BE1018338A5 - Kit van strandhanddoek en geassocieerde ankerinrichting, handdoeken en ankerinichtingen. - Google Patents

Kit van strandhanddoek en geassocieerde ankerinrichting, handdoeken en ankerinichtingen. Download PDF

Info

Publication number
BE1018338A5
BE1018338A5 BE2008/0622A BE200800622A BE1018338A5 BE 1018338 A5 BE1018338 A5 BE 1018338A5 BE 2008/0622 A BE2008/0622 A BE 2008/0622A BE 200800622 A BE200800622 A BE 200800622A BE 1018338 A5 BE1018338 A5 BE 1018338A5
Authority
BE
Belgium
Prior art keywords
towel
holder
opening
openings
substrate
Prior art date
Application number
BE2008/0622A
Other languages
English (en)
Original Assignee
Strauwen Maria George Marie Frans
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by Strauwen Maria George Marie Frans filed Critical Strauwen Maria George Marie Frans
Priority to BE2008/0622A priority Critical patent/BE1018338A5/nl
Priority to HUE12183010A priority patent/HUE034391T2/en
Priority to ES12183010.3T priority patent/ES2646712T3/es
Priority to EP12183010.3A priority patent/EP2532285B1/en
Priority to EP09820082A priority patent/EP2355678B1/en
Priority to ES09820082T priority patent/ES2394770T3/es
Priority to PCT/BE2009/000057 priority patent/WO2010054448A2/en
Priority to PL12183010T priority patent/PL2532285T3/pl
Application granted granted Critical
Publication of BE1018338A5 publication Critical patent/BE1018338A5/nl

Links

Classifications

    • AHUMAN NECESSITIES
    • A47FURNITURE; DOMESTIC ARTICLES OR APPLIANCES; COFFEE MILLS; SPICE MILLS; SUCTION CLEANERS IN GENERAL
    • A47GHOUSEHOLD OR TABLE EQUIPMENT
    • A47G9/00Bed-covers; Counterpanes; Travelling rugs; Sleeping rugs; Sleeping bags; Pillows
    • A47G9/06Travelling rugs; Sleeping rugs
    • A47G9/062Travelling rugs; Sleeping rugs for covering the ground, e.g. picnic or beach blankets

Landscapes

  • Supports Or Holders For Household Use (AREA)
  • Tents Or Canopies (AREA)
  • Special Chairs (AREA)

Abstract

Een zitmiddel wordt beschreven voor gebruik op een ondergrond om direct contact met de ondergrond te vermijden, waarin het zitmiddel een handdoek omvat, de handdoek omvattende ten minste één opening nabij zijn rand en ten minste één verankeringsmiddel dat aangepast is om aangebracht te worden doorheen de opening en om in de ondergrond verankerd te worden. Verder worden handdoeken, verankeringsinrichtingen, sets van verankeringsinrichtingen en geassocieerde werkwijzen om deze op te brengen beschreven.

