BE1018726A5 - Inrichting voor het regelen van het luchtdebiet in een ventilatie-inrichting. - Google Patents

Inrichting voor het regelen van het luchtdebiet in een ventilatie-inrichting. Download PDF

Info

Publication number
BE1018726A5
BE1018726A5 BE2009/0248A BE200900248A BE1018726A5 BE 1018726 A5 BE1018726 A5 BE 1018726A5 BE 2009/0248 A BE2009/0248 A BE 2009/0248A BE 200900248 A BE200900248 A BE 200900248A BE 1018726 A5 BE1018726 A5 BE 1018726A5
Authority
BE
Belgium
Prior art keywords
valve body
air flow
torsion springs
movement
resilient elements
Prior art date
Application number
BE2009/0248A
Other languages
English (en)
Inventor
Neve Marnix Dominique Maurice Alberic De
Original Assignee
Renson Ventilation Nv
Renson Paul
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by Renson Ventilation Nv, Renson Paul filed Critical Renson Ventilation Nv
Priority to BE2009/0248A priority Critical patent/BE1018726A5/nl
Priority to NL1037906A priority patent/NL1037906C2/nl
Application granted granted Critical
Publication of BE1018726A5 publication Critical patent/BE1018726A5/nl

Links

Classifications

    • FMECHANICAL ENGINEERING; LIGHTING; HEATING; WEAPONS; BLASTING
    • F24HEATING; RANGES; VENTILATING
    • F24FAIR-CONDITIONING; AIR-HUMIDIFICATION; VENTILATION; USE OF AIR CURRENTS FOR SCREENING
    • F24F11/00Control or safety arrangements
    • F24F11/70Control systems characterised by their outputs; Constructional details thereof
    • F24F11/72Control systems characterised by their outputs; Constructional details thereof for controlling the supply of treated air, e.g. its pressure
    • F24F11/74Control systems characterised by their outputs; Constructional details thereof for controlling the supply of treated air, e.g. its pressure for controlling air flow rate or air velocity
    • F24F11/75Control systems characterised by their outputs; Constructional details thereof for controlling the supply of treated air, e.g. its pressure for controlling air flow rate or air velocity for maintaining constant air flow rate or air velocity

Landscapes

  • Physics & Mathematics (AREA)
  • Fluid Mechanics (AREA)
  • Engineering & Computer Science (AREA)
  • Chemical & Material Sciences (AREA)
  • Combustion & Propulsion (AREA)
  • Mechanical Engineering (AREA)
  • General Engineering & Computer Science (AREA)
  • Air-Flow Control Members (AREA)

Abstract

Deze uitvinding betreft een inrichting voor het regelen van het luchtdebiet in een ventilatie-inrichting, waarbij bij stijgend drukverschil over het luchtdoorstroomkanaal (1) de beweging van het kleplichaam (7) over minstens een gedeelte van deze beweging wordt tegengewerkt door ‚‚n of meerdere torsieveren (6). Met een dergelijke inrichting kan een zelfregelende ventilatie-inrichting bekomen worden met een langdurige zelfregelende werking.

