<Desc/Clms Page number 1>
Handgreep en/of bedieningselement en hulpstuk daarbij toegepast. Deze uitvinding heeft betrekking op een handgreep en of een bedieningselement, meer speciaal een handgreep zoals een deurkruk, een telefoonhoorn, een kraan, een handgreep in een openbaar voertuig en dergelijke of een bedieningselement zoals onder andere een lichtschakelaar, een grendel of het stuur van een huurauto.
Het is bekend dat op handgrepen en of bedieningselementen zoals deurkrukken of lichtschakelaars allerlei ziekteverwekkers en allergenen aanwezig kunnen zijn, zoals bacteriën, virussen, schimmels en dergelijke, hetgeen vooral het geval is in publieke plaatsen waar veel mensen deze handgrepen of lichtschakelaars met blote handen aanraken of in plaatsen waar een grote concentratie is aan ziekteverwekkers, zoals in ziekenhuizen, openbare toiletten of dergelijke.
Teneinde de overdracht van ziekteverwekkers van mens tot mens zoveel mogelijk te beperken, is het bekend om bijvoorbeeld deuren met deurkrukken te vervangen door automatische deuren, of kranen uit te rusten met een elektrisch oog, zodat ze niet meer moeten worden aangeraakt door een gebruiker.
Hoewel deze maatregelen uiterst efficiënt zijn in het voorkomen van de overdracht van ziekteverwekkers door aanraking, zijn zulke bekende automatische deuren en dergelijke relatief duur en onderhoudsintensief.
<Desc/Clms Page number 2>
Bovendien is het niet steeds mogelijk om een handgreep of een bedieningselement te vervangen door een automatische en of contactloze versie.
Een andere bekende oplossing is om plaatselijk, bijvoorbeeld boven een deur, in openbare telefooncellen of in toiletten een automatische vernevelaar te voorzien, die telkens wanneer iemand langskomt, een bepaalde hoeveelheid van een ontsmettingsvloeistof vernevelt.
Een nadeel van zulke bekende vernevelaar is dat er steeds een grote hoeveelheid ontsmettingsvloeistof moet worden verneveld voor een efficiënte ontsmetting.
Een ander nadeel is dat bij zulke verneveling niet alle mogelijk besmette oppervlakken worden bereikt, zodat de ontsmetting niet altijd even afdoende is.
Nog een nadeel van zulke vernevelaar is dat een gepaste inrichting nodig is voor de detectie van voorbijgangers en voor de bediening van de betreffende vernevelaar.
Nog een ander nadeel is dat bij het vernevelen de ontsmettingsvloeistof op de kleren van voorbijgangers kan terechtkomen.
De huidige uitvinding heeft tot doel aan de voornoemde en andere nadelen een oplossing te bieden.
Hiertoe betreft de uitvinding een handgreep of bedieningselement dat is voorzien van middelen die toelaten een ontsmettende stof over minstens een gedeelte van het
<Desc/Clms Page number 3>
oppervlak van de handgreep of het bedieningselement vrij te geven.
Een voordeel van een handgreep of bedieningselement volgens de uitvinding is dat de ontsmettende stof onmiddellijk aan de oppervlakte van de handgreep of het bedieningselement kan worden verdeeld, zodat er slechts een minimum aan ontsmettende stof moet worden gebruikt.
Nog een voordeel is dat in de handgreep of het bedieningselement geen elektronische of andere detectiemiddelen moeten worden voorzien die toelaten de ontsmettende stof op een gepast tijdstip te verdelen over minstens een gedeelte van het oppervlak ervan, waardoor een handgreep of bedieningselement volgens de uitvinding relatief eenvoudig kan worden uitgevoerd en relatief weinig technisch onderhoud vergt.
Nog een voordeel is dat de ontsmettende stof bij normaal gebruik enkel in contact komt met de handen van de gebruiker, en niet met diens kleren.
Deze uitvinding heeft eveneens betrekking op een hulpstuk dat kan worden toegepast bij een handgreep of een bedieningselement volgens de uitvinding.
