BE1017168A5

BE1017168A5 - Manufacturing of coated panels e.g. a floor panel or a furniture panel, comprises forming a carrier sheet provided with resin coating, and providing a suspension that includes a portion of hard micro-particles

Info

Publication number: BE1017168A5
Application number: BE2006/0325A
Authority: BE
Original assignee: Flooring Ind Ltd
Priority date: 2006-06-13
Filing date: 2006-06-13
Publication date: 2008-03-04

Abstract

The method for manufacturing coated panels e.g. a floor panel or a furniture panel, comprises forming a carrier sheet (3) provided with a resin (2) coating, and providing a suspension, which comprises a portion of hard micro-particles (9) at a upper side (7) of the already resin-pre-treated carrier sheet. The coated panels comprise a top layer (1), the carrier sheet, and a printed decor (6) or coloration. The hard micro-particles are incorporated into the top layer, which is situated above the printed decor or coloration. The method for manufacturing coated panels e.g. a floor panel or a furniture panel, comprises forming a carrier sheet (3) provided with a resin (2) coating, and providing a suspension, which comprises a portion of hard micro-particles (9) at a upper side (7) of the already resin-pre-treated carrier sheet. The coated panels comprise a top layer (1), the carrier sheet, and a printed decor (6) or coloration. The hard micro-particles are incorporated into the top layer, which is situated above the printed decor or coloration. The partially resintreated or resin-pre-treated carrier sheet has an amount of resin at the side intended to form the upper side. The ceramic particles are used for the micro-particles. A mixture of solids dissolved in water is used for the suspension (8), where the mixture comprises 70 wt.% of micro-particles and 30 wt.% of mixture of solids. The step of forming the resin-pretreated carrier sheet consists of the metered application of resin. Hard particles (14) are provided in the top layer at a location where they are situated in the final panel above the printed decor or coloration and below the micro-particles applied by means of a suspension in a resin layer. The hard particles situated beneath the micro-particles have a larger average size of 60-160 micrometer, and are applied in a separate step. The carrier sheet relates to an overlay (4) and the hard particles situated in the final panel are applied on that side of the carrier sheet that is intended to form the underside. The overlay consists of alpha cellulose paper into which hard particles such as aluminum oxide and/or glass fibers are integrated, and has a weight of 20-25 gram/m 2>. The resin-pre-treated carrier sheet in dry condition has a weight of 130-170 gram/m 2>. The carrier sheet forming the printed decor or coloration is a paper sheet having a weight of 70-90 gram/m 2>. The resin-pre-treated carrier sheet is dried to a residual moisture content of maximum 15% and maximum 7% respectively, before and after the suspension is applied. The suspension contains a dispersing agent maintaining the micro-particles in suspension. For the application of the suspension, use is made of a metering device, a spreading device by means of a knife, an application device with a wire doctor roll and/or raster roll, an application device with an air knife, or an application device by means of rolls and knives. The step of applying the suspension is performed in an application device, which is in line with a device applied during the step of forming the resin-pre-treated carrier sheet. When performing the method two ovens are used, and the application device is situated between these ovens by which the entire suspension is applied. The micro-particles have an average grain size of 5-30 micrometers. The suspension is free of cellulose. Independent claims are included for: (1) a coated panel; (2) a method for applying a substance on a material sheet; and (3) a material sheet.

Description

Werkwijze voor het vervaardigen van vloerpanelen en vloerpaneel.Method for manufacturing floor panels and floor panel.

Deze uitvinding heeft betrekking op een werkwijze voor het vervaardigen van vloerpanelen, alsmede op vloerpanelen.This invention relates to a method for manufacturing floor panels, as well as floor panels.

In het bijzonder betreft de uitvinding een werkwijze voor het vervaardigen van laminaatvloerpanelen van het type dat een toplaag op basis van minstens één in hars gedrenkt dragervel, bijvoorbeeld van papier, omvat. Laminaatvloerpanelen van dit type kunnen op velerlei wijzen worden gerealiseerd. Zo bijvoorbeeld kunnen zij worden gerealiseerd aan de hand van een DPL (Direct Pressure Laminate) techniek waarbij dit in hars gedrenkt dragervel, eventueel samen met één of enkele andere in hars gedrenkte dragervellen aan verhoogde druk en temperatuur met behulp van een perselement op een basisplaat, zoals een MDF of HDF (Medium Density Fiberboard of High Density Fiberboard) plaat, worden geconsolideerd. Laminaatvloerpanelen kunnen bijvoorbeeld ook worden gerealiseerd aan de hand van een HPL (High Pressure Laminate) techniek waarbij het in hars gedrenkt dragervel samen met andere in hars gedrenkte dragervellen wordt geconsolideerd waarna de op deze manier verkregen toplaag op een basisplaat wordt aangebracht.In particular, the invention relates to a method for manufacturing laminate floor panels of the type comprising a top layer based on at least one resin-impregnated backing sheet, for example of paper. Laminate floor panels of this type can be realized in many ways. For example, they can be realized on the basis of a DPL (Direct Pressure Laminate) technique in which this resin-impregnated carrier sheet, optionally together with one or more other resin-impregnated carrier sheets at elevated pressure and temperature with the aid of a pressing element on a base plate, such as an MDF or HDF (Medium Density Fiberboard or High Density Fiberboard) sheet. Laminate floor panels can also be realized, for example, using an HPL (High Pressure Laminate) technique in which the resin-soaked carrier sheet is consolidated together with other resin-soaked carrier sheets, after which the top layer obtained in this way is applied to a base plate.

Zowel bij een DPL-techniek als bij een HPL-techniek bevatten de laminaatvloerpanelen een gedrukt decor dat gebruikelijk op minstens één van de voornoemde dragervellen is voorzien en die het uitzicht van de sierzijde van de vloerpanelen bepaalt.In both a DPL technique and an HPL technique, the laminate floor panels contain a printed decor that is usually provided on at least one of the aforementioned carrier sheets and which determines the appearance of the decorative side of the floor panels.

Het is bekend in de toplaag van dergelijke vloerpanelen harde partikels zoals aluminiumoxide, ook korund genoemd, toe te passen met de bedoeling een slijtvaste laag te vormen boven het voornoemd gedrukt decor of de voornoemde bedrukking. Over het algemeen wordt aangenomen dat hoe groter de gemiddelde grootte van de harde partikels is, hoe beter de slijtvastheid van de bekomen vloerpanelen is. Vloerpanelen die dergelijke grote partikels aan hun oppervlak bevatten, vertonen echter nog steeds een hoog risico tot het vormen van krassen.It is known to use hard particles such as aluminum oxide, also called corundum, in the top layer of such floor panels with the intention of forming a wear-resistant layer above the aforementioned printed decor or the aforementioned printing. It is generally assumed that the larger the average size of the hard particles, the better the abrasion resistance of the floor panels obtained. However, floor panels containing such large particles on their surface still show a high risk of scratching.

De testen die krasvastheid en slijtvastheid beschrijven zijn voor de vakman ruim bekend. Slijtvastheid wordt bij laminaatvloerpanelen standaard gemeten als een aantal toeren, IP-waarde (intial wear point), dat een schuurwiel moet uitvoeren alvorens het gedrukte decor van een laminaatvloerpaneel wordt aangetast, zoals beschreven in EN 13329 annex E, ook wel Tabertest genoemd. Krasvastheid wordt vastgesteld door het visueel vaststellen van de zichtbaarheid van krassen die aan verschillende drukkracht met een standaard naaldtip in het oppervlak zijn aangebracht. Hoe groter de benodigde drukkracht voor het vormen van een zichtbare kras, hoe groter de krasvastheid van het oppervlak. Ook schuursponsen worden aangewend voor het visueel beoordelen van krassen. Het is duidelijk dat voor een kras niet vereist is dat het gedrukt decor op zich wordt aangetast. Een loutere aantasting van het hars van de toplaag is voldoende.The tests describing scratch resistance and abrasion resistance are well known to those skilled in the art. Wear resistance is measured as standard in laminate floor panels as a number of revolutions, IP value (initial wear point), that a sanding wheel must perform before the printed decor of a laminate floor panel is affected, as described in EN 13329 annex E, also called Taber test. Scratch resistance is determined by visually determining the visibility of scratches that have been applied to the surface at different pressure with a standard needle tip. The greater the pressure force required to form a visible scratch, the greater the scratch resistance of the surface. Sanding sponges are also used for the visual assessment of scratches. It is clear that a scratch does not require the printed decor itself to be affected. A mere attack on the resin of the top layer is sufficient.

Uit het BE 1 015 862 is het intussen, met het oog op het bekomen van een verbeterde krasvastheid, bekend nanopartikels toe te passen bij laminaatvloerpanelen.From the BE 1 015 862 it is now known, with a view to obtaining improved scratch resistance, to use nanoparticles with laminate floor panels.

Uit de stand van de techniek zijn verschillende werkwijzen bekend voor het aanbrengen ven harde partikels. Deze werkwijzen, bijvoorbeeld diegene die bekend is uit het WO 98/47705, zijn echter ontoereikend voor het aanbrengen van harde nanopartikels.Various methods are known from the prior art for applying hard particles. However, these methods, for example those known from WO 98/47705, are insufficient for applying hard nanoparticles.

