BE1015897A7 - Draadloze communicatie met container inhoud. - Google Patents
Draadloze communicatie met container inhoud. Download PDFInfo
- Publication number
- BE1015897A7 BE1015897A7 BE2004/0071A BE200400071A BE1015897A7 BE 1015897 A7 BE1015897 A7 BE 1015897A7 BE 2004/0071 A BE2004/0071 A BE 2004/0071A BE 200400071 A BE200400071 A BE 200400071A BE 1015897 A7 BE1015897 A7 BE 1015897A7
- Authority
- BE
- Belgium
- Prior art keywords
- container
- data
- identification
- requirement
- objects
- Prior art date
Links
Classifications
-
- G—PHYSICS
- G06—COMPUTING; CALCULATING OR COUNTING
- G06K—GRAPHICAL DATA READING; PRESENTATION OF DATA; RECORD CARRIERS; HANDLING RECORD CARRIERS
- G06K17/00—Methods or arrangements for effecting co-operative working between equipments covered by two or more of main groups G06K1/00 - G06K15/00, e.g. automatic card files incorporating conveying and reading operations
Landscapes
- Physics & Mathematics (AREA)
- General Physics & Mathematics (AREA)
- Engineering & Computer Science (AREA)
- Theoretical Computer Science (AREA)
- Warehouses Or Storage Devices (AREA)
Abstract
Er wordt een methode beschreven van één- of twee-weg draadloze comunicatie met één of meer 'identificatie-elementen' ingesloten in een 'container', zonder dat deze 'container' geopend hoeft te worden. Communicatie kan opgezet worden via verschillende types van signalen. De gecommuniceerde data kan onder meer aangewend worden om eigenschappen, karakteristieken of parameters van de 'container'-inhoud te bepalen; Anderzijds kan nieuwe data worden toegevoegd op het 'identificatie-element' indien nodig. De voorkeurimplementatie van deze uitvinding moet gezocht worden in het transport en logistieke nijverheid.
Description
<Desc/Clms Page number 1> DRAADLOZE COMMUNICATIE met CONTAINER INHOUD 2 Beschrijving 2. 1 Scope van de uitvinding De beschreven methode vervat een manier om een één- of twee-weg draadloze communicatie op te zetten met een of meer 'identificatie-elementen' in een 'container' zonder de noodzaak om deze 'container' te openen. 2. 2 De nieuwheid van de uitvinding Het vernieuwend aspect is om een code of data die in een 'container' vervat zit te extraheren zonder dat deze 'container' geopend hoeft te worden. 2. 3 Doel van de uitvinding Het doel van de uitvinding is om een instrument te leveren om de informatiestroom van een logistiek proces ("supply chain") te optimaliseren en een verbeterde veiligheid en/of betrouwbaarheid van goederen te voorzien in het algemeen maatschappelijk belang, en meer in het bijzonder voor partijen betrokken bij het transport of opslag van deze goederen. 2. 4 Korte beschrijving van de tekeningen De meerderheid van de tekeningen zijn gebaseerd op een balkvormig 'container'model, alhoewel alle vormen mogelijk zijn. Voor illustratieve redenen wordt de binnenkant van de 'container' hier en daar getoond door middel van uitsnijdingen. # Figuur 1. Toont een principiële schets van de basisbouwstenen voor draadloze communicatie tussen één of meerdere 'identificatie-elementen' ingesloten in een container, en een extern geïnstalleerde 'identificatie-eenheid', zonder de noodzaak om deze 'container' te openen. # Figuur 2. Toont een principiële schets van de basisbouwstenen voor draadloze communicatie tussen één of meerdere 'identificatie-elementen' ingesloten in een container, en een 'tussenstation' gemonteerd op of in de 'container', welke op zijn beurt communiceert met een extern geïnstalleerde 'identificatie-eenheid', zonder de noodzaak om deze 'container' te openen. Hetzelfde principe is van toepassing <Desc/Clms Page number 2> wanneer een deel van de 'identificatie-eenheid', bijv.een antenne, naar binnen in de container dient gebracht te worden via een opening in de container. # Figuur 3. Toont een principiële schets van het processchema voor verschillende signaaltypes. # Figuur 4. Toont een principiële schets van een applicatie met een radio frequentie 'identificatie-element'. # Figuur 5. Toont een principiële schets van een applicatie met een akoestisch 'identificatie-element'. # Figuur 6. Toont een principiële schets van een applicatie met een X-stralen 'identificatie-element'. # Figuur 7. Toont een principiële schets van een applicatie met een radioactief of isotopisch 'identificatie-element'. # Figuur 8. Toont één van de applicaties beschreven onder de voorkeursimplementatie. Dit is een 'container' op een vrachtwagentrailer beiden rustend op een platform waarin zowel een 'identificatie-eenheid' als een weegbrug geïntegreerd zijn. # Figuur 9. Toont een principiële installatie van signaal reflecterende panelen rond de container, gebaseerd op de applicatie in figuur 8. 2. 5 Gedetailleerde beschrijving van de tekeningen. 2.5.1 Terminologie Referentie is gemaakt naar Figuren 1,2 en 3. 2.5.1.1 Signalen De signalen vermeld in dit document kunnen van de volgende oorsprong zijn: # Elektromagnetische signalen # Akoestische signalen # X-stralen # Radioactieve of isotopische signalen Afhankelijk van de richting onderscheiden we: <Desc/Clms Page number 3> 2.5.1.1.1 Idenlificatie-ontvang-signaal Signaal ontvangen door de 'identificatie-eenheid' en verzonden door het 'identificatie-element'. 2.5.1 .1 .2 Identificatie-verzend-signaal Signaal verzonden door de 'identificatie-eenheid' en ontvangen of getransformeerd door het'identificatie-element'. 