Met het inzicht de kenmerken van de huidige uitvinding beter aan te tonen, zijn hierna, als voorbeeld zonder enig beperkend karakter, enkele uitvoeringsvormen beschreven van een handgreep of bedieningselement en van een hulpstuk volgens de uitvinding, met verwijzing naar de bijgaande figuren, waarin:
<Desc/Clms Page number 4>
figuur 1 een bedieningselement weergeeft volgens de uitvinding ; figuur 2 op grotere schaal een doorsnede weergeeft volgens lijn II-II in figuur 1; figuur 3 een variante weergeeft van figuur 2; figuur 4 eenzelfde variante weergeeft als figuur 3, doch in een andere stand; figuur 5 op grotere schaal een gedeelte weergeeft dat in figuur 4 door F5 is aangeduid; figuur 6 een variante weergeeft van figuur 3; figuur 7 nog een variante weergeeft op een bedieningselement volgens de uitvinding; figuur 8 een doorsnede weergeeft volgens lijn VIII-VIII in figuur 7;
figuren 9 en 10 varianten weergeven volgens de uitvinding ; figuur 11 op grotere schaal een gedeelte weergeeft dat in figuur 10 is aangeduid door F10; figuur 12 nog een variante weergeeft van een handgreep of bedieningselement volgens de uitvinding; figuren 13 en 14 nog een variante weergeven volgens de uitvinding ; en figuur 15 nog een laatste variante weergeeft volgens de huidige uitvinding.
In de figuren 1 en 2 is een bedieningselement in de vorm van een handgreep, meer bepaald een deurkruk 1 weergegeven die hoofdzakelijk L-vormig is opgebouwd met een greep 2 en een as 3 voor de bediening van een sluitingsmechanisme van een deur 4 of dergelijke, waarvan in figuur 2 enkel de stift 5 is weergegeven.
<Desc/Clms Page number 5>
In de greep 2 is een reservoir 6 voorzien dat in dit geval volledig intern in de deurkruk 1 is geïntegreerd en dat zich over nagenoeg de volledige lengte van de greep 2 uitstrekt.
De deurkruk 1 is in dit geval vervaardigd uit een materiaal dat impermeabel is voor gassen en vloeistoffen, en is voorzien van een aantal kanaaltjes 7 die vanuit het voornoemd reservoir 6 uitmonden aan het buitenoppervlak 8 van de deurkruk 1, welke kanaaltjes 7 bij voorkeur capillaire kanaaltjes zijn.
In de deurkruk 1 is verder een vulopening 9 voorzien aan het vrije uiteinde 10 van de voornoemde greep 2, welke vulopening 9 is afgesloten door middel van een dop 11, meer speciaal een schroefdop met een schroef 12, die kan samenwerken met een schroefdraad 13 in de voornoemde vulopening 9.
In het reservoir 6 kan een cartouche 14 passend worden aangebracht, waarbij de cartouche 14 aansluit met de binnenwand 15 van het reservoir 6. De cartouche 14 is in dit geval vervaardigd uit een vochtabsorberend en vochtpermeabel materiaal, waarbij in de cartouche 14 een bij voorkeur vloeibare ontsmettende stof 16 is voorzien.
Het is duidelijk dat teneinde het aansluiten van de cartouche 14 met de binnenwand 15 van het reservoir 6 te bevorderen, de cartouche 14 best een dwarse doorsnede vertoont die minstens nagenoeg even groot is dan de dwarse doorsnede van het reservoir 6, en dat de cartouche 14 bij voorkeur elastisch vervormbaar is.
Deze ontsmettende stof 16 kan uiteraard in allerlei vormen in de cartouche 14 zijn opgeslagen. Zo kan het een mengsel, een
<Desc/Clms Page number 6>
suspensie of dergelijke betreffen of een traag sublimerende vaste stof, waarbij de cartouche 14 eventueel zelf overbodig wordt. Wanneer de ontsmettende stof 16 onder een gasvormige toestand naar het oppervlak van de deurkruk 1 stroomt, kan ook een cartouche 14 worden gebruikt die gaspermeabel is, waarbij de permeabiliteit van de cartouche 14 een belangrijke rol speelt in de hoeveelheid ontsmettende stof 16 die aan het oppervlak 8 van de deurkruk 1 wordt verdeeld.
De werking van een handgreep of een bedieningselement volgens de uitvinding is eenvoudig en wordt hierna besproken aan de hand van de hierboven als voorbeeld beschreven deurkruk.
Teneinde aan het buitenoppervlak 8 van de deurkruk 1 een ontsmettende stof 16 te kunnen verdelen, wordt vooreerst de dop 11 los geschroefd van de deurkruk 1, waarna, in het reservoir 6, een nieuw gevulde cartouche 14 kan worden geschoven.
Door vervolgens de dop 11 terug op de deurkruk 1 te schroeven wordt de cartouche 14 op haar plaats gehouden.
