BE1019685A3

BE1019685A3 - SET UP HOMOGENIZER.

Info

Publication number: BE1019685A3
Application number: BE2009/0494A
Authority: BE
Original assignee: Ceuster Marcel De
Priority date: 2009-08-13
Filing date: 2009-08-13
Publication date: 2012-10-02

Abstract

Opzethomogenisator waarbij het geheel door 2 supplementaire veiligheidsaspecten is gekenmerkt: Ten eerste is de stator voorzien van een vernauwing aan het uiteinde, zodanig dat de rotor gedurende het snelle draaien niet door de stator kan passeren. Ten tweede is de rotor voorzien van een supplementaire radiaal/longitudinale bevestigingsgleuf, welke door het draaien en door de viscositeit van de vloeistof zich vastzet op het uitsteeksel van de as, zodat deze longitudinaal niet kan afschuiven van deze as.Set-up homogenizer in which the whole is characterized by 2 supplementary safety aspects: Firstly, the stator is provided with a restriction at the end, such that the rotor cannot pass through the stator during the rapid rotation. Second, the rotor is provided with a supplementary radial / longitudinal mounting slot, which by rotation and by the viscosity of the liquid fixes on the protrusion of the shaft so that it cannot slide longitudinally off this shaft.

Description

Opzethomogenisator.Setup homogenizer.

Deze uitvinding betreft een homogenisator ofwel deeltjesverkleiner voor ofwel suspensies of emulsies, welke in de apotheek gebruikt worden voor magistrale en officinale bereidingen. Deze bestaat uit 2 delen, namelijk een stator en een rotor. Deze homogenisator is, in tegenstelling tot bepaalde ändere, opschroefbaar en afschroefbaar op een bestaande mixer en heeft 2 belangrijke supplementaire veiligheidskenmerken tegenover de andere.This invention relates to a homogenizer or particle reducer for either suspensions or emulsions, which are used in the pharmacy for magistral and officinal preparations. This consists of 2 parts, namely a stator and a rotor. This homogenizer is, unlike some other, screwable and unscrewable on an existing mixer and has 2 important additional safety features compared to the others.

Het nadeel van de bestaande : de kans bestaat dat de rotor door de grote snelheid en trillingen van de as en de mixer los kan geraken en dus wegvliegen. Deze nieuwe uitvinding heeft dit nadeel niet doordat de rotor op 2 manieren beveiligd wordt tegen het afschuiven bij hoge snelheid of door trillingen.The disadvantage of the existing one: there is a chance that the rotor and the mixer can get loose due to the high speed and vibrations and thus fly away. This new invention does not have this disadvantage in that the rotor is protected in 2 ways against shearing at high speed or by vibrations.

Deze homogenisator bestaat uit 2 delen, namelijk een stator (M) en een rotor (N). De stator is het buitenste deel en wordt met een linksdraaiende of rechtsdraaiende schroefdraad (A) , afhankelijk van de draairichting van de mixer opgeschroefd op de vaste, niet-draaiende buitenste huls (P) van de mixer. Deze inwendige schroefdraad (A) in het bovenste deel van de stator (M) is tegengesteld aan de draairichting (J) opdat deze zichzelf bij het'in werking stellen steeds vaster schroeft, zodat deze niet uit zichzelf, eventueel door trillingen zou losdraaien.This homogenizer consists of 2 parts, namely a stator (M) and a rotor (N). The stator is the outer part and is screwed onto the fixed, non-rotating outer sleeve (P) of the mixer with a left-handed or right-handed thread (A), depending on the direction of rotation of the mixer. This internal thread (A) in the upper part of the stator (M) is opposite to the direction of rotation (J) so that it will screw itself more tightly when it is put into operation, so that it does not loosen itself, possibly due to vibrations.