De werkwijze van de huidige uitvinding beoogt een efficiënte en goede manier voor het vervaardigen van een vloerpaneel, bij voorkeur een laminaatvloerpaneel van het DPL of HPL type, dat een aanvaardbare krasvastheid bezit. Hiertoe betreft de uitvinding volgens haar eerste aspect een werkwijze voor het vervaardigen van vloerpanelen van het type dat een toplaag bezit, die minstens één in hars gedrenkt dragervel en een gedrukt decor bevat, waarbij in de toplaag harde nanopartikels zijn verwerkt die zich boven het voornoemde gedrukte decor bevinden, waarbij de werkwijze minstens de stap omvat van het vormen van een dragervel dat voorzien is van een beharsing zodanig dat dit minstens gedeeltelijk beharste of voorbeharste dragervel minstens aan de zijde die bedoeld is de bovenzijde ervan te vormen een hoeveelheid hars vertoont, met als kenmerk dat de werkwijze tevens de stap omvat van het aan de bovenzijde van het voornoemde reeds voorbeharste dragervel aanbrengen van een suspensie die minstens een gedeelte van de voornoemde harde nanopartikels omvat. In geval de toplaag meerdere dragervellen bevat, betreft het voornoemde dragervel bij voorkeur het dragervel dat het dichtst bij de bovenzijde van het vloerpaneel is gelegen.The method of the present invention contemplates an efficient and good way of manufacturing a floor panel, preferably a DPL or HPL type laminate floor panel that has acceptable scratch resistance. To this end, the invention according to its first aspect relates to a method for manufacturing floor panels of the type having a top layer, which comprises at least one resin-soaked carrier sheet and a printed decor, wherein hard top nanoparticles are incorporated in the top layer that are above the aforementioned printed decor, the method comprising at least the step of forming a carrier sheet that is provided with a resin such that this carrier exhibits at least a partially resin-coated or pre-resin-coated carrier sheet at least on the side intended to form its top side, with characterized in that the method also comprises the step of applying to the top of the aforementioned already pre-cured carrier sheet a suspension comprising at least a portion of the aforementioned hard nanoparticles. In case the top layer contains several carrier sheets, the aforementioned carrier sheet preferably relates to the carrier sheet that is closest to the top of the floor panel.

Met "nanopartikels" worden in het algemeen partikels bedoeld met een gemiddelde grootte van minder dan 1 micrometer. Evenwel worden volgens de uitvinding bij voorkeur partikels toegepast met een gemiddelde grootte tussen 20 en 700 nanometer, en beter nog tussen 50 en 200 nanometer.By "nanoparticles" is generally meant particles with an average size of less than 1 micron. However, according to the invention, particles are preferably used with an average size between 20 and 700 nanometers, and more preferably between 50 and 200 nanometers.

Met "harde" partikels worden partikels bedoeld die harder zijn dan het voornoemde hars. Bij voorkeur worden partikels aangewend uit een materiaal met slijtwerende eigenschappen, zoals keramische partikels, bijvoorbeeld partikels die gekozen zijn uit de groep van aluminiumoxide (A1203, siliciumcarbide (SiC), titaniumdioxide (Ti02), boorcarbide (B4C), wolframcarbide (WC) en siliciumdioxide (Si02). Aluminiumoxide is een bijzonder geschikt materiaal, vermits dit materiaal ongeveer dezelfde brekingsindex bezit als melaminehars, dat typisch kan worden aangewend bij het vervaardigen van een laminaatvloerpaneel. Aluminiumoxide partikels hebben in vergelijking met vele andere keramische partikels een kleinere invloed op de zichtbaarheid van het onderliggend gedrukt decor.By "hard" particles is meant particles that are harder than the aforementioned resin. Preferably, particles are used from a material with abrasion-resistant properties, such as ceramic particles, for example particles selected from the group of aluminum oxide (Al2 O3, silicon carbide (SiC), titanium dioxide (TiO2), boron carbide (B4C), tungsten carbide (WC) and silicon dioxide) (SiO 2) Aluminum oxide is a particularly suitable material, since this material has about the same refractive index as melamine resin, which can typically be used in the manufacture of a laminate floor panel, whereas aluminum oxide particles have a smaller influence on the visibility of the underlying printed decor.

De uitvinders hebben vastgesteld dat het in suspensie aanbrengen van de harde nanopartikels aan de bovenzijde van een reeds voorbeharst dragervel resulteert in een mindere neiging van deze nanopartikels om samen te vlokken, zodat een meer uniforme verdeling van de partikels wordt bereikt en een hiermee samenhangende betere krasbestendigheid van het oppervlak wordt gecreëerd.The inventors have found that suspending the hard nanoparticles on the top of an already pre-hardened carrier sheet results in a lesser tendency of these nanoparticles to flock together, so that a more uniform distribution of the particles is achieved and a related better scratch resistance. of the surface is created.

Een bijkomend voordeel is dat de kans op het migreren van nanopartikels naar onderliggende lagen verlaagt.An additional advantage is that the chance of migrating nanoparticles to underlying layers is reduced.

Volgens een eerste belangrijke uitvoeringsvorm van de werkwijze betreft het voornoemde dragervel een zogenaamde overlay, welke zich in het uiteindelijke vloerpaneel als een minstens gedeeltelijk transparante of doorschijnende laag boven het gedrukte decor bevindt. Deze overlay kan bijvoorbeeld hoofdzakelijk bestaan uit alfacellulose en, onbeharst, een gewicht vertonen tussen 10 en 40 gram/m2, en beter nog tussen 20 en 25 gram/m2. Bij deze eerste belangrijke uitvoeringsvorm vertoont het voorbeharste dragervel in droge toestand, dit is een toestand waarbij het restvochtgehalte ongeveer 6% bedraagt, bij voorkeur een gewicht tussen 100 en 180 gram/m2, en beter nog tussen 25 en 150 gram/m2. Op deze manier wordt bekomen dat het dragervel volledig doordrenkt is, doch ook niet oververzadigd is, en dat een goede hechting zowel met de nanopartikels, als met eronder liggende lagen, zoals met een eventuele basisplaat in het geval van een DPL techniek, kan worden bereikt.According to a first important embodiment of the method, the aforementioned carrier sheet relates to a so-called overlay, which is located in the final floor panel as an at least partially transparent or translucent layer above the printed decor. This overlay can for instance mainly consist of alpha cellulose and, unhardened, exhibit a weight between 10 and 40 grams / m2, and more preferably between 20 and 25 grams / m2. In this first important embodiment, the pre-cured carrier sheet shows in the dry state, this is a state in which the residual moisture content is approximately 6%, preferably a weight between 100 and 180 grams / m2, and more preferably between 25 and 150 grams / m2. In this way it is achieved that the carrier sheet is completely soaked, but also not over-saturated, and that good adhesion can be achieved both with the nanoparticles and with underlying layers, such as with a possible base plate in the case of a DPL technique. .

Volgens een bijzondere mogelijkheid van deze eerste uitvoeringsvorm kan het dragervel een zogenaamde overlay betreffen, waarbij deze overlay hoofdzakelijk bestaat uit een alfacellulosepapier waarin bij de productie van het papier harde partikels zoals aluminiumoxide en/of glasvezels zijn geïntegreerd. Het is duidelijk dat het aanwenden van een dergelijk dragervel een nog betere slijtweerstand oplevert.According to a special possibility of this first embodiment, the carrier sheet can be a so-called overlay, wherein this overlay mainly consists of an alpha-cellulose paper in which during the production of the paper hard particles such as aluminum oxide and / or glass fibers are integrated. It is clear that the use of such a carrier sheet provides an even better wear resistance.

Volgens een tweede belangrijke uitvoeringsvorm van de werkwijze vertoont het voornoemde dragervel een bedrukking die het voornoemde gedrukte decor vormt. Bij voorkeur betreft het een zogenaamd decorpapier dat bij voorkeur, onbeharst, een gewicht tussen 55 en 100 gram/m2, en beter nog tussen 70 en 90 gram/m2 vertoont. Om te bekomen dat het dragervel volledig doordrenkt is, doch ook niet oververzadigd is, vertoont het voorbeharste dragervel, in dit geval, bij voorkeur een gewicht van 120 toto 200 gram/m2, en beter nog van 130 tot 170 gram/m2.According to a second important embodiment of the method, the aforementioned carrier sheet has a print which forms the aforementioned printed decor. It is preferably a so-called decorative paper which preferably, unhardened, has a weight between 55 and 100 grams / m2, and more preferably between 70 and 90 grams / m2. In order to ensure that the carrier sheet is completely soaked, but also not supersaturated, the pre-cured carrier sheet, in this case, preferably has a weight of 120 to 200 grams / m2, and more preferably of 130 to 170 grams / m2.

Volgens deze beide belangrijke uitvoeringsvormen wordt bestaat de stap van het vormen van een voorbeharst dragervel minstens uit het gedoseerd opdragen van hars, bijvoorbeeld aan de hand van een doseer inrichting zoals doseerwalzen. Bij deze stap kan ook, al dan niet in combinatie met de voornoemde doseer inrichting, hars worden opgedragen door middel van een sproei-inrichting of dergelijke.According to these two important embodiments, the step of forming a pre-hardened carrier sheet consists at least of a metered application of resin, for example on the basis of a dosing device such as dosing rollers. In this step it is also possible, whether or not in combination with the aforementioned dosing device, to apply resin by means of a spraying device or the like.

Het is niet uitgesloten dat bij de vervaardiging van het vloerpaneel, al dan niet tijdens de stap van het vormen van een voorbeharst dragervel, eveneens harde partikels in de toplaag worden aangebracht op een plaats waar zij zich in het uiteindelijke vloerpaneel boven het gedrukt decor, doch onder de voornoemde door middel van een suspensie opgedragen nanopartikels bevinden. Deze harde partikels vertonen bij voorkeur een grotere gemiddelde grootte van de voornoemde nanopartikels. Een gemiddelde grootte tussen 20 en 200 micrometer, en beter nog tussen 60 en 160 micrometer is aangewezen voor het bekomen van een goede slijtweerstand in combinatie met een aanvaardbare zichtbaarheid van het gedrukt decor.It is not excluded that during the manufacture of the floor panel, whether or not during the step of forming a pre-hardened carrier sheet, hard particles are also applied in the top layer at a place where they are located in the final floor panel above the printed decor, but among the aforementioned nanoparticles assigned by means of a suspension. These hard particles preferably exhibit a larger average size of the aforementioned nanoparticles. An average size between 20 and 200 microns, and even better between 60 and 160 microns, is recommended for obtaining good wear resistance in combination with acceptable visibility of the printed decor.

