BE1018198A3 - Inrichting voor het behandelen van tabletten. - Google Patents

Abstract

Inrichting voor het behandelen van tabletten, daardoor gekenmerkt dat de behuizing (1) voorzien is van een deksel (3), minstens ter gedeeltelijke afsluiting van de toevoeropening (21), en dat tevens dienst doet als glijlager voor de trommel (2) en tegelijkertijd samen met de trommel (2) een labyrintafdichting (27) definieert, en dat deze trommel (2) langs de tegenovergestelde kant eveneens voorzien is van een verwisselbaar glijlager met labyrintafsluiting (27) in kunststof ter ondersteuning en positionering van deze trommel (2).

Description

Inrichting voor het behandelen van tabletten

De uitvinding heeft betrekking op een inrichting voor het behandelen van tabletten.

Onder behandelen wordt in deze context verstaan het coaten van tabletten, zowel als het wassen, drogen, en dergelijke.

De benaming "tabletten" wordt in dit verband in de meest brede zin van het woord gebruikt, in feite heeft de uitvinding betrekking op een inrichting voor het aanbrengen van één of meerdere deklagen op allerhande vaste deeltjes, bijvoorbeeld op deeltjes met een gemiddelde diameter van ongeveer 2 tot 50 mm, en in het bijzonder op deze van 3 tot 25 mm, of ook voor het uitvoeren van andere behandelingen op deze deeltjes, zoals bijvoorbeeld om ze te wassen of te drogen.

Deze deeltjes kunnen in de farmacie voorkomen onder de vorm van tabletten, pillen, capsules enz.

In de sector van de cosmetica, voeding en landbouw, scheikunde, wasmiddelen, detergenten enz. zal men eerder spreken van korrels, parels of pellets.

In de confiserie zal men daarentegen eerder het te coaten voorwerp zelf vernoemen, bijvoorbeeld doopsuiker, drop, of dergelijke.

De uitvinding is dus niet beperkt tot een bepaald product of tot een bepaalde industrietak.

De redenen waarom men bijvoorbeeld een coating op vaste deeltjes zou willen aanbrengen kunnen zowel van functionele, als van decoratieve aard zijn.

Als coating kan bijvoorbeeld suiker in allerhande vormen worden gebruikt, of nog filmvormende polymeren met voor de uiteindelijke toepassing gewenste eigenschappen.

Deze polymeren worden dan eerst in een gepast solvent, ofwel in water opgelost.

Een dergelijke oplossing wordt klassiek aangebracht bij middel van een spuittechniek, bijvoorbeeld met één of meerdere spuitkoppen onder hoge druk, of met een spuitkop volgens het twee stromensysteem, of nog met een spuitkop voorzien van een ronddraaiend wiel of schijf, een zogenaamde centri fugaalverstuiver.

Het oplosmiddel, hetzij organisch solvent, of water, dient hierbij snel en onder zeer gecontroleerde omstandigheden te worden verdampt eens de coating is aangebracht. De gecoate deeltjes mogen namelijk niet meer kleverig zijn wanneer ze met elkaar of met de zijwand van het toestel in contact komen.

Teneinde dit te verwezenlijken en er tevens voor te zorgen dat de deeltjes langs alle kanten zo egaal mogelijk van een coating worden voorzien, of ook nog worden gedroogd, wordt courant gebruik gemaakt van geperforeerde ronddraaiende trommels waarbij verhoogde ventilatie door de zijwand mogelijk is, of nog van een wervelbed techniek, onder één van zijn zeer talrijke en uiteenlopende uitvoeringsvormen.

Gekend zijn daarbij de coaters, wassers en drogers die op het principe gebaseerd zijn van de geperforeerde ronddraaiende trommel, en waarbij het drogend gas, zowel voor toevoer als voor afvoer door een speciale vaste leiding tot kort voor de perforaties van de trommel wordt geleid of terug ervandaan, en waarbij de speling tussen leiding en trommel wordt afgedicht door gebruik te maken van een flexibele afdichting of een flexibele ring, die over de buitenrand van de trommel sleept en die bijvoorbeeld uit siliconenrubber bestaat.

