BE1018858A3 - Spanband voor ladingzekering. - Google Patents

Spanband voor ladingzekering. Download PDF

Info

Publication number
BE1018858A3
BE1018858A3 BE2009/0491A BE200900491A BE1018858A3 BE 1018858 A3 BE1018858 A3 BE 1018858A3 BE 2009/0491 A BE2009/0491 A BE 2009/0491A BE 200900491 A BE200900491 A BE 200900491A BE 1018858 A3 BE1018858 A3 BE 1018858A3
Authority
BE
Belgium
Prior art keywords
tensioning
strap
spring element
load
lashing
Prior art date
Application number
BE2009/0491A
Other languages
English (en)
Inventor
Marc Felix Karel Juwet
Johannes Juwet
Original Assignee
Tandem Bvba
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by Tandem Bvba filed Critical Tandem Bvba
Priority to BE2009/0491A priority Critical patent/BE1018858A3/nl
Application granted granted Critical
Publication of BE1018858A3 publication Critical patent/BE1018858A3/nl

Links

Classifications

    • BPERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
    • B60VEHICLES IN GENERAL
    • B60PVEHICLES ADAPTED FOR LOAD TRANSPORTATION OR TO TRANSPORT, TO CARRY, OR TO COMPRISE SPECIAL LOADS OR OBJECTS
    • B60P7/00Securing or covering of load on vehicles
    • B60P7/06Securing of load
    • B60P7/08Securing to the vehicle floor or sides
    • B60P7/0823Straps; Tighteners
    • B60P7/0861Measuring or identifying the tension in the securing element

Landscapes

  • Engineering & Computer Science (AREA)
  • Transportation (AREA)
  • Mechanical Engineering (AREA)
  • Package Frames And Binding Bands (AREA)

Abstract

Deze uitvinding betreft een spanhand voor het zekeren van een lading, omvattende minstens één spanbandlint voorzien van één of meerdere bevestigingsmiddelen en minsten één spanelement dat voorzien is om de spanband op te spannen, waarbij de genoemde spanband minstens één veerelement omvat, en waarbij genoemd veerelement verlengbaar is door de kracht uitgeoefend op de spanband tot deze kracht een welbepaalde waarde bereikt.