Description

Kit van strandhanddoek en geassocieerde ankerinrichting, handdoeken en ankerinrichtingen
De onderhavige uitvinding heeft betrekking op het vakgebied van handdoeken, zoals bijvoorbeeld strandhanddoeken.
Tijdens strandbezoek wensen zittende of liggende gebruikers dikwijls niet in contact te komen met de ondergrond van het strand, om comfort-, hygiënische of esthetische redenen. Zo kan de ondergrond aarde, zand of stenen in grote verscheidenheid van grootte omvatten. Deze ondergrond kan nat zijn, kan vervuild zijn met onhygiënisch materiaal, vochtig zijn, warm of koud zijn enzovoort. Deze ondergrond kan bovendien, zeker in het geval van zandstranden, blijven kleven aan de gebruiker, wat een oncomfortabel gevoel en/of irritatie van de huid kan teweegbrengen. Het bijvoorbeeld vastklevend zand kan dan elders loskomen zodat bijvoorbeeld de wagen of het vakantiebed hierdoor bevuild geraken. Het kan de gebruiker verder ook irriteren en een negatieve invloed uitoefenen op zijn of haar humeur.
Vandaag de dag gebruiken vele gebruikers daarom een strandhanddoek die ze uitspreiden op het strand, en waar ze zich bovenop begeven, de strandhanddoek hierbij een contactoppervlak hebbende dat in contact komt met de ondergrond en een bovenoppervlak dat kan dienen als proper zitvlak.
Dit gebruik gaat echter gepaard met een aantal ongemakken. Zo kan de handdoek onder invloed van de wind gedeeltelijk of zelfs volledig omwaaien, wat een overdracht van ondergrond, bijvoorbeeld zand naar het bovenoppervlak van de handdoek kan teweegbrengen.
Ook kan het bewegen van de gebruiker bovenop de handdoek, de positie van de handdoek modificeren, en kan het een vooraf eerder vlakke ondergrond omvormen tot een ondergrond die reliëf vertoont in die mate dat dit de gebruiker hindert.
Dikwijls is er reeds een reliëf aanwezig in de ondergrond, of brengen gebruikers vooraf een bepaald reliëf aan in de ondergrond, dat een comfortabelere ligpositie kan voorzien, wanneer de handdoek hierop op de juiste positie is aangebracht. De positionering of oriëntatie van de handdoek kan ook weldoordacht gebeurd zijn. Het omwaaien van de handdoek, of het bewegen op of lopen over de handdoek kan deze positie modificeren, zodat een herpositionering van de handdoek nodig maakt.
Verder kan het gebeuren dat een handdoek niet geschikt is om tegen een bepaald oppervlak stabiel te blijven liggen.
Een stand der techniek handdoek wordt na het strandbezoek typisch opgeplooid, en wordt dikwijls in een strandzak gestoken om mee naar huis genomen, omwille van de grootte en de mogelijkheid van het ongewild ontvouwen van de handdoek wanneer dit met de hand wordt gedragen, of wanneer de gebruiker geen vrije handen meer heeft. De resten van de ondergrond die nog aan de handdoek kleven komen hierdoor ongewenst in de strandzak.
In US 5 101 525 en US 2005/0091746 worden systemen getoond om een handdoek te fixeren ten opzichte van de ondergrond.
Het is een doel van de onderhavige uitvinding een zitmiddel voor gebruik op een ondergrond om direct contact met de ondergrond te vermijden volgens conclusie 1 en een werkwijze om een handdoek die veelhoekig is en nabij elke hoek ten minste één opening omvat op te bergen volgens conclusie 25 te verschaffen, een handdoek en ankers, welke ten minste een van bovengenoemde problemen oplossen.
Wanneer termen als "eerste", "tweede", "derde" enzovoort worden gebruikt, betekent dit niet noodzakelijk dat een opeenvolgende of dat een chronologische volgorde moet worden aangenomen.
De term "omvattende", moet zodanig worden geïnterpreteerd dat het geen andere elementen of stappen uitsluit.
In eerste aspect van de onderhavige uitvinding wordt een zitmiddel beschreven voor gebruik op een ondergrond om direct contact met de ondergrond te vermijden, waarin het zitmiddel een handdoek omvat, de handdoek omvattende ten minste één opening nabij zijn rand en ten minste één verankeringsmiddel dat aangepast is om aangebracht te worden doorheen de opening en om in de ondergrond verankerd te worden. Typische ondergrond kan bijvoorbeeld een zandstrand zijn of een keienstrand. De handdoek kan vervaardigd zijn uit verschillende materialen zoals die gekend zijn door de vakman. De handdoek kan ook verschillende dimensies hebben en verschillende vormen.
De handdoek kan bij voorkeur omgeven worden door één enkele rand, maar kan ook gedefinieerd worden door middel van meerdere randen.
In uitvoeringsvormen van de onderhavige uitvinding omvat het verankeringsmiddel een pinstructuur (zoals bijvoorbeeld een pin) die aan haar vrije uiteinde aangepast is om in de ondergrond gedreven te kunnen worden (met de hand of met bijvoorbeeld een hulpmiddel zoals een hamer) en aan haar andere uiteinde verbonden is met een handdoekhouder. Deze handdoekhouder die aangepast is om aan te grijpen of te drukken op het bovenoppervlak van de handdoek en deze hierdoor tegen de grond te houden wanneer het verankeringsmiddel aangebracht is. De handdoekhouder kan ook aangepast zijn om over de rand van de handdoek aan te grijpen, zoals bijvoorbeeld over de buitenste randen van de handdoek, of over de rand van een opening in een handdoek. De onderkant van de handdoekhouder kan typisch in contact komen met het bovenoppervlak van de handdoek. De handdoek omvat typisch een voor- en een achteroppervlak (of contactoppervlak).
In uitvoeringsvormen van de onderhavige uitvinding is de pinstructuur aangepast om in de ondergrond geboord te worden. Hierdoor kan de pin van een gepaste boorstructuur voorzien worden.
De pinstructuur kan in uitvoeringsvormen ook aangepast zijn om in de ondergrond geslagen te worden, of in de ondergrond gedrukt of geduwd te worden.
In uitvoeringsvormen van de onderhavige uitvinding omvat het zitmiddel verder een sokkel die aangepast is om in de ondergrond verankerd te worden (op gelijkaardig wijze als beschreven in de pinstructuur), en die verder aangepast is om te koppelen met de pinstructuur van het verankeringsmiddel.
Deze koppeling tussen het verankeringsmiddel met de sokkel kan gebeuren door middel van een schroefdraadverbinding.
In voorkeursuitvoeringsvormen omvat de pinstructuur aan de zijde van de houder een schroefdraad of een element met schroefdraad waarop de houder kan worden vastgedraaid, de houder voorzien zijnde van een complementaire schroefdraad. In alternatieve uitvoeringsvormen kan de pinstructuur aan de zijde van de houder een schroefdraad of een element met schroefdraad bevatten waarover de houder kan passen (bijvoorbeeld door middel van een opening aangebracht in de houder), en kan er verder een vleugelmoer of een gelijkaardige structuur voorzien zijn waarmee de houder kan worden gefixeerd.
In uitvoeringsvormen van de onderhavige uitvinding kan het verankeringsmiddel meer dan één pinstructuur omvatten, waarbij de pinstructuren verbonden zijn door middel van de houder.
Deze houder kan rigide zijn, maar kan ook flexibel zijn zoals bijvoorbeeld oprolbaar. Zo kan de houder een oprolbare band bevatten of een band die bijvoorbeeld gemaakt kan zijn uit handdoekstof. Dergelijke houders leveren een vereenvoudiging van de opberging van de verankeringsmiddelen. In voorkeursuitvoeringsvormen omvat de houder handdoekstof op het oppervlak weg van de één of meerdere pinnen (zijn bovenoppervlak). De aanwezigheid van de handdoekstof op dit oppervlak kan het comfort van de gebruiker verhogen en kan tegelijkertijd zorgen voor een verhoogde esthetische afwerking.
In voorkeursuitvoeringsvormen van de onderhavige uitvinding omvat de handdoek meer dan één opening.
De handdoek kan veelhoekig zijn (zoals driehoekig, vierhoekig, vijfhoekig, zeshoekig, etc.) en nabij ten minste één hoek ten minste één opening omvatten. Meer bij voorkeur omvat de handdoek nabij meerdere hoeken ten minste één opening. In voorkeursuitvoeringsvormen omvat deze handdoek nabij elke hoek minstens één opening.
In voorkeursuitvoeringsvormen is de handdoek veelhoekig en omvat hij nabij ten minste één hoek meer dan één opening, zoals bijvoorbeeld twee of drie openingen.
In uitvoeringsvormen is de handdoek veelhoekig en omvat hij nabij elke hoek ten minste één of meer opening (twee of drie openingen).
