BE1016703A5 - Zitmeubel. - Google Patents

Zitmeubel. Download PDF

Info

Publication number
BE1016703A5
BE1016703A5 BE2004/0633A BE200400633A BE1016703A5 BE 1016703 A5 BE1016703 A5 BE 1016703A5 BE 2004/0633 A BE2004/0633 A BE 2004/0633A BE 200400633 A BE200400633 A BE 200400633A BE 1016703 A5 BE1016703 A5 BE 1016703A5
Authority
BE
Belgium
Prior art keywords
backrest
seating
footrest
seat
seating furniture
Prior art date
Application number
BE2004/0633A
Other languages
English (en)
Original Assignee
Haelvoet Vincent
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by Haelvoet Vincent filed Critical Haelvoet Vincent
Priority to BE2004/0633A priority Critical patent/BE1016703A5/nl
Priority to EP05028305A priority patent/EP1674002A1/en
Application granted granted Critical
Publication of BE1016703A5 publication Critical patent/BE1016703A5/nl

Links

Classifications

    • AHUMAN NECESSITIES
    • A47FURNITURE; DOMESTIC ARTICLES OR APPLIANCES; COFFEE MILLS; SPICE MILLS; SUCTION CLEANERS IN GENERAL
    • A47CCHAIRS; SOFAS; BEDS
    • A47C1/00Chairs adapted for special purposes
    • A47C1/02Reclining or easy chairs
    • A47C1/031Reclining or easy chairs having coupled concurrently adjustable supporting parts
    • A47C1/034Reclining or easy chairs having coupled concurrently adjustable supporting parts the parts including a leg-rest or foot-rest
    • A47C1/035Reclining or easy chairs having coupled concurrently adjustable supporting parts the parts including a leg-rest or foot-rest in combination with movably coupled seat and back-rest, i.e. the seat and back-rest being movably coupled in such a way that the extension mechanism of the foot-rest is actuated at least by the relative movements of seat and backrest

Landscapes

  • Health & Medical Sciences (AREA)
  • Dentistry (AREA)
  • General Health & Medical Sciences (AREA)
  • Chairs For Special Purposes, Such As Reclining Chairs (AREA)

Abstract

Deze uitvinding betreft een zitmeubel, in het bijzonder een relaxzetel, omvattende een zitgedeelte (1), een rugleuning (2) die in een zitstand en een ligstand kan geplaatst worden en een voetensteun (3) die in een ingeklapte en een uitgeklapte stand kan geplaatst worden, en een mechanisme om de bewegingen van de rugleuning (2) op het zitgedeelte (1) en op de voetensteun (3) over te brengen zodat het zitgedeelte (1) gekanteld wordt en de voetensteun (3) wordt uitgeklapt door de rugleuning (2) naar de ligstand te brengen, waarbij de bewegingen van de rugleuningen (2) op de voetensteun (3) worden overgebracht via een overbrengingsmechanisme (10-15) met een overbrengingsverhouding (b/a) die groter is dan 1, waarbij het zitgedeelte (1) en de rugleuning (2) roteerbaar zijn om respectievelijke vaste assen (4), (6) terwijl het zitgedeelte (1) en de rugleuning (2) met elkaar verbonden zijn zodat een rotatie van de rugleuning (2) een rotatie van het zitgedeelte (1) teweegbrengt. Een dergelijk mechanisme kan compact in de hoogte uitgevoerd worden en laat, qua vormgeving, een vrijwel onbeperkte creativiteit toe, terwijl tezelfdertijd de belasting van de rotatiepunten kan

