BE1018991A3 - Bouwsysteem voor de opbouw van een passiefwoning of een lage-energie woning. - Google Patents

Bouwsysteem voor de opbouw van een passiefwoning of een lage-energie woning. Download PDF

Info

Publication number
BE1018991A3
BE1018991A3 BE2009/0677A BE200900677A BE1018991A3 BE 1018991 A3 BE1018991 A3 BE 1018991A3 BE 2009/0677 A BE2009/0677 A BE 2009/0677A BE 200900677 A BE200900677 A BE 200900677A BE 1018991 A3 BE1018991 A3 BE 1018991A3
Authority
BE
Belgium
Prior art keywords
panel
wall
construction
building system
thickening
Prior art date
Application number
BE2009/0677A
Other languages
English (en)
Original Assignee
Temmerman Gunter Louis Gustaaf
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by Temmerman Gunter Louis Gustaaf filed Critical Temmerman Gunter Louis Gustaaf
Priority to BE2009/0677A priority Critical patent/BE1018991A3/nl
Application granted granted Critical
Publication of BE1018991A3 publication Critical patent/BE1018991A3/nl

Links

Classifications

    • EFIXED CONSTRUCTIONS
    • E04BUILDING
    • E04BGENERAL BUILDING CONSTRUCTIONS; WALLS, e.g. PARTITIONS; ROOFS; FLOORS; CEILINGS; INSULATION OR OTHER PROTECTION OF BUILDINGS
    • E04B1/00Constructions in general; Structures which are not restricted either to walls, e.g. partitions, or floors or ceilings or roofs
    • E04B1/18Structures comprising elongated load-supporting parts, e.g. columns, girders, skeletons
    • E04B1/26Structures comprising elongated load-supporting parts, e.g. columns, girders, skeletons the supporting parts consisting of wood
    • EFIXED CONSTRUCTIONS
    • E04BUILDING
    • E04BGENERAL BUILDING CONSTRUCTIONS; WALLS, e.g. PARTITIONS; ROOFS; FLOORS; CEILINGS; INSULATION OR OTHER PROTECTION OF BUILDINGS
    • E04B2/00Walls, e.g. partitions, for buildings; Wall construction with regard to insulation; Connections specially adapted to walls
    • E04B2/56Load-bearing walls of framework or pillarwork; Walls incorporating load-bearing elongated members
    • E04B2/70Load-bearing walls of framework or pillarwork; Walls incorporating load-bearing elongated members with elongated members of wood
    • E04B2/706Load-bearing walls of framework or pillarwork; Walls incorporating load-bearing elongated members with elongated members of wood with supporting function
    • E04B2/707Load-bearing walls of framework or pillarwork; Walls incorporating load-bearing elongated members with elongated members of wood with supporting function obturation by means of panels
    • EFIXED CONSTRUCTIONS
    • E04BUILDING
    • E04DROOF COVERINGS; SKY-LIGHTS; GUTTERS; ROOF-WORKING TOOLS
    • E04D13/00Special arrangements or devices in connection with roof coverings; Protection against birds; Roof drainage ; Sky-lights
    • E04D13/16Insulating devices or arrangements in so far as the roof covering is concerned, e.g. characterised by the material or composition of the roof insulating material or its integration in the roof structure
    • E04D13/1606Insulation of the roof covering characterised by its integration in the roof structure
    • E04D13/1612Insulation of the roof covering characterised by its integration in the roof structure the roof structure comprising a supporting framework of roof purlins or rafters
    • E04D13/1625Insulation of the roof covering characterised by its integration in the roof structure the roof structure comprising a supporting framework of roof purlins or rafters with means for supporting the insulating material between the purlins or rafters
    • EFIXED CONSTRUCTIONS
    • E04BUILDING
    • E04DROOF COVERINGS; SKY-LIGHTS; GUTTERS; ROOF-WORKING TOOLS
    • E04D13/00Special arrangements or devices in connection with roof coverings; Protection against birds; Roof drainage ; Sky-lights
    • E04D13/16Insulating devices or arrangements in so far as the roof covering is concerned, e.g. characterised by the material or composition of the roof insulating material or its integration in the roof structure
    • E04D13/1606Insulation of the roof covering characterised by its integration in the roof structure
    • E04D13/1681Insulating of pre-existing roofs with or without ventilating arrangements
    • EFIXED CONSTRUCTIONS
    • E06DOORS, WINDOWS, SHUTTERS, OR ROLLER BLINDS IN GENERAL; LADDERS
    • E06BFIXED OR MOVABLE CLOSURES FOR OPENINGS IN BUILDINGS, VEHICLES, FENCES OR LIKE ENCLOSURES IN GENERAL, e.g. DOORS, WINDOWS, BLINDS, GATES
    • E06B1/00Border constructions of openings in walls, floors, or ceilings; Frames to be rigidly mounted in such openings
    • E06B1/04Frames for doors, windows, or the like to be fixed in openings
    • E06B1/34Coverings, e.g. protecting against weather, for decorative purposes
    • E06B1/342Reveal covering members disposed alongside of a window frame

Landscapes

  • Engineering & Computer Science (AREA)
  • Architecture (AREA)
  • Civil Engineering (AREA)
  • Structural Engineering (AREA)
  • Physics & Mathematics (AREA)
  • Electromagnetism (AREA)
  • Building Environments (AREA)

