn in de richting D van de tenminste één snijkant 150 van het lemmet 105, waarbij de breedte van ieder deel, dl en d2, nagenoeg constant is, en de breedte dl van het deel dichtst bij het achterste gebied 110 van het lemmet 105 kleiner is dan de breedte d2 van het andere deel. Tevens kunnen meer dan twee delen met verschillende breedtes een bekleding vormen met afnemende breedte. De delen kunnen, maar moeten niet, eenzelfde lengte hebben in longitudinale richting van het lemmet 105. De afname in breedte van de bekleding kan gecombineerd zijn met een afname in dikte zoals hierboven aangegeven.
In een tweede aspect verschaft de uitvinding een werkwijze voor de vervaardiging van een hakmes overeenkomstig uitvoeringsvormen van de onderhavige uitvinding. Een werkwijze overeenkomstig uitvoeringsvormen van de onderhavige uitvinding omvat het aanbrengen van een verhardende bekleding 140, 141 op tenminste één snijkant 150, 151 van een lemmet 105, zodanig dat de bekleding 140, 141 een afnemende breedte heeft in een longitudinale richting van het lemmet 105. Het lemmet 105 bezit een voorste gebied 120 en een achterste gebied 110 in longitudinale richting. Het voorste gebied 120 omvat tenminste één snijkant 150,151 en het achterste gebied 110 omvat een gat 130 om toe te laten het lemmet 105 aan een lemmethouder te bevestigen. De bekleding 140, 141 is aangebracht op de tenminste één snijkant 150, 151 zodanig dat zij een afnemende breedte heeft in de longitudinale richting van het voorste gebied 120 naar het achterste gebied 110, welke de richting is zoals aangeduid door pijl D in FIG. 1 en FIG. 2.
De verhardende bekleding kan gevormd zijn uit chroom-carbide of wolraam-carbide. De verhardende bekleding kan aangebracht worden door middel van afzetting, zoals bijvoorbeeld dampafzetting. Zulke werkwijzen voor dampafzetting kunnen bijvoorbeeld chemische dampafzetting, of fysische dampafzetting, zoals afzetting door verstuiving, zijn. Bijvoorbeeld, een wolfraam kathode, bijvoorbeeld een cilindrische doelkathode, kan gebruikt worden voor opdampen in een omgeving onder lage druk, bv. 10'5 mbar, met bv. een Ar/CH4 gasmengsel voor opdampen. In dit voorbeeld zou het lemmet substraat bijvoorbeeld verhit worden tot 350°C, en de afzetting van de bekleding op het lemmet substraat zou voorts ingeperkt worden door een masker om een vooraf bepaald breedteprofiel te bekomen, bijvoorbeeld een in wezen driehoekige vorm zoals geïllustreerd in FIG. 1.
De verhardende bekleding kan bijvoorbeeld ook aangebracht worden door middel van bekleden door spuiten zoals bijvoorbeeld thermisch spuiten, bv. vlamspuiten of plasmaspuiten. Bijvoorbeeld, het aan te brengen bekledingsmateriaal kan in een plasmastraal, komende van een plasmabrander, geïntroduceerd worden. In deze straal zou het materiaal smelten en voortgestuwd worden naar het lemmet substraat. De gesmolten druppels zouden dan verharden en een afzetting vormen die aan het lemmet substraat kleeft, en de afzetting van de bekleding op het lemmet substraat zou voorts ingeperkt worden door een masker om een vooraf bepaald breedte (d) profiel te bekomen, bijvoorbeeld een in wezen driehoekige vorm zoals geïllustreerd in FIG. 1.
Claims (13)
1. Een hakmes (100, 200) voor een landbouwmachine, waarbij het hakmes (100, 200. een plaatvormig lemmet (105) omvat met een voorste gebied (120) en een achterste gebied (110), waarbij het achterste gebied (110) aangepast is om het lemmet (105) te bevestigen aan een lemmethouder, het voorste gebied (120) ten minste één uitgestrekte snijkant (150, 151) omvat, het lemmet in transversale richting afgelijnd is door longitudinale zijden (106, 107), en de tenminste één uitgestrekte snijkant voorzien is van een bekleding (140, 141) die zich uitstrekt langs een oppervlak van het lemmet (105) over een breedte (d) loodrecht op een longitudinale zijde (106,107), daardoor gekenmerkt dat de breedte (d) van de bekleding (140,141) afneemt in een richting (D) van het voorste gebied (120) naar het achterste gebied (110) van het lemmet (105).