Description

INRICHTING VOOR HET REGELEN VAN HET LUCHTDEBIET IN EEN
VENTILATIE-INRICHTING
Deze uitvinding betreft een inrichting voor het regelen van het luchtdebiet tussen een ingang en een uitgang van een luchtdoorstroomkanaal van een ventilatie-inrichting, waarbij de inrichting voorzien is van een kleplichaam dat beweegbaar is opgesteld in het luchtdoorstroomkanaal om de luchtdoorstroomopening in dit luchtdoorstroomkanaal te regelen in functie van het drukverschil tussen de genoemde in- en uitgang en waarbij de inrichting één of meerdere verende elementen omvat, die zo ten opzichte van het kleplichaam zijn voorzien, dat deze één of meerdere verende elementen bij stijgend drukverschil de beweging van het kleplichaam over minstens een gedeelte van de beweging tegenwerken.
De drukverschillen over gebouwcomponenten, inclusief ventilatievoorzieningen, veranderen voortdurend t.g.v. veranderingen in temperatuurverschillen, windsnelheid en -richting en het gebruik van het gebouw (openen van deuren en ramen, gebruik van ventilatievoorzieningen). Daardoor treedt er bij klassieke ventilatievoorzieningen die geïntegreerd worden in de gebouwschil voortdurend een verandering op van het luchtdebiet. Meer en meer zijn roosters nu uitgerust met een automatische aanpassing van de luchtdoorstroomopening (doorlaatsectie), en bijgevolg ook het luchtdebiet, in functie van het drukverschil over het rooster (de ventilatie-inrichting). Deze roosters worden zelffegelend genoemd.
Het nominaal drukverschil vanaf de welke het luchtdebiet constant gehouden moet worden om de ventilatie-inrichting als zelfregelend te beschouwen, verschilt van land tot land wegens verschillende normering of wetgeving. In Nederland is dit bijvoorbeeld vanaf 1 Pa, terwijl dit in België vanaf 2 Pa is. In Nederland schrijft het bouwbesluit voor dat het luchtdebiet door een zelfregelend rooster niet meer dan 20% mag verschillen van het nominaal debiet bij 1 Pa, en dit over een drukbereik van 1 tot 25 Pa. In België wordt een gelijkaardige regel gehanteerd t.o.v. het nominaal luchtdebiet bij 2 Pa en wordt verder een onderscheid gemaakt tussen klassen met een zekere graad van regelbaarheid in functie van het drukverschil. De strengste klasse gehanteerd in België komt, op het verschil in nominaal luchtdebiet na, overeen met de eis in Nederland.
Een onderscheid kan gemaakt worden tussen zelffegelende ventilatie-inrichtingen (waarbij de luchtdoorstroomopening in het luchtdoorstroomkanaal automatisch aangepast wordt in functie van het drukverschil tussen de ingang en de uitgang van het luchtdoorstroomkanaal), waarbij de klep met of zonder een actuator of motor gestuurd wordt. Deze uitvinding heeft betrekking op een dergelijke ventilatie-inrichting die werkt zonder actuator of motor (met een autonoom werkende klep).
Een voorbeeld van een dergelijke zelffegelende ventilatie-inrichting waarmee voldaan kan worden aan de bovenstaande eisen uit de wetgeving, is bijvoorbeeld beschreven in NL 1 025 600 C2, en maakt gebruik van kunststof kleppen die een flexibele kunststof verbinding omvatten. Kunststof veroudert echter door inwerking van temperatuur, straling, enz. Vooral de flexibele kunststof verbindingen zijn onderhevig aan veranderingen in de tijd, die ervoor zorgen dat ook de zelffegelende werking van deze ventilatie-inrichtingen in de tijd zal veranderen. Om een goede werking van dergelijke zelffegelende ventilatie-inrichtingen te garanderen, dienen bovendien strenge toleranties op de afmetingen van de onderdelen en op de hardheid van het kunststof in acht genomen te worden.
Bij klassieke ventilatie-inrichtingen werden reeds verende elementen ingezet om mee de beweging van een kleplichaam in het luchtdoorstroomkanaal te regelen in functie van het drukverschil tussen de in- en uitgang van dit luchtdoorstroomkanaal. Dergelijke ventilatie-inrichtingen zijn reeds veelvuldig beschreven in de octrooiliteratuur, zoals onder meer in DE 10 2004 058 144 B3, US 2,358,260, DE 23 33 694 Al, EP 1 921 394 Al, EP 0 627 601 Al, EP 0 362 913 Al, EP 1 314 936 A2, GB 2 320 563 A, NL 7 407 967 A, DE 43 33 192 Al, enz. Met metalen veren als verende elementen biedt dit het voordeel dat de regelende werking langduriger is dan bij bovengenoemde kunststof verbindingen. Bovendien is de veerconstante van dergelijke veren goed reproduceerbaar, zodat een accurate regelende werking bekomen kan worden, waarbij minder strenge toleranties bij productie in rekening gebracht moeten worden.