De harde partikels die zich onder de door middel van een suspensie opgedragen nanopartikels bevinden, bevinden zich bij voorkeur in een harslaag en/of zijn bij voorkeur in een afzonderlijke stap opgedragen. In het geval van de voornoemde eerste belangrijke uitvoeringsvorm worden deze harde partikels bij voorkeur opgedragen aan de zijde van het dragervel die bedoeld is de onderzijde ervan te vormen. Deze grotere partikels zorgen dan, zoals voornoemd, voor een hogere slijtweerstand van het oppervlak van bijvoorbeeld een laminaatvloerpaneel zonder evenwel een invloed te hebben op de stap van het aanbrengen van de suspensie met nanopartikels.The hard particles that are underneath the nanoparticles that are supported by means of a suspension are preferably located in a resin layer and / or are preferably supported in a separate step. In the case of the aforementioned first important embodiment, these hard particles are preferably instructed on the side of the carrier sheet which is intended to form the underside thereof. These larger particles then ensure, as aforementioned, a higher wear resistance of the surface of, for example, a laminate floor panel without, however, having an influence on the step of applying the suspension with nanoparticles.

Voor de in deze stap aangebrachte harde partikels kan eveneens eender welk materiaal worden toegepast dat harder is dan het hars van de toplaag. Bij voorkeur wordt hetzelfde materiaal toegepast als dat van de nog aan te brengen nanopartikels, evenwel kan ook voor een ander, bij voorkeur keramisch materiaal worden geopteerd.For the hard particles applied in this step, it is also possible to use any material that is harder than the resin of the top layer. Preferably the same material is used as that of the nanoparticles still to be applied, but it is also possible to opt for a different, preferably ceramic, material.

De voornoemde harde partikels die zich onder de door middel van een suspensie opgebrachte nanopartikels bevinden, kunnen ook zijn geïntegreerd in een dragervel zelf, bijvoorbeeld en bij voorkeur het voornoemde dragervel. In het geval van een papieren dragervel betekent dit dat de harde partikels in het papier zelf zijn opgenomen.The aforementioned hard particles which are below the nanoparticles applied by means of a suspension can also be integrated in a carrier sheet itself, for example and preferably the aforementioned carrier sheet. In the case of a paper carrier sheet, this means that the hard particles are included in the paper itself.

Het verkregen voorbeharste dragervel wordt, alvorens de voornoemde suspensie wordt aangebracht, bij voorkeur gedroogd tot een restvochtgehalte van maximum 20%, en beter nog van maximum 15%. Door het invoeren van deze droogbewerking wordt bekomen dat het risico dat de nadien aan te brengen gesuspendeerde nanopartikels uitzakken in het reeds aan de bovenzijde van het voorbeharste dragervel aanwezige hars geminimaliseerd is en dat de aangebrachte nanopartikels zo goed mogelijk boven in de toplaag van het uiteindelijke vloerpaneel aanwezig zijn. Het is immers aan het oppervlak van het vloerpaneel dat zij het beste als kraswerende bestanddelen kunnen optreden. Met een dergelijke werkwijze kan worden bekomen dat minstens in de eerste 2 a 5 micrometer onder het oppervlak van het vloerpaneel een uniforme verdeling van harde nanopartikels aanwezig is. In deze eerste 2 a 5 micrometer kan een zeer hoge concentratie van nanopartikels worden bereikt, een aandeel van meer dan 50 volumeprocent nanopartikels in deze laag is niet uitgesloten. Het aandeel aan nanopartikels kan zelfs oplopen tot meer dan 85 volumeprocent.Before the aforementioned suspension is applied, the obtained pre-cured carrier sheet is preferably dried to a residual moisture content of a maximum of 20%, and more preferably of a maximum of 15%. By introducing this drying operation, it is achieved that the risk that the suspended nanoparticles to be applied subsequently sag into the resin already present on the top of the pre-hardened carrier sheet is minimized and that the applied nanoparticles are as well as possible at the top of the top layer of the final floor panel. present. After all, it is on the surface of the floor panel that they can best act as scratch-resistant components. With such a method it can be achieved that a uniform distribution of hard nanoparticles is present at least in the first 2 to 5 micrometers below the surface of the floor panel. A very high concentration of nanoparticles can be achieved in this first 2 to 5 micrometer, a share of more than 50 volume percent nanoparticles in this layer is not excluded. The share of nanoparticles can even rise to more than 85 volume percent.

Voor de aan te brengen suspensie wordt naast de voornoemde harde nanopartikels bij voorkeur minstens gebruik gemaakt van hars en water. Zo bijvoorbeeld kan een in water opgelost mengsel van vaste stoffen aangewend worden, waarbij dit mengsel minstens 50 gewichtsprocent nanopartikels, en beter nog minstens 70 gewichtsprocent nanopartikels bevat. Bijzonder goede resultaten werden verkregen met een mengsel dat 90 gewichtsprocent en meer nanopartikels bevat. In het mengsel van vaste stoffen wordt verder bij voorkeur gebruik gemaakt van minstens 10 gewichtsprocent vaste stof hars. Dit mengsel wordt dan bij voorkeur met water aangelengd totdat een suspensie wordt bekomen die voor minstens 30% bestaat uit het voornoemde mengsel van vaste stoffen, maar bij voorkeur zelfs voor minstens 45% of minstens 50% bestaat uit het voomoemde mengsel.For the suspension to be applied, in addition to the aforementioned hard nanoparticles, preferably at least use is made of resin and water. For example, a mixture of solids dissolved in water can be used, wherein this mixture contains at least 50% by weight of nanoparticles, and more preferably at least 70% by weight of nanoparticles. Particularly good results were obtained with a mixture containing 90% by weight and more nanoparticles. In the mixture of solids, use is furthermore preferably made of at least 10% by weight of solid resin. This mixture is then preferably diluted with water until a suspension is obtained which consists of at least 30% of the aforementioned solids mixture, but preferably even consists of at least 45% or at least 50% of the aforementioned mixture.

Als hars wordt bij voorkeur een thermohardend aminohars, zoals een melaminehars toegepast. Het is evenwel niet uitgesloten dat minstens voor de suspensie gebruik wordt gemaakt van een thermoplastisch hars.The resin used is preferably a thermosetting amino resin, such as a melamine resin. However, it is not excluded that a thermoplastic resin is used at least for the suspension.

In de suspensie kunnen verder nog op zich bekende dispergeermiddelen worden toegepast die het in suspensie houden van de nanopartikels bevorderen. Andere mogelijke bestanddelen voor de suspensie zijn silaan, butaandiol, epsilon-caprolactam, butaandiol, polyglycolen, en dergelijke meer. Deze middelen zijn op zich bekend als modificeringsmiddelen voor aminoharsen.Furthermore, dispersion agents known per se can be used in the suspension, which promote the suspension of the nanoparticles. Other possible ingredients for the suspension are silane, butanediol, epsilon-caprolactam, butanediol, polyglycols, and the like. These agents are known per se as modifiers for amino resins.

Voor het opbrengen van de suspensie kan in principe eender welk op- of aanbrengsysteem worden toegepast, evenwel wordt bij voorkeur gebruik gemaakt van minstens één van volgende moge1i j kheden: een doseerinrichting; een opstrijkinrichting minstens aan de hand van een mes; een opbrenginrichting met minstens een draadrakelwals en/of een rasterwals; een opbrenginrichting met minstens een zogeheten luchtmes; een opbrenginrichting met behulp van walsen en messen.In principle, any application or application system can be used to apply the suspension, but at least one of the following possibilities is preferably used: a dosing device; an iron-on device at least on the basis of a knife; an applicator with at least one wire roller and / or a screen roller; an applicator with at least one so-called air knife; an application device with the help of rollers and knives.

Opgemerkt wordt dat een sproei-inrichting beter niet kan worden aangewend voor het aanbrengen van de suspensie vermits zij een negatief effect kan hebben op de uniformiteit van de aangebrachte nanopartikels. De aanwending van een dergelijke sproei-inrichting is evenwel niet uitgesloten.It is noted that it is better not to use a spraying device for applying the suspension, since it can have a negative effect on the uniformity of the applied nanoparticles. However, the use of such a spraying device is not excluded.

Bij voorkeur wordt de suspensie aangebracht in een opbrenginrichting zie zich in lijn bevindt met een inrichting die wordt aangewend tijdens voornoemde stap van het vormen van het voorbeharste dragervel. Hiertoe kan op een standaardimpregneerkanaal een extra station worden voorzien. Bij voorkeur bevindt de voornoemde opbrenginrichting zich, in doorloop van het dragervel gezien, achter een droogstation of oven.Preferably, the slurry is applied to an applicator, which is in line with a device that is employed during said step of forming the pre-cured carrier sheet. An additional station can be provided for this purpose on a standard impregnation channel. The aforementioned application device is preferably located, viewed through the carrier sheet, behind a drying station or oven.

