BE1016448A5

BE1016448A5 - Schuifinrichting voor een lattenbodem en lattenbodem voorzien van dergeljke schuifinrichting.

Info

Publication number: BE1016448A5
Application number: BE2005/0067A
Authority: BE
Inventors: Georges Vanderbeke
Original assignee: Indurub Nv
Priority date: 2005-02-07
Filing date: 2005-02-07
Publication date: 2006-11-07

Abstract

Deze uitvinding betreft enerzijds een schuifinrichting (1) voor het instellen van het verend vermogen van minstens één geheel van drie latten uit een lattenbodem, waarbij de lattenbodem voorzien is van een lattenpaar, en een derde dewelke zich ten opzichte van het ligvlak van de lattenbodem onder het genoemde lattenpaar bevindt, waarbij de schuifinrichting (1) minstens één instelmiddel (4) omvat dat zodanig instelbaar is, dat in een eerste stand het verend vermogen van de latten uit het geheel van drie latten groter is dan in een tweede stand. Anderzijds betreft deze uitvinding een lattenbodem voorzien van minstens één dergelijke schuifinrichting (1).

Description

Schuifinrichting voor een lattenbodem en lattenbodem

voorzien van dergelijke schuifinrichting

Deze uitvinding betreft enerzijds een schuifinrichting voor het instellen van het verend vermogen van minstens één geheel van drie latten uit een lattenbodem, waarbij de lattenbodem voorzien is van een lattenpaar, en een derde lat dewelke zich ten opzichte van het ligvlak van de lattenbodem onder het genoemde lattenpaar bevindt en waarbij de schuifinrichting minstens één instelmiddel omvat dat zodanig instelbaar is, dat in een eerste stand het verend vermogen van de latten uit het geheel van drie latten groter is dan in een tweede stand. Anderzijds betreft deze uitvinding een lattenbodem voorzien van minstens één dergelijke schuifinrichting.

Met het ligvlak wordt in deze octrooiaanvraag het vlak van de lattenbodem bedoeld, waarop de matras komt te liggen.

Voor een goede slaapkwaliteit is één van de basisvereisten een goede lattenbodem. De lattenbodem moet zo vervaardigd zijn dat de latten in functie van de lichaamsbouw en de slaappositie kunnen meebewegen. Van belang hierbij is dat het verend vermogen van de lattenbodem ervoor moet zorgen dat de wervelkolom in eender welke situatie mooi recht komt te liggen.

Lattenbodems zijn opgebouwd uit een houten of stalen frame voorzien van afzonderlijke of samengestelde houten of kunststoflatten. De latten zijn met hun vrije uiteinden opgehangen in flexibele (eventueel kantelbare) ophangpunten, zoals bijvoorbeeld rubberen houders. De nieuwste lattenbodems omvatten vaak diverse instelbare zones.

Uit de Europese octrooipublicatie EP 0 919 163 is het gekend om het verend vermogen (hardheid) van de verschillende lattenparen in te stellen door het plaatsen van, bij voorkeur, twee schuifinrichtingen per lattenpaar. Via deze schuifinrichtingen kunnen de latten worden opgespannen en kan het betreffende lattenpaar meer of minder verend worden ingesteld. Hiervoor worden de genoemde schuifinrichtingen naar elkaar toe of van elkaar weg bewogen. Deze gekende schuifinrichtingen hebben echter het nadeel dat enkel een grove instelling van het verend vermogen mogelijk is.

Het doel van deze uitvinding is een schuifinrichting te verschaffen waarmee het mogelijk is om de instelling van het verend vermogen van het geheel van de latten fijner te kunnen instellen.

Het doel van de uitvinding wordt enerzijds bereikt door te voorzien in een schuifinrichting voor het instellen van het verend vermogen van minstens één geheel van drie latten uit een lattenbodem, waarbij de lattenbodem voorzien is van een lattenpaar, en een derde lat dewelke zich ten opzichte van het ligvlak van de lattenbodem onder het genoemde lattenpaar bevindt en waarbij de schuifinrichting minstens één instelmiddel omvat dat zodanig instelbaar is, dat in een eerste stand het verend vermogen van de latten uit het geheel van drie latten groter is dan in een tweede stand waarbij volgens deze uitvinding de schuifinrichting voorzien is van een samendrukbaar voetstuk dat rust op de genoemde derde lat, en dat het minstens één instelmiddel zodanig instelbaar is dat in de eerste stand het voetstuk minder samengedrukt wordt dan in de genoemde tweede stand.

