BE1019275A3 - CONSTRUCTION UNIT FOR CONSTRUCTION ON A PULLED VEHICLE, AS WELL AS PULLED VEHICLE TO WHICH THIS CONSTRUCTION UNIT IS FITTED. - Google Patents

CONSTRUCTION UNIT FOR CONSTRUCTION ON A PULLED VEHICLE, AS WELL AS PULLED VEHICLE TO WHICH THIS CONSTRUCTION UNIT IS FITTED. Download PDF

Info

Publication number
BE1019275A3
BE1019275A3 BE2010/0221A BE201000221A BE1019275A3 BE 1019275 A3 BE1019275 A3 BE 1019275A3 BE 2010/0221 A BE2010/0221 A BE 2010/0221A BE 201000221 A BE201000221 A BE 201000221A BE 1019275 A3 BE1019275 A3 BE 1019275A3
Authority
BE
Belgium
Prior art keywords
cable
towed vehicle
disc
slewing ring
building unit
Prior art date
Application number
BE2010/0221A
Other languages
Dutch (nl)
Original Assignee
Drive Nv X
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by Drive Nv X filed Critical Drive Nv X
Priority to BE2010/0221A priority Critical patent/BE1019275A3/en
Application granted granted Critical
Publication of BE1019275A3 publication Critical patent/BE1019275A3/en

Links

Classifications

    • BPERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
    • B60VEHICLES IN GENERAL
    • B60DVEHICLE CONNECTIONS
    • B60D1/00Traction couplings; Hitches; Draw-gear; Towing devices
    • B60D1/01Traction couplings or hitches characterised by their type
    • B60D1/02Bolt or shackle-type couplings
    • BPERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
    • B60VEHICLES IN GENERAL
    • B60DVEHICLE CONNECTIONS
    • B60D1/00Traction couplings; Hitches; Draw-gear; Towing devices
    • B60D1/01Traction couplings or hitches characterised by their type
    • B60D1/015Fifth wheel couplings
    • BPERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
    • B62LAND VEHICLES FOR TRAVELLING OTHERWISE THAN ON RAILS
    • B62DMOTOR VEHICLES; TRAILERS
    • B62D13/00Steering specially adapted for trailers
    • B62D13/02Steering specially adapted for trailers for centrally-pivoted axles
    • B62D13/025Steering specially adapted for trailers for centrally-pivoted axles the pivoted movement being initiated by the coupling means between tractor and trailer

Landscapes

  • Engineering & Computer Science (AREA)
  • Transportation (AREA)
  • Mechanical Engineering (AREA)
  • Chemical & Material Sciences (AREA)
  • Combustion & Propulsion (AREA)
  • Vehicle Body Suspensions (AREA)

Abstract

Opbouweenheid voor een getrokken voertuig met : - een draaikrans voorzien van een eerste draaikransgedeelte dat koppelbaar is aan het getrokken voertuig en een daaraan verdraaibaar tweede draaikransgedeelte dat koppelbaar is aan een trekker; - een kabelgeleider met een ondersteuning die koppelbaar is met het getrokken voertuig op een zekere afstand van de draaikrans en die is voorzien van een verticale as waarond een schijfgedeelte verdraaibaar is aangebracht; en, - een telescopische verbindingsstaaf waarvan één uiteinde vast verbonden met het schijfgedeelte en een ander uiteinde scharnierbaar is om een verticale as op het tweede draaikransgedeelte.Construction unit for a towed vehicle comprising: - a turntable provided with a first turntable section which can be coupled to the towed vehicle and a second turntable section which can be rotated thereto and which can be coupled to a tractor; - a cable guide with a support that can be coupled to the towed vehicle at a certain distance from the turntable and which is provided with a vertical shaft around which a disc portion is rotatably arranged; and, - a telescopic connecting rod one end of which is rigidly connected to the disc portion and another end pivotable about a vertical axis on the second slewing ring portion.

Description

Opbouweenheid voor opbouw op een getrokken voertuig, evenals getrokken voertuig waarop zulke opbouweenheid is aangebracht.Mounting unit for mounting on a towed vehicle, as well as a towed vehicle on which such a mounting unit is mounted.

De huidige uitvinding heeft eerst en vooral betrekking op een opbouweenheid voor opbouw op een getrokken voertuig, zoals een oplegger of een aanhangwagen.The present invention first and foremost relates to a mounting unit for mounting on a towed vehicle, such as a trailer or a trailer.

Meer bepaald heeft de huidige uitvinding betrekking op zulke opbouweenheid voor het aansturen van één of meer verdraaibaar gestuurde wielassen van het getrokken voertuig.More specifically, the present invention relates to such a mounting unit for driving one or more rotatably steered wheel axles of the towed vehicle.

Er bestaan volgens de stand van de techniek reeds vele configuraties voor het aansturen van verdraaibare wielassen op een getrokken voertuig, zoals bijvoorbeeld voor het aansturen van verdraaibare wielassen van een oplegger of van een aanhangwagen of dergelijke.There are already many configurations according to the state of the art for controlling rotatable wheel axles on a towed vehicle, such as, for example, for controlling rotatable wheel axles of a semi-trailer or of a trailer or the like.

Het is bijvoorbeeld bekend de verdraaibare wielassen op een getrokken voertuig aan te sturen door middel van een kabelaandrijving die voorzien is van twee ten opzichte van het chassis van de opligger verdraaibare kabelschijven, meer bepaald een eerste kabelschijf die concentrisch rondom een koppeldeel is aangebracht dat bij een oplegger doorgaans gevormd wordt door een zogenaamde king pin, en welke eerste kabelschijf koppelbaar is aan een trekker, en een tweede kabelschijf op een zekere afstand daar vandaan en die gekoppeld is aan een draaikrans van een te sturen verdraaibare wielas.It is known, for example, to control the rotatable wheel axles on a towed vehicle by means of a cable drive which is provided with two cable discs rotatable relative to the chassis of the trailer, more particularly a first cable disc arranged concentrically around a coupling part which is mounted at a The semitrailer is generally formed by a so-called king pin, and which first cable disc can be coupled to a tractor, and a second cable disc at a certain distance therefrom and which is coupled to a turntable of a rotatable wheel axle that can be steered.

Hierbij wordt rondom de beide kabelschijven een kabel gespannen teneinde de verdraaiingen van de kabelschijven aan elkaar te koppelen.A cable is hereby tensioned around the two cable disks in order to couple the rotations of the cable disks together.

Zodoende resulteert een verdraaiing van de trekker ten opzichte van het getrokken voertuig in een verdraaiing van de eerste kabelschijf ten opzichte van het getrokken voertuig en, door de koppeling via de kabel, tevens in een verdraaiing van de tweede kabelschi jf en dus ook van de gestuurde wielas ten opzichte van het getrokken voertuig.Thus, a rotation of the tractor relative to the towed vehicle results in a rotation of the first cable disc relative to the towed vehicle and, through the coupling via the cable, also in a rotation of the second cable duct and thus also of the steered wheel axle in relation to the towed vehicle.

Een nadeel van deze bekende configuraties is dat ze moeilijk te ontwerpen en te installeren zijn, aangezien er weinig ruimte voorhanden is voor het plaatsen van het gedeelte van de kabelaandrijving ter hoogte van het voornoemde koppeldeel voor koppeling van het getrokken voertuig aan een trekker.A disadvantage of these known configurations is that they are difficult to design and install, since there is little space available for placing the part of the cable drive at the level of the aforementioned coupling part for coupling the towed vehicle to a tractor.

In het geval van een oplegger, waarbij het voornoemde koppeldeel gevormd wordt door een zogenaamde king pin, rust de oplegger immers op de trekker ter plaatse van de king pin.In the case of a trailer, where the aforementioned coupling part is formed by a so-called king pin, the trailer rests on the tractor at the location of the king pin.

Bovendien is er in zulk geval een substantieel niveauverschil tussen de onderzijde van het chassis aan de voorzijde van de oplegger waar de king pin zich bevindt en de onderzijde van het chassis ter plaatse van de ophanging van de wielen.Moreover, in such a case there is a substantial difference in level between the underside of the chassis at the front of the trailer where the king pin is located and the underside of the chassis at the location of the suspension of the wheels.

Dit niveauverschil is moeilijk te overbruggen bij een configuratie met kabelaandrijving, aangezien de voornoemde kabelschijven en de kabel die de kabelschijven koppelt uiteraard best in eenzelfde horizontaal vlak zijn gelegen.This difference in level is difficult to bridge in a cable-driven configuration, since the aforementioned cable discs and the cable connecting the cable discs are of course best located in the same horizontal plane.

De installatie van zulke kabelaandrijving vergt bovendien vele handelingen, die erg tijdrovend en dus kostelijk zijn.Moreover, installing such a cable drive requires many operations that are very time-consuming and therefore costly.

Voorts dient het ontwerp ervan aangepast te worden in functie van het type trekker en van het type getrokken voertuig, waarbij de trekker vele verschillende vormen kan aannemen, doch tevens het getrokken voertuig een oplegger, een aanhangwagen of dergelijke kan zijn met zeer uiteenlopende afmetingen en vormen, waardoor vele variante uitvoeringsvormen noodzakelijk zijn met grote productiekosten en stockagekosten tot gevolg.Furthermore, its design must be adapted depending on the type of tractor and the type of towed vehicle, whereby the tractor can take many different forms, but at the same time the towed vehicle can be a trailer, a trailer or the like with very different dimensions and shapes , as a result of which many variant embodiments are necessary, resulting in large production costs and storage costs.

Nog een nadeel van de bekende configuraties bestaat erin dat de overbrengingsverhouding tussen een relatieve verdraaiing van een getrokken voertuig. en trekker en een relatieve verdraaiing van de te sturen wielas en het getrokken voertuig moeilijk of niet is in te stellen zonder grote aanpassingen en/of op niet erg precieze wijze.Another drawback of the known configurations is that the transmission ratio between a relative rotation of a towed vehicle. and tractor and relative rotation of the wheel axle to be steered and the towed vehicle is difficult or impossible to adjust without major adjustments and / or in a not very precise way.

De huidige uitvinding heeft tot doel aan de voornoemde en andere nadelen een oplossing te bieden.The present invention has for its object to provide a solution to the aforementioned and other disadvantages.

