Scharnier voor een poort of dergelijke en poort die met zulk scharnier is uitgerust
De huidige uitvinding heeft betrekking op een scharnier voor een poort of dergelijke.
Men kent reeds scharnieren voor poorten die in hoofdzaak bestaan uit twee of meer scharnierassen die aan één uiteinde zijn voorzien van een dwars uitsteeksel dat bedoeld is om te worden verankerd in een opwaartse steun zoals een muur, een paal of dergelijke.
Een nadeel van zulke bekende scharnieren is dat ze zich naast de paal uitstrekken in de doorgang die bedoeld is om door de poort te kunnen worden afgesloten, waardoor deze scharnieren de opening van de doorgang beperken.
Een ander nadeel van de bekende scharnieren is dat ze slechts een rotatie van de poort toelaten over een beperkte hoek.
Inderdaad, bij het verdraaien van de poort zal deze laatste op een bepaald ogenblik tegen de steun komen.
Nog een nadeel van de bekende scharnieren is dat ze niet toelaten de poort aan te drijven met verdoken aandrijfmiddelen.
Doordat de voornoemde aandrijfmiddelen niet volledig in de poort kunnen worden geïntegreerd, zijn de niet geïntegreerde delen onderhevig aan allerlei omgevingsinvloeden, zoals bijvoorbeeld regen.
Nog een ander nadeel van de bekende scharnieren is dat ze niet of moeilijk kunnen worden voorzien met blokkeermiddelen die toelaten de draaibeweging van de poort te beperken, waardoor een aanslag dient voorzien te worden, bijvoorbeeld in de vorm van een zogenaamde aanslagsteen.
Zulke aanslagsteen brengt echter een zeker gevaar met zich mee voor voorbijgangers die er zich aan kunnen kwetsen.
Het doel van de huidige uitvinding is aan één of meer van de voornoemde en andere nadelen een oplossing te bieden.
Hiertoe betreft de huidige uitvinding een scharnier voor een poort of dergelijke die hoofdzakelijk bestaat uit, enerzijds, een opwaarts gerichte scharnieras die met één uiteinde in de grond kan worden verankerd, en, anderzijds, uit een paal waarop een vleugel van de poort of dergelijke kan worden bevestigd en die verdraaibaar rond de voornoemde scharnieras is aangebracht, zodanig dat de scharnieras hoofdzakelijk verdoken in de paal is aangebracht.
Een voordeel van een scharnier volgens de uitvinding is dat de voornoemde scharnieras de steun van de poort vormt en hiermee samenvalt, waardoor het gebruik van een scharnier volgens de uitvinding de breedte van de doorgang, die door de poort kan worden afgesloten, relatief weinig beperkt.
Een ander voordeel van een scharnier volgens de uitvinding is dat zij een verdraaiing van de vleugel van de poort over een hoek van 360[deg.] kan toelaten.
Nog een voordeel van een scharnier volgens de uitvinding is dat in de voornoemde steun aandrijfmiddelen kunnen worden voorzien voor de poort, waarbij deze middelen volledig in de paal kunnen worden gehuisd en bijgevolg onzichtbaar zijn in een afgewerkte toestand van de poort.
Bovendien worden de voornoemde aandrijfmiddelen bij het onderbrengen ervan in de paal afgeschermd tegen externe factoren, waardoor bespaard kan worden op een afzonderlijke behuizing voor deze middelen of waardoor de levensduur van deze middelen aanzienlijk kan worden verlengd.
Nog een ander voordeel van de huidige uitvinding is dat op de scharnieras of in de paal één of meer blokkeermiddelen kunnen worden voorzien die toelaten de poort in een bepaalde stand te blokkeren, waardoor het gebruik van externe aanslagen zoals aanslagstenen, overbodig wordt.
De huidige uitvinding heeft eveneens betrekking op een poort die is voorzien van een scharnier volgens de uitvinding, waaraan een vleugel is bevestigd.
Bij voorkeur is een dergelijke poort volgens de uitvinding aan weerszijden voorzien van bij voorkeur minstens twee detectie-elementen, meer bepaald één dat is aangebracht op de paal van het scharnier en een ander dat is aangebracht op het vrije uiteinde van de vleugel van de poort.
