BE1017864A6 - Mengton. - Google Patents

Abstract

Mengton (1) voor het vermengen en transporteren van een mengsel, bijvoorbeeld mortel, waarbij de mengton (1) omvat: een afsluitbare inlaatopening (5) voor het opvangen van ten minste één bestanddeel van het mengsel, een roteerbaar om een rotatieas (3) gemonteerd mengwerk (2) voor het vermengen van de verschillende bestanddelen van het mengsel in de mengton (1) en middelen (4) voor het pneumatisch transporteren van het mengsel naar een plaats van verwerking langsheen een aan een onderzijde van de mengton daartoe voorziene uitlaatopening (6) van de mengton (1), waarbij de rotatieas (3) van het mengwerk (2) zich hoofdzakelijk in hoogterichting uitstrekt.

Description

Mengton

De uitvinding heeft betrekking op een mengton voor het vermengen en transporteren van een mengsel, bijvoorbeeld mortel, waarbij de mengton omvat: een afsluitbare inlaatopening voor het opvangen van ten minste één bestanddeel van het mengsel, een roteerbaar om een rotatieas gemonteerd mengwerk voor het vermengen van de verschillende bestanddelen van het mengsel in de mengton en middelen voor het pneumatisch transporteren van het mengsel naar een plaats van verwerking langsheen een aan een onderzijde van de mengton daartoe voorziene uitlaatopening van de mengton.

NL8802924 beschrijft reeds een dergelijke mengton. De mengton volgens NL8802924 is aangepast om een mengsel van zand en specie te vermengen. Het mengsel van zand en specie wordt langs een inlaatopening voorzien aan de bovenzijde van de mengton in de mengton gevoerd en wordt vervolgens door een in de mengton daartoe voorziene mixer vermengd. De mixers in dergelijke bekende mengtonnen bestaan uit draaibaar om een horizontale rotatieas gemonteerde elementen. Wanneer een voldoende vermenging van zand en specie bereikt is, wordt het mengsel uit de afgesloten mengton pneumatisch langsheen een aan de onderzijde van de mengton voorziene uitlaatopening en een daarop aangesloten transportslang naar de plaats van verwerking getransporteerd. Voor het pneumatisch transporteren van het mengsel naar de plaats van verwerking is een compressor voorzien op de mengton voor het opbouwen van een overdruk in de mengton. Wanneer de overdruk voldoende groot is, wordt het mengsel naar buiten gestuwd doorheen de transportslang naar de plaats van verwerking.

Het probleem bij dergelijk gekende mengtonnen is echter dat een aanzienlijk hoge overdruk gerealiseerd moet worden in de mengton. Een te lage overdruk resulteert immers in een onvoldoende vlot transport van het mengsel doorheen de uitlaatopening en de transportslang naar de plaats van verwerking wat de efficiëntie van het aanbrengen van het mengsel sterk vermindert. De werking van de compressor voor het opbouwen van een voldoende hoge overdruk vergt echter veel energie waardoor het veel energie kost om het mengsel van de mengton naar de plaats van verwerking te transporteren.

Het is dan ook een doel van de onderhavige uitvinding te voorzien in een mengton welke toelaat de benodigde energie voor.het transporteren van het mengsel naar de plaats van verwerking te verminderen.

Dit doel wordt bereikt overeenkomstig het kenmerkend deel van de eerste conclusie.

Hiertoe heeft de mengton volgens de huidige uitvinding het kenmerk dat de rotatieas van het mengwerk zich hoofdzakelijk in hoogterichting uitstrekt.

Door te voorzien in een mengwerk met een rotatieas die zich hoofdzakelijk in hoogterichting uitstrekt, werd ondervonden dat een aanzienlijk kleinere overdruk noodzakelijk was in de mengton voor het transporteren van het mengsel naar de plaats van de verwerking. Door de vermindering van de noodzakelijke overdruk in de mengton verbruiken de middelen voor het pneumatisch transporteren van het mengsel, bijvoorbeeld een compressor, naar de uitlaatopening minder energie en wordt de aanwezige overdruk efficiënter gebruikt.

Zonder gebonden te willen zijn aan enige theorie wordt de verbetering van de efficiëntie van het gebruik van de overdruk geweten aan een verbetering van de verdeling van het mengsel in de mengton ten opzichte van de uitlaatopening. Doordat de rotatieas van het mengwerk zich in hoofdzaak in hoogterichting uitstrekt, wordt vermoed dat een homogenere verdeling van het mengsel in de mengton, ten opzichte van de uitlaatopening, wordt bereikt waardoor herhaaldelijk mengsel naar de uitlaatopening wordt getransporteerd zodat deze pneumatisch verder kan worden getransporteerd en onvolledig pneumatisch weggetransporteerd mengsel opnieuw homogeen ten opzichte van de uitlaatopening wordt verdeeld in de mengton. Een dergelijke werking van het mengwerk wordt niet bereikt wanneer het mengwerk een zich horizontaal uitstrekkende rotatieas heeft.