Hiertoe betreft de uitvinding een opbouweenheid voor opbouw op een getrokken voertuig voor het aansturen van één of meer verdraaibaar gestuurde wielassen van het getrokken voertuig, welke opbouweenheid minstens voorzien is van: • een draaikrans met een eerste draaikransgedeelte en een tweede draaikransgedeelte die verdraaibaar zijn ten opzichte van elkaar, waarbij het eerste draaikransgedeelte koppelbaar is aan het getrokken voertuig en het tweede draaikransgedeelte koppelbaar is aan een trekker; • een kabelgeleider met een schijfgedeelte en een ondersteuning die koppelbaar is met het getrokken voertuig op een zekere afstand van de voornoemde draaikrans, waarbij de ondersteuning is voorzien van een verticale as waarrond het schijfgedeelte van de kabelgeleider verdraaibaar is aangebracht; en, • een telescopisch uitgevoerde verbindingsstaaf waarvan één uiteinde vast is verbonden met het schijfgedeelte van de kabelgeleider en een ander uiteinde scharnierbaar om een verticale as is bevestigd aan het tweede draaikransgedeelte.To this end, the invention relates to a mounting unit for mounting on a towed vehicle for controlling one or more rotatably steered wheel axles of the towed vehicle, which mounting unit is at least provided with: from each other, wherein the first slewing ring portion is connectable to the towed vehicle and the second slewing ring portion can be coupled to a tractor; A cable guide with a disk portion and a support that can be coupled to the towed vehicle at a certain distance from the aforementioned slewing ring, the support being provided with a vertical axis around which the disk portion of the cable guide is rotatably arranged; and, a telescopically designed connecting rod, one end of which is fixedly connected to the disk portion of the cable guide and the other end is pivotally attached to the second slewing ring portion about a vertical axis.

Een eerste groot voordeel van zulke opbouweenheid volgens de uitvinding bestaat erin dat het tweede draaikransgedeelte is gekoppeld aan de kabelgeleider door middel van een telescopische verbindingsstaaf, zodat er aan het voorste gedeelte van het getrokken voertuig geen kabel moet worden voorzien, wat tot problemen zou kunnen leiden tijdens en na de montage van de opbouweenheid op het getrokken voertuig.A first major advantage of such a building unit according to the invention is that the second slewing ring part is coupled to the cable guide by means of a telescopic connecting rod, so that no cable has to be provided at the front part of the towed vehicle, which could lead to problems. during and after mounting the mounting unit on the towed vehicle.

Nog een groot voordeel van een opbouweenheid volgens de uitvinding is dat ze op eenvoudige wijze universeel kan worden uitgevoerd voor een installatie op velerlei modellen van trekkers en getrokken voertuigen.Another major advantage of a building unit according to the invention is that it can be of universal design in a simple manner for installation on many models of tractors and towed vehicles.

Hiertoe is een opbouweenheid volgens de uitvinding trouwens bij voorkeur zodanig uitgevoerd dat de draaikrans en de kabelgeleider elk voorzien zijn van een eigen behuizing, die zodanig zijn, dat de opbouweenheid zonder meer op het getrokken voertuig kan worden geïnstalleerd door een koppeling van elk van de voornoemde behuizingen met het getrokken voertuig, bijvoorbeeld door de behuizingen erop vast te bouten of te lassen of dergelijke meer.To this end, a mounting unit according to the invention is preferably designed in such a way that the turntable and the cable guide are each provided with their own housing, which are such that the mounting unit can be installed on the towed vehicle simply by coupling each of the aforementioned housings with the towed vehicle, for example by bolting or welding the housings onto it or the like.

Volgens een voorkeurdragende uitvoeringsvorm van een opbouweenheid volgens de uitvinding bestaat het schijfgedeelte van de kabelgeleider uit twee gelijke schijfsegmenten die radiaal tegenover elkaar zijn aangebracht ter vorming van een vlindervormig schij fgedeelte.According to a preferred embodiment of a mounting unit according to the invention, the disc portion of the cable guide consists of two equal disc segments arranged radially opposite each other to form a butterfly-shaped disc portion.

Liefst nog zijn hierbij op de buitenzijde van het gedeelte van de telescopisch uitgevoerde verbindingsstaaf dat verbonden is met de kabelgeleider aansluitmiddelen voorzien voor het vastkoppelen van een kabel aan de verbindingsstaaf, waarbij de telescopische verbindingsstaaf zich uitstrekt in het vlak van de schijf.Preferably, connecting means are provided on the outside of the portion of the telescopic connecting rod that is connected to the cable guide for connecting a cable to the connecting rod, the telescopic connecting rod extending in the plane of the disk.

De voornoemde aansluitmiddelen bestaan bijvoorbeeld simpelweg uit een paar ogen of haken waarmee een kabel aan de verbindingsstaaf kan worden gekoppeld.The aforementioned connecting means simply comprise, for example, a pair of eyes or hooks with which a cable can be coupled to the connecting rod.

Op deze wijze wordt een zeer lichte constructie bekomen die bovendien eenvoudig is te monteren.In this way a very light construction is obtained which, moreover, is easy to assemble.

Inderdaad, zoals reeds werd gesteld, is eerst en vooral de opbouweenheid zelf gemakkelijker op een getrokken voertuig aan te brengen dan de bekende kabelaandrijvingen.Indeed, as already stated, first and foremost the mounting unit itself is easier to fit on a towed vehicle than the known cable drives.

Voorts kan een kabel bijvoorbeeld eerst met zijn ene uiteinde aan de verbindingsstaaf worden gekoppeld gebruik makende van de aansluitmiddelen, daarna omheen de kabelgeleider en de onderdelen van de te sturen wielas of -assen worden geleid om tot slot zijn andere uiteinde aan de verbindingsstaaf te koppelen.Furthermore, a cable can for instance first be coupled with its one end to the connecting rod using the connecting means, then be guided around the cable guide and the parts of the wheel axle or axles to be steered to finally connect its other end to the connecting rod.

Zulks is veel eenvoudiger dan het aansluiten van een kabel in een oneindige lus.This is much easier than connecting a cable in an infinite loop.

Bovendien kan de kabel worden gemonteerd over onderdelen die goed bereikbaar zijn, wat niet het geval is bij de bekende systemen.Moreover, the cable can be mounted over components that are easily accessible, which is not the case with the known systems.

De uitvinding heeft ook betrekking op een getrokken voertuig met één of meerdere verdraaibaar gestuurde wielassen waarop een opbouweenheid volgens de uitvinding van het type, zoals hiervoor uiteengezet werd, is aangebracht, waarbij minstens één van de verdraaibaar gestuurde wielassen voorzien is van een kabelschijf die via een draaikrans is verbonden met het getrokken voertuig en waarbij de kabelschijf is gekoppeld met de kabelgeleider van de opbouweenheid met behulp van een kabel.The invention also relates to a towed vehicle with one or more rotatably steered wheel axles on which is mounted a mounting unit according to the invention of the type as explained above, wherein at least one of the rotatably steered wheel axles is provided with a cable pulley which via a turntable is connected to the towed vehicle and the cable disc is coupled to the cable guide of the building unit with the help of a cable.

Zoals hierboven aangetoond, is een groot voordeel van zulk getrokken voertuig dat de montage van de stuurinrichting van de verdraaibare assen veel gemakkelijker is dan bij de gekende getrokken voertuigen.As shown above, a major advantage of such a towed vehicle is that it is much easier to assemble the steering mechanism of the rotatable axles than with the known towed vehicles.

Bovendien kan het getrokken voertuig lichter worden uitgevoerd door de eenvoudige vorm van de kabelgeleider.Moreover, the towed vehicle can be made lighter by the simple shape of the cable guide.

Nog een voordeel van zulk getrokken voertuig is dat de transmissieverhouding tussen het verdraaien van de trekker en het verdraaien van een wielas ten opzichte van het getrokken voertuig gemakkelijk kan worden gewijzigd en afgesteld.Another advantage of such a towed vehicle is that the transmission ratio between the rotation of the tractor and the rotation of a wheel axle relative to the towed vehicle can easily be changed and adjusted.

Bijvoorbeeld is het eenvoudig de kabel opnieuw los te maken om de kabel over een kabelschijf met een andere diameter te voeren.For example, it is easy to disconnect the cable again to pass the cable over a cable disc with a different diameter.

Volgens een voorkeurdragende uitvoeringsvorm van een getrokken voertuig overeenkomstig de uitvinding is een verdraaibare wielas van het getrokken voertuig liefst voorzien van een speciaal soort kabelschijf in de vorm van een gietstuk met een opstaande kraag die voorzien is van één of meerdere kabelgoten en een flens, enerzijds, ter bevestiging van de kabelschijf aan de draaikrans voor een verdraaibare koppeling met het getrokken voertuig omheen een verticale as en, anderzijds, ter bevestiging van de kabelschijf aan de betreffende wielas voor een ophanging van deze wielas aan het getrokken voertuig.According to a preferred embodiment of a towed vehicle according to the invention, a rotatable wheel axle of the towed vehicle is preferably provided with a special type of cable disc in the form of a casting with an upstanding collar provided with one or more cable ducts and a flange, on the one hand, for attaching the cable disc to the turntable for a rotatable coupling with the towed vehicle about a vertical axis and, on the other hand, for attaching the cable disc to the relevant wheel axle for suspending this wheel axle to the towed vehicle.

Zulke kabelschijven volgens de uitvinding bieden nog meer motagemogelijkheden, zoals hierna nog zal worden aangetoond.Such cable disks according to the invention offer even more possibilities for mounting, as will be demonstrated below.