In het algemeen draagt het de voorkeur dat bij het uitvoeren van een werkwijze volgens het eerste aspect minstens twee drooginstallaties of ovens worden aangewend en dat zich tussen deze twee drooginstallaties een opbrenginrichting bevindt waarmede minstens een gedeelte en bij voorkeur de volledige voornoemde suspensie met nanopartikels wordt aangebracht. Zo wordt bereikt dat het restvochtgehalte van het voornoemde voorbeharste dragervel door middel van de eerste drooginstallatie wordt beperkt, alvorens de suspensie wordt aangebracht, en dat, nadat de suspensie is aangebracht, het dragervel, verder kan worden gedroogd in de tweede drooginstallatie tot een restvochtgehalte van maximum 10%, en beter nog van maximum 7%. Deze tweede droogstap kan uiteraard ook op een andere lijn of afzonderlijk worden uitgevoerd.In general, it is preferable that at least two drying installations or furnaces are used when carrying out a method according to the first aspect, and that there is an application device between these two drying installations with which at least a portion and preferably the entire aforementioned suspension with nanoparticles is applied . Thus, it is achieved that the residual moisture content of the aforementioned pre-cured carrier sheet is limited by means of the first drying installation before the suspension is applied, and that, after the suspension has been applied, the carrier sheet can be further dried in the second drying installation to a residual moisture content of maximum 10%, and even better of maximum 7%. This second drying step can of course also be carried out on a different line or separately.

Het is duidelijk dat de huidige uitvinding volgens haar eerste aspect ook een vloerpaneel betreft dat bekomen is of kan bekomen worden door het toepassen van een werkwijze met de kenmerken van dit eerste aspect.It is clear that the present invention according to its first aspect also relates to a floor panel that has been or can be obtained by applying a method with the features of this first aspect.

Volgens een tweede onafhankelijk aspect betreft de huidige uitvinding een vloerpaneel van het type dat een toplaag bezit, die één of meer in hars gedrenkte dragervellen en een gedrukt decor bevat, met als kenmerk dat het gedeelte van de toplaag dat zich boven het dichtst bij de bovenzijde van het vloerpaneel gelegen dragervel uitstrekt minstens twee harslagen vertoont, waaronder, enerzijds, een eerste harslaag die naast hars minstens één werkzaam bestanddeel bevat, en, anderzijds een tweede harslaag die zich tussen het dragervel en de voornoemde eerste harslaag bevindt, en dat de tweede harslaag van de voornoemde eerste harslaag verschilt minstens doordat zij het voornoemde werkzame bestanddeel in een gelijkaardige hoedanigheid niet of in een kleinere concentratie bevat.According to a second independent aspect, the present invention relates to a floor panel of the type having a top layer, containing one or more resin-impregnated carrier sheets and a printed decor, characterized in that the portion of the top layer that is closest to the top is above the carrier sheet located from the floor panel has at least two resin layers, including, on the one hand, a first resin layer which comprises at least one active ingredient in addition to resin, and, on the other hand, a second resin layer which is situated between the carrier sheet and said first resin layer, and that the second resin layer at least differs from the aforementioned first resin layer in that it does not contain the aforementioned active ingredient in a similar capacity or in a smaller concentration.

Ter verduidelijking wordt met het feit dat zulke bestanddelen niet in een gelijkaardige hoedanigheid voorkomen bedoeld dat zulk werkzaam bestanddeel in de tweede harslaag niet in een zelfde of nagenoeg zelfde grootte of vorm voorkomt dan in de eerste harslaag. Zo bijvoorbeeld kunnen volgens het tweede aspect van de uitvinding zowel in de eerste harslaag als tweede harslaag korundum partikels voorkomen, doch in de eerste harslaag bijvoorbeeld uitsluitend in de hoedanigheid van nanopartikels en in de tweede harslaag in de hoedanigheid van aanzienlijk grotere partikels.For clarification, the fact that such components do not occur in a similar capacity means that such active ingredient does not occur in the second resin layer in the same or substantially the same size or shape as in the first resin layer. For example, according to the second aspect of the invention, corundum particles may be present in both the first resin layer and the second resin layer, but in the first resin layer, for example, only in the capacity of nanoparticles and in the second resin layer in the capacity of considerably larger particles.

Volgens het tweede onafhankelijk aspect wordt bekomen dat werkzame bestanddelen zich hoofdzakelijk daar bevinden waar zij hun werking hebben. Dergelijke bestanddelen kunnen bij overmatig gebruik namelijk leiden tot een verlies aan zichtbaarheid van het gedrukte decor en/of tot een grote extra kost. De functie van dergelijke bestanddelen kan bijvoorbeeld kraswerend zijn, zoals bij nanopartikels, maar ook andere werkingen zijn mogelijk zoals bijvoorbeeld bestanddelen met vuilafstotende werking en dergelijke.In the second independent aspect, it is achieved that active ingredients are primarily located where they have their effect. Such components can in fact lead to a loss of visibility of the printed decor and / or to a large additional cost in the event of excessive use. The function of such components can, for example, be scratch-resistant, such as with nanoparticles, but other effects are also possible, such as, for example, components with a dirt-repellent effect and the like.

Bij vele van dergelijke bestanddelen kan de dikte van de voornoemde eerste harslaag beperkt worden tot minder dan de helft van de voornoemde tweede harslaag. De dikte van de eerste harslaag kan worden beperkt tot minder dan 30 micrometer, en bij voorkeur tot minder dan 10 micrometer. Diktes tussen 0,5 en 5 micrometer zijn niet uitgesloten en zijn bijvoorbeeld bijzonder voordelig wanneer het werkzame bestanddeel bestaat uit nanopartikels.With many such components, the thickness of the aforementioned first resin layer can be limited to less than half the aforementioned second resin layer. The thickness of the first resin layer can be limited to less than 30 microns, and preferably to less than 10 microns. Thicknesses between 0.5 and 5 micrometers are not excluded and are particularly advantageous when the active ingredient consists of nanoparticles.

Bij voorkeur is de eerste harslaag afzonderlijk op het voornoemde dragervel aangebracht, terwijl dit dragervel reeds minstens van de voornoemde tweede harslaag was voorzien. Het afzonderlijk aanbrengen van de eerste harslaag kan bijvoorbeeld worden uitgevoerd door de eerste harslaag als een suspensie van het werkzame bestanddeel aan te brengen.The first resin layer is preferably applied separately to the aforementioned carrier sheet, while this carrier sheet was already provided with at least the aforementioned second resin layer. The separate application of the first resin layer can be carried out, for example, by applying the first resin layer as a suspension of the active ingredient.

Het tweede aspect is voornamelijk interessant bij bestanddelen die hun werking aan het oppervlak van het vloerpaneel hebben. De voornoemde eerste harslaag vormt dan ook bij voorkeur het oppervlak van de voornoemde toplaag.The second aspect is particularly interesting with components that have their effect on the surface of the floor panel. The aforementioned first resin layer therefore preferably forms the surface of the aforementioned top layer.

De concentratie van het werkzame bestanddeel in de voornoemde tweede harslaag bedraagt bij voorkeur maximaal de helft, en beter nog maximaal een tiende van de concentratie van dit bestanddeel in de voornoemde eerste harslaag. Optimaal is de concentratie van dit bestanddeel in de voornoemde tweede harslaag nihil of quasi nihil.The concentration of the active ingredient in the aforementioned second resin layer is preferably a maximum of half, and more preferably a maximum of a tenth of the concentration of this component in the aforementioned first resin layer. Optimally, the concentration of this component in the aforementioned second resin layer is nil or almost nil.

Het voornoemde dragervel kan volgens het tweede aspect bijvoorbeeld een papiervel betreffen met een onbeharst gewicht tussen 10 en 40 gram/m2, en beter nog tussen 20 en 25 gram/m2. Een dergelijk papiervel kan als een zogenaamde overlay worden toegepast.According to the second aspect, the aforementioned carrier sheet can be a paper sheet with an unhardened weight of between 10 and 40 grams / m2, and more preferably between 20 and 25 grams / m2. Such a paper sheet can be used as a so-called overlay.

Het voornoemde dragervel kan volgens het tweede aspect ook een zogenaamd decorpapier betreffen. In zulk geval vertoont het dragervel een bedrukking die het voornoemde gedrukte decor vormt en bezit het dragervel, onbeharst, een gewicht tussen 55 en 100 gram/m2 en beter nog tussen 70 en 90 gram/m2.According to the second aspect, the aforementioned carrier sheet can also be a so-called decorative paper. In such a case the carrier sheet has a print which forms the aforementioned printed decor and the carrier sheet, unhardened, has a weight between 55 and 100 grams / m2 and more preferably between 70 and 90 grams / m2.

In een belangrijke uitvoeringsvorm van dit tweede aspect wordt het werkzame bestanddeel gevormd door harde partikels. Volgens deze belangrijke uitvoeringsvorm vertoont de voornoemde eerste harslaag bij voorkeur minstens één en beter nog een combinatie van twee of meer van volgende kenmerken: het kenmerk dat in de eerste harslaag als harde partikels nanopartikels worden toegepast met een gemiddelde grootte van minder dan 1 micrometer; het kenmerk dat in de eerste harslaag als harde partikels nanopartikels worden toegepast met een gemiddelde grootte tussen 20 en 700 nanometer, en beter nog tussen 50 en 200 nanometer; het kenmerk dat in de eerste harslaag als harde partikels partikels worden toegepast gekozen uit de groep van aluminiumoxide, siliciumcarbide, titaniumdioxide, boorcarbide, wolframcarbide, siliciumdioxide; het kenmerk dat de eerste harslaag voor minstens 50 gewichtsprocent en beter nog voor minstens 80 gewichtsprocent uit de voornoemde harde partikels bestaat; het kenmerk dat de eerste harslaag uit maximaal 50 gewichtsprocent hars en beter nog uit maximaal 20 gewichtsprocent hars bestaat.In an important embodiment of this second aspect, the active ingredient is formed by hard particles. According to this important embodiment, the aforementioned first resin layer preferably has at least one and more preferably a combination of two or more of the following characteristics: the characteristic that nanoparticles with an average size of less than 1 micron are used as hard particles in the first resin layer; the feature that nanoparticles with an average size between 20 and 700 nanometers, and even better between 50 and 200 nanometers, are used as hard particles in the first resin layer; the feature that in the first resin layer particles are used as hard particles selected from the group of alumina, silicon carbide, titanium dioxide, boron carbide, tungsten carbide, silicon dioxide; characterized in that the first resin layer consists of at least 50 weight percent and more preferably at least 80 weight percent of the aforementioned hard particles; characterized in that the first resin layer consists of a maximum of 50% by weight of resin and more preferably of a maximum of 20% by weight of resin.