2. 5.1.2 Container De term 'container' wordt gedefinieerd (beschouwd) als een volledig of gedeeltelijk omsloten hol lichaam van om het even welke vorm waarvan de omsloten ruimte objecten kan bevatten. De randen, grenzen of wanden van dit 'container'-lichaam zullen, afhankelijk van het type signaal, bestaan uit één of meer signaal-transparante of -permeabele wanden en uit één of meer signaal-reflecterende wanden. De wanden of grenzen van deze 'container' kunnen al dan niet voorzien zijn van een al dan niet geprotegeerde opening die moet toelaten om de wand te penetreren met een antenne, recorder, detector, sensor of andere signaal-receptoren of-zenders. De grenzen of wanden van deze 'container' kunnen voorzien zijn van een geïntegreerde connector die toelaat data te transfereren van een interne 'identificatie-eenheid' (gelokaliseerd in het binnenste van de 'container') en die een tussenstation vormt tussen de externe 'identificatie-eenheid' en de interne 'identificatie-elementen'. 2.5.1.3 Identificatie-element Een 'identificatie-element' bevindt zich normalerwijze binnenin de 'container' en is tenminste in staat om via de identificatie-ontvang-signalen of via de fysische karakteristieken van de 'identificatie-ontvang-signalen' de gewenste code of data te communiceren. 2. 5.1.4 Identificatie-eenheid Een 'identificatie-eenheid' bevindt zich normaal gezien buiten de genoemde 'container' (*) (**) en zal ten minste in staat zijn om de code of data uit een 'identificatie-ontvang-signaal' te extraheren of de code of data met de fysische karakteristieken van het 'identificatie-ontvang-signaal' te associëren. <Desc/Clms Page number 4> (*) tenzij het noodzakelijk is om de antennes, membranen, resonatoren, ontvangers, detectoren, sensoren of andere receptoren of signaalbronnen binnen het 'container'volume te brengen via een opening in de wand. (**) tenzij het om een tussenstation of interne subeenheid gaat die zich binnen in de 'container' bevindt of bevestigd is aan de binnenwand van de 'container' en die communiceert met een 'identificatie-eenheid' die zich buiten de 'container' bevindt. Opmerkingen betreffende figuur 1: Figuur 1 geeft een voorstelling van de basiselementen weer ; # 'Container' is een hol lichaam van om het even welke vorm waarvan het ingesloten volume objecten kan bevatten. # Het'identificatie-element' bevindt zich binnenin de'container'. # De 'identificatie-eenheid' bevindt zich buiten de 'container'. Communicatie tussen 'identificatie-element' en 'identificatie-eenheid' via signalen waarvan de richting staat aangeduid. Opmerkingen betreffende figuur 2: Figuur 2 beschrijft een principiële schets van draadloze communicatie met 'container' inhoud via een tussenstation, de basiselementen zijnde ; # 'Container' is een hol lichaam van om het even welke vorm waarvan het ingesloten volume objecten kan bevatten. # Het'identificatie-element' bevindt zich binnenin de'container'. # De'identificatie eenheid' is buiten de'container' gelocaliseerd. # Een tussenstation van de 'identificatie eenheid' werd in de wand van de 'container' geplaatst. Hetzelfde principe wordt toegepast wanneer de antennes binnengebracht worden in de'container'via een opening in de wand. # Communicatie tussen het tussenstation van de'identificatie eenheid' en de 'identificatie eenheid' zelf kan draadloos zijn of met een kabel. 2.5.2 Procesbeschrijving Referentie is gemaakt naar Figuren 1,2 en 3. Figuur 3 geeft een principiële schets of processchema weer voor de verschillende signaaltypes. 2. 5.2.1 Signaaltype: elektromagnetische golven leder 'identificatie-element' en iedere 'identificatie-eenheid' zijn zo opgebouwd dat één- of twee-weg communicatie wordt opgezet via elektromagnetische golven. <Desc/Clms Page number 5> 2. 5.2.2 Signaaltype: akoestische golven leder 'identificatie-element' en iedere 'identificatie-eenheid' zijn zo opgebouwd dat één- of twee-weg communicatie wordt opgezet via akoestische golven. Akoestische golven kunnen opgewekt worden via snaren, membranen of andere akoestische trillingsbronnen. 2. 5.2.3 Signaal type : x-stralen leder 'identificatie-element' zal een sub-element bevatten waarvan de karakteristieken door X-stralen een uniek patroon voor elk sub-element op de scan weergeven die ontegensprekelijk code of data bepalen die gerelateerd zijn met het 'identificatie-element'. De 'identificatie-eenheid' zal dit patroon op de scan herkennen en uit dit patroon een code of data extraheren of identificeren via transformatie of verwerking van dit patroon. Die code of data is direct gerelateerd met het 'identificatie-element'. 2. 5.2.4 Signaal type : radioactieve of isotopische straling leder 'identificatie-element' zal een isotoop of radioactief sub-element bevatten waarvan de stralingskarakteristieken (die meetbaar zijn met een stralingsdetector) geassocieerd worden met een code of data die verbonden is met het stralende 'identificatie-element'. De 'identificatie-eenheid' dient een radioactief detectie- en meetsysteem te bevatten die met de gemeten stralingswaarden een unieke code of data associeert of extraheert via transformatie, verwerking en opslag van de meetkarakteristieken van de straling van het stralende 'identificatie-element'. Opmerkingen betreffende figuur 3: Bemerk het één-weg signaal in het geval van radioactieve signaal type communicatie. 