Een eerste voorkeursuitvoeringsvorm van de mengton heeft het kenmerk dat de rotatieas zich in hoofdzaak vertikaal uitstrekt.

Er werd ondervonden dat door te voorzien in een in hoofdzaak verticale rotatieas, een meer symmetrische werking van het mengwerk kon worden bekomen wat resulteert in een eenvoudigere opstelling van het mengwerk in de mengton. Tevens heeft een dergelijke opstelling het voordeel dat het mengsel homogener over de mengton ten opzichte van de uitlaatopening kan worden verdeeld.

Een volgende voorkeursuitvoeringsvorm van de mengton heeft het kenmerk dat de inlaatopening in hoofdzaak aan een bovenzijde van de mengton is voorzien.

Er werd ondervonden dat een dergelijke opstelling toelaat verschillende bestanddelen van het mengsel eenvoudig in de mengton te kunnen voeren. De bestanddelen van het mengsel kunnen immers met een vallende beweging doorheen de invoeropening worden gevoerd. Dit laat toe de mengton te gebruiken onder een uitloopopening van een container, silo, etc.

Een volgende voorkeursuitvoeringsvorm heeft het kenmerk dat het mengwerk een in een aandrijfkoker gemonteerde aandrijfas omvat voor het roterend aandrijven van het mengwerk.

Er werd ondervonden dat een dergelijke opstelling voor het roterend aandrijven van het mengwerk een eenvoudige constructie toelaat. Een eenvoudige constructie van het mengwerk resulteert in een gemakkelijker onderhoud doordat bijvoorbeeld vervanging van de aandrijfas van het mengwerk gemakkelijker kan gebeuren.

Daar de aandrijfkoker de aandrijfas omvat, wordt verder bekomen dat de aandrijfas afgeschermd wordt tegen de bestanddelen van het mengsel wat de betrouwbaarheid en de bedrijfszekerheid van de roteerbare opstelling verbetert.

Bij meer voorkeur omvat het mengwerk een lagering voor het roteerbaar ondersteunen van de aandrijfas in de aandrijfkoker, waarbij de lagering aan een bovenzijde van het mengwerk is voorzien.

Er werd ondervonden dat een dergelijke opstelling een stabiele en duurzame ondersteuning van de aandrijfas in de aandrijfkoker toelaat. Door de lagering te voorzien aan een bovenzijde van het mengwerk wordt namelijk vermeden dat bestanddelen van het mengsel gemakkelijk terecht kunnen komen in de lagering. Het vermengen van het mengsel gebeurt immers hoofdzakelijk onderaan de mengton door de zich in hoofdzaak verticaal uitstrekkende rotatieas. Doordat de lagering beter afgeschermd is van het mengsel wordt de levensduur van de lagering gevoelig verlengd en blijft de rotatie van het mengwerk steeds betrouwbaar en stabiel.

Bij verdere voorkeur is de lagering voorzien van een stofafdichter.

Er werd ondervonden dat een dergelijke stofafdichter vermijdt dat stof of andere deeltjes in de lagering terechtkomen. Vooral bij het vullen van de mengton met droog materiaal, bijvoorbeeld het inbrengen van bestanddelen van het mengsel voordat het vermengen van de bestanddelen van het mengsel gestart is, bestaat er een risico dat het droge stof toch in de lagering terechtkomt. Door te voorzien in de stofafdichter wordt dit vermeden.

Een volgende voorkeursuitvoeringsvorm van de mengton heeft het kenmerk dat het mengwerk ten minste één mengarm omvat met een zich in hoofdzaak in hoogterichting uitstrekkend deel.

Bij meer voorkeur heeft de mengton volgens de uitvinding het kenmerk dat het zich in hoofdzaak in hoogterichting uitstrekkend deel van de mengarm voorzien is om langs binnenwanden van de mengton te bewegen.

Dergelijk opgestelde delen van de mengarm maken het mogelijk aan de binnenwanden klevende bestanddelen van het mengsel van de binnenwanden van de mengton te verwijderen zodat ze bij de uitlaatopening van de mengton terechtkomen. Hierdoor wordt de homogene verdeling van het mengsel over de mengton bevorderd wat het transporteren van het mengsel doorheen de uitlaatopening ten goede komt.

Tevens bleek dat een dergelijke opstelling delen van het mengsel weg van de binnenwanden naar de uitlaatopening toe doet bewegen zodat het mengsel steeds opnieuw in de buurt van de uitlaatopenmg gebracht wordt en het wegtransporteren van het mengsel doorheen de uitlaatopening verder wordt verbeterd.

Bij meer voorkeur heeft een dergelijke mengton tevens het kenmerk dat het zich in hoofdzaak in hoogterichting uitstrekkend deel van de mengarm een gevulkaniseerde rand omvat om langs de binnenwanden van de mengton heen te schuiven voor het ten minste gedeeltelijk zuiveren van de binnenwanden van de mengton.