Ongeveer in het midden van deze stator (M) zijn er twee openingen (B) rechtover mekaar, welke de emulsie of de suspensie door de druk van de draaiing van de rotor excentrisch radiaal naar buiten laat ontsnappen, vrij in de vloeistof. De plaats van deze openingen (B) is zo bepaald dat de vloeistof, welke onderaan de stator (M) wordt opgezogen langs de sneldraaiende rotor (N) wordt geperst. Door de viscositeit in de verschillende lagen van de te homogeniseren vloeistof, ontstaat een zeer grote wrijving, ten eerste door het zeer snel draaien van de rotor (N), ten tweede en als voornaamste reden dat de buitendiameter (D) van de rotor (N) enkele honderdsten van een millimeter kleiner is dan de binnenste doormeter (C) van de stator (M) zodat de snel opgezogen en roterende vloeistof door de zeer smalle openblijvende spleet (E) wordt geperst. Zoals hoger gezegd, ontstaan er in de viskeuze suspensie of emulsie grote viscositeitkrachten in de verschillende lagen van de vloeistof. Deze opgezogen vloeistof wordt dus geperst langs de dunne, uiteraard cirkelvormige spleet (E) en alzo worden de vetdeeltjes bij emulsie, of de vaste deeltjes bij een suspensie tot veel kleinere partikels gemaakt.Approximately in the center of this stator (M) there are two openings (B) opposite each other, which allow the emulsion or suspension to escape eccentrically radially outwards due to the pressure of the rotation of the rotor, free in the liquid. The location of these openings (B) is determined in such a way that the liquid which is sucked up at the bottom of the stator (M) is pressed along the fast-rotating rotor (N). Due to the viscosity in the different layers of the liquid to be homogenized, a very large friction is created, firstly by the very fast rotation of the rotor (N), secondly and as the main reason that the outer diameter (D) of the rotor (N ) is several hundredths of a millimeter smaller than the inner diameter (C) of the stator (M) so that the rapidly sucked-up and rotating liquid is pressed through the very narrow gap (E) that remains open. As stated above, large viscosity forces arise in the various layers of the liquid in the viscous suspension or emulsion. This sucked-up liquid is thus pressed along the thin, naturally circular slit (E) and so the fat particles are made into much smaller particles in the case of emulsion, or the solid particles in a suspension.

Onderaan de stator (M), en dit is één van de specifieke verbeteringen van de uitvinding, is de doormeter (F) van de cirkelvormige opening onderaan enkele millimeter kleiner dan de totale doormeter van de cilindrische opening (C) van de stator en bovendien en vooral zeer belangrijk, kleiner dan de doormeter (D) van de rotor (N). Dit heeft het grote veiligheidsvoordeel dat de rotor (N), welke op de draaiende as (O) van de mixer geschoven wordt, onmogelijk van de as (O) van de mixer kan glijden, daar de doormeter (D) van de rotor (N) groter is dan de opening onderaan (F) van de stator (M). Om voldoende vloeistof te kunnen opzuigen in de stator (M) zijn er loodrecht op de onderzijde groeven (G) voorzien in de wand van de stator (M). De suspensie of emulsie wordt dan zowel langs de opening (F), welke dus een kleinere diameter heeft dan de rotor (N), als langs de langsgroeven (G) opgezogen.At the bottom of the stator (M), and this is one of the specific improvements of the invention, the diameter (F) of the circular opening at the bottom is a few millimeters smaller than the total diameter of the cylindrical opening (C) of the stator and furthermore and especially very important, smaller than the diameter (D) of the rotor (N). This has the great safety advantage that the rotor (N), which is slid onto the rotating shaft (O) of the mixer, cannot slide off the shaft (O) of the mixer, since the diameter (D) of the rotor (N) ) is larger than the opening at the bottom (F) of the stator (M). In order to be able to absorb sufficient liquid in the stator (M), grooves (G) are provided in the wall of the stator (M) perpendicular to the underside. The suspension or emulsion is then sucked up both along the opening (F), which thus has a smaller diameter than the rotor (N), and along the longitudinal grooves (G).