Een nadeel van dergelijke systemen is dat voor de toevoer en afvoer van het drogende gas vaste kanalen nodig zijn die slechts op één diameter van de trommel passen, en dat wrijvingsverliezen en slijtage door de sleepverbinding tussen trommel en kanalen onvermijdelijk zijn.

Een ander gekend nadeel is dat bij het aanleggen van een onderdruk, door het optreden van lekken tussen de verschillende onderdelen en de weinig rigide structuur van de behuizing, deze onderdruk meestal begrensd is tot ongeveer -5 mBar, waarbij een complex systeem van meester/slaaf regeling nodig is tussen een eerste invoer ventilator en een tweede uitlaat ventilator.

Hierdoor wordt het toepassingsgebied van de klassieke i uitvoeringen beperkt en door het complexe en oneconomische regelsysteem de installatie en werkingkosten verhoogd.

Ook is het gekend de trommels te laten draaien op rollen die onder de trommel zijn aangebracht.

Een gekend nadeel hiervan is dat de uitvoering van een dergelijke inrichting vrij gecompliceerd is door de noodzakelijke zware draagstructuur en talrijke samenstellende delen, waardoor de prijs van de inrichting en de kosten van onderhoud en gebruik vrij aanzienlijk kunnen oplopen.

Een verder nadeel van dergelijke systemen is dat men moeilijk of helemaal niet van een bepaalde trommeldiameter op een andere kan overschakelen zonder grote ingrepen uit te voeren, of evenmin gemakkelijk kleinere toestellen kan bouwen die onder gelijkaardige omstandigheden werken als de grotere productie eenheden.

Een verder gekend nadeel is de beperkte of gebrekkige reinigbaarheid, saniteerbaarheid of onderhouds- vriendelijkheid van deze klassieke inrichtingen, omwille van de moeilijke toegankelijkheid en demonteerbaarheid, of gecompliceerdheid van de onderdelen.

Moeilijk is daarbij eveneens het op mekaar afstemmen van de verschillende procesparameters, vooral bij coating operaties, zoals bijvoorbeeld het debiet van de spuitoplossing, de druk van de verstuiving, het type van spuitkop en zijn grootte, de rotatiesnelheid van de trommel, debiet, douwpunt en temperatuur van het drogend gas, de afstand van de spuitkop tot de te coaten deeltjes, het percentage vaste stof, vloeigedrag, bevochtigingseigenschappen en viscositeit van de aan te brengen coating enz.

Nauwkeurige controle van dit gebeuren, vooral bij schaalverandering, blijft nog altijd voor ernstige problemen en technische uitdagingen zorgen.

Omwille van de aangehaalde redenen en inherente nadelen blijft men in vele gevallen dan ook beperkt tot het noodgedwongen werken met productiemachines voor ontwikkeling van kleine processen en komt bij schaalverandering of bij coaten, wassen of drogen van deeltjes van verschillende grootte snel in allerhande problemen terecht.

Aangezien bij de ontwikkeling of het systematisch evalueren van nieuwe producten een grote reeks van testen dienen te gebeuren en de producten in dat stadium meestal duur zijn en slechts in beperkte hoeveelheden beschikbaar, blijft de vraag en interesse groot naar coating-, was-, of drooginrichtingen die toelaten te werken onder voorwaarden die tevens op grotere productiemachines kunnen worden gebruikt maar met kleinere hoeveelheden, maar die tezelfdertijd ook eenvoudig, goedkoper, beter reinigbaar, en ook gebruiks- en onderhoudsvriendelijker zijn, en toch nog over een zo groot mogelijke veelzijdigheid beschikken.

Door te kunnen werken met kleine hoeveelheden onder omstandigheden die tevens op productiemachines kunnen worden uitgevoerd, kan eveneens de ontwikkelingstijd en ontwikkelingskost van nieuwe producten sterk worden verminderd.