Een voordeel van het voorzien van de voornoemde detectieelementen aan weerszijden van de poort, is dat een veiligheidszone kan worden gecreëerd rond de scharnierbare poort die alle bewegende delen van deze poort afschermt.
Een dergelijke afscherming is zeer moeilijk realiseerbaar wanneer een klassiek scharnier wordt toegepast, vermits in dat geval de detectie-elementen de zone tussen de scharnierzijde van de vleugel en het eigenlijk scharnier onafgeschermd blijft, zodat een gevaar blijft bestaan voor het klem raken tussen de vleugel en het scharnier.
Met het inzicht de kenmerken van de huidige uitvinding beter aan te tonen, worden hierna, als voorbeeld zonder enig beperkend karakter, enkele voorkeurdragende uitvoeringsvormen beschreven van een scharnier volgens de uitvinding, met verwijzing naar de bijgaande figuren, waarin:
figuur 1 in perspectief een dubbele poort weergeeft met een scharnier volgens de uitvinding; figuur 2 op grotere schaal een doorsnede weergeeft volgens lijn II-II in figuur l; figuur 3 eenzelfde zicht weergeeft als figuur 2, doch in een andere stand van de poort; figuur 4 op grotere schaal een doorsnede weergeeft volgens lijn IV-IV in figuur 1; figuur 5 een variante weergeeft van een poort volgens figuur 4; figuur 6 een variante weergeeft van een figuur 3.
In de figuren 1 en 2 is een poort 1 weergegeven die in hoofdzaak bestaat uit een scharnier 2 volgens de uitvinding, waaraan een vleugel 3 van de poort verdraaibaar is bevestigd.
Het. scharnier 2 volgens de uitvinding bestaat in hoofdzaak uit, enerzijds, een scharnieras 4 die, zoals is weergegeven in figuur 4, aan één uiteinde is voorzien van middelen 5 om hem te kunnen verankeren in de grond 6, en, anderzijds, uit een paal 7 die verdraaibaar rond de voornoemde scharnieras 4 is aangebracht en waarop de vleugel 3 van de poort 1 is bevestigd.
In de voornoemde paal 7 is een holte 8 voorzien waarin twee of meer lagers 9 zijn aangebracht op de voornoemde scharnieras 4 verdraaibaar is gelagerd.
Het gebruik van de hierboven beschreven poort 1 is volledig analoog aan deze van elke traditionele draaipoort, met dit verschil dat in dit geval de scharnieras 4 volledig verdoken is opgesteld en desgevallend een rotatie over 360[deg.] toelaat.
In figuur 5 wordt een variante weergegeven van een poort 1 waarbij de bediening van deze poort 1 is geautomatiseerd, waartoe in de holte 8 die is voorzien in de paal 7 aandrijfmiddelen 10 zijn ondergebracht, bijvoorbeeld in de vorm van een buismotor of dergelijke.
Opgemerkt wordt dat deze aandrijfmiddelen 10 volledig in de paal 7 kunnen worden voorzien, zodat deze onzichtbaar zijn aan de buitenzijde van de poort 1 en zodat deze aandrijfmiddelen 10 goed beschut zijn tegen invloeden van buitenuit.
Het is uiteraard ook mogelijk om in de paal 7 of op de scharnieras 4 blokkeermiddelen te voorzien die niet zijn weergegeven in de figuren en die toelaten de hoek, waarover de vleugel 3 kan worden verdraaid, te beperken.
Zulke blokkeermiddelen kunnen bijvoorbeeld bestaan uit aanslagen en daarmee samenwerkende uitsteeksels die respectievelij k op de scharnieras 4 en in de holte 8 van de paal 7 worden voorzien of uit een rem die bijvoorbeeld deel uitmaakt van de aandrijfmiddelen 10.
In figuur 6 is een poort 1 weergegeven die is voorzien van een scharnier 2 volgens de uitvinding, waarbij aan weerszijden van de poort 1 telkens twee met elkaar samenwerkende detectie-elementen 11-12 zijn voorzien.
Eén van beide detectie-elementen 11-12 aan één poortzijde wordt bij voorkeur bevestigd aan de paal 7 van het scharnier 2, terwijl het andere detectie-element 12 aan het vrije uiteinde van de vleugel 3 is aangebracht.