Doordat de cartouche 14, die vochtabsorberend is, verzadigd raakt of is met de ontsmettende stof 16, en doordat de cartouche 14 steeds tegen de binnenwand 15 van het reservoir 6 aansluit, wordt de ontsmettende stof 16 onder invloed van de capillariteit opgezogen in de kanaaltjes 7 tot aan het buitenoppervlak 8 van de deurkruk 1.
Aan het buitenoppervlak 8 vormt de ontsmettende stof 16 als het ware kleine druppeltjes 17, waarbij door het bekende effect van capillariteit de ontsmettende stof 16 en druppeltjes 17, respectievelijk, in de voornoemde kanaaltjes
<Desc/Clms Page number 7>
7 en aan het oppervlak 8 van de greep 2 worden vastgehouden, zoals is weergegeven in figuur 5.
Wanneer een voorbijganger de deurkruk 1 vastgrijpt, blijven de voornoemde druppeltjes 17 aan de hand van de voorbijganger kleven, waarbij diens hand wordt ontsmet en waarbij wordt voorkomen dat de voorbijganger eventuele ziekteverwekkers achterlaat op de deurkruk 1, die bijgevolg relatief rein blijft.
Wanneer de voorbijganger de deurkruk 1 loslaat, worden vanuit het reservoir 6, door de capillariteit, nieuwe druppeltjes 17 gevormd aan het buitenoppervlak 8 van de deurkruk 1.
Wanneer de cartouche 14 uiteindelijk leeg raakt, kan ze eenvoudig worden vervangen door een nieuwe cartouche 14.
In de figuren 3 tot 12 zijn enkele varianten weergegeven van een handgreep of bedieningselement volgens de uitvinding, waarbij in de figuren 3 tot 5 een deurkruk 1 wordt weergegeven die verschilt van de hierboven beschreven uitvoering doordat in de cartouche 14 een tweede reservoir 18 is voorzien dat minstens enigszins kleiner is dan de cartouche 14.
Dit tweede reservoir 18 is bij voorkeur vervaardigd uit een vloeistof impermeabel materiaal en is voorzien van een overloop 19 die zich in gebruikspositie van de cartouche 14 bovenaan het tweede reservoir 6 bevindt.
Bij deze uitvoering wordt, telkens de deurkruk 1 wordt gekanteld rond de voornoemde stift 5, zoals is weergegeven in de figuren 4 en 5, een hoeveelheid ontsmettende stof 16 uit
<Desc/Clms Page number 8>
het tweede reservoir 18 aan het vochtabsorberend materiaal van de cartouche 14 gevoed langs de overloop 19, welke hoeveelheid ontsmettende stof 16 door de cartouche 14 geabsorbeerd wordt en aan de kanaaltjes 7 beschikbaar gesteld wordt.
In figuur 6 is een variante weergegeven waarbij minstens een gedeelte van de greep 2 van de deurkruk 1 is vervaardigd uit een materiaal dat vochtabsorberend en vochtpermeabel is, waarbij deze greep 2 bovendien elastisch vervormbaar is uitgevoerd.
Een dergelijke opbouw maakt de cartouche 14 overbodig, doordat, bij het vastgrijpen van de deurkruk 1, steeds een pompbeweging wordt uitgevoerd door samendrukken van de greep 2, welke pompbeweging zorgt voor een toevoer van ontsmettende stof 16 naar het buitenoppervlak 8 van de deurkruk 1.
Opgemerkt wordt dat in deze uitvoeringsvorm ook een variante dop 11 wordt weergegeven die vast aan de deurkruk 1 kan zijn vervaardigd en die is voorzien van een vulopening 20, waarin bij voorkeur een terugslagklep 21 is voorzien.
Zulke dop 11 laat toe het reservoir 6 bij te vullen met een spuit of dergelijke, wat het gebruiksgemak verhoogt.
In de figuren 7 en 8 is een variante weergegeven waarbij het reservoir 6 extern is ten opzichte van de deurkruk 1 en, bijvoorbeeld met een snelspanstrip 22 op de deurkruk 1 kan worden bevestigd.
Bij voorkeur wordt de ontsmettende stof 16 in deze uitvoering over het oppervlak 8 van de deurkruk 1 verspreid met middelen
<Desc/Clms Page number 9>
die bestaan uit een kous 23 of dergelijke die over minstens een gedeelte van de deurkruk 1 kan worden geschoven en die is vervaardigd uit een vochtabsorberend materiaal.