De huidige uitvinding heeft tot doel aan de voornoemde en andere nadelen een oplossing te bieden, doordat zij voorziet in een inrichting voor het behandelen van tabletten, welke inrichting hoofdzakelijk bestaat uit een behuizing met een afsluitbare toevoeropening voor de tabletten, waarin een geperforeerde trommel door middel van een motor draaibaar rond een horizontale as is opgesteld, welke trommel langs één kant voorzien is van een axiale toevoeropening waarlangs de te behandelen tabletten kunnen worden ondergebracht, waarbij de behuizing voorzien is van : een deksel, minstens ter gedeeltelijke afsluiting van de toevoeropening voor tabletten, dat tevens dienst doet als glijlager voor de trommel en tegelijkertijd samen met de trommel een labyrintafdichting definieert, en waarbij de trommel langs de tegenovergestelde kant eveneens voorzien is van een glijlager met labyrintafsluiting in kunststof ter ondersteuning en positionering van deze trommel.

Dit laat toe de zware draagstructuren die in de klassieke inrichtingen nodig zijn ter bevestiging en rotatie van de trommel, en haar afsluiting naar buiten toe, sterk te vereenvoudigen, zonder verlies van efficiëntie of kwaliteit.

Hierdoor is het mogelijk om goedkopere inrichtingen te maken die door gebruik van minder samenstellende delen tevens gebruik- en onderhoudsvriendelijker zijn, algemeen tegen lagere werkingskosten kunnen worden uitgebaat, én minder aan storingen onderhevig zijn.

De vereenvoudigde structuur laat tevens toe de trommels en bijhorende ringen gemakkelijk uitwisselbaar te maken bij schaalverandering of inspectie, en biedt tevens opmerkelijke voordelen wat het reinigen en ontsmetten van de inrichting betreft aangezien de samenstellende componenten nu extern kunnen gereinigd worden.

Volgens een verdere voorkeurdragende uitvoeringsvorm wordt de trommel, gezien de zelfdragende constructie, voorzien van een aandrijfas met eenvoudige koppelmiddelen die samenwerken met koppelmiddelen van een aandrijving waardoor de trommel draaibaar kan worden aangedreven, maar die tevens toelaten de trommel en bijpassende ring op eenvoudige wijze te ontkoppelen teneinde deze uit de behuizing te kunnen nemen.

Dit gebeurt dan via een opening in de behuizing waarvan de doormeter, met dat doel, groter is gemaakt dan de doormeter van de trommel en de daarbij passende achterste ring.

Het volstaat namelijk om het deksel weg te nemen dat de trommel gedeeltelijk afsluit en tevens als glijlager en labyrintafdichting dienst doet, om de trommel en de daarbij passende achterste ring, die via een gemakkelijk ontkoppelbaar aandrijfmechanisme met de achterliggende motor verbonden is, langs voren door de daarvoor voorziene toevoeropening in de behuizing te kunnen wegnemen of uitwisselen voor een trommel en een ring met een andere diameter.

In een voorkeurdragende uitvoering is het deksel, dat tevens als labyrintafdichting en glijlager dienst doet, uitgevoerd in een vormvaste zelfsmerende kunststof die een constante en lage wrijvingscoëfficient heeft, bijvoorbeeld in Ertalyte ®.

In een andere uitvoeringsvorm wordt de gecombineerde functie van glijlager en labyrintafdichting verwezenlijkt door een zelfsmerende coating aan te brengen op één der samenstellende delen of op één of meerdere samenstellende onderdelen ervan, bijvoorbeeld onder de vorm van glijringen die dan in Teflon, Ertalyte of dergelijke kunnen zijn uitgevoerd.

In een verdere uitvoeringsvorm is de zelfsmerende kunststof onder de vorm van stroken of inlegstukken aangebracht op één of meerdere van de samenstellende delen daar waar typisch keramische materialen worden gebruikt.

