BE1019733A4 - Een verbeterde meelopende valbeveiliging door verbeterd vlottend vast ankerpunt, een star vast ankerpunt en een beweeglijk ankerpunt voor veiligheidlijn - Google Patents

Description

EEN VERBETERDE MEELOPENDE VALBEVEILIGING DOOR VERBETERD VLOTTEND VAST ANKERPUNT, EEN STAR VAST ANKERPUNT EN EEN BEWEEGLIJK ANKERPUNT VOOR VEILIGHEIDSLIJN

Domein van de Uitvinding

[0001] De uitvinding betreft een nieuw veiligheidssysteem voor klimmateriaal gebruikt op touwenparcours en avonturenparken, in vaktermen meer bekend als "continuous belay System" of "kontinuierliches Sicherheitssystem". De uitvinding betreft, meer specifiek, een beweeglijk ankerpunt en houders voor veiligheidslijn, om personen van'een inkomende veiligheidslijn aan een vast ankerpunt over te brengen naar een uitgaande veiligheidslijn op hetzelfde vaste ankerpunt zonder dat valgevaar ontstaat.

Situering van het vakgebied

[0002] In gevallen waar valgevaar aanwezig is, is het gebruikelijk, personen door middel van een klimgordel (veiligheidsgordel of veiligheidsharnas) aan een vast ankerpunt te beveiligen. Deze manier beperkt de bewegingsvrijheid, daar enkel een beperkte verticale beweging mogelijk is. Om dit probleem op te lossen is reeds voorgesteld het ankerpunt beweeglijk te maken. De bewegingsvrijheid wordt hierdoor uitgebreid en vindt zijn toepassing in staalconstructies,steigerbouw, bouwwerken, touwenparcours, sportklimmen en klimzalen en zo verder. Bij het gebruik van dergelijke oplossingen, die over langere afstanden gaan, is de aanwezigheid van meerdere vaste het gebruik van dergelijke oplossingen, die over langere afstanden gaan, is de aanwezigheid van meerdere vaste ankerpunten noodzakelijk ter ondersteuning van het beweeglijke ankerpunt. Daaruit ontstaat het probleem dat het beweeglijke ankerpunt maar over een beperkte afstand beweegbaar is tot een vast ankerpunt bereikt wordt. Het is bekend een doorlopende beweging van personen mogelijk te maken (continuous belay). Hiervoor worden rails of kabels gebruikt waarbij de bevestiging van de kabels door klemhulzen gebeurt, zoals in ÜS 5,297,651 A, US 6,488,118, BI en EP 1358912 Al voorgesteld. Deze systemen hebben nadelen. Bij het bereiken van een vast ankerpunt moet het beweeglijke ankerpunt omgezet worden en dient hiervoor een bedieningspersoon aanwezig te zijn.

[0003] Een alternatieve oplossing voor het probleem

wordt in voorstellen volgens DE102006 010 898 Al of DE

102005009946 B3 of AT504458A1 hierdoor opgelost, dat twee beweegbare ankerpunten gebruikt worden, die over twee kabels of touwen van de klimgordel naar het beweeglijke ankerpunt lopen. Beide bevestigingspunten zijn zo uitgevoerd dat enkel één bevestigingselement kan losgehaakt worden en het andere gesloten blijft. Hiermee kan een vast ankerpunt gepasseerd worden zonder dat valgevaar ontstaat. Na het omzetten van beide beweeglijke ankerpunten rond het vaste ankerpunt is een verdere beweging mogelijk (self belay). Dit systeem heeft het nadeel dat twee karabijnhaken en een dubbele verbindingskabel naar de klimgordel mee verplaatst worden, en dat de mogelijkheid van toevallig uithaken van de twee karabijnhaken aanwezig is.

[0004] Een variante op dit systeem wordt voorgesteld in EP1733763 (Al)of nationaal BE1016931 (A4). Hier valt de bedieningspersoon weg en het systeem is modulair; het gebruikt onafhankelijke kabelsecties tussen de ankerpunten. Een nadeel van dit systeem is dat het krimphulzen gebruikt, die niet eenvoudig aan te brengen zijn op grotere hoogte. Een bijkomend nadeel van dit systeem is dat twee horizontale veiligheidslijnen gebruikt worden, die niet even toegankelijk zijn voor volwassenen en kinderen.

[0005] Een goedkopere variante op dit systeem wordt voorgesteld in FR2895268 . Hier valt eveneens de bedieningspersoon weg. Dit systeem gebruikt een beweeglijk ankerpunt met een verticale vaste opening en heeft als voordeel dat geen mechanische delen, zoals bij een karabijnhaak,. moeten geopend en gesloten worden. Dit systeem heeft als nadeel dat de veiligheidslijn door de ankerpunten doorlopend is, en dus moeilijker te plaatsen. Tevens is een doorglijden van de veiligheidslijn door de kabelhouders bij een val enkel verzekerd door kleine schroeven.

[0006] Een verbeterde verankering van de veiligheidslijn in kabelhouders wordt voorgesteld in US 4,143,446 door twee geribde klampen die de veiligheidslijn omspannen. Hier wordt echter geen aanspraak gemaakt omtrent de sterkte van de verbinding ten opzichte van de sterkte van de kabel.

Het is de opdracht van de uitvinding: -slechts één beweeglijk ankerpunt met vaste opening te verplaatsen.

-modulair te zijn.

-eenvoudig te plaatsen.

-ankerpunten te realiseren waarvan de houdkracht de breuksterkte van de veiligheidslijn overtreft.

-een oplossing bieden voor het hoogteverschil tussen kinderen en volwassenen -verticale veiligheidslijnen te integreren met horizontale, -veiligheidslijnen te splitsen en samen te voegen door middel van een wissel voor veiligheidslijn.

-een montagemogelijkheid voor de vaste ankerpunten te bieden die zowel op palen als bomen toepasbaar is.

-een montagemogelijkheid voor de vaste ankerpunten op bomen te bieden die plantgerecht is.

In de volgende beschrijving van de uitvinding, uitvoeringsvormen en octrooiaanspraken worden volgende begrippen gebruikt: deelnemer : een man of vrouw, zowel volwassene als kind.

vast ankerpunt: is een plaats waar kabel of touw naar ondergrond afgesteund wordt. Dit kan zowel aan een steiger,staalconstructie, gebouw, paal of boom zijn.

veiligheidslijn:is een middel met een bepaalde doorsnede, zoals een buis, een stang, een rail of een kabel. De veiligheidslijn kan over meerdere vaste ankerpunten lopen.

beweeglijk ankerpunt: wordt gevormd door bijvoorbeeld een karabijnhaak over een veiligheidslijn karabijnhaak: Een musketon, ook wel karabiner genoemd, is een haak van metaal met een draai- of springsluiting.

klimgordel: Een klimgordel of kortweg gordel wordt gebruikt bij het klimmen en afdalen om een stabiel bevestigingspunt te creëren aan het menselijk lichaam.

lanyard:Is de flexibele verbinding door middel van een touw, kabel of lint tussen het beweeglijke ankerpunt en de veiligheidsgordel. In de uitvinding wordt een deelnemer beveiligd door een klimgordel, lanyard en een beweeglijk ankerpunt 1.

trafiek: het aantal personen die over dezelfde valbeveiliging per uur passeren.

vlottend vast ankerpunt:is een vast ankerpunt waar de uitgang van de veiligheidslijn op het ankerpunt beweeglijk is opgesteld.

star vast ankerpunt: is een vast ankerpunt waar de uitgang van de veiligheidslijn op het ankerpunt vast is opgesteld.

zipline: (tokkelbaan in het Nederlands) is een veiligheidslijn onder een helling die door de deelnemer gebruikt wordt om snel af te dalen waarbij snelheden tot 60km/uur en meer bereikt worden.