In voorkeursuitvoeringsvormen is de handdoek rechthoekig en omvat deze nabij elke hoek twee of drie openingen.
In voorkeursuitvoeringsvormen omvat de handdoek ook één of meerdere openingen langsheen de randen van de handdoek, verwijderd van de hoeken van de handdoek.
In uitvoeringsvormen van de onderhavige uitvinding zijn de posities van de gaten in de handdoek en de dimensies van de houders op elkaar afgesteld zodanig dat de één of meerdere houders niet in contact dienen te komen met de ondergrond wanneer deze op gepaste wijze zijn verankerd in de handdoek.
In uitvoeringsvormen van de onderhavige uitvinding kan verder ook het beschikbare aantal en het type van de houders afgestemd zijn met de positie van de gaten in de handdoek en de dimensies van de houder zodanig dat de één of meerdere houders niet in contact dienen te komen met de ondergrond wannéér deze op gepaste wijze verankerd zijn doorheen de handdoek.
In voorkeursuitvoeringsvormen is de handdoek in hoofdzaak rechthoekig, en is deze ten minste nabij één hoek (bij voorkeur nabij elk van zijn hoeken) voorzien van één of meerdere uitstekende flappen, waarin ten minste één opening is omvat.
In voorkeursuitvoeringsvormen van de onderhavige uitvinding zijn de één of meerdere aanwezig openingen versterkt. Deze versterking kan een metalen of een uit kunststof vervaardigde ring omvatten. Deze versterking kan ook overlokking of stiksel van de rand van de opening omvatten.
In voorkeursuitvoeringsvormen kan de handdoek een overkapping omvatten van ten minste één opening, die de opening in hoofdzaak afdekt en die aangepast is om een houder te ontvangen en op zijn minst gedeeltelijk af te dekken. Alle aanwezig openingen kunnen van dergelijke overkapping voorzien zijn, in het bijzonder de openingen nabij de vier hoeken van een rechthoekige handdoek. Deze overkapping kan bestaan uit handdoekstof en kan aldus een deel van de handdoek vormen. De overkapping kan samen met de stof van de handdoek rondom de opening, waaraan ze kan bevestigd zijn, een holte vormen waarin een houder op zijn minste gedeeltelijk kan ontvangen worden. De overkapping kan de opening in hoofdzaak afdekken en aangepast zijn om een houder ten minste gedeeltelijk te ontvangen. De overkapping kan verder ook een insnede omvatten waardoor het verankeringsmiddel kan aangebracht worden dat doorheen de opening in de ondergrond wordt verankerd, na het welke de overkapping over ten minste een deel van de houder kan worden aangebracht, hierbij ten minste een deel van de houder (of de hele houder) afdekkende.
In voorkeursuitvoeringsvormen van de onderhavige uitvinding zijn de verankeringsmiddelen permanent bevestigd aan de handdoek nabij de openingen waarvoor ze voorzien zijn om aangebracht worden. Dit kan bijvoorbeeld gebeuren door de handdoekhouders permanent onder te brengen in de holte gecreëerd door de handdoek, rondom een opening en de overkapping zonder insnede zoals hierboven beschreven. De pinstructuren kunnen dan permanent doorheen de openingen in de handdoek steken.
In voorkeursuitvoeringsvormen van de onderhavige uitvinding is de oppervlakte (of vorm of doorsnede) van de aanwezige gaten of openingen in de handdoek in hoofdzaak gelijk aan de oppervlakte van de doorsnede van de geassocieerde pinnen (zij het iets kleiner om doorgang doorheen de opening mogelijk te maken). Dit is bij voorkeur het geval voor de doorsnede van de pinnen nabij of aangrenzend aan de houder waarmee ze zijn verbonden.
In uitvoeringsvormen van de onderhavige uitvinding omvat de handdoek gaten met verschillende groottes, en omvat een verankeringsinrichting hiermee geassocieerde pinnen die ook verschillen in dwarsdoorsnede-oppervlak, zodat de pinnen in hoofdzaak dezelfde dwarsdoorsnede hebben als de corresponderende gaten.
Een tweede aspect van de onderhavige uitvinding omvat een handdoek die ten minste één opening omvat die aangepast is om deze handdoek te verankeren in de ondergrond door middel van een verankeringsmiddel. In uitvoeringsvormen is de handdoek veelhoekig en omvat hij nabij elke hoek ten minste één opening. De handdoek kan in hoofdzaak rechthoekig zijn en nabij elke opening twee of drie openingen omvatten.
In voorkeursuitvoeringsvormen omvat de handdoek ook openingen langsheen de randen van de handdoek, verwijderd van de hoeken.
In voorkeursuitvoeringsvormen is de handdoek in hoofdzaak veelhoekig (bijvoorbeeld rechthoekig), maar is deze nabij ten minste één hoek voorzien van één of meerdere uitstekende flappen, waarin ten minste één opening is omvat, of waarin telkens ten minste één opening is omvat.
In voorkeursuitvoeringsvormen is ten minste één van de openingen versterkt.
In voorkeursuitvoeringsvormen omvat de handdoek aan ten minste één kant ten minste één overkapping van ten minste één opening, die de opening in hoofdzaak afdekt en die aangepast is om een houder te behuizen nadat deze in de opening zou aangebracht zijn. Deze overkapping kan gemaakt zijn uit handdoekstof en kan geïntegreerd zijn met de handdoek. Deze overkapping kan bijvoorbeeld in het midden een insnede omvatten die toelaat het verankeringsmiddel doorheen de handdoek in de ondergrond te verankeren, waarna de houder (of ten minste deel van de houder) kan worden afgedekt met de overkapping.
In voorkeursuitvoeringsvormen kan de handdoek permanent bevestigde verankeringsmiddelen omvatten nabij de openingen waarvoor ze voorzien zijn aangebracht te worden. Deze permanent aanwezige verankeringsmiddelen kunnen gefixeerd zijn aan de handdoek door middel van verbindingsmiddel zoals bijvoorbeeld een stoffen of een kunststoffen lus die de hoeken van de handdoek verbindt met de verankeringsmiddelen. De verankeringsmiddelen kunnen ook gedeeltelijk opgenomen zijn in de holte gecreëerd door de stof rondom de opening en de overkapping van de opening, die bijvoorbeeld de handdoekhouder fixeert in de handdoek. De pinstructuur kan doorheen de opening in de handdoek uitsteken richting het contactoppervlak van de handdoek.
Een derde aspect van de onderhavige uitvinding omvat een verankeringsinrichting voor een handdoek die ten minste één pinstructuur omvat die aan haar vrije uiteinde aangepast is om aangebracht te worden doorheen een opening in de handdoek en om in de ondergrond (van de handdoek) gedreven te kunnen worden en aan haar andere uiteinde verbonden is met een handdoekhouder die aangepast is om aan te grijpen (of te drukken of in contact te komen met) op het bovenoppervlak van de handdoek en deze hierdoor tegen de grond te houden.
De pinstructuur kan aangepast zijn om in de ondergrond geboord te worden. De pinstructuur kan aangepast zijn om in de ondergrond geslagen of geduwd te worden.
In voorkeursuitvoeringsvormen van de onderhavige uitvinding omvat de verankeringsinrichting verder een sokkel die aangepast is om in de ondergrond verankerd te worden, en die verder aangepast is om in de ondergrond verankerd te worden en die verder aangepast is om te koppelen met de pinstructuur. De koppeling van het verankeringsmiddel met de sokkel kan gebeuren door middel van een schroefverbinding.
In voorkeursuitvoeringsvormen omvat de pinstructuur aan de zijde van de houder een schroefdraad of element met schroefdraad waarop de houder kan worden vastgedraaid, de houder bijvoorbeeld voorzien zijnde van een complementaire schroefdraad.
In voorkeursuitvoeringsvormen omvat de pinstructuur aan de zijde van de houder een schroefdraad of element met schroefdraad, waarover de houder kan passen (bijvoorbeeld door middel van een gat in de houder) en die verder een vleugelmoer (of een gelijkaardige structuur) omvat waarin de houder kan worden gefixeerd.
In voorkeursuitvoeringsvormen omvat het verankeringsmiddel meer dan één pinstructuur, en zijn deze pinstructuren verbonden door middel van de houder.
In voorkeursuitvoeringsvormen is de houder in hoofdzaak flexibel of oprolbaar. In andere uitvoeringsvormen kan deze houder in hoofdzaak rigide zijn. In voorkeursuitvoeringsvormen kan de houder bestaan uit handdoekstof of kan deze handdoekstof omvatten op het oppervlak weg van de één of meerdere pinnen (het bovenoppervlak).