In een verdere voorkeurdragende uitvoeringsvorm wordt de ruimte tussen de behuizing en de trommel opgedeeld in minstens twee compartimenten door middel van aanpasbare en/of verplaatsbare schotten die ten opzichte van de trommel in radiale richting diametraal tegenover elkaar zijn gelegen, en waarbij middelen zijn voorzien om een stroming te realiseren van drogend gas doorheen de volledig geperforeerde trommel via een inlaat in één van deze compartimenten en een uitlaat in het diametraal daartegenover gelegen compartiment, middelen die tevens toelaten verschillende drukken in verschillende compartimenten te realiseren.

Zo zal men slechts beroep moeten doen op één uitgangs-ventilator en een eenvoudige sturing om in de verschillende compartimenten de gewenste onderdrukken en het gewenste stromingspatroon van drogende lucht te genereren en in stand te houden.

Typisch is bijvoorbeeld een onderdruk van -8mBar in het compartiment waarin zich de inlaat bevindt, en van -12mBar in de trommel, en van -15mBar in het compartiment waarin zich de uitlaat bevindt.

Het aanhouden van dergelijke procesparameters is slechts mogelijk dankzij de meer rigide structuur die volgens de uitvinding aan de behuizing kan worden gegeven, en het drastisch verminderen van lekken tussen alle samenstellende delen.

Dit wordt in niet geringe mate mogelijk gemaakt door het toepassen van hoger genoemde labyrintafsluitingen volgens de uitvinding, in het bijzonder tussen de trommel, de behuizing en de schotten, en eveneens tussen de trommel en de voorste toegangsdeur.

Deze labyrintafdichtingen en schijven hebben volgens de uitvinding hierbij dus een dubbele functie: ze zorgen niet alleen voor voldoende afdichting tussen hoger genoemde delen, maar dienen tevens tegelijkertijd als dragend en glijdend lager voor de trommel, hetgeen eenvoudige montage en demontage en snel verwisselen toelaat.

In geval coating van tabletten wordt uitgevoerd, is een spuitkop in de stroming doorheen de trommel voorzien die hoofdzakelijk volgens de richting van de stroming is gericht.

Naast de hoger opgesomde voordelen ten gevolge van de eenvoudigere en goedkopere uitvoering en verhoogde reinigbaarheid en saniteerbaarheid laten de uitwisselbare schotten toe om gemakkelijk trommels uit te wisselen van verschillende diameter en toch nog de afdichting, in samenwerking met de labyrintafsluitingen, van de verschillende compartimenten, ten opzichte van mekaar op eenvoudige wijze te behouden. Het volstaat namelijk voor iedere trommeldiameter een bijhorende set van schotten te voorzien van aangepaste hoogte en deze op de meest aangewezen plaatsen te monteren.

Doordat de schotten bovendien gemakkelijk verplaatsbaar zijn, is het inderdaad tevens mogelijk om de stroming door de trommel beter te kanaliseren en te optimaliseren, hetgeen vooral bij werken met kleine hoeveelheden opmerkelijke voordelen biedt, onder andere van verhoogde efficiëntie, kwaliteitsverbetering en reproduceerbaarheid.

Tenslotte kan door de compartimentering volgens de uitvinding eveneens de regeling en controle van de inrichting eenvoudiger, goedkoper en betrouwbaarder worden uitgevoerd.

In een voorkeurdragende uitvoering wordt namelijk een onderdruk aangelegd in een onderste compartiment waarin zich de afvoer van het drogende gas bevindt, onderdruk die zich door de volledig geperforeerde zijwand van de roterende trommel tot in het binnenste ervan voortzet, en zich nog verder voortplant tot in het compartiment waarin zich de toevoeropening van de drogende lucht bevindt.

Hierdoor wordt het mogelijk de toevoer en voorwaarden van het drogende gas centraal te regelen en te controleren (temperatuur, debiet, stromingspatroon, dauwpunt enz.).

Zo zal men in voorkomend geval slechts beroep moeten doen op één ventilator, daar waar volgens de stand van de techniek meer gesofisticeerde en duurdere controle- en regeleenheden, minstens bestaande uit twee ventilatoren en een regeling volgens het meester/slaaf principe, noodzakelijk zijn.

