BE1018858A3

BE1018858A3 - TENSION FOR LOAD FUSE.

Info

Publication number: BE1018858A3
Application number: BE2009/0491A
Authority: BE
Inventors: Marc Felix Karel Juwet; Johannes Juwet
Original assignee: Tandem Bvba
Priority date: 2009-08-13
Filing date: 2009-08-13
Publication date: 2011-10-04

Abstract

Deze uitvinding betreft een spanhand voor het zekeren van een lading, omvattende minstens één spanbandlint voorzien van één of meerdere bevestigingsmiddelen en minsten één spanelement dat voorzien is om de spanband op te spannen, waarbij de genoemde spanband minstens één veerelement omvat, en waarbij genoemd veerelement verlengbaar is door de kracht uitgeoefend op de spanband tot deze kracht een welbepaalde waarde bereikt.This invention relates to a tensioning hand for securing a load, comprising at least one tensioning strap ribbon provided with one or more fastening means and at least one tensioning element provided to tension the tensioning strap, said tensioning strap comprising at least one spring element, and wherein said spring element is extendable. is exerted by the force on the strap until this force reaches a specified value.

Description

SPANBAND VOOR LADINGZEKERINGTENSION FOR LOAD FUSE

Deze uitvinding betreft een spanband voor het zekeren van een lading, omvattende minstens één spanbandlint voorzien van één of meerdere bevestigingsmiddelen en verder minstens één spanelement dat voorzien is om de spanband op te spannen. Deze uitvinding betreft in het bijzonder een spanband voor het zekeren van ladingen op transportmiddelen.This invention relates to a lashing strap for securing a load, comprising at least one lashing strap provided with one or more fastening means and furthermore at least one lashing element provided for tensioning the lashing strap. This invention relates in particular to a strap for securing loads on transport means.

Voor het zekeren van lading op vrachtvoertuigen kan onder meer gebruik gemaakt worden van spanbanden. Spanbanden op zich zijn gekend. Om een spanband te maken is spanbandlint, minstens één spanelement en twee eindbevestigingen nodig.Straps can be used to secure cargo on lorries. Straps are known per se. To make a lashing strap, lashing tape, at least one clamping element and two end fixings are required.

Spanbandlint wordt meestal gemaakt door weven, uitzonderlijk ook door breien. Materialen van de draden, dikte van de draden, aantallen draden, dikte van het lint zelf, aantal lagen weefsel, ... kunnen verschillen. Eventueel kunnen speciale verstevigingsdraden worden ingewerkt uit staal, glasvezel, kevlar of ander materiaal. Een spanband bestaat meestal uit twee delen spanbandlint die verbonden zijn door een spanelement om de spanband aan te spannen. Praktisch wordt meestal een kort deel en een lang deel voorzien zodat het spanelement zich dicht bij één van de uiteinden van de spanband bevindt, wat meestal de bereikbaarheid ten goede komt. De beide uiteinden van het geheel zijn voorzien van een element om de spanband gemakkelijk te kunnen bevestigen aan voertuig of lading. Het kan hier gaan om een haakvormig of een lusvormig element. In de literatuur wordt soms de term eindbevestiging gebruikt om dergelijke elementen aan te duiden.Lashing tape is usually made by weaving, and exceptionally also by knitting. Materials of the threads, thickness of the threads, number of threads, thickness of the ribbon itself, number of layers of fabric, ... can differ. Optionally, special reinforcement wires can be incorporated from steel, fiberglass, kevlar or other material. A strap usually consists of two parts strap tape that are connected by a strap element to tighten the strap. In practice, a short part and a long part are usually provided so that the tensioning element is close to one of the ends of the tensioning band, which usually benefits accessibility. The two ends of the assembly are provided with an element to easily attach the strap to the vehicle or load. This may be a hook-shaped or loop-shaped element. In the literature, the term final confirmation is sometimes used to indicate such elements.

Het spanelement bestaat meestal grotendeels uit metalen onderdelen en ook de eindbevestigingen zijn meestal uit metaal.The tensioning element usually consists largely of metal parts and also the end fixings are usually made of metal.