In een vierde aspect van de onderhavige uitvinding wordt een set van een set van de verankeringsinrichting beschreven zoals beschreven voor het derde aspect van de onderhavige uitvinding, die verder ten minste één metalen of uit kunststof vervaardigde ringstructuur omvat die vervaardigd is om doorheen een handdoek gedrukt te worden hierbij een opening in de handdoek creërende en om verder omheen de rand van de opening aan te grijpen, aldus deze te verstevigen.
Een vijfde aspect van de onderhavige uitvinding betreft een werkwijze om een handdoek volgens het tweede aspect van de onderhavige uitvinding op te bergen, omvattende het plooien van de handdoek zodanig dat ten minste twee openingen van de handdoek opgelijnd zijn en het aanbrengen van een aangrijpmiddel doorheen de opgelijnde openingen. In voorkeursuitvoeringsvormen kan van elke hoek van de handdoek ten minste één opening worden opgelijnd.
In voorkeursuitvoeringsvormen kunnen alle openingen van de handdoek worden opgelijnd. In voorkeursuitvoeringsvormen kunnen er vier openingen worden opgelijnd.
In voorkeursuitvoeringsvormen kunnen de openingen opgelijnd worden op dergelijke wijze dat na het aanbrengen vanhet aangrijpmiddel doorheen de openingen, de voor- en achterkant van de handdoek niet rechtstreeks met elkaar in contact komen.
Verdere aspecten van de onderhavige uitvinding zijn beschreven in de volgconclusies. De eigenschappen van de volgconclusies, eigenschappen van een der volgconclusies en een der eigenschappen van andere volgconclusies kunnen samengevoegd worden en als geschikt worden beschouwd voor de vakman, en niet enkel in de specifieke combinaties zoals bepaald door de conclusies.
De begeleidende tekeningen worden gebruikt om uitvoeringsvormen van de onderhavige uitvinding te illustreren.
Verwijzingssymbolen zijn zodanig gekozen dat ze dezelfde zijn voor vergelijk bare of dezelfde elementen of eigenschappen in verschillende figuren of tekeningen.
De bovenstaande en andere voordelige eigenschappen en doelen van de uitvinding zullen duidelijker worden en de uitvinding zal beter begrepen worden door de volgende gedetailleerde beschrijving wanneer ze wordt gelezen in combinatie met de respectievelijke tekeningen.
De beschrijving van de aspecten van de onderhavige uitvinding wordt volbracht door middel van specifieke uitvoeringsvormen en met verwijzing naar maar niet beperkt tot bepaalde tekeningen. De afgebeelde figuren zijn slechts schematisch en zouden als niet beperkend moeten worden beschouwd. Bijvoorbeeld bepaalde elementen of eigenschappen kunnen buiten proportie of schaal zijn voorgesteld in verhouding tot andere elementen.
ïn figuur 1 wordt een typische stand der techniek situatie afgebeeld. De handdoek 1 ligt op een ondergrond van het strand, bijvoorbeeld een zandstrand of een kiezelstrand en definieert hierbij een handdoekoppervlak 1Ó. De afgebeelde handdoek is, zoals de meeste handdoeken, rechthoekig van vorm en heeft vier rechte hoeken 11, 12, 13,.14. Deze handdoek ligt typisch met zijn onderkant (of onderoppervlak) op de ondergrond en heeft een bovenkant (of bovenoppervlak) die van de ondergrond is gevrijwaard. Daardoor blijft de bovenkant proper en voorziet dit een comfortabele plek voor de gebruiker. Wanneer er echter wind is en/of personen over de handdoek lopen of er zich op verplaatsen of bewegen kan de handdoek zijn positie veranderen. Hij kan bijvoorbeeld ook opwaaien zodanig dat een deel (bijvoorbeeld een hoek van de handdoek) omplooit. Dit kan ervoor zorgen dat er ondergrondmateriaal toch op de handdoek terechtkomt, wat het gebruikerscomfort kan reduceren. Verder kan dit ook de beschikbare oppervlakte van de handdoek reduceren. Dit kan ook de positie van de handdoek veranderen wat dikwijls ongewenst is. Dikwijls heeft de handdoek een bepaalde positie. Soms wordt een handdoek aangebracht in de ondergrond en dient deze op een doordacht positie te worden aangebracht. De wind of andere invloeden kunnen deze positie veranderen, zodanig dat de handdoek geherpositioneerd dient te worden.
In figuren 2A tot 2E worden handdoeken volgens uitvoeringsvormen van de onderhavige uitvinding HL· zuub/uozz afgebeeld, maar vele andere uitvoeringsvormen zijn mogelijk. Deze handdoek is bij voorkeur een veelhoek, in dit geval een rechthoek, maar kan ook andere vormen hebben. De afmetingen voor een handdoek kunnen bijvoorbeeld 200cmxl00cm, of 200cmxl30cm, of 200cmx200 cm zijn, maar elke afmeting is in principe mogelijk. In elk van zijn hoeken kan deze handdoek 1 één of meerdere gaten 2 omvatten. Zo kan.elke hoek voorzien zijn van één gat (zie bijvoorbeeld Fig. 2B), twee gaten nabij elke hoek (zie bijvoorbeeld Fig. 2A, 2E), of van drie gaten nabij elke hoek (zie bijvoorbeeld Fig. 2C en 2D). Verder kunnen ook gaten voorzien worden langsheen de kanten van de handdoek, weg van de hoeken (zie bijvoorbeeld Fig. 2D, 2E). In een bijzondere uitvoeringsvorm kan elke hoek voorzien worden van twee gaten nabij de hoek, waarvan elk gat langsheen de zijkanten is aangebracht die de betreffende hoek definiëren. Dit kunnen ook drie gaten zijn waarbij er bovenop de twee eerder gedefinieerde gaten ook een derde gat aangebracht is nog dichter bij de hoek dan de twee andere gaten zodanig dat de drie gaten samen twee benen vormen die een rechte hoek met elkaar vormen.
De gaten kunnen bijvoorbeeld cirkelvormig zijn maar kunnen ook ander vormen aannemen zoals bijvoorbeeld driehoekig, vierhoekig (bijvoorbeeld vierkant, rechthoekig of ruitvormig), veelhoekig (al dan niet regelmatig), ellipsvormig enzovoort. De cirkelvormige gaten kunnen een diameter d hebben van ongeveer 1 cm, ongeveer 1.5 cm, ongeveer 2 cm, maar andere waarden zijn ook mogelijk.
In figuren 3A tot 3F , alsook in figuur 14, worden (ver)ankerinrichtingen of (ver)ankeringsmiddelen afgebeeld volgens de onderhavige uitvinding. Deze ankerinrichtingen kunnen één of meerdere pinnen omvatten die aangepast zijn om samen te werken met de gaten in de handdoek zoals bijvoorbeeld gedefinieerd in de figuren 2A tot 2. In figuur 3C wordt er een anker 3 afgebeeld die een pin 32 en handdoekhouder 31 omvat. De handdoekhouder is gefixeerd ten opzichte van de pin en zorgt voor een oppervlak dat de handdoek op zijn plaats kan houden wanneer de pin doorheen het gat van de handdoek is aangebracht. Deze houder heeft verder bij voorkeur een vorm die verder toelaat kracht uit te oefenen volgens deze lengterichting van de pin op de deze houder om deze pin in de grond te drijven. In figuur 3D wordt er een verder anker afgebeeld volgens uitvoeringsvormen van de onderhavige uitvinding dat gelijkaardig is aan de uitvoeringsvorm van figuur 3A, maar die verder een boorstructuur omvat langsheen de pin, met andere woorden waarin de pin eigenlijk een structuur heeft die aangepast is om ingeboord te worden in een bepaalde ondergrond, zoals bijvoorbeeld een zandondergrond. Deze uitvoeringsvorm kan de houder 31 verder uitgerust zijn om het aangrijpen van een hand te vergemakkelijken wanneer een roterende beweging van het anker moet uitgevoerd worden om dit anker in de grond te boren. Verder is de houder ook hier aangepast om de handdoek op zijn plaats te houden wanneer het anker op geschikte wijze is aangebracht doorheen de handdoek en in de grond is verankerd. In figuur 3A wordt er een verdere uitvoeringsvorm afgebeeld waarin het anker meer dan één pin (32, 32') omvat, die beiden met elkaar verbonden zijn door middel van de houder 31. Deze houder kan dus ook fungeren als een verbindingsstuk tussen deze pinnen. Verder kan deze houder nog steeds aangepast zijn om toe te laten druk uit te oefenen volgens de richting van de pin(nen) om zodoende de pin(nen) in de grond te drijven. In figuur 3B wordt er een verdere variant van het anker afgebeeld waarin drie pinnen verbonden zijn 32, 32', 32'' door middel van een houder 31. In figuur 3E wordt er een verdere uitvoeringsvorm van de onderhavige uitvinding afgebeeld waarin een kruisvormige houder 31 aan het uiteinde van elk van de kruisarmen voorzien is van een pin 32. De