Teneinde deze compartimentering uit te voeren, worden de schotten tot dicht tegen de buitenwand van de trommel aangebracht zonder deze echter te raken, zodat wrijvingsverliezen en slijtage worden vermeden, en evenmin beroep moet worden gedaan op vaste toe- en afvoerkanalen om de integriteit van de verschillende compartimenten ten opzichte van mekaar te kunnen verwezenlijken.

Samengevat kunnen we stellen dat de simpele compartimenteringen met al de kenmerken zoals hoger beschreven en met hierbij de goede labyrintafsluitingen tussen de betreffende onderdelen een eenvoudige omwisselbare inrichting mogelijk maakt voor het behandelen van tabletten, waarbij van een eenvoudige sturing met slechts één ventilator gebruik dient te worden gemaakt.

Met het inzicht de kenmerken van de uitvinding beter aan te tonen, is hierna, als voorbeeld zonder enig beperkend karakter, een voorkeurdragende uitvoeringsvorm beschreven van een inrichting voor het coaten, wassen of drogen van tabletten volgens de uitvinding, met verwijzing naar de bijgaande tekeningen, waarin: figuur 1 schematisch een voorzicht van een inrichting volgens de uitvinding weergeeft ,- figuur 2 een dwarsdoorsnede weergeeft van de inrichting van figuur 1 volgens de lijn II-II, wanneer een grotere trommel is geïnstalleerd; figuur 3 schematisch een dwarsdoorsnede weergeeft als in figuur 2 met de samenstellende delen afzonderlijk weergegeven; figuur 4 een dwarsdoorsnede weergeeft als in figuur 2, maar waarbij een trommel van kleinere diameter in de behuizing is geïnstalleerd.

In figuur 1 wordt schematisch een voorzicht weergegeven van de inrichting, bestaande uit een behuizing 1, die met een deksel 3 gedeeltelijk wordt afgesloten, en waarachter zich, niet zichtbaar in de figuur, een roterende trommel bevindt met volledig geperforeerde zijwand.

Het deksel 3 van de trommel is in deze voorkeurdragende uitvoeringsvorm demonteerbaar aangebracht op de binnenzijde van een scharnierende deur 4. Het openen van deze deur 4 laat toe om de te behandelen deeltjes aan te brengen in of te verwijderen uit de roterende trommel die achter de deur 4 en het deksel 3, binnenin de behuizing 1 gelegen is.

Langs de voorkant is de deur 4 voorzien van afsluitbare openingen 22 en 23, die toegang geven tot het binnenste van de trommel.

Een bovenste opening 22 is gewoonlijk voorzien voor de doorvoer van een spuitkop 6, terwijl een onderste opening 23 toelaat om tabletten of ingrediënten 24 aan te brengen of stalen te nemen zonder de deur 4 noodzakelijk te moeten openen.

Een voeler, bijvoorbeeld voor meting van de onderdruk, kan ondergebracht worden in een opening 7.

De behuizing 1 is verder door middel van regelbare en /of verplaatsbare schotten 9 in verschillende compartimenten onderverdeeld.

In een bovenste compartiment 10 is de toevoer 11 van proceslucht of inert gas aangebracht, naast een temperatuur voeler 12.

Diametraal daartegenover bevindt zich een onderste compartiment 13 waarin de afvoer 14 van de proces lucht is aangebracht, tezamen met een temperatuurvoeler 15.

In de intredende of uittredende stroom van drogend gas kan in voorkomend geval een vochtigheidsvoeler of douwpuntsmeter gemonteerd zijn die een terugkoppeling geeft voor de afstelling en regeling van het vochtgehalte in het drogende gas en voor opvolging en optimalisatie van het droogproces.

Tenslotte is de behuizing 1 langs onder nog voorzien van afvoeropeningen 17, 18 waarlangs, in voorkomend geval reinigingsmiddelen of ontsmettingsmiddelen dergelijke, opnieuw kunnen worden afgevoerd.