In dit geval bestaan de detectie-elementen 11 op de paal 7 van het scharnier 2 uit een zender/ontvanger voor infraroodstralen, terwijl het betreffende detectie-element 12 op het vrije uiteinde van de vleugel 3 bestaat uit een reflector die zich uitstrekt in een vlak nagenoeg loodrecht op de straalrichting van de voornoemde zender/ontvanger.
Door de hierboven beschreven opstelling van een zender/ontvanger en een detector aan weerszijden van de poort 1, wordt een sluitende veiligheidszone 13 gecreëerd die in figuur 6 met een streeplijn wordt aangeduid.
Inderdaad, bij het openen of sluiten van de poort 1, wordt elk voorwerp dat zich in de veiligheidszone 13 bevindt waargenomen en kan de beweging van de poort 1 worden stopgezet, zodat ongelukken kunnen worden vermeden.
Het is duidelijk dat de voornoemde detectie-elementen 11-12 van allerlei aard kunnen zijn zonder buiten het kader van de uitvinding te treden, zo is ook het gebruik van een zogenaamde stootband.
Tenslotte wordt opgemerkt dat de scharnieras 4 ook een lengte kan bevatten die groter is dan de lengte van de paal 7, waarbij de scharnieras 4 zich volledig doorheen de holte 8 in de paal uitstrekt en aan zijn vrij uitstekend uiteinde kan zijn voorzien van een zichtbare afwerking, waardoor het kan lijken dat de poort 1 een vaste steun heeft.
De huidige uitvinding is geenszins beperkt tot de hierboven beschreven en in de figuren weergegeven uitvoeringsvormen, doch een scharnier volgens de uitvinding kan volgens vele verschillende varianten worden verwezenlijkt zonder buiten het kader van de uitvinding te treden.
Hinge for a gate or the like and a gate equipped with such a hinge
The present invention relates to a hinge for a gate or the like.
Hinges are already known for gates consisting essentially of two or more pivot axes provided at one end with a transverse protrusion intended to be anchored in an upward support such as a wall, a pole or the like.
A drawback of such known hinges is that they extend alongside the post in the passage that is intended to be closed by the gate, whereby these hinges limit the opening of the passage.
Another drawback of the known hinges is that they only allow a rotation of the gate through a limited angle.
Indeed, when the gate is turned, the latter will come against the support at some point.
Another drawback of the known hinges is that they do not allow driving the gate with concealed drive means.
Because the aforementioned drive means cannot be fully integrated into the gate, the non-integrated parts are subject to all kinds of environmental influences, such as for example rain.
Yet another drawback of the known hinges is that they cannot be provided or are difficult to provide with blocking means that allow to limit the rotational movement of the gate, so that a stop must be provided, for example in the form of a so-called stop stone.
However, such an assessment means a certain danger for passers-by who can be hurt by it.
The object of the present invention is to provide a solution to one or more of the aforementioned and other disadvantages.
To this end, the present invention relates to a hinge for a gate or the like which consists essentially of, on the one hand, an upwardly directed hinge pin which can be anchored in the ground with one end, and, on the other hand, of a pole on which a wing of the gate or the like can be fixed and rotatably arranged around said hinge axis, such that the hinge axis is arranged substantially concealed in the post.
An advantage of a hinge according to the invention is that the above-mentioned hinge axis forms the support of the gate and coincides with it, so that the use of a hinge according to the invention limits the width of the passage that can be closed by the gate relatively little.
Another advantage of a hinge according to the invention is that it can allow a rotation of the wing of the gate through an angle of 360 [deg.].
A further advantage of a hinge according to the invention is that in the aforementioned support drive means can be provided for the gate, wherein these means can be completely housed in the pole and are therefore invisible in a finished state of the gate.
In addition, the aforementioned drive means are shielded against external factors when they are accommodated in the pole, so that a separate housing for these means can be saved or the service life of these means can be extended considerably.
Yet another advantage of the present invention is that one or more blocking means can be provided on the pivot axis or in the pole which allow the gate to be locked in a certain position, making the use of external stops such as stop stones superfluous.