Description

SPANBAND VOOR LADINGZEKERING
Deze uitvinding betreft een spanband voor het zekeren van een lading, omvattende minstens één spanbandlint voorzien van één of meerdere bevestigingsmiddelen en verder minstens één spanelement dat voorzien is om de spanband op te spannen. Deze uitvinding betreft in het bijzonder een spanband voor het zekeren van ladingen op transportmiddelen.
Voor het zekeren van lading op vrachtvoertuigen kan onder meer gebruik gemaakt worden van spanbanden. Spanbanden op zich zijn gekend. Om een spanband te maken is spanbandlint, minstens één spanelement en twee eindbevestigingen nodig.
Spanbandlint wordt meestal gemaakt door weven, uitzonderlijk ook door breien. Materialen van de draden, dikte van de draden, aantallen draden, dikte van het lint zelf, aantal lagen weefsel, ... kunnen verschillen. Eventueel kunnen speciale verstevigingsdraden worden ingewerkt uit staal, glasvezel, kevlar of ander materiaal. Een spanband bestaat meestal uit twee delen spanbandlint die verbonden zijn door een spanelement om de spanband aan te spannen. Praktisch wordt meestal een kort deel en een lang deel voorzien zodat het spanelement zich dicht bij één van de uiteinden van de spanband bevindt, wat meestal de bereikbaarheid ten goede komt. De beide uiteinden van het geheel zijn voorzien van een element om de spanband gemakkelijk te kunnen bevestigen aan voertuig of lading. Het kan hier gaan om een haakvormig of een lusvormig element. In de literatuur wordt soms de term eindbevestiging gebruikt om dergelijke elementen aan te duiden.
Het spanelement bestaat meestal grotendeels uit metalen onderdelen en ook de eindbevestigingen zijn meestal uit metaal.
De bevestiging van de metalen delen aan het spanbandlint kan op diverse manieren gebeuren. Het is zeer gebruikelijk het spanbandlint om te plooien tot een lus waarin een metalen onderdeel wordt gebracht, en het omgeplooide gedeelte te stikken aan een andere zone van het spanbandlint.
(
Kenmerkend voor spanbanden is dat ze een zekere verlenging vertonen bij het aanspannen. In de Europese norm EN12195-2 over vlakke geweven banden uit niet natuurlijke vezels, wordt voorgeschreven dat de verlenging moet beperkt blijven tot hoogstens 7% bij een belasting met een referentiekracht. In de praktijk zullen dergelijke elastische spanbandlinten aanzienlijk verlengen in de volledige zone die onder spanning komt te staan bij gebruik.
Voor het zekeren van lading op vrachtvoertuigen wordt een onderscheid gemaakt tussen verschillende technieken, onder meer beschreven in “Europese richtlijnen van beste praktijk inzake zekeren van lading bij wegtransport”, en in de norm EN 12195-1.
Bij zogenaamd neersjorren wordt 1 of meer spanbanden over de lading gespannen. Beide eindbevestigingen van elke spanband worden bevestigd aan het voertuig. Het spanelement bevindt zich meestal aan één zijkant van de lading en wordt gebruikt om de spanband aan te spannen. Hierbij zullen beide delen van de spanband verlengen. Het lange deel van de spanband verlengt het meest en moet hiervoor over de lading glijden. Door de wrijving ontstaat kans op beschadiging van de spanband, kans op beschadiging van de lading, een ongelijke trekkracht in verschillende zones van de spanband. De trekkracht aan de zijkant zonder spanelement is lager dan de trekkracht in de zijkant met het spanelement. Ook de rek in het materiaal van de spanband is ongelijk. Bij het rijden zal door trillingen en door (elastische) vervorming van de lading, de rek in de spanband zich toch gelijkmatig verdelen. In de praktijk komt het meest gespannen deel van de spanband losser. Naargelang het voertuig, de weg, de lading en wellicht nog andere factoren, kan het zelfs zijn dat de spanband vrijwel los komt. Regelmatig opnieuw bijspannen is noodzakelijk en wordt ook aanbevolen in de eerder genoemde Europese richtlijnen.
Bij zogenaamd direct sjorren, bestaan tal van varianten, beschreven in de Europese richtlijnen en in EN12195-1. Er is sprake van diagonaal sjorren, lussjorren, veersjorren. In elk geval is het zo dat tijdens het sjorren slechts een beperkte kracht wordt aangebracht in de spanbanden of touwen. Dit is trouwens de reden waarom voor direct sjorren nog regelmatig touwen gebruikt worden. De kracht in spanband of touw ontstaat wanneer de lading wil verschuiven. Door de rek van spanbanden en touwen zal de lading ook effectief moeten verschuiven of minstens vervormen om spankrachten te doen ontstaan die het verschuiven of vervormen beperken. Door verschuiven en/of vervormen werken spanbanden en/of touwen als veren die een . steeds grotere kracht uitoefenen naargelang de verschuiving en/of vervorming toeneemt. Bij veersjorren en lussjorren kan een gedeelte van spanband of touw langs de lading schuiven zoals bij neersjorren, met dezelfde nadelige effecten tot gevolg: kans op schade aan spanband of touw, aan lading en een ongelijkmatige spankracht.
Zowel bij neersjorren als bij direct sjorren wordt bij het sjorren zelf maar een beperkte kracht aangebracht. De grootte van deze kracht wordt bij spanbanden volgens EN12195-2 aangegeven als STF op het etiket en bedraagt ordegrootte 350daN. De spanband zelf kan een veel hogere kracht opnemen zonder beschadiging, aangegeven op het etiket als LC. Deze kracht bedraagt ordegrootte 2500daN en kan in de spanband ontstaan bij direct sjorren tijdens transport.
Deze uitvinding heeft tot doel een spanband te verschaffen die bovengenoemde nadelen niet meer vertoont.