Met het inzicht de kenmerken van de uitvinding beter aan te tonen, is hierna, als voorbeeld zonder enig beperkend karakter, een voorkeurdragende uitvoeringsvorm beschreven van een opbouweenheid volgens de uitvinding, evenals een getrokken voertuig volgens de uitvinding waarop zulke opbouweenheid is aangebacht, met verwijzing naar de bijgaande tekeningen, waarin: figuur 1 in perspectief een eerste mogelijke uitvoeringsvorm van een opbouweenheid volgens de uitvinding weergeeft, waarbij het schijfgedeelte van de kabelgeleider vlindervormig is uitgevoerd; figuren 2 tot en met 4 schematisch in bovenaanzicht verschillende standen weergeven van de gedeelten van de opbouweenheid uit figuur 1 ter illustratie van de werking ervan na montage op een oplegger en trekker, met name tijdens het draaien van deze trekker ten opzichte van de oplegger; figuur 5 een langse doorsnede weergeeft overeenkomstig de pijlen V-V in figuur 1 echter voor een andere uitvoeringsvorm van een opbouweenheid volgens de uitvinding, waarbij het schijfgedeelte van de kabelgeleider uitgevoerd is als een gehele schijf; figuur 6 in doorsnede een voorkeurdragende uitvoeringsvorm weergeeft van een kabelschijf die kan gemonteerd worden op een wielas van een getrokken voertuig volgens de uitvinding, voor het aansturen van de wielas met behulp van een opbouweenheid volgens de uitvinding; figuren 7 en 8 de kabelschijf uit figuur 6 weergeeft respectievelijk in onderaanzicht volgens pijl F7 en in bovenaanzicht volgens de pijl F8 in figuur 6; figuur 9 in doorsnede een wielas volgens de uitvinding weergeeft waarop een kabelschijf overeenkomstig figuur 6 is aangebracht; figuren 10 tot en met 23 schematisch enkele mogelijke configuraties weergeven waarbij één of meerdere verdraaibare wielassen op een oplegger volgens de uitvinding zijn aangebracht, evenals een voornoemde opbouweenheid volgens de uitvinding, en waarbij een kabelaandrijving is voorzien voor het aansturen van de wielassen; en, figuur 24 analoog aan figuur 2 een aanhangwagen weergeeft waarop een opbouweenheid volgens de uivinding is gemonteerd.With the insight to better demonstrate the features of the invention, a preferred embodiment of a building unit according to the invention, as well as a towed vehicle according to the invention on which such building unit is attached, is described below with reference to the accompanying drawings, in which: figure 1 shows a perspective view of a first possible embodiment of a mounting unit according to the invention, wherein the disc portion of the cable guide is of butterfly-shaped design; figures 2 to 4 schematically show different positions of the parts of the building unit from figure 1 in top view for illustrating its operation after mounting on a trailer and tractor, in particular during rotation of this tractor relative to the trailer; figure 5 represents a longitudinal section according to the arrows V-V in figure 1, however, for another embodiment of a mounting unit according to the invention, wherein the disc portion of the cable conductor is designed as an entire disc; Fig. 6 is a sectional view of a preferred embodiment of a cable disc that can be mounted on a wheel axle of a towed vehicle according to the invention, for controlling the wheel axle with the aid of a mounting unit according to the invention; figures 7 and 8 represent the cable disc from figure 6 respectively in bottom view according to arrow F7 and in top view according to arrow F8 in figure 6; Figure 9 is a sectional view of a wheel axle according to the invention on which a cable disc according to Figure 6 is mounted; figures 10 to 23 schematically show some possible configurations in which one or more rotatable wheel axles are mounted on a trailer according to the invention, as well as a aforementioned mounting unit according to the invention, and wherein a cable drive is provided for controlling the wheel axles; and, figure 24, analogous to figure 2, shows a trailer on which a mounting unit according to the invention is mounted.

De in figuur 1 weergegeven opbouweenheid 1 volgens de uitvinding is bedoeld om te worden opgebouwd op een getrokken voertuig, zoals bijvoorbeeld een oplegger of een aanhangwagen, voor het aansturen van één of meer verdraaibaar gestuurde wielassen van dit getrokken voertuig.The mounting unit 1 according to the invention shown in figure 1 is intended to be mounted on a towed vehicle, such as for instance a trailer or a trailer, for controlling one or more rotatably steered wheel axles of this towed vehicle.

Hiertoe is de opbouweenheid eerst en vooral voorzien van een draaikrans 2 met een eerste draaikransgedeelte 3 en een tweede draaikransgedeelte 4 die verdraaibaar zijn ten opzichte van elkaar.To this end, the mounting unit is first and foremost provided with a turntable 2 with a first turntable part 3 and a second turntable part 4 that are rotatable relative to each other.

Het eerste draaikransgedeelte 3 is koppelbaar aan het getrokken voertuig, bijvoorbeeld aan een oplegger, en wel concentrisch rond een koppeldëel van het getrokken voertuig, welk koppeldeel bij een oplegger typisch een zogenaamde kingpin van de oplegger is.The first slewing ring part 3 can be coupled to the towed vehicle, for example to a trailer, and concentrically around a coupling part of the towed vehicle, which coupling part in a trailer is typically a so-called kingpin of the trailer.

Het tweede draaikransgedeelte 4 is koppelbaar aan een trekker.The second slewing ring part 4 can be coupled to a tractor.

Voorts is de opbouweenheid 1 voorzien van een kabelgeleider 5 met een schi j f gedeelte 6 en een ondersteuning 7 die koppelbaar is met het betreffende getrokken voertuig op een zekere afstand van de voornoemde draaikrans 2.Furthermore, the mounting unit 1 is provided with a cable guide 5 with a sliding part 6 and a support 7 which can be coupled to the respective towed vehicle at a certain distance from the aforementioned slewing ring 2.

De ondersteuning 7 is hierbij in de uitvoeringsvorm van figuur 1 voorzien van een verticale as 8 waarrond het schijfgedeelte 6 van de kabelgeleider 5 verdraaibaar is aangebracht.In the embodiment of Fig. 1, the support 7 is provided with a vertical axis 8 around which the disk portion 6 of the cable guide 5 is rotatably arranged.

Verder is de opbouweenheid 1 tevens nog voorzien van een telescopisch uitgevoerde verbindingsstaaf 9 waarvan één uiteinde 10 vast is verbonden met het schijfgedeelte 6 van de kabelgeleider 5 en een ander uiteinde 11 scharnierbaar om een verticale as 12 is bevestigd aan het tweede draaikransgedeelte 4.Furthermore, the mounting unit 1 is also provided with a telescopic connecting rod 9, one end 10 of which is fixedly connected to the disc portion 6 of the cable conductor 5 and another end 11 pivotally mounted about a vertical axis 12 on the second slewing ring portion 4.

Om de opbouweenheid 1 gemakkelijk op een getrokken voertuig zoals een oplegger te kunnen opbouwen zijn de draaikrans 2 en de kabelgeleider 5 elk bij voorkeur voorzien van de gepaste middelen daartoe, bijvoorbeeld in de vorm van een behuizing, welke in dit geval voor de eenvoud niet in de figuren zijn weergegeven.In order to be able to easily mount the mounting unit 1 on a towed vehicle such as a semi-trailer, the turntable 2 and the cable guide 5 are each preferably provided with the appropriate means for this purpose, for example in the form of a housing, which in this case for simplicity is not included. the figures are shown.

Zulke behuizingen zijn dan liefst zodanig dat de opbouweenheid 1 zonder meer op het getrokken voertuig, bijvoorbeeld een oplegger of aanhangwagen, kan worden geïnstalleerd door een koppeling van elk van de voornoemde behuizingen met het getrokken voertuig, bijvoorbeeld door elke behuizing op het getrokken voertuig vast te bouten of erop vast te lassen of dergelijke.Such housings are then preferably such that the mounting unit 1 can be installed on the towed vehicle, for example a semitrailer or trailer, by coupling a coupling of each of the aforementioned housings to the towed vehicle, for example by fixing each housing to the towed vehicle. bolt or weld onto it or the like.

De draaikrans 2 is in de getoonde voorbeelden van de figuren 1 tot en met 6 uitgevoerd met een binnenste ring 13 en een buitenste ring 14, die respectievelijk deel uitmaken van het eerste draaikransgedeelte. 3 en het tweede draaikransgedeelte 4.The slewing ring 2 in the shown examples of figures 1 to 6 is provided with an inner ring 13 and an outer ring 14, which respectively form part of the first slewing ring portion. 3 and the second slewing ring portion 4.

Tussen deze binnenste ring 13 en de buitenste ring 14 van de draaikrans 2 zijn rolelementen 15 aangebracht, zodat de binnenste ring 13 en de buitenste ring 14 ten opzichte van elkaar verdraaibaar zijn.Rolling elements 15 are arranged between this inner ring 13 and the outer ring 14 of the turntable 2, so that the inner ring 13 and the outer ring 14 are rotatable relative to each other.

De kabelgeleider 5 is bedoeld om middels een kabel 16 een draaikrans 17 van een verdraaibare wielas 18 aan te sturen.The cable guide 5 is intended to control a turntable 17 of a rotatable wheel axle 18 by means of a cable 16.

Hiertoe is in de getoonde uitvoeringsvormen van de figuren 1 tot en met 5 het schijfgedeelte 6 van de kabelgeleider 5 aan haar buitenste radiale rand 19 voorzien van een groef of groeven ter vorming van een kabelgoot 20.For this purpose, in the embodiments shown in Figs. 1 to 5, the disc portion 6 of the cable guide 5 is provided on its outer radial edge 19 with a groove or grooves to form a cable duct 20.

In de uitvoeringsvorm van de figuren 1 tot en met 4 bestaat het schi j f gedeelte 6 van de kabelgeleider 5 uit twee gelijke schijfsegmenten 21 die radiaal tegenover elkaar zijn aangebracht ter vorming van een vlindervormig schijfgedeelte 6.In the embodiment of Figures 1 to 4, the disc portion 6 of the cable conductor 5 consists of two equal disc segments 21 arranged radially opposite each other to form a butterfly-shaped disc portion 6.

Hierbij zijn op de buitenzijde van het gedeelte 22 van de telescopisch uitgevoerde verbindingsstaaf 9 dat verbonden is met de kabelgeleider 5 aansluitmiddelen 23 voorzien waarmee een kabel 16 aan de verbindingsstaaf 9 kan worden vas tgekoppeld.In this case, connection means 23 are provided on the outside of the portion 22 of the telescopic connecting rod 9 which is connected to the cable guide 5, by means of which a cable 16 can be coupled to the connecting rod 9.

Het is de bedoeling dat zulke kabel 16 in een kabelgoot 20 van de kabelgeleider 5 wordt ingebracht en aan de aansluitmiddelen 23 wordt gekoppeld, waarbij deze kabel 16 tevens wordt gekoppeld aan de draaikrans 17 van de aan te sturen wielas 18.It is intended that such cable 16 be introduced into a cable channel 20 of cable guide 5 and coupled to the connecting means 23, this cable 16 also being coupled to the turntable 17 of the wheel axle 18 to be steered.

Bijgevolg is de telescopische verbindingsstaaf 9 in deze uitvoeringsvorm van de figuren 1 tot en met 4 liefst gelegen in het vlak van het schijfgedeelte 6, zodat de kabel 16 in de kabelgoten 20 niet geneigd is uit de kabelgoten 20 te springen door koppeling van de kabel 16 aan aansluitmiddelen 23 die uit het vlak van het schijfgedeelte 6 gelegen zijn.Consequently, in this embodiment of Figures 1 to 4, the telescopic connecting rod 9 is preferably located in the plane of the disk portion 6, so that the cable 16 in the cable ducts 20 is not inclined to jump out of the cable ducts 20 by coupling the cable 16. to connecting means 23 which are situated from the plane of the disc portion 6.