Een dergelijke rand laat toe de verwijdering van materiaal van de binnenwanden van de mengton verder te verbeteren zonder het roteren van het mengwerk aanzienlijk te hinderen.

Bij voorkeur heeft de mengton volgens de uitvinding het kenmerk dat de mengton middelen omvat voor het om de rotatieas roteren van het mengwerk.

Bij meer voorkeur heeft een dergelijke mengton het kenmerk dat de middelen voor het om de rotatieas roteren van het mengwerk aan de onderzijde van de mengton zijn voorzien.

Een dergelijke opstelling van de middelen voor het roteren van de rotatieas houdt immers de bovenzijde van de mengton vrij waardoor een goede en ongehinderde toegang tot de bovenzijde van de mengton mogelijk blijft. Dit is vooral voordelig wanneer de inlaatopening van de mengton aan de bovenzijde van de mengton is voorzien daar in een dergelijke situatie het materiaal langs de bovenzijde binnen de mengton wordt gebracht. Door de middelen voor het roteren van het mengwerk aan de bovenzijde te voorzien blijft er voldoende plaats over voor de inlaatopening en blijft het eenvoudig om bestanddelen van het mengsel binnen in de mengton te brengen langsheen de inlaatopening.

De uitvinding zal verder verduidelijkt worden aan de hand van de onderstaande beschrijving en de bijgevoegde figuren van voorkeursuitvoeringsvormen van de mengton volgens deze uitvinding.

Figuur 1 toont een mengton volgens de huidige uitvinding in perspectief.

Figuur 2 toont een zijaanzicht van de mengton van figuur 1.

Figuur 3 toont een doorsnede van de mengton van figuur 2.

Figuur 4 toont een deels opengewerkte mengton van figuur 3.

Een mengton 1 volgens de uitvinding wordt getoond in figuur 1. De mengton 1 is voorzien om een in de mengton 1 gecreëerde overdruk te weerstaan. De overdruk kan tot ongeveer 10-12 bar bedragen. Zoals eerder uitgelegd, verzorgt de overdruk, aangebracht in de mengton 1, voor het pneumatisch transport van een mengsel uit de mengton 1.

De mengton 1 heeft een bovenzijde 7 en een onderzijde 8. De boven -en onderzijde 7, 8 van de mengton 1 zijn bij voorkeur losneembaar aan elkaar bevestigd, bijvoorbeeld door bouten of snelsluiters 17 zoals getoond in figuur 1. Een dergelijke bevestiging laat toe dat het bovenste deel en het onderste deel van de mengton 1 van elkaar genomen kunnen worden zodat de binnenzijde van de mengton 1 volledig kan worden bereikt voor reparatie, reiniging, onderhoud, etc. Dit is echter niet kritisch voor de uitvinding en de boven -en onderzijde 7, 8 van de mengton 1 kunnen ook uit een enkel stuk bestaan of vast aan elkaar gemonteerd zijn door bijvoorbeeld lassen.

De mengton 1 is voorzien voor het vermengen van verschillende mengsels zoals mortel, zoals bijvoorbeeld chape. De bestanddelen van het te vermengen mengsel worden in de mengton 1 gebracht en zijn bijvoorbeeld cement en zand. De mengton 1 bevat daartoe minstens één inlaatopening 5.

De inlaatopening 5 is bij voorkeur voorzien aan bovenzijde 7 van de mengton 1. De locatie van de inlaatopening 5 is echter niet kritisch en de inlaatopening 5 kan ook op een andere locatie voorzien zijn, zoals bijvoorbeeld de onderzijde van de mengton 5.

Teneinde het opwekken van een overdruk in de mengton mogelijk te maken is de inlaatopening 5 afsluitbaar. De afmetingen en vorm van de inlaatopening zijn niet kritisch voor de uitvinding en kunnen worden bepaald door de vakman. De inlaatopening 5 getoond in figuur 1 is rond, maar kan ook cilindrisch vierkant, etc. zijn. De dimensies van de inlaatopening 5 zijn bij voorkeur afgestemd op de bestanddelen die doorheen de inlaatopening 5 worden. gevoerd, de hoeveelheid die doorheen de inlaatopening 5 wordt gevoerd en de wijze waarop de bestanddelen doorheen de inlaatopening 5 worden gevoerd. De inlaatopening 5 getoond in figuur 1 is bij voorkeur aangepast om bestanddelen voor mortel, in het bijzonder chape, door te laten. In het bijzonder is de inlaatopening 5 voorzien om bestanddelen van mortel, in het bijzonder chape afkomstig van een silo of container, door te laten. Meer in het bijzonder is de inlaatopening 5 voorzien om zand en cement in de mengton 1 te brengen.