houder kan gebruikt worden om bijvoorbeeld twee naast elkaar liggende handdoeken ten opzichte van elkaar te positioneren. Ook andere ankers kunnen voorzien worden die aangepast zijn om aan te grijpen aan openingen van verschillende handdoeken die ontwikkeld zijn om op een vooraf bepaalde manier ten opzichte van elkaar gepositioneerd te worden. In Figuur 3F wordt er een verdere uitvoeringsvorm afgebeeld waarin de houder in hoofdzaak T-vormig is, en waarbij de verankeringsinrichting nabij elk van de uiteinden van de "T" een pin 32 omvat. De lengte H van de een of meerdere pinnen kan bijvoorbeeld ongeveer 5 cm , 6 cm, 7 cm, 8 cm, 9cm, meer bij voorkeur ongeveer 10 cm , ongeveer 11 cm, 12 cm, 13 cm, 14 cm, ongeveer 15 cm, maar kortere en langere pinnen zijn niet uitgesloten en de geschikte lengte kan variëren in functie van bijvoorbeeld de ondergrond die beoogt wordt. De breedte b van de houders kan bijvoorbeeld ongeveer 2 , ongeveer 3 of ongeveer 4 cm zijn, maar andere, kleinere of grotere breedtes zijn ook mogelijk. Verder kan de lengte 1 (desgevallend van een been) van de houder ongeveer 8 cm , 9 cm , 10 cm, 11 cm, 12 cm zijn maar andere lengtes zijn ook mogelijk zoals erkend kan worden door een vakman. Verschillende benen kunnen ook verschillende lengtes omvatten, zoals bijvoorbeeld geïllustreerd in Fig. 3B door de lengtes 1 en 1'. Bij voorkeur is 1 gelijk aan 1'. De uitvoeringsvormen van het "T"-type kunnen bijvoorbeeld een lengte L van het "horizontale" deel omvatten van ongeveer 15 cm, 16cm, 17 cm, 18 cm, 19 cm, 20 cm, maar grotere en kleinere waarden zijn ook mogelijk. Het "verticale" deel van de T, dat loodrecht staat op het "horizontale" deel, en hierop in nabij het midden ervan uitmondt, kan bijvoorbeeld een lente hebben van 5 cm, 6 cm, 7 cm, 8 cm, 9 cm, 10 cm, maar andere waarden zijn ook mogelijk. In Figuur 14 wordt er een verdere uitvoeringsvorm afgebeeld waarbij de verankeringsinrichting een L-vormige houder omvat, die 2 pinnen omvat die geplaatst zijn aan de uiteinden van de benen van de L. Deze uitvoeringsvorm verschilt van de uitvoeringsvorm afgebeeld in Fig. 3B in dat de pin nabij de rechte hoek die 'door de L-vorm gedefinieerd wordt niet aanwezig is. Merk op dat de houder wel aangepast kan zijn om zich tijdens gebruikt uit te strekken tot aan een hoek van de handdoek, zonder in die hoek een pin (voor wat de handdoek betreft, zonder in de hoek een gat) te omvatten.
In figuren 4A en 4B worden verdere uitvoeringsvormen van de onderhavige uitvinding afgebeeld waarbij de pin kan overeenstemmen met een pin zoals afgebeeld in figuren 3A, B, C, E en F, maar waarbij deze ankers samenwerken met een sokkel 4 die aangepast is om in de grond te drijven aan één zijde, en die aan de andere zijde een koppelingsmiddel omvat om te koppelen met de ankers zoals eerder beschreven (zie bijvoorbeeld Fig. 4A). Deze uitvoeringsvorm kan het anker 3 opnieuw een houder 31 omvatten die samenwerkt met een pin 32 die echter voorzien is van een schroefdraad (32*). Die schroefdraad kan dan samenwerken met een complementaire schroefdraad die voorzien is in de sokkel (41) (zie bijvoorbeeld Fig. 4B). De houder 31 kan optioneel voorzien zijn van een structuur die het aandraaien van de pin 32 in de sokkel 4 vergemakkelijkt, zoals bijvoorbeeld 2 vleugels.
In figuren 5A tot 5C worden er een verdere uitvoeringsvormen van de onderhavige uitvinding afgebeeld waarbij een handdoek één gat omvat in elk van de vier hoeken, maar waarbij de handdoek de vorm heeft van een trapezium, maar met twee tegenoverliggende zijden van gelijke lengte. Een bepaalde doordachte keuze van de vorm van de handdoek kan toelaten deze handdoek op een eenvoudige manier op te bergen. Zo kan een trapeziumhanddoek bijvoorbeeld eenvoudig opgerold worden zodanig dat er aan het uiteinde van de opgerolde handdoek twee openingen vrij blijven. Men kan dan de handdoek makkelijk opbergen of meenemen door een aangrijpmiddel doorheen deze vrijblijvende openingen 2 te steken nadat de handdoek bijvoorbeeld eerst samen geplooid is en de openingen opgelijnd werden. Dit aangrijpmiddel kan bijvoorbeeld een ring zijn die dan achteraf bevestigd kan worden aan bijvoorbeeld de broekgesp of rugzak.
In figuren 6A tot 6C wordt er een verdere uitvoeringsvorm van de onderhavige uitvinding afgebeeld die een methode illustreert om een handdoek volgens uitvoeringsvormen van de onderhavige uitvinding op te bergen. Deze afgeheelde handdoek is van het rechthoekige type en omvat in elk van de vier hoeken één opening (Fig. 6A). Door de handdoek in de lengterichting in twee te vouwen kunnen de gaten twee aan twee boven elkaar opgelijnd worden (Fig. 6B). Het verdere dichtvouwen van de handdoek kan ervoor zorgen dat de vier gaten opgelijnd zijn aan één hoek van de opgevouwen handdoek (Fig. 6C). Door deze opgelijnde gaten kan dan een aangrijpmiddel zoals bijvoorbeeld een ring of koord aangebracht worden die het dragen van de handdoek kan vergemakkelijken.
In figuur 7 wordt een verdere uitvoeringsvorm afgebeeld van ankers volgens de onderhavige uitvinding. Hier omvat de pin 32 bovenaan zijn vrijstaande deel, aan de andere kant van een deel dat aangepast is om in de grond te worden gedreven, een schroefdraad 321, of een element met schroefdraad, dat kan koppelen met een aangepaste moer zoals een vleugelmoer. Over de schroefdraad kan dan een houder aangebracht worden (niet afgebeeld) die op zijn beurt wordt vast gespannen door middel van de structuur van het moer-type (bijvoorbeeld de vleugelmoer) hierbij de handdoek naar beneden drukkende en vasthoudende. Verder kan de moerstructuur of de structuur van het schroefdraadtype 6 ook geïntegreerd zijn met de houder 31 (met andere woorden de structuur deel zijn van de houder of de houder vormen) zodanig dat de houder zelf over de van draad voorziene pin of element waarmee de pin is verbonden aangedraaid kan worden.
In figuur 8 wordt een verdere uitvoeringvorm afgebeeld waarin de handdoek in hoofdzaak een rechthoekige omtrek heeft, maar waarbij aan elke hoek een verdere flap 101 is voorzien die uitsteekt uit deze rechthoek. Elk van deze flappen kan voorzien zijn van een opening die toelaat de handdoek te fixeren ten opzichte van de ondergrond.
In figuur 9 wordt een verdere uitvoeringsvorm van de onderhavige uitvinding beschreven. In uitvoeringsvormen grijpen de ankers of verankeringsmiddelen aan aan openingen die in hoofdzaak nabij een zelfde hoek van de handdoek liggen. Dit is echter niet strikt noodzakelijk. In deze figuur wordt er een verankeringsmiddel afgebeeld dat aangepast is om aan te grijpen in twee verschillende hoeken van een rechthoekige handdoek. Dit verankeringsmiddel laat toe de handdoek over een groter oppervlak vast te houden. De houder 31 kan hierbij rigide zijn of flexibel wanneer bijvoorbeeld een oprolbare tape gebruikt zou worden als houder kan deze eenvoudig opgeborgen worden. Verder kan deze houder ook rigide zijn zodanig dat er een sterker vasthouden van de handdoek aan de ondergrond kan worden bekomen. Deze houder kan bijvoorbeeld ook bestaan uit een streep handdoekstof.
Deze houder kan bijvoorbeeld ook bestaan uit een rigide materiaal. De houdér kan bovendien aan zijn bovenkant gericht weg van de pin bedekt zijn met een materiaal dat het comfort verhoogt, zoals bijvoorbeeld handdoekstof. De ankers en verankeringsinrichtingen volgens de onderhavige uitvinding kunnen geproduceerd worden door middel van spuitgieten. Ze kunnen bijgevolg uit één stuk bestaan dat zowel handdoekhouder als pinstructuur. Wanneer er voor een flexibele houder wordt gekozen kan een pin, die bijvoorbeeld geproduceerd is door middel van de techniek van een spuitgieten verbonden met de houder op een andere wijze zoals deze gekend zijn door de vakman. Dergelijke uitvoeringsvormen heeft de pin aan zijn bovenkant bij voorkeur een vorm die aangepast is om de uitoefening van een kracht met de hand, of met een gereedschap zoals een hamer te vereenvoudigen.