Abstract

Bouwsysteem voor de opbouw van een passiefwoning of een laag-energie woning met wanden met een skelet van een half afgewerkte standaard houtskeletbouw (4), waarop een wanduitdikking (23) geplaatst wordt, bestaande uit uitdikkingselementen die samengesteld zijn uit een paneel (24) dat voorzien is van een bloklat (25), waarop een afsluitende skeletafsluitplaat (22) gehecht wordt met vorming van ingesloten holle ruimten samen met de bestaande wand of samen met de reeds aanwezige wand (18) van de half-afgewerkte houtskeletbouw en waarbij de bloklat (25) deels voorbij de voornoemde eerste zijde (24a) van het paneel uitsteekt zodat het paneel nergens rechtstreeks contact maakt met de alsluitende skeletafsluitplaat.

Description

Bouwsysteem voor de opbouw van een passiefwoning of een lage-energie woning.
De huidige uitvinding heeft betrekking op een bouwsysteem voor de opbouw van passiefwoningen of van lage-energie woningen.
Meer speciaal is de uitvinding bedoeld voor het opbouwen van een passiefwoning in houtskeletbouw, maar het bouwsysteem kan ook worden toegepast in de renovatie- en lage-energie bouw.
Het bouwen van passiefwoningen of lage-energie woningen zal alleen maar aan belang winnen, gegeven de druk die bestaat om de emissie van broeikasgassen te verlagen vanuit de wetgeving.
Een lage-energie woning heeft een thermische isolatieparameter die zich bevindt tussen K30 tot K22, terwijl een passiefwoning aan nog strengere thermische isolatievoorwaarden dient te voldoen (minder dan 15 kWh/m2 verwarmingsenergie verbruiken).
Men kent reeds bouwsystemen voor het bouwen van passiefwoningen, maar aan deze bouwsystemen zijn een aantal nadelen verbonden.
Een eerste nadeel is dat de toegepaste standaarden dikwijls naar buitenlandse normen zijn gericht, en dat ze niet ingepast zijn in het STS 23 systeem die een norm is voor de houtskeletbouw in België.
Nog een nadeel is dat deze bouwsystemen speciale 'niet conforme' opbouwdelen bevatten, waaraan dikwijls een hoge kostprijs gekoppeld is ingevolge een monopolie verbonden aan de verkoop.
Nog een nadeel is dat deze bouwsystemen dikwijls opbouwelementen gebruiken die alleen in grote lengten worden verkocht, hetgeen aanleiding geeft tot veel afvalvorming.
Nog een nadeel is dat grote zaag- en hef toestellen nodig zijn voor de uitvoering, en dikwijls ook gespecialiseerde berekeningsprogramma's van de fabrikant.
Nog een nadeel is dat constructiedelen in deze bouwsystemen dikwijls tot buiten komen en aanleiding geven tot koudebruggen, waarbij dikwijls zelfs geen bedekking voorzien is van massievere delen, zoals lateien en hoekpalen.
Een bijkomend nadeel van deze bouwsystemen is dat een grotere dikte vereist is voor het halen van het E- en U-peil.
Een ander nadeel is dat deze systemen dikwijls gebruik maken van vaste paneelmaten, hetgeen het moeilijk maakt om de energieprestatie berekening van de woning (PHPP berekening) te volgen aangezien de extra uitdikkingen niet standaard, en bijgevolg moeilijker te berekenen en duurder te verwezenlijken zijn.
Nog een nadeel van deze bestaande systemen is dat ze niet flexibel toe te passen zijn, ook niet in het dak, en moeilijk geïntegreerd kunnen worden in renovatie met behoud van de bestaande constructie.
Nadelig is, in het algemeen, de hoge kostprijs, niet alleen van de opbouwelementen, maar ook van hun transport, en van hun afvalverwerking. Bij wijzigingen is ook het bijkopen van bouwelementen in het buitenland duur en moeilijk.
Nog een nadeel van deze bestaande systemen is dat ze de inbouw van een raam bemoeilijken, geen goede mogelijkheden voor bevestiging hebben en zelfs koudebruggen kunnen uitlokken.
De huidige uitvinding heeft tot doel aan de voornoemde en andere nadelen een oplossing te bieden, doordat zij voorziet in een bouwsysteem dat toelaat een uitdikking op bestaande muren of op nieuwe houtskeletwanden aan te brengen, gebruik makend van uitdikkingselementen die bij voorkeur uitsluitend uit onderdelen samengesteld zijn die in de klassieke bouw- en houthandel te vinden zijn.
Daartoe betreft de uitvinding een bouwsysteem voor de opbouw van een passiefwoning of een lage-energie woning met wanden bestaande uit een binnenwand en een buitenwand met daartussen isolatiemateriaal, waarbij op bestaande wanden of op het skelet van een half afgewerkte standaard houtskeletbouw, waarop reeds een binnenwand aangebracht kan zijn, een wanduitdikking geplaatst wordt, bestaande uit uitdikkingselementen die op maat in functie van de gewenste dikte van de wanduitdikking gebouwd zijn, en die samengesteld zijn uit een paneel met twee evenwijdige langse zijden, respectievelijk een eerste en een tweede zijde, en dat langs de tweede zijde op de voornoemde bestaande wand of op het skelet bevestigd wordt, en langs de eerste zijde voorzien is van een bloklat, waaróp een afsluitende skeletafsluitplaat gehecht wordt met vorming van ingesloten holle ruimten samen met de bestaande wand of samen met de reeds aanwezige wand van de half-afgewerkte houtskeletbouw die minstens gedeeltelijk met isolatiemateriaal gevuld worden, en waarbij de bloklat deels voorbij de voornoemde eerste zijde van het paneel uitsteekt zodat het paneel nergens rechtstreeks contact maakt met de afsluitende skeletafsluitplaat.