Dergelijke schuifinrichting heeft het voordeel dat boven op de bestaande instelling van het verend vermogen van de latten in een lattenbodem, m.n. door het naar elkaar toe of van elkaar weg bewegen van twee schuifinrichtingen ten opzichte van een geheel van latten, er een bijkomende instelling ("fijnregeling") van het verend vermogen mogelijk is.

Bij een bijzonder voordelige uitvoering van de schuifinrichting volgens de uitvinding is de schuifinrichting voorzien van inklemmiddelen voor het inklemmen van de respectievelijke latten van het lattenpaar, en is het minstens één instelmiddel voorzien van minstens één uitsteeksel dat zich in de genoemde tweede stand, in een tussenruimte uitstrekt die gelegen is tussen het voetstuk en de inklemmiddelen. In een voorkeursuitvoering van de schuifinrichting volgens de uitvinding is het instelmiddel voorzien van twee uitsteeksels.

Het minstens één instelmiddel is bij voorkeur T-vormig uitgevoerd, waarbij de uitsteeksels voorzien zijn op het liggend deel van de T-vorm, en waarbij het opstaand deel van de T-vorm uitgevoerd is als een bedieningsklep waarmee het mogelijk is om over te schakelen van stand één naar stand twee, en omgekeerd.

Bij een meer bijzondere uitvoering van de schuifinrichting volgens de uitvinding is het minstens één instelmiddel draaibaar opgesteld ten opzichte van de schuifinrichting. Het instelmiddel is bij voorkeur draaibaar van de eerste stand naar de tweede stand. het instelmiddel is in het bijzonder draaibaar opgesteld in een holte die zich uitstrekt doorheen de inklemmiddelen. De holte is bij voorkeur voorzien van twee uitsparingen waarin het liggend deel van het instelmiddel draait.

De schuifinrichting volgens de uitvinding is bij voorkeur vervaardigd uit kunststof, in het bijzonder een Thermoplastisch Polyester Elastomeer (TPE), zoals bv. SBS of TPE-E. Het instelmiddel is bij voorkeur vervaardigd uit Polyamide 6 (PA6).

Anderzijds wordt het doel van de uitvinding bereikt door te voorzien in een lattenbodem, die voorzien is van een schuifinrichting volgens de uitvinding zoals hierboven omschreven.

Om de eigenschappen van deze uitvinding verder te verduidelijken en om bijkomende voordelen en bijzonderheden ervan aan te duiden volgt nu een meer gedetailleerde beschrijving van de schuifinrichting volgens de uitvinding. Het weze duidelijk dat niets in de hierna volgende beschrijving kan geïnterpreteerd worden als een beperking van de in de conclusies opgeëiste bescherming voor deze uitvinding.

In deze beschrijving wordt door middel van referentiecijfers verwezen naar de hierbij gevoegde tekeningen waarbij:
- figuur 1 een perspectiefvoorstelling is van de schuifinrichting volgens de uitvinding (instelmiddel niet voorgesteld);
- figuur 2 een perspectiefvoorstelling is van een andere uitvoeringsvorm van de schuifinrichting volgens de uitvinding (instelmiddel niet voorgesteld);
- figuur 3 een perspectiefvoorstelling is van het instelmiddel;

De lattenbodem volgens de uitvinding is opgebouwd uit een houten of stalen frame voorzien van verschillende lattenparen dewelke met hun vrije uiteinden opgehangen zijn in flexibele (eventueel kantelbare) ophangpunten. De verschillende lattenparen zijn tevens voorzien van een derde lat dewelke zich ten opzichte van het ligvlak van de lattenbodem onder het genoemde lattenpaar bevindt. Met het ligvlak wordt het vlak van de lattenbodem bedoeld waarop de matras komt te liggen. Deze derde lat is eveneens met zijn vrije uiteinden opgehangen in flexibele ophangpunten.

Om het verend vermogen (hardheid) van de verschillende lattenparen in te stellen, kunnen er, per geheel van drie latten, twee schuifinrichtingen (1) volgens de uitvinding ten opzichte van de latten worden geschoven.

Een schuifinrichting volgens de uitvinding, zoals wordt voorgesteld op figuren 1 en 2, zijn voorzien van:
- inklemmiddelen (2) voor het inklemmen van de latten van het lattenpaar in de schuifinrichting (1);
- een samendrukbaar voetstuk (3) dat voorzien is om te rusten op de derde lat van het geheel van drie latten. Verder is er minstens één instelmiddel (4) voorzien dat zodanig instelbaar is, dat in een eerste stand het verend vermogen van de latten uit het geheel van drie latten groter is dan in een tweede stand. Bij voorkeur wordt slechts één instelmiddel (4) gebruikt.

