BE1019052A3 - Matras, boxspring of dergelijke. - Google Patents

Abstract

Matras of boxspring (1), daardoor gekenmerkt dat de matras (1) een matraskern (2) en minstens één uitwisselbare inlegstrook (10) bevat, die in een daartoe voorziene uitsparing (6) aan de bovenzijde of ligzijde van de matraskern (2) kan worden aangebracht.

Description

Matras, boxspring of dergelijke.

De huidige uitvinding heeft betrekking op een matras, een boxspring of dergelijke.

Meer speciaal, is de uitvinding bedoeld voor een matras die op een lattenbodem, spiraalbodem, boxspring of schotelbodem wordt aangebracht, of als een boxspring waarop een matras wordt aangebracht.

Men kent reeds matrassen die opgebouwd zijn uit een matraskern en een comfortlaag, waarbij de comfortlaag aan de ligzijde een variabele hardheid heeft en is opgedeeld in meerdere comfortzones teneinde het lichaam van de persoon die op de matras ligt zo goed mogelijk te ondersteunen.

Bij de bekende matrassen kunnen deze comfortzones zich bijvoorbeeld ter hoogte van het hoofd, de schouders, het lumbaal gebied, de heupen, de dijen, de benen of de voeten bevinden.

Daartoe zijn de comfortlagen uitgevoerd uit een koudschuim/latex, een natuurlijk materiaal of een visco-elastisch materiaal.

Een nadeel is dat de matras niet aan de individuele en in de tijd variërende behoeften van de persoon kan worden aangepast.

Zo kan het zijn dat tijdens de levensduur van de matras het gewicht van de persoon evolueert, waardoor de comfortzones niet meer juist gesitueerd zijn ten opzichte van het lichaam.

Als gevolg van deze lichamelijke veranderingen, zal de matras het lichaam onvoldoende ondersteuning bieden, wat zich in tal van lichaamsklachten en slapeloosheid kan manifesteren.

Uit het EP 1.149.547 zijn reeds verbeterde matrassen gekend die bestaan uit twee deels. verbonden matrashelften met opstaande randen die samen een inwendig volume omsluiten.

De gebruiker heeft daarbij de mogelijkheid om blokken van verschillende hardheden in dit inwendig volume aan te brengen.

Een nadeel is dat de matras niet gebruiksvriendelijk is aangezien het aanbrengen van de blokken omslachtig is doordat beide matrashelften van elkaar moeten worden losgemaakt en elke helft zwaar is.

Nog een nadeel is dat de invloed van de aangebrachte blokken ook beïnvloed wordt door de hardheid van de matrashelft die zich boven het blok bevindt, waardoor het niet eenvoudig is het juiste blok te kiezen om de gewenste hardheid van de matras te bereiken.

Een ander daaraan verbonden nadeel is dat om een zachte, meer indrukbare zone te verwezenlijken zeer zachte blokken moeten worden aangebracht wat met zich meebrengt dat de omtreksranden van de matrashelften voldoende stijf en hard moeten zijn om te verhinderen dat de persoon uit bed rolt.

Uiteraard bemoeilijken deze stijve randen de. plaatsing .van . de blokken nog verder.

Een ander daaraan verbonden nadeel is dat een stijve omtreksrand aan de matras het uit bed komen bemoeilijkt, zeker wanneer de persoon op een zeer zacht gebied zit, waar de matras lokaal meer ingedrukt wordt bij het zitten.

Een ander bijkomend nadeel is dat de individuele blokken onafhankelijk van elkaar ingedrukt kunnen worden, waardoor ter plaatse van de aansluiting tussen de blokken onderling of tussen de blokken en het aangrenzend materiaal van de matras, een scherpe overgang wordt gevoeld, wat het slaapcomfort nadelig beïnvloedt.