Een belangrijk voordeel van het bouwsysteem volgens de uitvinding is dat de vorming van koudebruggen langs de uitdikkingselementen voorkomen wordt, doordat de panelen van de uitdikkingselementen zodanig bevestigd worden dat ze geen rechtstreeks contact maken met de bestaande wand of met de reeds aanwezige wand van de houtskeletbouw.
Daartoe wordt het paneel van het uitdikkingselement op de bestaande wand bevestigd door middel van een bloklat, waarbij deze bloklat voorbij de voornoemde eerste zijde van het paneel uitsteekt zodat het paneel nergens rechtstreeks contact maakt met de bestaande wand, maar op een afstand van de reeds aanwezige wand van de half afgewerkte houtskeletbouw wordt bevestigd.
Een voordeel van het bouwsysteem volgens de uitvinding is dat zij gebruik kan maken van standaard materialen, beschikbaar in de klassieke hout- en bouwhandel.
Nog een voordeel is dat het bouwsysteem in geval van houtskeletbouw aan de Belgische overheidsnormering voor houtskeletbouw STS 23 blijft voldoen, aangezien de basisstructuur van het skelet ontworpen is volgens deze norm.
Nog een voordeel is dat het bouwsysteem weinig of geen afval genereert, omdat de panelen en de bloklatten per 30 cm lengte beschikbaar zijn.
Nog een voordeel is dat het bouwsysteem toelaat de uitdikkingselementen met eenvoudige middelen op de werf te construeren, zonder zware of gespecialiseerde werktuigen te vereisen.
Nog een voordeel is dat het bouwsysteem geen koudebruggen overlaat, doordat alle massieve constructiedelen zich binnen het basisskelet bevinden en volledig ingepakt worden door een mantel met isolatie, en de mantel een laag houtaandeel heeft (6%) zodat meer isolatiemateriaal geplaatst kan worden.
Een bijkomend voordeel van de uitdikkingselementen in het bouwsysteem volgens de uitvinding is dat ze toelaten een kleinere isolatiedikte te vereisen voor het halen van het gewenste E- of U-peil.
Een ander voordeel is dat de dikte van de muur exact gebouwd kan worden naar de PHPP-berekening, zijnde de in Europa gebruikte procedure voor de berekening van de energieprestatie van een woning, en dit in één enkele stap.
Nog een voordeel van het bouwsysteem is dat het flexibel toe te passen is, ook in het dak, en gemakkelijk toegepast kan worden in renovaties met behoud van de bestaande constructie, zelfs op steenbouw.
Een verder voordeel is de lagere constructieprijs (10 tot 13% lager) , en dit niet alleen door de lage kostprijs van de uitdikkingselementen, maar ook van hun transport, en van de afvalverwerking.
Bij wijzigingen in het bouwontwerp door de bouwheer is ook de aanpassing aan het nieuwe ontwerp gemakkelijk door te voeren, doordat alleen algemeen beschikbare standaard materialen gebruikt worden en de uitdikkingselementen makkelijk op maat ter plaatse te vervaardigen zijn.
De dikte van de uitdikking kan tussen bepaalde grenzen vrij gekozen worden naargelang de vereisten voor de passiefwoning in opbouw, door het aanpassen van de maat van de panelen gebruikt in de uitdikkingselementen.
In het bouwsysteem kunnen de gevormde holle ruimten ook schuin georiënteerd zijn, zoals bij de opbouw van een hellend dak, of horizontaal georiënteerd zijn zoals bij de opbouw van een plat dak.
Het bouwsysteem voor ziet ook in een uitdikking rond een gevel- of dakraam waarbij de uitdikkingselementen de vorming van koudebruggen voorkomen, en een zwevende montage wordt toegepast die stevig en gemakkelijk uit te voeren is.
Ook alle massieve constructiedelen die zich binnen het basisskelet bevinden, worden volledig ingepakt door een mantel met isolatie, waarbij de mantel een laag houtaandeel heeft (6%) zodat meer isolatiemateriaal geplaatst kan worden voor eenzelfde wanddikte.
Met het inzicht de kenmerken van de uitvinding beter aan te tonen, is hierna, als voorbeeld zonder enig beperkend karakter, een voorkeurdragende uitvoeringsvorm beschreven van het bouwsysteem volgens de uitvinding, met verwijzing naar de bijgaande tekeningen, waarin: figuur 1 schematisch en in doorsnede een sokkel en onderzijde van een gevel volgens de uitvinding weergeeft; figuur 2 eèn horizontale doorsnede door een muur volgens de lijn II-II in figuur 1 weergeeft; figuur 3 een verticale doorsnede weergeeft volgens de lijn III-III in figuur 2 van de onderzijde van een raam; figuur 4 een overeenstemmende doorsnede als in figuur 3 weergeeft, doch ditmaal voor de bovenzijde van het raam ; figuur 5 een detail F5 weergeeft van figuur 2; figuur 6 een verticale doorsnede loodrecht op de nok weergeeft van een hellend dak volgens de uitvinding; figuur 7 een verticale doorsnede volgens lijn VII-VII in figuur 6 weergeeft; figuur 8 een verticale doorsnede van een plat dak weergeeft volgens de uitvinding; figuur 9 een doorsnede in een hellend dak met een dakraam, volgens een doorsnede loodrecht op het vlak van het dak en evenwijdig met de nok; en, figuur 10 een verticale doorsnede van een hellend dak met dakraam weergeeft volgens de uitvinding.