Het instelmiddel (4), zoals voorgesteld in figuur 3, is voorzien van twee uitsteeksels (5) die zich, in de tweede stand, in een tussenruimte (6) uitstrekken die gelegen is tussen het voetstuk (3) en de inklemmiddelen (2). Het instelmiddel (4) is T-vormig uitgevoerd, waarbij de uitsteeksels (5) voorzien zijn op het liggend deel (8) van de T-vorm, en het opstaand deel (9) van de T-vorm uitgevoerd is als een bedieningsklep.

Het instelmiddel (4) is draaibaar opgesteld in een holte

(7) die zich uitstrekt doorheen de inklemmiddelen (2). De holte (7) is hierom voorzien van twee uitsparingen (10) waarin de uiteinden van het liggend deel (8) van het instelmiddel (4) rusten. Wanneer het instelmiddel (4) via de bedieningsklep overgaat van de eerste naar de tweede stand, dan zullen de beide uitsteeksels nagenoeg tegen het voetstuk (3) gedrukt worden. Hierdoor zal de samendrukking van het voetstuk kleiner zijn dan in de eerste stand, met een kleiner verend vermogen (grotere hardheid) tot gevolg.

Met een dergelijke schuifinrichting (1) volgens de uitvinding is het mogelijk om boven op de bestaande instelling van het verend vermogen van de latten in een lattenbodem, m.n. door het naar elkaar toe of van elkaar weg bewegen van de twee schuifinrichtingen ten opzichte van het geheel van latten, een bijkomende instelling ("fijnregeling") van het verend vermogen te bekomen door verplaatsen van het genoemde minstens één instelmiddel

(4) van de eerste naar de tweede stand.

Claims

C O N C L U S I E S

1. Schuifinrichting (1) voor het instellen van het verend

vermogen van minstens één geheel van drie latten uit een lattenbodem, waarbij de lattenbodem voorzien is van een lattenpaar, en een derde lat dewelke zich ten opzichte van het ligvlak van de lattenbodem onder het genoemde lattenpaar bevindt en waarbij de schuifinrichting (1) minstens één instelmiddel (4) omvat dat zodanig instelbaar is, dat in een eerste stand het verend vermogen van de latten uit het geheel van drie latten groter is dan in een tweede stand met het kenmerk dat de schuifinrichting (1) voorzien is van een samendrukbaar voetstuk (3) dat rust op de genoemde derde lat, en dat het minstens één instelmiddel (4) zodanig instelbaar is dat in de eerste stand het voetstuk (3) minder samengedrukt wordt dan in de genoemde tweede stand.

2. Schuifinrichting (1) volgens conclusie 1, met het

kenmerk dat de schuifinrichting (1) voorzien is van inklemmiddelen voor het inklemmen van de respectievelijke latten van het lattenpaar, en dat het minstens één instelmiddel (4) voorzien is van minstens één uitsteeksel (5) dat zich in de genoemde tweede stand in een tussenruimte (6) uitstrekt die gelegen is tussen het voetstuk (3) en de inklemmiddelen (2).

3. Schuifinrichting (1) volgens conclusie 1 of 2, met het

kenmerk dat het minstens één instelmiddel (4) voorzien is van twee uitsteeksels (5). 4. Schuifinrichting (1) volgens één van de voorgaande

conclusies, met het kenmerk dat het minstens één instelmiddel (4) T-vormig is uitgevoerd, waarbij de uitsteeksels (5) voorzien zijn op het liggend deel (8) van de T-vorm, en het opstaand deel (9) van de T-vorm uitgevoerd is als een bedieningsklep.

5. Schuifinrichting (1) volgens één van de voorgaande

conclusies, met het kenmerk dat het minstens één instelmiddel (4) draaibaar opgesteld is ten opzichte van de schuifinrichting (1).

6. Schuifinrichting (1) volgens conclusie 5, met het

kenmerk dat het minstens één instelmiddel (4) draaibaar is opgesteld in een holte (7) die zich uitstrekt doorheen de inklemmiddelen (2).

7. Schuifinrichting (1) volgens één van de voorgaande

conclusies, met het kenmerk dat de schuifinrichting

(1) vervaardigd is uit kunststof, in het bijzonder een Thermoplastisch Polyester Elastomeer.

8. Lattenbodem voorzien van minstens één schuifinrichting

(1) volgens één van de conclusies 1 t/m 7.