Met deze gekende ventilatie-inrichtingen met verende elementen is het echter niet mogelijk om een zelfiregelende ventilatie-inrichting uit te werken waarmee aan de vermelde eisen uit de wetgeving voldaan kan worden, met een vergelijkbaar ventilatiedebiet binnen de afmetingen waarin gekende zelfregelende ventilatie-inrichtingen zoals beschreven in NL 1 025 600 C2 uitgewerkt worden en met de vermelde langdurige zelfregelende werking.
De firma Tunal NV bracht recent een zelfregelende ventilatie-inrichting op de markt, waarin verende elementen mee de beweging van het kleplichaam in het luchtdoorstroomkanaal regelen. Bij stijgend drukverschil roteert het kleplichaam hier eerst vrij rond zijn ophangpunt. Daarna stoten de verende elementen, die in het kleplichaam zijn voorzien, aan tegen een aanstootlichaam in het luchtdoorstroomkanaal, waarna de verdere rotatie van het kleplichaam in het luchtdoorstroomkanaal wordt tegengewerkt door deze verende elementen. Om aan de vermelde eisen uit de wetgeving te voldoen en toch een vergelijkbaar ventilatiedebiet te bekomen binnen de afmetingen van een zelfregelende ventilatie-inrichting zoals beschreven in NL 1 025 600 C2, zijn deze verende elementen echter uit kunststof vervaardigd. Zoals reeds eerder vermeld is dergelijke flexibele kunststof echter onderhevig aan veranderingen in de tijd, zodat ook de zelfregelende werking van deze ventilatie-inrichtingen in de tijd verandert. Bovendien beperkt de vorm en de inbouw van de verende elementen ook het luchtdebiet doorheen de ventilatie-inrichting.
Ook de firma Reynaers bracht recent een zelfregelende ventilatie-inrichting op de markt, waarin verende elementen mee de beweging van het kleplichaam in het luchtdoorstroomkanaal regelen. Hier is het kleplichaam flexibel onder de vorm van een doek uitgevoerd. Zonder drukverschil over het luchtdoorstroomkanaal vertoont dit doek centraal een plooiing. Een buigveer is in lengterichting in het midden van het doek aangebracht, zodanig dat bij stijgend drukverschil het doek beweegt in de richting van de luchtstroming. Doordat het kleplichaam zich loodrecht op de luchtstroom bevindt, is het luchtdebiet van een dergelijke ventilatie-inrichting echter sterk beperkt ten opzichte van en binnen de afmetingen van een zelfregelende ventilatie-inrichting zoals beschreven in NL 1 025 600 C2. Het flexibele materiaal van het kleplichaam zelf is ook onderhevig aan bevochtiging en veroudering, zodat de langdurigheid van de zelffegelende werking niet verzekerd is.
In NL 7 407 967 A is voor stroomregelaars voor luchtleidingen beschreven hoe met behulp van spiraalveren een regelende werking bereikt kan worden voor kleinere drukken dan de toen gekende drukken voor dergelijke stromingsregelaars. De regelende werking kan met dergelijke spiraalveren echter nooit bekomen worden voor de hierboven vermeldde nominale drukverschillen vanaf de welke het luchtdebiet constant gehouden moet worden om de ventilatie-inrichting als zelffegelend te kunnen beschouwen.
Het doel van deze uitvinding is dan ook het voorzien van een inrichting volgens de kop van de eerste conclusie, waarmee het mogelijk wordt om op een langdurige manier aan de eisen uit de verschillende wetgevingen te voldoen binnen de afmetingen waarin gekende zelfregelende ventilatie-inrichtingen uitgewerkt worden en waarbij de gebruikte verende elementen gemakkelijk ingebouwd kunnen worden of vervangen kunnen worden bij defect.
Dit doel van de uitvinding wordt bereikt door te voorzien in een inrichting voor het regelen van het luchtdebiet tussen een ingang en een uitgang van een luchtdoorstroomkanaal van een ventilatie-inrichting, waarbij de inrichting voorzien is van een kleplichaam dat beweegbaar is opgesteld in het luchtdoorstroomkanaal om de luchtdoorstroomopening in dit luchtdoorstroomkanaal te regelen in functie van het drukverschil tussen de genoemde in- en uitgang, waarbij de inrichting één of meerdere verende elementen omvat, die zo ten opzichte van het kleplichaam zijn voorzien dat deze één of meerdere verende elementen bij stijgend drukverschil de beweging van het kleplichaam over minstens een gedeelte van deze beweging tegenwerken, waarbij de inrichting één of meerdere torsieveren omvat, die zodanig ten opzichte van het kleplichaam zijn opgesteld, dat bij een stijgend drukverschil de beweging van het kleplichaam over minstens een gedeelte van deze beweging wordt tegengewerkt door de genoemde één of meerdere torsieveren en waarbij het kleplichaam roteerbaar is voorzien naast de hartlijn van elke torsieveer om deze beweegbaar in het luchtdoorstroomkanaal op te stellen.