Modulair: het veiligheidssysteem gebruikt onafhankelijke kabelsecties tussen de ankerpunten

Samenvatting van de van de uitvinding.

[0007] De uitvinding betreft een nieuw modulair veiligheidssysteem met doorlopende veiligheidslijn 26 , te bedienen op ooghoogte, bestaand uit een beweeglijk ankerpunt in figuur 1 en een nieuw vlottend vast ankerpunt in figuur 4, 5 & 12 en een star vast ankerpunt in figuur 7 & 8 volgens de octrooiaanspraken/conclusies'.

[0008] Het beweeglijke ankerpunt in figuur 1 van de uitvinding heeft de uiterlijke vorm van een karabijnhaak maar met een vaste opening 4 in het horizontale vlak; die toelaat vaste ankerpunten in figuur 4&5&7&8&12 over de vernauwing 17 te passeren, maar vaste opening 4 is te klein om van de veiligheidslijn 26 te komen. De vaste opening 4 bezit een wigvormige opening 3 aan de buitenzijde van het beweeglijke ankerpunt 1 om de toegang te vergemakkelijken en deflektoren 2 aan de binnenzijde van het beweeglijke ankerpunt 1 om het positioneren van de veiligheidslijn 26 ten opzichte van de vaste opening 4 te bemoeilijken.

[0009] Het beweeglijk ankerpunt 1 wordt uitgebreid naar een zelfde beweeglijk ankerpunt in figuur 9 met een add-on(toevoeging) 12 om de deelnemer de mogelijkheid te geven voor een snelle afdaling op een Zipline. Deze Add-on bestaat uit een behuizing 13; voorzien van 2 gelagerde geprofileerde wielen 14 over stalen assen 15.

[0010] Het nieuw vlottend vast ankerpunt in figuur 4 van de uitvinding bestaat uit twee nieuwe, houders voor veiligheidslijn, in detail in figuur 2 & 3, verbonden door een verbindingsbuis 30 en een afstandsbuis 29. Het nieuw vlottend vast ankerpunt is zwevend opgesteld door ten enen dele de beide veiligheidslijnen 26 en ten anderen dele door de verbindingskabel 27 naar de boom of paal 31. Deze zwevende opstelling voorkomt materiaalvermoeiing op de veiligheidslijnen. Tevens wordt verbindingsbuis 30 als handgreep gebruikt. Tevens wordt door deze bevestigingsmethode naar bomen vermeden dat in de boom moet geboord worden; de klemspanning naar de boom wordt door het aanbrengen van een beschermer 32 uit houten latten gelijkmatig verdeeld en zo gering mogelijk gehouden.

[0011] Het nieuw star vast ankerpunt in figuur 7 van de uitvinding bestaat uit twee klemgedeeltes 16 voor de veiligheidslijn 26 gelast in een geplooid frame 5 uit plaatstaal. De dikte van het plaatstaal is de dikte van de vernauwing 17 van figuur 2& 3. Bovenaan het frame 5 is een lip geplooid die de vernauwing 17 vormt voor het bewegen van beweeglijk ankerpunt 1 door de vaste opening 4. Op de plaatsen waar de twee klemgedeeltes 16 ingelast worden kan het beweeglijk ankerpunt 1 niet verwijderd worden. De ruimte 10 tussen de twee klemgedeeltes 16, in- en uitgangsruimte 10 genoemd, bezit een boring waar een beugel 36 kan gemonteerd worden. Als de veiligheidsbeugel 36 is ingeschroefd dan is de in- en uitgang geblokkeerd voor het beweeglijk ankerpunt 1. Als veiligheidsbeugel 36 is verwijderd dient de ruimte 10 zowel als in- en uitgang, of als nooduitgang voor het beweeglijk ankerpunt 1 op de veiligheidslijn 26. Het nieuw star vast ankerpunt in figuur 7 kan op twee manieren bevestigd worden op de boom of paal 31: -bevestiging met draadstangen en moeren door de boom of paal 31 . Deze draadstangen lopen door de bevestigingsgaten 33 in het geplooid frame uit plaatstaal 5.

-bevestiging met kabel, metalen of kunststof strips rond het ankerpunt. Deze kabels of strips lopen door sleufgaten 34 over het geplooid frame uit plaatstaal 5 en rond de boom of paal 31.

[0012] Het nieuw star vast ankerpunt in figuur 8 van de uitvinding is eën dubbele uitvoering van het nieuw star vast ankerpunt in figuur 7. Deze uitvoering laat twee verticale veiligheidslijnen toe op verschillende hoogte voor zowel kinderen als volwassenen.

[0013] De nieuwe houder voor veiligheidslijn in figuur 2 & 3 is onderdeel van het vlottend vast ankerpunt in figuur 4& 5 alsook deels onderdeel van het star vast ankerpunt in figuur 7 & 8 (het klemgedeelte 16). De nieuwe houder voor veiligheidslijn in figuur 2 en figuur 3 bestaat uit volgende gedeeltes: a) het klemgedeelte 16. U-beugels 24 door de boringen 19 en moeren 25 omklemmen de veiligheidskabel 26 op het klemgedeelte 16. Het zaagtandprofiel gevormd door het vlakke gedeelte 20, het drukpunt op de veiligheidslijn 21, de helling 22 en de uitgangsradius 23 en is zo ontworpen dat deze klemmethode sterker is als de breuksterkte van de veiligheidslijn 26.

b) de vernauwing 17: Deze vernauwing is door de vlottende opstelling enkel op trek belast en voldoende sterk om de trekkrachten op de veiligheidslijn 26 te weerstaan, maar voldoende dun om het nieuwe beweeglijke ankerpunt 1 door zijn vaste opening 4 te laten passeren.

c) de beweeglijke verankeringboring 18 naar de boom of paal 31: Door hetzelfde type kabel als de veiligheidslijn 26 wordt door de verankerings-boring 18 de verbinding rond de boom of paal 31 gerealiseerd.

[0014] Deze uitvinding introduceert een verticale meelopende valbeveiliging in figuur 14 door gebruik -te maken van een verticale veiligheidslijn 39 voor het meelopende ankerpunt 1. De verticale veiligheidslijn 39 bestaat . uit verticale steun 40 , een verticale verbindingsstaaf 52 en een gebogen verbindingsstaaf 49. De diameters van de verticale verbindingsstaaf 52 en de gebogen verbindingsstaaf 49 zijn gelijk of groter dan de diameter van de veiligheidslijn 26. De verticale steun 40, in detail in figuur 10, bezit een klemopening 45 waar de verticale verbindingsstaaf 52 en de gebogen verbindingsstaaf 49 in geperst worden. De overgang van het beweeglijke ankerpunt 1 met zijn vaste opening 4 over de verticale steun 40 kan enkel gebeuren over de vernauwing 46. Terug kerend naar figuur 14 wordt de verticale steun 40 door middel van doorboren van de boom of paal 31 met de draadstang 50 en tegenmoer 51 aan de boom of paal 31 bevestigd. De eerste verticale steun 40 wordt vertrekkend vanaf een bodemhoogte van 1000 mm om de 600 mm in verticale lijn stijgend geplaatst. De overgang van de verticale veiligheidslijn 39 naar een horizontale veiligheidslijn 26 wordt verwezenlijkt door een gebogen verbindingsstaaf 49 naar een klemgedeelte 16 van een star vast ankerpunt 38 (zie ook in figuur 7).

[0015] Deze uitvinding introduceert een wissel voor veiligheidslijnen in figuur 19 die het mogelijk maakt, een deelnemer afgezekerd door het beweeglijke ankerpunt 1, komend van een doorlopende veiligheidslijn 26, een keuzemogelijkheid te geven zich beveiligd te bewegen naar één van twee mogelijke veiligheidslijnen 26. Anderzijds kunnen ook twee inkomende veiligheidslijnen 26 samenlopen naar één uitgaande veiligheidslijn 26 op deze wissel.