In figuur 1 is schematisch een sokkel 1 onder een gevelmuur 2 voorgesteld, waarbij de sokkel 1 op een fundering 3 aangebracht is en die als ondersteuning dient voor de muren van een gevelmuur 2 van, in dit geval, een woning die opgetrokken is in een houtskeletconstructie 4 bestaande uit stijlen 5 die met elkaar verbonden zijn door horizontale regels waarvan in figuur 1 enkel de onderregel 6 weergegeven is.
De voornoemde onderregel 6 is op de sokkel 1 bevestigd door middel van een draadstang 7 die zich doorheen de betreffende onderregel 6 en de sokkel 1 uitstrekt tot in de fundering 3 waar deze draadstang 7 bevestigd is, bijvoorbeeld door middel van een chemisch anker 8.
De sokkel 1 is opgebouwd uit twee lagen isolerende bouwstenen 9 waarop zich een vast isolatieblok 10 bevindt waarvan de buiten- en binnenzijde door middel van een luchtdichtingsstrip 11 afgeschermd is. Tussen de onderregel 6 en het isolatieblok 10 bevindt zich een watervaste winddichte onderplaat 12 die uitgevoerd is in functie van de te realiseren breedte van de muur 2.
De sokkel 1 is aan de buitenzijde verder afgewerkt met een verticale harde isolatieplaat 13, mét daarop een waterkerend scherm 14 vanaf de fundering 3 tot onder de onderplaat 12.
Aan de binnenzijde is de sokkel 1 voorzien van een luchtdichtingsvlies 15 vanaf de fundering 3 tot aansluitend tegen de uitstijfplaat 16, waartegen zich een dubbele laag harde isolatieplaat 17 bevindt.
De muur is een dubbelwandige muur 2 met een afsluitende binnenwand 18 die in dit geval opgebouwd is uit een uitstijfplaat 16 en een binnenafwerkplaat 19 met daartussen een leidingspouw 20 die aan de binnenzijde van de houtskeletconstructie 4 aangebracht is en van een buitenwand 21 bestaande uit een skeletafsluitplaat 22 die op de houtskeletconstructie 4 bevestigd is door middel van uitdikkingselementen 23 volgens de uitvinding, en die samen met de uitstijfplaat 16 een ruimte definieert waarin een isolatiemateriaal 24 aangebracht wordt.
Door middel van de uitdikkingselementen 23 wordt een wand-uitdikking beoogd van de muren van een traditionele houtskeletbouw, waarbij de skeletafsluitplaat 22 via het uitdikkingselement 23 op de houtskeletconstructie 4 wordt bevestigd.
Zoals in figuur 2 in een horizontale doorsnede van de muur van figuur 1 voorgesteld is, bestaan deze uitdikkings-elementen 23 uit een paneel 24 met twee evenwijdige langse zijden, respectievelijk een eerste 24a en een tweede zijde 24b en een daarop bevestigde bloklat 25 die aan één zijde 24a aangebracht is en die ten opzichte van deze zijde 24a over een zekere lengte L uitsteekt ten opzichte van het paneel 24.
Het uitdikkingselement 23 is langs de tweede zijde 24b van het paneel 24 bevestigd aan een stijl 5 terwijl de skeletafsluitplaten 22 op de bloklat 25 bevestigd zijn, waarbij het belangrijk is dat tussen het paneel 24 en de skeletafsluitplaten 22 een luchtspleet is waarvan de breedte gelijk is aan de voornoemde lengte L en die de vorming van een koudebrug voorkomt.
In figuur 2 is daarenboven een ingebouwd raam zichtbaar, waarvan een verticale doorsnede volgens lijn III-III weergegeven is in de figuren 3 en 4, respectievelijk voor de onderzijde en de bovenzijde van het raam en het detail F5 in figuur 5.
Zoals blijkt uit figuur 3 rust een vensterglas 26 op een raamkader 27, waarbij aan het raamkader 27 een schuin aflopende drupplaat 28 bevestigd is en waarbij het raamkader 27 op een semiharde isolatieplaat 29 rust, die op een watervaste isolatieplaat 30 rust, met tussen beide platen een waterkering 31. De semiharde isolatieplaat 29 rust op een zwaardere regel 32 die op een opstaande stijl 5 rust en geflankeerd wordt door een paneel 24 dat verbonden is met een bloklat 25 waaraan de skeletafsluitplaat 22 bevestigd is. Tussen de zwaardere regel 32 en de skeletaf sluitplaat 22 bevindt zich isolatiemateriaal 33. De zwaardere regel 32 is geflankeerd door een uitstij fplaat 16, die aan de opstaande stijl 5 bevestigd is. Aan de binnenzijde van het raam bevindt zich nog een luchtdichting 34 en de leidingspouw 20, begrensd door een afwerkplaat 19 die aan het raamkader 27 aangewerkt is.
In figuur 4 wordt de bovenzijde van een raam in een gevel weergegeven, waarbij het vensterglas 26 gevat is in een raamkader 27 dat geflankeerd wordt door een watervaste isolatieplaat 35 die dienst doet als vensterdag aan de buitenzijde en door een harde isolatieplaat 36 aan de binnenzijde. Een paneel 24 maakt de verbinding tussen de bloklat 25, waaraan de skeletafsluitplaat 22 bevestigd is, enerzijds, en de buitenste van de twee raamlateien 36a waarop opstaande stijlen 19 rusten, anderzijds. Tussen het paneel 24 en het raamkader 27 bevindt zich soepele isolatie 37. Ook tussen de binnenste en buitenste raamlateien 36a, 36b bevindt zich soepele isolatie 37. Van raamkader 27 tot uitstijfplaat 16 bevindt zich een luchtdichting 38. Tussen de watervaste isolatieplaat 35 die dienst doet als vensterdag 35 en het raamkader 27 bevindt zich een water/winddichting 39. Een gevelafwerking 40 kan buiten de skeletafsluitplaat 22 geplaatst worden met vorming van een verluchtingsspouw 41, waarbij de gevelafwerking 40 en de spouw 41 enkel getoond worden in figuur 4 en voor de eenvoud weggelaten zijn uit de andere figuren.