2. Een hakmes (100) volgens conclusie 1, waarbij de breedte (d) van de bekleding (140, 141) continu en monotoon afneemt in de richting (D) van het voorste gebied (120) naar het achterste gebied (110) van het lemmet (105).
3. Een hakmes (100) volgens conclusie 2, waarbij het voorste gebied een transversale voorzijde (109) en het achterste gebied (110) een transversale achterzijde (108) omvat, waarbij de breedte (d) van de bekleding (140, 141) afneemt van een eerste vooraf bepaalde breedte aan de transversale voorzijde (109) naar een tweede vooraf bepaalde breedte op een vooraf bepaalde plaats tussen de transversale voorzijde (109) en de transversale achterzijde (108).
4. Een hakmes (100) volgens conclusie 3, waarbij de tweede vooraf bepaalde breedte op een vooraf bepaalde plaats tussen de transversale voorzijde (109) en de transversale achterzijde (108) gelijk is aan nul.
5. Een hakmes (100) volgens conclusie 3, waarbij de tweede vooraf bepaalde breedte op een vooraf bepaalde plaats tussen de transversale voorzijde (109) en de transversale achterzijde (108) verschilt van nul.
6. Een hakmes (200) volgens één van de voorgaande conclusies, waarbij de breedte (d) van de bekleding (140) stapsgewijs afneemt in de richting (D) van het voorste gebied (12Ö) naar het achterste gebied (110) van het lemmet (105).
7. Een hakmes (200) volgens conclusie 6, waarin het lemmet (105) een transversale voorzijde (109) heeft aan het voorste gebied (120) en een transversale achterzijde (108) aan het achterste gebied (110), waarbij de bekleding (140) tenminste twee delen omvat, zodanig dat de tenminste twee delen aanliggend zijn in de richting van de tenminste één snijkant (150) van het lemmet (105), en de breedte (dl) van een deel dichter bij de transversale achterzijde (108) van het lemmet kleiner is dan de breedte (d2) van een deel dichter bij de transversale voorzijde (109).
8. Een hakmes (100, 200) volgens één van de voorgaande conclusies, waarbij de bekleding een verhardende bekleding is.
9. Een hakmes (100, 200) volgens conclusie 8, waarbij de bekleding vervaardigd is van wolfraam-carbide of chroom-carbide.
10. Een hakmes (100, 200) volgens één van de voorgaande conclusies, waarbij de bekleding (140, 141) een afnemende dikte bezit in een richting (D) van het voorste gebied (120) naar het achterste gebied (110) van het lemmet (105).
11. Een werkwijze voor de vervaardiging van een hakmes (100, 200), omvattende het verschaffen van een plaatvormig lemmet (105) met een voorste gebied (120) en een achterste gebied (110), waarbij het achterste gebied (110) aangepast is voor het bevestigen van het lemmet (105) aan een lemmethouder, het voorste gebied (120) tenminste één uitgestrekte snijkant (150,151) omvat, en het lemmet (105) in transversale richting afgelijnd is door longitudinale zijden (106,107), en het aanbrengen van een bekleding (140,141) op de tenminste één snijkant (150, 151) van het lemmet (105) zodanig dat de bekleding zich uitstrekt langs een oppervlak van het lemmet (105) over een breedte (d) loodrecht op een longitudinale zijde (106,107), daardoor gekenmerkt dat de breedte (d) van de bekleding (140,141) afneemt in een richting (D) van het voorste gebied (120) naar the achterste gebied (110) van het lemmet (105).
12. Een werkwijze volgens conclusie 11, waarbij het aanbrengen van een bekleding (140, 141) uitgevoerd wordt door middel van dampafzetting, en de afzetting van de bekleding (140, 141) op het lemmet (105) ingeperkt wordt door een masker om een vooraf bepaald breedteprofiel (d) te bekomen.
13. Een werkwijze volgens conclusie 11, waarbij het aanbrengen van een bekleding (140,141) uitgevoerd wordt door middel van thermisch spuiten, en de afzetting van de bekleding (140,141) op het lemmet (105) ingeperkt wordt door een masker om een vooraf bepaald breedteprofiel (d) te bekomen.