Door het aanbrengen van een nok 64 op het beweeglijke ankerpunt 1 ( zie figuur 21) kan één uitgang van de wissel selectief gemaakt worden. Dit is nuttig bijvoorbeeld wanneer op één uitgaande veiligheidslijn 26 een zipline is die niet voor kinderen toegankelijk mag zijn. Algemeen dienen deze keuzemogelijkheden met een wissel om het trafiek op de veiligheidslijn 26 te verhogen.

[0016] Volgens figuur 6 wordt een methode voorgesteld om het beweeglijk ankerpunt 1 over het vlottend vast ankerpunt in figuur 4 & 5 te brengen.

[0017] Er wordt een methode voorgesteld om het beweeglijk ankerpunt 1 over het vlottend vast ankerpunt in figuur 12 te brengen.

[0018] Volgens figuur 13 wordt een methode voorgesteld om het beweeglijk ankerpunt 1 over het star vast ankerpunt in figuur 7 & 8 te brengen.

[0019] Volgens figuur 15 wordt een methode voorgesteld om het beweeglijk ankerpunt 1 over de verticale veiligheidslijn 39 uit figuur 14 te brengen.

[0020] Volgens figuur 20 wordt een methode voorgesteld om het beweeglijk ankerpunt 1 over de wissel in figuur 19 te brengen.

Korte Beschrijving van de tekeningen.

[0021] Figuur 1 toont het beweeglijke ankerpunt volgens de uitvinding met zijn deflektoren 2 en wigvormige ingang 3 over de veiligheidskabel 26.

[0022] Figuur 2 toont de nieuwe houder voor veiligheidslijn volgens de uitvinding.

[0023] Figuur 3 toont de nieuwe houder voor veiligheidslijn volgens de uitvinding.

[0024] Figuur 4 toont het nieuw vlottend vast ankerpunt volgens de uitvinding.

[0025] Figuur 5 toont het nieuw vlottend vast ankerpunt volgens de uitvinding.

[0026] Figuur 6 toont de methode om het beweeglijke ankerpunt 1 rond het nieuw vlottend vast ankerpunt in figuur 4 & 5 te brengen.

[0027] Figuur 7 toont het nieuw star vast ankerpunt volgens de uitvinding.

[0028] Figuur 8 toont het nieuwe dubbele star vast ankerpunt volgens de uitvinding.

[0029] Figuur 9 toont het nieuwe beweeglijk ankerpunt met add-on(toevoeging) 12 volgens de uitvinding.

[0030] Figuur 10 toont de nieuwe verticale steun 40 volgens de uitvinding.

[0031] Figuur 11 toont het gedetailleerde zaagtandprofiel van het klemgedeelte 16.

[0032] Figuur 12 toont een vereenvoudigd vlottend vast ankerpunt volgens de uitvinding.

[0033] Figuur 13 toont de methode om het beweeglijke ankerpunt 1 over het star vast ankerpunt in figuur 7 & 8 te brengen.

[0034] Figuur 14 toont de verticale veiligheidslijn 39 gemonteerd op een boom of paal 31.

[0035] Figuur 15 toont de methode om het beweeglijk ankerpunt 1 over de verticale veiligheidslijn 39 te brengen.

[0036] Figuur. 16 toont het star vast ankerpunt 54 van de wissel in figuur 19.

[0037] Figuur, 17. toont de methode om het beweeglijk ankerpunt 1 door het sas van de wissel in figuur 19 te brengen.

[0038] Figuur 18 toont de onderdelen van het sas van de wissel in figuur 19.

[0039] Figuur 19 toont de wissel voor veiligheidslijn.

[0040] Figuur 20 toont de methode om het beweeglijk ankerpunt 1 over de wissel in figuur 19 te brengen.

[0041] Figuur 21 toont het meelopende ankerpunt 1 .

voorzien van een nok om de wissel in figuur 19 selectief te maken.

Gedetailleerde Beschrijving van de uitvinding

[0042] Het nieuwe beweeglijke ankerpunt in figuur 1 heeft de uiterlijke vorm van een karabijnhaak en bezit een sleufopening 6. Door deze sleufopening verbindt de lanyard 7 via de klimgordel tot aan de deelnemer.

Een deelnemer beweegt zich over de veiligheidslijn 26, afgezekerd door een klimgordel, lanyard 7 en het nieuwe beweeglijke ankerpunt 1 van de ene boom of paal 31 naar de volgende. Het nieuwe beweeglijke ankerpunt 1 is voorzien van een vaste opening 4 in het horizontale vlak, die te klein is om van de veiligheidslijn 26 te komen. Met horizontaal wordt bedoeld dat de ligging van de vaste opening 4 volgens de klok op negen of drie uur ligt volgens het aanzicht in figuur 1. Deflektoren 2 aan de binnenzijde van de vaste opening 4 vermijden dat de veiligheidslijn 26 zich voor de vaste opening 4 positioneert. Het beweeglijke ankerpunt in figuur 1 bezit een wigvormige opening 3 aan de buitenzijde van het beweeglijke ankerpunt om de toegang te vergemakkelijken over de vernauwing 17 van de ankerpunten in figuur 4&5&7&8&12 . Het beweeglijke ankerpunt 1 is bij voorkeur uit roestvrij staal plaat die eenvoudig met een lasersnijmachine kan gesneden worden. Het beweeglijk ankerpunt 1 wordt voldoende sterk uitgevoerd om aan de gangbare sterkte-eisen van karabijnhaken te voldoen.

De boringen in 8 dienen ter herkenning van de vaste opening 4 en gewichtsreductie.

[0043] De vernauwing 17 (van de ankerpunten in figuur 4 &5&7&8&12) kan uitgevoerd worden op twee manieren : ten enen dele als bij de beweeglijke houder voor veiligheidslijn in figuur 2 & 3 & 12 waar zij uit massief roestvrij staal is gesneden; ten anderen dele als een. geplooide lip uit plaatstaal in figuur 7 & 8.

[0044] De nieuwe houder voor veiligheidslijn in figuur 2 en figuur 3 bestaat uit volgende gedeeltes : het klemgedeelte 16, de vernauwing 17 en de beweeglijke verankeringsboring 18. De beweeglijke houder voor veiligheidslijn in figuur 2 6 3 wordt bij een vlottend vast ankerpunt in figuur 4 & 5 & 12 toegepast en deels bij het star vast ankerpunt in figuur 7 & 8(enkel het klemgedeelte 16) . Figuur 3 toont het klemgedeelte 16 voorzien van 7x2 boringen 19 voor het plaatsen van ü-beugels 24 en moeren 25 die klemmen op de veiligheidskabel 26. Terugkerend naar figuur 2 ziet men een zaagtandprofiel op het klemgedeelte 16 dat wordt gevormd door het vlakke gedeelte 20, het drukpunt op de veiligheidslijn 21, de helling 22 en de uitgangsradius 23. Dit zaagtandprofiel is gedetailleerd weergegeven in figuur 11, bij wijze van voorbeeld voor een roestvrij staal kabel in AISI 316 van diameter 10 mm met samenstelling 7 x 19. De voorspankracht voor de moeren 25 bedraagt 16 Newtonmeter en wordt met een dynamometer ingesteld.