Het is dus logisch dat de stator (M) geschroefd wordt op de huls (P), nadat de rotor (N) op de draaiende as (O) van de mixer is bevestigd, een andere volgorde van bevestigen is natuurlijk onmogelijk.It is therefore logical that the stator (M) is screwed onto the sleeve (P) after the rotor (N) has been mounted on the rotating shaft (O) of the mixer, a different order of fixing is of course impossible.

Het tweede deel is de rotor (N) of het draaiende deel. Zie Fig.2. Deze rotor (N) draait dus, bevestigd op de as (O), in het binnenste deel van de stator (M), welke zelf is geschroefd op de buitenste huls (P) van de mixer. Vermits deze rotor (N) wordt geschoven op de binnenste, draaiende as (O) van de mixer, moet deze uit veiligheidsoverwegingen zo vast mogelijk op deze as (O) verankerd zijn, zodat deze uit zichzelf door trillingen of draaien niet kan afschuiven van deze draaiende as (O). Zie Fig.3. Het uiteinde van de sneldraaiende as (O) van de mixer heeft een klein uitsteeksel (H). De rotor (N) heeft bovenaan een kleine uitsparing (I) welke aan het uitsteeksel (H) geschoven wordt. Deze uitsparing (I) in de wand van de rotor (N) heeft als functie dat de rotor (N) dus moet meedraaien met de as (O). Maar een gewone longitudinale uitsparing alleen heeft een heel groot nadeel, doordat de rotor wel radiaal meedraait en dus vastzit op de draaiende as, maar dat ze longitudinaal niet beveiligd is, of met andere woorden dat deze gewoon longitudinaal kan afschuiven van de as (O). Het vernieuwende aan deze rotor (N) is dat deze geen gewone longitudinale inkeping heeft, maar dat deze longitudinale inkeping is uitgebreid met een radiale inkeping (I). Deze inkeping (I) op de rotor (N) is zodanig geplaatst dat na het aanschuiven van de rotor (N) op het uitsteeksel (H) van de draaiende as (O) van de mixer, deze met een kleine radiale beweging zich zowel longitudinaal als radiaal vastzet op dit uitsteeksel (H) van de as (O) van de mixer. Deze radiale inkeping (I) is natuurlijk geplaatst aan die zijde van de longitudinale inkeping, zodat, door de draairichting (J) van de as van de mixer, deze vast klikt in de radiale inkeping. Dit heeft dus als gevolg dat de rotor (N) tijdens het draaien niet van de draaiende as (O) van de mixer kan schuiven, doordat, wegens de draairichting (J) van de mixer, de radiale en longitudinale inkeping (I), door de viscositeit van de emulsie of suspensie, gedrukt wordt tegen het uitsteeksel (H) op de as (O). Om trillingen zoveel mogelijk te vermijden wordt recht tegenover de inkeping (I) van de rotor (N) een weinig metaal weggenomen om alzo het geheel terug in goede balans te brengen. Dit kan gebeuren door enkele kleinere groeven (K) aan te brengen in de rotor, welke bovendien nog als functie hebben, dat deze, indien nodig, naar binnen kunnen gedrukt worden over enkele honderdste millimeter om eventuele slijtage van de doormeter van de as op te vangen. Inderdaad kan op deze manier de doormeter van de rotor (N) zeer licht verkleind worden, zodanig dat er minder speling zit op de rotor op de as.The second part is the rotor (N) or the rotating part. See Fig.2. This rotor (N) thus rotates, fixed on the shaft (O), in the inner part of the stator (M), which itself is screwed onto the outer sleeve (P) of the mixer. Since this rotor (N) is slid on the inner rotating shaft (O) of the mixer, it must be anchored as securely as possible on this shaft (O) for safety reasons, so that it cannot slide off of this by itself due to vibrations or rotations. rotating shaft (O). See Fig.3. The end of the fast rotating shaft (O) of the mixer has a small protrusion (H). The rotor (N) has a small recess (I) at the top, which is slid onto the projection (H). This recess (I) in the wall of the rotor (N) has the function that the rotor (N) must therefore rotate with the shaft (O). But a normal longitudinal recess alone has a very big disadvantage, because the rotor rotates radially and is therefore stuck on the rotating shaft, but that it is not longitudinally secured, or in other words that it can simply slide longitudinally off the shaft (O) . What is innovative about this rotor (N) is that it does not have a normal longitudinal notch, but that this longitudinal notch has been extended with a radial notch (I). This notch (I) on the rotor (N) is positioned in such a way that, after the rotor (N) has been pushed onto the protrusion (H) of the rotating shaft (O) of the mixer, it moves both longitudinally with a small radial movement. as a radial fixation on this protrusion (H) of the shaft (O) of the mixer. This radial notch (I) is of course placed on that side of the longitudinal notch so that, due to the direction of rotation (J) of the mixer shaft, it snaps into the radial notch. As a result, the rotor (N) cannot rotate from the rotating shaft (O) of the mixer during rotation because, due to the rotation direction (J) of the mixer, the radial and longitudinal notch (I) the viscosity of the emulsion or suspension is pressed against the protrusion (H) on the shaft (O). In order to avoid vibrations as much as possible, a little metal is removed opposite the notch (I) of the rotor (N) in order to bring the whole back into good balance. This can be done by providing a few smaller grooves (K) in the rotor, which moreover have the function that, if necessary, they can be pressed inwards over a few hundredth of a millimeter in order to absorb any wear of the shaft diameter gauge. to catch. Indeed, the diameter of the rotor (N) can be reduced very slightly in this way, so that there is less play on the rotor on the shaft.