Description

ZITMEUBEL
Deze uitvinding betreft een zitmeubel, omvattende een zitgedeelte, een rugleuning die in een zitstand en een ligstand kan geplaatst worden en een voetensteun die in een ingeklapte en een uitgeklapte stand kan geplaatst worden, waarbij een mechanisme voorzien is om de bewegingen van de rugleuning op het zitgedeelte en op de voetensteun over te brengen zodat, door de rugleuning vanuit de zitstand naar de ligstand te brengen, de hellingshoek van het zitgedeelte wordt gewijzigd en de voetensteun vanuit de ingeklapte naar de uitgeklapte stand wordt gebracht, en waarbij de bewegingen van de rugleuning op de voetensteun worden overgebracht via een overbrengingsmechanisme met een overbrengingsverhouding die groter is dan 1.
Deze octrooiaanvraag betreft in het bijzonder een relaxzetel. Ook zetels of stoelen die voorzien zijn voor gebruik als tuinmeubel (o.m. tuinstoelen) of voor gebruik in de verzorgingssector (rusthuizen, ziekenhuizen, e.d.) of voor gebruik bij de uitoefening van een medisch of paramedisch beroep, of voor opstelling in een vervoermiddel (bv. bussen, treinen, vliegtuigen e.d.) behoren tot het domein van deze uitvinding.
In deze octrooiaanvraag wordt het woord zitmeubel gebruikt in de meest ruime betekenis van eender welke inrichting waarop een persoon in een zittende en/of een liggende houding kan plaatsnemen. Zo vallen onder meer ook stoelen, banken en bedden binnen het kader van deze uitvinding.
Bij een aantal gekende relaxzetels gebeurt het uitklappen van de voetensteun onafhankelijk van de beweging naar de ligstand van de rugleuning. Dit soort zitmeubelen is hierdoor minder gebruiksvriendelijk. Veel gekende relaxzetels hebben een rechtstreekse mechanische verbinding tussen de rugleuning en de voetensteun om het uitklappen van de voetensteun te realiseren als gevolg van de beweging naar de ligstand van de rugleuning. Bij het ontwerpen van dit type relaxzetels is men genoodzaakt om deze verbinding op relatief grote afstand van het draaipunt van de rugleuning en/of op relatief kleine afstand van het draaipunt van de voetensteun te laten aangrijpen. Dit om als gevolg van de kantelbeweging van de rugleuning een rotatie van de voetensteun te bekomen die voldoende groot is om deze vanuit de ingeklapte toestand naar de uitgeklapte toestand te brengen. Over het algemeen wil men door een rotatie van de rugleuning over een hoek van ongeveer 35°, een rotatie van de voetensteun bekomen over een hoek van ongeveer 95°.
In het geval dat men de verbinding dicht bij het draaipunt van de voetensteun laat aangrijpen moet dit draaipunt echter een vrij zware belasting opvangen. Hierdoor zal dit draaipunt minder goed bestand zijn tegen slijtage en/of gevoeliger zijn voor defecten als gevolg van overbelasting. Anderzijds, door de verbinding op grote afstand van het draaipunt van de rugleuning te laten aangrijpen wordt een mechanisme bekomen dat vrij veel plaats inneemt in de hoogte. Aangezien men het mechanisme onzichtbaar in de zetel wil inbouwen, zal men het zitgedeelte een grote hoogte moeten geven. Dit vormt een aanzienlijke beperking van de vrijheid bij het ontwerpen van nieuwe modellen van zitmeubelen.
De aangrijpingspunten van de verbinding moeten dus gekozen worden in functie van de gewenste hoekverdraaiing, zodat nadelige effecten inzake de inbouwhoogte en de draaipuntbelasting niet of niet voldoende kunnen vermeden worden.
Bij een aantal bestaande relaxzetels is het zitgedeelte zo in het mechanisme opgenomen dat het naar achter toe verplaatst wordt als de rugleuning naar de ligstand wordt gebracht. Door deze achterwaartse verplaatsing van het zitgedeelte wordt de voetensteun naar zijn uitgeklapte stand gebracht. Als de rugleuning terug naar de zitstand wordt gebracht wordt het zitgedeelte terug naar voor verplaatst. Het nadeel van dit soort mechanismen is dat ze door de verplaatsingen van het zitgedeelte een voorwaartse of achterwaartse verplaatsing van het zwaartepunt teweegbrengen. Om de stabiliteit van de zetel op elk ogenblik te kunnen garanderen moet men hiermee rekening houden bij het ontwerp van een dergelijk zitmeubel.
In de Duitse octrooipublicatie DE 10 73 175 B wordt een zetel beschreven met de in de eerste paragraaf van deze beschrijving genoemde kenmerken. De rugleuning is via een verbindingssstang verbonden met een roteerbare arm, dewelke op zijn beurt via een eerste stang verbonden is met de voetensteun en via een tweede stang verbonden is met het zitgedeelte. Het mechanisme dat zich onder het zitgedeelte bevindt omvat dus drie stangen en een roteerbare arm, zodat deze gekende zetel onder het zitgedeelte een vrij omvangrijk mechanisme omvat. Dit beperkt de ontwerpvrijheid als men het mechanisme onzichtbaar in het zitgedeelte wil inbouwen.