De bevestiging van de metalen delen aan het spanbandlint kan op diverse manieren gebeuren. Het is zeer gebruikelijk het spanbandlint om te plooien tot een lus waarin een metalen onderdeel wordt gebracht, en het omgeplooide gedeelte te stikken aan een andere zone van het spanbandlint.The attachment of the metal parts to the strap can be done in various ways. It is very common to fold the strap tape into a loop into which a metal part is inserted, and stitch the pleated portion to a different zone of the strap tape.

((

Kenmerkend voor spanbanden is dat ze een zekere verlenging vertonen bij het aanspannen. In de Europese norm EN12195-2 over vlakke geweven banden uit niet natuurlijke vezels, wordt voorgeschreven dat de verlenging moet beperkt blijven tot hoogstens 7% bij een belasting met een referentiekracht. In de praktijk zullen dergelijke elastische spanbandlinten aanzienlijk verlengen in de volledige zone die onder spanning komt te staan bij gebruik.Characteristic of tensioning straps is that they show a certain extension when tightening. The European standard EN12195-2 on flat woven tires made from non-natural fibers stipulates that the extension must be limited to a maximum of 7% with a load with a reference force. In practice, such elastic webbing straps will lengthen considerably in the entire zone that becomes stressed during use.

Voor het zekeren van lading op vrachtvoertuigen wordt een onderscheid gemaakt tussen verschillende technieken, onder meer beschreven in “Europese richtlijnen van beste praktijk inzake zekeren van lading bij wegtransport”, en in de norm EN 12195-1.For securing cargo on lorries, a distinction is made between different techniques, described inter alia in “European best practice guidelines for securing cargo on road transport”, and in the EN 12195-1 standard.

Bij zogenaamd neersjorren wordt 1 of meer spanbanden over de lading gespannen. Beide eindbevestigingen van elke spanband worden bevestigd aan het voertuig. Het spanelement bevindt zich meestal aan één zijkant van de lading en wordt gebruikt om de spanband aan te spannen. Hierbij zullen beide delen van de spanband verlengen. Het lange deel van de spanband verlengt het meest en moet hiervoor over de lading glijden. Door de wrijving ontstaat kans op beschadiging van de spanband, kans op beschadiging van de lading, een ongelijke trekkracht in verschillende zones van de spanband. De trekkracht aan de zijkant zonder spanelement is lager dan de trekkracht in de zijkant met het spanelement. Ook de rek in het materiaal van de spanband is ongelijk. Bij het rijden zal door trillingen en door (elastische) vervorming van de lading, de rek in de spanband zich toch gelijkmatig verdelen. In de praktijk komt het meest gespannen deel van de spanband losser. Naargelang het voertuig, de weg, de lading en wellicht nog andere factoren, kan het zelfs zijn dat de spanband vrijwel los komt. Regelmatig opnieuw bijspannen is noodzakelijk en wordt ook aanbevolen in de eerder genoemde Europese richtlijnen.With so-called lashing, 1 or more lashing straps are tensioned over the load. Both end attachments of each strap are attached to the vehicle. The tensioning element is usually located on one side of the load and is used to tension the tensioning strap. Both parts of the strap will hereby extend. The long part of the strap extends the most and must therefore slide over the load. The friction creates a risk of damage to the strap, risk of damage to the load, an uneven pulling force in different zones of the strap. The tensile force on the side without tensioning element is lower than the tensile force on the side with the tensioning element. The elongation in the material of the strap is also uneven. When driving, due to vibrations and by (elastic) deformation of the load, the elongation in the strap will nevertheless spread evenly. In practice, the most tense part of the strap comes loose. Depending on the vehicle, the road, the load and possibly other factors, it may even be that the strap is almost released. Regular re-tensioning is necessary and is also recommended in the aforementioned European directives.