De huidige uitvinding heeft tot doel aan één of meerdere van de voornoemde en/of andere nadelen een oplossing te bieden, doordat zij voorziet in een matras of boxspring, daardoor gekenmerkt dat de matras een matraskern en minstens één uitwisselbare inlegstrook bevat, die in een daartoe voorziene uitsparing aan de bovenzijde of ligzijde van de matraskern kan worden aangebracht.

Een voordeel is dat de matras personaliseerbaar is en op maat van de gebruiker kan worden gemaakt, waarbij de positie van de inlegstroken en de hardheid ervan, aan de fysionomie en de comfortwensen van de gebruiker kan worden aangepast.

Bovendien kan de matras meegroeien met de gebruiker, waarmee wordt bedoeld dat bij veranderingen van de fysionomie van de gebruiker of van diens comfortwensen, de matras makkelijk kan worden aangepast door het uitwisselen van één of meer inlegstroken.

Een hiermee verbonden voordeel is dat de inlegstroken zich aan de ligzijde van de matras bevinden en dus makkelijk te vervangen zijn.

Nog een voordeel is dat, in het geval de uitvinding een matras betreft, de invloed van de inlegstroken beter voelbaar is, aangezien de inlegstrook niet door een dikke matrashelft wordt bedekt, zodat het aanpassen tot de gewenste hardheid nog eenvoudiger is.

Een ander bijkomend voordeel is dat in geval van een plaatselijke, vroegtijdige slijtage van een inlegstrook enkel de bewuste inlegstrook dient te worden vervangen en niet de volledige matras.

Bij voorkeur is de matras, zowel aan de boven-, als onderzijde van uitsparingen met inlegstroken voorzien.

Een voordeel is dat de matras regelmatig kan worden gekeerd en.zodoende de levensduur van de matras wordt verlengd of dat de matras voorzien kan worden van een winter- en zomerzijde.

In een praktische uitvoeringsvorm van de uitvinding bestaat de matras hoofdzakelijk uit een matraskern met een comfortlaag waarin de voornoemde uitsparingen worden aangebracht.

In de meest praktische uitvoeringsvorm van de uitvinding is de matras bijkomend voorzien van een afneembare hoes die zich rond de matras bevindt en die voorzien is van een ritssluiting.

Een voordeel is dat de hoes makkelijk kan worden geopend en dat zodoende de inlegstroken makkelijk te vervangen zijn.

Nog een voordeel is dat de inlegstroken enkel door de hoes worden bedekt en dat bijgevolg de invloed van de aangebrachte inlegstrook beter voelbaar is.

Aldus wordt vermeden dat extreem zachte blokken moeten worden aangebracht om een zacht gebied te realiseren, waardoor de kans op het uit bed rollen, wordt uitgesloten en dit zonder bijkomende voorzieningen aan de matras.

Het voorzien van een stijve omtreksrand is dan ook overbodig, zodat het uit bed komen wordt vereenvoudigd.

In een praktische uitvoeringsvorm van de uitvinding worden de uitsparingen . en inlegstroken van respectievelijk afgeschuinde wanden en overeenstemmende afgeschuinde randen voorzien.

Een voordeel is dat het contactoppervlak tussen de inlegstroken en de matraskern wordt vergroot en de inlegstroken niet kunnen verschuiven.

Bovendien zorgt deze afschuining ervoor dat de overgang tussen de inlegstrook en het omliggend materiaal van de comfortlaag geleidelijk aan gebeurt, waardoor deze overgang door de gebruiker niet als een hinderlijke plotse scheiding wordt waargenomen. ...............

Bij voorkeur strekken de uitsparingen zich over de volledige breedte van de comfortlaag uit, waardoor de productie van een dergelijke comfortlaag zeer eenvoudig te realiseren is door te vertrekken van een comfortlaag die van een doorlopende rol kan worden afgewikkeld en in de dwarse richting van het afrollen voorzien kan worden van voornoemde uitsparingen door gebruik te maken van een daarvoor gekende en geschikte machine.

Door deze wijze van productie van de comfortlaag is het ook eenvoudig om meerdere uitsparingen voor inlegstroken te voorzien, welke zich.op een afstand van elkaar bevinden.