Bij klassieke ventilatie-inrichtingen waarin verende elementen ingezet werden om mee de beweging van een kleplichaam in het luchtdoorstroomkanaal te regelen in functie van het drukverschil tussen de in- en uitgang van dit luchtdoorstroomkanaal, werden reeds druk-, trek- of buigveren ingezet. Ook het kleplichaam zelf werd reeds verend uitgevoerd, zodat dit kleplichaam de functie van verend element aanneemt. Hiermee kan men echter het luchtdebiet nog niet regelen vanaf kleinere drukverschillen in de grootteorde van 1 à 2 Pa of is de klep niet integreerbaar binnen de afmetingen van gekende zelfregelende ventilatie-inrichtingen. Door inzetten van een torsieveer kan het luchtdebiet nu wel reeds geregeld worden vanaf kleinere drukverschillen. Een torsieveer heeft namelijk de kleinste veerconstante in combinatie met een grote compactheid. Voor vergelijkbare afmetingen van veren zal een torsieveer de kleinste veerkracht uitoefenen per mm verplaatsing. Bovendien kan een torsieveer op een heel compacte manier ingebouwd worden.
Torsieveren of draai veren omvatten een schroefvormig gewonden draad, waarbij de uiteinden van de draad als twee armen aan het schroefvormig gewonden deel zijn voorzien. Ze worden gebruikt om een moment te verkrijgen bij een bepaalde hoekverdraaiing van de armen ten opzichte van elkaar. De torsieveer of draaiveer wordt hierbij dan op buigen belast.
Een verder voordeel van het gebruik van een torsieveer is dat de beginstand van de torsieveer eenvoudig veranderd kan worden, door verdraaien van de torsieveer en bijgevolg de positie van de armen, waardoor de ventilatiecapaciteit van het rooster gewijzigd kan worden bij productie of na installatie.
De genoemde één of meerdere verende elementen kunnen hierbij volgens de uitvinding ofwel uitgevoerd zijn als de één of meerdere torsieveren, ofwel als een ander type verende elementen, die naast de één of meerdere torsieveren zijn voorzien.
In DE 43 33 192 Al werd reeds het gebruik van een torsieveer voor het beïnvloeden van de regelende werking van een kleplichaam voorgesteld. Het kleplichaam werd hierbij echter roteerbaar voorzien rond de hartlijn van de torsieveer, waardoor deze torsieveer moeilijker gemonteerd kon worden en moeilijker vervangbaar was bij defect.
Bij voorkeur omvat een inrichting volgens deze uitvinding één of meerdere verende elementen en één of meerdere torsieveren, die zodanig ten opzichte van elkaar en ten opzichte van het kleplichaam zijn opgesteld, dat bij een stijgend drukverschil de beweging van het kleplichaam eerst minstens over een gedeelte van deze beweging wordt tegengewerkt door de genoemde één of meerdere torsieveren, waarna de genoemde beweging verder wordt tegengewerkt door de genoemde één of meerdere verende elementen.
Bij een eerste uitvoeringsvorm van een dergelijke inrichting zijn de één of meerdere torsieveren en de één of meerdere verende elementen zo aangebracht, dat bij stijgend drukverschil, bij elk deel van de volledige beweging, deze beweging van het kleplichaam wordt tegengewerkt door de genoemde één of meerdere torsieveren en/of de genoemde één of meerdere verende elementen.
Op deze manier wordt de aanpassing van de luchtdoorstroomopening bij elk drukverschil mee beïnvloed door de veerwerking van de één of meerdere torsieveren en/of de één of meerdere verende elementen. Dit zorgt voor een stabielere werking van de ventilatie-inrichting bij snelle drukverschillen in vergelijking met een vrije ophanging van het kleplichaam. Bovendien wordt de kans op klepperen van het kleplichaam op deze manier sterk gereduceerd.
Bij een tweede uitvoeringsvorm van een dergelijke inrichting zijn de één of meerdere torsieveren en de één of meerdere verende elementen zo aangebracht, dat bij stijgend drukverschil het kleplichaam eerst vrij beweegt, waarna het kleplichaam wordt tegengewerkt door de één of meerdere torsieveren en waarna de beweging verder wordt tegengewerkt door de één of meerdere verende elementen.
Bij een voorkeurdragende uitvoeringsvorm van een dergelijke inrichting zijn de één of meerdere torsieveren en de één of meerdere verende elementen zo aangebracht, dat wanneer de beweging wordt tegengewerkt door de één of meerdere verende elementen, deze beweging eveneens wordt tegengewerkt door de één of meerdere torsieveren.