Bij zogenaamd direct sjorren, bestaan tal van varianten, beschreven in de Europese richtlijnen en in EN12195-1. Er is sprake van diagonaal sjorren, lussjorren, veersjorren. In elk geval is het zo dat tijdens het sjorren slechts een beperkte kracht wordt aangebracht in de spanbanden of touwen. Dit is trouwens de reden waarom voor direct sjorren nog regelmatig touwen gebruikt worden. De kracht in spanband of touw ontstaat wanneer de lading wil verschuiven. Door de rek van spanbanden en touwen zal de lading ook effectief moeten verschuiven of minstens vervormen om spankrachten te doen ontstaan die het verschuiven of vervormen beperken. Door verschuiven en/of vervormen werken spanbanden en/of touwen als veren die een . steeds grotere kracht uitoefenen naargelang de verschuiving en/of vervorming toeneemt. Bij veersjorren en lussjorren kan een gedeelte van spanband of touw langs de lading schuiven zoals bij neersjorren, met dezelfde nadelige effecten tot gevolg: kans op schade aan spanband of touw, aan lading en een ongelijkmatige spankracht.With so-called direct lashing, there are many variants, described in the European directives and in EN12195-1. There are diagonal lashing, loop lashing, spring lashing. In any case, only a limited force is applied to the straps or ropes during lashing. This is also the reason why ropes are still used regularly for direct lashing. The force in the strap or rope is created when the load wants to shift. Due to the elongation of straps and ropes, the load will also have to be effectively shifted or at least deformed to create tension forces that limit shifting or deformation. By moving and / or deforming, straps and / or ropes work like springs that a. exert increasing force as the shift and / or distortion increases. In the case of spring lashing and loop lashing, part of the strap or rope may slide along the load, as in the case of lashing, with the same adverse effects as a consequence: risk of damage to the strap or rope, load and uneven tensioning force.

Zowel bij neersjorren als bij direct sjorren wordt bij het sjorren zelf maar een beperkte kracht aangebracht. De grootte van deze kracht wordt bij spanbanden volgens EN12195-2 aangegeven als STF op het etiket en bedraagt ordegrootte 350daN. De spanband zelf kan een veel hogere kracht opnemen zonder beschadiging, aangegeven op het etiket als LC. Deze kracht bedraagt ordegrootte 2500daN en kan in de spanband ontstaan bij direct sjorren tijdens transport.Both with lashing and with direct lashing, only limited force is applied during lashing itself. The magnitude of this force is specified as STF on the label with straps according to EN12195-2 and is order size 350daN. The strap itself can absorb a much higher force without damage, indicated on the label as LC. This force is of the order of 2500 daN and can occur in the strap during direct lashing during transport.

Deze uitvinding heeft tot doel een spanband te verschaffen die bovengenoemde nadelen niet meer vertoont.It is an object of the present invention to provide a strap that no longer exhibits the aforementioned drawbacks.

Het doel van de uitvinding wordt bereikt door te voorzien in een spanband voor het zekeren van een lading, omvattende minstens één spanbandlint voorzien van één of meerdere bevestigingsmiddelen en verder minstens één spanelement dat voorzien is om de spanband op te spannen, waarbij de genoemde spanband minstens één veerelement omvat, en waarbij genoemd veerelement verlengbaar is door de kracht uitgeoefend op de spanband tot deze kracht een welbepaalde waarde bereikt. Bij voorkeur zal de spanband nauwelijks nog verlengen wanneer de kracht in de spanband hoger wordt dan de gekozen welbepaalde waarde.The object of the invention is achieved by providing a lashing strap for securing a load, comprising at least one lashing strap provided with one or more fastening means and furthermore at least one lashing element provided for tensioning the lashing strap, said tensioning strap at least one spring element, and wherein said spring element is extendable by the force exerted on the tension belt until this force reaches a well-defined value. Preferably, the tensioning strap will hardly extend any more when the force in the tensioning strap becomes higher than the selected determined value.

In een voorkeursuitvoering van de spanband volgens de uitvinding is de veerkarakteristiek van het veerelement niet lineair in de zin dat een steeds grotere bijkomende kracht nodig is om een bepaalde bijkomende verlenging te realiseren.In a preferred embodiment of the tensioning belt according to the invention, the spring characteristic of the spring element is not linear in the sense that an increasingly large additional force is required to realize a certain additional extension.

Volgens een meer voorkeurdragende uitvoeringsvorm van de spanband volgens de uitvinding is het genoemd veerelement vervaardigd uit metaal of uit een elastische kunststof of uit rubber. Bij voorkeur is het veerelement vervaardigd uit veerstaal.According to a more preferred embodiment of the tensioning belt according to the invention, the said spring element is made of metal or of an elastic plastic or of rubber. The spring element is preferably made from spring steel.

Bij een bijzondere uitvoeringsvorm van de spanband volgens de uitvinding is het veerelement geïntegreerd in het bevestigingsmiddel.In a special embodiment of the tensioning strap according to the invention, the spring element is integrated in the fastening means.