Zoals hoger reeds aangehaald, moet eerst de rotor (N) bevestigd worden op de as (O) en daarna de stator (M) geschroefd worden op de huls (P).As mentioned above, the rotor (N) must first be attached to the shaft (O) and then the stator (M) must be screwed onto the sleeve (P).

Claims

A mounting homogenizer consisting of a rotor (N) and a stator (M) with longitudinal, vertical grooves (G), of which: a. The stator (M) is secured with an opening of a smaller diameter (F) at the end, then the diameter (D) of the rotor (N), such that this rotor (N) cannot escape from the mixer b. The rotor (N) is secured with a radial notch (I) on top of the longitudinal notch (I) so that it always adheres to the rotating shaft (O) due to the direction of rotation (J) and the viscosity of the liquid. rotor (N) cannot come off the mixer shaft (O) unintentionally.

Mounting homogenizer consisting of a rotor (N) and a stator (M) of claim 1, wherein the longitudinal grooves (G) are arranged obliquely both against and with the direction of rotation of the mixer.

Mounting homogenizer consisting of a rotor (N) and a stator (M) of claims 1 and 2, wherein the straight or oblique grooves (G) are arranged only in the cylindrical side and thus the bottom of the stator (M) is closed is.

A mounting homogenizer consisting of a rotor (N) and a stator (M) of claims 1, 2 and 3, wherein the underside of the stator (M) is perforated

A mounting homogenizer consisting of a rotor (N) and a stator (M) of claim 1, 2, 3 and 4, wherein more than 2 nozzles (B) are present in the side of the stator (M)

A mounting homogenizer consisting of a rotor (N) and a stator (M) of claim 1, 2, 3, 4 and 5, wherein the spray out openings (B) of the stator (M) have a shape other than circular, such as oblique , straight or curved grooves or rectangular openings.

A home homogenizer consisting of a rotor (N) and a stator (M) of claim 1, 2, 3, 4, 5 and 6 wherein the two ends (L) on the rotor (N), which are used for the rotation function of the liquid be expanded with 3 or more units.