Volgens dezelfde belangrijke uitvoeringsvorm vertoont de voornoemde tweede harslaag bij voorkeur minstens één en beter nog een combinatie van twee of meer van volgende kenmerken: het kenmerk dat de tweede harslaag voor minder dan 50 gewichtsprocent en beter nog voor minder dan 20 gewichtsprocent uit harde partikels bestaat; het kenmerk dat de tweede harslaag geen of nagenoeg geen harde partikels bevat; het kenmerk dat de tweede harslaag uit minstens 50 gewichtsprocent hars en beter nog uit minstens 80 gewichtsprocent hars bestaat; het kenmerk dat de tweede harslaag uitsluitend, of nagenoeg uitsluitend uit hars bestaat.According to the same important embodiment, the aforementioned second resin layer preferably has at least one and more preferably a combination of two or more of the following characteristics: the characteristic that the second resin layer consists of less than 50% by weight and more preferably less than 20% by weight of hard particles; characterized in that the second resin layer contains no or substantially no hard particles; characterized in that the second resin layer consists of at least 50% by weight of resin and more preferably of at least 80% by weight of resin; characterized in that the second resin layer consists exclusively or substantially exclusively of resin.

Nanopartikels of partikels uit keramische materialen zijn bijzonder dure kraswerende en/of slijtwerende bestanddelen die een belangrijke werking hebben aan het oppervlak van de toplaag en kunnen daarom bij voorkeur enkel of hoofdzakelijk aan het oppervlak worden geconcentreerd. Het is evenwel niet uitgesloten dat het vloerpaneel volgens deze belangrijke uitvoeringsvorm van het tweede aspect tevens minstens een derde harslaag vertoont welke onder het voornoemde dragervel aanwezig is en die harde partikels omvat, waarbij de gemiddelde grootte van de harde partikels in de derde harslaag groter is dan de gemiddelde grootte van de harde partikels in de voornoemde eerste harslaag. Bij voorkeur worden dan in deze derde harslaag partikels toegepast met een gemiddelde grootte tussen 20 en 200 micrometer, en beter nog tussen 60 en 160 micrometer. Deze groottes van keramische partikels zijn courant beschikbaar op de markt en goedkoper dan de voornoemde nanopartikels.Nanoparticles or particles from ceramic materials are particularly expensive scratch-resistant and / or wear-resistant components that have an important effect on the surface of the top layer and can therefore preferably be concentrated only or mainly on the surface. However, it is not excluded that the floor panel according to this important embodiment of the second aspect also has at least one third resin layer which is present under the aforementioned carrier sheet and which comprises hard particles, wherein the average size of the hard particles in the third resin layer is greater than the average size of the hard particles in the aforementioned first resin layer. Preferably particles are then used in this third resin layer with an average size between 20 and 200 micrometres, and more preferably between 60 and 160 micrometres. These sizes of ceramic particles are commonly available on the market and cheaper than the aforementioned nanoparticles.

In andere uitvoeringsvormen van dit tweede aspect wordt het voornoemde werkzame bestanddeel gevormd door zachte partikels zoals partikels op basis van polyurethaan die bij voorkeur sfeervormig zijn uitgevoerd. Dergelijke partikels kunnen aan het oppervlak van een vloerpaneel een zekere taaiheid verlenen welke ook leidt tot een meer krasbestendig oppervlak.In other embodiments of this second aspect, the aforementioned active ingredient is formed by soft particles such as polyurethane-based particles which are preferably of atmospheric design. Such particles can impart a certain toughness to the surface of a floor panel which also leads to a more scratch-resistant surface.

Volgens het tweede aspect kunnen ook vezelvormige werkzame bestanddelen worden toegepast, zoals glasvezels en/of cellulosevezels. Deze hebben de eigenschap dat ze een betere hechting voorzien tussen de polymeerkettingen van het hars, waardoor eveneens een betere krasvastheid kan worden bekomen.According to the second aspect, fibrous active ingredients can also be used, such as glass fibers and / or cellulose fibers. These have the property that they provide better adhesion between the polymer chains of the resin, whereby a better scratch resistance can also be obtained.

Volgens nog een andere mogelijkheid wordt het werkzame bestanddeel gevormd door een fluor-koolstofverbinding, bij voorkeur een gepolymeriseerde fluor-koolstofverbinding. Dergelijke materialen staan bekend omwille van hun vuilafstotende werking, die uiteraard voornamelijk aan het oppervlak van het vloerpaneel gewenst is.In yet another possibility, the active ingredient is formed by a fluorine-carbon compound, preferably a polymerized fluorine-carbon compound. Such materials are known for their dirt-repellent effect, which of course is desired primarily on the surface of the floor panel.

Opgemerkt wordt dat, volgens het tweede aspect, het voornoemde dragervel, de eerste en de tweede harslaag zich horizontaal boven elkaar in de toplaag uitstrekken, waarbij, bij voorkeur, de tweede harslaag rechtstreeks aan de eerste harslaag en aan het dragervel grenst.It is noted that, according to the second aspect, the aforementioned carrier sheet, the first and the second resin layer extend horizontally one above the other in the top layer, wherein, preferably, the second resin layer borders directly on the first resin layer and on the carrier sheet.

Het is duidelijk dat bepaalde uitvoeringen van de voornoemde belangrijke uitvoeringsvorm van het tweede aspect kunnen worden verwezenlijkt aan de hand van de werkwijze van het eerste aspect.It is clear that certain embodiments of the aforementioned important embodiment of the second aspect can be realized by the method of the first aspect.

Volgens een derde onafhankelijk aspect betreft de huidige uitvinding een vloerpaneel van het type dat een toplaag bezit, die minstens één in hars gedrenkt dragervel en een gedrukt decor bevat, met als kenmerk dat de toplaag minstens één werkzaam bestanddeel bevat, dat zich boven het gedrukt decor bevindt en aanwezig is onder de vorm van platte of langwerpige partikels. Het voornoemde werkzame bestanddeel wordt bij voorkeur gekozen uit de lijst van volgende drie mogelijkheden: platte harde partikels, zoals platte korundpartikels; cellulosevezels; glasvezels.According to a third independent aspect, the present invention relates to a floor panel of the type having a top layer containing at least one resin-impregnated carrier sheet and a printed decor, characterized in that the top layer contains at least one active ingredient that is located above the printed decor and is present in the form of flat or elongated particles. The aforementioned active ingredient is preferably selected from the list of the following three options: flat hard particles, such as flat corundum particles; cellulose fibers; glass fibers.

Zoals hoger beschreven hebben de bovenstaande drie mogelijke bestanddelen werkingen die aan het oppervlak van de toplaag voordelig kunnen worden aangewend. Hun langwerpige of platte vorm heeft het voordeel dat er bij het verpersen van een dergelijke toplaag, bijvoorbeeld bij het hanteren van de voornoemde DPL techniek, minder risico is op schade aan het perselement dat hierbij wordt aangewend. Het spreekt vanzelf dat langwerpige of platte partikels om die reden ook interessant zijn bij andere werkzame bestanddelen.As described above, the above three possible components have effects that can be used advantageously on the surface of the top layer. Their elongated or flat shape has the advantage that when pressing such a top layer, for example when handling the aforementioned DPL technique, there is less risk of damage to the pressing element that is used here. It is obvious that for this reason elongated or flat particles are also interesting for other active ingredients.

Opgemerkt wordt dat als platte partikels bij voorkeur partikels aangewend worden waarvan één van de drie hoofdafmetingen van het betreffend partikel minstens 10 maal kleiner is dan de andere twee hoofdafmetingen ervan, zoals bijvoorbeeld het geval is bij partikels in de vorm van vlokken. Met "langwerpig" wordt bij voorkeur bedoeld dat één van de drie hoofdafmetingen van het betreffend partikel minstens 10 maal langer is dan de andere twee hoofdafmetingen, zoals bijvoorbeeld het geval is bij partikels met een vezelvorm.It is noted that particles are preferably used as flat particles, one of the three main dimensions of the respective particle being at least 10 times smaller than its other two main dimensions, as is the case, for example, with particles in the form of flakes. By "elongated" it is preferably meant that one of the three major dimensions of the respective particle is at least 10 times longer than the other two major dimensions, as is the case, for example, with particles having a fiber shape.

Uiteraard kunnen dergelijke platte of langwerpige bestanddelen ook bijzonder voordelig worden aangewend bij vloerpanelen met de kenmerken van het voornoemde tweede aspect.Of course, such flat or elongated components can also be used particularly advantageously with floor panels with the characteristics of the aforementioned second aspect.

Volgens een vierde onafhankelijk aspect betreft de huidige uitvinding een vloerpaneel van het type dat een toplaag bezit, die minstens één in hars gedrenkt dragervel en een gedrukt decor bevat, met als kenmerk dat het dragervel op zich glasvezel bevat.According to a fourth independent aspect, the present invention relates to a floor panel of the type having a top layer, which comprises at least one resin-impregnated carrier sheet and a printed decor, characterized in that the carrier sheet per se contains glass fiber.