Bij een verdere voorkeurdragende uitvoeringsvorm van een inrichting volgens deze uitvinding omvat minstens één van de één of meerdere torsieveren armen, die zich in een richting weg van de hartlijn van de respectievelijke torsieveer uitstrekken. Een dergelijke torsieveer kan met minder plooiwerk en dus goedkoper vervaardigd worden. Bovendien kan een dergelijke torsieveer eenvoudig gecombineerd worden met een extra buigveer die voorzien is aan een arm van deze torsieveer.
Bij een eerste meer specifieke uitvoeringsvorm van een dergelijke inrichting zijn de één of meerdere torsieveren met één arm vast verbonden aan het luchtdoorstroomkanaal.
Bij een tweede meer specifieke uitvoeringsvorm is het luchtdoorstroomkanaal voorzien van minstens één tegenhoudelement voor tegenhouden van de beweging van één arm van de één of meerdere torsieveren bij stijgend drukverschil op het moment dat deze arm in contact is met dit tegenhoudelement. Bij voorkeur is dan het luchtdoorstroomkanaal voorzien van twee of meerdere tegenhoudelementen die zodanig zijn voorzien, dat de positie van één arm van de één of meerdere torsieveren instelbaar is tussen de verschillende tegenhoudelementen om zo een andere maximale luchtdoorstroomopening in te stellen.
Met behulp van deze tegenhoudelementen kan de beginstand van de torsieveer bij productie of installatie niet enkel eenvoudig veranderd worden, maar ook op een vooraf bepaalde, gecontroleerde manier. Elk tegenhoudelement bepaalt een andere, vooraf bepaalde en gekende ventilatiecapaciteit voor de ventilatie-inrichting.
Nog meer voorkeurdragend is dan het kleplichaam bevestigd aan de andere van de beide armen van de één of meerdere torsieveren.
Bij een bijzonder voorkeurdragende uitvoeringsvorm van een inrichting volgens deze uitvinding zijn minstens één van de één of meerdere verende elementen en minstens één van de één of meerdere torsieveren als één geheel uitgevoerd. Bij voorkeur zijn de één of meerdere verende elementen hierbij dan op het uiteinde van één van de armen van de één of meerdere torsieveren voorzien.
Door twee veertypes in één geheel te vervaardigen, is het mogelijk om de productiekost aanzienlijk te beperken.
Bij een eerste nog meer specifieke uitvoeringsvorm van een inrichting volgens deze uitvinding zijn de één of meerdere verende elementen uitgevoerd als buigveren.
Hierbij is dan het luchtdoorstroomkanaal bij voorkeur voorzien van een aanstootelement dat zodanig is voorzien, dat bij stijgend drukverschil de buigveer aanstoot tegen dit aanstootelement, waarna de buigveer de beweging van het kleplichaam gedeeltelijk tegenwerkt.
Bij een tweede nog meer specifieke uitvoeringsvorm van een inrichting volgens deze uitvinding zijn de één of meerdere verende elementen uitgevoerd als trek- of drukveren.
Bij een verdere meer specifieke uitvoeringsvorm van een inrichting volgens deze uitvinding zijn de één of meerdere verende elementen uitgevoerd als torsieveren.
Deze uitvinding wordt nu nader toegelicht aan de hand van de hierna volgende gedetailleerde beschrijving van enkele voorkeurdragende uitvoeringsvormen van inrichtingen voor het regelen van het luchtdebiet tussen een ingang en een uitgang van een luchtdoorstroomkanaal van een ventilatie-inrichting volgens deze uitvinding. De bedoeling van deze beschrijving is uitsluitend verduidelijkende voorbeelden te geven en om verdere voordelen en bijzonderheden van deze inrichtingen aan te duiden, en kan dus geenszins geïnterpreteerd worden als een beperking van het toepassingsgebied van de uitvinding of van de in de conclusies opgeëiste octrooirechten.
In deze gedetailleerde beschrijving wordt door middel van referentiecijfers verwezen naar de hierbij gevoegde tekeningen, waarbij in - figuur 1 schematisch een inrichting volgens deze uitvinding, in een doorsnede van een deel van een luchtdoorstroomkanaal van een ventilatie-inrichting is voorgesteld, omvattende een torsieveer en een buigveer die als één geheel zijn uitgevoerd en die instelbaar in het luchtdoorstroomkanaal zijn opgesteld.
De afgebeelde inrichting voor het regelen van het luchtdebiet tussen een ingang (2) en een uitgang (3) van een luchtdoorstroomkanaal (1) van een ventilatie-inrichting is schematisch voorgesteld in het genoemde luchtdoorstroomkanaal (1).
Deze inrichting omvat een rigide kleplichaam (7) dat roteerbaar is opgesteld in het luchtdoorstroomkanaal (1) om de luchtdoorstroomopening in het luchtdoorstroomkanaal (1) te regelen in functie van het drukverschil tussen de genoemde in- en uitgang (2, 3). Het kleplichaam (7) van deze afgebeelde uitvoeringsvormen is rigide uitgevoerd, maar kan even goed bijvoorbeeld zelf als een verend element uitgevoerd worden. Telkens zal bij stijgend drukverschil over het luchtdoorstroomkanaal (1) het kleplichaam (7) vanaf een zeker drukverschil beginnen roteren in dit luchtdoorstroomkanaal (1). In de praktijk kan dit, afhankelijk van inrichting, vanaf een drukverschil rond 1 à 2 Pa zijn.