De afsluitbare inlaatopening 5 omvat bij voorkeur een vlinderklep 16 voor het luchtdicht afsluiten van de inlaatopening 5, zoals getoond in figuur 1. Het gebruik van een vlinderklep 16 voor het afsluiten van een inlaatopening 5 is bekend bij de vakman en is niet kritisch voor de uitvinding. Ook andere middelen bekend bij de vakman voor het afsluiten van een inlaatopening 5 kunnen worden gebruikt. Bij voorkeur is de afsluiting van de inlaatopening 5 voorzien om gémakkelijk en vaak geopend te worden daar de werking van de mengton 1 een herhaaldelijk vullen en onder druk zetten van de mengton 1 vereist om op een regelmatige basis bijvoorbeeld mortel naar de plaats van verwerking te kunnen brengen. De afsluiting van de inlaatopening 5 dient echter zo volledig mogelijk te blijven teneinde de overdruk in de mengton 1 zo efficiënt mogelijk te kunnen gebruiken.

Hoewel de inlaatopening 5 hier aan de bovenzijde 7 van de mengton 1 is voorzien, kan de inlaatopening 5 ook aan elke andere zijde van de mengton 1 voorzien worden. Door te voorzien in een inlaatopening 5 aan de bovenzijde 7 van de mengton 1 wordt het inbrengen van materiaal in de mengton 1 echter vereenvoudigd, vooral wanneer de mengton 1 gebruikt wordt onder bijvoorbeeld een silo of een container.

Er kunnen ook meerdere inlaatopeningen voorzien worden in de mengton 1, bij voorkeur in de bovenzijde 7. De verschillende inlaatopeningen kunnen dan aangepast worden aan de bestanddelen die ze in de mengton 1 voeren. Zo kan bijvoorbeeld een inlaatopening voorzien worden die aangepast is aan het voeren van water in de mengton 1 voor het maken van bijvoorbeeld mortel. Een dergelijke inlaatopening zal doorgaans kleinere afmetingen hebben dan een inlaatopening 5 voorzien voor het toevoeren van bijvoorbeeld zand en cement. Een inlaatopening voorzien om water toe te voeren is bij voorkeur tevens voorzien van middelen om een watertoevoerbuis aan te sluiten op de inlaatopening.

Bij voorkeur omvat de bovenzijde 7 van de mengton 1 tevens een luchtdicht afsluitbare opening 18 die het mogelijk maakt een gemakkelijke toegang tot de binnenzijde van de mengton 1 te verschaffen. Deze toegang 18 kan bijvoorbeeld gebruikt worden om de binnenzijde van de mengton 1 te reinigen, te onderhouden, herstellingen uit te voeren, etc. Daar deze opening 18 niet zo vaak dient te worden geopend als de inlaatopening 5, hoeven de middelen voor het afsluiten van deze opening 18 niet aangepast te zijn aan een regelmatige opening en sluiting. De opening 18 kan bijvoorbeeld worden afgesloten door een plaat op de opening 18 te bevestigen, bijvoorbeeld door middel van bouten of snelsluiters 17. Deze plaat kan dan eenvoudig weggenomen worden indien toegang tot de mengton 1 nodig is.

De dimensies en vorm van de opening 18 zijn bij voorkeur aangepast aan de locatie die bereikt dient te worden aan de binnenzijde van de mengton 1 en/of de activiteit die aan de binnenzijde van de mengton 1 dient uitgevoerd worden.

Bij voorkeur is een opening 18 voorzien zoals getoond in figuur 1 die is voorzien om de binnenzijde van de mengton 1 te reinigen.

Er kunnen ook meerdere afsluitbare openingen voorzien worden die het mogelijk maken toegang tot de binnenzijde van de mengton 1 te verschaffen. De locatie van deze openingen op de mengton 1 is bij voorkeur aangepast aan de plaats aan de binnenzijde van de mengton 1 die bereikt dient te worden. Zo kunnen verschillende van deze openingen voorzien worden om verschillende plekken aan de binnenzijde van de mengton 1 te bereiken. Er kunnen dus naast de opening 18 getoond in figuur 1 dus ook bijkomende openingen voorzien worden in de bovenzijde 7 of onderzijde 8 van de mengton 1.

De onderzijde 8 van de mengton 1 omvat een uitlaatopening 6 die is voorzien om het gemengde mengsel, zoals mortel, uit de mengton 1 naar de plaats van verwerking te transporteren. De dimensies en vorm van de uitlaatopening 6 zijn bij voorkeur aangepast aan het mengsel dat in de mengton 1 vermengd wordt. De uitlaatopening 6 is bij voorkeur rond, maar kan ook cilindrisch, vierkant, etc. zijn.

Bij voorkeur is de uitlaatopening 6 voorzien aan het in hoofdzaak onderste punt van de onderzijde 8 van de mengton 1. Het mengsel kan dan mede door de werking van de zwaartekracht naar de uitlaatopening 6 worden geleid. De uitlaatopening 6 kan echter op elke andere plaats in de onderzijde van de mengton 1 aangebracht worden.