Om de beweging van een trekker 24 ten opzichte van een getrokken voertuig in dit geval in de vorm van een oplegger 25, waarop een opbouweenheid 1 volgens de uitvinding is gemonteerd, te kunnen overbrengen op de draaikrans 2 van de opbouweenheid 1, zijn het tweede draaikransgedeelte 4 en de trekker 24 bij voorkeur voorzien van losmaakbare meeneemmiddelen die complementair aan elkaar zijn.In order to be able to transfer the movement of a tractor 24 relative to a towed vehicle in this case in the form of a trailer 25, on which a mounting unit 1 according to the invention is mounted, on the turntable 2 of the mounting unit 1, the second turntable part 4 and the trigger 24 preferably provided with releasable carrier means that are complementary to each other.

Bijvoorbeeld kunnen zulke meeneemmiddelen worden gevormd door een tand en een complementaire gleuf.For example, such entraining means may be formed by a tooth and a complementary slot.

In een meest voorkeurdragende uitvoeringsvorm worden de voornoemde meeneemmiddelen gevormd door een wigvormige tand 26 op het tweede draaikransgedeelte 4 en een complementaire gleuf in de trekker 24.In a most preferred embodiment, the aforementioned carrier means are formed by a wedge-shaped tooth 26 on the second slewing ring portion 4 and a complementary slot in the trigger 24.

Op deze wijze kan worden bekomen dat bij een verdraaiing van de trekker 24 ten opzichte van de oplegger 25, het tweede draaikransgedeelte 4 wordt meegenomen door de trekker 24 en dus tevens verdraait ten opzichte van de oplegger 25, terwijl het eerste draaikransgedeelte 3, dat vast verbonden is met de oplegger 25, geen verdraaiing ondergaat ten opzichte van de oplegger 25.In this way it can be achieved that when the tractor 24 is rotated relative to the trailer 25, the second slewing ring portion 4 is carried along by the tractor 24 and thus also rotates relative to the trailer 25, while the first slewing ring portion 3, which is fixed is connected to the trailer 25, does not undergo any rotation with respect to the trailer 25.

In de figuren 2 tot en met 4 is ter illustratie schematisch zulke wigvormige tand 26 weergegeven, die op het tweede draaikransgedeelte 4 is voorzien en die de beweging van een trekker 24 ten opzichte van een oplegger 25 koppelt aan de beweging van het tweede draaikransgedeelte 4 ten opzichte het eerste draaikransgedeelte 3.Figures 2 to 4 schematically illustrate such a wedge-shaped tooth 26, which is provided on the second slewing ring portion 4 and which couples the movement of a tractor 24 relative to a trailer 25 to the movement of the second slewing ring portion 4 relative to the first slewing ring part 3.

In de stand van de figuur 2 zijn de oplegger 25 en trekker 24 uitgelijnd, waarbij de wigvormige tand 26 is uitgelijnd met de telescopische verbindingsstaaf 9.In the position of Figure 2, the trailer 25 and tractor 24 are aligned, with the wedge-shaped tooth 26 aligned with the telescopic connecting rod 9.

De uitschuifbare gedeelten van de telescopische verbindingsstaaf 9 zijn hierbij maximaal in elkaar geschoven en de kabelgeleider 5 bevindt zich in een neutrale, niet verdraaide positie ten opzichte van de oplegger 25.The extendable portions of the telescopic connecting rod 9 are herein maximally slid into each other and the cable guide 5 is in a neutral, not twisted position with respect to the trailer 25.

Hierbij zijn de lengte van het gedeelte 27 van de kabel 16 dat gelegen is tussen het eerste uiteinde van de kabel 16 en de draaikrans 17 van de wielas 18 even groot als het gedeelte 28 van de kabel 16 dat gelegen is tussen het andere uiteinde van de kabel 16 en de draaikrans 17 van de wielas 18, waardoor de wielas 18 in onverdraaide stand ten opzichte van de oplegger 25 wordt gehouden.Here, the length of the portion 27 of the cable 16 that is located between the first end of the cable 16 and the turntable 17 of the wheel axle 18 is the same size as the portion 28 of the cable 16 that is located between the other end of the cable 16 and the turntable 17 of the wheel axle 18, as a result of which the wheel axle 18 is held in an unscrewed position relative to the trailer 25.

In figuur 3 is een stand weergegeven waarbij de trekker 24 is gedraaid over 90° in tegenwijzerzin ten opzichte van de oplegger 25.Figure 3 shows a position in which the tractor 24 is rotated through 90 ° counterclockwise with respect to the trailer 25.

Het uiteinde van de telescopische verbindingsstaaf 9 dat scharnierbaar is verbonden omheen de verticale as 12 op het tweede draaikransgedeelte 4 wordt tijdens deze beweging van de trekker 24 onvermijdelijk meegenomen, zodat de verbindingsstaaf 9 in een verdraaide positie komt te staan ten opzichte van de oplegger, waarbij tevens de uitschuifbare gedeelten van de telescopische verbindingsstaaf 9 uit elkaar worden geschoven.The end of the telescopic connecting rod 9 which is pivotally connected around the vertical axis 12 on the second slewing ring portion 4 is inevitably taken along during this movement of the tractor 24, so that the connecting rod 9 comes to be in a rotated position relative to the trailer, wherein the extendable portions of the telescopic connecting rod 9 can also be pushed apart.

Een verdraaiing van de verbindingsstaaf 9 resulteert tevens in een verdraaiing van het schijfgedeelte 6 van de kabelgeleider 5, gezien de verbindingsstaaf 9 vast is verbonden met het schijfgedeelte 6.A rotation of the connecting rod 9 also results in a rotation of the disc portion 6 of the cable conductor 5, since the connecting rod 9 is fixedly connected to the disc portion 6.

Het schijfgedeelte 6 draait hierbij in tegenovergestelde zin ten opzichte van de oplegger 25 vergeleken met de draaizin van de trekker 24 ten opzichte van de oplegger 25.The disc part 6 rotates in the opposite sense with respect to the trailer 25 compared to the direction of rotation of the tractor 24 with respect to the trailer 25.

In het geval van figuur 2 verdraait het schijfgedeelte 6 dus in wijzerzin.Thus, in the case of Figure 2, the disc portion 6 rotates clockwise.

Bovendien is de hoekverdraaiing van het schijfgedeelte 6 ten opzichte van de oplegger 25 kleiner dan de hoekverdraaiing van de trekker 24 ten opzichte van de oplegger 25.Moreover, the angular rotation of the disc portion 6 relative to the trailer 25 is smaller than the angular rotation of the tractor 24 relative to the trailer 25.

De factor waarmee de hoekverdraaiing wordt verkleind, neemt toe naarmate de afstand L stijgt tussen de verticale as 12 waarmee de verbindingsstaaf 9 aan het tweede draaikransgedeelte 4 en de verticale as 8 waarrond het schijfgedeelte 6 roteert.The factor with which the angular rotation is reduced increases as the distance L increases between the vertical axis 12 with which the connecting rod 9 on the second slewing ring portion 4 and the vertical axis 8 around which the disk portion 6 rotates.

Deze factor waarmee de hoekverdraaiing wordt verkleind, neemt echter af naarmate de diameter E stijgt van de draaicirkel omheen het middelpunt van de draaikraris 2 waarop de verbindingsstaaf 9 om de verticale as 12 is bevestigd op het tweede draaikransgedeelte 4.This factor with which the angular rotation is reduced, however, decreases as the diameter E rises from the turning circle around the center of the turning crar 2 at which the connecting rod 9 is mounted about the vertical axis 12 on the second turning ring portion 4.

Door de voornoemde verdraaiing van het schijfgedeelte 6 van de kabelgeleider 5 neemt de lengte van het gedeelte 27 van de kabel 16 dat gelegen is tussen het eerste uiteinde van de kabel 16 en de draaikrans 17 van de wielas 18 af en neemt de lengte van het gedeelte 28 van de kabel 16 dat gelegen is tussen het andere uiteinde van de kabel 16 en de draaikrans 17 van de wielas 18 toe, waardoor de wielas 18 tevens een verdraaiing ondergaat ten opzichte van de oplegger 25 in dezelfe zin als het schijfgedeelte 6, dus in wij zerzin.Due to the aforementioned rotation of the disc portion 6 of the cable guide 5, the length of the portion 27 of the cable 16 located between the first end of the cable 16 and the turntable 17 of the wheel axle 18 decreases and the length of the portion decreases 28 of the cable 16 located between the other end of the cable 16 and the turntable 17 of the wheel axle 18, whereby the wheel axle 18 also undergoes a rotation relative to the trailer 25 in the same sense as the disc portion 6, i.e. in we zerzin.

Op deze wijze wordt aldus een sturing van een verdraaibare wielas 18 van een oplegger 25 bekomen.In this way a control of a rotatable wheel axle 18 of a trailer 25 is thus obtained.

In figuur 4 is op verder volledig analoge wijze een verdraaiing van de trekker 24 over een hoek van 90° in wijzerzin ten opzichte van de oplegger weergegeven.Figure 4 shows in a further completely analogous manner a rotation of the tractor 24 through an angle of 90 ° clockwise with respect to the trailer.

Dit resulteert in een rotatie in tegenwijzerzin van het schijfgedeelte 6 en dus tevens van de aan te sturen wielas 18.This results in a counter-clockwise rotation of the disc portion 6 and thus also of the wheel axle 18 to be steered.

Het is duidelijk dat een opbouweenheid 1 volgens de uitvinding gemakkelijk op een oplegger 25 is te monteren, doch tevens op aanhangwagens of anderssoortige getrokken voertuigen.It is clear that a mounting unit 1 according to the invention can easily be mounted on a trailer 25, but also on trailers or other types of towed vehicles.

Bovendien is ze erg geschikt om universeel te worden toegepast op allerhande soorten opleggers 25 en trekkers 24.Moreover, it is very suitable for universal application to all types of trailers 25 and tractors 24.

Voorts kan de diameter E van de draaicirkel waarop de verbindingsstaaf 9 van de opbouweenheid 1 op het tweede draaikransgedeelte 4 wordt bevestigd gemakkelijk worden gewijzigd.Furthermore, the diameter E of the turning circle to which the connecting rod 9 of the mounting unit 1 is attached to the second turntable part 4 can easily be changed.

Ook kan de voornoemde afstand L tussen de draaias 8 van de kabelgeleider 5 en de as 12 waarmee de verbindingsstaaf 9 met het tweede draaikransgedeelte 4 is gekoppeld gemakkelijk worden aangepast.The aforementioned distance L between the axis of rotation 8 of the cable guide 5 and the axis 12 with which the connecting rod 9 is coupled to the second slewing ring portion 4 can also be easily adjusted.

