BE1019225A3 - Aandrijfas, motorvoertuig of aanhangwagen met een dergelijke aandrijfas en werkwijze voor het aanpassen van een anndrijfas. - Google Patents

Aandrijfas, motorvoertuig of aanhangwagen met een dergelijke aandrijfas en werkwijze voor het aanpassen van een anndrijfas. Download PDF

Info

Publication number
BE1019225A3
BE1019225A3 BE2011/0331A BE201100331A BE1019225A3 BE 1019225 A3 BE1019225 A3 BE 1019225A3 BE 2011/0331 A BE2011/0331 A BE 2011/0331A BE 201100331 A BE201100331 A BE 201100331A BE 1019225 A3 BE1019225 A3 BE 1019225A3
Authority
BE
Belgium
Prior art keywords
wheel flange
drive shaft
transmission
rotational movement
stub axle
Prior art date
Application number
BE2011/0331A
Other languages
English (en)
Inventor
Geert Johan Lucien Bonne
Dany Hendrik Maria Strobbe
Geert Hilaire Albert Strobbe
Original Assignee
Bvba Agro Techniek Bonne
Strobbe Engineering
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by Bvba Agro Techniek Bonne, Strobbe Engineering filed Critical Bvba Agro Techniek Bonne
Priority to BE2011/0331A priority Critical patent/BE1019225A3/nl
Application granted granted Critical
Publication of BE1019225A3 publication Critical patent/BE1019225A3/nl
Priority to PCT/IB2012/000909 priority patent/WO2013050835A1/en
Priority to PL12729701T priority patent/PL2714452T3/pl
Priority to EP12729701.8A priority patent/EP2714452B1/en
Priority to DK12729701.8T priority patent/DK2714452T3/en

Links

Classifications

    • BPERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
    • B60VEHICLES IN GENERAL
    • B60KARRANGEMENT OR MOUNTING OF PROPULSION UNITS OR OF TRANSMISSIONS IN VEHICLES; ARRANGEMENT OR MOUNTING OF PLURAL DIVERSE PRIME-MOVERS IN VEHICLES; AUXILIARY DRIVES FOR VEHICLES; INSTRUMENTATION OR DASHBOARDS FOR VEHICLES; ARRANGEMENTS IN CONNECTION WITH COOLING, AIR INTAKE, GAS EXHAUST OR FUEL SUPPLY OF PROPULSION UNITS IN VEHICLES
    • B60K17/00Arrangement or mounting of transmissions in vehicles
    • B60K17/04Arrangement or mounting of transmissions in vehicles characterised by arrangement, location, or kind of gearing
    • B60K17/16Arrangement or mounting of transmissions in vehicles characterised by arrangement, location, or kind of gearing of differential gearing
    • B60K17/165Arrangement or mounting of transmissions in vehicles characterised by arrangement, location, or kind of gearing of differential gearing provided between independent half axles

Landscapes

  • Engineering & Computer Science (AREA)
  • Chemical & Material Sciences (AREA)
  • Combustion & Propulsion (AREA)
  • Transportation (AREA)
  • Mechanical Engineering (AREA)
  • Retarders (AREA)
  • Arrangement And Driving Of Transmission Devices (AREA)
  • Arrangement And Mounting Of Devices That Control Transmission Of Motive Force (AREA)

Abstract

Deze uitvinding betreft een alternatieve aandrijfas (1) waarvan de steekassen (3a, 3b) star met elkaar verbindbaar zijn of verbonden zijn en waarvan de overbrengingen van de beweging van de steekassen (3a, 3b) naar een beweging van de respectievelijke wielflenzen (5a, 5b) afzonderlijk uitschakelbaar zijn. Deze uitvinding betreft eveneens een motorvoertuig of een aanhangwagen omvattende een dergelijke aandrijfas (1) en werkwijzen voor het aanpassen van bestaande aandrijfassen (1) tot een aandrijfas (1) volgens de uitvinding.