De uitlaatopening 6 is bij voorkeur voorzien van middelen die toelaten dat een transportslang kan worden aangesloten aan de uitlaatopening 6. Bij meer voorkeur is de uitlaatopening 6 voorzien om.de transportslang verwijderbaar aan de uitlaatopening 6 te monteren. Dergelijke middelen zijn niet kritisch voor de uitvinding en kunnen worden bepaald door de vakman.

De mengton 1 omvat bij voorkeur middelen 4 voor het opwekken van een overdruk in de mengton 1 voor het pneumatisch transporteren van het mengsel naar de plaats van verwerking. Dergelijke middelen 4 kunnen bijvoorbeeld een compressor omvatten. Bij voorkeur worden deze middelen 4 aan de bovenzijde 7 van de mengton 1 gemonteerd zodat de overdruk van bovenuit gerealiseerd wordt, doch elke andere plaats aan de mengton 1 is mogelijk en kan worden bepaald door de vakman.

De middelen 4 kunnen tevens vervangen worden door middelen welke toelaten een extern opgewekte overdruk te transporteren tot in de mengton 1. Dit laat toe om extern aan de mengton 1 een overdruk op te bouwen, bijvoorbeeld wanneer de mengton 1 gevuld wordt en de inlaatopening 5 dus geopend is. De extern opgebouwde druk kan dan zeer snel overgebracht worden in de mengton 1, zodat de overdruk in de mengton 1 snel kan worden opgebouwd. Dit laat toe om, na sluiten van de inlaatopening 5 na vullen van de mengton 1 met verschillende bestanddelen, snel terug een overdruk op te bouwen in de mengton 1 waardoor vrijwel onmiddellijk na het vermengen van de bestanddelen van het mengsel, het mengsel getransporteerd kan worden naar de plaats van verwerking.

In de mengton 1 is een roteerbaar om een rotatieas 3 gemonteerd mengwerk 2 voorzien voor het vermengen van de verschillende bestanddelen van het mengsel. Het mengwerk 2 wordt getoond in de figuren 3 en 4.

De rotatieas 3 van het mengwerk 2 strekt zich uit in hoogterichting. Bij voorkeur strekt de rotatieas 3 zich in hoofdzaak verticaal uit, zoals getoond in de figuren 2 en 3. Verdere specificaties van het mengwerk 2 zijn niet kritisch voor de uitvinding en kunnen door de vakman worden bepaald.

Wanneer de rotatieas 3 zich in hoofdzaak verticaal uitstrekt is de binnenzijde van de mengton 1 en bij voorkeur de gehele mengton 1 bij voorkeur symmetrisch om de rotatieas 3 opgebouwd, zoals getoond in figuur 3.

Bij voorkeur heeft het mengwerk 2 een in een aandrijfkoker 14 gemonteerde aandrijfas 13 voor het roterend aandrijven van het mengwerk 2. De aandrijfkoker 14 en aandrijfas 13 worden getoond in figuur 3.

Bij voorkeur zijn de aandrijfkoker 14 en de aandrijfas 13 beide cilindrisch waarbij de buitendiameter van de aandrijfas 13 bij voorkeur zo nauw mogelijk past in de binnendiameter van de aandrijfkoker 14, zoals getoond in figuur 3.

De aandrijfkoker 14 strekt zich bij voorkeur uit vanuit de onderzijde 8 van de mengton 1 naar de bovenzijde 7, zoals getoond in figuur 3. Bij voorkeur is de aandrijfkoker 14 in het centrum van de mengton 1 voorzien aan de onderzijde 8 van de mengton 1. Andere opstellingen zijn echter mogelijk; de aandrijfkoker 14 kan zich bijvoorbeeld ook vanuit de bovenzijde 7 van de mengton 1 naar beneden toe uitstrekken.

Bij voorkeur omvat de aandrijfkoker 14 de aandrijfas 13 in hoofdzaak volledig, bij meer voorkeur volledig, zoals getoond in figuur 3, zodat de aandrijfas 13 zo volledig mogelijk wordt afgeschermd van het mengsel dat in de mengton 1 is gebracht. Hierdoor wordt vermeden dat bestanddelen van het mengsel tussen de aandrijfas 13 en de aandrijfkoker 14 terechtkomen wat de roteerbare montage van de aandrijfas 13 in de aandrijfkoker 14 negatief kan beïnvloeden.