Bijgevolg kan door een aanpassing van de voornoemde parameters E en L gemakkelijk een gewenste overbrengingsverhouding worden ingesteld tussen een hoekverdraaing van de trekker 24 ten opzichte van de oplegger 25 en een hoekverdraaiing van de wielas 18 ten opzichte van de oplegger 25.Consequently, by adjusting the aforementioned parameters E and L, a desired transmission ratio can easily be set between an angular displacement of the tractor 24 relative to the trailer 25 and an angular displacement of the wheel axle 18 relative to the trailer 25.

Hieruit blijken des te meer de mogelijkheden die een opbouweenheid 1 volgens de uitvinding biedt.This shows all the more the possibilities offered by a building unit 1 according to the invention.

De uitvoeringsvorm van figuur 5 verschilt van deze van de figuren 1 tot en met 4 eerst en vooral doordat het schijfgedeelte 6 anders is uitgevoerd.The embodiment of Figure 5 differs from that of Figures 1 to 4, first and foremost in that the disc portion 6 is of a different design.

In de uitvoeringsvorm van figuur 5 is het schijfgedeelte 6 van de kabelgeleider 5 als een volledige schijf 29 uitgevoerd die aan haar buitenste radiale rand 19 is voorzien van de voornoemde groef ter vorming van een kabelgoot 20.In the embodiment of Figure 5, the disc portion 6 of the cable guide 5 is designed as a complete disc 29 which is provided at its outer radial edge 19 with the aforementioned groove for forming a cable duct 20.

Het is de bedoeling dat een kabel 16 rondom deze schijf 29 kan worden gespannen, zodat de telescopische verbindingsstaaf 9 zich in deze uitvoeringsvorm bij voorkeur parallel uitstrekt aan de schijf 29 op een zekere afstand van het eigenlijke vlak van de schijf 29.It is intended that a cable 16 can be stretched around this disc 29, so that the telescopic connecting rod 9 in this embodiment preferably extends parallel to the disc 29 at a certain distance from the actual surface of the disc 29.

Immers, anders zou de verbindingsstaaf 9 een belemmering vormen voor het omspannen van de schijf 29 met behulp van een kabel 16 in de kabelgoot 20.After all, otherwise the connecting rod 9 would form an obstacle to the clamping of the disk 29 with the aid of a cable 16 in the cable duct 20.

Een gecombineerde uitvoeringsvorm waarbij het schijfgedeelte 6 als een gehele schijf 29 wordt uitgevoerd en toch aansluitmiddelen 23 zijn voorzien op de telescopische verbindingsstaaf'9 is echter niet uitgesloten volgens de uitvinding.However, a combined embodiment in which the disk portion 6 is designed as a whole disk 29 and yet connecting means 23 are provided on the telescopic connecting rod 9 is not excluded according to the invention.

Nog een verschil tussen de uitvoeringsvorm van de figuren 1 tot 4 en die van figuur 5 is de wijze waarop het schijfgedeelte 6 roteerbaar is opgesteld op een ondersteuning 7 voor een verdraaibare montage ten opzichte van een oplegger 25.A further difference between the embodiment of figures 1 to 4 and that of figure 5 is the way in which the disc portion 6 is rotatably arranged on a support 7 for a rotatable mounting relative to a trailer 25.

In de uitvoeringsvorm van figuur 5 vormt het schijfgedeelte 6 de buitenste ring 30 van een draaikrans 31 die roteerbaar is om een binnenste ring 32 van de draaikrans 31 met behulp van rolelementen 33.In the embodiment of Figure 5, the disc portion 6 forms the outer ring 30 of a slewing ring 31 which is rotatable about an inner ring 32 of the slewing ring 31 with the aid of roller elements 33.

In de uitvoeringsvorm van figuur 5 wordt bij een verdraaiing van het schijfgedeelte 6 de kabel 16 rechtstreeks meegenomen, wat niet het geval is in de uitvoeringsvorm van de figuren 1 tot 4.In the embodiment of Figure 5, when the disc portion 6 is rotated, the cable 16 is included directly, which is not the case in the embodiment of Figures 1 to 4.

Hieruit volgt ook dat beide uitvoeringsvormen een ietwat anders gedrag vertonen voor wat betreft het verwezenlijken van bepaalde overbrengingsverhoudingen bij het aansturen van de wielas 18.It also follows that both embodiments exhibit a slightly different behavior with regard to the realization of certain transmission ratios when driving the wheel axle 18.

De opbouweenheden 1 volgens de beide uitvoeringsvormen hebben verder echter een compleet analoge werking.However, the building units 1 according to the two embodiments also have a completely analogous operation.

Teneinde de mogelijkheden die kunnen worden verkregen met een opbouweenheid 1 volgens de uitvinding nog te vergroten, wordt voor het aansturen van een verdraaibare wielas 18 op een getrokken voertuig zoals een oplegger 25 bij voorkeur gebruik gemaakt van een kabelschijf 34, waarvan een voorbeeld is weergegeven in de figuren 6 tot 8.In order to further increase the possibilities that can be obtained with a mounting unit 1 according to the invention, for controlling a rotatable wheel axle 18 on a towed vehicle such as a trailer 25, use is preferably made of a cable disc 34, an example of which is shown in figures 6 to 8.

Deze kabelschijf 34 is speciaal uitgevoerd en is namelijk een gietstuk 34 met een opstaande kraag 35 die voorzien is van één of meerdere kabelgoten 36 en een flens 37.This cable disc 34 is specially designed and is namely a casting 34 with an upright collar 35 which is provided with one or more cable ducts 36 and a flange 37.

De flens 37 is, enerzijds, bedoeld ter bevestiging van de kabelschijf 34 aan de draaikrans 17 voor een verdraaibare koppeling met de oplegger 25 omheen een verticale as AA'.The flange 37 is, on the one hand, intended to attach the cable disc 34 to the turntable 17 for a rotatable coupling with the trailer 25 about a vertical axis AA '.

Anderzijds, is de flens 37 bedoeld ter bevestiging van de kabelschijf 34 aan de betreffende wielas 18 voor een ophanging van deze wielas 18 aan de oplegger 25 of een ander getrokken voertuig.On the other hand, the flange 37 is intended to attach the cable disc 34 to the relevant wheel axle 18 for a suspension of this wheel axle 18 to the trailer 25 or another towed vehicle.

De montage van zulke kabelschijf 34 tussen een wielas 18 en een draaikrans 17 op een oplegger 25 is in doorsnede weergegeven in figuur 9.The mounting of such cable disc 34 between a wheel axle 18 and a turntable 17 on a trailer 25 is shown in section in Figure 9.

Zoals in figuur 7 is weergegeven, zijn er aan de onderzijde van de kabelschijf 34 steungedeelten 38 voorzien voor het het ondersteunen van gedeelten van de ophanging van de wielas 18, zoals bijvoorbeeld een luchtbalg 39 of spiraalvering of dergelijke meer.As shown in Figure 7, support sections 38 are provided on the underside of the cable pulley 34 for supporting portions of the suspension of the wheel axle 18, such as, for example, an air bellows 39 or coil suspension or the like.

Zoals in figuur 8 is weergegeven, bevat de kabelschijf 34 aan de bovenzijde tevens een steungedeelte 40 teneinde een gedeelte van de draaikrans 17 te kunnen ondersteunen.As shown in FIG. 8, the cable disc 34 also comprises a support portion 40 on the top to support a portion of the turntable 17.

Zulke kabelschijf 34 is uiterst interessant, aangezien de opstaande kraag 35 zeer gemakkelijk met meerdere kabelgoten 36 kan worden uitgevoerd.Such a cable disk 34 is extremely interesting, since the upright collar 35 can be very easily designed with several cable trays 36.

Bovendien kan ervoor gezorgd worden dat deze kabelgoten 36 een verschillende diameter hebben, bijvoorbeeld door ze te voorzien op een conisch gedeelte van de kraag 35 of er kan gemakkelijk een andere diameter worden uitgekozen door een aangepast ontwerp van de kabelschijf 34, bijvoorbeeld met een cilindrische kraag 35 die een andere diameter heeft, wat eenvoudig mogelijk is door de dimensies van de flens 37 aan te passen.Moreover, it can be ensured that these cable ducts 36 have a different diameter, for example by providing them on a conical part of the collar 35 or a different diameter can easily be selected by an adapted design of the cable disc 34, for example with a cylindrical collar 35 which has a different diameter, which is easily possible by adjusting the dimensions of the flange 37.

Nog een voordeel van een kabelschijf 34 zoals in de figuren 6 tot 8 is weergegeven, bestaat erin dat voor het koppelen van de kabelschijf 34 aan een draaikrans 17 of wielas 18 het chassis van de oplegger 25 of een ander getrokken voertuig slechts met de dikte T van de kabelschijf 34 wordt verhoogd, wat ook het aantal kabelgoten 36 is.Another advantage of a cable disc 34 as shown in Figs. 6 to 8 is that for coupling the cable disc 34 to a turntable 17 or wheel axle 18, the chassis of the trailer 25 or another towed vehicle is only of the thickness T of the cable disc 34 is increased, which is also the number of cable ducts 36.

Al deze kenmerken maken de kabelschijf 34 zeer interessant voor het gebruik in velerlei verschillende configuraties van opleggers 25 of andere getrokken voertuigen met meer of minder aan te sturen verdraaibare wielassen 18.All these characteristics make the cable disc 34 very interesting for the use in many different configurations of trailers 25 or other towed vehicles with more or less controllable rotatable wheel axles 18.

In de figuren 10 tot en met 23 zijn een heel aantal mogelijke voorbeelden weergegeven voor het geval van een oplegger 25.Figures 10 to 23 show a whole number of possible examples for the case of a trailer 25.

Bovenaan in de figuren is telkens schematisch een zijaanzicht weergegeven van de oplegger 25 in de betreffende configuratie.At the top of the figures, a side view of the trailer 25 in the respective configuration is schematically shown.

Daaronder zijn er telkens twee onderaanzichten op de oplegger 25, respectievelijk wanneer de wielen 41 rechtdoor zijn gestuurd en wanneer de wielen 41 in een verdraaide positie zijn gestuurd.Below this there are in each case two bottom views of the trailer 25, respectively when the wheels 41 are steered straight and when the wheels 41 are steered in a rotated position.