Description

AANDRIJFAS. MOTORVOERTUIG OF AANHANGWAGEN MET EEN DERGELIJKE AANDRIJFAS EN WERKWIJZE VOOR HET AANPASSEN
VAN EEN AANDRIJFAS
Deze uitvinding betreft een aandrijfas voor een motorvoertuig of een aanhangwagen, omvattende: - koppelmiddelen voor het koppelen van de aandrijfas aan een krachtbron; - een eerste wielflens aan zijn eerste uiteinde en een tweede wielflens aan zijn tweede uiteinde; - een eerste steekas die de eerste wielflens verbindt met de koppelmiddelen en een tweede steekas die de tweede wielflens verbindt met de koppelmiddelen; centrale overbrengingsmiddelen voor het overbrengen van een aandrijfbeweging van de krachtbron naar een rotatiebeweging van de steekassen; - eerste overbrengingsmiddelen voor het overbrengen van een rotatiebeweging van de eerste steekas naar een rotatiebeweging van de eerste wielflens; - tweede overbrengingsmiddelen voor het overbrengen van een rotatiebeweging van de tweede steekas naar een rotatiebeweging van de tweede wielflens; - eerste uitschakelmiddelen voor het uitschakelen van de overbrenging van de eerste overbrengingsmiddelen; - tweede uitschakelmiddelen voor het uitschakelen van de overbrenging van de tweede overbrengingsmiddelen;
Dergelijke aandrijfassen kunnen zoals gekend ook uitgevoerd worden als stuurassen.
Daarnaast betreft deze uitvinding een motorvoertuig of een aanhangwagen omvattende een dergelijke aandrijfas. Meer specifiek vindt deze uitvinding zijn toepassing bij zware landbouwwagens voor grondverzet of transport of aanhangwagens voor tractoren of zware terreinvoertuigen zoals gronddumpers, telescopische kranen, silagewagens, enz. Dergelijke zware motorvoertuigen omvatten meestal meerdere aangedreven assen. Dergelijke zware aanhangwagens omvatten één of meerdere aandrijfassen die samen met één of meerdere assen van het voertuig dat deze aanhangwagen trekt, worden aangedreven.
Verder betreft deze uitvinding een werkwijze voor het aanpassen van een aandrijfas tot een aandrijfas volgens deze uitvinding.
Aandrijfassen worden bij deze toepassingen mechanisch gekoppeld aan een krachtbron, ofwel rechtstreeks ofwel via een aftakas van de krachtbron. De aandrijfas verdeelt de draaibeweging van de krachtbron (ofwel rechtstreeks ofwel via de aftakas) in huidige toepassingen steeds via een differentieel naar de wielen, die op de wielflenzen zijn aangebracht. Dit differentieel maakt het mogelijk dat de beide wielen met een verschillende snelheid ronddraaien, zodat bochten vloeiend genomen kunnen worden. Het toerental van de krachbron wordt meestal met behulp van dit differentieel gereduceerd, zodat de aandrijfassen bijvoorbeeld een reductie van ongeveer 6/1 hebben. Vaak hebben aandrijfassen daarnaast bijkomend reductiemiddelen om het toerental verder te reduceren naar de wielen toe. Dit gebeurt meestal met een zogenaamd planetair tandwielstelsel ter hoogte van de wielflenzen. Met deze bijkomende reductie kan bijvoorbeeld een totale reductie van ongeveer 20/1 bekomen worden. Op deze manier bekomt men een veel groter koppel op de wielen. Hoe groter de reductie, hoe meer het moment op de wielen wordt verhoogd ten opzichte van het ingaand moment.
Een gekend probleem bij gewone differentiëlen is dat het koppel altijd gelijk verdeeld wordt over de beide wielen, zodat de beide steekassen altijd het zelfde koppel hebben, onafhankelijk van de rotatiesnelheid van de wielen. Dit heeft als nadeel dat het koppel dat op de ondergrond onder de wielen kan overgebracht worden, bepaald wordt door het wiel dat het minste koppel kwijt kan. Wanneer een wiel van de grond gaat, dan valt de aandrijving weg. Dit kan worden verholpen met zogenaamde sperdifferentiëlen, waarbij tijdelijk een ongelijk koppel over beide wielen kan bekomen worden. De gekende sperdifferentiëlen zijn echter voor de genoemde toepassingen bij zware landbouwwagens en zware terreinvoertuigen meestal onvoldoende robuust. Bovendien worden dergelijke sperdifferentiëlen voor dergelijke toepassingen vaak als te dure onderdelen beschouwd.
Bij zogenaamde 4x4 terreinwagens, die bij normaal gebruik meestal op verharde wegen rijden en soms op onverhard terrein komen, kan daarom geschakeld worden tussen 2-wielaandrijving en 4-wielaandrijving. Deze terreinwagens zijn voorzien van uitschakelmiddelen om bij gebruik op verharde wegen enkel aandrijving op 1 as te voorzien en tijdelijk aandrijving op een tweede as in te kunnen schakelen. Op de verharde wegen is namelijk enkel aandrijving op één as vereist, zodat aandrijving op beide assen zou leiden tot een situatie waarbij de wielen eigenlijk omgekeerd de as aandrijven. Door de reductie op de aandrijfas vraagt dit veel vermogen en slijtage van de banden. Door één enkele as aan te drijven bij gebruik op verharde wegen vermindert men zo het brandstofverbruik. Het probleem, waarbij aandrijving wegvalt wanneer een wiel van de grond gaat, kan echter verholpen worden dankzij de aandrijving op de tweede as, wanneer de wielen van deze tweede as wel voldoende grip hebben op de ondergrond. Wanneer echter ook een wiel van de tweede as onvoldoende grip heeft op de ondergrond, blijft het probleem onopgelost.
Bij de zwaardere terreinvoertuigen en bij zware landbouwwagens waarbij meerdere assen worden aangedreven, worden geen dergelijke uitschakelmiddelen voorzien om tijdelijk een aandrijfas uit te schakelen, omdat daar bij normaal gebruik op het terrein juist meerdere assen aangedreven dienen te worden. Gezien de reductie van het.... verhoogde brandstofverbruik wanneer deze zware terreinvoertuigen en zware landbouwwagens op de wegen komen, de meerkost van de gekende uitschakelmiddelen niet compenseert, verkiest men bij dergelijke toepassingen de dure en voor deze toepassingen vaak ook onvoldoende robuuste uitschakelmiddelen weg te laten.
Het doel van deze uitvinding is dan ook te voorzien in een aandrijfas, waarmee bovengenoemde problemen op een alternatieve manier verholpen kunnen worden, zodat deze ook voor zwaardere terreinvoertuigen en zware landbouwwagens verholpen kunnen worden, waarbij de aandrijfas voldoende robuust uitgevoerd kan worden en waarbij de meerkost de reductie van het verhoogde brandstofverbruik bij gebruik van dergelijke zwaardere terreinvoertuigen en zware landbouwwagens op verharde wegen kan compenseren.