Het zaagtandprofiel in figuur 11 is zo ontworpen dat als de montage van het klemgedeelte 16 met de U-beugels 24 en moeren 25 over' de veiligheidslijn 26 belast worden tot breuk, er breuk optreedt in de veiligheidslijn 26; met andere woorden: de klemmontage is sterker als de breuksterkte van de veiligheidslijn 26. De uitgangsradius 23 is aanwezig om verharding door vermoeiing, en derhalve mogelijke breuk, van de veiligheidlijn 26 te vermijden. Deze eigenschappen zijn speciaal belangrijk op ziplines die tot 400 meter en langer kunnen zijn. Door deze lengte komt op de nieuwe houder voor veiligheidslijn in figuur 2 & 3 een grote voorspankracht terecht, gevormd door het eigengewicht van de veiligheidslijn 26 en de doorhanging (sag to span ratio) van de veiligheidslijn . 26. De vernauwing 17 is bij het vlottend vast ankerpunt in figuur 4 & 5 & 12 beweeglijk opgesteld. Hierdoor wordt de vernauwing 17 enkel op pure trek belast en is voldoende sterk uitgevoerd om de trekkrachten op de veiligheidslijn 2 6 te weerstaan, maar voldoende dun om het nieuwe beweeglijke ankerpunt 1 door zijn vaste opening 4 te laten passeren. De beweeglijke verankeringsboring 18 laat met speling de verbindingskabel 27 door. Deze kabel is van hetzelfde type als de veiligheidslijn 26. Door de beweeglijke verankeringsboring 18 wordt de verbinding rond de boom of paal 31 gerealiseerd. De verankeringsboring 18 is hier als eenvoudig gat voorgesteld, maar beperkt zich hier niet toe. Eveneens kunnen assen, bouten, scharnieren of laswerk naar beugels gebruikt worden.

[0045] Het nieuw vlottend vast ankerpunt in figuur 4 van de uitvinding bestaat uit twee houders voor veiligheidslijn 28, verbonden door een verbindingsbuis 30 en een afstandsbuis 29. Als voorbeeld van een vast ankerpunt nemen wij een boom 31, met een rondom de schors een bescherming 32 uit hout of kunststof. Bij een paal is een bescherming 32 niet nodig. De bescherming 32 dient om de spankracht van de verbindingskabel 27 om te zetten naar een gelijkmatige belasting en hierdoor het vergroeien van de boom zoveel mogelijk tegen te gaan. De verbindingskabel 27 wordt in een lus of een knoop zoals bijvoorbeeld een mastworp rondom de bescherming 32 gelegd. De verbindingskabel 27 loopt door de beide beweeglijke verankeringsboringen 18 en door de afstandsbuis 29. .De ingaande en uitgaande veiligheidskabels 26 worden op de klemgedeeltes 16 met de U-beugels 24 en moeren 25 gespannen door middel van een momentsleutel. De verbindingsbuis 30 is voldoende klein van diameter om het nieuwe beweeglijke ankerpunt in figuur 1 te laten passeren, maar voldoende groot om te verhinderen dat het beweeglijke ankerpunt 1 kan loskomen. De verbindingsbuis 30 wordt mee geschroefd met de U-beugels 24 en moeren 25 op het klemgedeelte 16. Door de trek op de veiligheidslijnen 26 wordt de verbindingskabel 27 op spanning gehouden. Door de verbindingsbuis 30 en de afstandsbuis 29 worden beide houders voor veiligheidslijn in de juiste hoek gehouden in lijn met beide veiligheidslijnen 26 . De Radii van de verbindingsbuis 30 en de afstandsbuis 29 worden aangepast afhankelijk van de diameter van de boom of paal 31 en de hoek tussen de veiligheidslijnen 26. Het nieuw vlottend vast ankerpunt is zwevend opgesteld door ten enen dele de beide veiligheidsli j nen 26 en ten anderen dele door de verbindingskabel 27 rond de boom of paal 31. Deze zwevende opstelling voorkomt materiaalvermoeiing op de veiligheidslijnen ter hoogte van uitgangsradius 23 van de klemgedeeltes 16. Herhaaldelijk is hier bij een starre opstelling van de kabeluitgang op de uitgangsradius 23 kabelbreuk opgetreden. De verbindingsbuis 30 wordt tevens als handgreep gebruikt terwijl deelnemers het ankerpunt voorbij gaan.

[0046] De methode om personen over te brengen van een inkomende veiligheidslijn 26 naar een uitgaande veiligheidslijn 26 op het vlottende vaste ankerpunt in figuur 4 zonder dat valgevaar ontstaat wordt verduidelijkt in figuur 5. Het nieuwe beweeglijke ankerpunt 1 volgt de richting aangeduid door de pijlen en gaat achtereenvolgens van inkomende veiligheidslijn 26 over het klemgedeelte 16; over de vernauwing 17; over de verbindingsbuis 30; over de vernauwing 17; over het klemgedeelte 16; tot de uitgaande veiligheidslijn 26. Deze methode wordt verder geïllustreerd door figuur 6:

In figuur 6.1 gaat het beweeglijke ankerpunt 1 van de inkomende veiligheidslijn 26 tot aan het klemgedeelte 16 van de inkomende beweeglijke houder voor veiligheidslijn.

In figuur 6.2 gaat het beweeglijke ankerpunt 1 over het klemgedeelte 16 van de inkomende beweeglijke houder voor veiligheidslijn.

In figuur 6.3 gaat het beweeglijke ankerpunt 1 over de vernauwing 17 van de inkomende beweeglijke houder voor veiligheidslijn.

In figuur 6.4 gaat het beweeglijke ankerpunt 1 over de verbindingsbuis 30.

In figuur 6.5 gaat het beweeglijke ankerpunt 1 over de vernauwing 17 van de uitgaande beweeglijke houder voor veiligheidslijn.

In figuur 6.6 gaat het beweeglijke ankerpunt 1 over het klemgedeelte 16 van de uitgaande beweeglijke houder voor veiligheidslijn.

In figuur 6.7 gaat het beweeglijke ankerpunt 1 over de uitgaande veiligheidslijn 26.

[0047] Een vereenvoudigde variante op het vlottend vast ankerpunt in figuur 4 is het vlottende ankerpunt in figuur 12 waar slechts één beweeglijke houder voor veiligheidslijn in figuur 2 & 3 aangewend wordt. Door de beweeglijke verankeringsboring 18 loopt een verbindingskabel 27 rond de boom of paal 31. Deze variante wordt gebruikt op het begin en het einde van de veiligheidslijn 26 op beveiligde plaatsen zoals:de begane grond, een platform of een toren. Deze .variante . vormt de ingang of uitgang van de veiligheidslijn 26.

[0048] De methode om het beweeglijk ankerpunt over het vlottende ankerpunt in figuur 12 is eenvoudig: men schuift het beweeglijk ankerpunt 1 met zijn vaste opening 4 over de vernauwing 17 van houder voor veiligheidslijn in figuur 12; dan over het klemgedeelte 16 tot over de veiligheidslijn 26.

[0049] Het star vast ankerpunt in figuur 7 is een vast ankerpunt waar de in- en uitgang 11 van de veiligheidslijn 2 6 op het ankerpunt vast is opgesteld. Het star vast ankerpunt in figuur 7 van de uitvinding bestaat uit twee klemgedeeltes 16 voor de veiligheidslijn 26 gelast in een geplooid frame 5 uit plaatstaal. De dikte van het plaatstaal is de dikte van de vernauwing 17 van figuur 2 & 3. Bovenaan het frame 5 is een lip geplooid die de vernauwing 17 vormt voor het bewegen van beweeglijk ankerpunt 1. Op de plaatsen waar de twee klemgedeeltes 16 ingelast worden kan het beweeglijk ankerpunt 1 niet verwijderd worden. De ruimte 10 tussen de twee klemgedeeltes 16, in- en uitgangsruimte 10 genoemd, bezit een boring waar een beugel 36 kan gemonteerd worden. Als de veiligheidsbeugel 36 is ingeschroefd dan is de in- en uitgang geblokkeerd voor het beweeglijk ankerpunt 1. Als veiligheidsbeugel 36 is verwijderd dient de ruimte 10 zowel als in- en uitgang, of als nooduitgang voor het beweeglijk ankerpunt 1 op de veiligheidsli jn. Het kan namelijk gebeuren dat ongeoefende deelnemers gered moeten worden. Het nieuw star vast ankerpunt in figuur 7 kan op twee manieren bevestigd worden op de boom of paal 31: -bevestiging met- draadstangen en moeren door geboorde gaten door de boom of paal 31 . Deze draadstangen lopen door de bevestigingsgaten 33 in het geplooid frame uit plaatstaal 5.