Verder omvat deze afgebeelde inrichtingen verende elementen (5, 6) die bij stijgend drukverschil de beweging van het kleplichaam (7) over minstens een gedeelte van deze beweging tegenwerken. Deze verende elementen (5, 6) zijn bij voorkeur uit metaal vervaardigd, maar kunnen even goed uit eender welk ander materiaal vervaardigd worden. Eén van deze verende elementen (6) is een torsieveer, terwijl het andere verende element (5) is uitgevoerd als buigveer (5). Deze overige verende elementen zouden echter even goed als enig ander verend element uitgevoerd kunnen worden. Even goed zou bijvoorbeeld ook een tweede torsieveer voorzien kunnen worden, die de beweging van het kleplichaam (7) pas begint tegen te werken nadat de eerste torsieveer (6) deze beweging reeds tegenwerkte.
In de figuur is slechts een enkele uitvoeringsvorm van een inrichting volgens deze uitvinding weergegeven, om de grote verscheidenheid aan mogelijke uitvoeringen te illustreren, zonder deze te beperken.
De afgebeelde uitvoeringsvorm van een inrichting volgens deze uitvinding is voorzien van een torsieveer (6) en van een buigveer (5), die aan het uiteinde van een eerste arm (6a) van deze torsieveer (6) is voorzien. Deze buigveer (5) en de torsieveer (6) zijn als één geheel uitgevoerd en zijn instelbaar in het luchtdoorstroomkanaal (1) opgesteld. Hiertoe zijn drie tegenhoudelementen (8) vast opgesteld in het luchtdoorstroomkanaal (1) om de positie van de tweede arm (6b) van de torsieveer (6) in te stellen en om zo de ventilatiecapaciteit van de ventilatie-inrichting in te stellen. Verder is de torsieveer (6) roteerbaar in het luchtdoorstroomkanaal (1) opgesteld, waarbij echter, bij stijgend drukverschil, de beweging van een tweede arm (6b) van de torsieveer (6) bij aanstoten van het kleplichaam (7) tegen de eerste arm (6a) van de torsieveer tegengehouden wordt door een tegenhoudelement (8). Door de tweede arm (6b) te verplaatsen ten opzichte van deze tegenhoudelementen (8) kan een ander tegenhoudelement (8) de functie o vernemen voor tegenhouden van de beweging van deze tweede arm (6b) bij stijgend drukverschil en bij aanstoten van het kleplichaam (7) tegen de eerste arm (6a) van de torsieveer (6). Met behulp van deze tegenhoudelementen (8) kan de beginstand van de torsieveer (6) bij productie of installatie niet enkel eenvoudig veranderd worden, maar ook op een vooraf bepaalde, gecontroleerde manier. Elk tegenhoudelement (8) bepaalt een andere, vooraf bepaalde en gekende ventilatiecapaciteit voor de ventilatie-inrichting. De middelen (8) voor instellen van de tweede arm (6b) zouden even goed op een andere manier uitgevoerd kunnen worden en zouden bijvoorbeeld ook traploos uitgevoerd kunnen worden.
Deze inrichting omvat ook een aanstootelement (9), dat zodanig is voorzien, dat bij stijgend drukverschil de buigveer (5) op een bepaald moment zal aanstoten tegen dit aanstootelement (9).
Bij stijgend drukverschil tussen de genoemde ingang (2) en uitgang (3) roteert het kleplichaam (7) van deze inrichting eerst vrij vanuit de afgebeelde positie tot tegen de torsieveer (6). Hierbij oefent enkel de zwaartekracht een tegenkracht uit. Nadat deze in aanraking is gekomen met de torsieveer (6) zal bij verdere stijging van het drukverschil de verdere rotatiebeweging van het kleplichaam (7) eerst enkel worden tegengewerkt door de torsieveer (6), totdat de buigveer (5) in aanraking komt met het aanstootelement (9). Daarna zal bij verdere stijging van het drukverschil de verdere rotatiebeweging van het kleplichaam (7) worden tegengewerkt door zowel de torsieveer (6) als de buigveer (5).
Hoe groter de rotatie van het kleplichaam (7) onder invloed van een drukverschil over het luchtdoorstroomkanaal (1) is, hoe groter de kracht die de beweging van het kleplichaam (7) tegenwerkt. Bij verdraaien van het kleplichaam (7) neemt de luchtdoorstroomopening in het luchtdoorstroomkanaal (1) geleidelijk aan af. Bij kleinere drukverschillen werkt enkel de zwaartekracht en de kleinere kracht van de torsieveer (6) de beweging van het kleplichaam (7) tegen. Bij grotere drukverschillen werkt, naast de zwaartekracht en de groter geworden tegenwerkende kracht van de torsieveer (6) ook de kracht van de buigveer (5) de beweging van het kleplichaam (7) tegen.