De bewegingen van de rugleuning worden via dezelfde roteerbare arm overgebracht op het zitgedeelte en op de voetensteun, waardoor het draaipunt van de roteerbare arm bovendien ook vrij zwaar belast wordt. De afstand tussen het aangrijpingspunt van de verbindingsstang en het draaipunt van de roteerbare arm moet ook voldoende groot zijn om de vereiste kracht te ontwikkelen om zowel het zitgedeelte als de voetensteun te bewegen, waardoor de inbouw van het mechanisme in een zitgedeelte met een beperkte hoogte moeilijk realiseerbaar is.
Het doel van deze uitvinding is te verhelpen aan de hierboven aangeduide nadelen, door te voorzien in een zitmeubel van het hoger omschreven type, waarvan het mechanisme niet alleen eenvoudig en gebruiksvriendelijk is en op efficiënte en bedrijfszekere wijze functioneert, maar ook vrij compact is in de hoogte, bijdraagt tot een lage belasting van de rotatiepunten van het mechanisme en geen bijzondere maatregelen vereist om de stabiliteit te garanderen.
Dit doel wordt bereikt door een zitmeubel met de in de eerste paragraaf van deze octrooiaanvraag aangeduide kenmerken waarbij het zitgedeelte en de rugleuning rechtstreeks met elkaar verbonden zijn en roteerbaar zijn om respectievelijke vaste assen die op een tussenafstand van elkaar verwijderd zijn, zodat een rotatie van de rugleuning een rotatie van het zitgedeelte teweegbrengt.
Een dergelijk mechanisme kan compact in de hoogte uitgevoerd worden en het mechanisme kan op geringe afstand van de onderzijde van de zitting opgesteld worden.
Door de rechtstreekse verbinding tussen de rugleuning en het zitgedeelte kan het mechanisme met minder onderdelen en dus eenvoudiger uitgevoerd worden, onder meer in vergelijking met het uit DE 10 73 175 B gekende mechanisme. Bovendien moet er ook een kleinere kracht ontwikkeld worden via het overbrengingsmechanisme. Als dit mechanisme uitgevoerd wordt met een roteerbare arm wordt het draaipunt van die arm ook minder zwaar belast en kan het mechanisme met een beperkte hoogte uitgevoerd worden.
Een ‘rechtstreekse verbinding tussen het zitgedeelte en de rugleuning’ moet binnen het kader van deze uitvinding aanzien worden als een verbinding waarbij het zitgedeelte en de rugleuning niet via een tussenliggend mechanisme of niet via één of meerdere tussenliggende roteerbare verbindingselementen met elkaar verbonden zijn. Voor zover nodig willen we hier benadrukken dat een onderdeel of element dat vast verbonden is (solidair is) met de rugleuning of het zitgedeelte beschouwd wordt als zijnde een onderdeel dat deel uitmaakt van deze rugleuning of dit zitgedeelte. De hier bedoelde rechtstreekse verbinding kan dus ook gerealiseerd worden door het verbinden van het ene gedeelte (het zitgedeelte of de rugleuning) met een element of tussenstuk dat vast verbonden is met (deel uitmaakt van) het andere gedeelte (de rugleuning of het zitgedeelte).
Doordat de overbrengingsverhouding groter is dan 1 bekomt men het bijkomende voordeel dat een versterking van de beweging van de rugleuning wordt bekomen, waardoor men de plaats van de aangrijpingspunten van de mechanische verbinding op de rugleuning en de voetensteun niet langer moet kiezen in functie van de hoekverdraaiingen van de rugleuning en voetensteun, maar waardoor men die aangrijpingspunten nu vrij kan kiezen in functie van de gewenste inbouwhoogte van het mechanisme en van de belasting van draaipunten.
Een dergelijk mechanisme laat, qua vormgeving, een vrijwel onbeperkte creativiteit toe, terwijl tezelfdertijd de belasting van de rotatiepunten kan beperkt worden. Bovendien is het zitgedeelte enkel roteerbaar om een vaste as en niet verschuifbaar in voorwaartse en achterwaartse richting, zodat er bij het ontwerp van een dergelijk zitmeubel geen rekening moet gehouden worden met een verschuiving van het zwaartepunt.
Bij een aantal gekende zitmeubelen is de voetensteun niet schamierbaar verbonden met het zitgedeelte en gebeurt het uitklappen ervan door middel van een afzonderlijk mechanisme. Dit mechanisme komt bij het uitklappen naar voor en een aantal stangen ervan worden zichtbaar. Dit is niet enkel nadelig vanuit esthetisch oogpunt, maar aangezien deze stangen ook bereikbaar zijn laten deze systemen ook vanuit het oogpunt van de veiligheid te wensen over.
Om ook dit nadeel te verhelpen is het zitmeubel bij voorkeur voorzien van een voetensteun die schamierbaar verbonden is met het zitgedeelte.
Het zitmeubel volgens deze uitvinding wordt bij voorkeur zo uitgevoerd dat het genoemde overbrengingsmechanisme zich in een centrale zone onder het zitgedeelte bevindt.