2. 6 Voorkeursimplementatie. De voorkeursimplementatie van deze uitvinding kan gevonden worden in geval van transport van objecten in een 'container' waar het aangewezen is om de inhoud van de 'container' te controleren zonder de 'container' te openen. 'Identificatieelementen' zullen binnenin de 'container' geïnstalleerd worden en zullen in staat zijn <Desc/Clms Page number 6> te communiceren met een station ('identificatie-eenheid') die zich buiten de 'container' bevindt en dit door middel van zenden en ontvangen van signalen waarvan vier configuraties hieronder worden beschreven; 2.6.1 Configuratie gebaseerd op elektromagnetische golven Er wordt een referentie gemaakt naar figuur 4, d.i. een principiële schets van een radio frequent type applicatie. De 'container' bestaat uit signaalreflecterende metalen wanden en een signaaltransparante houten bodemplaat. Het 'identificatie-element' is een radio frequent identificatie label (RFID tag) De 'identificatie-eenheid' is een radio frequente zender ontvanger met echo vernietiging. Een voorkeursimplementatie met een radio frequentie 'identificatie-element' (= RFID ="Radio Frequency Identification Device") bestaat uit de volgende elementen: # De 'signalen' zijn radio frequentie signalen boven de 2 Ghz. # De 'container' is een vrachtcontainer die bestaat uit een stalen bovenvlak en stalen zijvlakken en een houten bodemplaat. De 'container' is normaal horizontaal gepositioneerd. De houten bodemplaat is transparant voor radio frequentie signalen. # Het 'identificatie-element(en)' zijn actieve of passieve RFID klevers (labels) die tenminste in staat zijn RF signalen uit te zenden. # Als onderdeel van de 'identificatie-eenheid', worden een of meerdere radio frequente antenna(s) dicht onder de houten bodemplaat geplaatst in zulk een positie die het mogelijk maakt om radio frequentie signalen te zenden en te ontvangen dwars door de houten bodemplaat. # De 'identificatie-eenheid' bestaat uit een radio frequent ontvanger opgebouwd uit één of meer antenne(s) en ontvangst- en zendcircuits en signaalbewerkingseenhe(i)den en een koppeling met een database. Deze 'identificatie-eenheid' is zo opgebouwd om radio frequentie signalen van het RFID label te ontvangen en het verzender RFID label te identificeren via een code of data die vervat zit in het verzonden signaal en verkregen is door het signaal te <Desc/Clms Page number 7> verwerken. Deze code of data wordt dan opgeslagen in een database. Deze 'identificatie-eenheid' is ook in staat om via RF signalen te verzenden naar een RFID element en/of het RFID element via RF signalen te initialiseren of te voorzien van energie om de communicatie op te zetten. In het geval van een 'container' met (een) signaaltransparant(e) vlak(ken) kunnen nog andere configuraties toegepast worden: # Het volume tussen de antenna(s) en de houten bodemplaat van de 'container' kan een metaal kader voorzien die in staat is de 'container' te dragen. Een voorbeeld hiervan is een vrachtwagentrailer. Het volume tussen de antenne(s) en de houten bodemplaat dient permeabel te zijn voor RF signalen en is bijvoorbeeld ingenomen door lucht. # Er is ook een mogelijkheid om de antenna(s) in te bedden in signaal transparant of permeabel platform waarop een vrachtwagen met trailer (aanhangwagen) kan rijden. Via de antenne (s) verwerktin het platform kan er communicatie opgezet worden tussen de 'identificatie-eenheid' en de RFID labels in de 'container' zonder dat de 'container' van de aanhangwagen dient gehaald te worden. Referentie wordt gemaakt naar figuur 8. # Indien noodzakelijk om de ontvangst en zend signalen te reflecteren kunnen rondom de 'container' en aansluitend aan de zijwanden van de 'container' signaal reflecterende platen verticaal geplaatst worden die de volumetrische holte tussen de antenna(s) en de houten bodemplaat begrenzen. Referentie wordt gemaakt naar figuur 9. Indien de 'container' volledig uit staal vervaardigd is, bijv. zonder signaal transparante vlakken dan kunnen de antenne(s) binnen het 'container' volume gebracht worden via een opening in de container. Zulk een opening kan de spleet tussen de deuren van de vrachtcontainer zijn of elke andere opening die gemaakt werd in de wand van de 'container'. Het kan noodzakelijk zijn om de rubberen dichting die de opening beschermt tegen gassen, water, stof en vuil opzij te duwen om toegang mogelijk te maken voor een kleine, smalle antenne. <Desc/Clms Page number 8> Een andere configuratie is dat er een 'tussenstation' van de 'identificatie-eenheid' geplaatst wordt binnenin de 'container'. Dit tussenstation bestaat ten minste uit een antenne en communicatie-elektronica die het mogelijk maakt met de radio frequente labels te communiceren binnenin de 'container' en met het extern station van de 'identificatie-eenheid' bijvoorbeeld via draadcommunicatie door een connector die zich in de wand van de 'container' bevindt of via draadloze communicatie via een externe antenne geïntegreerd in de wand. Door in bovenstaande implementatie de beschikbare radio frequente label technologie toe te passen en/of 'echo verwijderings' technieken, kan er een code of data geschreven of gelezen worden naar en van de radio frequente labels binnenin de 'container', zonder de noodzaak om de 'container' te openen. 