Dit doel van de uitvinding wordt in de eerste plaats bereikt door te voorzien in een aandrijfas voor een motorvoertuig of een aanhangwagen, omvattende: - koppelmiddelen voor het koppelen van de aandrijfas aan een krachtbron; - een eerste wielflens aan zijn eerste uiteinde en een tweede wielflens aan zijn tweede uiteinde; - een eerste steekas die de eerste wielflens verbindt met de koppelmiddelen en een tweede steekas die de tweede wielflens verbindt met de koppelmiddelen, waarbij de eerste steekas en de tweede steekas star met elkaar verbindbaar zijn of verbonden zijn; - centrale overbrengingsmiddelen voor het overbrengen van een aandrijfbeweging van de krachtbron naar een rotatiebeweging van de steekassen; - eerste overbrengingsmiddelen voor het overbrengen van een rotatiebeweging van de eerste steekas naar een rotatiebeweging van de eerste wielflens; - tweede overbrengingsmiddelen voor het overbrengen van een rotatiebeweging van de tweede steekas naar een rotatiebeweging van de tweede wielflens; - eerste uitschakelmiddelen voor het uitschakelen van de overbrenging van de eerste overbrengingsmiddelen; - en tweede uitschakelmiddelen voor het uitschakelen van de overbrenging van de tweede overbrengingsmiddelen, waarbij de overbrenging van de eerste overbrengingsmiddelen en de overbrenging van de tweede overbrengingsmiddelen afzonderlijk uitschakelbaar zijn met behulp van de eerste, respectievelijk de tweede uitschakelmiddelen.
Door de eerste en de tweede steekas star met elkaar te verbinden of verbindbaar te maken, is het mogelijk om het differentieel als duurder onderdeel van een aandrijfas weg te laten. Op deze manier is het mogelijk een aandrijfas te maken waarbij de meerkost van de uitschakelmiddelen de reductie van het verhoogde brandstofverbruik bij gebruik van dergelijke zwaardere terreinvoertuigen en zware landbouwwagens op verharde wegen kan compenseren
Door het star verbinden of verbindbaar maken van de steekassen wordt het probleem van wegvallen van aandrijving wanneer één van beide wielen geen grip heeft op de ondergrond verholpen. Het nadeel van starre assen, waarbij beide wielen even snel roteren (en bochten daardoor niet vloeiend kunnen genomen worden), wordt verholpen door de overbrenging van de overbrengingsmiddelen afzonderlijk uitschakelbaar te maken met behulp van de uitschakelmiddelen. In bochten kan dan tijdelijk één van beide wielen van een aandrijfas uitgeschakeld worden, om zo de bocht vloeiend te kunnen nemen.
De eerste en de tweede uitschakelmiddelen worden ter hoogte van de eerste en de tweede overbrengingsmiddelen voorzien en dus ter hoogte van de wielen. Op deze manier is het mogelijk om op een robuustere manier de aandrijving naar de wielen toe uit te schakelen dan bij uitschakelmiddelen waarbij de uitschakeling ter hoogte van de koppelmiddelen of de aftakas gebeurt. Bij uitschakeling ter hoogte van de wielen, kunnen de wielen vrij draaien wanneer dit nodig is.
Op de weg, waar geen aandrijving van alle aandrijfassen is vereist, kunnen beide wielen van één van de aandrijfassen uitgeschakeld worden. Dan draait enkel de naaf van het wiel gelagerd op zware lagers (bijvoorbeeld conische tonlagers), alsof het een niet aangedreven as betreft. Het benodigde vermogen en bijgevolg ook het verbruik van de krachtbron wordt gereduceerd.
Bij een bijzondere uitvoeringsvorm van een aandrijfas volgens deze uitvinding omvatten de eerste overbrengingsmiddelen eerste eindreductiemiddelen ter reductie van de rotatiebeweging van de eerste wielflens ten opzichte van de rotatiebeweging van de eerste steekas en omvatten de tweede overbrengingsmiddelen tweede eindreductiemiddelen ter reductie van de rotatiebeweging van de tweede wielflens ten opzichte van de rotatiebeweging van de tweede steekas, zijn de eerste uitschakelmiddelen gepositioneerd tussen de eerste eindreductiemiddelen en de eerste wielflens en zijn de tweede uitschakelmiddelen gepositioneerd tussen de tweede eindreductiemiddelen en de tweede wielflens. Bij voorkeur zijn de eindreductiemiddelen hierbij uitgevoerd als een planetair tandwielstelsel.
Op de weg, waar geen aandrijving van alle aandrijfassen is vereist, en wanneer beide wielen van één van de aandrijfassen uitgeschakeld worden is er geen overbrenging meer van de tandwielen van het planetair tandwielstelsel. Op deze manier is er geen wrijving en geen slijtage van deze tandwielen. Op de weg draait normaal de gehele tandwieloverbrenging op de hoogste toeren. Nu draait enkel de naaf van het wiel gelagerd op twee zware lagers, alsof het een niet aangedreven as betreft. Het benodigde vermogen en bijgevolg ook het verbruik van de krachtbron wordt gigantisch gereduceerd.
De centrale overbrengingsmiddelen van een aandrijfas volgens deze uitvinding kunnen meer specifiek uitgevoerd zijn als een sperdifferentieel om de eerste steekas en de tweede steekas star met elkaar verbindbaar te maken.
Ook bij andere toepassingen dan de zware terreinwagens en zware landbouwvoertuigen kan het afzonderlijk loskoppelen van de wielen in combinatie met het tijdelijk star verbinden van de steekassen namelijk de opgesomde voordelen bieden. Bij dergelijke voordelen kan de meerkost van het voorzien van de afzonderlijk uitschakelbare uitschakelmiddelen verantwoordbaar zijn, ook wanneer bijkomend een differentieel wordt voorzien. Dit differentieel wordt dan volgens de uitvinding als sperdifferentieel voorzien om zo de steekassen star verbindbaar te maken. Zo worden de voordelen van het vloeiend nemen van bochten met een differentieel gecombineerd met de voordelen van het star verbinden van de steekassen en het afzonderlijk loskoppelen van de wielen.
Bij een specifieke uitvoeringsvorm van een dergelijke aandrijfas met sperdifferentieel, is de aandrijfbeweging van de krachtbron een rotatiebeweging en is het sperdifferentieel uitgevoerd als een reductiemiddel ter reductie van de rotatiebeweging van de eerste en de tweede steekas ten opzichte van de rotatiebeweging van de krachtbron.
Bij een voorkeurdragende uitvoeringsvorm van een aandrijfas volgens deze uitvinding omvatten de uitschakelmiddelen een klauwkoppeling omvatten.
De uitschakelmiddelen van een aandrijfas volgens deze uitvinding kunnen hydraulische, elektrische, pneumatische, mechanische of magnetische middelen omvatten.
Bij voorkeur omvatten de eerste uitschakelmiddelen en de tweede uitschakelmiddelen een respectievelijke veer, waarvan de veerkracht de uitschakeling in de hand werkt. Wanneer bij een dergelijke uitvoeringsvorm de uitschakelmiddelen hydraulische, elektrische, pneumatische, mechanische of magnetische middelen omvatten, dan werken deze hydraulische, elektrische, pneumatische, mechanische of magnetische middelen de veerkracht van de respectievelijke veer bij voorkeur tegen om overbrenging van de respectievelijke overbrengingsmiddelen te realiseren.
Een bijzondere uitvoeringsvorm van een aandrijfas volgens deze uitvinding is uitgevoerd als een stuuras.
Het doel van deze uitvinding wordt eveneens bereikt door te voorzien in een motorvoertuig of een aanhangwagen omvattende minstens één aandrijfas volgens deze uitvinding.
Een voorkeurdragend dergelijk motorvoertuig of een voorkeurdragende dergelijke aanhangwagen omvat minstens een eerste aandrijfas en een tweede aandrijfas volgens deze uitvinding, waarbij de overbrenging van de eerste en de tweede overbrengingsmiddelen van de eerste aandrijfas en de overbrenging van de eerste en de tweede overbrengingsmiddelen van de tweede aandrijfas allen afzonderlijk uitschakelbaar zijn met behulp van de respectievelijke uitschakelmiddelen.