De aandrijfas 13 strekt zich bij voorkeur uit tot aan de onderzijde 8 van de mengton 1. Bij meer voorkeur strekt de aandrijfas 13 zich uit doorheen de onderzijde 8 van de mengton 1 en wordt daar aangedreven door aandrijfmiddelen 9. Deze aandrijfmiddelen 9 bevinden zich bij voorkeur aan de buitenzijde van de mengton 1, zoals weergegeven in figuur 2. De aandrijfas 13 kan zich echter ook vanuit de aandrijfkoker 14 uitstrekken naar de bovenzijde 7 van de mengton 1 om daar aangedreven te worden, bijvoorbeeld door aandrijfmiddelen die zich aan de bovenzijde 7 van de mengton 1 bevinden, bijvoorbeeld aan de buitenzijde van de mengton 1. Door de aandrijfmiddelen 9 te voorzien aan de onderzijde 8 van de mengton 1, blijft de bovenzijde van de mengton 1 vrij waardoor het voorzien van de afsluitbare inlaatopening 5 makkelijker wordt en er voldoende ruimte overblijft voor het toevoeren van materiaal doorheen de inlaatopening 5. Door de aandrijfmiddelen 9 aan de buitenzijde van de mengton 1 te voorzien, blijft de binnenzijde van de mengton 1 vrij om bestanddelen voor het mengsel op te vangen en te mengen. Tevens neemt het risico af dat bestanddelen van het mengsel terechtkomen in de aandrijfmiddelen 9.

In de aandrijfkoker 14 is de aandrijfas 13 roteerbaar gemonteerd. Het roteerbaar monteren van de aandrijfas 13 in de aandrijfkoker 14 gebeurt bij voorkeur door middel van een lagering 15, hoewel andere bij de vakman bekende middelen gebruikt kunnen worden. De aandrijfas 13 kan ook door middel van bijvoorbeeld lagers gemonteerd zijn aan de bovenzijde 7 van de mengton 1 van waaruit deze zich dan uitstrekt naar de aandrijfkoker 14.

De lagering 15 is bij voorkeur aan de bovenzijde van het mengwerk 2 voorzien, zoals weergegeven in figuur 3, teneinde het contact met het mengsel in de mengton 1 te minimaliseren, zoals hiervoor uiteengezet. Bij meer voorkeur is de lagering 15 afgeschermd door middel van een stofafdichter teneinde verder te vermijden dat bestanddelen van het mengsel in contact komen met de lagering 15, bijvoorbeeld tijdens het vullen van de mengton 1 of tijdens het vermengen van het mengsel in de mengton 1.

De opstelling getoond in figuur 3 die de combinatie toont van een zich naar boven uitstrekkende aandrijfkoker 14 met een daarin door middel van lagers 15 gemonteerde aandrijfas 13 heeft ook het voordeel dat het geheel eenvoudig gemonteerd kan worden in de mengton 1 en ook terug gedemonteerd kan worden, bijvoorbeeld voor reparaties of onderhoud. De aandrijfas 13 kan bijvoorbeeld door middel van één of meerdere bouten op gekende wijze bevestigd worden in de aandrijfkoker 14. Een dergelijke montage van de aandrijfkoker 14 en de aandrijfas 13 gecombineerd met een losneembaar gemonteerde bovenzijde 7 en onderzijde 8 van de mengton 1, zoals getoond in figuur 3, laat toe dat door het afnemen van het bovendeel 7 van de mengton 1 een eenvoudige toegang tot het mengwerk 2 wordt verschaft waarbij voldoende ruimte is gecreëerd om de aandrijfas 13 uit de aandrijfkoker 14 te nemen zodat een zo volledig mogelijk onderhoud van het mengwerk 2 op eenvoudige wijze mogelijk wordt.

Het mengwerk 2 omvat verder bij voorkeur een mengarm 10 voor het vermengen van het mengsel in de mengton 1. De mengarm 10 is bij voorkeur vast verbonden met de aandrijfas 13, zoals getoond in figuur 3. De mengarm 10 en de aandrijfas 13 bestaan bij voorkeur uit één deel doch kunnen ook op andere manieren bekend bij de vakman verbonden zijn.

De mengarm 10 omvat bij voorkeur een deel 11 dat zich bij voorkeur in hoogterichting van de mengton 1 uitstrekt. Het deel 11 is bij voorkeur voorzien om langs de binnenwanden van de mengton 1 te bewegen, zoals getoond in figuur 3. Het deel 11 is bij voorkeur voorzien om de verschillende bestanddelen die in de mengton 1 werden gebracht te vermengen. Hiertoe zijn bij voorkeur de dimensies, vorm en plaats van het deel 11 afgestemd om een goede vermenging van de verschillende bestanddelen van het mengsel te verkrijgen. Het deel 11 omvat bij voorkeur een naar de binnenwanden van de mengton 1 gerichte zijde. Bij voorkeur beweegt de naar de binnenwanden van de mengton 1 gerichte zijde zo dicht mogelijk bij de binnenwanden bij het roteren van het mengwerk 2. Deze opstelling laat toe om bestanddelen die tegen de binnenwanden van de mengton 1 kleven te verwijderen van de mengton 1 en naar de uitlaatopening 6 te bewegen.