-bevestiging met kabel, metalen of kunststof strips rónd het ankerpunt. Deze kabels of strips lopen door sleufgaten 34 over het geplooid frame uit plaatstaal 5 en rond de boom of paal 31. Zowel bomen als palen hebben op de plaats waar het star vast ankerpunt gemonteerd wordt verschillende diameters. Anderzijds is het belangrijk dat de boom of paal 31 zoveel mogelijk de belastingen bij een val kan opnemen. Hiervoor wordt de geplooide hoek tussen twee flenzen 35 en de zichtplaat 63 van het geplooid frame uit plaatstaal 5 aangepast aan de diameter van de boom of paal 31.

[0050] De methode om personen over te brengen van een inkomende veiligheidslijn 26 naar een uitgaande veiligheidslijn 26 op het star vaste ankerpunt in figuur 7 zonder dat valgevaar ontstaat wordt verduidelijkt in figuur 13:

In figuur 13.1 gaat het beweeglijke ankerpunt 1 over de inkomende veiligheidslijn 26.

In figuur 13.2 gaat het beweeglijke ankerpunt 1 over de vernauwing 17 achter het inkomende klemgedeelte 16 van de inkomende veiligheidslijn 26.

In figuur 13.3 gaat het beweeglijke ankerpunt 1 over de vernauwing 17 ter hoogte van de veiligheidsbeugel 36.

In figuur 13.4 gaat het beweeglijke ankerpunt 1 over de vernauwing 17 achter het uitgaande klemgedeelte 16 van de uitgaande veiligheidslijn 26.

In figuur 13.5 gaat het beweeglijke ankerpunt 1 over de uitgaande veiligheidslijn 26.

[0051] Het star vast ankerpunt in figuur 8 is een dubbele uitvoering van het ankerpunt in figuur 7. Alle eigenschappen van het ankerpunt in. figuur 7 treffen toe op dit ankerpunt 8. Door de gebruik te maken van één geplooid frame uit staalplaat 5 van de figuur 7 als de eerste helft en een 180 graden gedraaide uitvoering van het geplooid frame uit staalplaat 5 van de figuur 7 als de andere helft ontstaat een nieuw geplooid dubbel frame uit plaatstaal 37 dat twee veiligheidslijnen verhoogd ten opzichte van mekaar toelaat. De methode voor het overbrengen van het beweeglijk ankerpunt 1 van de inkomende veiligheidslijn 26 naar de uitgaande veilighèidslijn 26 is dezelfde per veiligheidslijn als voor het star vast ankerpunt in figuur 7. Het plaatsen van twee veiligheidslijnen verhoogd ten opzichte van mekaar dient om het hoogteverschil tussen volwassenen en kinderen te compenseren. Kinderen zullen zich met de onderste veiligheidslijn 26 beveiligen; volwassenen zullen zich met de bovenste veiligheidslijn 26 beveiligen. Elke veiligheidslijn beschikt over een eigen veiligheidsbeugel 36 als in- en uitgang en als nooduitgang voor het beweeglijke ankerpunt 1.

[0052] Deze uitvinding introduceert een verticale meelopende valbeveiliging in figuur 14 door gebruik te maken van een verticale veiligheidslijn 39 voor het meelopende ankerpunt 1. De verticale veiligheidslijn 39 bestaat uit verticale steun 40 , een verticale verbindingsstaaf- 52 en een gebogen verbindingsstaaf 49. De diameters van de verticale verbindingsstaaf 52 en de gebogen verbindingsstaaf 49 zijn gelijk of groter dan de diameter van de veiligheidslijn 26. De verticale steun 40, in detail in figuur 10, bezit een klemopening 45 waar de verticale verbindingsstaaf 52 en de gebogen verbindingsstaaf 49 in geperst worden. De overgang van het beweeglijke ankerpunt 1 met zijn vaste opening 4 over de verticale steun 40 kan enkel gebeuren over de vernauwing 46. Terug kerend naar figuur 14 wordt de verticale steun 40 door middel van doorboren van de boom of paal 31 met de draadstang 50 en tegenmoer 51 aan de boom of paal 31 bevestigd. De eerste verticale steun 40 wordt vertrekkend vanaf een bodemhoogte van 1000 mm om de 600 mm in verticale lijn stijgend geplaatst. De overgang van de verticale veiligheidslijn 39 naar een horizontale veiligheidslijn 26 wordt verwezenlijkt door een gebogen verbindingsstaaf 49 naar een klemgedeelte 16 van een vast ankerpunt 38( alsook in figuur 7) . Terugkerend naar figuur 10 wordt de opbouw van de verticale steun 40 verduidelijkt; de klemopening 45 is . voor de verbindingsstaven 49 & 52 een klempassing. De verbindingsstaven 49 & 52 worden bij montage tot het midden van de klemopening 45 geperst. Op deze wijze is er plaats voor een bovenliggende en een onderliggende verbindingsstaaf 52 en vormt het geheel een stevige montage. De afmeting van de verbindingsstaven 49 & 52, alsook de klemopening 45 zijn groter dan de vaste opening 4 van het meelopend ankerpunt 1; hierdoor kan het meelopend ankerpunt 1 niet van de verticale veiligheidslijn 39 en is de deelnemer beveiligd. De vernauwing 46 heeft dezelfde functie als de vernauwing 17 van het vlottend of star vast ankerpunt, namelijk het beweeglijk ankerpunt 1 met zijn vaste opening 4 te laten passeren. Verder is de verticale steun 40, nog steeds in figuur 10, opgebouwd uit een verstevigingsplaat 47; triangelplaat 48 en bodemplaat 41. Constructief vormen de klemopening 45, de vernauwing 46 en de triangelplaat 48 één geheel gevormd uit plaat. Ingelaste moer 42 dient om de verbindingsterkte naar de draadstang 50 te verzekeren.

[0053] De methode om het beweeglijk ankerpunt 1 over de verticale veiligheidslijn 39 te brengen wordt getoond in figuur 15: -In figuur 15.1 wordt het beweeglijk ankerpunt 1 met zijn vaste opening 4 door de vernauwing 4 6 van de onderste verticale steun 40 gebracht.

-In figuur 15.2 wordt het beweeglijk ankerpunt over de onderste verticale steun 40, rond de verticale verbindingsstaaf 52 gebracht, de deelnemer kan door middel van een ladder, touwladder of net die evenwijdig met de verticale veiligheidslijn 39 hangt 600 mm hoger klimmen.

-In figuur 15.3 wordt het beweeglijk ankerpunt 1 door de vernauwing 46 van de tweede verticale steun 40 gebracht.

-In figuur 15.4 wordt het beweeglijk ankerpunt over de tweede. verticale steun 40, rond de verticale verbindingsstaaf 52 gebracht; de deelnemer kan 600 mm hoger klimmen.

-In figuur 15.5 wordt het beweeglijk ankerpunt 1 door de vernauwing 46 van de derde verticale steun 40 gebracht.

-In figuur 15.6 wordt het beweeglijk ankerpunt over de derde verticale steun 40, rond de verticale verbindingsstaaf 52 gebracht; de deelnemer kan 600 mm hoger klimmen.

Deze methode wordt zolang toegepast als er verticale steunen 40 zijn.

[0054] De wissel voor veiligheidslijnen in figuur -19 maakt het mogelijk, een deelnemer afgezekerd door het beweeglijke ankerpunt 1, komend van een doorlopende veiligheidslijn 26, een keuzemogelijkheid te geven zich beveiligd te bewegen naar één van twee mogelijke veiligheidslijnen 26. Anderzijds kunnen ook twee inkomende veiligheidslijnen 26 samenlopen naar één veiligheidslijn 26 op deze wissel.