Hierdoor is dit mechanisme zeer goed verborgen onder het zitgedeelte zodat het vanaf de zijkant van het zitmeubel niet zichtbaar is en de esthetische vormgeving van het zitmeubel ónmogelijk kan verstoren.
Het genoemde overbrengingsmechanisme omvat bij voorkeur een in een vast punt roteerbare hefboomarm, waarbij een eerste en een tweede stang op een verschillende afstand van dit vast punt verwijderd verbonden zijn met deze hefboomarm, en waarbij de stang met het dichtst bij het vast rotatiepunt gelegen verbindingspunt in verbinding staat met de rugleuning, terwijl de andere stang met de voetensteun in verbinding staat.
Een dergelijk overbrengingsmechanisme is bijzonder eenvoudig en toch voldoende bedrijfszeker en efficiënt.
De genoemde overbrengingsverhouding is bij voorkeur kleiner dan 3, en ligt in een zeer voorkeurdragende uitvoeringsvorm van de uitvinding tussen 2,3 en 2,7. Bijzonder voordelig is een overbrengingsverhouding van nagenoeg 2,5.
Bij voorkeur is het zitmeubel zo geconstrueerd dat de rugleuning minstens één arm omvat die een hoek vormt met het vlak van de rugleuning, dat deze arm roteerbaar is om een vaste as, en dat de arm roteerbaar met het zitgedeelte verbonden is in een verbindingspunt dat ten opzichte van de vaste as langs de zijde van de rugleuning gelegen is.
Hierdoor wordt elke rotatie van de rugleuning met zeer eenvoudig realiseerbare middelen overgebracht op het zitgedeelte. Door de keuze van het verbindingspunt kan men ervoor zorgen dat met de maximale verplaatsing van de rugleuning een passende inclinatie van het zitgedeelte overeenkomt.
In een voorkeursuitvoering omvat het zitmeubel volgens de uitvinding een verend element die op de rugleuning een kracht uitoefent waaroor deze gedwongen wordt naar de zitpositie. Hierdoor kan men een gebruiker van het zitmeubel zonder inspanning vanuit de ligpositie naar de zitpositie komen, en wordt een zeer gebruiksvriendelijk zitmeubel bekomen.
Het genoemde verend element is bijvoorbeeld een gasveer die in een blokkeerstand kan geplaatst worden om de beweegbare delen van het zitmeubel in een vaste positie te houden. Bij voorkeur is er een manueel bedienbare hendel voorzien om de gasveer in en uit de blokkeerstand te brengen.
In zijn meest voorkeurdragende uitvoeringsvorm is het zitmeubel volgens deze uitvinding een relaxzetel of een zetel of stoel voor gebruik als tuinmeubel (o.m.
tuinstoelen), voor gebruik in de verzorgingssector of voor gebruik bij de uitoefening van een medisch of paramedisch beroep of voor opstelling in een vervoermiddel voor personen.
In de hierna volgende beschrijving wordt een relaxzetel volgens deze uitvinding meer in detail omschreven. Deze beschrijving dient enkel om de kenmerken van het zitmeubel volgens deze uitvinding verder te verduidelijken, en kan dus niet aanzien worden als een beperking van de in de conclusies van deze octrooiaanvraag opgeëiste bescherming voor deze uitvinding, noch van het toepassingsgebied ervan.
In deze beschrijving wordt door middel van referentiecijfers verwezen naar de hierbij gevoegde figuren. Deze figuren zijn figuren 1 en 2, waarop een schematische voorstelling van het zitgedeelte, de rugleuning, de voetensteun en het mechanisme van een relaxzetel volgens de uitvinding, respectievelijk in een zitstand en een ligstand, wordt voorgesteld ; figuur 3, die een perspectief voorstelling is van het mechanisme van een eerste voorkeurdragende uitvoeringsvorm van een relaxzetel volgens de uitvinding ; figuren 4 en 5, dewelke perspectief voorstellingen zijn van een onderstel met een mechanisme en een rugleuning van een relaxzetel volgens een tweede voorkeurdragende uitvoeringsvorm van de uitvinding, respectievelijk in een zitstand en een ligstand; en figuur 6, die een zijaanzicht toont van de relaxzetel die op figuur 5 werd voorgesteld.
Op de figuren 1 en 2 wordt het mechanisme van een zetel volgens de uitvinding sterk vereenvoudigd voorgesteld ter illustratie van het werkingsprincipe ervan. De zetel omvat drie beweegbare delen, nl. een zitgedeelte (1), een rugleuning (2) en een voetensteun (3), dewelke op een vaste draagstructuur of frame (niet voorgesteld op figuren 1 en 2) bevestigd zijn.
Het zitgedeelte (1) is roteerbaar om een vaste as (4). De rugleuning (2) omvat onderaan een vaste draagarm (5) die solidair is met, en dus deel uitmaakt van, de rugleuning (2), en zich naar de voorzijde van de zetel toe uitstrekt en zelf roteerbaar is om een tweede vaste as (6). De rugleuning (2) is bijgevolg roteerbaar om de vaste as (6). Deze vaste draagarm (5) is voorts ook verbonden met het zitgedeelte (1) in een tussen de vaste as (6) en de mgleuning (2) gelegen punt (7), zodat de rugleuning (2) en het zitgedeelte (1) rechtstreeks met elkaar verbonden zijn.