De figuur 2 toont een doorsnede van de inrichting uitgevoerd volgens de lijn Il-ll, zoals weergegeven in figuur 1, en waarbij een grote trommel is geïnstalleerd.

Hierbij zien we een spuitkop 6 die via de opening 22 tot binnenin de trommel 2 is gebracht en in hoofdzaak neerwaarts gericht is, in dezelfde richting als de stroom van drogende lucht, die vanuit de toevoer 11 in compartiment 10, door de perforaties van de trommel 2, langs de spuitkop 6 passeert, om vervolgens, langs de te coaten deeltjes 24, en via de perforaties in de trommel 2, in het compartiment 13 te belanden om via afvoeropening 14 opnieuw te worden afgevoerd.

Naast de reeds besproken elementen zien we hier twee deksels 3 en 19 van de roterende trommel 2 waarvan de binnenranden 25 en 26 voorzien zijn van een labyrint afdichting 27.

Dankzij deze uitvoering is het mogelijk een goede afdichting te verwezenlijken tussen de trommel 2, de behuizing 1, en de verschillende compartimenten, en eveneens tussen de trommel 2 en de toegangsdeur.

Bovendien is het mogelijk dankzij deze uitvoering om aan de behuizing een rigidere structuur te geven.

Tevens dient deze labyrintafsluiting als glijlager en dragend lager voor de roterende trommel 2 omdat het deksel 3, 19 uitgevoerd is in een speciale vormvaste, maar zelfsmerende kunststof met constante en lage wrijvingscoëfficiënt.

Eveneens aan de achterzijde is de trommel 2 op een gelijkaardige wijze voorzien van aangepaste middelen, hier in de vorm van schijven, die als dragend en glijdend lager dienst doen en eveneens van een labyrintafsluiting zijn voorzien.

Verder zijn de mechanische koppelstukken 16 en 20 weergegeven waarmee de trommel 2 via een centrale as horizontaal kan worden rondgedraaid en die zodanig zijn uitgevoerd dat ze gemakkelijk loskoppelbaar zijn van het aandrijfmechanisme dat zich achter de behuizing 1 bevindt, teneinde de trommel 2 op eenvoudige wijze te kunnen uitnemen uit de behuizing 1 of te verwisselen voor een trommel en aangepaste bijhorende schijven met een andere diameter.

De figuur 3 toont een dwarsdoorsnede, zoals in figuur 2, waarin schematisch de samenstellende delen worden weergegeven, zoals reeds weergegeven en besproken in de figuren 1 en 2.

Het openen van de deur (4) en het af nemen van het deksel (3) laat toe de trommel (2) op eenvoudige wijze uit de behuizing (1) te verwijderen of uit te wisselen voor en trommel en bijhorende schijven met een andere diameter, aangezien de opening 21 in de behuizing 1, die vrijkomt na het wegnemen van het deksel 3, een grotere diameter A heeft dan de diameter B van de trommel 2, en de centrale as 8 van de roterende trommel 2 gemakkelijk ontkoppelbaar van het aandrijfmechanisme is uitgevoerd.

De voorste rand van de trommel rust tenslotte in een deksel dat gemakkelijk verwijderbaar is en tegelijkertijd ook als glijlager en labyrintafdichting fungeert, hetgeen slechts wordt mogelijk gemaakt door zeer specifieke design en materiaalkeuze.

De rand van het deksel 3 wordt bovendien uitgevoerd als een labyrintafdichting 27, waardoor zonder beroep te moeten doen op vaste dichtingen, toch voldoende integriteit kan worden gegarandeerd tussen de trommel 2, de behuizing 1, en de buitenomgeving.

De figuur 4 toont schematisch een doorsnede volgens de lijn II-II uit figuur 1, maar dit keer is de grotere trommel uitgewisseld voor een kleinere. Om dit te verwezenlijken volstaat het in hoofdzaak de overeenkomstige deksels 3 en 19 en de aangepaste achterste en voorste schijven te installeren en de hoogte van de respectievelijke schotten 9 aan te passen.