De wissel voor veiligheidslijn in figuur 19 is samengesteld uit twee starre vaste ankerpunten bevestigd op de boom of paal 31; het eerste star vast ankerpunt 38 is uitgevoerd zoals in figuur 7 uitgezonderd dat één klemgedeelte 16 is weggelaten op de plaats waar de verbindingsbuis voor wissel 55 ingelast wordt; het tweede star vast ankerpunt 54 is een variante op de uitvoering van figuur 7 met een grote frontplaat 57. Het star vast ankerpunt 54 is verbonden met het star vast ankerpunt 38 door middel van een verbindingsbuis voor wissel 55. Het wisselen van veiligheidslijn gebeurt in star vast ankerpunt 54. In figuur 16 is het star vast ankerpunt met frontplaat 54 in detail getekend; het bevat een sasplaat 43, een geleiderplaat met grens 44 en een geleiderplaat met grensovergang 53 gemonteerd op de grote frontplaat 57.

De sasplaat 43 is mobiel opgesteld en kan over een vaste afstand bewegen in het verticale vlak tussen beide geleiderplaten 44 & 53. De geleiderplaat met grens 44 en de geleiderplaat met grensovergang 53 zijn vast gemonteerd op de grote frontplaat 57. Het eigenlijke overschakelen van veiligheidslijn gebeurt in de sasplaat 43 gehouden door beide geleiderplaten 44 & 53. De montage van deze drie platen vormt een sas. In figuur 17 is de werking van het sas vereenvoudigd voorgesteld:

In figuur 17.1 nadert het meelopende ankerpunt 1 in horizontale richting de sasplaat 43.

In figuur 17.2 zit het meelopende ankerpunt 1 in het uitgeholde profièl van de sasplaat 43.

Op dit punt heeft de deelnemer de keuze; ofwel wordt het meelopend ankerpunt 1 verder horizontaal bewogen; ofwel wordt het meelopende ankerpunt 1 verticaal bewogen samen met de sasplaat 43 tussen de geleiderplaten 44 & 53 zoals getoond in figuur 17.3.

In figuur 17.4 wordt de hoogste stand getoond van de sasplaat 43 met het meelopend ankerpunt 1 in de uitgeholde zitting.

Vertrekkend van deze stand kan het meelopend ankerpunt 1 verder in het horizontale vlak bewogen worden over een veiligheidslijn, afgebeeld in figuur 17.5.

In figuur 18 zijn de platen van het sas nogmaals in explosie van de tekening getoond.

-De geleiderplaat met grens 44 heeft onderaan een uitholling 62 die het passeren van het meelopende ankerpunt 1 toelaat, maar is bovenaan recht om te beletten dat het meelopende ankerpunt 1 , in dit geval, enkel naar links kan bewegen; het vormt een grens voor de beweging naar rechts; tevens bezit deze plaat een lange gefreesde sleuf 58; de lengte van deze sleuf bepaalt de maximale verticale verplaatsing van de sasplaat 43.

-De sasplaat 43 heeft een uitgehold profiel dat past met het profiel van het meelopend ankerpunt 1. Als het meelopend ankerpunt 1 in deze zitting aanwezig is, is het onmogelijk het meelopend ankerpunt 1 van de sasplaat 43 te verwijderen door de aanwezigheid van de schijfvorm 56 die groter is dan de vaste opening 4 van het meelopend ankerpunt 1 ; tevens heeft de sasplaat 43 een boring 59 waarin een pen past die loopt door de gefreesde sleuf 58 van de geleiderplaat met grens 44; zodoende wordt de maximale verplaatsing van de sasplaat 43 vastgelegd.

-de geleiderplaat met grensovergang 53 heeft twee rondingen 60 & 61 waarlangs het meelopend ankerpunt 1 kan verplaatst worden; m.a.w. zij vormen een vrije grensovergang voor het beweeglijk ankerpunt 1.

Door het aanbrengen van een nok op het beweeglijke ankerpunt 1 kan één uitgang van de wissel selectief gemaakt worden. Dit wordt getoond in figuur 21. Door de aanwezigheid van nok 64 kan het beweeglijk ankerpunt 1 niet meer door het sas bewogen worden; de ruimte tussen de geleiderplaat met grensovergang 53 en geleiderplaat met grens 44 is te klein om de nok 64 te laten passeren. Dit is nuttig bijvoorbeeld wanneer op één uitgaande veiligheidslijn een zipline aanwezig is die niet voor kinderen toegankelijk mag zijn. Algemeen dienen deze keuzemogelijkheden met een wissel om het trafiek op de veiligheidslijn 26 te verhogen.

[0055] De methode om het beweeglijk ankerpunt 1 over de wissel in figuur 19 te brengen wordt getoond in figuur 20: -In figuur 20.1 wordt het beweeglijk ankerpunt 1 over de inkomende veiligheidslijn 26 naar het star vast ankérpunt met frontplaat 54 bewogen.

-In figuur 20.2 wordt het beweeglijk ankerpunt 1 over het klemgedeelte 16 van het star vast ankerpunt met frontplaat 54 bewogen.

-In figuur 20.3 wordt het beweeglijk ankerpunt 1 tot in de sasplaat 43 bewogen.

-In figuur 20.4 wordt het beweeglijk ankerpunt 1 over de verbindingsbuis voor wissel 55 bewogen.

-In figuur 20.5 wordt het beweeglijk ankerpunt 1 over de verbindingsbuis voor wissel 55 tot aan het star vast ankerpunt 38 bewogen.

-In figuur 20.6 wordt het beweeglijk ankerpunt 1 over het klemgedeelte 16 van het star vast ankerpunt 38 bewogen.

-In figuur 20.7 wordt het beweeglijk ankerpunt 1 over de uitgaande veiligheidslijn 26 bewogen.

Hiermee is één mogelijke weg afgelegd; de andere mogelijkheid wordt hierna beschreven: -In figuur 20.8 wordt het beweeglijk ankerpunt 1 over de inkomende veiligheidslijn 26 naar het star vast ankerpunt met frontplaat 54 bewogen.

-In figuur 20.9 wordt het beweeglijk ankerpunt 1 over het klemgedeelte 16 van het star vast ankerpunt met frontplaat 54 bewogen.

-In figuur 20.10 wordt het beweeglijk ankerpunt 1 tot in de sasplaat 43 bewogen.

-In figuur 20.11 wordt het beweeglijk ankerpunt 1 in het sas verticaal naar boven bewogen.

-In figuur 20.12 heeft het beweeglijk ankerpunt 1 in 'de sasplaat 43 zijn hoogste stand bereikt en staat voor de uitgang.

-In figuur 20.13 wordt het beweeglijk ankerpunt 1 over het uitgaande klemgedeelte 16 van het star vast ankerpunt met frontplaat 54 bewogen.

-In figuur 20.14 wordt het beweeglijk ankerpunt 1 over de uitgaande veiligheidslijn 26 van het star vast ankerpunt met frontplaat 54 bewogen.

De manier van schakelen met het sas in het star vast ankerpunt met frontplaat 54 is als voorbeeld van uitvoering getoond. In dit voorbeeld wordt van rechts naar links bewogen met het beweeglijk ankerpunt 1. Een variante van de wissel is met het beweeglijk ankerpunt 1 van links naar rechts te bewegen door de beide ankerpunten 38 & 54 van plaats te wisselen. De ankerpunten 38 & 54 zijn in figuur 19 zo opgesteld dat de uitgaande veiligheidslijnen 26 ongeveer een hoek van 90° vormen. Een variante van de wissel is de ankerpunten 38 & 54 verder van mekaar op te stellen, wat een hoek tot 180° mogelijk maakt.