Tot slot geven de twee onderste delen van elke figuur schematisch enkel de kabelaandrijving zelf weer waarmee de de wielen 41 in de voornoemde beide posities wordt gestuurd.Finally, the two lower parts of each figure schematically represent only the cable drive itself with which the wheels 41 are steered in the aforementioned two positions.

De meest eenvoudige configuratie is weergegeven in figuur 10 en stemt overeen met deze van de figuren 2 tot en met 4.The simplest configuration is shown in Figure 10 and corresponds to that of Figures 2 to 4.

Hierbij is een opbouweenheid 1 en meer bepaald de draaikrans 2 van deze opbouweenheid 1 rondom een kingpin 42 van een oplegger 25 gemonteerd, terwijl de kabelgeleider 5 op een zekere afstand daarvan op een meer naar de achterkant gelegen gedeelte van de oplegger 25 is aangebracht.A mounting unit 1 and more particularly the slewing ring 2 of this mounting unit is herein mounted around a kingpin 42 of a trailer 25, while the cable guide 5 is arranged at a certain distance therefrom on a part of the trailer 25 located more to the rear.

Nog meer naar achteren op de oplegger 25 is een wielas 18 op verdraaibare wijze aangebracht op de oplegger 25 waarbij de wielas 18 is opgehangen op een draaikrans 17 met behulp van een kabelschijf 34 zoals hiervoor beschreven.Even further back on the trailer 25, a wheel axle 18 is rotatably mounted on the trailer 25, the wheel axle 18 being suspended on a turntable 17 with the aid of a cable disc 34 as described above.

Een kabel 16 is hierbij gespannen in een kabelgoot 3 6 van deze kabelschijf 34, evenals over het schijfgedeelte 6 van de kabelgeleider 5.A cable 16 is herein tensioned in a cable duct 6 of this cable disc 34, as well as over the disc portion 6 of the cable conductor 5.

Hierbij is elk van de beide uiteinden van de kabel 16 vastgemaakt aan de verbindingsstaaf 9 van de opbouweenheid 1 die de draaikrans 2 en de kabelgeleider 5 van de opbouweenheid 1 met elkaar verbindt.Each of the two ends of the cable 16 is hereby attached to the connecting rod 9 of the mounting unit 1 which connects the turntable 2 and the cable guide 5 of the mounting unit 1 to each other.

Bij een verdraaiing van een trekker, die niet is weergegeven in de figuren, ten opzichte van de oplegger 25 zal het tweede draaikransgedeelte 4 van de draaikrans 2 waarmee de trekker is verbonden tevens een verdraaiing ondergaan ten opzichte van de oplegger 25, wat resulteert in een verdraaiing van de kabelgeleider 5 en via de kabel 16 uiteindelijk in een verdraaiing van de wielas 18.With a rotation of a tractor, not shown in the figures, relative to the trailer 25, the second slewing ring portion 4 of the slewing ring 2 to which the tractor is connected will also undergo a rotation relative to the trailer 25, resulting in a rotation of the cable guide 5 and finally via the cable 16 into a rotation of the wheel axle 18.

Op deze wijze wordt een sturing van de wielas 18 bekomen.In this way a steering of the wheel axle 18 is obtained.

In het geval van figuur 10 betreft het de aansturing van één enkele wielas 18 die aan elk van zijn beide uiteinden voorzien is van één enkel wiel 41.In the case of Figure 10, it concerns the control of a single wheel axle 18 which is provided with a single wheel 41 at each of its two ends.

Een voordeel van de voornoemde elementen van de kabelsturing, namelijk de opbouweenheid 1 en de kabelschijf 34 is dat ze toelaten op zeer eenvoudige wijze door een gepaste combinatie vele soorten configuraties kunnen worden gebouwd.An advantage of the aforementioned elements of the cable control, namely the mounting unit 1 and the cable disk 34, is that they allow many types of configurations to be built in a very simple manner through a suitable combination.

In figuur 11 is bijvoorbeeld een volledig analoge opstelling weergegeven, waarbij echter de kabel 16 in een kabelgoot 36 van een kabelschijf 34 is gespannen waarbij de diameter F van de kabelschijf 34 op de gestuurde wielas 18 verschillend is van de diameter F' van het schijfgedeelte 6 van de kabelgeleider 5 van de opbouweenheid 1.Figure 11 shows, for example, a completely analogous arrangement, wherein, however, the cable 16 is tensioned in a cable duct 36 of a cable disc 34, the diameter F of the cable disc 34 on the steered wheel axle 18 being different from the diameter F 'of the disc portion 6 of the cable guide 5 of the mounting unit 1.

In dit geval is de diameter F van de kabelschijf 34 kleiner dan de diameter F' van he schijfgedeelte 6.In this case, the diameter F of the cable disc 34 is smaller than the diameter F 'of the disc portion 6.

Op deze wijze wordt een zogenaamde "agressievere" sturing bekomen dan in het geval van figuur 10, waarbij de voornoemde diameters F en F' gelijk of nagenoeg gelijk zijn.In this way a so-called "more aggressive" control is obtained than in the case of Fig. 10, wherein the aforementioned diameters F and F 'are the same or substantially the same.

Bij eenzelfde verdraaiing van het schijfgedeelte 6 zal immers in het geval van figuur 11 door het verschil in diameters F en F' een grotere verdraaiing van de wielas 18 worden bekomen dan in het geval van de figuur 10.After all, with the same rotation of the disc portion 6, a larger rotation of the wheel axle 18 will be obtained in the case of Figure 11 than in the case of Figure 10 due to the difference in diameters F and F '.

In de figuren 12 en 13 is volledig analoog aan de figuren 10 en 11 een oplegger 25 met één wielas 18 weergegeven, respectievelijk met een standaard aansturing en een zogenaamde "agressieve" aansturing, waarbij evenwel aan weerszijden van de wielas 18 telkens twee wielen 41 zijn aangebracht in plaats van slechts één wiel, zoals in de voorgaande gevallen van de figuren 6 en 7.Figures 12 and 13 show a semi-trailer 25 with one wheel axle 18, fully analogous to Figures 10 and 11, respectively with a standard drive and a so-called "aggressive" drive, although two wheels 41 are on each side of the wheel axle 18 respectively. arranged instead of just one wheel, as in the previous cases of figures 6 and 7.

Uiteraard verandert dit niets essentieels aan de zaak.Of course this does not change anything essential to the case.

De figuren 14 tot en met 18 geven een configuratie weer voor een twee-assige oplegger 25.Figures 14 to 18 show a configuration for a two-axle trailer 25.

Hierbij zijn de figuren 14 tot en met 17 volledig vergelijkbaar met de configuraties van de figuren 10 tot en met 13, waarbij één van de twee wielassen 18 niet verdraaibaar is aangestuurd door de kabelsturing, terwijl de andere wielas 18 opnieuw is voorzien van een kabelschijf 34 zoals hiervoor beschreven die middels een kabel 16 aan de opbouweenheid 1 is gekoppeld voor een verdraaibare aansturing van de wielas 18.Figures 14 to 17 are fully comparable with the configurations of Figures 10 to 13, one of the two wheel axles 18 being non-rotatably controlled by the cable control, while the other wheel axle 18 is again provided with a cable disc 34 as described above which is coupled to the mounting unit 1 by means of a cable 16 for a rotatable control of the wheel axle 18.

In figuur 18 evenwel zijn de beide wielassen 18 elk verdraaibaar op de oplegger 25 gemonteerd middels een kabelschijf 34.In figure 18, however, the two wheel axles 18 are each rotatably mounted on the trailer 25 by means of a cable disc 34.

Hierbij is naast een kabel 16 voor het koppelen van de kabelschijven 34 aan de opbouweenheid 1 tevens een kabel 43 over de kabelschi j ven 1 van de gestuurde wielassen 18 gespannen voor een onderlinge koppeling van de kabelschijven 34 en dus van de verdraaiing die de betrokken wielassen 18 ondergaan.In addition to a cable 16 for coupling the cable pulleys 34 to the mounting unit 1, a cable 43 is also stretched over the cable shafts 1 of the steered wheel shafts 18 for mutual coupling of the cable pulleys 34 and thus of the rotation that the wheel shafts concerned 18.

Deze kabel 43 tussen het paar kabelschijven 34 is gekruist voor een tegengestelde aansturing van de betrokken wielassen 18.This cable 43 between the pair of cable discs 34 is crossed for opposite control of the wheel shafts 18 concerned.

Bovendien zijn de diameters van de betreffende kabelgoten 36 waarrond de kabel 43 is gespannen voor een onderlinge koppeling van de kabelschijven 34 op de betrokken kabelschijven 34 onderling verschillend.Moreover, the diameters of the respective cable ducts 36 around which the cable 43 is tensioned for mutual coupling of the cable disks 34 to the cable disks 34 concerned are mutually different.

Bijgevolg worden de beide wielassen 18 op verschillende wijze aangestuurd onder invloed van eenzelfde relatieve verdraaiing tussen een trekker 24 en de oplegger 25, wat in sommige gevallen interessant kan zijn.Consequently, the two wheel axles 18 are steered differently under the influence of the same relative rotation between a tractor 24 and the trailer 25, which may be interesting in some cases.

De figuren 19 tot en met 23 geven nog andere mogelijke configuraties weer voor opleggers 2 5 met drie en meer wielassen 18 die al dan niet worden aangestuurd door middel van een kabelsturing.Figures 19 to 23 show still other possible configurations for trailers 2 with three and more wheel axles 18 that may or may not be driven by means of a cable control.

Hierbij worden tevens meerdere wielassen 18 voorzien van een kabelschijf 34, zoals hiervoor beschreven, eventueel aan elkaar gekoppeld via een bijkomende kabel 43 die, hetzij recht is gespannen voor een gelijkgerichte aansturing van de betrokken wielassen 18, hetzij kruisgewijs is aangebracht voor een- tegengestelde sturing van de betrokken wielassen 18.A plurality of wheel shafts 18 are herein also provided with a cable disc 34, as described above, optionally coupled to each other via an additional cable 43 which is either straightly tensioned for the rectified control of the wheel shafts 18 concerned or is arranged crosswise for opposite control of the wheel axles concerned 18.

Ook door te spelen met de diameter van de kabelschijf 34 op de gestuurde wielas 18 in functie van de diameter van het schi j f gedeelte 6 van de kabelgeleider 5 van de opbouweenheid l.kan de wijze van aansturen worden aangepast en al dan niet agressiever worden gemaakt.Also by playing with the diameter of the cable disc 34 on the steered wheel axle 18 as a function of the diameter of the disc portion 6 of the cable guide 5 of the mounting unit 1. the manner of driving can be adjusted and made more aggressive or not .