Bij rotatie van de rugleuning (2) om de vaste as (6) zal het punt (7) naar beneden gebracht worden en een rotatie (met dezelfde draaizin) van het zitgedeelte (1) om de vaste as (4) teweegbrengen.
De voetensteun (3) is schamierbaar verbonden met het zitgedeelte (1) via een arm (8) die roteerbaar bevestigd is in een punt (9) aan de voorzijde van het zitgedeelte (1). Onder het zitgedeelte (1) bevindt zich een hefboomarm (10) die roteerbaar bevestigd in een vast rotatiepunt (11). De hefboomarm (10) is in een eerste punt (12) verbonden met een eerste stang (13) die in een punt (16) verbonden is met de mgleuning (2). De hefboomarm (10) is in een tweede punt (14) verbonden met een tweede stang (15) die in een punt (17) verbonden is met de voetensteun (3). De afstand (b) tussen het genoemde tweede punt (14) en het vast rotatiepunt (11) is groter dan de afstand (a) tussen het genoemde eerste punt (12) en dit rotatiepunt (11), zodat een bepaalde verplaatsing van de eerste stang (13) door middel van de hefboomarm (10) wordt omgezet in een grotere verplaatsing van de tweede stang (15). De hefboomarm (10) fungeert dus als een overbrengingsmechanisme met een overbrengingsverhouding die groter is dan 1.
Bij voorkeur is de verhouding (b/a) van enerzijds de afstand (b) tussen het tweede punt (14) en het vast rotatiepunt (11) en anderzijds de afstand (a) tussen het eerste punt (14) en het vast rotatiepunt (11) ongeveer 2,5.
In de hierna volgende beschrijving verwijzen we naar de figuren 3, 4, 5 en 6 die een eerste (figuur 3) en een tweede uitvoeringsvorm (figuren 4, 5 en 6) voorstellen van een relaxzetel volgens deze uitvinding.
Op deze figuren worden onderdelen die de functie vervullen van een onderdeel dat schematisch werd voorgesteld op de figuren 1 en 2, aangeduid met het referentiecijfer dat op de figuren 1 en 2 werd gebruikt.
In een eerste uitvoeringsvorm (zie figuur 3) omvat de relaxzetel een vast bevestigde draagstructuur met twee zijplaten (20) die zich aan weerszijden van het zitgedeelte (1) uitstrekken. Voorts omvat de zetel ook een as (4) die zich volgens de breedterichting van de zetel tussen de zijplaten (20) uitstrekt.
Het zitgedeelte (1) waarvan hier enkel het frame werd voorgesteld is roteerbaar om deze vaste as (4). Aan de voorzijde van het frame van het zitgedeelte (1) zijn twee naar voor gerichte latten (21) met naar boven gerichte einddelen voorzien. Aan het einddeel van elke lat (21) is een arm (8) verdraaibaar bevestigd, waarbij elke arm (8) op zijn beurt voorzien is om met de voetensteun (3) (niet op deze figuur voorgesteld) verbonden te worden. De armen (8) zijn schamierbaar verbonden met de lat (21), zodat de voetensteun (3) van een ingeklapte stand naar een uitgeklapte stand, enomgekeerd, kan geroteerd worden.
De as (4) draagt voorts ook twee vaste steunen (22) die zich in de omgeving van de uiteinden van de as (4) naar achter toe uitstrekken. Een horizontaal lopend profiel (23) met rechthoekige dwarsdoorsnede, voorzien om met de rugleuning (2) verbonden te worden, omvat twee naar voor gerichte armen (5) dewelke schamierbaar met een respectievelijke steun (22) verbonden zijn. De armen (5) zijn door middel van een cilindrisch tussenstuk (24), dat zich in het verlengde van het profiel (23) uitstrekt, verdraaibaar verbonden met het frame van het zitgedeelte (1). Deze verbinding is met het referentiecijfer (7) aangeduid.
Voorts draagt de as (4) ook twee schuin naar beneden gerichte evenwijdige benen (25). Met elk been (25) is, in de nabijheid van het onderste uiteinde ervan, een respectievelijke hefboomarm (10) verbonden, op zodanige wijze dat de twee benen (25) zich tussen de twee hefboomarmen (10) bevinden. De hefboomarmen (10) zijn verdraaibaar bevestigd op een zich tussen de hefboomarmen uitstrekkende as (11). Deze as (11) is dus een vast draaipunt van de hefboomarmen (10). Met elk van deze hefboomarmen (10) is voorts ook een eerste (13) en een tweede stang (15) verbonden. De eerste (13) en de tweede stangen (15) zijn respectievelijk in een eerste punt (12) en in een verder van de as (11) gelegen tweede punt (14) van de hefboomarmen (10) verdraaibaar verbonden.
Bijvoorbeeld : tussen de as (11) en de verbindingspunten (12) van de eerste stangen (13) is er een afstand van nagenoeg 4 cm, terwijl er tussen de as (11) en de verbindingspunten (14) van de tweede stangen (13) een afstand van nagenoeg 10 cm is, zodat de overbrengingsverhouding nagenoeg 2,5 is.