[0056] Referentielij st 1 beweeglijk ankerpunt 2 deflektoren 3 wigvormige opening 4 vaste opening 5 geplooid frame uit plaatstaal 6 sleufopening 7 lanyard 8 boringen 9 beweeglijk ankerpunt met add-on 10 in- en uitgangsruimte 11 in- en uitgang 12 add-on(toevoeging) 13 behuizing 14 gelagerde wielen 15 stalen assen 16 klemgedeelte 17 vernauwing 18 beweeglijke verankeringsboring 19 boringen 20 vlakke gedeelte 21 drukpunt op de veiligheidslijn 22 helling 23 uitgangsradius 24 U-beugels 25 moeren 26 veiligheidslijn 27 verbindingskabel 28 houder voor veiligheidslijn 29 afstandsbuis 30 verbindingsbuis 31 boom of paal 32 bescherming 33 bevestigingsgaten 34 sleufgaten 35 flenzen 36 veiligheidsbeugel 37 geplooid dubbel frame uit plaatstaal 38 vast ankerpunt in figuur 7 39 verticale veiligheidslijn 40 verticale steun 41 bodemplaat 42 ingelaste moer 43 sasplaat 44 geleiderplaat met grens 45 klemopening 46 vernauwing 47 verstevigingsplaat 48 triangelplaat 49 gebogen verbindingsstaaf 50 draadstang 51 tegenmoer 52 verticale verbindingsstaaf 53 geleiderplaat met grensovergang 54 star vast ankerpunt met frontplaat 55 verbindingsbuis voor wissel 56 schijfvorm 57 grote frontplaat 58 gefreesde sleuf 59 boring 60 ronding 61 ronding 62 uitholling 63 zichtplaat 64 nok

Claims (16)

1. Een veiligheidssysteem met doorlopende veiligheidslijn (26) waarbij deelnemers, die voor valgevaar moeten beschermd worden en zich over langere afstanden in het horizontale en het verticale vlak kunnen bewegen, bestaand uit : -een beweeglijk ankerpunt in figuur 1 met een vaste opening (4) in het horizontale vlak, verbonden naar de deelnemer met een lanyard (7), te bewegen op ooghoogte over vaste ankerpunten in figuur 4 & 5 & 7 & 8 & 12 & 14 & 19 -een beweeglijk ankerpunt in figuur 9 met een vaste opening (4) in het horizontale vlak, verbonden naar de deelnemer met een lanyard (7), te bewegen op ooghoogte over vaste ankerpunten in figuur 4&5&7&8&12&14&19, voorzien van een toevoeging (12), bestaand uit een behuizing (13); voorzien van 2 gelagerde geprofileerde wielen (14) over stalen assen (15). -een vlottend vast ankerpunt in figuur 12, voorzien van een beweeglijke houder voor veiligheidslijn in figuur 2 & 3 verbonden door een verbindingskabel (27) rond de boom of paal (31) enerzijds; anderzijds in lijn gehouden door de in- of uitgaande veiligheidslijn (26) met het klemgedeelte (16). -een vlottend vast ankerpunt in figuur 4 & 5, voorzien van twee beweeglijke houders voor veiligheidslijn in figuur 2 & 3 verbonden door een verbindingsbuis (30) en een afstandsbuis (29) en verbindingskabel (27) rond de boom of paal (31) enerzijds; anderzijds in lijn gehouden door de in- en uitgaande veiligheidslijnen (26) met het klemgedeelte (16). -een star vast ankerpunt in figuur 7 voorzien van twee klemgedeeltes (16) en een veiligheidsbeugel (36). -een star vast ankerpunt in figuur 8 voorzien van vier klemgedeeltes (16) en twee veiligheidsbeugels (36). -een verticale veiligheidslijn · (39) in figuur 14, gevormd door een verticale steun (40) en een verticale verbindingsstaaf (52) en een gebogen verbindingsstaaf (49). -een wissel voor veiligheidslijn in figuur 19 gevormd door een vast ankerpunt (38), een verbindingsbuis voor wissel (55) en een star.vast ankerpunt met frontplaat (54). daardoor gekenmerkt dat de vaste ankerpunten in figuur 4 & 5&7&8&12&19 een horizontale vernauwing (17) bevatten die toelaat het beweeglijk ankerpunt in figuur 1 & 9 met zijn horizontale vaste opening (4) voorbij het klemgedeelte (16) van de veiligheidslijn (26), over de vernauwing (17) te bewegen, af te zekeren door de aanwezigheid van een verbindingsbuis (30) of een beugel (36) of verbindingsbuis voor wissel (55), en over een volgende vernauwing (17), over een volgend klemgedeelte (16) naar een volgende sectie van de veiligheidsli jn (26) te brengen, genoemde klemgedeelte (16) met een zaagtandprofiel in figuur 11.

2. Een vlottend vast ankerpunt in figuur 4 voorzien van twee beweeglijke houders voor veiligheidslijn in figuur 2 & 3 verbonden door een verbindingsbuis (30) en een afstandsbuis (29) daardoor gekenmerkt dat deze montage vlottend opgehangen is door de verbindingskabel (27) rond de boom of paal (31) en de twee veiligheidslijnen (26); door deze vlottende ophanging een maximale ontlasting tegen kabelbreuk in de veiligheidslijn (26) op de kabeluitgang (23) geboden wordt.

3. Een star vast ankerpunt in figuur 7 met twee ingelaste klemgedeeltes (16) voor veiligheidslijn (26) en een tussenliggende ingeschroefde veiligheidsbeugel (36), daardoor gekenmerkt dat in het geval deze veiligheidsbeugel (36) weg geschroefd wordt, het beweeglijk ankerpunt (1) over de in- en uitgangsruimte (10) kan verwijderd worden; dat op deze manier reddingsoperaties van de deelnemer mogelijk worden aan elk star vast ankerpunt in figuur' 7 van de meelopende valbeveiliging.

4. Een star vast ankerpunt in figuur 8 met een geplooid dubbel frame uit plaatstaal (37); geplooid dubbel frame uit plaatstaal (37) bestaand uit een geplooid frame uit plaatstaal (5) van figuur 7 en een 180° gedraaid geplooid frame uit plaatstaal (5); hierdoor een vast star ankerpunt vormend voor twee veiligheidslijnen (26) van verschillende hoogte, waar elke veiligheidslijn toekomt op twee ingelaste klemgedeeltes (16) en een tussenliggende ingeschroefde veiligheidsbeugel (36), daardoor gekenmerkt dat in het geval deze veiligheidsbeugel (36) weg geschroefd wordt, het beweeglijk ankerpunt (1) over de in- en uitgangsruimte (10) kan verwijderd worden, en dat op deze manier reddingsoperaties van de deelnemer mogelijk worden aan beide veiligheidslijnen (26) van het star vast ankerpunt in figuur 8 van de meelopende valbeveiliging.

5. Een star vast ankerpunt in figuur 8 met een geplooid dubbel frame uit plaatstaal (37); geplooid dubbel frame uit plaatstaal (37) bestaand uit - een- geplooid frame uit plaatstaal (5) van figuur 7 en een 180° gedraaid geplooid frame uit plaatstaal (5); hierdoor een vast star ankerpunt vormend voor twee veiligheidslijnen (26) op verschillende hoogte, daardoor gekenmerkt dat twee veiligheidslijnen (26) verticaal boven mekaar liggen, zodanig dat de onderste veiligheidslijn (26) bereikbaar is voor kinderen en de bovenste veiligheidslijn (26) bereikbaar is voor volwassenen.

6. Een beweeglijk ankerpunt in figuur 9 daardoor gekenmerkt dat het beweeglijk ankerpunt in figuur 9 bestaat uit een beweeglijk ankerpunt in figuur 1 met een add-on(toevoeging)(12); add-on(toevoeging) (12) bestaand uit een behuizing (13); voorzien van 2 gelagerde wielen (14) over stalen assen (15); zodanig dat afdalingen op een zipline mogelijk zijn.