In figuur 5 wordt de zijkant van een raam in een gevel weergegeven, waarbij het vensterglas 26 gevat is in een raamkader 27 dat geflankeerd wordt door een vensterdaglat 35 aan de buitenzijde en door middel van een dook 42 aan de opstaande stijl 5b bevestigd is, waarbij de opstaande stijl 5b geflankeerd is door een tweede opstaande stijl 5a, waaraan de uitstijfplaat 16 bevestigd is, en door middel van een paneel 24 aan een bloklat 25 bevestigd is. De skeletafsluitplaat 22 is bevestigd op de opstaande bloklatten 25. Tussen het paneel 24 en het raamkader 27 bevindt zich isolatie 37. Van raamkader 27 tot uitstijfplaat 16 bevindt zich een luchtdichting 43. Tussen de luchtdichting 43 en de opstaande stijl 5b bevindt zich soepele isolatie 37. Tussen de vensterdaglat 35 en het raamkader 27 bevindt zich een water/winddichting 44.
Figuur 6 toont een verticale doorsnede in een vlak loodrecht op de nok van een hellend dak, volgens de uitvinding, waarbij de klassieke elementen van een hellend dak aanwezig zijn, zoals de gordingen 45, rustend op muren of spanten, waarop kepers 46 rusten, waarop zich een onderdak 52 bevindt waarboven zich meestal tengellatten 48 en panlatten 49 bevinden. Aan dit klassiek dak, dat als een wand van de uitvinding beschouwd kan worden, zijn volgens de uitvinding panelen 24 bevestigd op de kepers 46 en voorzien van een bloklat 5. Een dampscherm 50 is door middel van lattenwerk 51 evenwijdig met het dakoppervlak aangebracht. Op dit lattenwerk kan een afwerkplaat 19 aangebracht worden. De compartimenten door de panelen 24 begrensd, hebben een dikte E, die de nuttige isolatiedikte is.
Figuur 7 toont een doorsnede van een hellend dak zoals in figuur 6, maar nu in een verticaal vlak evenwijdig met de nok van het dak, waarbij de klassieke elementen van een hellend dak aanwezig zijn, zoals de gordingen 45, rustend op muren of spanten, waarop kepers 46 rusten, waarop zich een onderdak 52 bevindt waarboven zich meestal tengellatten 48 en panlatten 49 bevinden. Aan dit klassiek dak zijn volgens de uitvinding panelen 24 bevestigd op de kepers 46 en voorzien van een bloklat 25. Een dampscherm 50 is door middel van lattenwerk 53 evenwijdig met het dakoppervlak aangebracht. De compartimenten door de panelen 24 begrensd, hebben een dikte E, die de nuttige isolatiedikte is.
Figuur 8 toont een doorsnede van een plat dak waarbij de klassieke elementen van een plat dak aanwezig zijn, zoals de draagribben 46 van een roostering, rustend op muren of lateien waarop hellingslatten 54 zijn voorzien waarop een draagvloer 55 aangebracht is en waarop zich een waterdichtingsvlies 56 bevindt. Aan deze klassieke structuur van een plat dak, dat in de geest van uitvinding als een wand beschouwd kan worden, is volgens de uitvinding onderaan een uitdikking bevestigd bestaande uit panelen 24, voorzien van een bloklat 25 waartegen zich een damprem of luchtdichting 50 bevindt en lattenwerk 53 ter ondersteuning van de damprem of luchtdichting 50 en als bevestiging voor een eventuele plafondafwerking. De compartimenten door de panelen 24 begrensd, hebben een dikte F, die de nuttige isolatiedikte is.
Figuur 9 en figuur 10 tonen de structuur van de aanwerking van een dakraam in een hellend dak volgens de uitvinding, waarbij figuur 9 een doorsnede is, genomen volgens een vlak loodrecht op het hellend dak en evenwijdig met de nok van het hellend dak, terwijl figuur 10 een doorsnede is volgens een verticaal vlak loodrecht op de nok.
Het glas 26 van het dakraam is daarbij gevat in een raamkader 27 dat gedragen wordt door een vast raamkader 57 dat omsloten is door een eigen isolatiekader 45a, welk bevestigd is aan een kader van tengellatten 48 en panlatten 49. Het isolatiekader 45a bevindt zich rond de raveelopening waarover zich een kraag van water/winddichte folie 60 bevindt gaande van het kader 57 tot het onderdak 52.
Het aanvullend isolatiepak 45b begrenst de uitdikking volgens de uitvinding bestaande uit panelen 24 en bloklatten 25, gehecht aan kepers 46, waartegen zich aan de binnenzijde een dampscherm of luchtdichting 50 met draaglatten 58 bevinden. Deze damprem/luchtdichting 50 heeft een aansluiting 61 over het isolatieblok 45b op het raamkader 57.
De kepers 46 dragen een onderdak 52 waarboven zich meestal tengellatten 48 bevinden met daarop meestal panlatten 59.
Het bouwsysteem voor de opbouw van passiefwoningen of lage-energie woningen volgens de uitvinding is eenvoudig toe te passen en behelst het volgende.
In een eerste fase wordt een sokkel 1 gebouwd op een fundering 3, door in de fundering draads tangen 7 van het type M12 te verankeren met een chemisch anker 8. Op de fundering 3 wordt een sokkel 1 opgetrokken uit twee lagen cellenbeton 9 (20 x 20 x 40 cm) waarop een laag van 5 cm isolatieblok 10 wordt gelegd, bestaande uit perinsul-foamglas. Daarop wordt een waterkering 11 gelegd, voorzien van een luchtdichtingskit (ProClima ORCON) onder en boven de waterkering, en daarop komt een watervaste multiplex plaat 12 van 18 mm ter breedte van de totale muuropbouw (30 tot 37 cm) , met daarop een onderregel 6 in geschaafde juffer van 58 x 170. Deze onderregel 6 wordt vastgetrokken met grote moerplaatjes en borgmoeren op de draagstangen 7.