2.6.2 Configuratie gebaseerd op akoestische golven Referentie wordt gemaakt naar figuur 5, d.i. een principiële schets van een applicatie met akoestische signalen. De 'identificatie-verzend-signalen' veroorzaken een excitatie van een stemvork 'identificatie-element'. De signalen verzonden door het stemvork 'identificatie-element' zijn detecteerbaar door de 'identificatie-eenheid'. Het principe wordt geïllustreerd met een stemvork maar een andere 'identificatieelementen' zijn mogelijk. Om een voorbeeld te geven van een voorkeursimplementatie op een akoestische signalen gebaseerde configuratie dienen de volgende elementen in beschouwing genomen te worden: # De signalen zijn akoestische golven. # De 'identificatie-elementen' bevatten ten minste een actieve of passieve trillingsbron die akoestische golven produceert. Bijv. een stemvork. # De 'identificatie-eenheid' bevat een detectiemembraan die akoestische signalen kan verzenden en ontvangen. Dit membraan kan zich zowel binnen als buiten de 'container' bevinden. # De 'identificatie-eenheid' is een zender-ontvanger van akoestische golven die bestaat uit een generator van akoestische golven en modulator van <Desc/Clms Page number 9> akoestische golven. Verder bestaat de 'identificatie-eenheid' uit signaal- omzetters (akoestisch naar elektrisch) en communicatie-elektronica en signaal- processing eenheden gekoppeld aan een informatie database. Dit ganse systeem is opgezet om akoestische signalen te ontvangen van een 'identificatie-element' en uit het ontvangen signaal data of een code te extraheren en zo het 'identificatie-element' te identificeren. Deze code of data wordt verkregen door het akoestisch signaal te ontvangen en te processen via de demodulator, signaalomzetter en signaal processing eenheid. De verkregen code of data uit het ontvangen signaal wordt opgeslagen in de informatiedatabase. De 'identificatie-eenheid' kan ook zorgen voor het initialiseren van de communicatie met het 'identificatie-element' en voor de energievoorziening van het 'identificatie-element' via energieoverdracht door akoestische golven. Door toepassing van beschikbare akoestische technologie kan men code of data linken met het 'identificatie-element' binnenin de 'container' zonder deze open te hoeven maken. Een specifiek voorbeeld wordt hieronder beschreven: Door de mechanische akoestische resonator te voorzien van energie via akoestische golven gegenereerd door een trillend membraan (of door de 'container'-wand of een deel van de wand te doen trillen en als membraan te laten fungeren) en/of een snaar zal de mechanische akoestische resonator trillen op zijn eigenfrequentie. Deze trilling zal een akoestische golf opwekken die kan ontvangen worden door de 'identificatieeenheid'. Baserend op de frequentie van het ontvangen signaal zal de 'identificatieeenheid' via een identificatie register een code of data met de frequentie linken en het trillend 'identificatie-element' identificeren. Op deze manier kan men code of data linken met het 'identificatie-element' binnenin de 'container' zonder deze open te hoeven maken. De toepassing van de akoestisch gebaseerde configuratie kent zijn grootste nut bij explosieve, ontvlambare of andere gevaarlijke producten waar radio frequentie signalen uitgesloten zijn. <Desc/Clms Page number 10> 2.6.3 Configuratie gebaseerd op X-stralen Referentie wordt gemaakt naar figuur 6, d.i. een principe schets van applicatie type met X-stralen. Transformatie van de X-stralen bundel. Om een voorbeeld te geven van een voorkeursimplementatie op een X-stralen gebaseerde configuratie dienen de volgende elementen in beschouwing genomen te worden : # Het 'identificatie-element' bevat een element met stoffen die X-stralen in die mate omvormen dat hun geprojecteerd patroon herkenbaar is op een X-stralen scan. # De 'identificatie-eenheid' bestaat uit een X-stralen installatie die in staat is een X- stralen bundel te zenden en te ontvangen en uit de ontvangen scan de patronen van de 'identificatie-elementen' te herkennen. # De 'container' wordt volledig gescand. Door de beschikbare X-stralen scan technologie toe te passen kan een X-stralen scan van een 'container' genomen worden. Op de scan kunnen visueel patronen in kleurwaarden herkend worden die veroorzaakt zijn door de 'identificatie-elementen'. Via image processing kan uit het beeld de verschillende patronen geëxtraheerd worden en met elk patroon kan via een gepredefinieerd register in een database een code of data gerelateerd worden met het patroon en met het 'identificatie-element' zonder de noodzaak om de 'container' te openen. 2.6.4 Configuratie gebaseerd op radioactieve stralen. Referentie wordt gemaakt naar figuur 7, d.i. een principiële schets van een applicatie met radioactieve of isotopische signalen. Continue transmissie, enkel een éénwegsignaal. De 'identificatie-eenheid' detecteert en meet de straling. Om een voorbeeld te geven van een voorkeur implementatie op een radioactieve straling of straling van een isotopisch element gebaseerde configuratie dienen de volgende elementen in beschouwing genomen te worden: # De 'identificatie-elementen' bevatten een isotopisch element waarvan de stralingskarakteristieken detecteerbaar zijn. <Desc/Clms Page number 11> # De 'identificatie-eenheid' is een radioactieve detector die in staat is om de straling en stralingskarakteristieken te meten. Door de beschikbare radioactieve meettechnieken toe te passen kan de straling verbonden met het 'identificatie-element' gedetecteerd worden. Deze stralingskarakteristieken kunnen geassocieerd worden met een voorgedefinieerd register dat een verband legt met een code of data gerelateerd met het 'identificatieelement' zonder de noodzaak om de 'container' te openen. 