Op dezelfde manier zijn de inlegstroken zeer eenvoudig te vervaardigen vertrekkende van een doorlopende strook uit een geschikt materiaal waarvan de inlegstroken op maat worden afgesneden.

Door de afwisseling tussen de inlegstroken en het overblijvend materiaal van de comfortlaag tussen aangrenzende inlegstroken en de keuze van de lengte van de inlegstroken en van de afstand tussen de inlegstroken worden bijkomende mogelijkheden gecreëerd om het comfort van de matras te verhogen in functie van de gebruiker.

Met het inzicht de kenmerken van de uitvinding beter aan te tonen, is hierna, als voorbeeld zonder enig beperkend karakter, een voorkeurdragende uitvoeringsvorm beschreven van een verbeterde matras of boxspring volgens de uitvinding, met verwijzing naar dé bijgaande tekeningen, waarin: figuur . 1 schematisch en in perspectief een matras volgens de uitvinding weergeeft met gedeeltelijke weglating van de hoes; figuur 2 een doorsnede volgens lijn II-II in figuur 1 weergeeft; figuur 3 op grotere schaal een detail F3 üi't "figuur 2 weergeeft; figuur 4 de doorsnede van figuur 2 weergeeft in een alternatieve uitvoeringsvorm.

In figuur 1 is schematisch een eerste uitvoeringsvorm van een matras 1 volgens de uitvinding weergegeven, waarbij de matras 1 hoofdzakelijk een matraskern 2 bevat met daarrond een afneembare hoes 3.

Bij voorkeur is deze hoes 3 uit katoen, bio-katoen of ander materiaal vervaardigd dat de verluchting van de matras 1 niet belemmert.

Deze hoes 3 kan bestaan uit één of meerdere lagen, waarbij één van de hoeslagen als binnenhoes fungeert en waarbij een andere hoes of hoeslaag als buitenhoes fungeert.

In de meest praktische uitvoeringsvorm , is. .de binnenhoes strak rond de matraskern 2 aangebracht teneinde verschuiving van de inlegstroken te beletten.

De buitenhoes kan met natuurlijke materialen, katoen of dergelijke worden doorstikt en de afmetingen van de buitenhoes kunnen zodanig zijn dat deze buitenhoes op een lossere wijze rond dé matraskern wordt aangebracht.

In andere uitvoeringsvormen kan de buitenhoes, net als de binnenhoes, strak rond de matras zijn aangebracht.

Zowel de binnen- als buitenhoes worden bij voorkeur voorzien van een ritssluiting, en de voornoemde ritssluitingen strekken zich bij voorkeur uit over minstens twee zijden van de matras.

Het is uiteraard ook mogelijk dat de ritssluitingen zich rond drie omtrekszijden of rond de volledige omtreksrand van de matras uitstrekken.

In een uitvoeringsvorm waarbij de hoes een binnenhoes en buitenhoes bevat, kunnen de voornoemde hoezen aan elkaar zijn bevestigd ter hoogte van hun randen, zodat slechts één ritssluiting aan de hoes volstaat.

In een andere uitvoeringsvorm kunnen de binnen- en buitenhoes los van elkaar zijn en in dat geval kan elke hoes van een.afzonderlijke ritssluiting worden voorzien.

Het is duidelijk dat in een bijzonder praktische uitvoeringsvorm de ritssluiting of ritssluitingen 4 U-vormig zijn waarbij deze Ü-vorm zich over de beide korte zijden en een lange zijde van de matras 1 uitstrekt.

In een praktische uitvoering bevat de matraskern 2 pocketveren en zorgen deze veren voor een zekere hardheid . van de matras 1.

Het is daarbij mogelijk om bijvoorbeeld het gebied dat het bekken van de persoon dient te ondersteunen, van geschranste veren te voorzien en/of verschillende hardheden in de veren toe te passen, teneinde de ondersteuning van de persoon te optimaliseren.