In een tweede fase worden de buitenmuren opgetrokken, waarbij als draagstructuur een standaard verdiepingsbouw houtskelet gebruikt wordt met regels 6 en stijlen 5 in juffers 7/18. Alle dragende elementen (lateien, kolommen, liggers, enz.) blijven binnen deze structuur. Als enige uitzondering wordt de raamonderregel 32 gebouwd met een juffer 8/23 teneinde toe te laten het raam verder naar buiten te plaatsen, zodat de isothermen van muur en raam op één lijn komen te liggen.
Buitenaan wordt een verticale uitdikking aangebracht over de gehele gevel aankoppelend op de dakstructuur. Deze uitdikking wordt ter plaatse op de werf gefabriceerd op een hiertoe ontwikkelde 'werkbank' met geleiders en afkortzaag. Uitdikkingselementen worden doorlopend gemaakt en daarna op de gewenste maat afgezaagd.
Een element is opgebouwd uit een strook paneel 24 uit OSB board (overhead strand board), met industriële krammen van 38 mm, vastgeniet in een bloklat 25 van 45 x 45 mm, teneinde een L-profiel te bekomen. De strook paneel 24 komt evenwel niet volledig ten einde van deze keper om koudebruggen te vermijden. De overlapping bedraagt 35 mm.
De uitdikkingselementen worden verticaal meegaand op de stijlen 5 van de houtskeletbouw pneumatisch gemonteerd met dezelfde krammen.
Aan de ramen worden eveneens elementen aan de lateien 36a, 36b en aan de onderregels 32 geplaatst. Het ganse uitdikkingssysteem kan worden gebruikt tot een dikte van 28 cm als uitdikkingsmaat, hetgeen een totale constructiedikte (= isolatiedikte) geeft van 45 cm. Voor quasi dezelfde constructieprijs kan een totale muurdikte van 27 tot 45 cm gebouwd worden.
Aan de 'dag'zijde van de raamopeningen komen isolerende vensterdaglatten 35 uit houtvezel van 6 cm dikte en ongeveer 13,5 cm breedte (afhankelijk van de totale muurdikte). waartegen het raam geplaatst wordt en dit met een rubberen UV-bestendige zwelband.
Onderaan de raamopeningen komt een semiharde isolatieplaat 29 bestaande uit houtvezelplaat in 2 lagen (totaal 40 mm) gelegd, met daarover een waterdichte doek, als waterkering en dichting.
Op de hoeken van de raamopeningen worden met dezelfde bloklatten 25 van het formaat 45 x .45 mm holle kasten gebouwd. Over de ganse uitdikking wordt dan een schil geplaatst bestaande uit: - ofwel een gebitumineerde houtvezelplaat van 18 mm, dit voor gevelafwerkingen met baksteen of houtplanchetten.
- ofwel een onbehandelde houtvezelplaat van 6 cm geschikt voor gevelafwerking in pleister.
Deze buitenschil sluit volledig aan op het onderdak 52, zodat een doorlopende huid ontstaat.
In een derde fase wordt het dak opgetrokken, waarbij een onderscheid gemaakt dient te worden tussen een hellend dak en een plat dak.
Voor een hellend dak bestaat de opbouw uit een traditionele opbouw zoals beschreven in de Belgische norm voor houtskeletbouw en daktimmer; met gordingen 45 (maat 8/23) en kepers 46 (maat 8/9) . Aan de buitenkant wordt een onderdak 52 geplaatst in gebitumineerde onderdakplaat 22 mm dik met tand en groef. Aan de binnenzijde komt hier terug een uitdikking in elementen gelijkaardig aan de buitenui tdikking.
Op dezelfde werkbank worden opnieuw elementen aan de lopende band gebouwd, bestaande uit een strook paneel 24 van OSB board van 9 mm dikte, en een bloklat 25 bestaande uit een lat van 22 x 45 mm. Deze onderdelen worden pneumatisch aan elkaar geschoten met industriële krammen van 32 mm, onder een lichte helling. De elementen worden dan afgekort op de gewenste lengten, en van boven naar onder op de kepers geplaatst.
De breedte van de elementen gaat van 28 tot 40 cm in functie van de gewenste dakisolatiedikte, en deze elementen worden ook gebruikt bij lage-energie nieuwbouw en rénova tiebouw.
Voor een plat dak bestaat de opbouw eveneens uit het aanbrengen van een uitdikking bestaande uit dezelfde uitdikkingselementen, maar deze worden nu opgehangen onderaan de roosteringsribben van het platte dak.
De maatvoering is verschillend voor een plat dak omdat dit opgebouwd is uit juffers 46 van 7/18 of 8.23 ofwel uit juffers 46 van 6/4//23, met daarop reeds een uitbouw van hellingsplanken 54.
Voor het bouwsysteem volgens de uitvinding bedraagt de minimum dikte van een plat dak 230mm, hetgeen de uitdikking reduceert tot diktes tussen 100mm (laag-energie woning) en 200mm (passiefwoning).
In een vierde en laatste fase, worden de holle compartimenten, ontstaan in de gevels door de hierboven beschreven combinatie, van elementen en panelen, tenslotte volgeblazen met isolatiemateriaal, zoals cellulosevlokken.
In de dakvlakken wordt onder de uitdikkingselementen een luchtdicht dampscherm 50 gehangen waardoor ook hier holle compartimenten ontstaan, die tenslotte ook met isolatiemateriaal volgeblazen worden.
De huidige uitvinding is geenszins beperkt tot de als voorbeeld beschreven en in de figuren weergegeven uitvoeringsvorm, doch een bouwsysteem volgens de uitvinding kan in allerlei vormen en afmetingen verwezenlijkt worden zonder buiten het kader van de uitvinding te treden.