Het doel van deze uitvinding wordt verder ook bereikt door te voorzien in een werkwijze voor het aanpassen van een aandrijfas, omvattende - een differentieel voor het koppelen van de aandrijfas aan een krachtbron; - een eerste wielflens aan zijn eerste uiteinde en een tweede wielflens aan zijn tweede uiteinde; - een eerste steekas die de eerste wielflens verbindt met het differentieel en een tweede steekas die de tweede wielflens verbindt met het differentieel; eerste overbrengingsmiddelen voor het overbrengen van een rotatiebeweging van de eerste steekas naar een rotatiebeweging van de eerste wielflens; - tweede overbrengingsmiddelen voor het overbrengen van een rotatiebeweging van de tweede steekas naar een rotatiebeweging van de tweede wielflens; - eerste uitschakelmiddelen voor het uitschakelen van de overbrenging van de eerste overbrengingsmiddelen; - tweede uitschakelmiddelen voor het uitschakelen van de overbrenging van de tweede overbrengingsmiddelen; waarbij het differentieel wordt overbrugd, om de steekassen star met elkaar te verbinden.
Daarnaast wordt het doel van de uitvinding bereikt door te voorzien in een werkwijze voor het aanpassen van een aandrijfas, omvattende - een differentieel voor het koppelen van de aandrijfas aan een krachtbron; een eerste wielflens aan zijn eerste uiteinde en een tweede wielflens aan zijn tweede uiteinde; - een eerste steekas die de eerste wielflens verbindt met het differentieel en een tweede steekas die de tweede wielflens verbindt met het differentieel; eerste overbrengingsmiddelen voor het overbrengen van een rotatiebeweging van de eerste steekas naar een rotatiebeweging van de eerste wielflens; - tweede overbrengingsmiddelen voor het overbrengen van een rotatiebeweging van de tweede steekas naar een rotatiebeweging van de tweede wielflens; waarbij aan het uiteinde van de eerste steekas eerste uitschakelmiddelen worden voorzien voor het uitschakelen van de overbrenging van de eerste overbrengingsmiddelen, waarbij aan het uiteinde van de tweede steekas tweede uitschakelmiddelen worden voorzien voor het uitschakelen van de overbrenging van de tweede overbrengingsmiddelen en waarbij het differentieel wordt overbrugd, om de steekassen star met elkaar te verbinden.
Wanneer de eerste overbrengingsmiddelen van een dergelijke aandrijfas eerste eindreductiemiddelen omvatten ter reductie van de rotatiebeweging van de eerste wielflens ten opzichte van de rotatiebeweging van de eerste steekas en de tweede overbrengingsmiddelen tweede eindreductiemiddelen omvatten ter reductie van de rotatiebeweging van de tweede wielflens ten opzichte van de rotatiebeweging van de tweede steekas dan worden de eerste uitschakelmiddelen bij voorkeur gepositioneerd tussen de eerste eindreductiemiddelen en de eerste wielflens en worden de tweede uitschakelmiddelen bij voorkeur gepositioneerd tussen de tweede eindreductiemiddelen en de tweede wielflens.
Tenslotte wordt het doel van de uitvinding ook bereikt door te voorzien in een .. . werkwijze voor het aanpassen van een aandrijfas, omvattende - een sperdifferentieel voor het koppelen van de aandrijfas aan een krachtbron; een eerste wielflens aan zijn eerste uiteinde en een tweede wielflens aan zijn tweede uiteinde; - een eerste steekas die de eerste wielflens verbindt met het sperdifferentieel en een tweede steekas die de tweede wielflens verbindt met het sperdifferentieel; - eerste overbrengingsmiddelen voor het overbrengen van een rotatiebeweging van de eerste steekas naar een rotatiebeweging van de eerste wielflens; - tweede overbrengingsmiddelen voor het overbrengen van een rotatiebeweging van de tweede steekas naar een rotatiebeweging van de tweede wielflens; waarbij aan het uiteinde van de eerste steekas eerste uitschakelmiddelen worden voorzien voor het uitschakelen van de overbrenging van de eerste overbrengingsmiddelen en dat aan het uiteinde van de tweede steekas tweede uitschakelmiddelen worden voorzien voor het uitschakelen van de overbrenging van de tweede overbrengingsmiddelen.
Wanneer de eerste overbrengingsmiddelen van een dergelijke aandrijfas eerste eindreductiemiddelen omvatten ter reductie van de rotatiebeweging van de eerste wielflens ten opzichte van de rotatiebeweging van de eerste steekas en de tweede overbrengingsmiddelen tweede eindreductiemiddelen omvatten ter reductie van de rotatiebeweging van de tweede wielflens ten opzichte van de rotatiebeweging van de tweede steekas dan worden de eerste uitschakelmiddelen bij voorkeur gepositioneerd tussen de eerste eindreductiemiddelen en de eerste wielflens en worden de tweede uitschakelmiddelen bij voorkeur gepositioneerd tussen de tweede eindreductiemiddelen en de tweede wielflens.
Deze uitvinding wordt nu nader toegelicht aan de hand van de hierna volgende gedetailleerde beschrijving van enkele voorkeurdragende uitvoeringsvormen van aandrijfassen volgens deze uitvinding. De bedoeling van deze beschrijving is uitsluitend verduidelijkende voorbeelden te geven en om verdere voordelen en bijzonderheden van de uitvinding aan te duiden, en kan dus geenszins geïnterpreteerd worden als een beperking van het toepassingsgebied van de uitvinding of van de in de conclusies opgeëiste octrooirechten.
In deze gedetailleerde beschrijving wordt door middel van referentiecijfers verwezen naar de hierbij gevoegde tekeningen, waarbij in figuur 1 een samengestelde aandrijfas in langsdoorsnede is afgebeeld, omvattende een eerste uiteinde met planetaire eindreductie van een eerste uitvoeringsvorm van een aandrijfas volgens deze uitvinding en een tweede uiteinde met eindreductie van een tweede uitvoeringsvorm van een aandrijfas volgens deze uitvinding; - figuur 2 een aandrijfas in langsdoorsnede is afgebeeld, die volgens de uitvinding werd aangepast tot een voorkeurdragende uitvoeringsvorm van een aandrijfas volgens de uitvinding; - figuur 3 het eerste uiteinde van de samengestelde aandrijfas uit figuur 1 in meer detail is weergegeven; - figuur 4 het tweede uiteinde van de samengestelde aandrijfas uit figuur 1 in meer detail is weergegeven; - figuur 5 een uiteinde van de aandrijfas uit figuur 2 in meer detail is weergegeven.
In de figuren 1-5 werden verschillende uitvoeringsvormen van aandrijfassen (1) volgens de uitvinding afgebeeld. Voor de eenvoud werden geen stuurassen afgebeeld. Het zal voor een vakman echter op basis van de uiteenzetting ook duidelijk zijn hoe hij aandrijfassen (1) volgens de uitvinding als stuurassen kan realiseren.
De aandrijfassen (1) uit de figuren 1 en 2 zijn voorzien om ingebouwd te worden in een aanhangwagen voor een landbouwvoertuig. Deze kunnen met behulp van de koppelmiddelen (2) gekoppeld worden met een aftakas van een tractor als krachtbron.
Ter illustratie zijn in figuur 1 twee verschillende mogelijke uiteinden voor de aandrijfas (1) afgebeeld, één met eindreductiemiddelen (6a, 7a, 8a) en één zonder eindreductiemiddelen. In figuur 2 zijn voorkeurdragende uiteinden voor een aandrijfas (1) volgens de uitvinding afgebeeld, die bekomen worden door aanpassing van een bestaande aandrijfas (1). Beide uiteinden zijn hier nagenoeg identiek uitgevoerd als eikaars spiegelbeeld en omvatten eindreductiemiddelen (6a, 7a, 8a, 6b, 7b, 8b).