Uiteraard zijn ook matraskernen 2 uit latex, koüdschuim, visco-elastische materialen, al dan niet geprofileerd, natuurlijke materialen of combinaties van de voornoemde materialen mogelijk.

Bij voorkeur is de matras voorzien van een comfortlaag 5, die aan de boven- en of onderzijde van de matraskern 2 is voorzien en die bijvoorbeeld uit latex, koudschuim, een visco-elastisch materiaal of een natuurlijke materiaal of combinaties hiervan kan bestaan.

Volgens de uitvinding zijn aan de bovenzijde of ligzijde van de matras 1 uitsparingen 6 voorzien........... .........

In de uitvoeringsvormen van de figuren bevinden deze uitsparingen 6 zich in de voornoemde comfortlaag 5.

Bij voorkeur strekken deze uitsparingen zich uit over de volledige of nagenoeg de volledige breedte van de comfortlaag.

In de doorsnede van figuur 2 is een voorkeurdragende uitvoeringsvorm weergegeven met twee uitsparingen 6, waarbij de eerste en tweede uitsparing 7,8 respectievelijk een lengte A en B hebben die tussen 30 cm en 60 cm ligt, liever nog tussen 35. cm en 50 cm. ........ .......

In de meest voorkeurdragende uitvoeringsvorm, heeft de matras 1 een totale lengte van 2 meter, en heeft de eerste uitsparing 7 een lengte A van nagenoeg 48 centimeter en de tweede uitsparing 8 een lengte B van nagenoeg 40 centimeter.

De voornoemde eerste uitsparing 7 bevindt zich op een afstand C van ongeveer 76 cm van de rand van de matras 1 en de tweede uitsparing 8 op een afstand D van ongeveer 18 centimeter van de tegenoverliggende1 rand, één eri ander . zodat tussen beide uitsparingen 7-8 een gebied met een lengte E van ongeveer 18 centimeter overblijft.

In een voorkeurdragende uitvoeringsvorm zijn de uitsparingen 6 voorzien van afgeschuinde wanden 9.

Volgens de uitvinding worden in de voornoemde uitsparingen 6 uitwisselbare inlegstroken 10 aangebracht.

De lengte van elke inlegstrook 10 wordt in praktijk in overeenstemming met de lengte van de uitsparing 6 gekozen zodat een inlegstrook precies in de uitsparing past.

Bij voorkeur hebben de inlegstroken 10 een vorm die het negatief vormt van de vorm van de uitsparing 6,"" één en ander zodanig dat de inlegstrook 10 passend in de uitsparing 6 kan worden aangebracht en niet makkelijk kan verschuiven.

In de meest praktische uitvoeringsvorm hebben de inlegstroken afgeschuinde randen 11 die in uitsparingen 6 met afgeschuinde wanden 9 worden aangebracht, één en ander zodat de lengte van de uitsparing 6 en/of de inlegstrook 10 het grootst is aan de bovenzijde van de comfortlaag, zoals duidelijk in figuur 3 wordt weergegeven.

Zodoende wordt het contactoppervlak tussen de inlegstrook en de uitsparing, vergroot en . kunnen de inlegstroken niet . verschuiven.

Daarenboven zorgt de afschuining ervoor dat de overgang tussen de inlegstrook 10 en het omliggend materiaal van de comfortlaag 5 geleidelijk verloopt en dus niet als een hinderlijke abrupte scheiding kan worden gevoeld.

In een praktische uitvoeringsvorm heeft de comfortlaag 5 een dikte F tussen 1 en 7 centimeter, liever nog tussen 2 en 5 centimeter.

De inlegstroken 10 hebben bij voorkeur een dikte G tussen 1 en 4 centimeter, liever nog tussen 1,5 en 3,5 centimeter, nog liever tussen 2 en 3 centimeter.

In de meest praktische uitvoeringsvorm van de uitvinding is de dikte F van de comfortlaag groter dan de dikte G van de inlegstrook 10, één en ander zodanig dat de uitsparingen 6 van de matras 1 en de inlegstroken 10 zich enkel in de comfortlaag 5 bevinden.