In een meer bijzondere uitvoeringsvorm van de spanband volgens de uitvinding omvat het veerelement een haakvormig deel dat vervormbaar is door de kracht uitgeoefend op de spanband.In a more special embodiment of the tensioning belt according to the invention, the spring element comprises a hook-shaped part that can be deformed by the force exerted on the tensioning belt.

Volgens een voorkeurdragende uitvoeringsvorm van de spanband overeenkomstig de uitvinding is het veerelement vervormbaar van een eerste positie naar een tweede positie. Eens deze tweede positie bereikt zal een bijkomende kracht vrijwel geen bijkomende verlenging meer veroorzaken.According to a preferred embodiment of the tensioning band according to the invention, the spring element is deformable from a first position to a second position. Once this second position has been reached, an additional force will hardly cause any additional extension.

Om de eigenschappen van deze uitvinding verder te verduidelijken en om bijkomende voordelen en bijzonderheden ervan aan te duiden, volgt nu een meer gedetailleerde beschrijving van de spanband volgens de uitvinding. Het weze duidelijk dat niets in de hierna volgende beschrijving kan geïnterpreteerd worden als een beperking van de in de conclusies opgeëiste bescherming voor de spanband volgens de uitvinding.In order to further clarify the features of this invention and to indicate additional advantages and details thereof, a more detailed description of the strap according to the invention now follows. It is clear that nothing in the following description can be interpreted as a limitation of the protection claimed in the claims for the tensioning strap according to the invention.

In deze beschrijving wordt door middel van reterentiecijfers verwezen naar de hierbij gevoegde tekeningen waarbij: figuren 1 t/m 7 lonen 4 verschillende mogelijke uitvoeringsvormen van het veerelement. Figuren 1 en 2 geven 2 aanzichten van een eerste mogelijke uitvoeringsvorm, figuren 3 en 4 geven 2 aanzichten van een tweede mogelijke uitvoeringsvorm, figuren 5 en 6 van een derde uitvoeringsvorm en figuur 7 geeft één aanzicht van een vierde mogelijke uitvoeringsvorm.In this description reference is made by means of retention figures to the accompanying drawings, in which: figures 1 to 7 pay 4 different possible embodiments of the spring element. Figures 1 and 2 show 2 views of a first possible embodiment, Figures 3 and 4 show 2 views of a second possible embodiment, Figures 5 and 6 of a third embodiment and Figure 7 shows one view of a fourth possible embodiment.

Deze uitvinding betreft een veerelement (1) dat in een spanband wordt ingebouwd in de buurt van één of beide eindbevestigingen (2) . Bij voorkeur wordt het spanbandlint dan zodanig gemaakt dat de rek minimaal is bij belasting. Dit kan door het gebruik van stijve vezels, door strak te weven, door dikkere weefsels te gebruiken. De veerelementen kunnen gemaakt zijn uit metaal of uit een elastische kunststof of uit rubber.This invention relates to a spring element (1) that is built into a tensioning band in the vicinity of one or both end fixings (2). Preferably, the webbing strap is then made such that the elongation is minimal under load. This is possible by using stiff fibers, by tight weaving, by using thicker fabrics. The spring elements can be made from metal or from an elastic plastic or from rubber.

Het ontwerp van het veerelement is zodanig dat de veerkarakteristiek sterk niet lineair is. De veer rekt al dan niet proportioneel uit naarmate de kracht toeneemt, tot een bepaalde waarde van de kracht. Indien de kracht nog verder toeneemt, verlengt de veer nog nauwelijks. De overgang tussen beide stukken in de karakteristiek wordt zodanig gekozen dat dit overeenkomt met de voorspankracht. de STF waarde in termen van EN12195-2.The design of the spring element is such that the spring characteristic is strongly non-linear. The spring stretches, proportionally or not, as the force increases, up to a certain value of the force. If the force increases even further, the spring barely extends. The transition between the two parts in the characteristic curve is chosen such that it corresponds to the biasing force. the STF value in terms of EN12195-2.