Verrassenderwijs hebben de uitvinders vastgesteld dat een dergelijk vloerpaneel goede krasvaste eigenschappen vertoont. Bij voorkeur betreft het hierbij een dragervel dat hoofdzakelijk alfacellulosepapier bevat waarin bij de productie van het papier glasvezels zijn geïntegreerd. Een dergelijk papier wordt bij voorkeur toegepast als een zogenaamde overlay en/of bezit bij voorkeur een gewicht tussen 10 en 40 gram/m2 en beter nog tussen 20 en 25 gram/m2.Surprisingly, the inventors have established that such a floor panel has good scratch-resistant properties. This preferably relates to a carrier sheet which mainly comprises alpha-cellulose paper in which glass fibers are integrated in the production of the paper. Such a paper is preferably used as a so-called overlay and / or preferably has a weight between 10 and 40 grams / m2 and more preferably between 20 and 25 grams / m2.

Het is duidelijk dat een laminaatvloerpaneel met de kenmerken van het derde aspect ook de kenmerken van het tweede en/of het derde aspect kan vertonen.It is clear that a laminate floor panel with the characteristics of the third aspect can also exhibit the characteristics of the second and / or the third aspect.

Er wordt opgemerkt dat waar in de huidige uitvinding, volgens al haar aspecten, harde partikels of nanopartikels worden aangewend, het bij voorkeur gaat om zogenaamde gesilaniseerde partikels, zoals gesilaniseerd aluminiumoxide. Gesilaniseerde partikels hebben de eigenschap dat zij beter hechten in een hars zoals melaminehars. Het aluminiumoxide kan zowel met een Si-OH groep worden gesilaniseerd, als met een Si-NH2 groep. De uitvinders hebben vastgesteld dat deze laatste, namelijk de zogenaamde aminosilanen, een nog betere hechting met het hars teweeg brengen.It is noted that where, in all its aspects, hard particles or nanoparticles are employed in the present invention, they are preferably so-called silanized particles, such as silanized alumina. Silanized particles have the property that they adhere better in a resin such as melamine resin. The aluminum oxide can be silanized with an Si-OH group as well as with an Si-NH 2 group. The inventors have found that the latter, namely the so-called amino silanes, bring about an even better adhesion with the resin.

Volgens een vijfde onafhankelijk aspect betreft de huidige uitvinding een vloerpaneel van het type dat een toplaag bezit, die minstens één in hars gedrenkt dragervel en een gedrukt decor bevat, waarbij de toplaag aluminiumoxide partikels bevat die zich minstens gedeeltelijk boven het gedrukte decor bevinden, met als kenmerk dat de aluminiumoxide partikels gesilaniseerd zijn met een aminosilaan.According to a fifth independent aspect, the present invention relates to a floor panel of the type having a top layer containing at least one resin-impregnated carrier sheet and a printed decor, the top layer containing aluminum oxide particles at least partially above the printed decor, with characterized in that the alumina particles are silanized with an amino silane.

Met het inzicht de kenmerken van de uitvinding beter aan te tonen, zijn hierna, als voorbeeld zonder enig beperkend karakter, enkele voorkeurdragende uitvoeringsvormen beschreven, met verwijzing naar de bijgaande tekeningen, waarin: figuur 1 een werkwijze weergeeft volgens het eerste aspect van de uitvinding; figuur 2 een variante van een dergelijke werkwijze weergeeft voor het gebied dat op figuur 1 met F2 is aangeduid; figuren 3 en 4 een dwarsdoorsnede doorheen de toplaag van een met een dergelijke werkwijze vervaardigd vloerpaneel weergeeft, waarbij figuur 4 op grotere schaal een zicht weergeeft op het gebied dat in figuur 3 met F4 is aangeduid; figuren 5 tot 9 nog voorbeelden weergeven van dergelijke vloerpanelen.With the insight to better demonstrate the features of the invention, a number of preferred embodiments are described below as an example without any limiting character, with reference to the accompanying drawings, in which: figure 1 shows a method according to the first aspect of the invention; figure 2 represents a variant of such a method for the area indicated by F2 in figure 1; figures 3 and 4 represent a cross-section through the top layer of a floor panel manufactured with such a method, figure 4 showing a larger scale view of the area indicated by F4 in figure 3; 5 to 9 show examples of such floor panels.

Figuur 1 geeft verschillende stappen weer in een werkwijze voor het vervaardigen van een vloerpaneel. Het betreft hierbij een laminaatvloerpaneel met een toplaag 1 die onder andere is opgebouwd uit twee in hars 2 gedrenkte dragervellen 3. Een eerste dragervel 3 voorzien met hars 2 vormt een zogenaamde overlay 4 en is bedoeld in het voorbeeld de bovenzijde van het te vervaardigen vloerpaneel te vormen. Deze overlay 4 strekt zich uit boven een tweede dragervel 3, hetwelke voorzien van hars 2 een decorlaag 5, ook wel decorpapier genoemd, vormt.Figure 1 shows various steps in a method for manufacturing a floor panel. This relates to a laminate floor panel with a top layer 1 which is built up among other things from two carrier sheets 3 soaked in resin 2. A first carrier sheet 3 provided with resin 2 forms a so-called overlay 4 and is intended in the example to be the top of the floor panel to be manufactured. to shape. This overlay 4 extends above a second carrier sheet 3, which provided with resin 2 forms a decorative layer 5, also referred to as decorative paper.

Hiertoe vertoont het tweede dragervel 3 een bedrukking 6 die het voornoemde gedrukte decor vormt.To this end, the second carrier sheet 3 has a print 6 which forms the aforementioned printed decor.

Figuur 1 geeft duidelijk weer dat het eerste dragervel 3, dat bedoeld is de overlay 4 te vormen, in een eerste stap SI voorzien wordt van hars 2, zodanig dat dit dragervel 3 minstens aan zijn bovenzijde 7 een hoeveelheid hars 2 vertoont. In dit geval werd het dragervel 3 volledig verzadigd met het hars 2 en vertoont het ook aan zijn onderzijde een hoeveelheid hars 2. In een tweede stap S2 wordt aan de bovenzijde 7 van het reeds beharste eerste dragervel 3 of overlay 4 een suspensie 8 aangebracht die harde nanopartikels 9 omvat, welke verder bij voorkeur aan één of meer van de specificaties beantwoordt die in de inleiding beschreven zijn. Het is duidelijk dat de suspensie 8 hierbij op eender welke wijze kan aangebracht zijn, bijvoorbeeld volgens de in de inleiding beschreven technieken.Figure 1 clearly shows that the first carrier sheet 3, which is intended to form the overlay 4, is provided with resin 2 in a first step S1, such that this carrier sheet 3 has a quantity of resin 2 at least on its upper side 7. In this case, the carrier sheet 3 was completely saturated with the resin 2 and also exhibits a quantity of resin 2 on its underside. In a second step S2, a suspension 8 is applied to the upper side 7 of the already hardened first carrier sheet 3 or overlay 4. hard nanoparticles 9, which further preferably meets one or more of the specifications described in the introduction. It is clear that the suspension 8 can be applied in any way, for example according to the techniques described in the introduction.

Voor het vormen van het laminaatvloerpaneel wordt in het voorbeeld van figuur 1 de in de inleiding vermelde DPL techniek toegepast waarbij, zoals weergegeven in stap S3, de voornoemde, in dit geval reeds met een suspensie 8 voorziene overlay 4, en de voornoemde decorlaag 5, met behulp van een perselement 10 op een basisplaat 11 worden geconsolideerd. In dit geval wordt aan de onderzijde 12 van de basisplaat 11, die bijvoorbeeld kan bestaan uit een MDF of HDF plaat, eveneens een in hars 2 gedrenkt dragervel 3 aangebracht dat een zogenaamde balanceerlaag of tegenlaag 13 vormt.For the formation of the laminate floor panel, the DPL technique mentioned in the introduction is used in the example of Figure 1, wherein, as shown in step S3, the aforementioned overlay 4, in this case already provided with a suspension 8, and the aforementioned decorative layer 5, be consolidated on a base plate 11 with the aid of a pressing element 10. In this case, on the underside 12 of the base plate 11, which may, for example, consist of an MDF or HDF plate, a carrier sheet 3 soaked in resin 2 is also formed that forms a so-called balancing layer or counter layer 13.

Opgemerkt wordt dat in stap S3 bij voorkeur relatief grote platen worden gevormd, welke vervolgens kunnen worden verzaagd tot kleinere panelen, waaraan ter vorming van de uiteindelijke vloerpanelen koppelmiddelen aan de randen ervan kunnen worden voorzien.It is noted that in step S3, relatively large plates are preferably formed, which can then be sawn into smaller panels, to which coupling means can be provided at their edges to form the final floor panels.

Het is duidelijk dat zodoende vloerpanelen worden verkregen die aan het bovenoppervlak nanopartikels bevatten, welke door het feit dat ze in een suspensie zijn aangebracht de in de inleiding genoemde voordelen aan deze vloerpanelen verlenen.It is clear that floor panels are thus obtained which contain nanoparticles on the upper surface, which, due to the fact that they are arranged in a suspension, confer the advantages mentioned in the introduction to these floor panels.

Opgemerkt wordt dat volgens een niet weergegeven variante het niet uitgesloten is de nanopartikels door middel van de suspensie aan te brengen nadat de verschillende lagen reeds met behulp van het perselement 10 zijn geconsolideerd.It is noted that according to a variant (not shown) it is not impossible to apply the nanoparticles by means of the suspension after the different layers have already been consolidated with the aid of the pressing element 10.

Figuur 2 geeft weer dat, volgens een variante, ook aan de onderzijde van het eerste dragervel 3 of overlay 4 harde partikels 14 kunnen worden aangebracht. Deze kunnen ook met behulp van een harssuspensie worden aangebracht en zijn, zoals weergegeven, bij voorkeur van een grotere gemiddelde grootte van de voornoemde nanopartikels 9.Figure 2 shows that, according to a variant, hard particles 14 can also be applied to the underside of the first carrier sheet 3 or overlay 4. These can also be applied with the aid of a resin suspension and, as shown, are preferably of a larger average size of the aforementioned nanoparticles 9.