De andere uiteinden van de eerste stangen (13) zijn verdraaibaar verbonden, in een draaipunt (16), met de evenwijdige neerwaarts gerichte plaatjes (26) die vast verbonden zijn in de nabijheid van het midden van het genoemde profiel (23). De andere uiteinden van de tweede stangen (15) zijn voorzien om met de voetensteun (3) verbonden te worden via een draaipunt (17).
Tussen de neerwaarts gerichte plaatjes (26) die op het profiel (23) voorzien zijn loopt een asje (16) waarop het lichaam van een gasveer (27) bevestigd is. Het beweegbare deel van die gasveer (27) is op de vaste as (11) van de hefboomarmen (10) bevestigd. Door de veerkracht wordt de rugleuning (1) naar de zitstand gedwongen. Door middel van een aan weerszijden van de zetel manueel bedienbare hendel (28) kan de gasveer (27) in en uit een blokkeerstand gebracht worden en kan de zetel in de zitstand of de ligstand of in elke gewenste tussenstand weerhouden worden.
Het grootste verschil tussen de tweede uitvoeringsvorm die op de figuren 4, 5 en 6 voorgesteld is en de eerste uitvoeringsvorm volgens figuur 3 is dat de as (4) met de naar achter gerichte steunen (22) weggelaten is op de tweede uitvoeringsvorm. De draagstructuur van de zetel omvat nu een vaste brugplaat (29) die zich van de ene naar de andere zijkant onder het zitgedeelte (1) uitstrekt en aan beide einden een opstaande flank heeft. De vaste draaipunten (4), (6) zijn voorzien op de opstaande flanken van deze brugplaat (29).
Op het middengedeelte van de brugplaat (29) zijn twee evenwijdige en zich schuin naar boven uitstrekkende benen (30) voorzien. De hefboomarmen (10) hebben hun vast draaipunt (11) op een respectievelijk been (30) dat op de brugplaat (29) is voorzien.
Het beweegbare deel van de gasveer (27) is bij deze uitvoeringsvorm verdraaibaar bevestigd op een asje (31) dat de bovenste uiteinden verbindt van de op de brugplaat (29) voorziene benen (30). De voetensteun (3) is in de draaipunten (32) rechtstreeks verbonden met het zitgedeelte ( 1 ).
Voor het overige zijn de mechanismen van de twee uitvoeringsvormen nagenoeg identiek. De relaxzetel volgens figuur 3 is geschikt voor gebruik in de medische sector of de verzorgingssector (rusthuizen e.d.), terwijl de andere uitvoeringsvorm (volgens de figuren 4 t/m 6) meer geschikt is voor gebruik als een typische relaxzetel.
Op de figuren 5 en 6 wordt de zetel van figuur 4 voorgesteld met een gedeeltelijk neergeklapte rugleuning (2).
De werking van het mechanisme van beide uitvoeringsvormen is identiek : Als de gasveer (27) niet in de blokkeerstand staat kan de rugleuning (2) achteruit gekanteld worden, waarbij deze rugleuning (2), inclusief het profiel (23), roteert om het vast draaipunt dat met referentiecijfer (6) werd aangeduid. Het punt (7) waar de rugleuning (2) verbonden is met het zitgedeelte (1) wordt hierbij naar beneden bewogen zodat het zitgedeelte (1) wordt meegenomen en met dezelfde draaizin zal roteren om de vaste as (4) (fig. 3) of de vaste draaipunten (4) (fïg. 4 t/m 6). Hierdoor komt het zitgedeelte in een naar achter toe neerwaarts hellende positie (zie figuren 5 en 6).
Tezelfdertijd zal de rotatie van het profiel (23) als gevolg hebben dat de verbindingspunten (16) naar voor verplaatst worden, en zal deze verplaatsing via de stangen (13) overgebracht worden op de hefboomarmen (10) dewelke in voorwaartse richting gaan roteren om hun vast draaipunt (11). Hierdoor zullen de stangen (15) eveneens in voorwaartse richting verplaatst worden, zodat de aan deze stangen (15) bevestigde voetensteun (3) om de draaipunten (9) zal roteren naar de uitgeklapte stand. De verplaatsing van de laatstgenoemde stangen (15) zal hierbij groter zijn (nagenoeg 2,5 keer groter) dan de verplaatsing van de eerstgenoemde stangen (13) als gevolg van de verschillende afstand (10 cm en 4 cm) tussen hun aangrijpingspunten ((12), (14) en het vast rotatiepunt (11) van de hefboomarmen (10).
Door de gasveer (27) in de blokkeerstand te plaatsen wordt het verbindingspunt (16), waar het lichaam van de gasveer (27) met de beweegbare rugleuning (2) is verbonden, op een vaste afstand gehouden ten opzichte van het vast punt (11), (31) waarmee het beweegbare deel van de gasveer (27) verbonden is. Hierdoor wordt elke verdere beweging van de rugleuning (2), en bijgevolg ook van de voetensteun (3) en het zitgedeelte (1), onmogelijk gemaakt. De zetel kan hierdoor in elke mogelijke positie weerhouden worden.
Wanneer de gasveer (27) uit de blokkeerstand wordt gebracht, zal deze gasveer (27) een kracht uitoefenen om de rugleuning (2) naar de zitstand te bewegen, waardoor de gebruiker zonder inspanning naar de zithouding kan terugkeren.