De aandrijfassen (1) verdelen telkens de draaibeweging van de aftakas (cardanas) van de tractor via de steekassen (3 a, 3b) naar de wielen die op de wielflenzen (5a, 5b) worden gemonteerd. In figuur 1 omvat de aandrijfas (1) hiertoe nog een differentieel (9, 10, 11, 12) als overbrengingsmiddelen (4), dat op de gekende manier is opgebouwd met een kegelwiel (9), die na aansluiting op de cardanas zich op het uiteinde van de cardanas bevindt, een kroonwiel (10), kegelwielen (11) en satellietwielen (12). Volgens de uitvinding wordt dit differentieel (9, 10, 11, 12) ofwel overbrugd, zodat een starre verbinding tussen de steekassen (3a, 3b) ontstaat, ofwel als een sperdifferentieel (9, 10, 11, 12) uitgevoerd, zodat het mogelijk is de steekassen (3a, 3b) tijdelijk star met elkaar te verbinden. De overbrengingsmiddelen (4) in de aandrijfas (1) in figuur 2 werden niet in detail afgebeeld, maar kunnen door een vakman rekening houdend met de vereisten volgens de uitvinding op een gekende manier ingevuld worden.
De eindreductiemiddelen (6a, 7a, 8a, 6b, 7b, 8b) zijn telkens op een gekende manier uitgevoerd als een planetair tandwielstelsel (6a, 7a, 8a, 6b, 7b, 8b) met een zonnewiel (6a, 6b) dat op een gekende manier met groefverbinding is vastgemaakt op de respectievelijke steekas (3a, 3b), een ringwiel (tandkroon) (8a, 8b) dat op een gekende manier met groefverbinding vast met de behuizing (21) van de aandrijfas (1) is verbonden en satellietwielen (planeetwielen) (7a, 7b) die roteerbaar tussen het zonnewiel (6a, 6b) en het ringwiel (8a, 8b) zijn aangebracht. Zoals vermeld, omvat de uitvoeringsvorm uit de rechterzijde van de aandrijfas (1) uit figuur 1, zoals ook afgebeeld in figuur 4 geen dergelijke eindreductiemiddelen (6a, 7a, 8a, 6b, 7b, 8b).
De steekassen (3a, 3b) zijn telkens, zoals gekend, met behulp van lagers (20a, 20b) roteerbaar in de vast opgestelde behuizing (21) aangebracht. Zoals gekend, zijn de wielflenzen (5a, 5b) eveneens met behulp van lagers (20a, 20b) roteerbaar op de behuizing (21) aangebracht. In de uitvoeringsvormen uit figuur 1, 3 en 4 zijn de hiertoe gebruikte lagers (20a, 20b) kogellagers. In de voorkeurdragende uitvoeringsvorm uit de figuren 2 en 5 zijn de gebruikte lagers (20a, 20b) conische tonlagers.
Om nu de overbrenging van de beweging van de steekassen (3 a, 3b) naar de beweging van de wielflenzen (5a, 5b) volgens de uitvinding afzonderlijk uitschakelbaar te maken, omvatten de afgebeelde aandrijfassen (1) telkens een klauwkoppeling (13a, 13b, 14a, 14b) per wielflens (5a, 5b). Daarnaast omvatten de aandrijfassen (1) een veer (19a, 19b) per wielflens (5a, 5b), waarvan de veerkracht de uitschakeling van de klauwkoppeling en dus het loskoppelen van de respectievelijke wielflens (5a, 5b) van de respectievelijke steekas (3a, 3b) in de hand werkt. Met behulp van bijvoorbeeld pneumatische middelen (15, 16) kan de klauwkoppeling (13a, 13b, 14a, 14b) - wanneer gewenst - ingeschakeld worden. Deze pneumatische middelen (15, 16) werden enkel in figuur 5 afgebeeld, maar zijn volgens de uitvinding op analoge wijze voorzien in de overige afgebeelde uitvoeringsvormen en de werking ervan wordt verder verduidelijkt aan de hand van de hierna volgende beschrijving van de uitvoeringsvorm uit figuur 5. Even goed kunnen in plaats van dergelijke pneumatische middelen (15, 16) echter bijvoorbeeld ook hydraulische, elektrische, magnetische of mechanische middelen gebruikt worden om koppeling van de klauwkoppeling (13a, 13b, 14a, 14b) te realiseren. Telkens dient er evenwel volgens de uitvinding voor gezorgd te worden dat de uitschakelmiddelen (13a, 14a, 15, 16, 17, 18) voor het uitschakelen van de overbrenging van de overbrengingsmiddelen (6a, 7a, 8a, 13a, 14a) voor overbrengen van de beweging van de steekas (3a) naar de wielflens (5a) aan de linkerzijde afzonderlijk aangestuurd kunnen worden van de uitschakelmiddelen (13b, 14b, 15, 16, 17, 18) voor het uitschakelen van de overbrenging van de overbrengingsmiddelen (6b, 7b, 8b, 13b, 14b) voor overbrengen van de beweging van de steekas (3b) naar de wielflens (5b) aan de rechterzijde.
De aandrijfas (1) uit figuur 5 is realiseerbaar door een bestaande aandrijfas (1) aan te passen. Op de behuizing van de aandrijfas (1) wordt dan de verbindingsbus (22) geperst en gevezen. Wanneer niet vertrokken wordt van een bestaande aandrijfas (1), maar een nieuwe aandrijfas (1) volgens de uitvinding wordt vervaardigd, is geen dergelijke verbindingsbus (22) vereist, maar kunnen de elementen van deze verbindingsbus (22) onmiddellijk in de behuizing (21 ) worden voorzien.
De verbindingsbus (22) en de behuizing (21) zijn stilstaande (dus niet roterende) delen. Op de verbindingsbus (22) wordt de wielflens (5a) gemonteerd via tonlagers (20a). Axiale speling wordt opgevangen door middel van twee moeren met borgflens (25). Een dubbele dichtingsring (23) wordt voorzien aan de ene zijde van de wielflens (5a). Op het uiteinde van de verbindingsbus (22) zijn groeven voorzien waarop de tandkroon (8a) wordt gemonteerd om deze vast met de behuizing (21) te verbinden. Ook zijn op de steekas (3a) zijn groeven voorzien waarop het zonnewiel (6a) wordt bevestigd, tussen het zonnewiel (6a) en de tandkroon (8a) draaien de planeetwielen (7a). De planeetwielen (7a) zijn tussen twee flenzen (14a, 26)) gemonteerd. Op de buitenste flens (14a) zijn klauwen voorzien die kunnen ingrijpen met de klauwen op een eindflens (13a) die via een bus (23) met bouten (24) vast gemonteerd zit op de wielflens (5a).
Op de eindflens (13a) zijn veren voorzien die steeds met lichte druk de klauwen van de buitenste flens (14a) van de planeetwielen (7a) en de klauwen van de eindflens (13a) uitgeschakeld houden. In deze uitvoeringsvorm met pneumatische middelen (15, 16) wordt luchtdruk voorzien via een kanaal (16) in een luchtkamer (15). Deze luchtkamer (15) bevindt zich tussen een eerste bus (17) die als cilinder fungeert en een tweede bus (18) die als zuiger dient. De luchtdruk doet de zuigcrbus (18) verschuiven ten opzichte van de cilinderbus (17). De zuigerbus (18) doet op zijn beurt de flenzen (26, 14a) van de planeerwielen (7a) verschuiven, die zo door de klauwen op de buitenste flens (14a) van de planeetwielen (7a) en de klauwen op de eindflens (13a), verbinding maken met eindflens (13a). Op deze manier wordt de draaiende beweging van de flenzen (26, 14a) van de planeetwielen (7a) overgebracht op de wielflens (5a). Het wiel dat op de wielflens (5a) is gemonteerd (maar niet is afgebeeld), wordt nu aangedreven door de steekas (3a). Wanneer de luchtdruk wegvalt, dan wordt onder invloed van de veerkracht van de veer (19a) de buitenste flens (14a) van de planeetwielen (7a) uit de klauwen van de eindflens (13a) geduwd en valt de aandrijving weg.