2.6.5 Belanghebbende code en data. Via de code of data die verkregen werd via de methode van "data lezen", kunnen directe of indirecte eigenschappen, gegevens, kenmerken en/of beschrijvingen gerelateerd aan de objecten binnenin de 'container' bepaald worden. Zulke eigenschappen, kenmerken en/of beschrijvingen kunnen zijn: # De identificatie van het object of een groep van objecten Bijv. ontwerpdesignatie, ontwerper, vervaardiger, distributeur, merknaam, typebeschrijving, serienummer, ordernummer, materiaalbeschrijving, enz... # Soort en/of classificatie van de objecten en/of groep van objecten. # Bevestiging van conformiteit met zekere normen en/of regelgeving, instructies, voorschriften, enz... # Commerciële data van de objecten of groepen van objecten. Bijvoorbeeld referentie naar contract of aankoop order, prijs, enz... # Fysische karakteristieken en/of limieten van het object of groepen van objecten. Dit kan o.a. temperatuursgevoeligheid, trillingsgevoeligheid, ontvlampunt, kookpunt, vriespunt, drukgevoeligheid, hoogtegevoeligheid, versnellingsgevoeligheid, dichtheidsgevoeligheid, wrijvingsgevoeligheid, permeabiliteit voor bepaalde golven, enz... # Dimensionele eigenschappen of karakteristieken van de objecten of groepen van objecten. Dit kan zijn de lengte, hoogte, breedte, gewicht, volume, enz... # Gezondheidswaarschuwingen of gezondheidsinformatie met betrekking tot de objecten of groepen van objecten of voor hun toepassinggebied. <Desc/Clms Page number 12> # Veiligheidswaarschuwingen of-informatie gerelateerd met de objecten of groepen van objecten of voor hun toepassingsgebied. # Publieke boodschappen of informatie of waarschuwingen gerelateerd met de objecten of groepen van objecten of hun toepassingsgebied. # Milieu-informatie of-waarschuwingen gerelateerd met de objecten of groepen van objecten of hun toepassingsgebied. # Vervuilingspreventie, -waarschuwingen of-informatie gerelateerd met de objecten of groepen van objecten of hun toepassingsgebied. # Informatie in verband met de oorsprong van het transport van de objecten of groepen van objecten zoals de ontwerper, de vervaardiger, distributeur, agent enz... Hierbij kunnen bijvoorbeeld de namen, adressen en contacten vermeld worden. # Informatie gerelateerd met de bestemming van het transport van de goederen of groepen van objecten. Dit kan zijn de klanten, distributeur, agenten, enz... Hierbij kunnen bijvoorbeeld de namen, adressen en contacten vermeld worden. # Informatie gerelateerd met de oorsprong, elke tussenstap of finale stadium van het transport van de objecten of groep van objecten. Dit kan zijn controlepunten (tijd, locatie, confirmatie), verandering van vervoermiddel, enz... # Behandelingsinstructies. # Operationele instructies. # Rampenplannen en veiligheidsplannen die bijvoorbeeld contact coördinaten bevatten, eerste acties, enz... Bovenstaande lijst is puur bedoeld als voorbeeld en zal onder geen enkel voorbehoud beschouwd worden als uitputtelijk. 2.6.6 toepassing in de informatiestroom van een "supply chain" Het is vanzelfsprekend dat de informatiestroom van een "supply chain" van een proces kan verbeterd worden via de toepassing van het concept van "cargo data lezen/schrijven" van en naar 'identificatie-elementen' binnenin een 'container' zonder de noodzaak om de 'container' te openen. Puur illustratief kunnen we denken aan <Desc/Clms Page number 13> een volledig geautomatiseerde systeem waar de 'container' controlepunten passeert. Telkens de 'container' een controlepunt passeert worden de 'identificatie-elementen' aan de objecten binnen in de 'container' voorzien van confirmatiedata van dit specifiek controlepunt via de methode van "cargo data schrijven" en omgekeerd wordt door het controlepunt 'identificatie-eenheid' via de "cargo data lezen" de data die de 'identificatie-elementen' (vastgemaakt aan de goederen) bevatten uitgelezen. Die data wordt door het controlepuntstation naar een database geschreven en de database is bijvoorbeeld via het web te consulteren. Verder kunnen binnen grote productie-eenheden en fabrieken de leveranciers op basis van de identificatie van de goederen automatisch naar de correcte locatie geleid worden en kunnen verschillende parameter bepaald worden zoals tijd van lossen, capaciteit,... Deze parameters kunnen gebruikt binnen het productieproces, voor de financiële bepaling van de voorraad,... 