Zoals hiervoor reeds meermaals werd benadrukt en zoals is weergegeven in figuur 24, kan een opbouweenheid 1 volgens de uitvinding even goed worden gemonteerd op een aanhangwagen 44 met een dissel 45 in plaats van op een oplegger 25.As has been emphasized several times before and as shown in Figure 24, a mounting unit 1 according to the invention can be mounted just as well on a trailer 44 with a drawbar 45 instead of on a trailer 25.

Hierbij wordt bij voorkeur de dissel 45 van de aanhangwagen 44 met één uiteinde vast gemonteerd op het tweede draaikransgedeel te 4 van de draaikrans 2 van de opbouweenheid 1, terwijl het andere uiteinde van de dissel 45 kan worden gekoppeld aan een trekhaak die op een trekker is voorzien.Here, the drawbar 45 of the trailer 44 is preferably mounted with one end fixedly on the second slewing ring part 4 of the slewing ring 2 of the mounting unit 1, while the other end of the drawbar 45 can be coupled to a tow bar mounted on a tractor to provide.

De huidige uitvinding is geenszins beperkt tot de als voorbeeld beschreven en in de figuren weergegeven uitvoeringsvorm van een opbouweenheid 1 en een getrokken voertuig 25 die voorzien is van zulke opbouweenheid 1, doch een opbouweenheid 1 evenals getrokken voertuig 25 volgens de uitvinding kunnen in allerlei vormen en afmetingen worden verwezenlijkt zonder buiten het kader van de uitvinding te treden.The present invention is by no means limited to the exemplary embodiment and shown in the figures of a building unit 1 and a towed vehicle 25 which is provided with such a building unit 1, but a building unit 1 as well as a towed vehicle 25 according to the invention can take many forms and dimensions are achieved without departing from the scope of the invention.

Claims (21)

1. Opbouweenheid (1) voor opbouw op een getrokken voertuig (25) voor het aansturen van één of meer verdraaibaar gestuurde wielassen (18) van het getrokken voertuig (25), daardoor gekenmerkt dat ze minstens voorzien is van: - een draaikrans (2) met een eerste draaikransgedeelte (3) en een tweede draaikransgedeelte (4) die verdraaibaar zijn ten opzichte van elkaar, waarbij het eerste draaikransgedeelte (3) koppelbaar is aan het getrokken voertuig (25) en het tweede draaikransgedeelte (4) koppelbaar is aan een trekker (24) ; - een kabelgeleider (5) met een schijfgedeelte (6) en een ondersteuning (7) die koppelbaar is met getrokken voertuig (25) op een zekere afstand van de voornoemde draaikrans (2), waarbij de ondersteuning (7) is voorzien van een verticale as (8) waarrond het schijfgedeelte (6) van de kabelgeleider (5) verdraaibaar is aangebracht; en, een telescopisch uitgevoerde verbindingsstaaf (9) waarvan één uiteinde (10) vast is verbonden met het schijfgedeelte (6) van de kabelgeleider (5) en een ander uiteinde (11) scharnierbaar om een verticale as (12) is bevestigd aan het tweede draaikransgedeelte (4).A mounting unit (1) for mounting on a towed vehicle (25) for controlling one or more rotatably steered wheel axles (18) of the towed vehicle (25), characterized in that it is provided with at least: - a turntable (2) ) with a first slewing ring portion (3) and a second slewing ring portion (4) that are rotatable relative to each other, wherein the first slewing ring portion (3) can be coupled to the towed vehicle (25) and the second slewing ring portion (4) can be coupled to a trigger (24); - a cable guide (5) with a disk portion (6) and a support (7) that can be coupled to a towed vehicle (25) at a certain distance from the aforementioned slewing ring (2), the support (7) being provided with a vertical shaft (8) around which the disk portion (6) of the cable guide (5) is rotatably arranged; and, a telescopic connecting rod (9) of which one end (10) is fixedly connected to the disc portion (6) of the cable guide (5) and another end (11) is pivotally mounted about a vertical axis (12) on the second slewing ring part (4). 2. Opbouweenheid (1) volgens conclusie 1, daardoor gekenmerkt dat het eerste draaikransgedeelte (3) koppelbaar is aan het getrokken voertuig (25) en wel concentrisch rond een koppeldeel (41) voor koppeling van het getrokken voertuig (25) aan de trekker (24).Building unit (1) according to claim 1, characterized in that the first slewing ring part (3) can be coupled to the towed vehicle (25), namely concentrically around a coupling part (41) for coupling the towed vehicle (25) to the tractor (25) 24). 3. Opbouweenheid (1) volgens conclusie 2, daardoor gekenmerkt dat het getrokken voertuig een oplegger (25) is en dat het koppeldeel een kingping (41) van de oplegger (25) is.Building unit (1) according to claim 2, characterized in that the towed vehicle is a trailer (25) and that the coupling part is a kingping (41) of the trailer (25). 4. Opbouweenheid (1) volgens conclusie 1, daardoor gekenmerkt dat het getrokken voertuig een aanhangwagen (44) is met een dissel (45) die vast is gemonteerd op het tweede draaikransgedeelte (4).Building unit (1) according to claim 1, characterized in that the towed vehicle is a trailer (44) with a drawbar (45) fixedly mounted on the second slewing ring part (4). 5. Opbouweenheid (1) volgens één van de voorgaande conclusies, daardoor gekenmerkt dat de draaikrans (2) en de kabelgeleider (5) elk voorzien zijn van een behuizing, die zodanig zijn dat de opbouweenheid (1) zonder meer op het getrokken voertuig (25) kan worden geïnstalleerd door een koppeling van elk van de voornoemde behuizingen met het getrokken voertuig (25).Building unit (1) according to one of the preceding claims, characterized in that the slewing ring (2) and the cable guide (5) are each provided with a housing, such that the building unit (1) is simply mounted on the towed vehicle ( 25) can be installed by coupling each of the aforementioned housings with the towed vehicle (25). 6. Opbouweenheid (1) volgens één van de voorgaande conclusies, daardoor gekenmerkt dat de draaikrans (2) voorzien is van een binnenste ring (13) en een buitenste ring (14), die respectievelijk deel uitmaken van het eerste draaikransgedeelte (3) en het tweede draaikransgedeelte (4).Building unit (1) according to one of the preceding claims, characterized in that the slewing ring (2) is provided with an inner ring (13) and an outer ring (14), which respectively form part of the first slewing ring section (3) and the second slewing ring part (4). 7. Opbouweenheid (1) volgens één van de voorgaande conclusies, daardoor gekenmerkt dat het tweede draaikransgedeelte (4) en de trekker (24) voorzien zijn van ten opzichte van elkaar losmaakbare meeneemmiddelen die complementair aan elkaar zijn.Building unit (1) according to one of the preceding claims, characterized in that the second slewing ring part (4) and the trigger (24) are provided with releasable catch means that are complementary to each other. 8. Opbouweenheid (1) volgens conclusie 7, daardoor gekenmerkt dat de voornoemde meeneemmiddelen gevormd worden door een tand (26) en een complementaire gleuf.Building unit (1) according to claim 7, characterized in that the aforementioned carrier means are formed by a tooth (26) and a complementary slot. 9. Opbouweenheid (1) volgens conclusie 8, daardoor gekenmerkt dat de voornoemde meeneemmiddelen gevormd worden door een wigvormige tand (26) op het tweede draaikransgedeelte (4) en een complementaire gleuf in de trekker (24).Building unit (1) according to claim 8, characterized in that the aforementioned carrier means are formed by a wedge-shaped tooth (26) on the second slewing ring part (4) and a complementary slot in the tractor (24). 10. Opbouweenheid (1) volgens één van de voorgaande conclusies, daardoor gekenmerkt dat het schijfgedeelte (6) van de kabelgeleider (5) aan zijn buitenste radiale rand (19) is voorzien van een kabelgoot (20).Building unit (1) according to one of the preceding claims, characterized in that the disc portion (6) of the cable guide (5) is provided with a cable duct (20) on its outer radial edge (19). 11. Opbouweenheid (1) volgens conclusie 10, daardoor gekenmerkt dat het schi j fgedeelte (6) van de kabelgeleider (5) een volledige schijf (29) is waarrond een kabel (16) kan worden gespannen, waarbij de telescopische verbindingsstaaf (9) zich uitstrekt parallel aan de schijf (29) op een zekere afstand ervan.Building unit (1) according to claim 10, characterized in that the sliding part (6) of the cable guide (5) is a complete disc (29) around which a cable (16) can be tensioned, the telescopic connecting rod (9) extends parallel to the disc (29) at a certain distance from it. 12. Opbouweenheid (1) volgens conclusie 10, daardoor gekenmerkt dat het schi j fgedeelte (6) van de kabelgeleider (5) bestaat uit twee gelijke schijfsegmenten (21) die radiaal tegenover elkaar zijn aangebracht ter vorming van een vlindervormig schijfgedeelte (6).12. Building unit (1) according to claim 10, characterized in that the sliding part (6) of the cable guide (5) consists of two equal disc segments (21) arranged radially opposite each other to form a butterfly-shaped disc part (6). 13. Opbouweenheid (1) volgens conclusie 12, daardoor gekenmerkt dat op de buitenzijde van het gedeelte (22) van de telescopisch uitgevoerde verbindingsstaaf (9) die verbonden is met de kabelgeleider (5) aansluitmiddelen (23) zijn voorzien voor het vastkoppelen van een kabel (16) aan de verbindingsstaaf (9), waarbij de telescopische verbindingsstaaf (9) zich uitstrekt in het vlak van het schijfgedeelte (6).Building unit (1) according to claim 12, characterized in that connection means (23) are provided on the outside of the part (22) of the telescopic connecting rod (9) connected to the cable guide (5) for connecting a cable (16) to the connecting rod (9), the telescopic connecting rod (9) extending in the plane of the disk portion (6). 14. Getrokken voertuig (25) met één of meerdere verdraaibaar gestuurde wielassen (18) waarop een opbouweenheid (1) volgens één van de voorgaande conclusies is aangebracht, daardoor gekenmerkt dat minstens één van de verdraaibaar gestuurde wielassen (18) voorzien is van een kabelschijf (34) die via een draaikrans (17) is verbonden met het getrokken voertuig (25), waarbij de kabelschijf (34) is gekoppeld met de kabelgeleider (5) van de opbouweenheid (1) met behulp van een kabel (16).Trailed vehicle (25) with one or more rotatably steered wheel axles (18) on which a mounting unit (1) according to one of the preceding claims is arranged, characterized in that at least one of the rotatably steered wheel axles (18) is provided with a cable disc (34) connected to the towed vehicle (25) via a turntable (17), the cable disc (34) being coupled to the cable guide (5) of the building unit (1) with the help of a cable (16). 15. Getrokken voertuig (25) volgens conclusie 14, daardoor gekenmerkt dat de diameter (F) van de kabelschijf (34) op de gestuurde wielas (18) verschillend is van de diameter (F') van het schijfgedeelte (6) van de kabelgeleider (5) van de opbouweenheid (1).The towed vehicle (25) according to claim 14, characterized in that the diameter (F) of the cable disc (34) on the steered wheel axle (18) is different from the diameter (F ') of the disc portion (6) of the cable guide (5) of the building unit (1). 16. Getrokken voertuig (25) volgens conclusie 14 of 15, daardoor gekenmerkt dat de kabelschijf (34) een gietstuk is met een opstaande kraag (35) die voorzien is van één of meerdere kabelgoten (36) en een flens (37), enerzijds ter bevestiging van de kabelschijf (34) aan een draaikrans (17) voor een verdraaibare koppeling met het getrokken voertuig (25) omheen een verticale as (AA') en, anderzijds, ter bevestiging van de kabelschijf (34) aan de betreffende wie las (18) voor een ophanging van deze wielas (18) aan het getrokken voertuig (25).Towed vehicle (25) according to claim 14 or 15, characterized in that the cable disc (34) is a cast piece with an upstanding collar (35) provided with one or more cable ducts (36) and a flange (37) on the one hand for attaching the cable disc (34) to a turntable (17) for a rotatable coupling with the towed vehicle (25) about a vertical axis (AA ') and, on the other hand, for attaching the cable disc (34) to the person in question who was reading (18) for suspending this wheel axle (18) on the towed vehicle (25). 17. Getrokken voertuig (25) volgens conclusie 16, daardoor gekenmerkt dat het getrokken voertuig (25) is voorzien van meerdere gestuurde wielassen (18) die elk voorzien zijn van een voornoemde kabelschijf (34).The towed vehicle (25) according to claim 16, characterized in that the towed vehicle (25) is provided with a plurality of steered wheel axles (18), each of which is provided with a aforementioned cable disc (34). 18. Getrokken voertuig (25) volgens conclusie 16, daardoor gekenmerkt dat minstens één paar van de kabelschijven (34) van de voornoemde gestuurde wielassen (18) onderling zijn verbonden door middel van een kabel (43) die is aangebracht in een kabelgoot (36) van de betrokken kabelschijven (34).Towed vehicle (25) according to claim 16, characterized in that at least one pair of the cable pulleys (34) of the aforementioned steered wheel axles (18) are interconnected by means of a cable (43) arranged in a cable duct (36) ) of the cable disks concerned (34). 19. Getrokken voertuig (25) volgens conclusie 18, daardoor gekenmerkt dat de diameter (F) van de kabelgoten (36) op de voornoemde betrokken kabelschijven (34) onderling verschilt.The towed vehicle (25) according to claim 18, characterized in that the diameter (F) of the cable ducts (36) on the aforementioned cable disks (34) involved differs from each other. 20. Getrokken voertuig (25) volgens conclusie 18 of 19, daardoor gekenmerkt dat de kabel (43) tussen het voornoemde paar kabelschijven (34) gekruist is voor een tegengestelde aansturing van de betrokken wielassen (18).The towed vehicle (25) according to claim 18 or 19, characterized in that the cable (43) is crossed between said pair of cable pulleys (34) for opposite control of the wheel axles (18) involved. 21. Getrokken voertuig (25) volgens conclusie 19 of 20, daardoor gekenmerkt dat de kabel (43) recht is gespannen tussen het voornoemde paar kabelschijven (34) voor een gelijkgerichte aansturing van de betrokken wielassen (18).The towed vehicle (25) according to claim 19 or 20, characterized in that the cable (43) is tensioned straight between said pair of cable pulleys (34) for a rectified control of the wheel axles (18) involved.
BE2010/0221A 2010-04-07 2010-04-07 CONSTRUCTION UNIT FOR CONSTRUCTION ON A PULLED VEHICLE, AS WELL AS PULLED VEHICLE TO WHICH THIS CONSTRUCTION UNIT IS FITTED. BE1019275A3 (en)