Het deel 11 is bij voorkeur door een deel 12 verbonden aan de aandrijfas 13. Bij voorkeur strekt het deel 12 zich in hoofdzaak rechtlijnig uit vanuit de aandrijfas 13 naar de binnenzijde van de buitenwanden van de mengton 1, zoals getoond in figuur 3. Bij meer voorkeur strekt het deel 12 zich horizontaal uit, zoals getoond in figuur 3.

Bij voorkeur omvat het deel 11 een gevulkaniseerde rand voorzien aan de naar de binnenwanden van de mengton 1 gerichte zijde van het deel 11. De gevulkaniseerde rand is voorzien teneinde het verwijderen van bestanddelen van het mengsel van de binnenwanden van de mengton 1 te bevorderen door langs de binnenwanden van de mengton 1 te bewegen.

Bij voorkeur omvat het mengvverk 2 een tweede of verdere mengarmen. Bij meer voorkeur zijn de mengarmen symmetrisch ten opzichte van de rotatieas 3 opgesteld. Een opstelling met twee mengarmen wordt getoond in figuur 3.

De mengton 1 omvat verder bij voorkeur middelen om verschillende parameters voor het maken en/of transporteren van het mengsel te beïnvloeden. Zo kan bijvoorbeeld de toevoer van bestanddelen van het mengsel zoals bijvoorbeeld zand, cement en water geregeld worden en het toerental van het mengwerk 2. Tevens kan bij voorkeur de overdruk in de mengton 1 geregeld worden, al dan niet in afhankelijkheid van de fysische eigenschappen van het mengsel, zodat het transport van het mengsel doorheen de uitlaatopening 6 kan worden geregeld. Bij voorkeur kunnen deze parameters vanuit een centrale stuureenheid worden ingesteld, bij meer voorkeur elektrisch, zodat de werking van de mengton 1 en de samenstelling van het mengsel eenvoudig kan worden bijgesteld.

Doorgaans worden de verschillende bestanddelen van het mengsel gescheiden bij de plaats van verwerking gebracht in een op zich bekende container voorzien van verschillende compartimenten, waarbij elk compartiment bestemd is voor een verschillend bestanddeel. De container bevat voor elk compartiment een uitloopopening waarlangs het bestanddeel het compartiment kan verlaten. Bij voorkeur omvatten de compartimenten middelen om de bestanddelen naar de uitloopopening te transporteren, zoals bijvoorbeeld een transportband of een boor. Doorgaans bevat een dergelijke container twee compartimenten, bijvoorbeeld een compartiment voor het transporteren van zand, EPC, etc. en een compartiment voor het transporteren van cement, anhydriet, etc. Beide uitloopopeningen zijn doorgaans voorzien aan de achterzijde van de container en liggen dicht bij elkaar, doorgaans onder elkaar.

De mengton 1 omvat bij voorkeur tevens middelen voor het monteren van de mengton 1 aan een dergelijke container of een voertuig voorzien van een dergelijke container. Bij meer voorkeur zijn de middelen voorzien om de mengton 1, meer bepaald de inlaatopening 5 van de mengton 1, onder de uitloopopeningen van de compartimenten van de container te brengen. In een dergelijke opstelling is het mogelijk dat de bestanddelen van de verschillende compartimenten, zoals bijvoorbeeld zand en cement, rechtstreeks in de mengton 1 te laten lopen. Bij meer voorkeur omvat de mengton 1 hiertoe montagemiddelen die toelaten dat de mengton 1 verwijderbaar aan het voertuig kan worden gemonteerd. Dit heeft het voordeel dat een enkele mengton 1 aan verschillende dergelijke voertuigen of containers wordt gemonteerd. Bij voorkeur kan de aanvoer van de verschillende bestanddelen van het mengsel worden gestuurd vanuit de centrale stuureenheid.

De uitvinding heeft tevens betrekking op een container of voertuig voorzien van een dergelijke container, voorzien van compartimenten voor het opslaan van verschillende bestanddelen, zoals hierboven beschreven, waarbij de container of het voertuig voorzien is van middelen voor het monteren van een verwerkingseenheid voor het vermengen van de verschillende bestanddelen, zoals bijvoorbeeld de mengton 1 of andere verwerkingseenheden zoals een mengeenheid aangepast voor het vermengen van vloeichape, schuimbeton, isolatiemortel of andere mengsels.

Een verder voorbeeld van een dergelijke verwerkingseenheid is een wormpompmodule op basis van een horizontaal roteerbare menger.