Claims (17)

1. Inrichting voor het regelen van het luchtdebiet tussen een ingang (2) en een uitgang (3) van een luchtdoorstroomkanaal (1) van een ventilatie-inrichting, waarbij de inrichting voorzien is van een kleplichaam (7) dat beweegbaar is opgesteld in het luchtdoorstroomkanaal (1) om de luchtdoorstroomopening in dit luchtdoorstroomkanaal (1) te regelen in functie van het drukverschil tussen de genoemde in- en uitgang (2, 3), waarbij de inrichting één of meerdere verende elementen (5) omvat, die zo ten opzichte van het kleplichaam (7) zijn voorzien dat deze één of meerdere verende elementen (5) bij stijgend drukverschil de beweging van het kleplichaam (7) over minstens een gedeelte van deze beweging tegenwerken, en waarbij de inrichting één of meerdere torsieveren (6) omvat, die zodanig ten opzichte van het kleplichaam (7) zijn opgesteld, dat bij een stijgend drukverschil de beweging van het kleplichaam (7) over minstens een gedeelte van deze beweging wordt tegengewerkt door de genoemde één of meerdere torsieveren (6) met het kenmerk dat het kleplichaam (7) roteerbaar is voorzien naast de hartlijn van elke torsieveer (6) om deze beweegbaar in het luchtdoorstroomkanaal (1) op te stellen.
2. Inrichting volgens conclusie 1, met het kenmerk dat, de inrichting één of meerdere verende elementen (5) en verder één of meerdere torsieveren (6) omvat, die zodanig ten opzichte van elkaar en ten opzichte van het kleplichaam (7) zijn opgesteld, dat bij een stijgend drukverschil de beweging van het kleplichaam (7) eerst minstens over een gedeelte van deze beweging wordt tegengewerkt door de genoemde één of meerdere torsieveren (6), waarna de genoemde beweging verder wordt tegengewerkt door de genoemde één of meerdere verende elementen (5).
3. Inrichting volgens conclusie 1 of 2, met het kenmerk dat de één of meerdere torsieveren (6) en de één of meerdere verende elementen (5) zo zijn aangebracht, dat bij stijgend drukverschil, bij elk deel van de volledige beweging deze beweging van het kleplichaam (7) wordt tegengewerkt door de genoemde torsieveren (6) en/of de genoemde één of meerdere verende elementen (5).
4. Inrichting volgens conclusie 1 of 2, met het kenmerk dat de één of meerdere torsieveren (6) en de één of meerdere verende elementen (5) zo zijn aangebracht, dat bij stijgend drukverschil het kleplichaam (7) eerst vrij beweegt, waarna het kleplichaam (7) wordt tegengewerkt door de één of meerdere torsieveren (6) en waarna de beweging verder wordt tegengewerkt door de één of meerdere verende elementen (5).
5. Inrichting volgens één van de voorgaande conclusies, met het kenmerk dat de één of meerdere torsieveren (6) en de één of meerdere verende elementen (5) zo zijn aangebracht, dat wanneer de beweging wordt tegengewerkt door de één of meerdere verende elementen (5), deze beweging eveneens wordt tegengewerkt door de één of meerdere torsieveren (6).
6. Inrichting volgens één van de voorgaande conclusies, met het kenmerk dat minstens één van de één of meerdere torsieveren (6) armen (6a, 6b) omvat, die zich in een richting weg van de hartlijn van de respectievelijke torsieveer (6) uitstrekken.
7. Inrichting volgens één van de voorgaande conclusies, met het kenmerk dat de één of meerdere torsieveren (6) met één arm (6a, 6b) vast verbonden zijn aan het luchtdoorstroomkanaal (1).
8. Inrichting volgens één van de conclusies 1 tot en met 6, met het kenmerk dat het luchtdoorstroomkanaal (1) voorzien is van minstens één tegenhoudelement (8) voor tegenhouden van de beweging van één arm (6b) van de één of meerdere torsieveren (6) bij stijgend drukverschil, op het moment dat deze arm (6b) in contact is met dit tegenhoudelement (8).
9. Inrichting volgens conclusie 8, met het kenmerk dat het luchtdoorstroomkanaal (1) voorzien is van twee of meerdere tegenhoudelementen (8) die zodanig zijn voorzien, dat de positie van één arm (6b) van de één of meerdere torsieveren (6) instelbaar is tussen de verschillende tegenhoudelementen (8) om zo een andere maximale luchtdoorstroomopening in te stellen.
10. Inrichting volgens één van de conclusies 7 tot en met 9, met het kenmerk dat het kleplichaam (7) bevestigd is aan de andere van de beide armen (6a) van de één of meerdere torsieveren (6).
11. Inrichting volgens één van de voorgaande conclusies, met het kenmerk dat minstens één van de één of meerdere verende elementen (5) en minstens één van de één of meerdere torsieveren (6) als één geheel zijn uitgevoerd.
12. Inrichting volgens conclusie 10, met het kenmerk dat de één of meerdere verende elementen (5) voorzien zijn op het uiteinde van één van de armen (6a, 6b) van de één of meerdere torsieveren (6).
13. Inrichting volgens één van de voorgaande conclusies, met het kenmerk dat de één of meerdere verende elementen (5) uitgevoerd zijn als buigveren (5).
14. Inrichting volgens conclusie 13, met het kenmerk dat het luchtdoorstroomkanaal (1) voorzien is van een aanstootelement (9) dat zodanig is voorzien dat bij stijgend drukverschil de buigveer (5) aanstoot tegen dit aanstootelement (9), waarna de buigveer (5) de beweging van het kleplichaam (7) gedeeltelijk tegenwerkt.
15. Inrichting volgens één van de conclusies 1 tot en met 12, met het kenmerk dat de één of meerdere verende elementen (5) uitgevoerd zijn als trek- of drukveren (4).
16. Inrichting volgens één van de conclusies 1 tot en met 12, met het kenmerk dat de één of meerdere verende elementen (5) uitgevoerd zijn als torsieveren (6).
17. Inrichting volgens één van de voorgaande conclusies, met het kenmerk dat het kleplichaam (7) roteerbaar is opgesteld in het luchtdoorstroomkanaal ( 1 ).
BE2009/0248A 2009-04-21 2009-04-21 Inrichting voor het regelen van het luchtdebiet in een ventilatie-inrichting. BE1018726A5 (nl)