In figuren 10A en 10B worden uitvoeringsvormen van de onderhavige uitvinding afgebeeld waarin de handdoek rondom de opening verder voorzien wordt van een overkapping. Deze overkapping (101, 101') kan bijvoorbeeld voorzien worden in handdoekstof en kan de opening aan het oog onttrekken. Deze overkapping kan verder een opening omvatten, zoals bijvoorbeeld een insnede, in het bijzonder wanneer deze overkapping permanent is (bijvoorbeeld gefixeerd is boven de opening). Deze overkapping kan bijvoorbeeld twee naast elkaar liggende en aangrenzende lapjes stof omvatten die de opening samen afdekken (Fig. 10B, 101, 101'). De overkapping kan uit één stuk worden gemaakt, wanneer de verankeringsmiddelen gefixeerd zijn aan de handdoek, en hier dus een geïntegreerd deel van uitmaken. Wanneer de overkapping echter open kan gemaakt worden door middel van bijvoorbeeld de insnede in de handdoekstof (of indien er 2 naast elkaar liggende lapjes stof aanwezig zijn (101,101')), kan het anker doorheen de opening in de grond gedreven worden na het welke het anker (de hoek van) de handdoek tegen de grond houden daarna kunnen de één, twee of meerdere flappen (101, 101')of kan de overkapping opnieuw bovenaan de houder worden aangebracht zodanig dat ook de houder aan het oog wordt onttrokken.
De overkapping van de houder kan ook een veiliger gebruik van de verankeringsmiddelen met zich meebrengen. Zo zouden de, in sommige uitvoeringsvormen harde, verankeringsinrichtingen de gebruiker kunnen bezeren of het comfort van de gebruiker kunnen reduceren wanneer deze niet zijn afgeschermd door middel van een (zachtere) overkapping. Merk op dat in de uitvoeringsvormen afgebeeld in Fig. 10 A de flappen 101, die in de handdoek kunnen zijn omvat, zelf geen gaten omvatten maar aangepast en gepositioneerd zijn om een nabije opening in de handdoek af te dekken.
In figuren 11A en 11B worden uitvoeringsvormen van de onderhavige uitvinding afgebeeld waarin de één of meerdere gaten of openingen in de handdoek versterkt worden. In figuur 11A wordt een versterking verwezenlijkt door middel van een metalen of uit kunststof vervaardigde ring. Deze ring kan in bepaalde uitvoeringsvormen aangebracht worden in een handdoek die oorspronkelijk geen gaten bevatte. De ring kan doorheen de handdoek gedrukt worden, hierbij een opening in de handdoek creërend, en kan daarna verder vervormd worden om de rand van de opening verder te versterken. In bepaalde uitvoeringsvormen kan de ring na het uitdrukken van de opening in de handdoek verder dicht geplooid worden omheen de rand van de opening zodanig dat de ring een eerste deel heeft dat aangrenst aan de voorkant van de handdoek en een tweede deel dat aangrenst aan de achterkant van de handdoek die met elkaar verbonden zijn via een deel van de ring dat zich langsheen de zijkant van de opening bevindt. In figuur 11B wordt een andere vorm van versterking afgebeeld volgens uitvoeringsvormen van de onderhavige uitvinding. Deze versterking kan gebeuren door een overlokking of stiksel aan te brengen over de rand van de opening. De openingen kunnen ook versterkt worden door ze met een stuk stof af te dekken en dit stuk stof daarna rondom de opening vast te naaien.
In figuur 12 wordt er een verdere uitvoeringsvorm afgebeeld, volgens een verder aspect van de onderhavige uitvinding, die een verankeringsinrichting omvat voor een handdoek die op een ondergrond ligt, omvattende ten minste één pinstructuur die aan haar vrije uiteinde aangepast is om aangebracht te worden in de ondergrond van de handdoek (en bijvoorbeeld om hierin gedreven te kunnen worden) (bij voorkeur nabij de rand van de handdoek of in een opening in de handdoek volgens uitvoeringsvormen van de onderhavige uitvinding), en aan haar andere uiteinde een handdoekhouder omvat (die hiermee bijvoorbeeld verbonden is) die aangepast is om aan te grijpen aan de rand van de handdoek om deze hiermee tegen de grond te fixeren. Deze handdoekhouder kan bijvoorbeeld een groef of sleuf omvatten waarin een handdoek (uit de stand der techniek of volgens uitvoeringsvormen van de onderhavige uitvinding) kan glijden om aldus vastgehouden te worden. Naargelang de uitvoeringsvorm kan het de rand van de handdoek zijn of de rand van de opening in de handdoek die in de groef of gleuf glijdt. Door deze verankeringsinrichting verder op geschikte wijze te oriënteren en/of op geschikte wijze in de ondergrond aan te brengen doorheen de openingen in de handdoek (waarbij de rand van de opening in de handdoek in de groef of gleuf wordt aangebracht), kan de handdoek opgespannen worden-. Dit kan bijvoorbeeld gebeuren door bijvoorbeeld 4 dergelijke verankeringsinrichtingen aan te brengen in gaten nabij de bijvoorbeeld 4 respectievelijke hoeken van de handdoek, waarbij de gleuven of groeven in de handdoekhouders naar buiten toe wijzen, bijvoorbeeld in een richting weg van het interne van de handdoek.
In andere, analoge uitvoeringsvormen kan de handdoekhouder één of meerdere clips omvatten die aangepast zijn om de handdoek te klemmen (bijvoorbeeld de rand ervan, of de rand van een opening in de handdoek). Een voorbeeld van geschikte clips is bijvoorbeeld een clip van het wasknijper-type. De clip kan een bovenste en een onderste bek omvatten die pivoterend ten opzichte van elkaar zijn gemonteerd door middel van een gemeenschappelijke pivot die de onderste en bovenste bek met elkaar verbindt, en kan verder een veermiddel omvatten dat ingericht is om de bekken naar elkaar toe te duwen of trekken wanneer deze uit elkaar worden verwijderd. Beide bekken kunnen bijvoorbeeld voorzien zijn van respectievelijke delen die zich uitstrekken langs de andere kant van de pivot maar verbonden zijn met de respectievelijke bekken, de delen aangepast zijnde en ingericht zijnde om, wanneer ze naar elkaar toe worden bewogen rondom de pivot, de bekken van elkaar weg bewegen om aldus een opening te vormen tussen de bekken, waarin bijvoorbeeld de rand van de handdoek kan aangebracht worden. Bij het loslaten van de delen, worden de bekken bij voorkeur naar elkaar toe gedreven door middel van het veermiddel. Ook andere clips kunnen gebruikt worden, zoals erkend zal worden door de vakman.
In Figuren 13 en 14 worden uitvoeringsvormen van de onderhavige uitvinding afgebeeld. De handdoek kan rechthoekig zijn en kan nabij zijn 4 hoeken 2 openingen omvatten, terwijl hij langs de zijkanten volgens de lengterichting van de handdoek verder telkens één opening kan omvatten (bij voorkeur op halve lengte van de handdoek). Nabij de hoeken kunnen er L-vormige verankeringsmiddelen gebruikt worden, omvattende een L-vorige houder en twee pinnen elk gepositioneerd aan de één van de uiteinden van de twee benen van de "L" (zie bijvoorbeeld Figuur 14). Verder kunnen verankeringsmiddelen volgens uitvoeringsvormen van de onderhavige uitvinding zoals afgebeeld in bijvoorbeeld Fig. 3C (zij het met vierkante of rechthoekige,langwerpige houder) gebruikt worden om de zijkanten van de handdoek te fixeren.
In de beschrijving van bepaalde uitvoeringsvormen volgens de onderhavige uitvinding, zijn verschillende eigenschappen soms gegroepeerd in een enkele uitvoeringsvorm, figuur, of beschrijving daarvan met als doel bij te dragen tot het begrip van een of meer van de verschillende inventieve stappen. Dit mag niet geïnterpreteerd worden alsof alle eigenschappen van de groep noodzakelijk aanwezig zijn om een specifiek probleem op te lossen. Inventieve aspecten bevinden zich niet in alle eigenschappen van zulke groep eigenschappen aanwezig in de beschrijving van een specifieke uitvoeringsvorm.
Terwijl sommige hierin beschreven uitvoeringsvormen sommige maar geen andere eigenschappen inbegrepen in andere uitvoeringsvormen omvatten, zijn combinaties of eigenschappen van verschillende uitvoeringsvormen bedoeld om zich binnen het bereik van de uitvinding te bevinden, en verschillende uitvoeringsvormen te vormen, zoals begrepen zou worden door vakman.
Terwijl de beginselen van de uitvinding hierboven beschreven zijn in verband met specifieke uitvoeringsvormen, moet het duidelijk begrepen worden dat deze beschrijving slechts gemaakt is bij wijze van voorbeeld, en niet beperkend is voor het bereik van bescherming die bepaald is door de toegevoegde conclusies.