Door te voorzien in middelen voor het afneembaar monteren van verschillende verwerkingseenheden, kan eenzelfde container of voertuig voorzien van een dergelijke container, afhankelijk van de bestanddelen opgeslagen in de compartimenten, voorzien worden van een verwerkingseenheid zodat eenzelfde container of voertuig .voorzien van een dergelijke container kan worden ingezet voor verschillende doelen, afhankelijk van de inhoud van de compartimenten en de gemonteerde verwerkingseenheid. Zo kan een enkele container of voertuig voorzien van een dergelijke container met behulp van bijhorende aan de container of voertuig afneembaar monteerbare verwerkingseenheden gebruikt worden voor verschillende bestanddelen aan te brengen bij de plaats van verwerking door een bij de te gebruiken bestanddelen horende verwerkingseenheid te monteren aan de container of het voertuig voorzien van de container. Dit in tegenstelling tot een vast aan een container of voertuig voorzien van een dergelijke container gemonteerde verwerkingseenheid waarbij elke container, door de keuze van de aangehechte verwerkingseenheid, slechts voor een enkele toepassing gebruikt kan worden en dus verschillende containers of zelfs voertuigen voorzien van een container gekocht dienen worden afhankelijk van de bestanddelen en/of de toepassingen.

Bij voorkeur omvatten de compartimenten middelen voor het transporteren van de bestanddelen van het te vermengen mengsel naar de verwerkingseenheid, zoals bijvoorbeeld een transportband of een boor.

Bij meer voorkeur omvat de container twee compartimenten, een eerste compartiment voorzien voor het transporteren van zand en een tweede compartiment voorzien voor het transporteren van cement. Bij meer voorkeur omvatten de twee compartimenten beide een boor voor het brengen van het bestanddeel naar de opening van de container.

De uitvinding heeft tevens betrekking op verwerkingseenheden die voorzien zijn om aan een dergelijke container of voertuig voorzien van een dergelijke container afneembaar te worden gemonteerd.

Claims (12)

1. Mengton (1) voor het vermengen en transporteren van een mengsel, bijvoorbeeld mortel, waarbij de mengton (1) omvat: een afsluitbare inlaatopening (5) voor het opvangen van ten minste één bestanddeel van het mengsel, een roteerbaar om een rotatieas (3) gemonteerd mengwerk (2) voor het vermengen van de verschillende bestanddelen van het mengsel in de mengton (1) en middelen (4) voor het pneumatisch transporteren van het mengsel naar een plaats van verwerking langsheen een aan een onderzijde van de mengton daartoe voorziene uitlaatopening (6) van de mengton (1), met het kenmerk dat de rotatieas (3) van het mengwerk (2) zich hoofdzakelijk in hoogterichting uitstrekt.

2. Mengton (1) volgens conclusie 1, met het kenmerk dat de rotatieas (3) zich in hoofdzaak vertikaal uitstrekt.

3. Mengton (1) volgens één van de voorgaande conclusies, met het kenmerk dat de inlaatopening (5) in hoofdzaak aan een bovenzijde (7) van de mengton (1) is voorzien.

4. Mengton (1) volgens één van de voorgaande conclusies, met het kenmerk dat het mengwerk (2) een in een aandrijfkoker (14) gemonteerde aandrijfas (13) omvat voor het roterend aandrijven van het mengwerk (2).

5. Mengton (1) volgens conclusie 4, met het kenmerk dat het mengwerk (2) een lagering (15) omvat voor het roteerbaar ondersteunen van de aandrijfas (13) in de aandrijfkoker (14), waarbij de lagering (15) aan een bovenzijde van het mengwerk (2) is voorzien.

6. Mengton (1) volgens conclusie 5, met het kenmerk dat de lagering (15) voorzien is van een stofafdichter.

7. Mengton (1) volgens conclusie 5 of 6, met het kenmerk dat het mengwerk (2) ten minste één mengarm (10) omvat met een zich in hoofdzaak in hoogterichting uitstrekkend deel (11).

8. Mengton (1) volgens conclusie 7, met het kenmerk dat het zich in hoofdzaak in hoogterichting uitstrekkend deel (11);van de mengarm (10) voorzien is om langs binnenwanden van de mengton (1) te bewegen.

9. Mengton (1) volgens conclusie 8, met het kenmerk dat het zich in hoofdzaak in hoogterichting uitstrekkend deel (11) van de mengarm (10) een gevulkaniseerde rand omvat om langs de binnenwanden van de mengton (1) heen te schuiven voor het ten minste gedeeltelijk zuiveren van de binnenwanden van de mengton (1).

10. Mengton (1) volgens één van de conclusies 7-9, met het kenmerk dat het mengwerk (2) ten minste twee mengarmen (10) omvat aan overstaande zijden van de rotatieas (3).

11. Mengton (1) volgens één van de voorgaande conclusies, met het kenmerk dat de mengton (1) middelen (9) omvat voor het om de rotatieas (3) roteren van het mengwerk (2).

12. Mengton (1) volgens conclusie 11, met het kenmerk dat de middelen (9) voor het om de rotatieas (3) roteren van het mengwerk (2) aan de onderzijde (8) van de mengton (1) zijn voorzien.