7. Een verticale meelopende valbeveiliging in figuur 14 voor het meelopend ankerpunt (1), verbonden naar de deelnemer met een lanyard (7) met een verticale beveiligingslijn (39), daardoor gekenmerkt dat de verticale beveiligingslijn (39) bestaat uit een verticale steun (40), een verticale . verbindingsstaaf (52) en een gebogen verbindingsstaaf (49); verticale steun (40) die door de boom of paal (31) geschroefd wordt met de draadstang (50) en tegenmoer (51) uit figuur 10; verticale verbindingsstaaf (52) en de gebogen verbindingsstaaf (49) die tot op de helft van de klemopening (45) van de verticale steun (40) geperst worden; zodoende de beveiligingslijn (39) met de boom of paal (31) een starre montage vormt, die de krachten bij een val van een deelnemer opvangen.

8. Een meelopende valbeveiliging met wissel voor veiligheidslijn in figuur 19 gekenmerkt door een star vast ankerpunt (38) met één klemgedeelte (16), een verbindingsbuis voor wissel (55) en een star vast ankerpunt (54) met een grote frontplaat (57) waarop een sas volgens figuur 17 gemonteerd is.

9. Een meelopende valbeveiliging met wissel voor veiligheidslijn volgens aanspraak 8 waarin het sas volgens figuur 17 gevormd wordt door een geleiderplaat met grensovergang (53), een sasplaat (43) en een geleiderplaat met grens (44) daardoor gekenmerkt dat de sasplaat (43) een vaste verticale verplaatsing van het meelopend ankerpunt (1) toelaat; sasplaat (43) tijdens deze verplaatsing het meelopende ankerpunt (1) in zijn geprofileerde opening borgt door een schijfvorm (56).

10. Een meelopende valbeveiliging met wissel voor veiligheidslijn volgens aanspraak 8 waarbij het meelopend ankerpunt in figuur 21 voorzien wordt van een nok (64); gemelde nok een uitstulping vormt waardoor het meelopende ankerpunt in figuur 21 niet meer'in het sas volgens figuur 17 kan verplaatst worden; meelopende ankerpunten 1 volwassenen ter beschikking gesteld worden; meelopende ankerpunten volgens figuur 21 aan kinderen verstrekt worden; aldus een selectieve wissel gecreëerd wordt waar één uitgaande veiligheidslijn (26) niet toegankelijk is voor kinderen.

11. Een klemgedeelte (16) met vorm en afmetingen in figuur 11 dat, in montage met U-beugels (24) en moeren (25) over de veiligheidlijn (26), gekenmerkt is daardoor dat de houdkraçht van deze montage groter is dan de breuksterkte van de veiligheidslijn (26).

12. Een veiligheidssysteem met doorlopende veiligheidslijn volgens aanspraak 1 met een methode in figuur 6 om het beweeglijk ankerpunt (1) over het vlottend vast ankerpunt in figuur 5 & 6 te brengen: Het beweeglijke ankerpunt (1) volgt de richting aangeduid door de pijlen en gaat achtereenvolgens van inkomende veiligheidsli j n (26) over het klemgedeelte (16); over de vernauwing (17); over de verbindingsbuis (30); over de vernauwing (17); over het klemgedeelte (16); tot de uitgaande veiligheidslijn (26).

13. Een veiligheidssysteem met doorlopende veiligheidslijn volgens aanspraak 1 met een methode om het beweeglijk ankerpunt (1) over het vlottend vast ankerpunt in figuur 12 te brengen: -om op de veiligheidsli jn (26) te komen schuift men het beweeglijk ankerpunt (1) met zijn vaste opening (4) over de vernauwing (17) van houder voor veiligheidslijn in figuur 2; dan over het klemgedeelte (16) tot over de veiligheidslijn (26). -om van de veiligheidslijn (26) te komen schuift men het beweeglijk ankerpunt (1) over het klemgedeelte (16); achtereenvolgens met de vaste opening (4) over de vernauwing (17).

14. Een veiligheidssysteem met doorlopende veiligheidslijn volgens aanspraak 1 met een methode in figuur 13 om het beweeglijk ankerpunt (1) over het star vast ankerpunt te brengen in volgende stappen: -over de inkomende veiligheidslijn (26). over de vernauwing (17) achter het inkomende klemgedeelte (16) van de inkomende veiligheidslijn (26). -over de vernauwing (17) ter hoogte van de veiligheidsbeugel (36). -over de vernauwing (17) achter het uitgaande klemgedeelte (16) van de uitgaande veiligheidslijn (26). -over de uitgaande veiligheidslijn (26).

15. Een veiligheidssysteem met doorlopende veiligheidslijn volgens aanspraak 1 met een methode in figuur 15 om het beweeglijk ankerpunt (1) over de verticale veiligheidslijn (39) uit figuur 14 te brengen in volgende stappen: -het beweeglijk ankerpunt (1) wordt met zijn vaste opening (4) door de vernauwing (46) van de onderste verticale steun (40) gebracht. -het beweeglijk ankerpunt (1) wordt over de onderste verticale steun (40), rond de verticale verbindingsstaaf (52) gebracht. - het beweeglijk ankerpunt (1) wordt door de vernauwing (46) van de tweede verticale steun (40) gebracht. het beweeglijk ankerpunt (1) wordt over de tweede verticale steun (40), rond de verticale verbindingsstaaf (52) gebracht. - het beweeglijk ankerpunt (1) wordt door de vernauwing (46) van de derde verticale steun (40) gebracht. -het beweeglijk ankerpunt (1) wordt over de derde verticale steun, rond de verticale verbindingsstaaf (52) gebracht. Deze methode wordt zolang toegepast als er verticale steunen (40) zijn.

16. Een veiligheidssysteem met doorlopende veiligheidslijn volgens aanspraak 1 met een methode in figuur 20 om het beweeglijk ankerpunt (1) over de wissel uit figuur 19 te brengen in volgende stappen: Voor de eerste mogelijke weg: -het beweeglijk ankerpunt (1) wordt over de inkomende veiligheidslijn (26) naar het star vast ankerpunt met frontplaat (54) bewogen. - het beweeglijk ankerpunt (1) wordt over het inkomende klemgedeelte (16) van het star vast ankerpunt met frontplaat (54) bewogen. -het beweeglijk ankerpunt (1) wordt tot in de sasplaat (43) bewogen. het beweeglijk ankerpunt (1) wordt over de verbindingsbuis voor wissel (55) bewogen. -het beweeglijk ankerpunt (1) wordt over de verbindingsbuis voor wissel (55) tot voor het star vast ankerpunt (38) bewogen. -het beweeglijk ankerpunt (1) wordt over het klemgedeelte (16) van het star vast ankerpunt (38) bewogen. -het beweeglijk ankerpunt (1) wordt over de uitgaande veiligheidslijn (26) bewogen. Voor de tweede mogelijke weg: -het beweeglijk ankerpunt (1) wordt over de inkomende veiligheidslijn (26) naar het star vast ankerpunt met frontplaat (54) bewogen. -het beweeglijk ankerpunt (1) wordt over het inkomende klemgedeelte (16) van het star vast ankerpunt met frontplaat (54) bewogen. -het beweeglijk ankerpunt (1) wordt tot in de sasplaat (43) bewogen. -het beweeglijk ankerpunt (1) wordt in het sas verticaal naar boven bewogen. -het beweeglijk ankerpunt (1) bereikt in de sasplaat (43) zijn hoogste stand en staat voor de uitgang. -het beweeglijk ankerpunt (1) wordt over het uitgaande klemgedeelte (16) van het star vast ankerpunt met frontplaat (54) bewogen. -het beweeglijk ankerpunt (1) wordt over de uitgaande veiligheidslijn (26) van het star vast ankerpunt met frontplaat (54) bewogen.