Claims (16)

1. Aandrijfas (1 ) voor een motorvoertuig of een aanhangwagen, omvattende: koppelmiddelen (2) voor het koppelen van de aandrijfas (1) aan een krachtbron; een eerste wielflens (5a) aan zijn eerste uiteinde en een tweede wielflens (5b) aan zijn tweede uiteinde; een eerste steekas (3a) die de eerste wielflens (5a) verbindt met de koppelmiddelen (2) en een tweede steekas (3b) die de tweede wielflens (5b) verbindt met de koppelmiddelen (2); - centrale overbrengingsmiddelen (4, 9, 10, 11, 12) voor het overbrengen van een aandrijfbeweging van de krachtbron naar een rotatiebeweging van de steekassen (3 a, 3b); - eerste overbrengingsmiddelen (6a, 7a, 8 a, 13 a, 14a) voor het overbrengen van een rotatiebeweging van de eerste steekas (3 a) naar een rotatiebeweging van de eerste wielflens (5a); - tweede overbrengingsmiddelen (6b, 7b, 8b, 13b, 14b) voor het overbrengen van een rotatiebeweging van de tweede steekas (3b) naar een rotatiebeweging van de tweede wielflens (5b); eerste uitschakelmiddelen (13a, 14a, 15, 16, 17, 18) voor het uitschakelen van de overbrenging van de eerste overbrengingsmiddelen (6a, 7a, 8a, 13a, 14a); - tweede uitschakelmiddelen (13b, 14b, 15, 16, 17, 18) voor het uitschakelen van de overbrenging van de tweede overbrengingsmiddelen (6b, 7b, 8b, 13b, 14b); met het kenmerk dat de eerste steekas (3 a) en de tweede steekas (3b) star met elkaar verbindbaar zijn of verbonden zijn; de overbrenging van de eerste overbrengingsmiddelen (6a, 7a, 8a, 13a, 14a) en de overbrenging van de tweede overbrengingsmiddelen (6b, 7b, 8b, 13b, 14b) afzonderlijk uitschakelbaar zijn met behulp van de eerste (13a, 14a, 15, 16, 17, 18), respectievelijk de tweede (13b, 14b, 15, 16, 17, 18) uitschakelmiddelen.
2. Aandrijfas (1) volgens conclusie 1, met het kenmerk dat de eerste overbrengingsmiddelen (6a, 7a, 8 a, 13 a, 14a) eerste eindreductiemiddelen (6a, 7a, 8a) omvatten ter reductie van de rotatiebeweging van de eerste wielflens (5a) ten opzichte van de rotatiebeweging van de eerste steekas (3a) en de tweede overbrengingsmiddelen (6b, 7b, 8b, 13b, 14b) tweede eindreductiemiddelen (6b, 7b, 8b) ter reductie van de rotatiebeweging van de tweede wielflens (5b) ten opzichte van de rotatiebeweging van de tweede steekas (3b) en dat de eerste uitschakelmiddelen (13a, 14a, 15, 16, 17, 18) gepositioneerd zijn tussen de eerste eindreductiemiddelen (6a, 7a, 8a) en de eerste wielflens (5a) en de tweede uitschakelmiddelen (13b, 14b, 15, 16, 17, 18) gepositioneerd zijn tussen de tweede eindreductiemiddelen (6b, 7b, 8b) en de tweede wielflens (5b).
3. Aandrijfas (1) volgens conclusie 2, met het kenmerk dat de eindreductiemiddelen (6a, 7a, 8a, 6b, 7b, 8b) uitgevoerd zijn als een planetair tandwielstelsel (6a, 7a, 8a, 6b, 7b, 8b).
4. Aandrijfas (1) volgens één van de voorgaande conclusies, met het kenmerk dat de centrale overbrengingsmiddelen (4, 9, 10, 11, 12) uitgevoerd zijn als een sperdifferentieel (9, 10, 11, 12) om de eerste steekas (3 a) en de tweede steekas (3b) star met elkaar verbindbaar te maken.
5. Aandrijfas (1) volgens conclusie 4, met het kenmerk dat de aandrijfbeweging van de krachtbron een rotatiebeweging is en dat het sperdifferentieel (9, 10, 11, 12) uitgevoerd is als een reductiemiddel (10, 12) ter reductie van de rotatiebeweging van de eerste (3 a) en de tweede (3b) steekas ten opzichte van de rotatiebeweging van de krachtbron.
6. Aandrijfas (1) volgens één van de voorgaande conclusies, met het kenmerk dat de uitschakelmiddelen (13a, 13b, 14a, 14b, 15, 16, 17, 18) een klauwkoppeling (13a, 13b, 14a, 14b) omvatten.
7. Aandrijfas (1) volgens één van de voorgaande conclusies, met het kenmerk dat de uitschakelmiddelen (13a, 13b, 14a, 14b, 15, 16, 17, 18) hydraulische, elektrische, pneumatische, mechanische of magnetische middelen (15, 16) omvatten.
8. Aandrijfas (1) volgens één van de voorgaande conclusies, met het kenmerk dat de eerste uitschakelmiddelen (13a, 14a, 15, 16, 17, 18) en de tweede uitschakelmiddelen (13b, 14b, 15, 16, 17, 18) een respectievelijke veer (19a, 19b) omvatten, waarvan de veerkracht de uitschakeling in de hand werkt.
9. Aandrijfas (1) volgens conclusie 7 en 8, met het kenmerk dat de hydraulische, elektrische, pneumatische, mechanische of magnetische middelen (15, 16) de veerkracht van de respectievelijke veer (19a, 19b) tegenwerken om overbrenging van de respectievelijke overbrengingsmiddelen (6a, 7a, 8a, 13a, 14a, 6b, 7b, 8b, 13b, 14b) te realiseren.
10. Aandrijfas (1) volgens één van de voorgaande conclusies, met het kenmerk dat deze uitgevoerd is als een stuuras.
11. Motorvoertuig of aanhangwagen omvattende minstens één aandrijfas (1) volgens één van de voorgaande conclusies.
12. Motorvoertuig of aanhangwagen volgens conclusie 11, met het kenmerk dat dit motorvoertuig of deze aanhangwagen minstens een eerste aandrijfas (1) en een tweede aandrijfas (1) volgens één van de conclusies 1 tot en met 10 omvat, waarbij de overbrenging van de eerste (6a, 7a, 8a, 13a, 14a) en de tweede (6b, 7b, 8b, 13b, 14b) overbrengingsmiddelen van de eerste aandrijfas (1) en de overbrenging van de eerste (6a, 7a, 8a, 13a, 14a) en de tweede (6b, 7b, 8b, 13b, 14b) overbrengingsmiddelen van de tweede aandrijfas (1) allen afzonderlijk uitschakelbaar zijn met behulp van de respectievelijke uitschakelmiddelen (13a, 14a, 13b, 14b, 15, 16, 17, 18).