Figuur 3 geeft een dwarsdoorsnede weer door de toplaag 1 van het laminaatvloerpaneel dat met de werkwijze uit figuur 1 is verkregen. Bij dit laminaatvloerpaneel wordt het oppervlak 15 van de toplaag 1 gevormd door de in suspensie 8 aangebrachte nanopartikels 9. Figuur 4 geeft weer dat bijzonder hoge concentraties van de nanopartikels 9 aan het oppervlak 15 van een laminaatvloerpaneel kunnen worden bereikt, welke zich direct bij het bovenoppervlak van het vloerpaneel bevinden en daardoor bijzonder effectief zijn.Figure 3 shows a cross-section through the top layer 1 of the laminate floor panel obtained with the method of Figure 1. In this laminate floor panel, the surface 15 of the top layer 1 is formed by the nanoparticles 9 disposed in suspension 8. Figure 4 shows that particularly high concentrations of the nanoparticles 9 on the surface 15 of a laminate floor panel can be achieved, which are located directly at the top surface. from the floor panel and are therefore particularly effective.

Figuur 5 geeft het resultaat weer dat kan worden bekomen met de werkwijze uit figuur 2. Het is duidelijk dat bij verpersen van de respectievelijke dragervellen 3 een eventuele migratie van de harde partikels 9 en/of 14 en/of het aangewende hars 2 kan optreden. Figuur 5 geeft bijvoorbeeld weer dat het hars 2 aan de onderzijde van het dragervel 3 van de overlay 4 en het hars 2 waarmee de partikels 14 zijn aangebracht tot een laag migreren waarin de partikels 14 zich verdelen. Een al te grote migratie van de nanopartikels 9 naar de onderliggende structuur wordt zoals weergegeven bij voorkeur vermeden en kan bijvoorbeeld worden voorkomen door de voornoemde suspensie 8 pas aan te brengen nadat het voorbeharste dragervel 3 enigszins is gedroogd.Figure 5 shows the result that can be obtained with the method from figure 2. It is clear that when pressing the respective carrier sheets 3, a possible migration of the hard particles 9 and / or 14 and / or the applied resin 2 can occur. Figure 5 shows, for example, that the resin 2 on the underside of the carrier sheet 3 of the overlay 4 and the resin 2 with which the particles 14 have been applied migrate into a layer in which the particles 14 are distributed. Too large a migration of the nanoparticles 9 to the underlying structure is preferably avoided as shown and can be prevented, for example, by applying the aforementioned suspension 8 only after the pre-cured carrier sheet 3 has dried slightly.

Figuur 6 geeft nog een variante weer waarbij grotere harde partikels 14 boven het dragervel 3 van de overlay 4 aanwezig zijn, maar waarbij het oppervlak 15 van het laminaatvloerpaneel nog steeds hoofdzakelijk wordt gevormd door de voornoemde in hars gevatte nanopartikels 9.Figure 6 shows another variant in which larger hard particles 14 are present above the carrier sheet 3 of the overlay 4, but in which the surface 15 of the laminate floor panel is still mainly formed by the aforementioned resin-coated nanoparticles 9.

Figuur 7 geeft een variante weer waarbij in het dragervel 3 zelf van de overlay 4 harde partikels 14 aanwezig zijn. Dit kan bijvoorbeeld worden bereikt wanneer een dragervel 3 wordt toegepast waarbij bij de productie ervan, bijvoorbeeld de productie van het papier waaruit dit dragervel 3 bestaat, harde partikels 14 hierin worden geïntegreerd.Figure 7 shows a variant in which hard particles 14 are present in the carrier sheet 3 itself of the overlay 4. This can be achieved, for example, when a carrier sheet 3 is used, whereby during its production, for example, the production of the paper comprising this carrier sheet 3, hard particles 14 are integrated herein.

Figuur 8 geeft een variante weer van een laminaatvloerpaneel waarbij de toplaag 1 boven de bedrukking 6 of het gedrukte decor geen extra dragervellen 3, zoals overlays 4, bevat. Figuur 9 geeft ook een dergelijke variante weer, waarbij naast de in suspensie 8 aangebrachte nanopartikels 9, tevens grotere harde partikels 14 boven de bedrukking 6 of het gedrukte decor zijn voorzien, welke zich wel hoofdzakelijk onder de nanopartikels 9 bevinden.Figure 8 shows a variant of a laminate floor panel in which the top layer 1 above the printing 6 or the printed decor does not contain any additional carrier sheets 3, such as overlays 4. Figure 9 also shows such a variant, in which in addition to the nanoparticles 9 disposed in suspension 8, larger hard particles 14 are also provided above the printing 6 or the printed decor, which are mainly located below the nanoparticles 9.

De grotere harde partikels 14 in het voorbeeld van de figuren 5, 6, 7 en 9 hebben bij voorkeur een gemiddelde grootte tussen 20 en 200 micrometer, en beter nog tussen 60 en 160 micrometer.The larger hard particles 14 in the example of Figures 5, 6, 7 and 9 preferably have an average size between 20 and 200 micrometers, and more preferably between 60 and 160 micrometers.

Opgemerkt wordt dat de dragervellen 3 in de weergegeven voorbeelden slechts schematisch zijn afgebeeld en dat in werkelijkheid de verhouding tussen de dikte van zulk dragervel en de totale dikte van de toplaag kan afwijken van de verhouding die in de figuren werd toegepast. Hetzelfde geldt voor de weergegeven afmetingen van de harde partikels 9 en 14. Voor niet beperkende voorbeelden van praktische dimensies van de partikels 9 en 14 wordt naar de beschrijving in de inleiding verwezen.It is noted that the carrier sheets 3 in the examples shown are shown only schematically and that in reality the ratio between the thickness of such carrier sheet and the total thickness of the top layer may deviate from the ratio used in the figures. The same applies to the dimensions of the hard particles 9 and 14 shown. For non-limiting examples of practical dimensions of the particles 9 and 14, reference is made to the description in the introduction.

Verder wordt opgemerkt dat onder andere de figuren 5 tot en met 9 tevens vloerpanelen weergeven die ook beantwoorden aan het tweede aspect van de uitvinding, waarbij voor het in dit tweede aspect vermelde werkzame bestanddeel harde nanopartikels zijn aangewend. Hierbij wordt de aldaar vermelde eerste harslaag gevormd door de voornoemde suspensie 8.It is further noted that, inter alia, Figures 5 to 9 also show floor panels which also correspond to the second aspect of the invention, wherein hard nanoparticles are used for the active ingredient mentioned in this second aspect. The first resin layer mentioned therein is formed by the aforementioned suspension 8.

Met de bedoeling de uitvinding nog verder te illustreren is hieronder, zonder enig beperkend karakter, nog een uitvoeringsvoorbeeld opgenomen.For the purpose of illustrating the invention even further, an exemplary embodiment is included below, without any limiting character.

Voorbeeld:Example:

Het voorbeeld beschrijft een praktische uitvoering van de werkwijze van het eerste aspect van de uitvinding, waarbij gebruik wordt gemaakt van een overlay die zoals weergegeven in figuur 2 wordt gerealiseerd.The example describes a practical embodiment of the method of the first aspect of the invention, wherein use is made of an overlay which is realized as shown in figure 2.

Voor het vormen van het voorbeharste dragervel werd op een 25 gram/m2 overlaypapier, bestaande uit alfacellulose, middels twee opeenvolgende impregnatiestappen hars opgedragen.To form the pre-hardened carrier sheet, resin was applied to a 25 gram / m2 overlay paper consisting of alpha cellulose, by two successive impregnation steps.

In een eerste impregnatiestap werd met doseerwalzen 50 gram/m2 aminohars (K791 van BASF) opgedragen. Dit hars werd opgedragen in een vloeibaar mengsel dat per 100 delen vaste stof aminohars, 65 delen water bevatte.In a first impregnation step, 50 grams / m2 of amino resin (K791 from BASF) was applied with metering rollers. This resin was applied in a liquid mixture containing 65 parts of water per 100 parts of solid amino resin, 65 parts of water.

Daarna, werd in een tweede impregnatiestap aan de hand van een sproei-inrichting aan de onderzijde van het overlaypapier nog eens 55 gram/m2 hars opgedragen. Dit hars werd opgedragen door middel van een suspensie die per 100 delen vaste stof aminohars, ongeveer 60 gewichtsdelen aluminiumoxidepartikels van een gemiddelde grootte van ongeveer 65 micrometer en 65 delen water.Then, in a second impregnation step, a sprayer on the underside of the overlay paper was used to add an additional 55 grams / m2 of resin. This resin was applied by means of a suspension containing per 100 parts of solid amino resin, approximately 60 parts by weight of aluminum oxide particles of an average size of approximately 65 micrometers and 65 parts of water.

Na de voornoemde twee impregnatiestappen werd het dragervel in een drooginstallatie geleid waarin het voorbeharste dragervel werd gedroogd tot het een restvochtgehalte van ongeveer 6% vertoonde.After the aforementioned two impregnation steps, the carrier sheet was passed into a drying plant in which the pre-cured carrier sheet was dried until it showed a residual moisture content of approximately 6%.

Aan de bovenzijde van dit gedroogde voorbeharste dragervel werd met behulp van een opstrijkinrichting een suspensie aangebracht met nanopartikels. Deze suspensie betrof een waterige oplossing van 50% van een mengsel van vaste stoffen. Dit mengsel van vaste stoffen bevatte 90 gewichtsprocent A1203 partikels met een gemiddelde korrelgrootte van 100 nanometer en 10 gewichtsprocent aminohars (K791).A suspension with nanoparticles was applied to the top of this dried pre-cured carrier sheet with the aid of an iron-on device. This suspension was an aqueous solution of 50% of a mixture of solids. This mixture of solids contained 90% by weight of Al 2 O 3 particles with an average grain size of 100 nanometers and 10% by weight of amino resin (K791).