Claims (29)

1. Een zitmiddel voor gebruik op een ondergrond om direct contact met de ondergrond te vermijden, met het kenmerk, dat het zitmiddel een handdoek omvat, de handdoek omvattende ten minste één opening nabij zijn rand en ten minste één verankeringsmiddel dat aangepast is om aangebracht te worden doorheen de opening en om in de ondergrond verankerd te worden.
2. Een zitmiddel volgens conclusie 1, waarin het verankeringsmiddel een pinstructuur omvat die aan heer vrije uiteinde aangepast is om in de ondergrond gedreven te kunnen worden en aan haar andere uiteinde verbonden is met een handdoekhouder die aangepast is om aan te grijpen op het bovenoppervlak van de handdoek en deze hierdoor tegen de grond te houden wanneer het verankeringsmiddel aangebracht is.
3. Een zitmiddel volgens conclusie 2, waarin de pinstructuur aangepast is om in de ondergrond geboord te worden.
4. Een zitmiddel volgens één der conclusies 2 tot 3, waarin de pinstructuur aangepast is om in de ondergrond geslagen te worden.
5. Een zitmiddel volgens één der conclusies 2 tot 4, dat verder een sokkel omvat die aangepast is om in de ondergrond verankerd te worden, en die verder aangepast is om te koppelen met de pinstructuur van het verankeringsmiddel.
6. Een zitmiddel volgens conclusie 5, waarin de koppeling van het verankeringsmiddel met de sokkel kan gebeuren door middel van een schroefverbinding.
7. Een zitmiddel volgens één der voorgaande conclusies, waarin de pinstructuur aan de zijde van de houder een schroefdraad of element met srhrr^jjr^ffiygÿQgi^at, waarop de houder kan worden vastgedraaid, de houder voorzien zijnde van een complementaire schroefdraad.
8. Een zitmiddel volgens één der voorgaande conclusies, waarin de pinstructuur aan de zijde van de houder een schroefdraad of element met schroefdraad omvat, waarover de houder kan passen, en die verder een vleugelmoer omvat waarmede de houder kan gefixeerd worden.
9. Een zitmiddel volgens één der voorgaande conclusies, waarin het verankeringsmiddel meer dan één pinstructuur omvat, de pinstructuren verbonden zijnde door middel van de houder.
10. Een zitmiddel volgens conclusie 7, waarin de houder oprolbaar is.
11. Een zitmiddel volgens conclusie 7, waarin de houder rigide is. .
12. Een zitmiddel volgens conclusie 8 of 9, waarin de houder handdoekstof omvat op het oppervlak weg van de een of meerdere pinnen.
13. Een zitmiddel volgens één der voorgaande conclusies, waarin de handdoek meer dan één opening omvat.
14. Een zitmiddel volgens één der voorgaande conclusies, waarin de handdoek veelhoekig is en nabij elke hoek ten minste één opening omvat.
15. Een zitmiddel volgens één der voorgaande conclusies, waarin de handdoek rechthoekig is en nabij elke hoek 2 of 3 openingen omvat.
16. Een zitmiddel volgens één der voorgaande conclusies, waarin de handdoek openingen omvat langsheen de randen van de handdoek, verwijderd van de hoeken van de handdoek.
17. Een zitmiddel volgens één der VC)$]£9^J8^@522 conclusies, waarin de positie van de gaten in de handdoek en de dimensies van de houder op elkaar afgestemd zijn zodanig dat de één of meerdere houders niet in contact dienen te komen met de ondergrond wanneer deze op gepaste wijze verankerd zijn doorheen de handdoek.
18. Een zitmiddel volgens conclusies 15, waarin verder ook het beschikbare aantal en het type van de houders is afgestemd met de positie van de gaten in de handdoek en de dimensies van de houder zodanig dat de een of meerdere houders niet in contact dienen te komen met de ondergrond wanneer deze op gepaste wijze verankerd zijn doorheen de handdoek.
19. Een zitmiddel volgens één der voorgaande conclusies, waarin de handdoek in hoofdzaak rechthoekig is, maar waar deze nabij ten minste één hoek voorzien is van een of meerdere uitstekende flappen, waarin ten minste één opening is omvat.
20. Een zitmiddel volgens één der voorgaande conclusies, waarin ten minste één opening versterkt is.
21. Een zitmiddel volgens conclusie 20, waarin de versterking een metalen of uit kunststof vervaardigde ring omvat.
22. Een zitmiddel volgens conclusie 20, waarin de versterking een overlokking of stiksel van de rand van de opening omvat.
23. Een zitmiddel volgens één der voorgaande conclusies, waarin de handdoek een overkapping omvat van ten minste één opening, die de opening in hoofdzaak afdekt en die aangepast is om een houder op zijn minst gedeeltelijk af te dekken.
24. Een zitmiddel volgens één der conclusies, waarin de verankeringsmiddelen permanent bevestigd zijn aan de handdoek nabij de openingen waarvoor ze voorzien zijn aangebracht te worden.
25. Werkwijze om een handdoek die veelhoekig is en nabij elke hoek ten minste één opening omvat op te bergen, omvattende het plooien van de handdoek zodanig dat ten minste twee openingen van de handdoek opgelijnd zijn en het aanbrengen van een aangrijpmiddel doorheen de opgelijnde openingen.
26. Een werkwijze volgens conclusie 25, waarin van elke hoek van de handdoek ten minste één opening wordt opgelijnd.
27. Een werkwijze volgens één der conclusies 25 tot 26 waarin alle openingen in de handdoek worden opgelijnd.
28. Een werkwijze volgens conclusie 27, waarin er vier openingen worden opgelijnd.
29. Een werkwijze volgens één der voorgaande conclusies 25 tot 28 waarin de openingen opgelijnd worden op dergelijke wijze dat na het aanbrengen van het aangrijpmiddel doorheen de openingen, de voor en achterkant van de handdoek niet rechtstreeks met elkaar in contact komen.
BE2008/0622A 2008-11-14 2008-11-14 Kit van strandhanddoek en geassocieerde ankerinrichting, handdoeken en ankerinichtingen. BE1018338A5 (nl)