13. Werkwijze voor het aanpassen van een aandrijfas (1), omvattende - een differentieel (9, 10, 11, 12) voor het koppelen van de aandrijfas (1) aan een krachtbron; een eerste wielflens (5a) aan zijn eerste uiteinde en een tweede wielflens (5b) aan zijn tweede uiteinde; - een eerste steekas (3 a) die de eerste wielflens (5a) verbindt met het differentieel (9, 10, 11, 12) en een tweede steekas (3b) die de tweede wielflens (5b) verbindt met het differentieel (9, 10, 11, 12); eerste overbrengingsmiddelen (6a, 7a, 8a, 13a, 14a) voor het overbrengen van een rotatiebeweging van de eerste steekas (3 a) naar een rotatiebeweging van de eerste wielflens (5a); tweede overbrengingsmiddelen (6b, 7b, 8b, 13b, 14b) voor het overbrengen van een rotatiebeweging van de tweede steekas (3b) naar een rotatiebeweging van de tweede wielflens (5b); - eerste uitschakelmiddelen (13a, 14a, 15, 16, 17, 18) voor het uitschakelen van de overbrenging van de eerste overbrengingsmiddelen (6a, 7a, 8a, 13a, 14a); tweede uitschakelmiddelen (13b, 14b, 15, 16, 17, 18) voor het uitschakelen van de overbrenging van de tweede overbrengingsmiddelen (6b, 7b, 8b, 13b, 14b); met het kenmerk dat het differentieel (9, 10, 11, 12) wordt overbrugd, om de steekassen (3a, 3b) star met elkaar te verbinden.
14. Werkwijze voor het aanpassen van een aandrijfas (1), omvattende - een differentieel (9, 10, 11, 12) voor het koppelen van de aandrijfas (1) aan een krachtbron; een eerste wielflens (5a) aan zijn eerste uiteinde en een tweede wielflens (5b) aan zijn tweede uiteinde; een eerste steekas (3 a) die de eerste wielflens (5a) verbindt met het differentieel (9, 10, 11, 12) en een tweede steekas (3b) die de tweede wielflens (5b) verbindt met het differentieel (9, 10, 11,12); - eerste overbrengingsmiddelen (6a, 7a, 8a, 13a, 14a) voor het overbrengen van een rotatiebeweging van de eerste steekas (3 a) naar een rotatiebeweging van de eerste wielflens (5a); - tweede overbrengingsmiddelen (6b, 7b, 8b, 13b, 14b) voor het overbrengen van een rotatiebeweging van de tweede steekas (3b) naar een rotatiebeweging van de tweede wielflens (5b); met het kenmerk dat aan het uiteinde van de eerste steekas (3a) eerste uitschakelmiddelen (13a, 14a, 15, 16, 17, 18) worden voorzien voor het uitschakelen van de overbrenging van de eerste overbrengingsmiddelen (6a, 7a, 8a, 13a, 14a), dat aan het uiteinde van de tweede steekas (3b) tweede uitschakelmiddelen (13b, 14b, 15, 16, 17, 18) worden voorzien voor het uitschakelen van de overbrenging van de tweede overbrengingsmiddelen (6b, 7b, 8b, 13b, 14b) en dat het differentieel (9, 10, 11, 12) wordt overbrugd, om de steekassen (3a, 3b) star met elkaar te verbinden.
15. Werkwijze voor het aanpassen van een aandrijfas (1), omvattende - een sperdifferentieel (9, 10, 11, 12) voor het koppelen van de aandrijfas (1) aan een krachtbron; . - een eerste wielflens (5a) aan zijn eerste uiteinde en een tweede wielflens (5b) aan zijn tweede uiteinde; een eerste steekas (3 a) die de eerste wielflens (5a) verbindt met het sperdifferentieel (9, 10, 11, 12) en een tweede steekas (3b) die de tweede wielflens (5b) verbindt met het sperdifferentieel (9, 10, 11, 12); - eerste overbrengingsmiddelen (6a, 7a, 8a, 13a, 14a) voor het overbrengen van een rotatiebeweging van de eerste steekas (3a) naar een rotatiebeweging van de eerste wielflens (5a); - tweede overbrengingsmiddelen (6b, 7b, 8b, 13b, 14b) voor het overbrengen van een rotatiebeweging van de tweede steekas (3b) naar een rotatiebeweging van de tweede wielflens (5b); met het kenmerk dat aan het uiteinde van de eerste steekas (3 a) eerste uitschakelmiddelen (13a, 14a, 15, 16, 17, 18) worden voorzien voor het uitschakelen van de overbrenging van de eerste overbrengingsmiddelen (6a, 7a, 8a, 13a, 14a) en dat aan het uiteinde van de tweede steekas (3b) tweede uitschakelmiddelen (13b, 14b, 15, 16, 17, 18) worden voorzien voor het uitschakelen van de overbrenging van de tweede overbrengingsmiddelen (6b, 7b, 8b, 13b, 14b).
16. Werkwijze volgens conclusie 14 of 15, met het kenmerk dat de eerste overbrengingsmiddelen (6a, 7a, 8a, 13a, 14a) eerste eindreductiemiddelen (6a, 7a, 8 a) omvatten ter reductie van de rotatiebeweging van de eerste wielflens (5a) ten opzichte van de rotatiebeweging van de eerste steekas (3a) en de tweede overbrengingsmiddelen (6b, 7b, 8b, 13b, 14b) tweede eindreductiemiddelen (6b, 7b, 8b) ter reductie van de rotatiebeweging van de tweede wielflens (5b) ten opzichte van de rotatiebeweging van de tweede steekas (3b) en dat de eerste uitschakelmiddelen (13a, 14a, 15, 16, 17, 18) gepositioneerd worden tussen de eerste eindreductiemiddelen (6a, 7a, 8a) en de eerste wielflens (5a) en de tweede uitschakelmiddelen (13b, 14b, 15, 16, 17, 18) gepositioneerd worden tussen de tweede eindreductiemiddelen (6b, 7b, 8b) en de tweede wielflens (5b).
BE2011/0331A 2011-05-30 2011-05-30 Aandrijfas, motorvoertuig of aanhangwagen met een dergelijke aandrijfas en werkwijze voor het aanpassen van een anndrijfas. BE1019225A3 (nl)