Claims (11)

1. Bouwsysteem voor de opbouw van een passiefwoning of een laag-energie woning met wanden bestaande uit een binnenwand (18) en een buitenwand (21) met daartussen isolatiemateriaal (24), daardoor gekenmerkt dat op bestaande wanden of op het skelet van een half afgewerkte standaard houtskeletbouw (4), waarop reeds een binnenwand (18) aangebracht is, een wanduitdikking (23) geplaatst wordt, bestaande uit uitdikkingselementen die op maat in functie van de gewenste dikte van de wanduitdikking (23) gebouwd zijn en samengesteld zijn uit een paneel (24) met twee evenwijdige langse zijden (24a,24b), respectievelijk een eerste (24a) en een tweede zijde (24b), en dat langs de tweede zijde (24b) op de voornoemde bestaande wand of op het skelet (4) bevestigd wordt, en langs de eerste zijde (24a) voorzien is van een bloklat (25) , waarop een afsluitende skeletafsluitplaat (22) gehecht wordt met vorming van ingesloten holle ruimten samen met de bestaande wand of samen met de reeds aanwezige wand (18) van de half-afgewerkte houtskeletbouw die minstens gedeeltelijk met isolatiemateriaal gevuld worden, en waarbij de bloklat (25) deels voorbij de voornoemde eerste zijde (24a) van het paneel uitsteekt zodat . het paneel nergens rechtstreeks contact maakt met de afsluitende skeletafsluitplaat (22).
2.- Bouwsysteem volgens conclusie 1, daardoor gekenmerkt dat het paneel (24) van het uitdikkingselement zodanig bevestigd wordt dat het geen rechtstreeks contact maakt met de bestaande wand of met de reeds aanwezige wand (18) van de houtskeletbouw.
3. Bouwsysteem volgens conclusie 2 daardoor gekenmerkt dat het paneel (24) van het uitdikkingselement op de bestaande wand (4) wordt bevestigd door middel van een opstaande stijl (5) , waarbij deze stijl (5) voorbij de voornoemde tweede zijde (24b) van het paneel uitsteekt zodat het paneel nergens rechtstreeks contact maakt met de bestaande wand (18).
4. Bouwsysteem volgens conclusie 2 daardoor gekenmerkt dat het paneel (24) van het uitdikkingselement rechtstreeks op het skelet bevestigd wordt op een afstand van de reeds aanwezige wand (18) van de half afgewerkte houtskeletbouw (4).
5. Bouwsysteem volgens conclusie 1,daardoorgekenmerkt dat de gevormde holle ruimten schuin geörienteerd kunnen zijn, zoals bij de opbouw van een hellend dak, of horizontaal geörienteerd kunnen zijn, zoals bij de opbouw van een plat dak.
6. Bouwsysteem volgens conclusie 1,daardoorgekenmerkt dat het ook voorziet in een uitdikking rond een gevel- of dakraam daardoor gekenmerkt dat de uitdikkingselementen de vorming van koudebruggen voorkomen en waarbij deze elementen zwevend gemonteerd worden.
7. Bouwsysteem volgens conclusie 1,daardoorgekenmerkt dat alle massieve constructiedelen die zich binnen het basisskelet bevinden volledig ingepakt worden door een mantel met isolatie, waarbij de mantel een laag houtaandeel heeft (6%) .
8. Bouwsysteem volgens conclusie 1, daardoor gekenmerkt dat de uitdikkingselementen uit standaard bouwmaterialen vervaardigd worden die algemeen beschikbaar zijn in de klassieke bouw- en houthandel.
9. Bouwsysteem volgens conclusie 7, daardoor gekenmerkt dat het uitdikkingselement gevormd wordt uit een paneel van overhead strand board (OSB) en dat de bloklat vervaardigd is uit een standaard beschikbare houten lat.
10. Bouwsysteem volgens conclusie 1, daardoor gekenmerkt dat de dikte van de uitdikking tussen bepaalde grenzen vrij gekozen kan worden naargelang de vereisten voor de passiefwoning in opbouw, door het aanpassen van de breedte van de panelen gebruikt in de uitdikkingselementen.
11. Bouwsysteem volgens conclusie 1, daardoor gekenmerkt dat het isolatiemateriaal bestaat uit isolatievlokken die in de holle ruimten geblazen worden, waarbij de constructie toelaat de holle ruimten volledig te vullen zonder luchtonderbrekingen.
BE2009/0677A 2009-11-03 2009-11-03 Bouwsysteem voor de opbouw van een passiefwoning of een lage-energie woning. BE1018991A3 (nl)