Priority Applications (2)

Application Number Priority Date Filing Date Title
BE2009/0248A BE1018726A5 (nl) 2009-04-21 2009-04-21 Inrichting voor het regelen van het luchtdebiet in een ventilatie-inrichting.
NL1037906A NL1037906C2 (nl) 2009-04-21 2010-04-20 Inrichting voor het regelen van het luchtdebiet in een ventilatie-inrichting.

Applications Claiming Priority (2)

Application Number Priority Date Filing Date Title
BE200900248 2009-04-21
BE2009/0248A BE1018726A5 (nl) 2009-04-21 2009-04-21 Inrichting voor het regelen van het luchtdebiet in een ventilatie-inrichting.

Publications (1)

Publication Number Publication Date
BE1018726A5 true BE1018726A5 (nl) 2011-07-05

Family

ID=41664599

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
BE2009/0248A BE1018726A5 (nl) 2009-04-21 2009-04-21 Inrichting voor het regelen van het luchtdebiet in een ventilatie-inrichting.

Country Status (2)

Country Link
BE (1) BE1018726A5 (nl)
NL (1) NL1037906C2 (nl)

Citations (7)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
US3187768A (en) * 1960-08-10 1965-06-08 Buensod Stacey Corp Flow control
NL7407967A (nl) * 1973-07-03 1975-01-07 Siegwart Emil Stromingsregelaar voor luchtleidingen.
JPS5861371A (ja) * 1981-10-09 1983-04-12 Masamichi Kaneda 定流量装置
DE4333192A1 (de) * 1993-09-29 1995-03-30 Schoettler Lunos Lueftung Zuluftgerät
FR2736709A1 (fr) * 1995-07-13 1997-01-17 Barbarin Laurent Regulateur de debit de fluide pour reseau de ventilation
DE202004009872U1 (de) * 2004-06-23 2004-12-02 Gebrüder Trox Gesellschaft mit beschränkter Haftung Luftdurchlass zur Be- und/oder Entlüftung von Räumen
NL1025600C2 (nl) * 2004-02-27 2005-08-30 Renson Ventilation N V Inrichting voor het regelen van het luchtdebiet in een ventilatie-inrichting.

Patent Citations (7)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
US3187768A (en) * 1960-08-10 1965-06-08 Buensod Stacey Corp Flow control
NL7407967A (nl) * 1973-07-03 1975-01-07 Siegwart Emil Stromingsregelaar voor luchtleidingen.
JPS5861371A (ja) * 1981-10-09 1983-04-12 Masamichi Kaneda 定流量装置
DE4333192A1 (de) * 1993-09-29 1995-03-30 Schoettler Lunos Lueftung Zuluftgerät
FR2736709A1 (fr) * 1995-07-13 1997-01-17 Barbarin Laurent Regulateur de debit de fluide pour reseau de ventilation
NL1025600C2 (nl) * 2004-02-27 2005-08-30 Renson Ventilation N V Inrichting voor het regelen van het luchtdebiet in een ventilatie-inrichting.
DE202004009872U1 (de) * 2004-06-23 2004-12-02 Gebrüder Trox Gesellschaft mit beschränkter Haftung Luftdurchlass zur Be- und/oder Entlüftung von Räumen

Also Published As

Publication number Publication date
NL1037906C2 (nl) 2013-05-14
NL1037906A (nl) 2010-10-22

Similar Documents

Publication Publication Date Title
EP2274545B1 (en) Balanced port housing with integrated flow conditioning
JP5913444B2 (ja) 圧力バランストリムを有する圧力負荷供給圧力調整器
EP2140329B1 (en) Pressure averaging sense tube for gas regulator
AU2008242699B2 (en) Service regulator with improved boost performance
JP2007526079A5 (nl)
EP2469371B1 (en) Gas regulator flow boost cartridge
EP2140325B1 (en) Adjustable disc mechanism for gas regulator
JP2017510775A (ja) 制御弁のための流路速度調整器
EP3226097A1 (en) Axial valve for controlling the differential pressure between a delivery branch and a return branch of a hydraulic circuit
BE1018726A5 (nl) Inrichting voor het regelen van het luchtdebiet in een ventilatie-inrichting.
NL1025600C2 (nl) Inrichting voor het regelen van het luchtdebiet in een ventilatie-inrichting.
EP3220029B1 (en) Valve
EP3244134A1 (en) Adjustable volume flow regulator, for air flow in air distribution devices
NL1031954C2 (nl) Inrichting voor het regelen van het luchtdebiet in een ventilatie-inrichting.
EP4071423A1 (en) Blast damper
EP3244105A1 (en) Hydraulic control valve with a thermostatic control, in particular for radiators
CN111102365A (zh) 流体调节器
EP2530396B1 (en) Constant flow regulator mechanism
WO2017066222A1 (en) Variable area flow restriction
US616141A (en) Automatic temperature-regulator
US355919A (en) James cant
US775823A (en) Regulating-valve.
US984550A (en) Draft-regulating damper.
KR200404159Y1 (ko) 조속기

Legal Events

Date Code Title Description
MM Lapsed because of non-payment of the annual fee

Effective date: 20190430