Het doel van de uitvinding wordt bereikt door te voorzien in een spanband voor het zekeren van een lading, omvattende minstens één spanbandlint voorzien van één of meerdere bevestigingsmiddelen en verder minstens één spanelement dat voorzien is om de spanband op te spannen, waarbij de genoemde spanband minstens één veerelement omvat, en waarbij genoemd veerelement verlengbaar is door de kracht uitgeoefend op de spanband tot deze kracht een welbepaalde waarde bereikt. Bij voorkeur zal de spanband nauwelijks nog verlengen wanneer de kracht in de spanband hoger wordt dan de gekozen welbepaalde waarde.
In een voorkeursuitvoering van de spanband volgens de uitvinding is de veerkarakteristiek van het veerelement niet lineair in de zin dat een steeds grotere bijkomende kracht nodig is om een bepaalde bijkomende verlenging te realiseren.
Volgens een meer voorkeurdragende uitvoeringsvorm van de spanband volgens de uitvinding is het genoemd veerelement vervaardigd uit metaal of uit een elastische kunststof of uit rubber. Bij voorkeur is het veerelement vervaardigd uit veerstaal.
Bij een bijzondere uitvoeringsvorm van de spanband volgens de uitvinding is het veerelement geïntegreerd in het bevestigingsmiddel.
In een meer bijzondere uitvoeringsvorm van de spanband volgens de uitvinding omvat het veerelement een haakvormig deel dat vervormbaar is door de kracht uitgeoefend op de spanband.
Volgens een voorkeurdragende uitvoeringsvorm van de spanband overeenkomstig de uitvinding is het veerelement vervormbaar van een eerste positie naar een tweede positie. Eens deze tweede positie bereikt zal een bijkomende kracht vrijwel geen bijkomende verlenging meer veroorzaken.
Om de eigenschappen van deze uitvinding verder te verduidelijken en om bijkomende voordelen en bijzonderheden ervan aan te duiden, volgt nu een meer gedetailleerde beschrijving van de spanband volgens de uitvinding. Het weze duidelijk dat niets in de hierna volgende beschrijving kan geïnterpreteerd worden als een beperking van de in de conclusies opgeëiste bescherming voor de spanband volgens de uitvinding.
In deze beschrijving wordt door middel van reterentiecijfers verwezen naar de hierbij gevoegde tekeningen waarbij: figuren 1 t/m 7 lonen 4 verschillende mogelijke uitvoeringsvormen van het veerelement. Figuren 1 en 2 geven 2 aanzichten van een eerste mogelijke uitvoeringsvorm, figuren 3 en 4 geven 2 aanzichten van een tweede mogelijke uitvoeringsvorm, figuren 5 en 6 van een derde uitvoeringsvorm en figuur 7 geeft één aanzicht van een vierde mogelijke uitvoeringsvorm.
Deze uitvinding betreft een veerelement (1) dat in een spanband wordt ingebouwd in de buurt van één of beide eindbevestigingen (2) . Bij voorkeur wordt het spanbandlint dan zodanig gemaakt dat de rek minimaal is bij belasting. Dit kan door het gebruik van stijve vezels, door strak te weven, door dikkere weefsels te gebruiken. De veerelementen kunnen gemaakt zijn uit metaal of uit een elastische kunststof of uit rubber.
Het ontwerp van het veerelement is zodanig dat de veerkarakteristiek sterk niet lineair is. De veer rekt al dan niet proportioneel uit naarmate de kracht toeneemt, tot een bepaalde waarde van de kracht. Indien de kracht nog verder toeneemt, verlengt de veer nog nauwelijks. De overgang tussen beide stukken in de karakteristiek wordt zodanig gekozen dat dit overeenkomt met de voorspankracht. de STF waarde in termen van EN12195-2.
Praktisch biedt dergelijk veerelement in een spanband die zelf weinig of niet rekt, enorme voordelen:
Tijdens het neersjorren worden de beide veren uitgerokken tot op het punt waar ze niet meer verder rekken. Tijdens transport zullen trillingen of vervormingen van de lading niet meer de oorzaak zijn van glijden van de spanbanden over de lading, waardoor verschuiven wordt vermeden. Wanneer de lading vervormt tijdens het transport, zorgen de veren ervoor dat de spanband onder spanning blijft.
Bij het direct sjorren wordt de veer uitgerokken tijdens het sjorren. Wanneer de lading tijdens transport de spanband extra belast, rekt de veer niet verder uit waardoor de kans op verschuiven veel meer beperkt is dan bij de bestaande spanbanden.
Het veerelement van deze uitvinding kan diverse vormen aannemen naargelang de vereiste vorm van de eindbevestiging. Een veel gebruikte eindbevestiging bestaat uit een stalen staaf die geplooid is tot een dubbele haak. De uitvinding bestaat er in dat geval in een staalsoort te kiezen met verende eigenschappen of zelfs verenstaal en die staaf te plooien tot een dubbele haak maar met twee boogvormige zones (3) zoals weergegeven in figuren 2, 4, 6 en 7. Onder invloed van de voorspankracht van de spanband, vervormen de boogvormige zones tot nagenoeg rechte stukken die niet meer verder kunnen verlengen wanneer de kracht toeneemt.
Een andere veel gebruikte vorm van eindbevestiging bestaat uit een plaat die voorzien is van een sleufvormige opening waardoor het spanbandlint wordt gestoken. De overliggende zone van de plaat is omgeplooid en vormt een haak die aan het voertuig of de lading kan bevestigd worden. In dat geval bestaat de uitvinding erin verend plaatmateriaal te gebruiken en tussen de sleufvormige opening en de zone voor de haak een extra stuk plaat te voorzien dat uit het eigen vlak wordt geplooid. Bij belasting met de voorspankracht komt dit stuk plaat nagenoeg recht. Bij bijkomende belasting blijft dit stuk plaat recht en verlengt bijgevolg niet meer.