Priority Applications (8)

Application Number Priority Date Filing Date Title
BE2008/0622A BE1018338A5 (nl) 2008-11-14 2008-11-14 Kit van strandhanddoek en geassocieerde ankerinrichting, handdoeken en ankerinichtingen.
HUE12183010A HUE034391T2 (en) 2008-11-14 2009-11-12 Sitting device
ES12183010.3T ES2646712T3 (es) 2008-11-14 2009-11-12 Medios de asiento
EP12183010.3A EP2532285B1 (en) 2008-11-14 2009-11-12 Sitting means
EP09820082A EP2355678B1 (en) 2008-11-14 2009-11-12 Method for storing a towel
ES09820082T ES2394770T3 (es) 2008-11-14 2009-11-12 Procedimiento de almacenamiento de una toalla
PCT/BE2009/000057 WO2010054448A2 (en) 2008-11-14 2009-11-12 Kit of beach towel and associated anchoring device, towels and anchoring devices
PL12183010T PL2532285T3 (pl) 2008-11-14 2009-11-12 Środki osadcze

Applications Claiming Priority (2)

Application Number Priority Date Filing Date Title
BE2008/0622A BE1018338A5 (nl) 2008-11-14 2008-11-14 Kit van strandhanddoek en geassocieerde ankerinrichting, handdoeken en ankerinichtingen.
BE200800622 2008-11-14

Publications (1)

Publication Number Publication Date
BE1018338A5 true BE1018338A5 (nl) 2010-09-07

Family

ID=40935656

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
BE2008/0622A BE1018338A5 (nl) 2008-11-14 2008-11-14 Kit van strandhanddoek en geassocieerde ankerinrichting, handdoeken en ankerinichtingen.

Country Status (6)

Country Link
EP (2) EP2532285B1 (nl)
BE (1) BE1018338A5 (nl)
ES (2) ES2394770T3 (nl)
HU (1) HUE034391T2 (nl)
PL (1) PL2532285T3 (nl)
WO (1) WO2010054448A2 (nl)

Families Citing this family (5)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
DE202012009240U1 (de) 2012-09-26 2012-11-22 Erik Oberländer Strandtuch mit einer aufblasbaren, keilförmigen Rückenstütze
USD862118S1 (en) 2018-07-09 2019-10-08 Yeti Coolers, Llc Blanket
USD862119S1 (en) 2018-07-09 2019-10-08 Yeti Coolers, Llc Blanket
USD878109S1 (en) 2018-07-09 2020-03-17 Yeti Coolers, Llc Blanket
US10959549B2 (en) 2018-08-02 2021-03-30 Yeti Coolers, Llc Blanket

Citations (7)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
US2907057A (en) * 1958-05-08 1959-10-06 Lisa M Specht Beach sheet and anchoring means therefor
US4599754A (en) * 1984-10-09 1986-07-15 Mairs Iii Robert W Combination wind screen and beach blanket apparatus
EP0203221A2 (de) * 1985-05-30 1986-12-03 Bernadette Hobi Vorrichtung zum Liegen auf dem Boden
US5101525A (en) * 1991-07-17 1992-04-07 Ippolito Nicholas W Combination stake anchored down beach and lawn blanket
US5535461A (en) * 1994-12-15 1996-07-16 Schwender; Mary E. R. Sun bathing towel system
US6502257B1 (en) * 2002-03-01 2003-01-07 Rosemary Glenn Beach blanket
US20050091746A1 (en) * 2003-11-05 2005-05-05 Clouston Alan R. Ground cover anchor

Family Cites Families (5)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
GB1468833A (en) * 1974-07-15 1977-03-30 Bricell Plastics Ltd Thermal insulation mat or blanket
US4703528A (en) * 1986-08-06 1987-11-03 Rolle Reno R Ground cover and coverlet
US4800602A (en) * 1988-02-16 1989-01-31 Luery Jerry L Size adjustable beach towel and method
US20050005355A1 (en) * 2003-07-08 2005-01-13 Marks International Associates, Inc. Beach blanket with pockets
US7096526B1 (en) * 2005-08-19 2006-08-29 Laura Ogan Beach blanket

Patent Citations (7)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
US2907057A (en) * 1958-05-08 1959-10-06 Lisa M Specht Beach sheet and anchoring means therefor
US4599754A (en) * 1984-10-09 1986-07-15 Mairs Iii Robert W Combination wind screen and beach blanket apparatus
EP0203221A2 (de) * 1985-05-30 1986-12-03 Bernadette Hobi Vorrichtung zum Liegen auf dem Boden
US5101525A (en) * 1991-07-17 1992-04-07 Ippolito Nicholas W Combination stake anchored down beach and lawn blanket
US5535461A (en) * 1994-12-15 1996-07-16 Schwender; Mary E. R. Sun bathing towel system
US6502257B1 (en) * 2002-03-01 2003-01-07 Rosemary Glenn Beach blanket
US20050091746A1 (en) * 2003-11-05 2005-05-05 Clouston Alan R. Ground cover anchor

Also Published As

Publication number Publication date
ES2394770T3 (es) 2013-02-05
EP2532285A1 (en) 2012-12-12
EP2355678A2 (en) 2011-08-17
WO2010054448A2 (en) 2010-05-20
EP2532285B1 (en) 2017-08-09
PL2532285T3 (pl) 2018-01-31
ES2646712T3 (es) 2017-12-15
HUE034391T2 (en) 2018-02-28
EP2355678B1 (en) 2012-09-05
WO2010054448A4 (en) 2010-09-30
WO2010054448A3 (en) 2010-08-05

Similar Documents

Publication Publication Date Title
BE1018338A5 (nl) Kit van strandhanddoek en geassocieerde ankerinrichting, handdoeken en ankerinichtingen.
US7243384B2 (en) Collapsible mat with removable portion and method of making same
US6631527B2 (en) Kit of beach products
US7748433B2 (en) Clip for collapsible auto shade
US6631538B1 (en) Self-closing clasp assembly
US5207725A (en) Soap holder
US6170100B1 (en) Self-opening towel
US5809700A (en) Ground engaging restraint device
US20120012144A1 (en) Mini Cabana for Lounging at the Pool or Beach
US7347217B2 (en) Sunshade
US5867873A (en) Fabric securing device
US9382725B2 (en) ToweLock
US20110244179A1 (en) Kit of Beach Towel and Associated Anchoring Device, Towels and Anchoring Devices
CA2803515A1 (en) Umbrella anchoring device
EP1342037A1 (en) Grating for aeration ducts
US8973628B2 (en) Portable purse strap hook
US20040251720A1 (en) Chair banner
US20150020858A1 (en) Device for Securing Textiles to the Ground
WO2006112118A1 (ja) 作業台
EP2354383B1 (en) Towel holding device
JP3438884B2 (ja) 携帯型折りたたみ指圧具
KR200403383Y1 (ko) 우산의 살대산포 고정장치
FR2678154A1 (fr) Serviette de plage et son dispositif de fixation au sol, notamment dans un sol sablonneux.
AU2001278202A1 (en) Collapsible shade for a mat
EP1305487A2 (en) Collapsible shade for a mat