2.6.7 Veiligheidstoepassing Een andere belangrijke optie van de uitvinding is een verbeteringsmogelijkheid inzake veiligheid gebaseerd op de methode van "cargo data lezen" en de daaruit direct of indirect bepaalde eigenschappen. Een belangrijke probleem met het transport van containers is de onzekerheid of er objecten zijn verwijderd of toegevoegd gedurende het transport. Het risico kan verkleinen door een verificatie van de boorddocumenten of door een verificatie van de inventaris data die opgemaakt is bij het vullen van de 'container' in vergelijking met de identificatie van de goederen in de 'container' via de methode van "cargo data lezen". Aangezien een vrachtcontainer verzegeld is moet vooreerst de zegel verbroken worden vooraleer de vrachtcontainer opgemaakt kan worden. Aangezien de namaak van zegels niet onoverkoombaar is, biedt het identificeren van de cargo via de "cargo data lezen" methode een bijkomende veiligheid. Om het geheel sluitend te maken kan er bijvoorbeeld voor gezorgd worden dat het 'identificatie-element' deel uitmaakt van de verpakking van de goederen of in ieder geval zelfvernietigend zijn indien het verwijderd wordt van de goederen zonder autorisatie. In dat geval is het onmogelijk goederen uit de 'container' te verwijderen zonder dat dit bij een van de checkpunten gemerkt wordt. Aan de controlepunten kunnen er verschillende soorten <Desc/Clms Page number 14> data ter beschikking gesteld worden die kunnen vergeleken worden met of toegevoegd worden aan de data op het 'identificatie-element'. Met deze beschikbare data kunnen allerlei controleacties uitgevoerd worden. Enkele voorbeelden worden hieronder beschreven: # De informatie verkregen uit de methode van "cargo data lezen" kan vergeleken worden met de informatie verkregen uit documenten van de douane die de 'container' verzegeld heeft. # De informatie verkregen uit de methode van "cargo data lezen" kan vergeleken worden met de informatie verkregen uit de documenten van de vervaardiger of een ander partij die betrokken is bij het vullen van de 'container' voor deze wordt getransporteerd. # De informatie verkregen uit de methode van "cargo data lezen" kan vergeleken worden met de informatie van de bestemmeling die verklaar(t)(de) wat er verwacht wordt om te ontvangen. # Men kan nu direct of indirect de eigenschap gewicht bepalen via de "cargo data lezen" methode voor alle objecten binnenin de 'container'. Aangezien men ook het gewicht van een lege 'container' kent (tarra), en tevens kent men het gewicht van een trailer (met appendages indien nodig) kan men de som van al deze gewichten (objecten en 'container' en trailer) vergelijken met een fysische gewichtsmeting van de complete installatie bestaande uit de 'container', 'container'-inhoud, aanhangwagen met appendages als vereist. Door het gekende gewicht van de 'container' en de trailer (met appendages indien nodig) af te trekken van het totaal gewicht uit de fysische meting kan het echte gewicht van de 'container'-inhoud bepaald worden. Indien de afwijking tussen het bepaalde gewicht van de 'container' inhoud via de methode van "cargo data lezen" te groot is ten opzichte van het bepaalde gewicht van de 'container'-inhoud via een fysische meting dan kan besloten worden dat verder onderzoek nodig is, bijvoorbeeld door de 'container' open te maken. Referentie wordt gemaakt naar figuur 8. # Zoals voor de eigenschap gewicht kan voor de eigenschap volume tevens een methode opgesteld worden. Via een gas volume meting kan het niet ingenomen volume van een 'container' bepaald worden. Via de methode van <Desc/Clms Page number 15> "lees cargo data" kan het volume van de individuele objecten bepaald worden en vergeleken worden met de fysische volume meeting via een gasinjectie in de container. Terug kan indien er een significante afwijking is tussen de twee metingen verdere onderzoek worden ingesteld. Opmerkingen betreffende figuur 8 : Figuur 8 beschrijft onder de voorkeursimplementatie een voorbeeld van een veiligheidstoepassing. Het processchema zou er als volgt kunnen uitzien: EMI15.1 <tb> <tb> Mogelijke <SEP> veiligheidsprocedure <SEP> om <SEP> het <SEP> aantal <SEP> containers <SEP> die <SEP> dienen <SEP> open <SEP> gemaakt <tb> te <SEP> worden <SEP> ter <SEP> verificatie <SEP> te <SEP> beperken <tb> Het <SEP> geintegreerde <SEP> platform <SEP> leest <tb> (1 <SEP> ) <SEP> totale <SEP> gewicht <SEP> (2) <SEP> code <SEP> van <SEP> elk <SEP> identificatie <SEP> element <tb> De <SEP> code <SEP> bevat <SEP> het <SEP> gewicht <SEP> of <SEP> heeft <tb> Verminderd <SEP> met <SEP> de <SEP> gewichten <SEP> van <SEP> toegang <SEP> tot <SEP> een <SEP> database <SEP> waar <SEP> het <tb> De <SEP> container <SEP> gewicht <SEP> van <SEP> de <SEP> goederen <SEP> (waar <SEP> het <tb> De <SEP> trailer <SEP> identificatie <SEP> element <SEP> aan <SEP> bevestigd <SEP> is) <SEP> is <tb> EMI15.2 '#± trager opgeslagen = gewicht van de container inhoud (1 ) opgeslagen container inhoud is gewicht van container Inhoud (1) gewicht van de container inhoud is EMI15.3 <tb> <tb> gekend <SEP> (2) <SEP> <tb> Wanneer <SEP> er <SEP> een <SEP> gewicht <SEP> verschil <SEP> > <SEP> tolerantie <SEP> # <SEP> verder <SEP> onderzoek <SEP> is <SEP> nodig, <SEP> bijv. <tb> Openen <SEP> van <SEP> de <SEP> container <SEP> om <SEP> de <SEP> inhoud <SEP> te <SEP> controleren. <tb> In <SEP> de <SEP> veronderstelling <SEP> dat <SEP> alle <SEP> goederen <SEP> of <SEP> groepen <SEP> van <SEP> goederen <SEP> een <SEP> identificatie <tb> element <SEP> hebben <SEP> bevestigd <SEP> die <SEP> data <SEP> bevat <SEP> waaruit <SEP> het <SEP> gewicht <SEP> kan <SEP> afgeleid <SEP> worden. <tb> Opmerkingen betreffende figuur 9 : Figuur 9 beschrijft een principiële schets van de installatie van signaalreflecterende panelen. Deze panelen vermijden verlies van signaal naar de buitenwereld.