De ontsmettende stof 16 kan aan de kous 23 worden gevoed met behulp van bijvoorbeeld een wiek, die niet in de figuren is weergegeven en die met één uiteinde in het reservoir 6 is aangebracht en met het ander uiteinde in verbinding staat met de voornoemde kous 23.
Opgemerkt wordt dat het reservoir 6 niet noodzakelijk op de deurkruk 1 moet worden bevestigd, maar eventueel ook op de betreffende deur 4 of dergelijke kan worden aangebracht.
In figuur 9 is, in doorsnede, een gedeelte van een handgreep weergegeven in de vorm van een stang 24 die kan worden toegepast in openbare voertuigen, zoals bussen en dergelijke en waaraan passagiers zich kunnen vasthouden of die bijvoorbeeld kan worden toegepast als trapleuning of althans een gedeelte daarvan.
Zulke stang 24 kan bijvoorbeeld een intern reservoir 6 bevatten, waarbij in de stang 24, die is voorzien van de voornoemde capillaire kanaaltjes 7, tegen de binnenwand 15 van het reservoir 6 een vochtabsorberende en vochtpermeabele laag 25 is aangebracht.
Het reservoir 6 van een dergelijke stang 24 kan eenvoudig worden bijgevuld langs een vulopening 9 die zich bij voorkeur bovenaan aan de zijkant van de stang 24 bevindt.
In de figuren 10 en 11 is een bedieningselement weergegeven in de vorm van een lichtschakelaar 26, die is voorzien van
<Desc/Clms Page number 10>
een extern reservoir 6, die in de vorm van een kapje over de schakelaar 26 is gespannen met behulp van een elastische band 27 die, bij voorkeur, in een groefje 28 aan de omtrek van de schakelaar 26 ingrijpt.
Het reservoir 6 wordt in dit geval gevormd door, enerzijds, een vochtimpermeabele wand 29 die naar de schakelaar 26 is gericht en uit een vochtabsorberende en of vochtpermeabele wand 30 die het contactoppervlak van de schakelaar 26 vormt, waarbij, het reservoir 6 gedeeltelijk wordt ingedrukt, telkens de schakelaar 26 wordt bediend, waardoor een hoeveelheid ontsmettende stof 16 naar het contactoppervlak van de schakelaar 26 wordt gestuwd.
Opgemerkt wordt dat in de uitvoeringsvormen die zijn weergegeven in de figuren 7,8, 10 en 11 en waarin een extern reservoir 6 wordt toegepast, kunnen worden beschouwd als bekende handgrepen en of bedieningselementen die zijn voorzien van een hulpstuk volgens de uitvinding, waardoor een handgreep of bedieningselement wordt verkregen dat door deze uitvinding wordt beoogd.
In figuur 12 is nog een variante als voorbeeld weergegeven, waarbij op de handgreep of het bedieningselement strips 31 zijn bevestigd door lijmen of dergelijke, die een ontsmettende stof vrijgeven door sublimatie, verdamping of dergelijke.
In de figuren 13 en 14 is een bedieningselement in de vorm van een slot 32 weergegeven van het type dat regelmatig wordt toegepast in openbare toiletten en dat hoofdzakelijk bestaat uit een roteerbare greep 2 die op bekende wijze samenwerkt met een vergrendelmechanisme in een betreffende deur 4.
<Desc/Clms Page number 11>
Zoals is weergegeven in figuur 14, is, in dit geval, in de greep 2 een reservoir 6 aangebracht, van waaruit kanaaltjes 7 zich uitstrekken tot aan het buitenoppervlak 8 van de greep 2.
In het reservoir 6 kan een cartouche 14 worden aangebracht van het type dat hierboven is beschreven, waarna het reservoir 6 kan worden afgesloten met behulp van een passende dop 11.
In figuur 15 is een laatste variante weergegeven van een bedieningselement, nu in de vorm van een schuifgrendel 33 die, zoals bekend, in hoofdzaak bestaat uit een basisplaat 34, waarop een geleiding 35 is voorzien, waarin een vergrendelpen 36 kan worden verschoven met behulp van een greep 2.
In dit geval zijn op het buitenoppervlak 8 van de greep 2 één of meer van de voornoemde strips 31 voorzien die een ontsmettende stof 16 kunnen vrijgeven door, bijvoorbeeld sublimatie.
De hierboven beschreven uitvinding is geenszins beperkt tot de hierboven beschreven en in de figuren weergegeven uitvoeringsvormen, doch kan volgens verschillende varianten worden verwezenlijkt zonder buiten het kader van de uitvinding te treden.