Praktisch biedt dergelijk veerelement in een spanband die zelf weinig of niet rekt, enorme voordelen:In practical terms, such a spring element in a tension belt that itself does not stretch much or does not offer enormous advantages:

Tijdens het neersjorren worden de beide veren uitgerokken tot op het punt waar ze niet meer verder rekken. Tijdens transport zullen trillingen of vervormingen van de lading niet meer de oorzaak zijn van glijden van de spanbanden over de lading, waardoor verschuiven wordt vermeden. Wanneer de lading vervormt tijdens het transport, zorgen de veren ervoor dat de spanband onder spanning blijft.During the lashing down, both springs are stretched to the point where they no longer stretch. During transport, vibrations or deformations of the load will no longer be the cause of sliding of the tensioning belts over the load, so that shifting is avoided. When the load deforms during transport, the springs ensure that the strap remains under tension.

Bij het direct sjorren wordt de veer uitgerokken tijdens het sjorren. Wanneer de lading tijdens transport de spanband extra belast, rekt de veer niet verder uit waardoor de kans op verschuiven veel meer beperkt is dan bij de bestaande spanbanden.With direct lashing, the spring is stretched during lashing. If the load exerts an extra load on the tensioning belt during transport, the spring does not stretch further, so that the chance of shifting is much more limited than with the existing tensioning belts.

Het veerelement van deze uitvinding kan diverse vormen aannemen naargelang de vereiste vorm van de eindbevestiging. Een veel gebruikte eindbevestiging bestaat uit een stalen staaf die geplooid is tot een dubbele haak. De uitvinding bestaat er in dat geval in een staalsoort te kiezen met verende eigenschappen of zelfs verenstaal en die staaf te plooien tot een dubbele haak maar met twee boogvormige zones (3) zoals weergegeven in figuren 2, 4, 6 en 7. Onder invloed van de voorspankracht van de spanband, vervormen de boogvormige zones tot nagenoeg rechte stukken die niet meer verder kunnen verlengen wanneer de kracht toeneemt.The spring element of this invention can take various forms depending on the required shape of the final attachment. A commonly used end attachment consists of a steel bar that is folded into a double hook. In that case the invention consists in choosing a steel type with resilient properties or even spring steel and folding that rod into a double hook but with two arcuate zones (3) as shown in figures 2, 4, 6 and 7. Under the influence of the pre-tensioning force of the tensioning belt, deforms the arc-shaped zones into substantially straight sections that can no longer extend as the force increases.

Een andere veel gebruikte vorm van eindbevestiging bestaat uit een plaat die voorzien is van een sleufvormige opening waardoor het spanbandlint wordt gestoken. De overliggende zone van de plaat is omgeplooid en vormt een haak die aan het voertuig of de lading kan bevestigd worden. In dat geval bestaat de uitvinding erin verend plaatmateriaal te gebruiken en tussen de sleufvormige opening en de zone voor de haak een extra stuk plaat te voorzien dat uit het eigen vlak wordt geplooid. Bij belasting met de voorspankracht komt dit stuk plaat nagenoeg recht. Bij bijkomende belasting blijft dit stuk plaat recht en verlengt bijgevolg niet meer.Another widely used form of end attachment consists of a plate which is provided with a slot-shaped opening through which the strap band is inserted. The overlying zone of the plate is folded over and forms a hook that can be attached to the vehicle or load. In that case, the invention consists in using resilient plate material and providing an extra piece of plate between the slot-shaped opening and the zone for the hook that is folded out of its own plane. When loaded with the pre-stressing force, this piece of plate comes almost straight. With additional load, this piece of plate remains straight and therefore does not extend anymore.

Claims

Clamping belt for securing a load, comprising at least one tensioning tape ribbon provided with one or more fastening means and further comprising at least one tensioning element which is provided for tensioning the tensioning belt, characterized in that said tensioning belt comprises at least one spring element (1) , wherein said spring element (1) is extendable by the force exerted on the tension belt until this force reaches a well-defined value.

2. Tensioning strap according to claim 1, characterized in that the spring characteristic of the spring element is non-linear.

3. Tensioning strap according to claim 1 or 2, characterized in that said spring element is made from metal or from an elastic plastic or from rubber.

Tensioning strap according to one of the preceding claims, characterized in that the spring element (1) is provided on the fastening means (3).

Tensioning strap according to one of the preceding claims, characterized in that the spring element is deformable from a first position to a second position.

A tensioning belt according to any one of the preceding claims, characterized in that the spring element comprises at least one arcuate part that is deformable by the force exerted on the tensioning belt.