Na het aanbrengen van de suspensie werd het behandelde dragervel terug in de drooginstallatie geleid waar het restvochtgehalte terug herleid werd tot ongeveer 6%.After applying the suspension, the treated carrier sheet was returned to the drying plant where the residual moisture content was reduced to approximately 6%.

De aldus bekomen overlay werd aan de hand van een DPL techniek samen met een beharst decorpapier verperst op een HDF plaat. Middels dezelfde persbewerking werd aan de onderzijde van de basisplaat een tegenlaag voorzien die eveneens bestond uit een in hars gedrenkt dragervel.The overlay thus obtained was pressed onto an HDF plate using a DPL technique together with a resinous decorative paper. By means of the same pressing operation, a counter layer was provided on the underside of the base plate which also consisted of a resin-impregnated carrier sheet.

Het aangewende decorpapier bevatte een bedrukking die de Afrikaanse donkere houtsoort wengé weergeeft. Deze bedrukking werd verkozen vermits eventuele krassen zich in de toplaag van een laminaatvloerpaneel normalerwijze wit aftekenen en dus tegen de achtergrond van een donker gedrukt decor zeer vlug zouden kunnen worden opgemerkt.The decorative paper used included a print that reflects the African dark wood wengé. This printing was preferred since any scratches would normally appear white in the top layer of a laminate floor panel and could therefore be noticed very quickly against the background of a dark printed decor.

Het bekomen laminaatpaneel werd onderworpen aan de in de inleiding beschreven testen voor krasvastheid en vertoonde uitzonderlijk goede resultaten. Desondanks het donkere gedrukte decor moest, in vergelijking met een vloerpaneel uit de stand van de techniek, een significant hogere drukkracht op de naaldtip worden uitgeoefend vooraleer een visueel storende kras werd ontwikkeld. Ook de inleiding vermelde sponstest leverde weinig of geen krassen op.The laminate panel obtained was subjected to the scratch resistance tests described in the introduction and showed exceptionally good results. Despite the dark printed decor, a significantly higher pressure force had to be exerted on the needle tip in comparison with a prior art floor panel before a visually disturbing scratch was developed. The sponge test mentioned in the introduction also produced little or no scratches.

In het algemeen wordt opgemerkt dat in de voorgaande aspecten van de uitvinding met "werkzaam bestanddeel" wordt bedoeld dat het betreffende bestanddeel in een grotere concentratie aanwezig is dan bij sporen het geval is, en derhalve een meetbare werking heeft.It is generally noted that in the foregoing aspects of the invention, "active ingredient" means that the ingredient in question is present in a greater concentration than is the case with spores, and therefore has a measurable effect.

Het is duidelijk dat de uitvinding volgens al haar aspecten bij voorkeur kan worden toegepast bij laminaatvloerpanelen die door middel van de inleiding vermelde DPL techniek zijn vervaardigd.It is clear that the invention according to all its aspects can preferably be applied to laminate floor panels which have been manufactured by means of the DPL technique mentioned in the introduction.

De huidige uitvinding is geenszins beperkt tot de als voorbeeld beschreven en in de figuren weergegeven uitvoeringsvormen, doch dergelijke werkwijzen en laminaatvloerpanelen, kunnen volgens verschillende varianten worden gerealiseerd zonder buiten het kader van de uitvinding te treden.The present invention is by no means limited to the embodiments described as examples and shown in the figures, but such methods and laminate floor panels can be realized according to various variants without departing from the scope of the invention.

Claims

A method for manufacturing floor panels of the type having a top layer (1), containing at least one carrier sheet (3) soaked in resin (2) and a printed decor (6), wherein hard nanoparticles are present in the top layer (1) (9) are processed that are above the aforementioned printed decor (6), the method comprising at least the step of forming a carrier sheet (3) which is provided with a resin such that it is at least partially resin-coated or pre-resin-coated (3) ) has a quantity of resin (2) at least on the side intended to form its upper side (7), characterized in that the method also comprises the step of supporting the above-mentioned already pre-cured carrier sheet (3) on the upper side (7) applying a suspension comprising at least a portion of the aforementioned hard nanoparticles (9).

Method according to claim 1, characterized in that particles with an average size between 20 and 700 nanometers, and even better between 50 and 200 nanometers, are used for the nanoparticles (9).

Method according to claim 1 or 2, characterized in that ceramic particles are used for the nanoparticles (9), preferably ceramic particles selected from the group of alumina (Al 2 O 3), silicon carbide (SiC), titanium dioxide (TiO 2), boron carbide (B 4 C) ), tungsten carbide (WC) and silica (SiO 2).

Method according to one of the preceding claims, characterized in that for the suspension (8) use is made of a suspension which, in addition to the aforementioned nanoparticles (9), contains at least resin (2) and water.

Method according to claim 4, characterized in that for the suspension (8) use is made of a mixture of solids dissolved in water, said mixture containing at least 50% by weight of nanoparticles (9), and more preferably at least 70% by weight of nanoparticles (9) .

Method according to claim 5, characterized in that a suspension of solids dissolved in water is used for the suspension (8), said mixture containing at least 90% by weight of nanoparticles (9).

Method according to claim 5 or 6, characterized in that for the above-mentioned mixture contains at least 10% by weight of solid resin (2).

Method according to one of Claims 5 to 7, characterized in that at least 30% of the aforementioned suspension (8) consists of the aforementioned mixture of solids.

The method according to claim 8, characterized in that said suspension consists of at least 45%, and more preferably at least 50%, of the aforementioned mixture of solids.

Method according to one of the preceding claims, characterized in that the step of forming the pre-hardened carrier sheet (3) consists at least of a metered application of resin (2).

Method according to one of the preceding claims, characterized in that during the manufacture of the floor panel, hard particles (14) are also applied in the top layer (1) at a place where they are located in the final floor panel above the printed decor (6) , but under the aforementioned nanoparticles (9) assigned by means of a suspension (8).

Method according to claim 11, characterized in that the hard particles (14) which are located below the nanoparticles (9) which are assigned by means of a suspension (8) have a larger average size than these nanoparticles (9), preferably with a average size between 20 and 200 microns and even better between 60 and 160 microns.

Method according to claim 11 or 12, characterized in that the hard particles that are underneath the nanoparticles (9) assigned by means of a suspension (8) are in a resin layer.

Method according to one of claims 11 to 13, characterized in that the hard particles (14) which are located in the final floor panel below the aforementioned nanoparticles' 9 are supported in a separate step.

Method according to claim 14, characterized in that the aforementioned carrier sheet (3) is a so-called overlay (4) and that the aforementioned hard particles (14) located in the final floor panel below the aforementioned nanoparticles (9) are assigned to the side of the carrier sheet (3) intended to form the underside thereof.

Method according to one of the preceding claims, characterized in that the aforementioned carrier sheet (3) is a so-called overlay (4) which consists mainly of alpha-cellulose and has a weight of between 10 and 40 grams / m2, and more preferably between 20 and 25 gram / m2.

Method according to claim 16, characterized in that said pre-cured carrier sheet (3) has a weight of 100 to 180 grams / m2 in the dry state, and more preferably of 125 to 155 grams / m2.

Method according to one of claims 1 to 14, characterized in that the aforementioned carrier sheet (3) has a print which forms the aforementioned printed decor (6), said carrier sheet (3) preferably being a paper sheet weighing between 55 and 100 grams / m2, and more preferably between 70 and 90 grams / m2.

The method according to claim 18, characterized in that said pre-hardened carrier sheet (3) has a weight of 120 to 200 grams / m2 in the dry state, and more preferably 130 to 170 grams / m2.

A method according to any one of the preceding claims, characterized in that, before the aforementioned suspension (8) is applied, the pre-cured carrier sheet (3) is dried to a residual moisture content of maximum 20%, and more preferably of maximum 15%.

Method according to one of the preceding claims, characterized in that after the suspension (8) has been applied, the carrier sheet (3) is dried to a residual moisture content of maximum 10%, and more preferably of maximum 7%.

Method according to one of the preceding claims, characterized in that the aforementioned suspension (8) with which the aforementioned nanoparticles (9) are applied also contains a dispersing agent which keeps the aforementioned nanoparticles in suspension.

Method according to one of claims 1 to 17, characterized in that the aforementioned carrier sheet (3) is a so-called overlay (4), said carrier sheet (3) consisting essentially of an alpha-cellulose paper in which hard particles are produced during the production of the paper ( 14) such as aluminum oxide and / or glass fibers are integrated.

Method according to one of the preceding claims, characterized in that at least one of the following possibilities is used for applying the above-mentioned suspension (8) containing the above-mentioned nanoparticles (9): a dosing device; an iron-on device at least on the basis of a knife; an applicator with at least one wire roller and / or a screen roller; an applicator with at least one so-called air knife; an application device with the help of rollers and knives.

Method according to one of the preceding claims, characterized in that the step of applying the aforementioned suspension containing the nanoparticles (9) is carried out in an application device which is in line with a device which is used during said step of forming the pre-hardened carrier sheet (3), and that said application device, viewed in the direction of passage of the carrier sheet (3), is preferably located behind a drying station or oven.

A method according to any one of the preceding claims, characterized in that at least two ovens are used in its execution and that there is an application device between these two ovens with which at least a portion and preferably the entire aforementioned nanoparticles suspension (8) ) is applied.

Laminate floor panel characterized in that it is obtained or can be obtained by applying a method according to one of claims 1 to 26.