The present invention also relates to a gate which is provided with a hinge according to the invention, to which a wing is attached.
Such a gate according to the invention is preferably provided on both sides with preferably at least two detection elements, more particularly one which is arranged on the pole of the hinge and another which is arranged on the free end of the wing of the gate.
An advantage of providing the aforementioned detection elements on either side of the gate is that a safety zone can be created around the hinged gate that shields all moving parts of this gate.
Such a shielding is very difficult to realize when a conventional hinge is used, since in that case the detection elements remain unprotected the area between the hinge side of the wing and the actual hinge, so that there is still a risk of getting stuck between the wing and the hinge.
With the insight to better demonstrate the characteristics of the present invention, a few preferred embodiments of a hinge according to the invention are described below as an example without any limiting character, with reference to the accompanying figures, in which:
figure 1 represents a double gate with a hinge according to the invention in perspective; figure 2 represents a cross-section on a larger scale according to line II-II in figure 1; figure 3 represents the same view as figure 2, but in a different position of the gate; figure 4 represents a cross-section on a larger scale according to line IV-IV in figure 1; figure 5 represents a variant of a gate according to figure 4; figure 6 represents a variant of a figure 3.
Figures 1 and 2 show a gate 1 which essentially consists of a hinge 2 according to the invention, to which a wing 3 of the gate is rotatably attached.
It. hinge 2 according to the invention consists essentially of, on the one hand, a hinge pin 4 which, as shown in figure 4, is provided at one end with means 5 for being able to anchor it in the ground 6 and, on the other hand, from a pole 7 which is arranged rotatably around said hinge axis 4 and on which the wing 3 of the gate 1 is mounted.
A cavity 8 is provided in the aforementioned post 7, in which two or more bearings 9 are arranged on the aforesaid pivot axis 4 so as to be rotatable.
The use of the gate 1 described above is completely analogous to that of any traditional swing gate, with the difference that in this case the pivot axis 4 is arranged completely concealed and, if necessary, allows a rotation through 360 [deg.].
Figure 5 shows a variant of a port 1 in which the operation of this port 1 is automated, for which purpose drive means 10 are accommodated in the cavity 8 provided in the pole 7, for example in the form of a tubular motor or the like.
It is noted that these drive means 10 can be completely provided in the post 7, so that they are invisible on the outside of the gate 1 and so that these drive means 10 are well protected against external influences.
It is of course also possible to provide blocking means in the post 7 or on the pivot axis 4 which are not shown in the figures and which allow to limit the angle through which the wing 3 can be rotated.
Such blocking means may, for example, consist of stops and projections cooperating therewith, which are respectively provided on the pivot axis 4 and in the cavity 8 of the post 7 or of a brake which is, for example, part of the driving means 10.
Figure 6 shows a gate 1 which is provided with a hinge 2 according to the invention, wherein on each side of the gate 1 two detection elements 11-12 co-operating with each other are provided.
One of the two detection elements 11-12 on one gate side is preferably attached to the post 7 of the hinge 2, while the other detection element 12 is arranged at the free end of the wing 3.
In this case, the detection elements 11 on the post 7 of the hinge 2 consist of a transmitter / receiver for infrared rays, while the relevant detection element 12 on the free end of the wing 3 consists of a reflector extending in a plane substantially perpendicular to the beam direction of the aforementioned transmitter / receiver.
Due to the above-described arrangement of a transmitter / receiver and a detector on either side of the gate 1, a closing security zone 13 is created which is indicated by a broken line in Figure 6.
Indeed, when opening or closing the gate 1, any object in the security zone 13 is detected and the movement of the gate 1 can be stopped so that accidents can be avoided.
It is clear that the aforementioned detection elements 11-12 can be of all kinds without departing from the scope of the invention, so is the use of a so-called buffer.
Finally, it is noted that the pivot axis 4 can also have a length that is greater than the length of the pole 7, wherein the pivot axis 4 extends completely through the cavity 8 in the pole and can be provided with a visible finish at its relatively protruding end , which may make it appear that port 1 has a fixed support.
The present invention is by no means limited to the embodiments described above and represented in the figures, but a hinge according to the invention can be realized in many different variants without departing from the scope of the invention.