De inlegstroken 10 kunnen al dan niet geprofileerd zijn en uit één of meerdere materialen vervaardigd zijn, zoals bijvoorbeeld koudschuim,. latex, visco-elastische materialen of dergelijke. .....

Uiteraard dienen zij niet noodzakelijk een constante hardheid te hebben maar kan de hardheid ook variëren volgens de lengte, breedte of hoogterichting van de inlegstrook 10.

Teneinde de inlegstroken 10 makkelijk aan te brengen, kunnen zij eventueel aan de buitenzijde van gebreid weefsel worden voorzien.

De werkwijze voor . het veranderen van de hardheid in een matras of boxspring volgens de uitvinding is zeer eenvoudig en als volgt. . ..

In een eerste stap kan de gebruiker de hoes 3 van de matras 1 openen door middel van de ritssluiting 4, waarna een flap van de hoes 3 kan worden opengeklapt zodat de gebruiker toegang heeft tot de matraskern 2.

Vervolgens kan de gebruiker de gewenste inlegstroken 10 aanbrengen, waarna de flap opnieuw over de bovenzijde van de matras 1 kan worden teruggeklapt en de hoes 3 door middel van de ritssluiting 4 kan worden gesloten.

In figuur 4 is een alternatieve uitvoeringsvorm weergegeven die verschillend is van figuur 2 door de aanwezigheid van drie uitsparingen 6 met drie inlegstroken .10 en die verder verschillend is van figuur 2 door de aanwezigheid van inlegstroken 10 aan beide zijden van de matraskern 2.

In zulke uitvoeringsvorm kan de matras 1 bijvoorbeeld voorzien zijn van verschillende comfortlagen 5 aan bovenen onderzijde, één en ander zodanig dat bijvoorbeeld een matras met zomer- en/of winterzijde wordt gerealiseerd of dat een matras wordt verkregen die dubbelzijdig kan worden gebruikt teneinde de matras regelmatig, bijvoorbeeld driemaandelijks, te kunnen keren en zodoende de levensduur van de matras te verlengen.

De weergegeven uitvoeringsvorm is symmetrisch in de lengterichting, één en ander zodat bij het keren van de matras 1 het voet- en hoofdeinde verwisselbaar zijn, al dan niet mits aanpassing van de inlegstroken 10, zodat de levensduur van de matras aanzienlijk kan worden verlengd.

Twee van de voornoemde uitsparingen 12-13 hebben daarbij een lengte H van bij voorkeur nagenoeg 40 centimeter, terwijl de derde uitsparing 14 een lengte I van bij voorkeur nagenoeg 48 centimeter bezit.

Bij voorkeur zijn de eerstgenoemde uitsparingen 12-13 van 48 centimeter op nagenoeg 18 centimeter.....van de " respectievelijk tegenoverliggende randen van de matras 1 gesitueerd en bevindt de derde uitsparing 14 zich rond het midden van de matras 1, één en ander zodat in de beschreven voorkeurdragende uitvoeringsvorm van figuur 3 de afstand E tussen de opeenvolgende inlegstroken telkens 18 centimeter is.

Hoewel de vermelde afmetingen betrekking hebben op een matras die voor een volwassen persoon met een gemiddelde lengte is geschikt, kunnen volgens de uitvinding ook matrassen met afwijkende lengte worden gemaakt, bijvoorbeeld voor baby's of kinderen.

Het is volgens de uitvinding mogelijk te voorzien in een matras voor een eenpersoons- of tweepersoonsbed.

In een tweepersoonsmatras kunnen de uitsparingen in de matraskern in beide matrashelften in eikaars verlengde liggen of één lange, doorlopende uitsparing vormen, doch dit hoeft niet noodzakelijk zo te zijn.

Het is duidelijk dat de uitvinding toelaat bij' de fabricatie van de matraskern de positie van de uitsparingen en de onderlinge afstand tussen deze uitsparingen te kiezen in functie van de individuele behoeften.