Priority Applications (5)

Application Number Priority Date Filing Date Title
BE2011/0331A BE1019225A3 (nl) 2011-05-30 2011-05-30 Aandrijfas, motorvoertuig of aanhangwagen met een dergelijke aandrijfas en werkwijze voor het aanpassen van een anndrijfas.
PCT/IB2012/000909 WO2013050835A1 (en) 2011-05-30 2012-05-10 Drive shaft, motor vehicle or trailer comprising such a drive shaft and method for adapting a drive shaft
PL12729701T PL2714452T3 (pl) 2011-05-30 2012-05-10 Oś napędowa, pojazd silnikowy lub przyczepa zawierające taką oś napędową i sposób przystosowania osi napędowej
EP12729701.8A EP2714452B1 (en) 2011-05-30 2012-05-10 Drive shaft, motor vehicle or trailer comprising such a drive shaft and method for adapting a drive shaft
DK12729701.8T DK2714452T3 (en) 2011-05-30 2012-05-10 Drive shaft, motor vehicle or trailer including how to drive shaft and method to adjust the drive shaft

Applications Claiming Priority (2)

Application Number Priority Date Filing Date Title
BE2011/0331A BE1019225A3 (nl) 2011-05-30 2011-05-30 Aandrijfas, motorvoertuig of aanhangwagen met een dergelijke aandrijfas en werkwijze voor het aanpassen van een anndrijfas.
BE201100331 2011-05-30

Publications (1)

Publication Number Publication Date
BE1019225A3 true BE1019225A3 (nl) 2012-04-03

Family

ID=44910074

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
BE2011/0331A BE1019225A3 (nl) 2011-05-30 2011-05-30 Aandrijfas, motorvoertuig of aanhangwagen met een dergelijke aandrijfas en werkwijze voor het aanpassen van een anndrijfas.

Country Status (5)

Country Link
EP (1) EP2714452B1 (nl)
BE (1) BE1019225A3 (nl)
DK (1) DK2714452T3 (nl)
PL (1) PL2714452T3 (nl)
WO (1) WO2013050835A1 (nl)

Families Citing this family (3)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
US9334940B2 (en) 2014-02-11 2016-05-10 Deere & Company Powered axle differential
DE102017125673B4 (de) * 2017-11-03 2019-06-27 Saf-Holland Gmbh Zentral angetriebene Achseinheit für eine Anhängerachse
CN114475089B (zh) * 2022-02-18 2022-11-04 徐州百事利电动车业有限公司 一种高强防撞后桥

Citations (4)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
GB855243A (en) * 1958-05-12 1960-11-30 Josef Roiser Improvements in or relating to trailer drives
DE1167660B (de) * 1958-06-26 1964-04-09 Karl Ludwig Fiesser Getriebe fuer einen landwirtschaftlichen Anhaenger mit Achsantrieb und einem Antrieb fuer am Anhaenger angebaute Geraete
DE3920934A1 (de) * 1989-06-27 1991-01-10 Guenther Schleich Anhaengereigene antriebseinrichtung
GB2297068A (en) * 1995-01-17 1996-07-24 Transpread International Limit Drive for the wheels of a trailer

Patent Citations (4)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
GB855243A (en) * 1958-05-12 1960-11-30 Josef Roiser Improvements in or relating to trailer drives
DE1167660B (de) * 1958-06-26 1964-04-09 Karl Ludwig Fiesser Getriebe fuer einen landwirtschaftlichen Anhaenger mit Achsantrieb und einem Antrieb fuer am Anhaenger angebaute Geraete
DE3920934A1 (de) * 1989-06-27 1991-01-10 Guenther Schleich Anhaengereigene antriebseinrichtung
GB2297068A (en) * 1995-01-17 1996-07-24 Transpread International Limit Drive for the wheels of a trailer

Also Published As

Publication number Publication date
EP2714452B1 (en) 2015-09-30
EP2714452A1 (en) 2014-04-09
PL2714452T3 (pl) 2016-06-30
WO2013050835A1 (en) 2013-04-11
DK2714452T3 (en) 2015-12-07

Similar Documents

Publication Publication Date Title
US8172712B2 (en) Compact power transfer unit for transaxle applications
EP0879728B1 (en) Speed reduction assembly with full disconnect for transfer cases and the like
US7507177B2 (en) Transmission arrangement, use of said transmission arrangement and a vehicle provided with said transmission arrangement
US10350996B2 (en) Vehicle with rear drive axle assembly and the ability to neutralize
EP3165395B1 (de) Nutzfahrzeug, insbesondere lkw, mit mindestens einem doppelachsaggregat
CN109311393B (zh) 轴间差速组件,驱动轴组件和机动车辆
US8640811B2 (en) Frame-steered vehicle and a method for controlling a frame-steered vehicle
US11098794B2 (en) Locking angle gear box
US20210213779A1 (en) Commercial vehicle, in particular heavy-duty vehicle, and wheel assembly for such a commercial vehicle
BE1019225A3 (nl) Aandrijfas, motorvoertuig of aanhangwagen met een dergelijke aandrijfas en werkwijze voor het aanpassen van een anndrijfas.
CN1304215C (zh) 具有扭矩调节和锁定能力的内扭矩分配液压联轴器
CN101700740A (zh) 一种车用断开式三贯通驱动桥中央减速器
CN104786834A (zh) 自适应牵引力控制驱动桥差速器
CN109982884B (zh) 用于串列桥的动力传动组件
CN108443495B (zh) 一种差速及差速锁止的四驱分动箱
SE540826C2 (en) An axle gear system, a driving axle system and a motor vehicle
CN108891258A (zh) 一种拖拉机传动系统及四驱型拖拉机
CN109501782B (zh) 左右单制动式轮式底盘及无人平台车
CN108454395B (zh) 一种铰接式四驱型拖拉机
CN1159173C (zh) 机动车四轮差速分动装置
JPH0343860Y2 (nl)
KR100188740B1 (ko) 상시 4륜 구동 자동차의 2륜/4륜 전환장치