Claims (1)
- 3 Conclusies - Eisen 1. De methode om code of data te transfereren van een 'identificatie-element(en)' gelokaliseerd binnenin een 'container' naar een 'identificatie-eenheid' gelokaliseerd buiten de 'container', zonder de noodzaak om de 'container' te openen. De 'identificatie-eenheid' extraheert hierbij de code of data uit het 'identificatie-ontvang-signaal' of associeert de code of data met de fysische karakteristieken van het 'identificatie-ontvang-signaal'. Deze methode om code of data over te dragen via het 'identificatie-ontvang-signalen' wordt verder begrepen als'data lezen'.2. De methode om een code of data te transfereren naar één of meerdere 'identificatie-element(en)', gelokaliseerd binnen in een 'container', zonder de noodzaak om de 'container' te openen. De specifieke methode om 'identificatie- verzend-signalen' te zenden via de 'identificatie-eenheid' en ontvangst en verwerking van de 'identificatie-verzend-signalen' en opslag van een code of data vervat in het 'identificatie-verzend-signaal' op het 'identificatie-element' of het associëren van een code of data met de fysische karakteristieken van het 'identificatie-verzend-signaal' door het 'identificatie-element' wordt verder begrepen als'data schrijven'.3. De methode van eis 1 en/of eis 2 waar één of meer zender- en ontvanger- antennes, membranen, resonatoren, ontvangers, detectoren, sensoren of andere signaalreceptoren of signaalbronnen die behoren tot de uitwendige 'identificatie- eenheid' tegenover een signaal-transparante of -permeabele wand van de 'container' worden geplaatst en die het mogelijk maken om de 'identificatie- verzend/ontvang-signalen' te verzenden/ontvangen van buiten de 'container'.4. De methode van eis 3 waarbij het verlies in signaalvermogen wordt beperkt door het plaatsen van signaalreflecterende panelen of wanden waar nodig.5. De methode van eis 1 en/of 2 onder de specifieke voorwaarde van een 'container' waar een beschermde of onbeschermde opening in de 'container'- wand is voorzien, die het toelaat via die opening één of meer antennes, membranen, resonatoren, ontvangers, detectoren, sensoren of andere signaalreceptoren of signaalbronnen binnen de grenzen van de 'container' te <Desc/Clms Page number 17> brengen. Om het mogelijk te maken om de methode 'data schrijven ' of 'data lezen' toe te passen zullen de antennes, membranen, resonatoren, ontvangers, detectoren, sensoren of andere signaalreceptoren of signaalbronnen binnenin de 'container' gebracht worden via deze opening.6. De methode van eis 1 en/of eis 2 onder de specifieke voorwaarde dat de 'container' een 'tussenstation' bevat dat zich binnenin de 'container' bevindt om de methode van 'data schrijven' of 'data lezen' mogelijk te maken. Het 'tussenstation' is in staat om ten minste een één- of twee-weg communicatie op te zetten met de 'identificatie-elementen' binnenin de 'container' en tevens met 'identificatie-eenheid' die zich buiten de 'container 'bevindt met het doel om de code of data die de 'identificatie-elementen' bevatten te transfereren naar de externe 'identificatie-eenheid'.De eisen nummers 1 tot en met 6 omvatten de fysische methodologie om communicatie te realiseren tussen de inhoud van de 'container' en de externe wereld.De volgende eisen beschrijven de toepassing van deze eisen; 7. De methode van eis 1 en of een combinatie van één of meer van de methoden beschreven in de eisen 1 tot en met 6, waar de 'container' gebruikt wordt om objecten van om het even welke soort te bevatten gedurende hun transport of opslag.8. De methode van eis 7 waar de objecten of groepen van objecten zijn voorzien van een 'identificatie-element', die in staat is om een code of data te verzenden dat gerelateerd is met: # Het (de) object (en) of de groep(en) van objecten waaraan het 'identificatie- element' is vastgemaakt.# Diagnostische code of data, bijv. gerelateerd aan de huidige of verleden fysische toestand van het (de) object (en) of de groep(en) van objecten waaraan het 'identificatie-element' is bevestigd.# Het transport-traject en/of opslagplaats(en) en/of het gebruik van transportmiddel(en) van het (de) object (en) en of de groep(en) van objecten waaraan het 'identificatie-element' is bevestigd. <Desc/Clms Page number 18>Het is ook mogelijk dat één of meerdere 'identificatie-element(en)' onafhankelijk van de objecten of groepen van objecten worden ingesloten in de 'container' die het mogelijk maken een code of data uit te zenden gerelateerd met : # De huidige of verleden omgeving of fysische toestand van het binnenste van de 'conta i ner'.# Het verleden transport-traject en/of het gebruikte transportmiddel en/of opslagplaats en/of toestand van de 'container'.Al deze types van codes of data verzonden door de 'identificatie-elementen' worden verder vermeld als "cargo data".9. De methode van eis 8 waar er zich binnenin de 'container' één of meerdere 'identificatie-elementen' bevinden die het mogelijk maken om de methode van eis 1 "data lezen" toe te passen en waar de getransfereerde code of data van het type "cargo data" is (ref. eis 8). Deze methode wordt verder begrepen als "cargo data lezen".10. De methode van eis 8 waar er binnenin de 'container' ten minste een 'identificatie-element' die in staat is om een code of data te ontvangen en zo deel uit te maken van het proces "data schrijven" (ref. eis 2). Waar de code of data van het type "cargo data" is (ref. eis 8) wordt verder begrepen als "cargo data schrijvert".11. De methode van eis 9 waar de ontvangen "cargo data" kan aangewend worden om direct of indirect eigenschappen van het (de) object (en) de groep(en) van objecten waaraan het 'identificatie-element' is bevestigd te bepalen. Als voorbeeld van indirecte bepaling van eigenschappen kan de "cargo data" enkel een sleutel bevatten waarmee een database kan geraadpleegd worden. Die database kan dan specifieke data bevatten omtrent het object of eigenschap(pen) van het (de) object (en) of de groep(en) van object (en) waaraan een 'identificatie-element' is bevestigd.12. De methode van eis 11waar de specifieke data over eigenschappen van de objecten direct of indirect afgeleid uit de methode "cargo data lezen" vergeleken worden met data over eigenschappen van de objecten verkregen uit andere methoden dan de methode van "cargo