Het is voor een vakman duidelijk dat de huidige uitvinding niet enkel toepasbaar is in een matras of boxspring maar eveneens in een hoofdkussen of zitkussen kan worden toegepast.

De huidige uitvinding is geenszins beperkt tot de als voorbeeld beschreven en in de figuren weergegeven uitvoeringsvormen, doch een matras volgens de uitvinding kan in allerlei vormen en afmetingen worden verwezenlijkt zonder buiten het kader van de uitvinding te treden.

Claims (15)

1. Matras of boxspring (1), daardoor gekenmerkt dat de matras (1) een matraskern (2) en minstens één uitwisselbare inlegstrook (10) bevat, die in een daartoe voorziene uitsparing (6) aan de bovenzijde of ligzijde van de matraskern (2) kan worden aangebracht.

2. Matras of boxspring (1), daardoor gekenmerkt dat één of meerdere uitsparingen (6). aan de boven- en. onderzijde van de matraskern (2) zijn voorzien, welke uitsparingen (6) aan één zijde op een afstand (E) van elkaar zijn gesitueerd.

3. Matras of boxspring (1) volgens één van de voorgaande conclusies, daardoor gekenmerkt dat de matraskern (2) aan weerszijden voorzien is van een comfortlaag (5) en dat de voornoemde uitsparingen (6) zich enkel in de comfortlaag (5) bevinden.

4. Matras of boxspring (1) volgens conclusie 1, daardoor gekenmerkt dat zij een hoes (3) omvat die rond de matras (1) wordt aangebracht en dat de hoes (3) voorzien is van een ritssluiting (4) die zich minstens over een deel van de omtreksrand van de matras (1) uitstrekt.

5. Matras of boxspring (1) volgens één van de voorgaande conclusies, daardoor gekenmerkt dat de matras (1) voorzien is van middelen die de verschuiving van de inlegstrook (10) in de uitsparing (6) verhinderen.

6. Matras of boxspring (1) volgens één van de voorgaande conclusies, daardoor gekenmerkt dat de afmetingen van de uitsparing (6) nagenoeg identiek aan de afmetingen van de inlegstrook (10) zijn.

7. Matras of boxspring (1) volgens één van de voorgaande conclusies, daardoor gekenmerkt dat de uitsparing voorzien is van afgeschuinde wanden (9)en dat de inlegstrook voorzien is van overeenstemmende afgeschuinde randen (11).

8. Matras of boxspring (1) volgens één van de voorgaande conclusies, daardoor gekenmerkt dat de hardheid van de matraskern (2) en de. inlegstrook (10) verschillendzijn......

9. Matras of boxspring (1) volgens één van de voorgaande conclusies, daardoor gekenmerkt dat de inlegstrook (10) geprofileerd is.

10. Matras of boxspring (1) volgens één van de voorgaande conclusies, daardoor gekenmerkt dat de uitsparingen (6) zich over de volledige of nagenoeg volledige breedte van de boven- of onderzijde uitstrekken.

11. Matras of boxspring (1) volgens één van de voorgaande conclusies, daardoor gekenmerkt dat de lengte van de uitsparingen (6) tussen 30 cm en 60 cm begrepen is. ....

12. Matras of boxspring (1) volgens één van de voorgaande conclusies, daardoor gekenmerkt dat de dikte van de comfortlaag (5) tussen 1 cm en 7 cm begrepen is.

13. Matras of boxspring (1) volgens één van de voorgaande conclusies, daardoor gekenmerkt dat de diktè van' de inlegstroken (5) tussen 1,5 cm en 3,5 cm begrepen is.

14. Matras of boxspring (1) volgens één van de voorgaande conclusies, daardoor gekenmerkt dat de hoes uit een binnenhoes en een buitenhoes bestaat.

15. Matras of boxspring (1) volgens conclusie 14, daardoor gekenmerkt dat de binnenhoes strak rond de matraskern (2) is aangebracht.