Priority Applications (6)
Application Number | Priority Date | Filing Date | Title |
---|---|---|---|
BE2011/0241A BE1019956A3 (nl) | 2011-04-26 | 2011-04-26 | Hakmes met verhardende bekleding. |
BR112013021221-7A BR112013021221B1 (pt) | 2011-04-26 | 2012-03-27 | cutelo para máquina agrícola, e método para fabricar um cutelo |
US14/113,606 US10455767B2 (en) | 2011-04-26 | 2012-03-27 | Chopper knife with hardening coating |
CN2012800110015A CN103402352A (zh) | 2011-04-26 | 2012-03-27 | 具有硬涂层的切碎器刀 |
EP12710302.6A EP2701484B1 (en) | 2011-04-26 | 2012-03-27 | Chopper knife with hardening coating |
PCT/EP2012/055410 WO2012146452A1 (en) | 2011-04-26 | 2012-03-27 | Chopper knife with hardening coating |
Applications Claiming Priority (2)
Application Number | Priority Date | Filing Date | Title |
---|---|---|---|
BE2011/0241A BE1019956A3 (nl) | 2011-04-26 | 2011-04-26 | Hakmes met verhardende bekleding. |
BE201100241 | 2011-04-26 |
Publications (1)
Publication Number | Publication Date |
---|---|
BE1019956A3 true BE1019956A3 (nl) | 2013-03-05 |
Family
ID=45876805
Family Applications (1)
Application Number | Title | Priority Date | Filing Date |
---|---|---|---|
BE2011/0241A BE1019956A3 (nl) | 2011-04-26 | 2011-04-26 | Hakmes met verhardende bekleding. |
Country Status (6)
Country | Link |
---|---|
US (1) | US10455767B2 (nl) |
EP (1) | EP2701484B1 (nl) |
CN (1) | CN103402352A (nl) |
BE (1) | BE1019956A3 (nl) |
BR (1) | BR112013021221B1 (nl) |
WO (1) | WO2012146452A1 (nl) |
Families Citing this family (15)
Publication number | Priority date | Publication date | Assignee | Title |
---|---|---|---|---|
US10462963B2 (en) | 2012-03-06 | 2019-11-05 | Kondex Corporation | Laser clad cutting edge for agricultural cutting components |
EP3142476B1 (en) * | 2014-05-12 | 2020-08-12 | Kondex Corporation | Cutting blade with transverse hardened regions |
US9992930B2 (en) * | 2014-05-12 | 2018-06-12 | Kondex Corporation | Slicing disc mower knives |
US20160113202A1 (en) * | 2014-10-24 | 2016-04-28 | Dean Mayerle | Cutting Blade |
US10648051B2 (en) | 2015-04-24 | 2020-05-12 | Kondex Corporation | Reciprocating cutting blade with cladding |
JP6940255B2 (ja) * | 2015-12-25 | 2021-09-22 | 株式会社クボタ | 切断刃およびそれを備える農業機械 |
US10321633B1 (en) * | 2016-11-10 | 2019-06-18 | Ronald J. Kile | Threshing bars with reinforced spikes and cutting blades |
CN106717164A (zh) * | 2016-12-30 | 2017-05-31 | 石家庄市金韧强机械设备有限公司 | 一种旋耕机用刀片 |
FR3061830B1 (fr) * | 2017-01-16 | 2019-07-05 | Forges Gorce | Outil de coupe en metal de type couteau ou marteau mobile en rotation pour le broyage ou le fauchage de vegetaux |
US11172611B2 (en) * | 2018-02-05 | 2021-11-16 | Tritana Intellectual Property Ltd. | Cutting blade |
US11060176B2 (en) | 2019-10-24 | 2021-07-13 | Deere & Company | Cutting blade for an agricultural implement, and method of manufacturing the same |
US11882777B2 (en) | 2020-07-21 | 2024-01-30 | Osmundson Mfg. Co. | Agricultural sweep with wear resistant coating |
AT524298B1 (de) * | 2020-09-21 | 2022-09-15 | Gebrueder Busatis Ges M B H | Schneidelement |
US11647698B2 (en) | 2020-10-07 | 2023-05-16 | Deere & Company | Chopper blade with hard face |
DE102021102361A1 (de) | 2021-02-02 | 2022-08-04 | Deere & Company | Häckselmesser für einen Strohhäcksler |
Citations (5)
Publication number | Priority date | Publication date | Assignee | Title |
---|---|---|---|---|
US2335249A (en) * | 1942-02-06 | 1943-11-30 | Haynes Stellite Co | Knife and method of making same |
EP0829198A1 (de) * | 1996-09-16 | 1998-03-18 | Busatis GmbH | Häckselvorrichtung |