Claims (10)

1. Zitmeubel, omvattende een zitgedeelte (1), een rugleuning (2) die in een zitstand en een ligstand kan geplaatst worden en een voetensteun (3) die in een ingeklapte en een uitgeklapte stand kan geplaatst worden, waarbij een mechanisme voorzien is om de bewegingen van de rugleuning (2) op het zitgedeelte (1) en op de voetensteun (3) over te brengen zodat, door de rugleuning (2) vanuit de zitstand naar de ligstand te brengen, het zitgedeelte (1) in een hellende positie wordt gebracht en de voetensteun (3) vanuit de ingeklapte naar de uitgeklapte stand wordt gebracht, en waarbij de bewegingen van de rugleuning (2) op de voetensteun (3) worden overgebracht via een overbrengingsmechanisme (10-15) met een overbrengingsverhouding (b/a) die groter is dan 1 met het kenmerk dat het zitgedeelte (1) en de rugleuning (2) rechtstreeks met elkaar verbonden zijn en roteerbaar zijn om respectievelijke vaste assen (4),(6) die op een tussenafstand van elkaar verwijderd zijn, zodat een rotatie van de rugleuning (2) een rotatie van het zitgedeelte (1) teweegbrengt.
2. Zitmeubel volgens conclusie 1 met het kenmerk dat het voorzien is van een voetensteun (3) die schamierbaar verbonden is met het zitgedeelte (1)
3. Zitmeubel volgens conclusie 1 of 2 met het kenmerk dat het genoemde overbrengingsmechanisme (10-15) zich in een centrale zone onder het zitgedeelte (1) bevindt.
4. Zitmeubel volgens een van de voorgaande conclusies met het kenmerk dat het overbrengingsmechanisme (10-15) een in een vast punt (11) roteerbare hefboomarm (10) omvat, dat een eerste (13) en een tweede stang (15) op een verschillende afstand (a), (b) van het vast rotatiepunt (9) verwijderd verbonden zijn met deze hefboomarm (10), dat de stang (13) met het dichtst bij het vast rotatiepunt (9) gelegen verbindingspunt (12) in verbinding staat met de rugleuning (2), terwijl de andere stang (15) met de voetensteun (3) in verbinding staat.
5. Zitmeubel volgens een van de voorgaande conclusies met het kenmerk dat de genoemde overbrengingsverhouding kleiner is dan 3
6. Zitmeubel volgens een van de voorgaande conclusies met het kenmerk dat de genoemde overbrengingsverhouding tussen 2,3 en 2,7 ligt en bij voorkeur nagenoeg 2,5 is.
7. Zitmeubel volgens een van de voorgaande conclusies met het kenmerk dat de rugleuning (2) minstens één arm (5) omvat die een hoek vormt met het vlak van de rugleuning (2), dat deze arm (5) roteerbaar is om een vaste as (6), en dat de arm (5) roteerbaar met het zitgedeelte (1) verbonden is in een verbindingspunt (7) dat ten opzichte van de vaste as (6) langs de zijde van de rugleuning (2) gelegen is.
8. Zitmeubel volgens een van de voorgaande conclusies met het kenmerk dat deze een verend element (27) omvat die op de rugleuning (2) een kracht uitoefent waardoor deze gedwongen wordt naar de zitpositie.
9. Zitmeubel volgens conclusie 8 met het kenmerk dat het verend element (27) een gasveer is die in een blokkeerstand kan geplaatst worden om de beweegbare delen (1), (2), (3) van het zitmeubel in een vaste positie te houden.
10. Zitmeubel volgens een van de voorgaande conclusies met het kenmerk dat het een relaxzetel is of een zetel of stoel voor gebruik als tuinmeubel of voor gebruik in de verzorgingssector of voor gebruik bij de uitoefening van een medisch of paramedisch beroep of voor opstelling in een vervoermiddel voor personen.
BE2004/0633A 2004-12-23 2004-12-23 Zitmeubel. BE1016703A5 (nl)