data lezen". <Desc/Clms Page number 19>13. De methode van eis 12 waar aan de objecten of groepen van objecten binnenin de 'container' een 'identificatie-element' bevestigd is waaruit de bevatte code of data direct of indirect de eigenschap gewicht bepaalt. Voor objecten of groepen van objecten waarvan het gewicht niet kan bepaald worden via de methode van "data lezen" moet hun gewicht beschikbaar zijn via andere methoden. Zodoende moet het mogelijk zijn om het totale gewicht van de 'container'-inhoud te bepalen door de individuele bepaalde gewichten op te tellen. Dit totaal gewicht van de 'container'-inhoud kan dan vergeleken worden met een andere 'container'- gewichtsmeetwaarde verkregen door bijvoorbeeld een weegbrug voor 'containers'.14. De methode van eis 12 waar aan de objecten of groepen van objecten binnenin de 'container' een 'identificatie-element' bevestigd is waar uit de bevatte code of data direct of indirect de eigenschap volume kan worden bepaald. Voor objecten of groepen van objecten waarvan het volume niet kan bepaald worden via de methode van "data lezen", moet het volume beschikbaar zijn via andere methoden. Zodoende moet het mogelijk zijn om het totaal ingenomen volume van de goederen in de 'container' te bepalen door de individuele bepaalde volumes op te tellen. Dit totaalvolume ingenomen door de 'container' inhoud kan dan vergeleken worden met een ander 'container'-volumemeetwaarde.15. De methode van eis 12 toegepast om te achterhalen of de 'container' inhoud gewijzigd is gedurende het transport.16. De methode van eis 12 toegepast om het aantal 'containers' die dienen opengemaakt te worden voor veiligheid en/of douane gerelateerde aangelegenheden te verminderen.17. De methode van eis 12 om de accuraatheid en/of verificatie van de data in de "supply chain" te verbeteren.18. De methode van eis 11waar "cargo data lezen" andere methoden van 'container' inhoudsbepaling zal vervangen.19. De methode van eis 10 waar "cargo data schrijven" zal toegepast worden om direct of indirect informatie toe te voegen aan het 'identificatie-element' gedurende het vullen, alle tussenstappen van het transport en het ledigen van de 'container'. <Desc/Clms Page number 20>20. De methode van eis 19 waar de toegevoegde informatie is gerelateerd tot de partijen die actief zijn in het transport en/of opslag en/of overslag van 'containers' en/of douanediensten of andere gouvernementele of overheidsaangelegenheden van om het even welke soort zoals bijvoorbeeld veiligheidsinspectie en immigratiediensten.21. De methode van eis 9 en/of eis 10 waar "cargo data lezen" en/of "cargo data schrijven" enkel zal toegankelijk zijn voor bevoegde personen of instanties. Zulke restrictie zal beveiligd worden via descriptie data en paswoorden die noodzakelijk zullen zijn om toegang te krijgen tot het 'identificatie-element'.
Priority Applications (1)
Application Number | Priority Date | Filing Date | Title |
---|---|---|---|
BE2004/0071A BE1015897A7 (nl) | 2004-02-09 | 2004-02-09 | Draadloze communicatie met container inhoud. |
Applications Claiming Priority (1)
Application Number | Priority Date | Filing Date | Title |
---|---|---|---|
BE2004/0071A BE1015897A7 (nl) | 2004-02-09 | 2004-02-09 | Draadloze communicatie met container inhoud. |
Publications (1)
Publication Number | Publication Date |
---|---|
BE1015897A7 true BE1015897A7 (nl) | 2005-11-08 |
Family
ID=35261845
Family Applications (1)
Application Number | Title | Priority Date | Filing Date |
---|---|---|---|
BE2004/0071A BE1015897A7 (nl) | 2004-02-09 | 2004-02-09 | Draadloze communicatie met container inhoud. |
Country Status (1)
Country | Link |
---|---|
BE (1) | BE1015897A7 (nl) |
-
2004
- 2004-02-09 BE BE2004/0071A patent/BE1015897A7/nl not_active IP Right Cessation
Similar Documents
Publication | Publication Date | Title |
---|---|---|
US7415613B2 (en) | System and method for detecting alteration of objects | |
US20100012653A1 (en) | Container for sending objects and method for producing said container | |
US7088229B2 (en) | Methods and systems for verifying the position and status of hierarchically arranged objects | |
US7176800B2 (en) | Electronic security system for monitoring and recording activity and data relating to persons or cargo | |
US7149658B2 (en) | Systems and methods for transporting a product using an environmental sensor | |
US7573386B2 (en) | System and method for smart radio frequency identification tags | |
US7595727B2 (en) | Frangible electronic sealing security system | |
US20220092532A1 (en) | Vehicles and transportation systems employing blockchain-based monitoring | |
CA2529186A1 (en) | Electronic security system for monitoring and recording activity and data relating to cargo | |
US20090160646A1 (en) | System and method for monitoring and tracking inventories | |
US7999673B2 (en) | Radiation detection with enhanced RFID tags | |
WO2005093627A9 (en) | Network-centric cargo security system | |
EP1844455A2 (en) | Rf tags for tracking and locating travel bags | |
US20170030853A1 (en) | Apparatus, Method and System for Distributed Chemical or Biological to Digital Conversion to Digital Information Using Radio Frequencies | |
CN108368710B (zh) | 具有防篡改传感器和网络安全的安全系统 | |
JP2004299878A (ja) | 輸送物品の管理方法 | |
US9087315B1 (en) | Method and apparatus for a handheld terminal and applications for implementation of secure authorization for handling freight | |
BE1015897A7 (nl) | Draadloze communicatie met container inhoud. | |
KR101041214B1 (ko) | 컨테이너 보안 시스템 및 보안 관리 방법 | |
US9267922B2 (en) | Method and system for product supply chain assurance | |
US20170208375A1 (en) | Apparatus, method and system for distributed chemical or biological to digital conversion to digital information using radio frequencies | |
WO2018143985A1 (en) | Apparatus, method and system for distributed chemical or biological to digital conversion to digital information using radio frequencies | |
Benin | Radio Frequency Identification (RFID) Tags & Their Implication to Container Security | |
WO2021206654A2 (en) | Designing export platform with improved blockchain and internet of things structure | |
Feng et al. | The state of container security standards |
Legal Events
Date | Code | Title | Description |
---|---|---|---|
RE | Patent lapsed |
Effective date: 20070228 |