US20050250427A1 (en) * | 2004-05-04 | 2005-11-10 | Freyvogel Robert R | Cutting blade hard-facing method and apparatus |
US20060213342A1 (en) * | 2005-03-22 | 2006-09-28 | Fisher-Barton Llc | Wear resistant cutting blade |
DE202006017540U1 (de) * | 2006-11-17 | 2007-02-22 | Frielinghaus Gmbh | Häckselmesser |
Family Cites Families (4)
Publication number | Priority date | Publication date | Assignee | Title |
---|---|---|---|---|
US4945640A (en) * | 1987-09-03 | 1990-08-07 | Diwakar Garg | Wear resistant coating for sharp-edged tools and the like |
DE4341764C1 (de) | 1993-12-08 | 1995-01-19 | Claas Ohg | Mähdrescher mit Strohhäcksler |
US5617636A (en) * | 1995-06-30 | 1997-04-08 | Taggett; Peter T. | Trail blazing stumpcutter |
AT404471B (de) * | 1997-04-28 | 1998-11-25 | Busatis Gmbh | Hartstoffbeschichtung für messer oder schneiden |
-
2011
- 2011-04-26 BE BE2011/0241A patent/BE1019956A3/nl active
-
2012
- 2012-03-27 US US14/113,606 patent/US10455767B2/en active Active
- 2012-03-27 WO PCT/EP2012/055410 patent/WO2012146452A1/en active Application Filing
- 2012-03-27 BR BR112013021221-7A patent/BR112013021221B1/pt active IP Right Grant
- 2012-03-27 CN CN2012800110015A patent/CN103402352A/zh active Pending
- 2012-03-27 EP EP12710302.6A patent/EP2701484B1/en active Active
Patent Citations (5)
Publication number | Priority date | Publication date | Assignee | Title |
---|---|---|---|---|
US2335249A (en) * | 1942-02-06 | 1943-11-30 | Haynes Stellite Co | Knife and method of making same |
EP0829198A1 (de) * | 1996-09-16 | 1998-03-18 | Busatis GmbH | Häckselvorrichtung |
US20050250427A1 (en) * | 2004-05-04 | 2005-11-10 | Freyvogel Robert R | Cutting blade hard-facing method and apparatus |
US20060213342A1 (en) * | 2005-03-22 | 2006-09-28 | Fisher-Barton Llc | Wear resistant cutting blade |
DE202006017540U1 (de) * | 2006-11-17 | 2007-02-22 | Frielinghaus Gmbh | Häckselmesser |
Also Published As
Publication number | Publication date |
---|---|
EP2701484A1 (en) | 2014-03-05 |
US10455767B2 (en) | 2019-10-29 |
EP2701484B1 (en) | 2015-07-29 |
WO2012146452A1 (en) | 2012-11-01 |
BR112013021221B1 (pt) | 2021-05-04 |
BR112013021221A2 (pt) | 2016-08-23 |
US20140045562A1 (en) | 2014-02-13 |
CN103402352A (zh) | 2013-11-20 |
Similar Documents
Publication | Publication Date | Title |
---|---|---|
BE1019956A3 (nl) | Hakmes met verhardende bekleding. | |
US10462963B2 (en) | Laser clad cutting edge for agricultural cutting components | |
US9717176B2 (en) | Agricultural blades and machine parts with amorphous metal laser cladding | |
US20130233145A1 (en) | Laser Clad Cutting Edge for Agricultural Cutting Components | |
US11172611B2 (en) | Cutting blade | |
US9992930B2 (en) | Slicing disc mower knives | |
CA2916677C (en) | Machine part with laser cladding and method | |
WO2015175421A1 (en) | Cutting blade with transverse hardened regions | |
US20230390956A1 (en) | Knife assembly and cutting system equipped with same | |
CA2957234C (en) | Laser clad cutting edge for agricultural cutting components | |
US11596107B2 (en) | Chopping unit of a forage harvester and shear bar for a chopping unit | |
KR20010072993A (ko) | 주행 웨브의 절단용 블레이드 | |
JP2005125488A (ja) | 材料ウェッブを切断するための切断装置 | |
NL2007270C2 (en) | Reciprocating bread slicer device cutting blade and manufacturing thereof. | |
JP6940255B2 (ja) | 切断刃およびそれを備える農業機械 | |
US20220248607A1 (en) | Containment panel liner for a farm combine | |
CA2961153C (en) | Agricultural blades and machine parts with amorphous metal laser cladding | |
WO2023019349A1 (en) | Cutting blade | |
UA141685U (uk) | Пристрій для грануляції |