Claims (6)

1. Spanband voor het zekeren van een lading, omvattende minstens één spanbandlint voorzien van één of meerdere bevestigingsmiddelen en verder omvattende minstens één spanelement dat voorzien is om de spanband op te spannen, met het kenmerk dat de genoemde spanband minstens één veerelement (1) omvat, waarbij genoemd veerelement (1) verlengbaar is door de kracht uitgeoefend op de spanband tot deze kracht een welbepaalde waarde bereikt.
2. Spanband volgens conclusie 1, met het kenmerk dat de veerkarakteristiek van het veerelement niet lineair is.
3. Spanband volgens conclusie 1 of 2, met het kenmerk dat het genoemd veerelement vervaardigd is uit metaal of uit een elastische kunststof of uit rubber.
4. Spanband volgens één van de voorgaande conclusies, met het kenmerk dat het veerelement (1) voorzien is op het bevestigingsmiddel (3).
5. Spanband volgens één van de voorgaande conclusies, met het kenmerk dat het veerelement vervormbaar is van een eerste positie naar een tweede positie.
6. Spanband volgens één van de voorgaande conclusies, met het kenmerk dat het veerelement minstens één boogvormig deel omvat dat vervormbaar is door de kracht uitgeoefend op de spanband.
BE2009/0491A 2009-08-13 2009-08-13 Spanband voor ladingzekering. BE1018858A3 (nl)

Priority Applications (1)

Application Number Priority Date Filing Date Title
BE2009/0491A BE1018858A3 (nl) 2009-08-13 2009-08-13 Spanband voor ladingzekering.

Applications Claiming Priority (2)

Application Number Priority Date Filing Date Title
BE200900491 2009-08-13
BE2009/0491A BE1018858A3 (nl) 2009-08-13 2009-08-13 Spanband voor ladingzekering.

Publications (1)

Publication Number Publication Date
BE1018858A3 true BE1018858A3 (nl) 2011-10-04

Family

ID=41801821

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
BE2009/0491A BE1018858A3 (nl) 2009-08-13 2009-08-13 Spanband voor ladingzekering.

Country Status (1)

Country Link
BE (1) BE1018858A3 (nl)

Citations (4)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
DE9406818U1 (de) * 1994-04-23 1994-07-14 Wanner Gmbh Geb Vorrichtung zur Anzeige der Vorspannkraft
DE19527065A1 (de) * 1995-07-25 1997-01-30 Mueller Axel Guenter Automatischer Straffer für Zurrgurte zur Ladungssicherung im Güterverkehr
WO2000066395A1 (en) * 1999-05-05 2000-11-09 Southco, Inc. Tie down strap
WO2006098681A1 (en) * 2005-03-14 2006-09-21 Qualis Ab Load lashing device

Patent Citations (4)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
DE9406818U1 (de) * 1994-04-23 1994-07-14 Wanner Gmbh Geb Vorrichtung zur Anzeige der Vorspannkraft
DE19527065A1 (de) * 1995-07-25 1997-01-30 Mueller Axel Guenter Automatischer Straffer für Zurrgurte zur Ladungssicherung im Güterverkehr
WO2000066395A1 (en) * 1999-05-05 2000-11-09 Southco, Inc. Tie down strap
WO2006098681A1 (en) * 2005-03-14 2006-09-21 Qualis Ab Load lashing device

Similar Documents

Publication Publication Date Title
US8079116B2 (en) Tie-down strap device
US7739775B2 (en) Restraint apparatus and methods
US20090269156A1 (en) Tie-down hook
US20080256758A1 (en) Protective Element for Textile Lashing or Fixing Means, and Lashing or Fixing Means Provided With One Such Protective Element
US8882417B2 (en) Device providing additional attachment points in a vehicle bed
BE1018858A3 (nl) Spanband voor ladingzekering.
US20110250033A1 (en) Advance Cargo Restraint
US4719668A (en) Rope cinching device
US6712419B1 (en) Hold-down system for a flexible cover of an open-topped container
CN101980895A (zh) 皮带张紧器
CN101310640B (zh) 固定货物的带扣
US20160339827A1 (en) Cover with corner cap for open enclosure
US6626620B1 (en) Load retaining apparatus on a vehicle
WO2011020995A1 (en) Load restraining apparatus, retractable cable reel and method of restraining a load
AU2013201152B2 (en) Holding strap component
US20040128802A1 (en) Webbing tie down assembly
EP1694523B1 (en) Sheeting system for open-topped containers
US20060012154A1 (en) Motor vehicle safety device
US20100247264A1 (en) Tiedown system
US9340144B1 (en) Strap-retainer and load retaining system using same
WO2008127187A1 (en) Device at tension means
KR200330680Y1 (ko) 화물 고정용 벨트
CN111137562B (zh) 可变换拉紧组件及其变换方法
US11111983B1 (en) End fitting assembly for a tie-down strap and a tie-down strap formed therewith
CN208581892U (zh) 带扣及可调节的带扣和带子组件

Legal Events

Date Code Title Description
RE Patent lapsed

Effective date: 20110831