Priority Applications (2)

Application Number Priority Date Filing Date Title
BE2004/0633A BE1016703A5 (nl) 2004-12-23 2004-12-23 Zitmeubel.
EP05028305A EP1674002A1 (en) 2004-12-23 2005-12-23 Seating unit

Applications Claiming Priority (2)

Application Number Priority Date Filing Date Title
BE200400633 2004-12-23
BE2004/0633A BE1016703A5 (nl) 2004-12-23 2004-12-23 Zitmeubel.

Publications (1)

Publication Number Publication Date
BE1016703A5 true BE1016703A5 (nl) 2007-05-08

Family

ID=34923725

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
BE2004/0633A BE1016703A5 (nl) 2004-12-23 2004-12-23 Zitmeubel.

Country Status (2)

Country Link
EP (1) EP1674002A1 (nl)
BE (1) BE1016703A5 (nl)

Families Citing this family (2)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
DE102006039278B8 (de) * 2006-08-22 2009-06-18 Schneider, Rudolf T. Verwandelbarer Sitz-/Liegestuhl
AT11342U1 (de) * 2009-05-12 2010-09-15 Hoppe Kg Hodry Metallfab Mehrsitziger fernsehsessel

Citations (2)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
DE1073175B (de) * 1960-01-14 Wassili Luckhardt, Berlin-Dahlem Sitz- und Liegestuhl mit beim Verschwenken der Rückenlehne gleichzeitig verstellbarem Sitz und ein- und ausschwenkbarer Fußstütze
GB2275867A (en) * 1993-01-27 1994-09-14 Production Tools Seat recliner mechanism

Family Cites Families (4)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
DE1741320U (de) * 1954-09-20 1957-03-14 Wassili Luckhardt Ruhesessel mit beinstuetze.
US3001817A (en) * 1958-02-14 1961-09-26 Anton Lorenz Leg-rest and actuating mechanism
US3086815A (en) * 1959-07-10 1963-04-23 Anton Lorenz Reclining chair of the multiple movement type
JP2000152840A (ja) * 1998-11-20 2000-06-06 Shiroki Corp リクライニングチェア

Patent Citations (2)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
DE1073175B (de) * 1960-01-14 Wassili Luckhardt, Berlin-Dahlem Sitz- und Liegestuhl mit beim Verschwenken der Rückenlehne gleichzeitig verstellbarem Sitz und ein- und ausschwenkbarer Fußstütze
GB2275867A (en) * 1993-01-27 1994-09-14 Production Tools Seat recliner mechanism

Also Published As

Publication number Publication date
EP1674002A1 (en) 2006-06-28

Similar Documents

Publication Publication Date Title
US6824219B2 (en) Ergonomic office chair with an extending foot
JPH05184436A (ja) シートからベッドに変換できる家具品
WO1997047219A9 (en) Three-way reclining furniture item
US7823976B2 (en) Chair
US20070257525A1 (en) Sleep over recliner chair
JP2866194B2 (ja) 調整自在椅子
US20090146468A1 (en) Reclining Lounge Chair
US20170295934A1 (en) Reclinable seat
US607293A (en) Reclining-chair
BE1016703A5 (nl) Zitmeubel.
US20140001805A1 (en) Reclining Mechanism for an Item of Furniture
US1271636A (en) Adjustable chair.
US612135A (en) Kneeler for church pews
US290344A (en) Peesley w
WO2011072350A1 (pt) Aperfeiçoamento em estrutura de apoio para as pernas e pés aplicada a poltronas reclináveis
US337521A (en) scaeeitt
US778074A (en) Foot-rest for chairs.
BE1029804B1 (nl) Verstelbaar ligmeubel
US435224A (en) Adjustable chair
US484571A (en) Adjustable chair
US196036A (en) Improvement in opera-chairs
US389926A (en) Recgjnfng-ghair
US3024064A (en) Reclining chair headrest construction
US480743A (en) Adjustable chair
US234041A (en) Leg-rest and reclining-chai r