Op deze wijze wordt het mogelijk om droogtrommels van verschillende doormeter en. constructie eenvoudig en snel met mekaar uit te wisselen al naar gelang de vereisten van materiaal of onderzoek van het ogenblik.

De gemakkelijke demonteerbaarheid van de trommel (2) en de schotten (9) en het beperkt aantal samenstellende delen, maakt het tevens mogelijk op snelle, eenvoudige en efficiënte wijze een doorgedreven reiniging en/of ontsmetting door te voeren, alsook een inspectie of onderhoud, hetgeen nu ook volgens de uitvinding extern kan worden uitgevoerd.

Het werkingsprincipe van de inrichting in een voorkeurdragende uitvoeringsvorm weergegeven in de figuren 1 tot 4 is eenvoudig:

De te coaten of te drogen tabletten worden aangebracht in de trommel 2 via de geopende deur 4, waar, na sluiting van deze laatste een vacuüm of lichte onderdruk wordt aangelegd in het onderste compartiment 13. Hierdoor wordt tevens een gepaste onderdruk gecreëerd in de volledig geperforeerde trommel 2 en in het bovenste, diametraal ten opzichte van compartiment 13 gelegen, compartiment 10, waarin drogend gas op gecontroleerde wijze wordt toegevoerd langs opening 11

Teneinde volgens de uitvinding de verschillende gewenste onderdrukken in de respectievelijke compartimenten en de trommel 2 aan te leggen en in stand te houden, dient slechts beroep te worden gedaan op een eenvoudige regeling en het gebruik van slechts één ventilator.

De trommel 2 wordt vervolgens in draaiende beweging gezet via de horizontaal gelegen as 8, waarna, in geval van coating, de te verspuiten coating via de spuitkop 6 wordt toegevoerd. De straal van deze spuitkop is hoofdzakelijk in dezelfde richting georiënteerd als de stroom van het drogend gas.

Regeling en controle geschiedt aan de hand van aangepaste voelers voor temperatuur 12, 15, en bijvoorbeeld met voelers ter controle van vochtigheidsgraad, onderdruk, debiet, enz.

Stalen van de gecoate, gewassen of gedroogde tabletten 24 kunnen op gewenste tijden gemakkelijk uit de trommel 2 worden genomen via opening 23, of eventueel ander materialen toegevoerd.

De huidige uitvinding is geenszins beperkt tot de inrichting als voorbeeld beschreven en tot de in de figuren weergegeven uitvoeringsvorm(en), doch kan in allerlei vormen, afmetingen en varianten worden verwezenlijkt zonder buiten het kader van de uitvinding te treden.

Claims (15)