Priority Applications (1)

Application Number Priority Date Filing Date Title
BE2010/0221A BE1019275A3 (en) 2010-04-07 2010-04-07 CONSTRUCTION UNIT FOR CONSTRUCTION ON A PULLED VEHICLE, AS WELL AS PULLED VEHICLE TO WHICH THIS CONSTRUCTION UNIT IS FITTED.

Applications Claiming Priority (2)

Application Number Priority Date Filing Date Title
BE2010/0221A BE1019275A3 (en) 2010-04-07 2010-04-07 CONSTRUCTION UNIT FOR CONSTRUCTION ON A PULLED VEHICLE, AS WELL AS PULLED VEHICLE TO WHICH THIS CONSTRUCTION UNIT IS FITTED.
BE201000221 2010-04-07

Publications (1)

Publication Number Publication Date
BE1019275A3 true BE1019275A3 (en) 2012-05-08

Family

ID=43242744

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
BE2010/0221A BE1019275A3 (en) 2010-04-07 2010-04-07 CONSTRUCTION UNIT FOR CONSTRUCTION ON A PULLED VEHICLE, AS WELL AS PULLED VEHICLE TO WHICH THIS CONSTRUCTION UNIT IS FITTED.

Country Status (1)

Country Link
BE (1) BE1019275A3 (en)

Citations (7)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
US2223781A (en) * 1939-12-06 1940-12-03 Henry Schaefer Jr Tractor-semitrailer combination
BE668994A (en) * 1964-09-01 1965-12-16
US3690698A (en) * 1970-11-30 1972-09-12 Carl E Humes Steering assembly for trailers
DE2450469A1 (en) * 1974-10-24 1976-05-06 Spier & Sohn Articulated semi trailer vehicle - has trailer turntable and rear axle turntable coupled by steering bar
EP0043628A1 (en) * 1980-07-03 1982-01-13 Welgro B.V. Vehicle
EP0593376A1 (en) * 1992-10-12 1994-04-20 Rémy Diebolt Mechanically forced steering in particular for extendable semi-trailer
FR2875779A1 (en) * 2004-09-30 2006-03-31 Christophe Gaussin Chassis frame for trailer, has mounting unit comprising semi-trailer king pin for forming semi-trailer or running gear for forming trailer, and allowing rotation of king pin or gear with respect to frame

Patent Citations (7)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
US2223781A (en) * 1939-12-06 1940-12-03 Henry Schaefer Jr Tractor-semitrailer combination
BE668994A (en) * 1964-09-01 1965-12-16
US3690698A (en) * 1970-11-30 1972-09-12 Carl E Humes Steering assembly for trailers
DE2450469A1 (en) * 1974-10-24 1976-05-06 Spier & Sohn Articulated semi trailer vehicle - has trailer turntable and rear axle turntable coupled by steering bar
EP0043628A1 (en) * 1980-07-03 1982-01-13 Welgro B.V. Vehicle
EP0593376A1 (en) * 1992-10-12 1994-04-20 Rémy Diebolt Mechanically forced steering in particular for extendable semi-trailer
FR2875779A1 (en) * 2004-09-30 2006-03-31 Christophe Gaussin Chassis frame for trailer, has mounting unit comprising semi-trailer king pin for forming semi-trailer or running gear for forming trailer, and allowing rotation of king pin or gear with respect to frame

Similar Documents

Publication Publication Date Title
US9242672B2 (en) Utility vehicle
BE1022805B1 (en) Support frame for agricultural vehicle
CN110177737A (en) For the suspension assembly of motor vehicles, for the wheel set of motor vehicles, the front end of motor vehicles and its motor vehicles
DE602004007345T2 (en) IMPROVEMENTS IN AND IN CONNECTION WITH TRAILER COUPLINGS
NL1030002C1 (en) Semi-trailer or trailer with improved steering.
NL1034591C2 (en) Upright supporting structure for a fairground attraction, in particular a ferris wheel.
BE1019275A3 (en) CONSTRUCTION UNIT FOR CONSTRUCTION ON A PULLED VEHICLE, AS WELL AS PULLED VEHICLE TO WHICH THIS CONSTRUCTION UNIT IS FITTED.
AU622450B2 (en) Multiple axle trailers
US20040080134A1 (en) Compound steering mechanism
JP2002534322A (en) Improved steering system
NL1033771C2 (en) Steering.
US8870295B1 (en) Cargo hauling attachment for a tractor
JPH06510721A (en) Axle structure for commercial vehicles
US20170305482A1 (en) Heavy load transport vehicle of variable width
NL1037078C2 (en) AGRICULTURAL MACHINE.
US6779808B2 (en) Limited articulation trailer and hitch system
NL1038723C2 (en) CABLE DISC FOR CONTROLLING A PIVOT-DRIVENED WHEEL AXLE OF A PULLED VEHICLE, ALSO A WHEEL LASS ON WHICH Such cable disc is mounted, AND PULLED VEHICLE EQUIPPED WITH SUCH WHEEL LASS.
KR101685415B1 (en) Apparatus for moving robot
NL1032998C2 (en) System for setting one or more wheels on the axle of an agricultural vehicle and agricultural vehicle provided with such a system.
RU2093369C1 (en) Chassis of car
BE1017055A3 (en) Turntable for trailer, has steering cable duct provided in one or both concentric rings
NL1041351B1 (en) Hydraulic steering and towed vehicle that is provided with such hydraulic steering.
JP6826513B2 (en) Trailer with steering mechanism
US20040084875A1 (en) Articulated vehicle
US8590915B2 (en) Support system for articulating hitches

Legal Events

Date Code Title Description
PD Change of ownership

Owner name: X-DRIVE BV; NL

Free format text: DETAILS ASSIGNMENT: CHANGE OF OWNER(S), AFFECTATION / CESSION; FORMER OWNER NAME: X-DRIVE, NAAMLOZE VENNOOTSCHAP

Effective date: 20170309

Owner name: SAF BENELUX B.V.; NL

Free format text: DETAILS ASSIGNMENT: CHANGE OF OWNER(S), CESSION; FORMER OWNER NAME: X-DRIVE BV

Effective date: 20190725

HC Change of name of the owners

Owner name: IMS GROUP B.V.; NL

Free format text: DETAILS ASSIGNMENT: CHANGE OF OWNER(S), CHANGE OF OWNER(S) NAME; FORMER OWNER NAME: SAF BENELUX B.V.

Effective date: 20210423