Priority Applications (1)

Application Number Priority Date Filing Date Title
BE2009/0677A BE1018991A3 (nl) 2009-11-03 2009-11-03 Bouwsysteem voor de opbouw van een passiefwoning of een lage-energie woning.

Applications Claiming Priority (2)

Application Number Priority Date Filing Date Title
BE2009/0677A BE1018991A3 (nl) 2009-11-03 2009-11-03 Bouwsysteem voor de opbouw van een passiefwoning of een lage-energie woning.
BE200900677 2009-11-03

Publications (1)

Publication Number Publication Date
BE1018991A3 true BE1018991A3 (nl) 2011-12-06

Family

ID=42319999

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
BE2009/0677A BE1018991A3 (nl) 2009-11-03 2009-11-03 Bouwsysteem voor de opbouw van een passiefwoning of een lage-energie woning.

Country Status (1)

Country Link
BE (1) BE1018991A3 (nl)

Citations (2)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
DE19801370A1 (de) * 1997-02-27 1998-10-29 Georg Meyer Tafelelement
DE10255717A1 (de) * 2002-07-27 2004-02-19 Vinko Miocic Holzbausystem zur Erstellung insbesondere von Wärmebrückenfreien Aussenwänden bei Niedrigenergie- und Passivhäusern

Patent Citations (2)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
DE19801370A1 (de) * 1997-02-27 1998-10-29 Georg Meyer Tafelelement
DE10255717A1 (de) * 2002-07-27 2004-02-19 Vinko Miocic Holzbausystem zur Erstellung insbesondere von Wärmebrückenfreien Aussenwänden bei Niedrigenergie- und Passivhäusern

Similar Documents

Publication Publication Date Title
US8033062B2 (en) Type of building, method and means for erecting it
US3256652A (en) Building of assembled box-shaped elements
US9453332B2 (en) Building system, particularly a residential building
RU59088U1 (ru) Конструкция металлического каркаса строительного объемного блока для малоэтажного здания
AU2024204259A1 (en) Modular building structures, methods and systems
DE202013104779U1 (de) Wandelement
RU182308U1 (ru) Модульная строительная конструкция
BE1018991A3 (nl) Bouwsysteem voor de opbouw van een passiefwoning of een lage-energie woning.
US3466818A (en) Prefabricated buildings
KR100715341B1 (ko) 지붕창이 구비된 건축구조물
WO2019030547A1 (en) PREFABRICATED BUILDING MODULE
RU2317380C1 (ru) Сборная крыша мансардного типа
RU44697U1 (ru) Деревянное домостроение
US2048901A (en) Building structure
AU714654B2 (en) Building component
DK2458105T3 (en) Framework for a modular structure
RU79587U1 (ru) Стропильная рама мансарды
RU63823U1 (ru) Стеновая панель
AU2016231373B2 (en) Wall structure and ceiling structure for a building system, in particular a residential building
AU2013100881B4 (en) Panel wall construction
JPH08253970A (ja) 建物ユニット
RU2298616C2 (ru) Мобильное здание
RU127772U1 (ru) Древоблок для изготовления деревянных домов, строений, сооружений и здание из древоблока
GR1010181B (el) Προκατασκευασμενος οικισκος
FI20225515A1 (fi) Ulkoseinäelementti ja rakennus