1. Conclusies . 1. -Inrichting voor het behandelen van tabletten, welke inrichting hoofdzakelijk bestaat uit een behuizing (1) met een afsluitbare toevoeropening (21) voor de tabletten, waarin een geperforeerde trommel (2) door middel van een motor draaibaar rond een horizontale as (8) is opgesteld, welke trommel (2) langs één kant voorzien is van een axiale toevoeropening (28) waarlangs de te behandelen tabletten kunnen worden ondergebracht, daardoor gekenmerkt dat de behuizing (1) voorzien is van een deksel (3), minstens ter gedeeltelijke afsluiting van de toevoeropening (21), en dat tevens dienst doet als glijlager voor de trommel (2) en tegelijkertijd samen met de trommel (2) een labyrintafdichting (27) definieert, en dat deze trommel (2) langs de tegenovergestelde kant eveneens voorzien is van een verwisselbaar glijlager met labyrintafsluiting in kunststof ter ondersteuning en positionering van deze trommel (2).
2. 2. -Inrichting voor het behandelen van tabletten volgens conclusie 1, daardoor gekenmerkt dat de trommel (2) aan de tegenovergestelde kant van de toevoeropening (28) van een tweede deksel (19) is voorzien, dat eveneens dienst doet als glij lager voor de trommel (2) en dat tegelijkertijd samen met de trommel een labyrintafdichting (27) definieert.
3. 3. -Inrichting volgens conclusie 1 tot 2, daardoor gekenmerkt dat het voornoemde deksel (3) de voornoemde beide doorgangen (21,28) in de behuizing (1) en in de trommel (2) minstens gedeeltelijk afdekt, en voorzien is van een opening (30) die door middel van een deur (4) afsluitbaar is.
4. 4. -Inrichting volgens één van de voorgaande conclusies, daardoor gekenmerkt dat de ruimte tussen de behuizing (1) en de trommel (2) is opgedeeld in minstens twee compartimenten (10, 13) die ten opzichte van de trommel (2) in radiale richting diametraal tegenover elkaar zijn gelegen, en waarbij middelen zijn voorzien om een stroming te realiseren van drogend gas doorheen de geperforeerde trommel (2) via een inlaat (11) in één van deze compartimenten en een uitlaat (14) in het diametraal daartegenover gelegen compartiment (13).
5. 5. -Inrichting volgens één van de voorgaande conclusies 1 tot 4, daardoor gekenmerkt dat de trommel (2) voorzien is van een aandrijfas (8) met koppelmiddelen (16) die samenwerken met koppelmiddelen (20) van een aandrijving, waardoor de trommel (2) draaibaar kan worden aangedreven, maar die tevens toelaten de trommel (2) op eenvoudige wijze te ontkoppelen teneinde deze uit de behuizing (1) te kunnen nemen.
6. 6. -Inrichting volgens één van de voorgaande conclusies 1 tot 5, daardoor gekenmerkt dat de trommel (2) uitneembaar is via de opening in de behuizing (1), waartoe de doormeter (D) van de afsluitbare toevoeropening (21) in de behuizing (1) groter is dan de doormeter (C) van de trommel (2).
7. 7. -Inrichting volgens conclusie 4, daardoor gekenmerkt dat de opdeling in compartimenten gebeurt door middel van schotten (9).
8. 8. -Inrichting volgens conclusie 7, daardoor gekenmerkt dat een kleine speling, bijvoorbeeld van de grootteorde van 1 mm, wordt gelaten tussen de schotten (9) en de omtrek van de trommel (2).
9. 9. -Inrichting volgens één van de conclusies 7 tot 8, daardoor gekenmerkt dat de schotten (9) radiaal ten opzichte van de trommel (2) zijn opgesteld.
10. 10. -Inrichting volgens één van de voorgaande conclusies, daardoor gekenmerkt dat de schotten (9) uitneembaar en/of verplaatsbaar zijn.
11. 11. -Inrichting volgens één van de voorgaande conclusies daardoor gekenmerkt dat de trommel (2) en de schotten (9) zijn uitgevoerd als een verwisselbare set, waarbij de onderlinge dimensies aan elkaar zijn aangepast.
12. 12. -Inrichting volgens conclusie 4, daardoor gekenmerkt dat de inlaat van drogend gas (11) in een bovenste compartiment (10) gelegen is, en de uitlaat (14) ervan in een onderste compartiment (13).
13. 13. -Inrichting volgens één van de voorgaande conclusies, daardoor gekenmerkt dat de stroom van drogend gas in stand wordt gehouden door het aanleggen en onderhouden van een onderdruk enkel en alleen in het compartiment (13) waarin zich de uitlaat (14) van het drogend gas bevindt.
14. 14. -Inrichting volgens één van de conclusies 1 tot 2, daardoor gekenmerkt dat het deksel (3) en/of (19) uitgevoerd is in een vormvaste en zelfsmerende kunststof, bijvoorbeeld in Ertalyte® TX.
15. 15. -Inrichting volgens één van de voorgaande conclusies, daadoor gekenmerkt dat een zelfsmerende kunststof is aangebracht als coating, en/of onder de vorm van strookjes, en/of inserts op of aan één of meerdere van de samenwerkende delen die dienst doen als glijlager voor de trommel (2) en tegelijkertijd samen met de trommel (2) een labyrintafdichting (27) definiëren.